Afspraken rondom vierogen principe KDV KieKeBoe en BSO Kids & Go
Vier-ogen principe Naar aanleiding van een zedenzaak bij een kinderdagverblijf in Amsterdam heeft de commissie Gunning in haar onderzoeksrapport geadviseerd bij kinderdagverblijven het vierogenprincipe in te voeren. Het vierogenprincipe betekent dat altijd een volwassenen moet kunnen meekijken of meeluisteren bij een beroepskracht in de kinderopvang. De rijksoverheid heeft het advies van de commissie Gunning overgenomen en het vierogenprincipe vanaf 1 juli 2013 verplicht gesteld voor alle kinderdagverblijven. Volgens de Brancheorganisatie Kinderopvang en BOINK (2012) betekent het vier ogen principe dat er ten alle tijden iemand moet kunnen meekijken of meeluisteren bij de opvang van kinderen. ‘’Het vier- ogenprincipe is voor convenantpartijen de basis voor veiligheid in de kinderopvang. De uitwerking van dit vier ogen principe is maatwerk. De invulling zal voor iedere organisatie anders zijn, passend bij het pedagogisch beleid en financiële haalbaarheid.’’ (Brancheorganisatie kinderopvang & BOINK, 2012). Wie wordt betrokken bij het beleid? Hoewel het woord anders doet vermoeden, gaat het om meekijken of meeluisteren. Over de wijze waarop een kinderdagverblijf dit principe invoert heeft de oudercommissie adviesrecht. Vervolgens is het kinderdagverblijf verplicht de ouders te informeren over de wijze waarop vorm is gegeven aan het vierogenprincipe. Van principe naar praktijk… Zoals zo vaak bij nieuwe regelgeving, is er geen strikte uitvoeringsrichtlijn meegegeven door de wetgever. Dit is een voor- en een nadeel. Het nadeel is dat je nooit kunt stellen dat je het 100% goed of 100% slecht doet. Het voordeel is dat er ruimte is om voor elke situatie een oplossing op maat te bedenken die recht doet aan de specifieke omstandigheden. Wij geven de volgende invulling aan het vier ogen principe en de preventie van misbruik, onderverdeeld in de onderwerpen, bouwkundig, personeel, samenwerking en overige maatregelen. Het is Conform het “convenant kwaliteit” toegestaan per dag gedurende maximaal drie uur af te wijken van de beroepskracht-kind-ratio. Dit mag op de volgende tijden: Voor 9.30 uur Tussen 12.30 en 14.30 uur en na 16.30 uur
Bovenstaande momenten zijn aandachtpunten bij de uitwerking van het vierogen-principe. Bouwkundig
In de groepsruimte zijn deuren aanwezig, dit zorgt voor transparantie, de medewerkers en leidinggevende hebben zicht op elkaar doordat zij meerdere malen per dag bij elkaar binnen lopen. Het is een opdracht om al het glas transparant te houden en niet dicht te plakken met werkjes en mededelingen. De groepsruimte is rondom voorzien van ramen, zodat er altijd van buiten naar binnengekeken kan worden. Groepsruimte is zo ingericht dat er hoekjes gecreëerd zijn op kindhoogte, waarbij de medewerker de ruimte in zijn geheel kan overzien. Slaapkamer heeft een babyfoon. Deze babyfoon is naast het controleren hoe het met de kinderen gaat ook een controle voor de pedagogisch medewerker als ze op de slaapkamer is. Er staat nog een babyfoon in de dreumesgroep. Als een pedagogisch medewerker de slaapkamer in gaat blijft de deur open. Verschoonruimte is in de groep waardoor er altijd zicht op is.
Personeel
Van iedere medewerker is er een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Dit geldt tevens voor stagiaires. Nieuw personeel wordt pas aangenomen na een mate van screening en referentienavraag. Stagiaires staan altijd boventallig en dus nooit alleen op een groep. Een pedagogisch medewerker is niet langdurig en structureel alleen buiten met de kinderen, bovendien zijn zij altijd (telefonisch) bereikbaar. Het grootste gedeelte van de dag zijn er twee pedagogisch medewerkers op de groep. Het is verplicht altijd met twee leidsters te openen en af te sluiten en is het niet toegestaan dat een leidster alleen op locatie aanwezig is. Het onvoorspelbare karakter van de breng- en haalsituaties (je weet niet exact wanneer een ouder binnen- of langsloopt en hoeveel tegelijk etc.) verkleint het risico dat iemand zich onbespied of niet gecontroleerd zou kunnen voelen.
Samenwerking en klimaat
Er heerst een open werkklimaat, zodat medewerkers elkaar altijd aan durven te spreken op hun handelen. Dit creëren we door elkaar feedback te (leren) geven in elke geleding van de organisatie (functioneringsgesprekken, teamvergaderingen, groepsobservaties door leidinggevende). Regelmatig zal de leidinggevende (groep)observaties houden, de bevindingen worden regelmatig teruggekoppeld tijdens (team)vergaderingen of individueel naar de medewerker persoonlijk. Er wordt gewerkt met vaste team, met de continuïteit op de groep als uitgangspunt. Dit zorgt er voor dat medewerkers aan elkaar gewend zijn, wat het aanspreken op niet gepast gedrag makkelijker kan maken. Mocht er een pedagogisch medewerker alleen op de groep staan, kan het zijn dat een stagiaire/ achterwacht als extra paar ogen fungeert.
Specifieke situaties Gedurende een bezettingsmomenten medewerkers.
kinderdagverblijfdag voor, bezetting qua
doen zich kinderen en
verschillende bezetting van
Hieronder beschrijven wij de situaties waarbij het kan voorkomen dat een medewerker alleen is met de kinderen en hoe wij hiermee omgaan met inachtneming van het vier ogen en orenprincipe.
Tijdens uitstapjes Tijdens uitstapjes gaan pedagogisch medewerkers (of een pedagogisch medewerker en een volwassenen) altijd met zijn tweeën op pad met een groepje kinderen. Het is niet toegestaan dat stagiaires of leidsters alleen op pad gaan met kinderen. Voor de veiligheid nemen zij altijd een telefoon mee en de EHBO tas.
Breng- en haal momenten tijdens de 3 uursregeling (07.30-09.00) – (na 16.30) De groepen worden tijdens de breng- en haaltijden van de kinderen altijd samengevoegd. Tussen de middag, als de meeste kinderen slapen, zullen de oudere kinderen, die niet meer slapen, samengevoegd worden op 1 groep. We gaan hiervoor altijd op de peutergroep beneden spelen, zodat de kinderen ook nog naar buiten kunnen als het mooi weer is. Bij het samenvoegen van groepen hanteren wij het open-deuren beleid met de geldende regelgeving, afspraken en een uitdagend activiteitenaanbod. Leidsters staan bij samengevoegde groepen dus nooit alleen op de groep, maar altijd met 2 of 3 andere collega’s tegelijkertijd. Door deze manier van werken zullen leidsters nooit alleen op de groep staan. Als de 2e leidster van de groep smorgens binnen komt, gaan de kinderen allemaal naar de eigen stamgroep, met de eigen groepsleidsters. Als de vroege dienst om 16.30 uur naar huis gaat, worden de kinderen samengevoegd bij de groepen beneden, waardoor er wederom meerdere leidsters op de groepen staan. Ook op deze momenten maken wij wederom gebruik van het open deuren beleid en eventueel van de extra inzet van leidinggevende en directie. Op de peutergroep beneden zetten wij tijdens het open deuren beleid, letterlijk de deur open naar de dreumesgroep die naast de peutergroep ligt. De kinderen kunnen dan ook spelen op de andere groep en met andere kinderen, zodat de leidster daar ook niet alleen staat. Door het samenvoegen van groepen tijdens breng- haal en pauzetijden, staan er altijd minimaal 2 leidsters op de groep. Daarnaast zijn er tijdens de vroege- en late dienst en middagpauze stagiaires aanwezig die we deze tijden als extra paar ogen op de groep laten meedraaien. Wij stemmen hun werktijden hierop af. Omdat we er niet vanuit mogen en kunnen gaan dat er altijd stagiaires aanwezig zijn tijdens deze tijden, zal de leidinggevende of directie ingezet worden. De werktijden van leidinggevende en directie worden zo op elkaar afgestemd, dat altijd een van beide personen aanwezig is op locatie (tijdens vroege, late dienst en middagpauze) en ingezet kan worden op de groep, mocht het onverhoopt voorkomen dat er een leidster toch (even) alleen staat op de groep. Het vierogen principe is op deze manier van ochtend tot avond gewaarborgd.
Achterwachtregeling De Wet Kinderopvang schrijft voor dat ieder kinderdagverblijf een achterwachtregeling moet hebben. Een achterwacht is een volwassen persoon die in geval van nood ten alle tijden ingeschakeld kan worden en binnen ambulance aanrij tijd aanwezig kan zijn op locatie. Tijdens onze openingstijden hebben wij een achterwachtregeling getroffen. Dit is van maandag t/m vrijdag van 07.30 tot 18.30 uur. Dit wordt aangegeven op het rooster met naam en telefoonnummer. Hiervoor wordt meestal de directie ingezet. Dit houdt in dat deze persoon “stand‐by” staat voor als zich onverwacht problemen voordoen. Mocht om wat voor reden ook de directie niet aanwezig zijn, dan wordt er een andere achterwacht geregeld.
Basisprincipes Naast deze praktische maatregelen zijn er een aantal basisprincipes van toepassing op de preventieve maatregelen tegen misbruik:
een open aanspreekcultuur op KieKeBoe en BSO Kids & Go. de kinderen het bewustzijn en bewaken van de eigen grenzen aanleren.
Open aanspreekcultuur Zoals in de maatregelen staat vermeld is er bij KieKeBoe en BSO Kids & Go een open aanspreek cultuur. Door het kleinschalige karakter van onze locatie is het contact persoonlijk en zijn er korte communicatielijnen. Onze locatie heeft een eigen leidinggevende die de medewerkers kan aanspreken op gedrag wat niet gepast is of niet passend bij het beleid van KieKeBoe en BSO Kids & Go. Ook medewerkers onderling spreken elkaar aan op niet passend gedrag. Bewustzijn en bewaking van eigen grenzen Het begeleiden van de kinderen in de bewustwording en het leren aangeven van hun eigen grenzen is belangrijk. De kinderopvang is een veilige plek om dit te oefenen. Op KieKeBoe en BSO Kids & Go wordt er daarom van jongs af aan spelenderwijs aandacht besteedt. De kinderen leren wat ze wel en niet fijn vinden en leren om dit aan te geven aan de ander. Ook leren kinderen dat, als je iemand bijvoorbeeld een knuffel of aai wilt geven en de ander dat niet wil, je
deze grens van de ander dient te respecteren. Dit geldt voor zowel het contact van de kinderen onderling als met volwassenen. In het bewust worden van je eigen grenzen en dit aan te leren geven is de begeleiding van een pedagogisch medewerker vaak gewenst. Wanneer een pedagogisch medewerker bijvoorbeeld ziet dat het ene kind (vaak lief bedoeld) het andere kind aanraakt, maar dat het andere kind dat niet fijn vindt wordt daar over gesproken. Het kind wat de aanraking als niet prettig ervaart leert zich bewust te zijn van zijn grenzen en dit aan te geven. Het kind dat de ander aan wilde raken of liefkozen leert in de geval de grenzen van het andere kind te respecteren.