Afrikaanse bootvluchtelingen: slachtoffers, vijanden of avonturiers? Een discoursanalyse van de berichtgeving in Nederlandse kranten
© AP
Laura van der wal Studentnummer: 5925800 Duale master Journalistiek en Media Amsterdam, 20 januari 2009 Begeleider: dr. N.G. Pas 2de lezer: drs. M.A.E. Prenger
Inhoudsopgave Inleiding 1. Theoretisch kader 1.1 Problematiek bootvluchtelingen 1.2 Discoursanalyse toegepast op dit onderwerp 1.3 Basisverhalen in het nieuws 1.4 Drie discoursthema’s 1.4.1 Fort Europa 1.4.2 Mensenrechten/ Menselijke waardigheid 1.4.3 De Beproeving 2. Afbakening en analyse 2.1 Afbakening van de te analyseren artikelen 2.2 Wat is de ontwikkeling van de berichtgeving over tijd? 2.2.1 De discoursthema’s in de kranten 2.2.2 De discoursthema’s over tijd 2.2.3 De discoursthema’s in genres 2.3 Op welke wijze komen de discoursthema’s naar voren in de berichtgeving over bootvluchtelingen? 2.3.1 Fort europa 2.3.2 Mensenrechten/ Menselijke waardigheid 2.3.3 De Beproeving Conclusie Bibliografie
3 4 4 5 5 6 6 7 7 9 9 10 10 11 14
3. Bijlagen 3.1 Overzicht van artikelen 3.2 tabel met weergave van discoursthema per krant 3.3 tabel met weergave van discoursthema per maand 3.4 tabel met weergave van genre per maand 3.5 tabel met weergave van discoursthema per jaar 3.6 tabel met weergave van discoursthema per genre 3.7 Artikel 1 Fort Europa 3.8 Artikel 2 Fort Europa 3.9 Artikel 3 Fort Europa 3.10 Artikel 4 Fort Europa 3.11 Artikel 1 Mensenrechten/ Menselijke waardigheid 3.12 Artikel 2 Mensenrechten/ Menselijke waardigheid 3.13 Artikel 3 Mensenrechten/ Menselijke waardigheid 3.14 Artikel 4 Mensenrechten/ Menselijke waardigheid 3.15 Artikel 1 De Beproeving 3.16 Artikel 2 De Beproeving 3.17 Artikel 3 De Beproeving 3.18 Artikel 4 De Beproeving
26 26 27 28 28 29 29 29 31 32 35 36 37 39 40 42 44 45 47
15 15 18 20 23 25
2
Inleiding “Sinds het begin van de jaren negentig zijn er duizenden mannen ‘verslonden’ door de Middellandse Zee. (…) Heel wat van de verdronken slachtoffers hebben tijdens hun laatste minuten van hun leven de kust van het beloofde land in zicht gehad (Driessen 2008: 87).” Vijftigtal vermiste vluchtelingen na schipbreuk voor kust Sicilië, Boot met illegalen zinkt bij Tunesië, Vluchtelingen verdronken bij Spanje, Boot zinkt voor Marokkaanse kust. Het is een willekeurige selectie van krantenkoppen over de zogenaamde ‘bootvluchtelingen’. Bijna elke week staat er wel een bericht in de kranten over economische of politieke vluchtelingen uit Afrika, die de Middellandse Zee oversteken op zoek naar een beter bestaan. Vaak gebruiken de migranten kleine, zeeonwaardige bootjes. Vaak heeft de overtocht een dodelijke afloop. “Sinds in 1991 de eerste clandestiene migranten uit Afrika dood aanspoelden op de witte Spaanse stranden zijn er duizenden migranten verdronken tijdens de nachtelijke oversteek," aldus Driessen (2008: 68). In deze scriptie kijk ik naar de wijze waarop de Nederlandse dagbladpers bericht over de problematiek van de Afrikaanse bootvluchtelingen. De meeste berichten zijn de zogenaamde kortjes: in nog geen 100 woorden wordt verslag gedaan van weer een mislukte poging van een groep bootvluchtelingen. Een mislukte overtocht die zij vaak met de dood moeten bekopen. Wanneer het aantal aangespoelde bootvluchtelingen plots toeneemt of de discussie in Europa over de opvang van migranten of de grensbewaking weer oplaait, verschijnt er een groter nieuwsbericht of achtergrondartikel. Zo nu en dan probeert een journalist grip te krijgen op het verhaal van de bootvluchteling, en beschrijft deze het vertrek, de overtocht, de aankomst of de gehele reis in een reportage. Standpunten over het beleid op de clandestini verschillen, zo ook de ideeën over de motieven van de migranten die de oversteek wagen. Een journalist die schrijft over bootvluchtelingen heeft te maken met de standpunten van politiek leiders, mensenrechtenactivisten, beleidsmakers en bezorgde burgers en wellicht ook met zijn eigen visie. Objectiviteit en neutraliteit zijn belangrijke waarden in de journalistiek. Krantenredacties en journalisten proberen in de meeste gevallen deze journalistieke waarden na te streven. Toch is het onvermijdelijk dat verschillende standpunten en visies de berichtgeving kleuren. Daarmee wordt ook de taal in een artikel gekleurd. De belangen van bronnen klinken door in hun woorden en ook de journalist is in zijn woordkeuze niet neutraal. Taal in de berichtgeving wordt bewust of onbewust ingezet om de problematiek van de bootvluchtelingen op een bepaalde manier te weer te geven. Redacties en journalisten verkiezen een bepaalde weergave van de werkelijkheid van de bootvluchtelingen boven een ander. Dat kan zijn in de algemene berichtgeving over het onderwerp, maar waarschijnlijker is dat de keuze voor weergave verschilt per redactie, journalist of zelfs artikel. De taal die wordt gebruikt in de verschillende weergaven van de problematiek van bootvluchtelingen vormt een vertoog, een discours. In de berichtgeving over bootvluchtelingen zijn bepaalde discoursen dominant. In deze scriptie wil ik mij op die verschillende vertogen richten. In de wetenschappelijke literatuur is veel te vinden over discoursen in politiek en media over vluchtelingen of asielzoekers. Vaak gaat het om vertogen over specifieke groepen vluchtelingen in een bepaald land. De analyse en conclusies van de bestaande literatuur staan dan ook ver van dit scriptieonderwerp af. Uitzondering daarop vormt het werk van Henry Nickels (2007). Nickels geeft vier interessante en gedeeltelijk bruikbare discoursframes in de berichtgeving over asielzoekers in de Luxemburgse dagbladpers, namelijk het administratieve frame, het oprechtheidframe, menselijke waardigheid, en de terugkeer naar huis. Ook de bootvluchtelingen zijn een veelbesproken onderwerp in de wetenschappelijke literatuur. Vaak betreft dat de Vietnamese bootvluchtelingen en migranten die per boot Australië proberen te bereiken. Marie Macken-Horarik (2003) en Kieran O’Doherty en Amanda Lecouteur (2007) benoemen de categorie bootvluchtelingen als onderdeel van hun discoursanalyse van mediaberichtgeving over vluchtelingen. Hun werk is te algemeen van aard om op mijn scriptieonderwerp toe te passen. Peter Gale (2004) geeft een meer specifieke weergave van discoursen over bootvluchtelingen in zijn artikel over de wisselwerking tussen populistische politiek en media berichtgeving over bootvluchtelingen in Australië. De vertogen die hij onderscheidt, de humanitaire crisis, grensbewaking en mensenrechten, bieden interessante aanknopingspunten voor het onderwerp van deze scriptie. In mijn zoektocht naar Nederlandse en Engelstalige wetenschappelijke literatuur ben ik geen discoursanalyse tegengekomen toegepast op de berichtgeving over Afrikaanse bootvluchtelingen, die
3
de oversteek naar Europa wagen. Terwijl deze groep bootvluchtelingen een veelbesproken onderwerp is in Europese en Nederlandse media en politiek. De centrale vraagstelling van deze scriptie luidt dan ook: Welke discoursthema’s zijn te onderscheiden in de berichtgeving over Afrikaanse bootvluchtelingen in Nederlandse kranten en hoe kleurt dit de berichtgeving? Deze vraagstelling plaats ik in een theoretisch kader. Hierin sta ik kort stil bij de problematiek van de bootvluchtelingen en bespreek ik het belang van een discoursanalyse toegepast op dit onderwerp. Vervolgens ga ik in op de basisverhalen in het nieuws. Bootvluchtelingen zijn actueel, maar ook van alle tijden. Aan de berichtgeving over bootvluchtelingen liggen fundamentele verhaallijnen ten grondslag. De dominante discoursen in de berichtgeving zijn deels gebaseerd op deze verhaallijnen. Aan het einde van het theoretisch kader onderscheid ik de vertogen: Fort Europa, Mensenrechten/ Menselijke Waardigheid en De Beproeving. De discoursanalyse toegepast op de berichtgeving over bootvluchtelingen volgt in paragraaf twee. Een selectie van artikelen over het onderwerp van de afgelopen vijf jaar vormt de basis voor een kwantitatieve analyse, waarin ik kijk naar hoe de berichtgeving over bootvluchtelingen in de dagbladen zich ontwikkelt over tijd. Vervolgens analyseer ik op kwalitatieve wijze hoe de discoursthema’s naar voren komen in de berichtgeving over bootvluchtelingen. Dat doe ik aan de hand van een corpus van twaalf artikelen waarin de drie discoursthema’s evenredig zijn vertegenwoordigd. Tot slot geef ik mijn conclusies.
Paragraaf 1. Theoretisch kader “Pa’ una ciudad del norte Yo me fui a trabajar Mi vida la dejé Entre Ceuta y Gibraltar Soy una raya en el mar Fantasma en la ciudad Mi vida va prohibida dice la autoridad”
“Naar een stad in het noorden Vertrok ik om te werken Ik liet mijn leven achter Tussen Ceuta en Gibraltar Ik ben een streep in de zee Een geest in de stad Mijn leven is verboden Zo zeggen de autoriteiten” Uit Clandistino – Mano Chao
1.1 De problematiek van de bootvluchtelingen Het verhaal van de bootvluchtelingen is niet nieuw. “Zolang er wordt gevaren op de Middellandse Zee, zijn mensen per schip van west naar oost, zuid naar noord en omgekeerd gevaren, tijdelijk dan wel voorgoed, op zoek naar een beter bestaan, avontuur, fortuin, handelswaar, macht en veiligheid. Een onbekend aantal van deze reizigers en migranten liet er het leven bij. Dit is een terugkerend gegeven in de geschiedenis van het ‘vloeibare continent’ waarover slechts weinig bekend is (Driessen 67).” Het verhaal van de bootvluchtelingen is bovendien wereldwijd verspreid: We kennen de verhalen van Cubaanse vluchtelingen die de Amerikaanse kust proberen te bereiken, Vietnamezen die per boot hun land ontvluchtten en Sri Lankesen die op bootjes ronddobberen voor de Australische kust. In deze scriptie richt ik mij op berichtgeving over de Afrikaanse economische en politieke vluchtelingen die de Middellandse Zee oversteken om Europa te bereiken. Veel vluchtelingen zijn afhankelijk van smokkelaars om de oversteek te kunnen maken. De belangrijkste mensensmokkelroutes lopen van Marokko en de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla over de Straat van Gibraltar naar Spanje en van Tunesië en Libië via het Kanaal van Sicilië, via Lampedusa naar Italië. Sinds de verscherpte controle langs de mediterrane grens van Spanje en Marokko proberen steeds meer bootvluchtelingen uit Afrika, ten zuiden van de Sahara, de Canarische Eilanden te bereiken en zo de Europese unie binnen te komen. Naar schatting van de Spaanse autoriteiten verdrinkt meer dan de helft op deze route. Bij aankomst worden Marokkanen vrijwel onmiddellijk terug gestuurd. De migranten uit West-Afrika, die Marokko als doorgangland gebruiken, kunnen moeilijker worden uitgezet na hun asielaanvraag. De meeste bootvluchtelingen hebben hun papieren achtergelaten, of voor vertrek verborgen of verbrand. Ze belanden vaak in de illegaliteit (Driessen 2008: 69 – 87).
4
1.2 Discoursanalyse toegepast op dit onderwerp Het onderwerp bootvluchtelingen is beladen, zowel in de politiek als in de media. Een belangrijk gegeven in de journalistiek is objectiviteit. Toch geven de keuzes in perspectief, woordgebruik, genre, bronnen en opbouw van het artikel kleur aan de berichtgeving. Dit kan bewust zijn, maar het gebeurt vaak ook onbewust. Volgens Fairclough (1985) illustreert de algemene structuur van een artikel de manier waarop een krant een bepaald perspectief presenteert. Daarbij overtuigt de structuur de lezer en geeft het op een bepaalde manier informatie. Het genre van verslaggeving toont vaak de twee kanten van het debat. De manier waarop het debat neergezet wordt door koppen, leads en concluderende opmerkingen laat echter zien dat er een wenselijke positie van de schrijver is ten opzichte van de discussie (1985: 85-86). In berichtgeving klinken verschillende discoursen. Fairclough wijst op de diversiteit van de inhoud en context in media. Berichtgeving over een bepaald onderwerp staat niet op zichzelf. Het dient geplaatst te worden binnen een context. In dit geval bestaat die context onder andere uit het politieke debat over bootvluchtelingen en migranten in het algemeen, de publieke opinie en het Europese debat. De context kleurt de berichtgeving en visa versa. In de media worden de termen asielzoeker en vluchteling vaak door elkaar heen gebruikt. Een asielzoeker is erkend als iemand die een vluchtelingenstatus heeft aangevraagd, terwijl een vluchteling volgens de VN-definitie een persoon is die als vluchteling is aangemerkt (Gale 2004). Daarnaast maakt men in de politiek, media en publieke discoursen het onderscheid tussen economische en politieke asielzoekers. Met die laatste groep worden vaak vluchtelingen bedoeld. Economische asielzoekers worden gedefinieerd als mensen die onterecht asiel aanvragen, en mensen die Europa bereiken via illegale routes, vaak met de hulp van smokkelaars. De politiek en media maken veelal indirect het onderscheid tussen deze groepen als migranten die asiel verdienen en zij die het niet verdienen. De term economisch voor het woord migrant, vluchteling of asielzoeker krijgt steeds vaker een negatieve betekenis. Maar ook politiek vluchtelingen worden in de media neergezet als een bedreiging voor de nationale veiligheid (Nickels 2007). Uiteraard hebben politici een agenda wanneer zij over migranten, en specifiek bootvluchtelingen, praten. Hun woordkeuze, toon en perspectief passen zij hier op aan. Maar volgens Nickels definiëren ook media het vluchtelingenvraagstuk op de manier waarop het hun uitkomt. Dat kan per krant, omroep, programma, thema en journalist verschillen. Zo kan het dat het vertoog voor (inter)nationale veiligheid vaak zij aan zij in media verschijnt aan het humanitaire discours. De humanitaire aspecten worden belicht in de berichtgeving over oorlogen en conflicten, waarbij mensen op de vlucht slaan. Termen als catastrofe, nachtmerrie en dramatisch worden gebruikt als het gaat om het slachtofferschap van vluchtelingen. Maar kranten berichten ook over de dreiging die uit zou gaan van de enorme hoeveelheid migranten die per boot de oversteek naar Europa wagen. De nationale of Europese veiligheid vormt dan het belangrijkste perspectief. “De vluchtelingenbeweging wordt geconstrueerd als een elementaire kracht, die moeilijk te voorspellen is en niet te controleren valt (Baker and McEnery 2005: 10 in Nickels 2007).” De beweging wordt beschreven in termen als “groot, een vloedgolf, stromen, golven, exodus en Odyssee (Nickels 2007)”. Die laatste term, Odyssee, duidt op meer: de reis vol tegenslagen die de bootvluchtelingen net als Odysseus op zee maken. Het is een oud, fictief verhaal wat opduikt in onze dagelijkse kranten om het actuele nieuws te duiden.
1.3 Basisverhalen in het nieuws Journalisten komen niet zomaar tot hun verhaal. Ze bedenken de nieuwsverhalen niet plompverloren vanachter hun computerscherm. Volgens Lule (2001) lenen journalisten de verhaallijnen van vertelsels die wereldwijd gedeeld worden. Journalisten putten uit eeuwige, bekende verhalen (28-29). Ook volgens Booker (2004) is het onvermijdelijk dat een verhalenbedenker put uit basispersonages en –situaties, die het verhaal vormgeven. Dat zijn de zogenaamde archetypes waaraan we niet kunnen ontsnappen. Deze onderliggende patronen en beelden zijn vastgelegd in ons onderbewuste, we kunnen verhalen niet anders voorstellen en verwerken dan volgens deze vaste archetypes (215-216). Hoewel nieuwsverhalen op feiten berusten, zouden ook deze verhalen om vaste archetypes gevormd worden. “Het zijn deze zogenaamde fundamentele of eeuwige verhalen die het werk van journalisten dagelijks vormgeven (Lule 2001: 29).” In de tweede helft van de negentiende eeuw kwam een groeiend leger van antropologen en etnologen erachter dat mythes en volksverhalen over de hele wereld dezelfde thema’s en motieven delen (Booker 2004: 9). Volgens sommige antropologen bestaat er een directe verbindingen tussen die verhalen, omdat samenlevingen naast hun ideeën, gewoonten en instrumenten, ook verhalen met hun buren deelden (Lule 1999). Psychologen hebben een andere verklaring. In deze wetenschap is
5
het archetype een bekend begrip: ideeën en verhalen zouden voortkomen uit ons collectief onderbewustzijn. Lule laat de waarheid in het midden. Volgens hem zijn de fundamentele verhalen gebaseerd op de gedeelde ervaringen van mensen, zoals de geboorte en het opgroeien in een familie; op gedeelde gevoelens van vreugde, angst, liefde, haat, compassie en jaloezie. Tot slot delen mensen lichamelijke ervaringen zoals honger, dorst en lust. “We vertellen, begrijpen en herhalen de verhalen die gebaseerd zijn op deze gedeelde ervaringen (Lule 2001: 28-31)”. De terugkerende verhaallijnen definieert Booker (2004) als het basisplot, gebaseerd op archetypes; de patronen, beelden, motieven en karakters vormgegeven door de gedeelde ervaringen van het menselijk leven. Archetypes bouwen en vormen de verhalen van verschillende culturen en in verschillende periodes. Lule gaat een stap verder: hij beargumenteert dat veel nieuwsverhalen te herleiden zijn naar mythes. Een mythe is “een heilig, publiek verhaal, dat zich ontrekt uit archetypische figuren en vormen, om verklarende modellen te bieden voor het menselijk leven.” Mythes beschrijven de gedeelde waarden, bevestigen het dominante gedachtegoed en ontkennen andere standpunten. Mythes helpen mensen de complexe vreugdes en verdriet van het menselijk leven te begrijpen en hen daarin te betrekken. “Mythes zijn de archetypische verhalen die een cruciale sociale rol spelen (Lule 2001: 14-19).” Mythe verzoent mensen met het tragische en ogenschijnlijk willekeurige van het menselijk bestaan. Het laat ons inzien dat het leven geleefd wordt in de aanwezigheid van de dood. Mythe speelt ook een belangrijke sociale rol. De basisverhalen verdedigen de dominante maatschappelijke orde. Mythe rechtvaardigt en ondersteunt de dominante maatschappij (Lule 2001: 36-37). Lule beschrijft onder andere de mythe De Andere Wereld. Die wereld wordt gezien als een bedreiging; een donker land waar de vijand zich ophoudt. Ook het nieuws vertelt verhalen over de Andere Wereld en benadrukt de verschillen tussen ons leven en het leven in De Andere Wereld. Vaak lezen we verhalen over gevaarlijke dictators, vreemde religies en primitieve landen. Deze verhalen bevestigen de eigen identiteit. Op die manier is het bevestigen van de maatschappelijke orde ook een belangrijke rol van het nieuws (Lule 2001: 147- 171). Volgens Lule is nieuws vandaag de dag het belangrijkste draagmiddel van mythe. De waarde van mythe ligt in het vertellen en continu hervertellen van het verhaal. Ook het nieuws vertelt bepaalde verhalen steeds opnieuw. Het zijn de eeuwige verhalen. “Het nieuws verhaalt niet alleen over wat er vandaag of gisteren is gebeurd, maar wat altijd gebeurt (Lule 2001: 19 – 22).” Schrijvers en journalisten putten uit de gedeelde, fundamentele verhalen. “Nieuws is de meest recente echo van verhalen die lang geleden al werden overgedragen (Lule 2001: 31).”
1.4 Drie discoursthema’s In de analyse van de artikelen over bootvluchtelingen onderscheid ik drie verschillende discoursthema’s. In de eerste plaats onderscheid ik het vertoog Fort Europa waarbij de focus ligt op de grenscontrole en de bootvluchtelingen gezien worden als een bedreiging voor het nationale of Europese belang. Het Mensenrechten/ Menselijke waardigheidthema toont het menselijk gezicht en het slachtofferschap van de bootvluchtelingen. Tot slot beschrijft het derde thema, De Beproeving, de reis van de bootvluchtelingen. De rite de passage, een tocht naar volwassenwording, vormt een belangrijk onderdeel van dit thema. In de volgende paragrafen geef ik een uitgebreide beschrijving van de drie discoursthema’s.
1.4.1 Fort Europa De clandestiene oversteek van bootvluchtelingen heeft zo’n omvang aangenomen dat het een zeer belangrijk agendapunt van de Europese Unie en haar lidstaten is geworden. “De bewaking van de mediterrane buitengrenzen van ‘Fort Europa’ wordt steeds meer uitgebreid, versterkt en gemilitariseerd (Driessen 2008: 82).” Bootvluchtelingen worden gezien als een bedreiging voor het Europese en nationale belang en veiligheid. De controle van de Europese buitengrenzen en het politieke beleid op de clandestiene migraties is de kern van het discours Fort Europa. De soevereiniteit en rechten van de Europese landen staan voorop. De Middellandse zee is het zwakke punt van Europa. In dit mediadiscours worden bootvluchtelingen afgeschilderd als onwaardig om Europeaan te worden, niet het soort mensen dat Europa binnen willen hebben. De media zet de bootvluchtelingen neer als de illegale, niet-westerse en vaak niet-christelijke ander. Het stereotype beeld van de ongeciviliseerde illegaal overheerst (Gale 2004).
6
Lule’s mythebeschrijving van De Andere Wereld is hier relevant. Het verschil in de eigen en De Andere Wereld wordt benadrukt in de berichtgeving. De Andere Wereld is vaak een arm land, waar chaos heerst en structuur en regels ontbreken. Het bevestigt het idee van het Fort Europa dat wordt omringd door een wereld van chaos. Media tonen beelden van veel te volle bootjes en gebruiken krantenkoppen waarin bootvluchtelingen worden beschreven als menselijke vloed, overstroming of een tsunami van illegalen. Dit benadrukt het beeld van bootvluchtelingen als Europees probleem en nationale of Europese bedreiging. Het nieuws waarschuwt voor de mensenmassa uit De Andere Wereld en bejubelt de superioriteit van de eigen maatschappij. De berichtgeving over De Andere Wereld en de onvoorspelbare stroom vluchtelingen richting Fort Europa ontbloot en bevestigt de sociale waarden en ideeën van de eigen samenleving (Lule 2001: 147 -171, 191-192; Gale 2004) De media benadrukken binnen dit discours het verschil tussen economisch en politiek vluchteling. De eerste groep wordt neergezet als mensen die vervolgd worden om hun politieke mening, de tweede groep als mensen die om economische redenen migreren en onder valse voorwendselen asiel aanvragen. De Europese context zorgt voor extra problemen: ten eerste kloppen migranten bij verschillende landen aan, het zogenaamde asiel-shoppen. Ten tweede vormt het verdelen van de last, die het opvangen van migranten met zich meebrengt, steeds weer een discussiepunt (Nickels 2007). Berichtgeving over de terugkeer van migranten is ook deel van dit discours: aangezien Europa niet alle vluchtelingen op kan vangen, zullen de migranten vroeg of laat naar huis moeten keren. In de berichtgeving klinkt door dat het niet mogelijk zou moeten zijn om voorgoed in Europa te blijven (Nickels 2007). Vaak worden binnen het discours Fort Europa ‘koude’ beleidstermen gebruikt. Deze taal is veelal het jargon van beleidsmakers en –uitvoerders op het gebied van immigratie. Om de problematiek hanteerbaar te maken, wordt het menselijke (leed) losgekoppeld van het proces. Men rationaliseert de problematiek om er mee te kunnen werken. Termen als identificatie en repatriëring zijn jargon voor bepaalde onderdelen van het immigratiebeleid. Het zijn enkele praktische woorden voor handelingen waar veel bij komt kijken: Het vluchtverhaal van de immigrant, zijn verleden (identificatie), de hoop op een verblijfsvergunning en het ongeslaagd terug moeten keren naar het thuisland (repatriëring). Het jargon wordt gebruikt door overheidsmedewerkers, die de directe of indirecte taak hebben om de grenzen te bewaken. Datgene wat de grensbewaking ten goede komt, wordt gezien als succes en visa versa. Wanneer journalisten of auteurs, maar ook politici en burgers, het jargon overnemen in hun spreken of schrijven, geven zij de problematiek weer binnen het discours Fort Europa. Overigens is de term Fort Europa als beschrijving van een vertoog ook niet neutraal. Het woord roept negatieve associaties op. Fort Europa past binnen het discours van de critici, die wijzen op de conservatieve houding van Europese politici tegenover migranten. Een bekend beeld voor Fort Europa is het ijzeren hek dat langs de Marokkaans-Spaanse grens is geplaatst.
1.4.2 Mensenrechten/menselijke waardigheid Het mensenrechtenthema portretteert vluchtelingen en asielzoekers als mensen die bescherming nodig hebben. Hun menselijke waardigheid moet behouden blijven. In dit thema wordt het menselijke gezicht van de asielzoekers getoond. Beelden en krantenkoppen over het lijden van de bootvluchtelingen illustreren het humanitaire perspectief. De gedeelde humaniteit met De Ander wordt in beeld en woord benadrukt. De bootvluchtelingen worden in de berichtgeving neergezet als mensen, die gevlucht zijn van onderdrukking en in Europa een veilige haven zoeken (Nickels 2007; Gale 2004). De journalist of auteur hamert op het slachtofferschap van de bootvluchtelingen. In sommige berichtgeving is dit de enige identiteit die aan de bootvluchtelingen wordt toegeëigend. Het mensenrechtenthema concentreert zich op de rechten van asielzoekers. Vaak komt dit minder naar voren in de algemene berichtgeving. Het thema is vaker terug te vinden in de commentaren en overzichten (Gale 2004). Het multiculturele Europa of Nederland, onderdeel van een globaliserende, multiculturele wereld, vormt een belangrijke context binnen dit thema. De Europese overheden hebben nationale en internationale verplichtingen, en daaronder vallen ook zeker de rechten van asielzoekers. In de berichtgeving klinkt het recht van mensen door om asiel te zoeken, een vluchtelingenstatus aan te vragen en behandeld te worden volgens de VN-standaarden.
1.4.3 De Beproeving De journalist kan ervoor kiezen om de reis van de bootvluchteling te beschrijven. Het vertrek uit het thuisland, het afscheid van familie, vrienden en het bekende; de gevaarlijke overtocht of de aankomst in het nieuwe land staan centraal. Het is een beeldend verhaal, waarvoor het genre
7
reportage zich goed leent. Ook het interview is geschikt, waarin de bootvluchteling zijn verhaal vertelt. Het is tevens een bekend verhaal. Vanuit antropologisch perspectief past bij migratie het archetypische perspectief wat terugkomt in Odyssee. De bootvluchteling gaat langdurig op reis, waarbij de ultieme bevestiging van de mannelijkheid niet onbelangrijk is. “De potentiële held vertrekt voor een avontuurlijke missie, komt in allerlei gevechten terecht met bovennatuurlijke en aardse krachten, overleeft dankzij zijn fysieke kracht en sluwheid en keert na lange tijd terug naar huis (Driessen).” Natuurlijk spelen er allerlei politieke, economische en sociale redenen voor vertrek, maar de reis van de bootvluchteling is ook zeker een rite de passage (Driessen 2008: 82-84). Net als de Odyssee is het verhaal van de bootvluchteling niet nieuw. Booker beschrijft het verhaal in het basisplot The Quest (de zoekocht). De wereld van de held in dit basisverhaal is duister: chaos en verwoesting overheersen of zijn wereld wordt bedreigd. Het leven is er niet langer vol te houden. De held krijgt de noodzakelijke aandrang om te vertrekken, hoezeer hij ook bij het vertrek wordt tegengehouden. De lange, moeilijke reis naar een doel ver weg, blijkt de enige oplossing (Booker 2004: 69-86). Volgens Driessen draagt het migratieproces drie stadia van een rite de passage in zich. Dit zou het eerste stadium zijn: een vaak lange voorbereidingsfase, waarin het afscheid en de separatie plaatsvindt. Tijdens zijn reis ondergaat de held verschrikkelijke beproevingen, waarbij de dood op de loer ligt. Het terrein waardoor de held reist, vormt op zichzelf een belangrijke beproeving. Dit kan de wilde, onvoorspelbare zee zijn, zoals in het verhaal van Odysseus en ook de bootvluchteling (Booker 2004: 69-86). Driessen noemt dit de drempelfase, waarin de overtocht wordt gemaakt. Het verhaal kan tot een voortijdig einde komen door een verdrinkingsdood, maar ook door arrestatie en deportatie door de grenspolitie. Slaagt de bootvluchteling erin het nieuwe land te bereiken, dan komt de bootvluchteling allerlei beproevingen tegen in de grijze economie. In dit schemergebied terechtgekomen vormt de bootvluchteling een makkelijk doelwit voor uitbuiters en racisten. Deze moeilijke periodes van de reis kunnen afgewisseld worden door momenten van opluchting, wanneer de held hulp krijgt (Driessen 2008: 83-84; Booker 2004: 77, 83). Het verhaal van de bootvluchtelingen heeft ook elementen van het basisplot Voyage and Return (de reis en terugkeer) in zich. De essentie van dit plot is dat de vaak wat naïeve held openstaat voor een nieuwe ervaring. Zoals de Afrikaanse bootvluchtelingen die de Middellandse Zee oversteken: zij zijn overwegend jong, ongehuwd en in sociaal en economisch opzicht vaak marginaal (Booker 2004: 87106; Driessen 2008: 84). Booker spreekt net als Lule over De Andere Wereld. Waar bij Lule De Andere Wereld buiten de grenzen van de eigen wereld ligt en De Andere Wereld de eigen wereld (of het eigen land) bedreigt, gebruikt Booker De Andere Wereld om het doel van de reis of zoektocht te benoemen. De held reist buiten zijn bekende, dagelijkse omgeving naar een andere wereld, die volledig losstaat van zijn thuis. In die nieuwe wereld lijkt alles bevreemdend abnormaal. In eerste plaats is die vreemdheid vermakelijk en zelfs opwindend, maar langzaam doemen de schaduwen op. De held slaagt er niet in echt betrokken te raken bij de vreemde omgeving waar hij zich bevindt, hij zal zich er nooit echt thuisvoelen. De bootvluchteling bestaat officieel niet eens zonder zijn papieren. Politiek is de bootvluchteling ongewenst omdat hij illegaal de buitengrenzen van de Europese Unie is overgestoken. Economisch is de bootvluchteling vaak gewild, zolang hij zich onderdanig gedraagt en geen moeilijkheden brengt (Booker 2004: 87-106; Driessen 2008: 83-84). De held raakt gefrustreerd, soms wordt hij zelfs onderdrukt. Regelmatig is de bootvluchteling slachtoffer van uitbuiting en soms zelfs mensenhandel. Langzaam worden de schaduwen in de nieuwe wereld een ware bedreiging voor de held. De held voelt zich steeds minder welkom en gevangen, totdat – bij een goede afloop - de held zichzelf bevrijdt uit de vreemde wereld en naar huis terugkeert (Booker 2004: 87-106, 223; Driessen 2008: 84). Slaagt de bootvluchteling er na lange tijd in om de felbegeerde arbeid- en verblijfsvergunning te krijgen, dan begint volgens Driessen het derde stadium: formele opname in het bestemmingsland en een terugkeer naar huis waar het succes getoond kan worden. De held verandert door zijn ervaringen in de andere wereld, hij leert iets van fundamenteel belang. Hij begrijpt de wereld nu beter (Driessen 2008: 84; Booker 2004: 221-223). De levenshouding van de held, de bootvluchteling, verandert door de reis. In die zin beschrijft ook het archetype Voyage and Return een rite de passage. Het beschrijft het proces van volwassenwording. Dat is ook het doel van de bootvluchtelingen. Hun familie, die meestal in de overtocht heeft geïnvesteerd, verwacht van hen dat ze regelmatig geld naar huis overmaken. Op termijn zullen de bootvluchtelingen terug moeten keren met bewijzen van materieel succes. Dan kunnen ze trouwen en een gezin stichten. Hiermee laten ze zien dat ze echte mannen zijn geworden. Een voortijdig terugkeer wordt als een schande en gezichtsverlies gezien. De goede afloop van dit archetype is dat
8
de held veranderd terugkeert naar huis. Bij een slechte afloop blijft de held gevangen in de nieuwe wereld (Booker 2004: 106, 221-223; Driessen 2008: 83). Het zijn dit soort sociale drama’s die bij uitstek in het nieuws komen. Waar in de nieuwsberichtgeving de maatschappelijke orde veelal bevestigd wordt, kan een sociaal drama als dit ook gebruikt worden om diezelfde orde te tarten of te veranderen (Lule 2001).
Paragraaf 2. Afbakening en analyse In de volgende alinea’s analyseer ik de berichtgeving over bootvluchtelingen in de Nederlandse kranten op basis van de besproken discoursthema’s. Om die analyse te kunnen uitvoeren is een afbakening van het onderzoeksbereik nodig.
2.1 Afbakening van de te analyseren artikelen De krantenbank LexisNexis biedt de mogelijkheid om krantenberichten over een bepaald thema te verkrijgen. Het bestand van Nederlandse kranten is compleet. Daarnaast zijn enkele buitenlandse kranten toegevoegd. Uit praktische overweging heb ik voor de Nederlandse dagbladen gekozen. De krantenbank heeft een zoekfunctie op trefwoord(en). Ik heb gekozen voor het trefwoord ‘bootvluchtelingen’. Bootvluchtelingen is een algemeen gebruikte term voor mensen die als (‘economisch’ of ‘politiek’) vluchteling per boot naar Europa komen, zowel in berichtgeving, als in de politiek en samenleving. Wanneer er over het onderwerp wordt geschreven of gesproken, wordt de term vrijwel altijd in het meervoud gebruikt. Ook wanneer de term in een artikel in enkelvoud is gebruikt, wordt elders in het artikel over het meervoudige ‘bootvluchtelingen’ gesproken, wanneer het verhaal van die ene bootvluchteling in de context wordt geplaatst. ‘Bootvluchtelingen’ geeft veel meer resultaten binnen LexisNexis dan ‘bootvluchteling’. Een willekeurige steekproef wees uit dat de artikelen gevonden met het trefwoord ‘bootvluchteling’ vielen binnen de zoekresultaten op het trefwoord ‘bootvluchtelingen’. Voor een verdere afbakening van de artikelen heb ik gekozen om alleen in de landelijke dagbladen te zoeken. Het Parool schaar ik daarbij onder de landelijke dagbladen, evenals de drie gratis kranten. Eenzelfde artikel dat in meerdere kranten is verschenen, heb ik slechts één keer geteld en behandeld. Zo verschijnen veel artikel uit het NRC Handelsblad in verkorte versie in NRC Next en visa versa. Ik ben in die gevallen voor de volledigheid uitgegaan van het artikel met het grootste aantal woorden. Ik heb de selectie verder afgebakend door te kiezen voor langere artikelen. Het minimum aantal woorden heb ik gesteld op 340. Een klassiek langer nieuwsbericht telt 350 woorden, reportages, interviews, achtergrondartikelen, opiniestukken en commentaar zijn vaak langer dan het klassieke nieuwsbericht. Kortere nieuwsberichten, waaronder de zogenaamde kortjes, lenen zich minder goed voor een inhoudelijke analyse. Bovendien zouden in de kortere berichten de discoursthema’s Mensenrechten/ Menselijke Waardigheid en De Beproeving ondervertegenwoordigd zijn. Ik heb uit praktische overwegingen gekozen voor een tijdsspanne van vijf jaar. De analyse betreft de berichtgeving over bootvluchtelingen vanaf 1 januari 2005 tot en met december 2009. Uiteraard geeft een analyse over een langere periode meer inzicht in de ontwikkeling van de berichtgeving over tijd. Het aantal te analyseren artikelen zou dan echter sterk toenemen. De artikelen heb ik vervolgens gescreend op de mate waarin de bootvluchtelingen expliciet onderwerp zijn van het artikel. Artikelen waarin bootvluchtelingen alleen terloops worden genoemd, heb ik buiten de selectie gehouden. Tot slot heb ik alleen de artikelen over bootvluchtelingen geselecteerd, die over de route van Afrika naar Europa verhaalden en/of de tocht over de Middellandse Zee naar Zuid Europa betroffen. De afbakening op bovenstaande criteria geeft een totaal van 64 artikelen. De selectie van 64 krantenartikelen gebruik ik allereerst voor beantwoording van de vraag: Wat is de ontwikkeling van de berichtgeving over de tijd? Deze vraag beantwoord ik aan de hand van een kwantitatieve analyse. Vervolgens selecteer ik een corpus van twaalf artikelen voor de kwalitatieve analyse, waarmee ik antwoord wil geven op de vraag: Op welke wijze komen de discoursthema’s naar voren in de berichtgeving over bootvluchtelingen? In de volgende paragrafen volgen respectievelijk de kwantitatieve en kwalitatieve analyse.
9
2.2 Wat is de ontwikkeling van de berichtgeving over de tijd? De 64 geselecteerde artikelen geven een beeld van hoe de berichtgeving over bootvluchtelingen zich in de dagbladen ontwikkelt over tijd. De volgende subparagrafen geven een kwantitatieve analyse van deze ontwikkelingen. Allereerst wordt bespoken welk discoursthema dominant is in de verschillende landelijke Nederlandse kranten. Vervolgens is weergegeven in welke mate kranten de vertogen en genres inzetten gedurende het jaar en hoe de dominantie van de discoursen zich heeft ontwikkeld in de afgelopen vijf jaar. Tot slot wordt stilgestaan bij het verband tussen het genre en het discoursthema. Grafieken ondersteunen de korte bespreking. De achterliggende tabellen zijn terug te vinden als bijlagen.
2.2.1 De discoursthema’s in de kranten De Volkrant berichtte de afgelopen vijf jaar het meeste over het onderwerp bootvluchtelingen met achttien artikelen. Trouw publiceerde tien artikelen. Nederlands Dagblad (7), NRC Handelsblad (7), NRC Next (5) en Het Parool (5) volgen. Het Financieele Dagblad sluit de rij met één opinie stuk over bootvluchtelingen in de afgelopen vijf jaar. De gratis dagbladen Metro en De Pers hebben geen enkel langer artikel gepubliceerd over het onderwerp. Vooral Metro kenmerkt zich door een nieuwsweergave in korte artikelen. Grafiek 1 laat zien dat het discoursthema Fort Europa het meest voorkomt in de berichtgeving over bootvluchtelingen. De grensbewaking is twee keer vaker het belangrijkste onderwerp in de berichtgeving over bootvluchtelingen dan De Beproeving of Mensenrechten/ Menselijke waardigheid.
(Grafiek 1: berichten per krant weergegeven per discoursthema) Fort Europa is het dominante thema in de berichtgeving over bootvluchtelingen in het merendeel van de landelijke kranten. Zo is Fort Europa het onderwerp van 11 van de 18 berichten over bootvluchtelingen in de Volkskrant. Het Parool publiceerde vijf grotere artikelen over bootvluchtelingen, in vier artikelen was de grensbewaking het belangrijkste vertoog. Het Nederlands Dagblad behandelde de bootvluchtelingen de afgelopen vijf jaar in zeven artikelen, Fort Europa was
10
dominant in vier artikelen. Trouw vormt een uitzondering. In de berichtgeving in deze krant komen de drie discoursthema’s bijna evenredig voor. Mensenrechten/ Menselijke waardigheid is in vier berichten het belangrijkste thema, de overige twee thema’s elk in drie berichten.
2.2.2 De discoursthema’s over tijd Grafiek 2 toont dat de berichtgeving over bootvluchtelingen piekt in de zomer en het begin van de herfst, met de maand september als grootste uitschieter (13 artikelen van de 64). De verklaring hiervoor ligt in de periode waarin de meeste bootvluchtelingen zich aan de oversteek wagen. In de zomermaanden is de zee relatief rustig en zijn de temperaturen hoger. De overlevingskansen van de oversteek zijn in de zomermaanden groter. Overigens wordt in artikelen uit de winter van 2006/2007 en 2008/2009 aangegeven dat steeds meer bootvluchtelingen zich ook in de wintermaanden aan de oversteek wagen.
(Grafiek 2: discoursthema’s weergegeven per maand) Opvallend is dat de discoursen Mensenrechten/ Menselijke waardigheid en De Beproeving dominanter worden in de late zomer en herfstmaanden. Dit zou als volgt verklaard kunnen worden: Na de (korte) nieuwsberichtgeving in kranten over de toename van bootvluchtelingen, zoeken krantenredacties naar andere invalshoeken om op vernieuwende wijze te berichten over de voortgang van de trend. Er wordt geld, tijd en ruimte vrijgemaakt voor reportages en grotere achtergrondartikelen om zo dieper te gaan dan het nieuwsbericht en het nieuws over bootvluchtelingen te kunnen duiden. De reportage en het achtergrondverhaal lenen zich goed voor het discoursthema De Beproeving. Mensenrechten/ Menselijke waardigheid kan een belangrijk vertoog zijn in nieuwsberichten naar aanleiding van rapporten over schendingen. Dit discoursthema is echter vaker terug te vinden in achtergrondverhalen en opiniestukken. Ook deze genres volgen vaak na de nieuwsberichtgeving over een onderwerp. Bij het onderwerp van de bootvluchtelingen is dat dus later in de zomer.
11
(Grafiek 3: genres weergegeven per maand)
De bovenstaand grafiek (3) toont dat het genre achtergrond inderdaad meer voorkomt in de maanden september en oktober. Daarbij stonden de meeste reportages in november en december, maar ook juli in de kranten. De opiniestukken zijn over het jaar verdeeld. Grafiek 4 laat zien hoe de dominantie van de verschillende discoursen zich in de afgelopen vijf jaar heeft ontwikkeld. Het valt direct op dat er geen duidelijke lijn zit in de berichtgeving over bootvluchtelingen in de afgelopen vijf jaar. De hoeveelheid berichten over het onderwerp verschilt per jaar, zonder gestaag te groeien of te dalen. Dat geldt ook voor de afzonderlijke discoursthema’s. Enkele uitschieters trekken de aandacht en zullen kort besproken worden.
12
(Grafiek 4: discoursthema’s weergegeven per jaar) De terugval in aantal berichten over het onderwerp in 2008 valt op. Dit zou verklaard kunnen worden door een afname van het aantal bootvluchtelingen dat de oversteek waagt. In enkele berichten in 2008 en 2009 wordt gesuggereerd dat minder Afrikanen zich naar Europa begeven vanwege de crisis. Daarnaast zet Spanje in 2008 steviger in op het tegenhouden van bootvluchtelingen. Dat doet Spanje op zee, vlak voor de Afrikaanse kusten. Wellicht neemt de nieuwsberichtgeving af, omdat er minder bootvluchtelingen aanspoelen op de Spaanse stranden als gevolg van het nieuwe Spaanse beleid. Het handelen van Spanje zou ook heel goed de toename van berichtgeving in 2009 kunnen verklaren. Omdat het moeilijker is om Spanje te bereiken, verlegt een deel van de bootvluchtelingen zijn route naar de andere landen aan de Europese zuidgrens, zo valt te lezen in de berichtgeving. Vooral Malta en Lampedusa raken overspoeld en trekken aan de bel. De eilanden Malta en Lampedusa liggen relatief dichtbij het Afrikaanse continent. Lampedusa is het meest zuidelijk gelegen deel van Italië en ligt bijna twee keer dichter bij Tunesië dan bij Sicilië. In navolging van Spanje verstevigt regering-Berlusconi haar immigratiebeleid, wat weer reacties uit Europa oproept. Naast een toename in berichtgeving over bootvluchtelingen in 2009, zou dit ook de toename van berichten binnen het discoursthema Fort Europa verklaren. Het relatief kleine aantal berichten over bootvluchtelingen in 2005 is op basis van deze gegevens moeilijk te verklaren. Gegevens van berichtgeving over bootvluchtelingen in de jaren voor 2005 zouden kunnen aantonen of het om een uitzondering gaat of dat de berichtgeving in de loop van tijd (langzaam) toeneemt. Dit valt echter buiten het bereik van dit onderzoek. Opvallend is dat in 2005 geen enkel bericht wordt gekenmerkt door het vertoog De Beproeving, terwijl dit in 2006 samen met Fort Europa het meest dominante thema is.
13
2.2.3 De discoursthema’s in genres Het vertoog Fort Europa is vooral dominant in de (lange) nieuwsberichten en achtergrondartikelen, zo toont grafiek 5. Ook is het vertoog Fort Europa sterk aanwezig in een groot deel van de opiniestukken en commentaar. Dit betreft echter maar enkele artikelen. Het discoursthema De Beproeving, waarin de nadruk ligt op de reis die de bootvluchteling maakt, leent zich goed voor reportages en interviews. Dit is terug te vinden in de data. Ook een deel van de achtergrondartikelen heeft De Beproeving als belangrijkste discours. Dit betreft vooral achtergrondartikelen met veel reportage of interviewelementen. In opiniestukken en commentaar is er ruimte voor reflectie. Het is niet verwonderlijk dat in deze genres gesproken wordt in termen van de rechten en waardigheid van bootvluchtelingen. Daarnaast benaderen journalisten mensenrechtenorganisaties en NGO’s voor nieuwsgaring of ‘de andere kant’ van het verhaal. Ook halen de rapporten over de schending van de rechten en de mensonterende omstandigheden waarop bootvluchtelingen worden vastgehouden, het nieuws. Om deze redenen is het discoursthema Mensenrechten/ Menselijke waardigheid ook redelijk vaak dominant in nieuwsberichtgeving en achtergrondartikelen.
(Grafiek 5: discoursthema’s weergegeven per genre)
14
2.3 Op welke wijze komen de discoursthema’s naar voren in de berichtgeving over bootvluchtelingen? In deze paragraaf volgt een inhoudelijke analyse van het corpus van twaalf artikelen. Per discours zijn vier artikelen geselecteerd. Daarbij is rekening gehouden met de verdeling over de verschillende kranten, in genre en over tijd. Aan de hand van de beschrijvingen van de drie discoursthema’s in paragraaf 2.4 heb ik de twaalf artikelen ontleed. Daarbij lette ik op woordgebruik, perspectief, ruimte voor wederhoor, toon en reflectie van de journalist, de aangehaalde bronnen, setting van het artikel en andere zaken die het artikel kleuren. In de volgende subparagrafen worden achtereenvolgens vier artikelen binnen het discours Fort Europa, Mensenrechten/ Menselijke waardigheid en De Beproeving besproken. De krantenartikelen zijn terug te vinden als bijlagen.
2.3.1 Fort Europa De reportage Hier gaat nieuw Guantánamo open uit de Volkskrant van 27 januari 2009 opent met een verbond dat wordt gesloten om gezamenlijk te kunnen strijden tegen ‘de vijand’; de bootvluchtelingen en het Europees wanbeleid. “ (…) deze hartelijke zoen van twee politieke opponenten is het bewijs dat Lampedusa een gesloten front vormt in de 'grote strijd' tegen 'de verraders' in Rome. 'Mijn volk!', schreeuwt de forsgebouwde burgemeester (…).” De bewoners van het eiland Lampedusa worden aangesproken op hun gedeelde identiteit. De burgemeester appelleert aan het slachtofferschap van de bewoners en het onrecht dat hen wordt aangedaan. De gedeelde vijand wordt benoemd: “Mijn volk, dat door de Italiaanse staat in de steek is gelaten. Wij leven zo langzamerhand in een dictatuur. De regering-Berlusconi heeft plannen gemaakt om de immigratie tegen te gaan. Maar die gaan allemaal ten koste van ons! Wij willen geen openluchtgevangenis worden.” Naast dat de Italië-correspondent Eric Arends het proces van identiteitsvorming beschrijft, benoemt hij deze ook: “De scène sterkt velen in hun overtuiging dat zij vol in hun recht staan. Op het Zuid-Italiaanse eilandje voelen vriend en vijand zich 'gepakt' en 'in de maling genomen'.” De journalist laat een bron aan het woord die het gevoel van bedreiging goed weet te verwoorden: “Laten Berlusconi en Maroni zelf die immigranten maar in huis nemen, zij hebben meer ruimte dan wij hier (…) Wij zijn dan misschien de toegangspoort tot Europa, maar betekent dit dat wij de problemen van de wereld moeten oplossen?” De roep om lastenverdeling van de “toevloed” van immigranten klinkt hier. Wanneer de journalist geen bronnen aan het woord laat, maar de ontwikkelingen in eigen woorden neerzet, gebruikt hij jargon: “Voorheen werden zij na 48 uur overgevlogen naar centra voor identificatie en uitzetting in Italië. Maar daar leidt door de aanhoudende toevloed steeds vaker tot conflicten en confrontaties.” en verderop: “een terugkeerregeling”. Het zijn beleidstermen en passen in het discours van Fort Europa. Ook kenmerkend voor het discoursthema Fort Europa is dat de omvang van het ‘probleem’ en de geografische ligging wordt benadrukt: “Een kleinschalig project lijkt het niet te worden. Van de 67 duizend migranten die vorig jaar richting Europa kwamen, arriveerden er bijna 37 duizend op Lampedusa, dat dichter bij de kust van Tunesië ligt dan bij Sicilië.” en “Ook al gaan de Tunesiërs terug, dan komen er wel weer anderen”. Tot slot staat de journalist stil bij de negatieve gevolgen van “de invasie van migranten”: “Angst regeert. Vooral voor de economische gevolgen. (…) het aantal vakantiegangers is (…) met 35 procent afgenomen. 'En met dat nieuwe immigratiecentrum zullen de toeristen helemaal wegblijven', klinkt alom de vrees.” Het achtergrondartikel Legaal Zeeroute Zwartepieten met immigranten, dat op 15 september 2008 verscheen in het Nederlands Dagblad, opent met grensbewaking. “Spanje houdt dit jaar met succes de grenzen op slot.” In het vervolg van de lead haalt correspondent Eelco van der Linden (ANP en GPD) de strijdtaal van de politieke actoren aan: “Immigranten wijken uit naar Italië, waar Silvio Berlusconi 'de illegaal' de oorlog heeft verklaard en Gadhafi wordt gepaaid om diens grenzen af te schermen tegen paupers en politieke vluchtelingen. Griekenland dat nu al geen vuist kan maken, houdt zijn hart vast.” De laatste zin van de lead is beschouwend. De journalist geeft een klein beetje inzicht in zijn positie: “Overzicht van een macaber zwartepietenspel aan de zuidgrenzen van Europa.” Iets verderop wordt zijn positie nog duidelijker: “Een tocht langs de zuidelijke grenzen van de Europese Unie stemt niet vrolijk.”
15
Maar ook hier wordt in woordgebruik de omvang van de beweging benadrukt: “De Grieken voelen zich overlopen door illegale immigranten en de autoriteiten kiezen voor hard en willekeurig optreden.” En verderop: “De zeeroute (…) blijft groeien: de eerste zeven maanden van dit jaar werden 7300 personen onderschept, een verdubbeling vergeleken met dezelfde periode in het (record)jaar 2007.” Die omvang benadrukken is kenmerkend voor het discours. In dit artikel is tevens ruimte voor de oproep voor een gezamenlijke strijd tegen de vijand: “De Griekse premier Costas Karamanlis eist een Europees pact tegen illegale immigratie en de vorming van een Europees patrouillesysteem.” En ook hier gebruikt de journalist (beleids)termen die passen binnen het discours van Fort Europa: “Er bestaat sinds drie jaar een samenwerkingsverband voor bescherming van de buitengrenzen (…)” en “Het succes is mede te danken aan de akkoorden die Spanje afsloot met Senegal, Mauritanië en Marokko over repatriëring.” De grensbewaking vormt een belangrijk deel van het middenstuk van de artikel, waar de journalist het beleid van Spanje en Italië beschrijft. “Spanje heeft nu ook gekozen voor repressie. Met een vloot van elf schepen, vier vliegtuigen en twee helikopters is het gelukt de stroom bootvluchtelingen naar de eigen kust in te dammen. De twee enclaves aan de Marokkaanse kust, Ceuta en Melilla, zijn letterlijk potdicht gemaakt en ook de oversteek bij Gibraltar is vrijwel onmogelijk geworden.” Verderop in het artikel vervolgt de journalist: “Berlusconi die de verkiezingen won met de belofte de veiligheid te verhogen en illegalen aan te pakken, heeft zich op zijn manier gestort op het probleem van de bootvluchtelingen. Hij deed dat door voor het hele land de noodtoestand af te kondigen, waardoor illegalen anderhalf jaar kunnen worden opgesloten en gemakkelijker uitgezet. Een nieuwe wet (…), waardoor illegale immigratie een overtreding wordt, zal de harde lijn ondersteunen. Ook Italië kiest voor repressie(…).” De bootvluchteling wordt door het beleid neergezet als gevaar voor de nationale veiligheid. Het artikel eindigt met het tegengeluid van mensenrechtenorganisaties: “Europa wordt verweten zich te verdedigen tegen immigranten in plaats van hen een kans op asiel te geven.” en “Er zijn bijna geen legale manieren om in Europa asiel aan te vragen.” Op 9 juli 2007 verscheen in de Volkskrant het artikel Malta is eindstation zonder toekomst. De reportage, waarbij de naam van de journalist niet is vermeld, begint op een patrouilleboot. “De patrouilleboot doet normaal mee aan Nautilus-II, een operatie (…) om een dam op te werpen tegen de stroom illegale migranten(…).” De journalist staat in deze enkele zin stil bij de grensbewaking en benadrukt de omvang van de migratie. In de volgende alinea’s is er vooral ruimte voor de frustraties over de beperkte lastenverdeling: “'We zijn het kleinste landje van de EU, maar we dragen de zwaarste last', zegt Borg. 'De mensen hier hebben het gevoel dat Malta de eenzame wachter is aan de poorten van Europa.'” En verderop: “Volgens hem zouden de EU-landen moeten afspreken dat alle illegale migranten die buiten de Maltese reddingszone worden opgepikt, eerlijk over alle EU-landen worden verdeeld.” Wederom neemt de journalist het discours van Fort Europa over in de eigen woorden: “opgezadeld raken met bootvluchtelingen”; “een aanzuigend effect hebben op migranten”; “illegale immigranten buiten de deur houden”; “om bootvluchtelingen te ontmoedigen” en “een enorme stroom te verwerken gekregen”. De journalist staat stil bij de omvang “Hij wijst erop dat zijn land sinds 2002 al ruim zevenduizend migranten heeft opgenomen, op een totale bevolking van 400 duizend zielen” en bij de geografie door Malta te omschrijven als “een tussenstation, op weg naar het Europese vasteland”. De journalist laat bronnen aan het woord die hun angst voor De Ander uiten “Als dit zo doorgaat, staat ons volk voor een nationale ramp”. Dat de bootvluchtelingen niet het soort mensen zijn die men in Europa wil hebben, klinkt uit de monden van de bronnen die de journalist aanhaalt. En ook ligt de nadruk op de terugkeer van de bootvluchtelingen: “'Ze moeten ze allemaal het land uitzetten. Waarheen kan me niet schelen, maar hier kunnen ze niet blijven', zegt een Maltees. 'We moeten niemand meer toelaten, het moet afgelopen zijn', valt een ander hem bij.” Dit keer wordt het tegengeluid gegeven door een bootvluchteling: “Maar zelfs na drie jaar voelt Adam Ismail (37) zich nog een ongewenste vreemdeling.(…) Je weet dat je alles verliest als je van huis vlucht, maar pas nu besef je dat er geen toekomst is.’” Het is Booker’s held die vast zit een bevreemdende wereld. Daarmee verschuift het discoursthema op het einde van het artikel van Fort Europa naar De Beproeving. Het achtergrondartikel De boot is aan in Spaans ‘paradijs’ uit de Telegraaf van 21 september 2006 begint met het perspectief van de toerist, wiens vakantieplaatje “radicaal is veranderd door de massale trek van bootvluchtelingen”. Na de lead wordt het contrast sterk aangezet: “Bijna dagelijks spoelen sloepen met uitgehongerde Afrikanen op het goudgele zand aan (…).”
16
Vervolgens benadrukt bureauredacteur Ronald Veerman de hoeveelheid bootvluchtelingen en maakt daarmee in woordkeuze duidelijk dat de bedreiging vooral schuilt in de aantallen: “Maar liefst 25.000 gelukszoekers hebben dit jaar al de overtocht vanuit Senegal en andere delen van West-Afrika gemaakt, met een 'topdag' van 800 man. Een explosieve toename vergeleken met een jaar eerder, toen in heel 2005 'slechts' 4700 Afrikanen de Canarische stranden bereikten. De opvangcentra puilen uit en de Spanjaarden schreeuwen om hulp.” In het middenstuk van het artikel wordt de schuldvraag opgeroepen: “Dat Spanje daarbij een grote aantrekkingskracht heeft, heeft het land overigens vooral aan zichzelf te wijten, nadat Zapatero (…) met een groot generaal pardon kwam voor vreemdelingen. Maar liefst 700.000 illegalen (!) hapten toe”. De journalist staat stil bij de grenzen binnen Europa. Het beleid van Spanje vormt volgens de journalist een gevaar voor Nederland: “Met de open EU-grenzen werd daarmee immers ook de toegang tot Nederland en andere landen verschaft. Al vreesden de meesten vooral de aanzuigende werking die de maatregel zou hebben. Waar in de vorige artikelen de lastenverdeling werd benaderd vanuit het perspectief van de landen aan de zuidgrenzen van Europa, doet de journalist hier het omgekeerde: “Reden ook dat de andere lidstaten niet staan te trappelen om de Spanjaarden - die momenteel de best draaiende economie van Europa hebben - maar even met geld en materieel uit de brand te helpen.” De Europese grenzen geeft de journalist weer als zwakke plekken, waarachter een bedreiging schuil gaat: “Duitsland voelt er weinig voor veel energie in de bewaking van de Spaanse wateren te steken. Er is immers ook nog de duizenden kilometers lange oostgrens van de EU waar - veel minder zichtbaar - mensensmokkelaars eveneens op grote schaal hun slag slaan.” En verderop: “Frontex, (…) dat de samenwerking aan de buitengrenzen moet vergroten, is tot nu toe niet in staat een vuist te maken en het probleem in te dammen.” Aan het einde van het artikel wordt het idee bevestigd dat Fort Europa omringd is door een wereld van chaos. “Al blijven de pogingen tot meer EU-coördinatie en bewaking van de buitengrenzen natuurlijk lapmiddelen, zolang in Afrika en Azië de reisdrang naar het rijke Europa alleen maar aanzwelt en mensensmokkellaars er ongestoord hun gang kunnen gaan.” Buiten Europa ligt de arme Andere Wereld, waar structuur ontbreekt. De berichtgeving binnen het discours Fort Europa kenmerkt zich door de benadrukking van de omvang van de problematiek. De enorme stroom, of de aanhoudende toevloed van migranten, die de opvangcentra doen uitpuilen en de Zuid-Europese landen overlopen, wordt in deze berichtgeving op zijn zachtst neergezet als probleem. Vaak gaat de journalist verder dan dat. Door de keuze van woorden, bronnen en perspectief maakt de journalist duidelijk dat de bootvluchtelingen een bedreiging vormen voor Europa. Bronnen die hun angst voor de stroom aan migranten uitspreken krijgen veel ruimte. Overigens is vooral de perspectiefkeuze en uitwerking daarvan in de als eerste besproken rapportage interessant. De journalist Eric Arends beschrijft de problematiek vanuit het perspectief van de bewoners van het kleine eilandje Lampedusa. Daarmee verlegt hij de bedreiging van de bootvluchtelingen naar het Europese vasteland. Hoewel de journalist geen wederhoor geeft in het artikel, vormt het artikel op zichzelf wel een tegengeluid op de overige berichtgeving binnen het discoursthema Fort Europa. In twee van de vier geanalyseerde artikelen proberen de journalisten hun objectiviteit te bewaren door wederhoor toe te passen in de vorm van een tegengeluid. Dat is gedaan door mensenrechtenorganisaties aan het woord te laten, een bootvluchteling te laten reageren of door in eigen woorden het beleid in perspectief te plaatsen. Opvallend is dat dit pas aan het einde van de artikelen gebeurt. De eigen duiding gebeurt slechts in twee korte zinnen, welke nauwelijks tegenwicht geven aan de rest van het artikel. Op die manier draagt de structuur van de artikelen bij aan het dominante perspectief Fort Europa. Het is niet verwonderlijk dat een groot deel van de berichtgeving in de Nederlandse dagbladen over bootvluchtelingen geschreven is binnen het discours Fort Europa. Als Europeaan wil de lezer weten wat er aan de grenzen speelt, de keuze van de redactie of journalist voor een perspectief binnen het vertoog Fort Europa is daarmee te verantwoorden. In de artikelen lijken de journalisten een feitelijke weergave te geven van het beleid en de gevolgen daarvan. Die feitelijke weergave wordt echter in verschillende mate gekleurd door de woordkeuze. In het artikel in De Telegraaf ligt dit er dik bovenop. Zinnen als “Maar liefst 700.000 illegalen (!) hapten toe” zijn moeilijk als objectief en neutraal te beschouwen. Maar ook in de overige artikelen klinkt het vertoog Fort Europa door in de woordkeuze. Zowel in de woorden van de bronnen die worden aangehaald, als in de woorden van de journalist. Het betreft dan voornamelijk de
17
beleidstermen. De journalisten hebben het jargon van de beleidsmakers en -uitvoerders, die de taak hebben om de Europese grenzen te beschermen, overgenomen. Tot slot sluimert in de geanalyseerde artikelen het idee dat bedreiging komt van De Andere Wereld. De superioriteit van de eigen identiteit en het eigen beleid, hoewel onder grote druk, staat tegenover een wereld van chaos en armoede waar vanuit een dreiging schuilgaat. Die dreiging wordt versterkt door de relatief korte afstand, en de onvoorspelbaarheid en omvang van de beweging.
2.3.2 Mensenrechten/ Menselijke waardigheid In de eerste alinea van de reportage Dode migranten bestaan niet; Begraven met de voeten naar Mekka gericht (op 19 november 2009 verschenen in NRC Handelsblad) geeft correspondent Bram Vermeulen een gezicht aan de anonieme omgekomen bootvluchtelingen door enkele van hen te benoemen. “Tien Afghanen overleefden. De anderen, onder wie een echtpaar en hun drie kinderen, eindigden in de graven voor de onbekende vluchteling op het kerkhof van Mytilini.” Met de afsluitende zin van de eerste alinea “Ver van de bloemrijke grafzerken van de Grieken, in de uithoek, bij het vuil” benadrukt de journalist hoe verschillend er wordt omgegaan met de eigen bevolking en de onbekende migranten. De journalist geeft hiermee bondig aan hoe de menselijke waardigheid van bootvluchtelingen in het gedrang komt. In de volgende alinea’s staat de journalist stil bij de anonimiteit waarin veel (omgekomen) bootvluchtelingen blijven. “De meeste graven in dat hoekje dragen geen namen. Alleen nummers. Afghaan 1, Afghaan 5, Afghaan 11. Zo staat met viltstift geschreven op de bordjes die op hun graven liggen (…). Geen naam en geen geboortedatum (…).” Die anonimiteit lijkt de bootvluchtelingen hun identiteit en daarmee hun waardigheid te ontnemen. De journalist benadrukt dit meerdere keren: “Niemand die hen wil kennen”; “De migranten die de tocht naar Europa niet overleven bestaan niet. Geen regering binnen de Europese Unie doet moeite om hun namen te achterhalen” en “In al die jaren heeft hij niet kunnen achterhalen wat er met de botten van zijn landgenoten gebeurt na het ruimen van de graven. Vernietigd, vreest hij. Alsof ze nooit bestonden.” Door de omgang met de overleden bootvluchtelingen te beschrijven, geeft de journalist aan waar de menselijke waardigheid in het gedrang komt. “Eén gegeven probeert hij meestal te verzwijgen voor de achterblijvende familie. Dat ze hier tegen de regels van het geloof begraven worden, zonder ritueel, zonder gebed, en met de voeten in plaats van het hoofd naar Mekka.” Het betreft zowel de waardigheid van de doden, als die van de achtergebleven familieleden: “de westerse ambassades in Afghanistan geven geen visa aan de nabestaanden om hun verwanten de laatste eer te bewijzen.” Waar in het vorige artikel de focus lag op de menselijke waardigheid, ligt in het achtergrondartikel De Europese grens ligt nu in de zee bij Afrika, dat op 11 augustus 2009 in NRC Next verscheen, de nadruk op mensenrechten. De Afrika-redacteur Mark Schenkel lijkt het (aangescherpte) beleid aan te klagen: “Doordat een omstreden opvatting over wat 'grenzen' zijn, steeds meer in de praktijk wordt gebracht.” De journalist geeft veel ruimte aan critici van het aangescherpte beleid. In hun bewoording klinkt het mensenrechtendiscours sterk door: “De verschuiving van 'Fort Europa' naar Afrika leidt tot de schending van fundamentele rechten van migranten", zegt Maarten den Heijer, asielrechtdeskundige van de Universiteit Leiden. Hij verwoordt de kritiek en de zorg die meer juristen en mensenrechtenactivisten hebben. ,,Europa schuift zijn eigen verantwoordelijkheden af op onderontwikkelde landen met beroerde mensenrechtensituaties.”” Ook in dit artikel wordt de anonimiteit van bootvluchteling benoemd en deels verklaard: “Onderschepte migranten worden sindsdien, buiten het zicht van de Europese media, meteen terug aan land gezet.” De journalist maakt een duidelijk onderscheid tussen economische en politieke migranten, waarbij de rechten van de politiek vluchtelingen worden benadrukt. “Het zijn vooral de rechten van asielzoekers die in het gedrang komen. Tussen de economische migranten op de bootjes, de zogeheten 'gelukszoekers', zitten vaak mensen die op de vlucht zijn voor geweld in hun land, zoals Somaliërs, Eritreeërs en Afghanen.” In het artikel weerklinkt het recht van mensen om asiel te kunnen aanvragen. “Zij hebben, bij aankomst op Europees grondgebied, het recht om asiel aan te vragen en om een antwoord af te wachten en tegen eventuele afwijzing in beroep te gaan.” Ook in de eigen woorden van de journalist klinkt het verwijt dat Europese landen dit recht te ontnemen: “Spanje en Italië redeneren dat deze rechten niet van toepassing zijn, omdat de migranten Europa helemaal niet bereiken. De landen gaan
18
inventief te werk om het contact tussen de migranten en hun eigen rechtsordes te vermijden.”; en in de woorden van een bron: “Het is zonneklaar dat wij vluchtelingen verhinderen asiel aan te vragen.” In het artikel worden de rechten van asielzoekers beschreven als een Europese verplichting: “Asielrechtdeskundige Den Heijer waarschuwt dat de juridische haarkloverij niet mag verbloemen waar het uiteindelijk om gaat: dat Europa verantwoordelijk is.” De verantwoordelijkheid van Europa wordt enkele keren herhaalt. In het taalgebruik van de verschillende bronnen die de journalist aan het woord laat, is er duidelijk sprake van het mensenrechtendiscours: “vluchtelingen die worden teruggestuurd dreigen gearresteerd te worden in landen waar de mensenrechtensituatie bedenkelijk is”; “willekeurige arrestaties en collectieve uitzettingen”; en “schending van fundamentele rechten van migranten”. Tot slot worden de bootvluchtelingen in het artikel omschreven als slachtoffers, die “behoefte” hebben aan “internationale bescherming”. In het Reformatorisch Dagblad verscheen op 9 december 2006 het artikel EU moet met Afrika praten; Europa zelf de oorzaak van bootvluchtelingenprobleem in de opiniesectie. De auteur Margot Klute, Senegalspecialist bij ontwikkelingssamenwerkingsorganisatie ICCO, geeft allereerst de motieven van bootvluchtelingen om te vertrekken. De schuldvraag wordt opgeroepen en neergelegd bij Europa: “Doordat Europese vissers de wateren voor de kust van West-Afrika leegvissen, is er geen perspectief meer voor de oorspronkelijke bewoners en vluchten die massaal naar Europa.” De auteur benadrukt dat vissers gedwongen worden te “kiezen voor de hachelijke oversteek” en ook zullen “landbouwers genoodzaakt zijn hun geluk elders te beproeven”. De auteur doet een beroep op de verantwoordelijkheid van Europa en haalt de “humanitaire” principes aan. De auteur gebruikt veel termen die duiden op het slachtofferschap van de bootvluchtelingen, zoals “mensonwaardige toestanden”, “huis en haard verkocht” en “schamele bezittingen”. De gedeelde humaniteit met de bootvluchtelingen (als De Ander) benadrukt de auteur door de beproevingen van de bootvluchtelingen in de tweede persoonsvorm op te schrijven: “En dan heb je nog geen voet in het bootje gezet en nog niet op zee honger geleden. Dan heb je nog niet medereizigers overboord moeten gooien omdat de boot water maakt. Na een barre tocht val je direct in de armen van de Spaanse guardia civil.” De lezer deelt zo voor even het lot van de bootvluchteling. Het artikel eindigt met het beklagen van de anonimiteit van de bootvluchtelingen en het uitblijven van handelen: “Europese onderhandelaars én burgers moeten de gevolgen van hun handelen onder ogen zien en niet langer bij zo'n zichtbare, maar vooral onnodige tragedie de andere kant op kijken.” Ook het opiniestuk Open de grens voor arme gelukzoekers; Als wij mogen emigreren waarom zij dan niet? in NRC Next op 2 augustus 2006 heeft een focus op mensenrechten. Zo stelt de auteur Marco Visscher, adjunct-hoofdredacteur van opinietijdschrift Ode, na een inleidende alinea: “Met die strenge wetten ontnemen we zo'n 5 miljard mensen een basisrecht dat wij in het rijke, liberale Westen zo belangrijk vinden: zelfontplooiing.”; en verderop in het stuk noemt de auteur het recht op bewegingsvrijheid. De auteur stelt dat het Westen wat betreft die rechten met twee maten meet: “Wij gunnen onszelf voortdurend mogelijkheden om de wereld te verkennen en onszelf te vestigen op plaatsen waar we verder kunnen stijgen op de carrièreladder. Maar het minder fortuinlijke deel van de wereldbevolking mag het lekker uitzoeken in hun straatarme, corrupte thuisland.” Het discours van menselijke waardigheid klinkt wanneer de auteur schrijft over de onverschilligheid over het leed van de bootvluchtelingen: “Als ze, onderweg naar Fort Europa, overboord slaan in hun lekke bootjes, halen we onze schouders op. Als ze stikken in de overvolle laadbak van een vrachtwagen, kijken we de andere kant op.” Ook in dit artikel duiden veel termen op het mensenrechtendiscours, zoals “onrecht in ons migratiebeleid”, “dit beleid is onhoudbaar”, “inhumane situaties” en “tegen ethische grenzen aan”. Wederom benadrukt de auteur de gedeelde humaniteit met de bootvluchtelingen door een brug te slaan naar de Nederlanders die aan het begin van de vorige eeuw de overtocht maakten naar het Beloofde Land om daar een nieuw leven op te bouwen. “Het wordt tijd dat we de moderne vluchtelingen verwelkomen als moedige en verlate lotgenoten in dezelfde strijd als die waarin onze overgrootouders zich bevonden.” Het mensenrechtendiscours laat zich sterk herkennen door het woordgebruik. Journalisten geven het woord vaak aan medewerkers van mensenrechtenorganisaties of wetenschappelijk deskundigen, die veel algemene termen aanhalen. Maar uitdrukkingen als schending van fundamentele rechten, basisrechten, onhoudbaar beleid, beroerde mensenrechten situaties zijn wat saai en formeel. De woorden zijn te veelomvattend en abstract, waardoor het artikel inboet aan levendigheid.
19
In het betoog van de door de journalist aangehaalde bronnen of auteurs van opiniestukken ligt de aanklacht tegen het beleid er dik bovenop. De lezer heeft het gevoel dat hem en/of zijn overheid de les wordt gelezen. Dit leest lang niet altijd even plezierig. Ook de artikelen waarin de bootvluchtelingen enigszins homogeen en vlak worden neergezet als slachtoffer zijn nauwelijks spannend of vernieuwend genoeg om de lezer geboeid te houden. Interessanter zijn de artikelen waarin de mensenrechten en menselijke waardigheid van de bootvluchtelingen niet (continu) expliciet benoemd worden, maar waar deze overkoepelende termen worden ingekleurd door een verhaal of sprekend voorbeeld. De reportage van correspondent Bram Vermeulen vraagt veel meer van de lezer dan de gelezen les in het achtergrondartikel van Mark Schenkel. De journalist roept in de reportage beelden op die het verschil in de omvang tussen eigen bevolking en vreemdelingen tonen. Die beelden confronteren de lezer. Daarbij daagt de journalist de lezer uit zich te identificeren met de hoofdpersoon van de reportage. Aan hem wordt bewust handelen (agency) toegeschreven, het verhaal over de waardigheid van bootvluchtelingen krijgt zo verdiepende lagen. Overigens is de term menselijke waardigheid zo abstract dat de journalist bij dit thema min of meer gedwongen wordt de woorden uit te leggen door voorbeelden. Mensenrechten is een meer ingebakken term, de lezer heeft er een beeld van, waardoor het enkel benoemen wellicht al volstaat. Dat heeft wel gevolgen voor de variatie van artikelen binnen het mensenrechtendiscours. Artikelen over de schending van de rechten van bootvluchtelingen komen vaak op hetzelfde neer. De journalist of redactie zal er daarom al snel voor kiezen het perspectief te verleggen naar een ander discours. Journalisten kunnen binnen het vertoog Mensenrechten/ Menselijke waardigheid meer verdieping zoeken door de algemene, abstracte termen los te laten en te zoeken naar de verhalen die de schendingen of successen weergeven. De reportage Dode migranten bestaan niet is hier naar mijn mening een mooi voorbeeld van.
2.3.3 De Beproeving Het interview in Trouw Ik was echt een speeltje voor ze van 29 oktober 2009 begint direct in de vreemde wereld. In dit artikel is De Andere Wereld het Haagse Bos waar de 16-jarige bootvluchteling ‘Abdel’ (de naam is gefingeerd) gedwongen wordt om voor geld seks met mannen te hebben. De vreemde wereld waarin Abdel is beland wordt in de eerste alinea beschreven: “Abdel heeft geen idee waar hij is en hoe de stad eruit ziet.” In de tweede alinea wordt duidelijk dat Abdel nauwelijks echt onderdeel is van die nieuwe wereld, hij staat aan de zijlijn: “Tot nu toe leeft hij in de anonimiteit. Eerst als seksknaap voor volwassen mannen die hun genot in het geniep zoeken. Daarna als escortboy voor rijkere oudere heren verspreid over heel Nederland, en nu als illegaal, schuilend voor de autoriteiten.” De alinea eindigt met de zin “Want het leven heeft mij niet gebracht waar ik op hoopte”, waaruit de teleurstelling van de bootvluchteling in de nieuwe wereld blijkt. Ook verderop in het artikel benadrukt de algemeen verslaggever Perdiep Ramesar het anders-zijn van de held: “Dat hij toen nog minderjarig was, dreef de prijs juist op (…) Een jongen waar ze alles mee konden doen. Ik was echt een speeltje voor ze.” De schaduwen doemen steeds meer op, de held wordt meer en meer bedreigd: “Ze zeiden tegen mij dat als ik weg zou gaan, ze mijn arme oude vader in Marokko zouden vertellen wat voor werk ik hier doe. Dat wilde ik niet, mijn pa zou sterven van verdriet en schaamte.” De bootvluchteling blikt terug op zijn vertrek. Duidelijk wordt dat de aandrang om te vertrekken overheerst, hoezeer hij ook bij het vertrek wordt tegengehouden. ”Mijn vader wilde niet dat ik wegging, maar ik was vasthoudend. Hij kon mij niet tegenhouden.” Vervolgens worden de beproevingen van de reis beschreven, “amper bewegingsruimte” en “de container ging op slot”. De journalist stipt aan hoe de held Abdel zich redt door slimheid “De Marokkaan spreekt vloeiend Frans, redt zich in het Engels en leert Nederlands”. De beproevingen van de reis wordt afgewisseld met een lichtpuntje waarin Abdel hulp ontvangt van iemand uit De Andere Wereld. “Maar uiteindelijk was het een klant die Abdel hielp vluchten voor zijn mensenhandelaar. (…) Hij had het met me te doen en bedacht een plan.” Ondanks de hulp eindigt het artikel met de beschrijving hoe de held gevangen blijft in de nieuwe wereld: “Maar zijn situatie bleek uitzichtloos. De IND was onwrikbaar en Abdel zag geen andere uitweg dan te vluchten. Hij vertrok naar België en heeft af en toe contact met enkele hulpverleners die hem niet kunnen helpen. Abdel pendelt tussen Antwerpen en Den Haag. Hij heeft onderdak bij vrienden. Maar ook zij zien geen uitweg meer voor Abdel. Niemand kan hem nog helpen.” Het artikel volgt de onderdelen van het vertoog De Beproeving zeer nauw. Ook wat de gevolgen zouden zijn van een vroegtijdige (en dus niet-geslaagde) terugkeer worden aangestipt, hoewel het
20
deze held niet overkomt: “Ik ken jongens die terugkwamen naar Marokko. Ze werden uitgelachen, omdat ze niet slim genoeg waren om het vasteland te halen. (…) Die kwamen berooid terug en moesten straatarm opnieuw beginnen.” Daarnaast klinkt het discoursthema De Beproeving in de woordkeuze van de journalist. Zo duidt de schrijver: “Hij wilde zijn geluk beproeven op het Europese vasteland.”, maar ook woorden als “stroomversnelling” en “de reis naar het noorden” kenmerken het discours. Hoewel in het achtergrondartikel Ongewenste nieuwkomers uit de Volkskrant van 6 september 2007 niet één bootvluchtelingen –of held- wordt gevolgd maar meerdere, komen hier duidelijk de elementen van het discoursthema van De Beproeving naar voren. De lezer valt direct midden in de reeks beproevingen: “Na de verraderlijke golven van de Middellandse Zee wacht de Afrikanen die de oversteek naar Malta hebben gewaagd een nieuwe vijand: dodelijke verveling in een Maltees kampement, onder de brandende zon.” De eerste alinea eindigt met een korte terugblik op het eerste deel van de reis “Een man uit Soedan vertelt hoe zijn zwangere vrouw voor zijn ogen verdronk nadat hun bootje op volle zee was omgeslagen. Ook de meeste andere passagiers kwamen om.” “Stuk voor stuk hebben ze hun leven gewaagd om de kusten van het paradijs, de Europese Unie, te bereiken”, daarmee geeft de journalist Bert Lanting het thema kernachtig weer. De aankomst in de Andere Wereld heeft direct gevolgen: “verdriet is hier een goedkoop artikel geworden”. Het artikel gaat verder met wat Driessen beschreef als de laatste fase van de rite de passage, die wordt aangekondigd met de felbegeerde vergunningen: “Wie de felbegeerde status van erkend vluchteling heeft weten te bereiken, mag officieel werken op het eiland. (…) maar vooral 's zomers is de spoeling dun.” Maar zelfs in deze laatste fase ontsnapt de bootvluchtelingen niet aan de vervreemding en het anders-zijn: “Ze beschouwen ons als concurrenten die de markt komen verpesten en hun baantjes inpikken, zegt een man die voor het oorlogsgeweld in Darfur is gevlucht. We zijn hier niet welkom.” Ook dit artikel eindigt met de slechte afloop van het vertoog De Beproeving, waarbij de held gevangen blijft in de andere wereld: “Dus zitten ze met elkaar opgescheept: Malta met de migranten uit Afrika en de migranten met Malta, een land dat ze nooit als eindbestemming hebben gekozen.” Het artikel Wachten op de kano naar Europa dat op 20 juli 2006 verscheen in Trouw begint in Driessens eerste fase van de rite de passage. De reportage is gesitueerd op de plek waar bootvluchtelingen wachten op de mogelijkheid om de Middellandse Zee op een klein bootje over te steken. Hier speelt een deel van Driessens voorbereidingsfase zich af. “Nouadibhou, een vissersstad in het uiterste noorden van Mauritanië, is het vertrekpunt voor honderden illegale Afrikaanse migranten. Ze huren er een kamer en wachten tot er een kano vertrekt richting Europa. Yahia Doubia uit Mali sprokkelde al zijn spaarcenten bijeen en reisde vanuit Tripoli in Libië, waar hij werkte als kleermaker, naar Nouadibhou.” Zelfs al in deze fase wordt de held geconfronteerd met teleurstelling: “tussen Nouadibhou en Las Palmas ligt achthonderd kilometer oceaan, te overbruggen per gammele kano. Dat was hem nooit verteld.” De schrijver benadrukt het onbegaanbare terrein waarin een deel van De Beproeving plaatsvindt: “Behalve zand, zee en een harde wind is er niks. De wijde omgeving is één dorre vlakte.” Ook in dit artikel worden de beproevingen afgewisseld door hulp: “Potentiële bootvluchtelingen hoeven maar een taxibusje te nemen en bij aankomst worden ze onmiddellijk opgenomen door hun eigen gemeenschap. (…) Een slaapplek kost vijf euro per maand en is zo geregeld.” In dit artikel gebruikt freelance Marokko-correspondent Julie van Traa evenzeer verschillende woorden en uitdrukkingen die passen binnen het discoursthema De Beproeving. De “Vier 'gevechten', zoals hij de oversteken noemt, heeft hij tot nu toe op zijn naam staan” is daar een voorbeeld van. Maar ook de “opoffering” in de vorm van de mensen die dood aanspoelen; de rugzakken van vertrokken bootvluchtelingen als “trofeeën”; en de held is “moe van alle avonturen”. De reportage eindigt wederom met de held die (voorlopig) niet aan de vreemde wereld kan ontsnappen: “’Maar ik heb geen geld en ik kan moeilijk thuiskomen zonder geld’, zegt hij. Hij slijt zijn dagen in Nouadibhou.” Op 20 april 2006 verscheen het interview Samba trekt naar het hiernamaals; Duizenden Afrikaanse migranten beginnen nu in Mauritanië de gevaarlijke toch naar Europa in NRC Handelsblad. De Belgische journalist en filosoof Wilfried Bossier begint met een terugblik op het meest gevaarlijke onderdeel van de reis: “Kali Djallo heeft zich twee dagen lang aan een rots vastgeklampt, vechtend voor zijn leven.” Vervolgens beschrijft de journalist wat aan het nijpende moment voorafging. “Drie dagen nadat hij met 41 andere Afrikaanse migranten van het strand van de Mauretaanse hoofdstad Nouakchott was
21
vertrokken met bestemming Spanje, sloeg zijn houten vissersloep in stormweer voor de Marokkaanse kust op de klippen. Kali, een Guinees van dertig, had geluk. Eenentwintig medepassagiers verdronken.” De beschrijving van de overtocht doet denken aan een etappe uit de reis van Odysseus. De onweerlegbare drang om te vertrekken wordt op directe wijze aangehaald in het artikel: “Als ze het idee om te vertrekken in hun hoofd krijgen is er niets meer dat hen kan tegenhouden”. Maar ook indirect, wanneer er gesproken wordt over “de uittocht” van Afrikanen en dat zij bereid zijn “ook de grootste gevaren te trotseren om hun lot te verbeteren”. Het gevaar van de reis benadrukt de journalist met termen als: “onder uiterst gevaarlijke omstandigheden”; “verraderlijke klippen en dodelijke onderstromingen” en “wie in het water terechtkomt heeft weinig kans te overleven.” Tot slot haalt de journalist de lokale uitdrukking “Samba al Akhra, Samba trekt naar het hiernamaals” aan, en beschrijft daarmee de donkere, Andere Wereld. Het verhaal van de bootvluchtelingen wordt door veel journalisten vertelt als een basisplot. Een artikel binnen het discoursthema De Beproeving leest bijna weg als een avonturenboek. Het verhaal is herkenbaar voor de lezer. De journalist doet, door het verhaal vanuit het perspectief van de bootvluchtelingen te schrijven, een beroep op bestaande verhaalideeën en –lijnen. Daar lijkt de journalist zelfs bijna niet aan te kunnen ontsnappen. De geanalyseerde artikelen binnen het discoursthema De Beproeving volgen de elementen uit Bookers The Quest en Voyage and Return zo nauw, dat het eigenlijk niet voor te stellen is dat het verhaal van de bootvluchteling op een andere manier verteld kan worden. In vrijwel alle artikelen wordt stilgestaan bij een of meer elementen uit het basisplot: de wereld van de bootvluchteling waarin het leven bijna niet vol te houden is; de drang om te gaan; de gevaarlijke reis vol obstakels en beproevingen; de aankomst in de nieuwe bevreemdende wereld; de hulp; de bootvluchteling die nooit helemaal onderdeel zal uitmaken van de andere wereld; en de terugkeer naar huis of de gevangenschap in die wereld. Toch verschijnt het verhaal van de bootvluchteling niet in een roman of op het toneel, het verhaal wordt gepresenteerd als nieuws. Het is hetzelfde verhaal, dat journalisten steeds op een andere manier vertellen. Het basisverhaal wordt daarom vrijwel nooit in zijn geheel en chronologisch verteld. Uiteraard worden de economische en politieke motieven aangestipt, maar binnen dit vertoog zijn deze motieven onderdeel van de reis die de bootvluchteling moet maken, zijn rite de passage. De verschillende fasen van de rite de passage van de bootvluchtelingen, die Driessen onderscheidt, worden in veel artikelen aangestipt, maar wederom zelden chronologisch of alle drie. De journalist schrijft zijn eigen versie, maar ontleent daarvoor elementen uit het basisverhaal en haalt deze naar het hier en nu. Artikelen over bootvluchtelingen binnen het discoursthema De Beproeving zullen zelden door de actualiteit worden ingehaald. Het is wat Lule beschrijft als een terugkerend en eeuwig verhaal. Journalistieke principes als hoor en wederhoor worden minder toegepast in artikelen binnen het vertoog De Beproeving. De dominante genres binnen dit discoursthema, de reportage en het interview, lenen zich hier ook minder goed voor. Wel geven de meeste artikelen een behoorlijke objectieve beschrijving van het verhaal van de bootvluchteling. De keuze van het perspectief geeft het onderwerp weer als een sociaal drama. De journalist of redactie kan zo het discours De Beproeving inzetten om de sociale orde te tarten.
22
Conclusie Afrikaanse bootvluchtelingen die de overtocht naar Europa wagen, zijn een beladen onderwerp. De berichtgeving in de Nederlandse dagbladen over hen is gekleurd, journalistieke waarden van objectiviteit en neutraliteit ten spijt. De taal waarin gesproken of geschreven wordt, heeft een specifieke functie in de inkleuring van berichtgeving. Of het nou de woorden van een bron of van de journalist zelf zijn, taal wordt ingezet om de problematiek van de bootvluchtelingen op een bepaalde manier weer te geven. Datzelfde geldt voor de al dan niet bewuste keuzes voor de invalshoek, het genre, de bronnen en de opbouw van artikelen. Die keuzes die een de journalist of redactie maakt bij het schrijven van een artikel over bootvluchtelingen geven vorm aan het dominante discours in het artikel. De journalist geeft zo een bepaalde weergave van de problematiek van bootvluchtelingen. In deze scriptie onderscheidde ik de discoursthema’s Fort Europa, Mensenrechten/ Menselijke waardigheid en De Beproeving. De grotere artikelen, die in de afgelopen vijf jaar in de landelijke dagbladen over bootvluchtelingen zijn verschenen, zijn stuk voor stuk te verdelen over deze drie vertogen. Binnen het discoursthema Fort Europa worden bootvluchtelingen geportretteerd als een bedreiging voor de nationale of Europese belangen en veiligheid. Door de omvang van het probleem te benadrukken, zet de journalist de dreiging neer. Het jargon van overheidsmedewerkers, die de directe of indirecte taak hebben om de grenzen te bewaken, is in de berichtgeving overgenomen door journalisten en hun bronnen. Tegengeluid en wederhoor klinken vaak pas in de laatste alinea’s van de artikelen. Zo draagt ook de structuur van de artikelen bij aan de weergave van de werkelijkheid binnen het vertoog Fort Europa. De grensbewaking en het migratiebeleid staan centraal in het discoursthema Fort Europa. De Middellandse Zee is Europa’s achilleshiel. De bootvluchtelingen komen uit Lule’s Andere Wereld. De chaos en armoede aldaar maakt dat de bootvluchtelingen bij Europa aankloppen. Op die manier bevestigt het discours Fort Europa de superioriteit van de eigen wereld en rechtvaardigt het vertoog het Nederlands beleid op migranten. In artikelen waarin het vertoog Mensenrechten/ Menselijke waardigheid dominant is, halen journalisten vaak bronnen aan die in jargon hun beklag doen over de schendingen van de rechten en waardigheid van bootvluchtelingen. De abstracte taal en de vlakke weergave van de bootvluchteling als slachtoffer gaat snel vervelen, waardoor er binnen dit vertoog weinig ruimte lijkt te zijn voor variatie en verassende invalshoeken. Het perspectief van mensenrechten blijkt voor krantenredacties simpelweg niet interessant en vernieuwend genoeg om vaak voor te kiezen. Overigens wordt ook in veel artikelen waarin de andere discoursen dominant zijn, het slachtofferschap van de bootvluchtelingen genoemd. Uit de kwantitatieve analyse blijkt dat het discoursthema Mensenrechten/ Menselijke waardigheid een relatief klein deel uitmaakt van de berichtgeving over bootvluchtelingen. Daarbij zijn de artikelen binnen dit vertoog voor een groot deel verdrongen naar de minder gelezen opiniesectie van kranten. Redacties kiezen voor de makkelijke weg. De verdieping in het vertoog Mensenrechten/ Menselijke waardigheid zit niet in de opsomming van de misstanden, maar in de uitwerking van deze abstracte thema’s aan de hand van treffende voorbeelden en verhalen. Binnen het vertoog De Beproeving vinden journalisten juist volop de ruimte om de berichtgeving te illustreren aan de hand van het verhaal van de bootvluchteling. Daarbij beroepen de journalisten zich op bestaande verhaalideeën en –lijnen. De reis van de bootvluchteling is een ervaring die veel jonge mannen (en vrouwen) wereldwijd en al eeuwenlang delen, zij het op verschillende manieren. De reis die de bootvluchteling maakt om zijn geluk te beproeven en aan de situatie in zijn thuisland te ontsnappen, is een rite de passage. Door geslaagd terug te keren bewijst de bootvluchteling zijn mannelijkheid. In veel artikelen lezen we echter de schaduwafloop: de held lijkt gevangen te zijn in De Andere Wereld. Veel artikelen waarin het discours De Beproeving dominant is, doen denken aan de avonturen van Odysseus. Dat is geen toeval. Het verhaal van de bootvluchtelingen is niet nieuw, en ook niet gebonden aan de routes in de Middellandse Zee. Het is wat Lule beschrijft als een terugkerend en eeuwig verhaal. De berichtgeving over bootvluchtelingen volgt de tendensen in de werkelijkheid nauw. In de periode dat de meeste bootvluchtelingen zich aan de oversteek wagen, schiet de nieuwsberichtgeving omhoog. Fort Europa is dominant in deze maanden, omdat vooral de nieuwsberichten binnen dit vertoog geschreven worden. De nieuwsberichten over het onderwerp worden opgevolgd door genres die meer verdieping bieden of een andere invalshoek hebben. Reportages, interviews en ook
23
achtergrondverhalen lenen zich goed voor de discoursthema’s Mensenrechten/ Menselijke waardigheid en De Beproeving. Die vertogen zijn dan ook dominanter in de late zomer en herfstmaanden. Er zit een behoorlijke regelmaat in de dominantie van de discoursen en de gebruikte genres over het jaar. Daarentegen verschilt de hoeveelheid berichten over bootvluchtelingen sterk per jaar. Ook hier volgt de berichtgeving de werkelijke situatie. Een vermindering in het aantal aangespoelde bootvluchtelingen door het sterk opgevoerde beleid van Spanje leidt tot een terugval in de berichtgeving. De berichtgeving stijgt weer als Italië en Malta, als gevolg van het Spaanse beleid, te maken krijgen met een toename van het aantal bootvluchtelingen, die hun kusten proberen te bereiken. De landen trekken aan de bel en de discussie over de problematiek in Europees verband laait op, waardoor veel geschreven wordt binnen het vertoog Fort Europa. De berichtgeving over Afrikaanse bootvluchtelingen in de Nederlandse dagbladen wordt sterk gekleurd door het discours Fort Europa. Het vertoog over grensbewaking en de bootvluchtelingen als bedreiging voor Europa is het meest dominante discoursthema. Als Europeaan en Nederlander willen lezers weten wat er aan de grenzen speelt, bovendien heeft deze immigratie direct of indirect invloed op het leven van de lezer. Het is dan ook niet vreemd dat veel redacties kiezen voor een invalshoek, bronnen en woordgebruik die het discours Fort Europa ondersteunen. Dit is een discoursanalyse van de berichtgeving in de Nederlandse dagbladen. Nederlandse burgers (en lezers) hebben andere belangen dan Zuid-Europeanen, die directer geconfronteerd worden met de problematiek van bootvluchtelingen. Op hun beurt schrijven Afrikaanse kranten voor lezers die op een hele andere manier betrokken zijn bij de problematiek van bootvluchtelingen; het zijn hun landgenoten, familieleden, vrienden of zijzelf die zich aan de oversteek wagen. Het zou interessant zijn om vervolgonderzoek te doen naar de berichtgeving in Zuid-Europese en Afrikaanse kranten. Zijn in de Zuid-Europese en Afrikaanse kranten dezelfde discoursthema’s te onderscheiden? Welk vertoog is in die berichtgeving over bootvluchtelingen dominant? En hoe verschillen de vertogen Fort Europa, Mensenrechten/ Menselijke waardigheid en De Beproeving in Afrikaanse berichtgeving van de Europese weergave? De Volkskrant publiceerde de afgelopen vijf jaar relatief veel artikelen binnen het vertoog Fort Europa. Hoewel de Volkskrant wordt gezien als een krant die schrijft voor een lezerspubliek links van het midden, domineert in haar berichtgeving over bootvluchtelingen het meer rechtse vertoog Fort Europa. De Volkskrant besteedde echter ook verreweg de meeste aandacht aan de problematiek van de bootvluchtelingen. Wellicht vindt de hoofdredactie het een belangrijk onderwerp of vermoedt zij dat de lezers van de Volkskrant het een belangrijk onderwerp vinden. Het Financieele Dagblad beschouwt het onderwerp als weinig relevant voor haar lezer, zo getuigt het enkele grotere artikel dat de krant in de afgelopen vijf jaar over bootvluchtelingen gepubliceerd heeft. De gelijkmatige verdeling over de drie vertogen van de berichtgeving over bootvluchtelingen in Trouw valt op. Of dat nou bewust is of niet, het evenredig schrijven vanuit een perspectief binnen de drie discoursen maakt de berichtgeving in Trouw over bootvluchteling evenwichtig. Dat evenwicht draagt bij aan de objectiviteit. Een enkel artikel, binnen welk van de drie vertogen ook, is vrijwel nooit compleet. De journalistiek dwingt de journalist een invalshoek te kiezen en daar niet te ver van af te wijken. Het principe van wederhoor lost dit slechts ten dele op en wordt zelden consequent toegepast. In de berichtgeving over een beladen onderwerp als bootvluchtelingen zullen altijd verschillende discoursen klinken. Het is belangrijk dat redacties en journalisten zich daarvan bewust zijn. De journalistiek kan naar volledigheid in de berichtgeving over bootvluchtelingen streven door deze discoursen evenredig terug te laten komen in de berichtgeving. Het merendeel van de Nederlandse dagbladen doet dat nu niet, zo getuigt de dominantie van het discours Fort Europa in de berichtgeving. Waar het vertoog Fort Europa in de berichtgeving over bootvluchtelingen het beleid rechtvaardigt, tarten de discoursen De Beproeving en Mensenrechten/ Menselijke Waardigheid de sociale orde en beleidskeuzes. De journalistiek mag het lezerspubliek daar best mee confronteren en zelfs verwarren, maar wel op evenwichtige wijze. Het is vervolgens aan de lezer om zijn ideeën en wellicht zijn standpunt over de problematiek van de bootvluchtelingen te vormen.
24
Bibliografie Arends, Eric. ‘'Hier gaat nieuw Guantánamo open'; Bewoners Zuid-Italiaans eilandje Lampedusa fel tegen komst tweede complex voor bootvluchtelingen.’ De Volkskrant, 27 januari 2009. Booker, Christopher. The seven basis plots; Why we tell stories. London: Continuum, 2004. Bossier, Wilfried. ‘Samba trekt naar het hiernamaals; Duizenden Afrikaanse migranten beginnen nu in Mauritanië de gevaarlijke tocht naar Europa.’ NRC/Handelsblad, 20 april 2006. Driessen, Henk. Tussen oude continenten; De vele gezichten van de Middellandse Zee. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2008. Fairclough, Norman. Media Discourse. London: Edward Arnold, 1995. Gale, P. ‘The Refugee Crisis and Fear; Populist Politics and Media Discourse.’ Journal of Sociology, 40, nr 4 (2004): 321-340 Klute, Margot. ‘EU moet met Afrika praten; Europa zelf de oorzaak van het bootvluchtelingenprobleem.’ Reformatorisch Dagblad, 9 december 2006. Lanting, Bert. ‘Ongewenste nieuwkomers.’ De Volkskrant, 6 september 2007. Linden, Eelco van der. ‘Legaal Zeeroute Zwartepieten met immigranten.’ Nederlands Dagblad, 15 september 2008. Lule, Jack. Daily news, eternal stories: the mythological role of journalism. New York: The Guilford Press, 2001. Lule, J. ‘News, Myth and Social Order; The Myth of the Flood in The New York Times.’ (1999). http://list.msu.edu/cgi-bin/wa?A2=ind9909e&L=aejmc&F=&S=&P=1453 ‘Malta is eindstation zonder toekomst.’ De Volkskrant, 9 juli 2007. Nickels, H.C.‚‘Framing Asylum Discourse in Luxemburg.’ Journal of Refugee Studies, 20, nr 1 (2007) 37-59 Ramesar, Perdiep. ‘Ik was echt een speeltje voor ze.’ Trouw, 29 oktober 2009. Schenkel, Mark. ‘De Europese grens ligt nu in de zee bij Afrika; Bootvluchtelingen worden al in de Afrikaanse wateren onderschept. Maar daardoor kunnen ze geen asiel aanvragen.’ NRC.NEXT, 11 augustus 2009. Traa, Julie van. ‘Wachten op de kano naar Europa.’ Trouw, 20 juli 2006. Veerman, Ronald. ‘De boot is aan in Spaans 'paradijs'.’ De Telegraaf, 21 september 2006 Vermeulen, Bram. ‘Dode migranten bestaan niet; Begraven met de voeten naar Mekka gericht. Nederland wil Europese registratie van op hun tocht overleden migranten.’ NRC/Handelsblad, 19 november 2009. Visscher, Marco. ‘Open de grens voor arme gelukszoekers; Als wij mogen emigreren, waarom zij dan niet?’ NRC.NEXT, 2 augustus 2006.
25
Paragraaf 3. Bijlagen 3.1 Overzicht van artikelen Jaar 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2009 2008 2008 2008 2008 2008 2008 2008 2008 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006
Maand november oktober september september september september september augustus augustus augustus augustus juli juni juni juni juni april april maart januari januari december november oktober oktober september juni maart februari december november oktober oktober oktober september september september juli juni juni juni april december december november oktober oktober september september
Krant NRC H Trouw Ned Dagblad Trouw AD Ned Dagblad Ref Dagblad Ned Dagblad Trouw Volkskrant NRC Next NRC H Trouw Parool NRC H Trouw Ref Dagblad Spits Parool Volkskrant Volkskrant Ned Dagblad Volkskrant Ned Dagblad Parool Ned Dagblad Telegraaf Spits NRC H AD NRC Next Volkskrant Trouw NRC H Telegraaf Volkskrant NRC Next Volkskrant Ned Dagblad Parool Volkskrant Volkskrant Trouw Ref Dagblad Volkskrant Volkskrant Volkskrant Volkskrant Telegraaf
genre reportage interview achtergrond nieuwsbericht nieuwsbericht nieuwsbericht nieuwsbericht nieuwsbericht nieuwsbericht nieuwsbericht achtergrond interview boekbespreking nieuwsbericht nieuwsbericht nieuwsbericht reportage nieuwsbericht nieuwsbericht reportage achtergrond reportage nieuwsbericht achtergrond achtergrond achtergrond interview reportage nieuwsbericht nieuwsbericht reportage reportage achtergrond achtergrond nieuwsbericht achtergrond achtergrond achtergrond nieuwsbericht nieuwsbericht nieuwsbericht nieuwsbericht reportage opinie reportage achtergrond achtergrond nieuwsbericht achtergrond
Belangrijkste discoursthema mensenrechten beproeving fort europa mensenrechten beproeving fort europa fort europa mensenrechten mensenrechten fort europa mensenrechten beproeving fort europa fort europa fort europa fort europa beproeving fort europa fort europa fort europa fort europa beproeving mensenrechten mensenrechten fort europa fort europa mensenrechten beproeving mensenrechten mensenrechten fort europa beproeving mensenrechten mensenrechten fort europa beproeving beproeving fort europa fort europa fort europa fort europa fort europa beproeving mensenrechten beproeving beproeving beproeving fort europa fort europa
aantal woorden 814 1294 1607 567 428 542 495 494 753 581 1529 926 744 519 382 651 613 406 404 851 885 1541 408 599 475 1331 1630 636 353 369 881 1340 633 1046 349 570 1849 1674 527 589 442 345 626 736 601 860 644 546 659
26
2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2005
september september augustus augustus juli juli juli april april januari augustus
2005 2005 2005 2005
mei maart februari januari
Volkskrant NRC Next Ref Dagblad NRC Next NRC H Trouw Parool NRC H Volkskrant Volkskrant Volkskrant Financieele Dagblad Trouw Volkskrant Trouw
nieuwsbericht opinie commentaar opinie achtergrond reportage reportage interview achtergrond opinie nieuwsbericht
Fort Europa fort europa fort europa mensenrechten fort europa beproeving beproeving beproeving fort europa mensenrechten fort europa
699 1176 692 952 1540 1301 1355 1445 519 988 761
opinie commentaar achtergrond nieuwsbericht
fort europa mensenrechten fort europa fort europa
508 524 919 560
3.2 tabel met weergave van discoursthema per krant krant * discoursthema Crosstabulation Count discoursthema
krant
Total
Mensenrechte
De
Fort Europa
n/waardigheid
Beproeving
11
2
5
18
NRC H
2
3
2
7
NRC next
2
2
1
5
trouw
3
4
3
10
Nederlands dagblad
4
2
1
7
Reformatorisch dagblad
2
1
1
4
parool
4
0
1
5
telegraaf
2
1
0
3
AD
0
1
1
2
spits
1
0
1
2
financieele dagblad
1
0
0
1
32
16
16
64
volkskrant
Total
27
3.3 tabel met weergave van discoursthema per maand maand * discoursthema Crosstabulation Count discoursthema
maand
Mensenrechte
De
Fort Europa
n/waardigheid
Beproeving
januari
3
1
0
4
februari
1
1
0
2
maart
1
1
1
3
april
3
0
2
5
mei
1
0
0
1
juni
7
1
0
8
juli
2
0
3
5
augustus
3
4
0
7
september
9
1
3
13
oktober
1
3
4
8
november
1
2
1
4
december
0
2
2
4
32
16
16
64
Total
Total
3.4 tabel met weergave van genre per maand maand * genre Crosstabulation Count genre nieuws achter report intervi maand
Total
age
ew
comm boekbes opinie entaar preking
Total
bericht
grond
januari
1
1
1
0
1
0
0
4
februari
1
1
0
0
0
0
0
2
maart
1
0
1
0
0
1
0
3
april
2
1
1
1
0
0
0
5
mei
0
0
0
0
1
0
0
1
juni
6
0
0
1
0
0
1
8
juli
0
2
2
1
0
0
0
5
augustus
4
1
0
0
1
1
0
7
september
7
5
0
0
1
0
0
13
oktober
0
6
1
1
0
0
0
8
november
1
0
3
0
0
0
0
4
december
1
0
2
0
1
0
0
4
24
17
11
4
5
2
1
64
28
3.5 tabel met weergave van discoursthema per jaar jaar * discoursthema Crosstabulation Count discoursthema
jaar
Mensenrechte
De
Fort Europa
n/waardigheid
Beproeving
2005
4
1
0
5
2006
7
3
7
17
2007
7
3
3
13
2008
2
4
2
8
2009
12
5
4
21
32
16
16
64
Total
Total
3.6 tabel met weergave van discoursthema per genre genre * discoursthema Crosstabulation Count discoursthema
genre
Mensenrechte
De
Fort Europa
n/waardigheid
Beproeving
17
6
1
24
achtergrond
9
4
4
17
reportage
2
1
8
11
interview
0
1
3
4
opinie
2
3
0
5
commentaar
1
1
0
2
boekbespreking
1
0
0
1
32
16
16
64
nieuwsbericht
Total
Total
3.7 Artikel 1 Fort Europa de Volkskrant January 27, 2009 dinsdag 'Hier gaat nieuw Guantánamo open'; Bewoners Zuid-Italiaans eilandje Lampedusa fel tegen komst tweede complex voor bootvluchtelingen BYLINE: Eric Arends SECTION: BUITENLAND; Blz. 5 LENGTH: 851 woorden DATELINE: LAMPEDUSA SAMENVATTING:
29
Op Lampedusa vinden ze dat ze migratieprobleem van Europa niet hoeven op te lossen:'Wij zijn geen afvoerput.' VOLLEDIGE TEKST: LAMPEDUSA De kus zegt alles. Hij komt van de burgemeester van Lampedusa, en belandt op de wang van zijn voorganger. Gejuich van honderden mannen, vrouwen en kinderen galmt over het plein voor het versleten gemeentehuis: deze hartelijke zoen van twee politieke opponenten is het bewijs dat Lampedusa een gesloten front vormt in de 'grote strijd' tegen 'de verraders' in Rome. 'Mijn volk!', schreeuwt de forsgebouwde burgemeester Domenico De Rubeis met schorre, overslaande stem in de microfoon. 'Mijn volk, dat door de Italiaanse staat in de steek is gelaten. Wij leven zo langzamerhand in een dictatuur. De regering-Berlusconi heeft plannen gemaakt om de immigratie tegen te gaan. Maar die gaan allemaal ten koste van ons! Wij willen geen openluchtgevangenis worden. Wij zijn niet te koop!' Uitzinnig scandeert het publiek de koosnaam van hun voorman: 'Dino! Dino!' Maar Dino wankelt; de spanning en emoties zijn zo hoog opgelopen dat de burgemeester dreigt flauw te vallen. Ondersteund door twee mannen en vergezeld van een warm applaus van de Lampedusanen schuifelt De Rubeis van het plein. De scène sterkt velen in hun overtuiging dat zij vol in hun recht staan. Op het Zuid-Italiaanse eilandje voelen vriend en vijand zich 'gepakt' en 'in de maling genomen'. Meer dan 1.100 kilometer noordelijk heeft Roberto Maroni, de minister van Binnenlandse Zaken, per decreet besloten dat Lampedusa met zijn zesduizend inwoners het immigratieprobleem van Italië en Europa moet oplossen. Dat zet kwaad bloed. 'Laten Berlusconi en Maroni zelf die immigranten maar in huis nemen, zij hebben meer ruimte dan wij hier', zegt een omvangrijke man in een versleten sweater in de meute op het gemeenteplein. 'Wij zijn dan misschien de toegangspoort tot Europa, maar betekent dit dat wij de problemen van de wereld moeten oplossen? Kom nou! Als die plannen doorgaan, betekent dit voor ons het einde. Dan kunnen we hier allemaal vertrekken.' Minister Maroni maakte vorige week bekend dat Afrikaanse migranten die in aftandse bootjes aankomen op Lampedusa, niet meer voor identificatie worden overgebracht naar het Italiaanse vasteland. 'Clandestiene immigranten worden voortaan vanaf Lampedusa teruggestuurd', zei Maroni. De bewindsman besloot hiertoe nadat het opvangcentrum op het eiland opnieuw overvol was geraakt. In het complex waar ruimte is voor 800 personen, verblijven er 1.300, met name uit Tunesië. Voorheen werden zij na 48 uur overgevlogen naar centra voor identificatie en uitzetting in Italië. Maar daar leidt de aanhoudende toevloed steeds vaker tot conflicten en confrontaties. Gisteren nog vielen in de Italiaanse stad Massa enkele gewonden onder migranten uit Somalië, Eritrea en Ethiopië, toen de politie een einde maakte aan hun protest tegen de trage behandeling van hun asielverzoek. Maroni wil daarom op Lampedusa naast het opvangcentrum een tweede complex inrichten, waar de identiteit van de migranten kan worden vastgesteld en vanwaar zij eventueel direct huiswaarts kunnen worden gevlogen. Een kleinschalig project lijkt het niet te worden. Van de 67 duizend migranten die vorig jaar richting Europa kwamen, arriveerden er bijna 37 duizend op Lampedusa, dat dichter bij de kust van Tunesië ligt dan bij Sicilië. De bevolking ziet de bui al hangen. 'We worden een soort Alcatraz', roept zij, en: 'Op Cuba gaat Guantánamo dicht, hier wordt een nieuw Guantánamo geopend.' Angst regeert. Vooral voor de economische gevolgen. Veel Lampedusanen leven van de visserij of het strandtoerisme. Maar de visserij levert steeds minder op en het aantal vakantiegangers is - de helblauwe zee ten spijt - vorig jaar als gevolg van het nieuws over de 'invasie van migranten' met 35 procent afgenomen. 'En met dat nieuwe immigratiecentrum zullen de toeristen helemaal wegblijven', klinkt alom de vrees. Daar komt een diepgewortelde frustratie bij over de 'zeer slechte leefomstandigheden' waarin de Lampedusanen naar eigen zeggen toch al verkeren. Op Lampedusa betalen ze 'meer belasting dan in Milaan', de benzine is '30cent duurder dan in Palermo', het binnenland heeft alleen niet geasfalteerde wegen en het is geregeld 'vijf, zes dagen wachten' tot de bevoorradingsboot uit Sicilië verse levensmiddelen brengt. 'Wat mij betreft hangen ze hier de Libische vlag op', zegt Cono Cucina van protestgroep S.O.S. Pelagische eilanden. 'Het kan ze in Rome niks schelen wat er met ons gebeurt. Als je hier een been breekt, moet je naar Palermo, want hier is geen ziekenhuis. Eergisteren is nog een vrouw overleden aan een hartaanval, omdat er geen helikopter was. Die moeten we delen met de andere Pelagische eilanden.' Minister Maroni heeft beloofd vandaag met de Tunesische autoriteiten te praten over een terugkeerregeling voor immigranten. Dat kan burgemeester De Rubeis niet geruststellen. 'Ook al gaan
30
de Tunesiërs terug, dan komen er wel weer anderen', zegt hij, als hij weer is opgekalefaterd. 'Migratie is een fenomeen van alle tijden. Dat ga je niet tegen met dit soort maatregelen.'
3.8 Artikel 2 Fort Europa Nederlands Dagblad September 15, 2008 Monday Maandag Editie Legaal Zeeroute Zwartepieten met immigranten BYLINE: onze correspondent Eelco van der Linden SECTION: Blz. 9 LENGTH: 1331 woorden Spanje houdt dit jaar met succes de grenzen op slot. Immigranten wijken uit naar Italië, waar Silvio Berlusconi 'de illegaal' de oorlog heeft verklaard en Gadhafi wordt gepaaid om diens grenzen af te schermen tegen paupers en politieke vluchtelingen. Griekenland dat nu al geen vuist kan maken, houdt zijn hart vast. Overzicht van een macaber zwartepietenspel aan de zuidgrenzen van Europa. PATRAS/ROME - ,,Waarom wil Europa ons niet, terwijl Europese landen wel in ons land vechten tegen de taliban? Ik kom uit een oorlogsgebied!'' Een tocht langs de zuidelijke grenzen van de Europese Unie stemt niet vrolijk. In de Griekse havenstad Patras, waar honderden jonge mannen uit Afghanistan en Irak zich schuilhouden, loop je aan tegen Europese paradoxen en Europese onmacht. De 24-jarige Afghaan Yasir Zaidi windt zich op ondanks zijn zwakke fysieke conditie. Hij is opgegroeid in vluchtelingenkampen, heeft een lange en voor hem peperdure reis achter de rug vol ontberingen. Hij ìs in Europa, maar staat nu voor een Griekse muur. De Grieken voelen zich overlopen door illegale immigranten en de autoriteiten kiezen voor hard en willekeurig optreden. Onderscheid tussen economische immigranten en asielzoekers wordt nauwelijks gemaakt. Geen immigrant wil in Griekenland blijven en probeert, zoals Yasir, door te reizen. Naar bijvoorbeeld Italië. Griekenland is boos op de EU en de EU-landen zijn boos op Griekenland, vooral omdat de immigranten slecht worden behandeld. Ze zijn bijna niet met goed fatsoen terug te sturen naar Griekenland, conform de EU-regel dat procedures voor immigratie of asiel moeten worden afgehandeld door het eerste land van binnenkomst. De Griekse regering, maar ook kritische humanitaire organisaties, vinden dat laatste onzin. Ze onderstrepen dat Griekenland strategisch ligt voor zowel Afrikanen als Aziaten. Het land krijgt van alle EU-landen de meeste illegale immigranten te verwerken: vorig jaar zo'n 75.000 op een totaal van 164.000 (ontdekte) gevallen. De zeeroute, hoewel minder groot, blijft groeien: de eerste zeven maanden van dit jaar werden 7300 personen onderschept, een verdubbeling vergeleken met dezelfde periode in het (record)jaar 2007. De Griekse premier Costas Karamanlis eist een Europees pact tegen illegale immigratie en de vorming van een Europees patrouillesysteem. Hij hoopt volgende maand op een antwoord, als de Franse president en EU-voorzitter Sarkozy een vergadering met alle regeringsleiders organiseert over een gemeenschappelijk Europees immigratie- en asielbeleid. Tot nu toe is daarvan geen sprake. Het Europees Parlement nam vorige week nog met grote meerderheid een rapport aan waarin het asielbeleid van Europa werd gekraakt. Ook werd opgeroepen 'grenslanden' als Griekenland te helpen. Europese landen staan niet graag bevoegdheden af op het gebied van politie en justitie. Er bestaat sinds drie jaar een samenwerkingsverband voor bescherming van de buitengrenzen, Frontex, dat inlichtingen verzamelt, risicoanalyses maakt en nu ook fysiek betrokken is bij operaties (aanhouden en terugsturen) in het mediterrane gebied. Niet alle lidstaten zijn even enthousiast over Frontex, ook omdat de organisatie de puur repressieve kant vertegenwoordigt en weinig oog zou hebben voor het recht op asiel. Bij afwezigheid van een echt gemeenschappelijk beleid gaan de Zuid-Europese landen hun eigen gang. Dat betekent nog meer repressie en bilaterale verdragen. Het resultaat: immigrantenstromen die zich verplaatsen naar steeds gevaarlijker routes. Griekenland en vooral Italië ervaren dit jaar de gevolgen van het strenge Spaanse beleid. Spanje heeft, net als Italië, altijd veel immigranten opgenomen en vele malen illegalen een legale status gegeven. Voor het laatst gebeurde dat drie jaar geleden toen 600.000 illegalen een verblijfsvergunning kregen. Spanje geldt in Europa als immigrantvriendelijk, en wist onlangs nog een door Sarkozy gesteunde harde lijn inzake het afgeven van verblijfsvergunningen af te zwakken. Spanje heeft nu ook gekozen voor repressie. Met een vloot van elf schepen, vier vliegtuigen en twee
31
helikopters is het gelukt de stroom bootvluchtelingen naar de eigen kust in te dammen. De twee enclaves aan de Marokkaanse kust, Ceuta en Melilla, zijn letterlijk potdicht gemaakt en ook de oversteek bij Gibraltar is vrijwel onmogelijk geworden. Als gevolg hiervan verplaatsten de vluchtroutes zich naar de Canarische Eilanden, maar daar wist men vorig jaar, met hulp van Frontex, de stroom die in 2006 nog 31.000 vluchtelingen bedroeg, terug te brengen tot 10.000. In de eerste helft van dit jaar zette die trend door: 4557 immigranten kwamen er aan, ruim duizend minder vergeleken met dezelfde periode in 2007. Het succes is mede te danken aan de akkoorden die Spanje afsloot met Senegal, Mauritanië en Marokko over repatriëring. Het Spaanse voorbeeld heeft grote indruk gemaakt op het Italië van Silvio Berlusconi. Uitgerekend Italië is het grootste 'slachtoffer' van het Spaanse offensief: tot 1 augustus arriveerden, met name op het eilandje Lampedusa, bijna 14.000 immigranten, een verdubbeling vergeleken met 2007. Berlusconi die de verkiezingen won met de belofte de veiligheid te verhogen en illegalen aan te pakken, heeft zich op zijn manier gestort op het probleem van de bootvluchtelingen. Hij deed dat door voor het hele land de noodtoestand af te kondigen, waardoor illegalen anderhalf jaar kunnen worden opgesloten en gemakkelijker uitgezet. Een nieuwe wet van minister van Binnenlandse Zaken Maroni, waardoor illegale immigratie een overtreding wordt, zal de harde lijn ondersteunen. Ook Italië kiest voor repressie en zoekt daarnaast zelf akkoorden met de landen van herkomst of doorvoer. Hoogtepunt was de recente deal met Libië, waarbij oud koloniaal zeer werd weggemasseerd in ruil voor de belofte de komende 25 jaar vijf miljard euro in het land te investeren. In ruil voor onder andere een snelweg langs de kust krijgt Italië van kolonel Gadhafi, zoals Berlusconi het zelf noemde, ,,meer olie en minder immigranten''. Minister Maroni, die zeer kritisch is over het uitblijven van een (streng) Europees immigratiebeleid, zei vorige week dat het belangrijkste element van de deal bestaat uit de Libische belofte ,,zijn zuidgrenzen af te sluiten in ruil waarvoor wij in Libische wateren kunnen controleren. Ons doel is de zeeroute af te sluiten''. Maroni en zijn collega's gaan eraan voorbij dat bilaterale akkoorden met landen die zelf niet bekendstaan om het naleven van de mensenrechten, gevaarlijk zijn. Al in 2006 rapporteerde mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch dat immigranten werden opgesloten en gemarteld in gevangenissen waarvan er drie zijn gebouwd met Italiaans geld. Volgens een rapport van de organisatie Fortress Europe uit 2007 zitten er in de twintig Libische detentiecentra 60.000 immigranten. De organisatie meldt verder dat vanaf begin jaren '90 tot heden zeker 13.000 immigranten op zee om het leven zijn gekomen in hun poging Europa te bereiken. Europa wordt verweten zich te verdedigen tegen immigranten in plaats van hen een kans op asiel te geven. De asielaanvragen zijn sterk gedaald, terwijl de stromen vluchtelingen in de wereld alleen maar toenemen. Damtev Dessalegn van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, is kritisch. ,,Er zijn bijna geen legale manieren om in Europa asiel aan te vragen. Immigranten worden gecriminaliseerd; ook politieke vluchtelingen kiezen voor de illegale en steeds gevaarlijkere routes om Europa binnen te komen.'' Volgens minister Maroni is het niet eerlijk dat grenslanden ,,de rekening betalen van de illegale immigratie''. Alleen een echt collectief Europees beleid zal uitkomst bieden, aldus de Italiaanse bewindsman. ,,Zonder samenwerking doet iedereen het op zijn eigen manier.'' Illegale immigranten wijken uit naar Italië en Griekenland, nadat Spanje met succes de grenzen op slot houdt. Anders dan Rome kan Athene nauwelijks een vuist maken tegen de instroom van vele bootvluchtelingen uit Afrika en Azië. | foto GPD/AP
3.9 Artikel 3 Fort Europa de Volkskrant July 9, 2007 maandag Malta is eindstation zonder toekomst SECTION: BUITENLAND; Blz. 4 LENGTH: 1674 woorden SAMENVATTING: Sinds 2002 heeft het eilandstaatje Malta, met zijn 400duizend inwoners, meer dan zevenduizend migranten opgenomen. Ze komen op gammele bootjes uit Afrika. Libië, waar de meesten aan de oversteek beginnen, houdt hen niet tegen. Ook van zijn EU-bondgenoten krijgt Malta amper hulp.Door Bert Lanting
32
VOLLEDIGE TEKST: 'Vandaag komen er zeker geen bootvluchtelingen aan. De zee is veel te ruw, in dit weer maken ze geen schijn van kans de oversteek uit Libië te overleven', zegt een matroos aan boord van de P-61, een Maltees marineschip. Het schip is nog maar net de haven van Valetta, de hoofdstad van Malta, uitgelopen of het begint al flink te rollen op de hoge golven. De patrouilleboot doet normaal mee aan Nautilus-II, een operatie van het nog jonge Frontex, het grensagentschap van de EU, om een dam op te werpen tegen de stroom illegale migranten die iedere zomer de Middellandse Zee proberen oversteken naar Europa. Maar vandaag is eurocommissaris van Justitie Franco Frattini aan boord, die de Frontex-operatie komt inspecteren. De operatie is nog maar twee weken aan de gang, maar volgens Frontex-directeur Ilkka Laitinen zijn de eerste effecten al merkbaar. 'Vlak voor we begonnen, ging het aantal migranten sterk omhoog, maar nu is het duidelijk afgenomen. Natuurlijk houden de smokkelbendes die de overtochten organiseren in de gaten wat wij hier doen.' De Maltese vicepremier Tonio Borg, ook aan boord, is minder overtuigd. 'Of het nu het resultaat is van NautilusII moeten we nog zien. Misschien komt het gewoon door het zware weer.' Iedereen is het er echter over eens dat Frontex veel te weinig materieel heeft om zijn werk echt goed te doen. 'We zijn dankbaar voor de financiële steun die we van de EU krijgen, maar we hebben schepen nodig. We zijn het kleinste landje van de EU, maar we dragen de zwaarste last', zegt Borg. 'De mensen hier hebben het gevoel dat Malta de eenzame wachter is aan de poorten van Europa.' Ook Frattini vindt dat de EU-landen het laten afweten, al is hij blij met de schepen en helikopters die Griekenland, Spanje en Duitsland hebben gestuurd. 'Bij elkaar hebben de EU-landen 115 schepen, 25helikopters en 15 vliegtuigen toegezegd, maar we hebben maar een tiende daarvan gekregen', moppert hij. Volgens Borg aarzelen de andere EU-landen om schepen te sturen, omdat ze bang zijn dat ze dan opgezadeld raken met bootvluchtelingen die ze uit zee hebben gered. Volgens hem zouden de EUlanden moeten afspreken dat alle illegale migranten die buiten de Maltese reddingszone worden opgepikt, eerlijk over alle EU-landen worden verdeeld. 'Dan komt niet alles op onze schouders terecht, maar ook niet op die van de landen die aan Nautilus meedoen. Het zou oneerlijk zijn als zij voor hun hulp worden gestraft doordat ze dan alle drenkelingen moeten opnemen die ze redden.' Maar voorlopig voelen de EU-landen daar niets voor. Volgens hen zou het alleen maar een aanzuigend effect hebben op de migranten, als ze erop kunnen rekenen dat ze vanuit Malta worden doorgestuurd naar andere delen van de Europese Unie. Frontex heeft als eerste taak de EU-landen te helpen illegale immigranten buiten de deur te houden. Maar in de praktijk komt NautilusII vooral neer op een reddingsoperatie voor de bootvluchtelingen, van wie er iedere zomer in dit deel van de Middellandse Zee naar schatting zeshonderd omkomen op zee. De meeste Afrikaanse vluchtelingen komen in zulke gammele bootjes dat ze moeten worden opgepikt door andere schepen. Ook grotere boten kan Frontex niet terugsturen. 'We hebben geen mandaat om ze met dwang tegen te houden', zegt Frontex-chef Laitinen. Van de vier boten die zijn dienst de afgelopen weken op zee ontdekte, zijn er drie doorgevaren naar Malta. De vierde zette koers naar het Italiaanse eiland Lampedusa, iets noordelijker. Maar het grootste probleem is dat Libië, van waaruit de meeste bootvluchtelingen de oversteek beginnen, niet bereid is mee te werken. 'Zolang Libië niets doet om die bootjes met vluchtelingen tegen te houden, blijft het dweilen met de kraan open', zegt een Maltese functionaris. Malta is de afgelopen tijd onder vuur komen te liggen, vooral nadat een Italiaans marineschip 27drenkelingen had gered die zich drie dagen lang aan het net van een Maltese tonijnvisser hadden moeten vastklampen. De kapitein weigerde hen aan boord te nemen, omdat hij bang was met hen te blijven zitten. Volgens Borg was het incident een gevolg van een misverstand. De Libische autoriteiten hadden drie keer beloofd dat ze de drenkelingen zouden komen redden, maar deden uiteindelijks niets. Ook de kritiek dat zijn land weigert drenkelingen die buiten de Maltese reddingszone zijn opgepikt binnen te laten, is volgens hem niet terecht. 'We kunnen onmogelijk alleen opdraaien voor de opvang van alle illegalen die in het zuidelijke deel van de Middellandse Zee worden opgepikt.' Hij wijst erop dat zijn land sinds 2002 al ruim zevenduizend migranten heeft opgenomen, op een totale bevolking van 400duizend zielen. 'Verhoudingsgewijs is dat alsof Duitsland anderhalf miljoen migranten te verwerken krijgt.' Om de bootvluchtelingen te ontmoedigen voert zijn regering een strikt beleid. Alle volwassen illegalen die goed gezond zijn komen eerst anderhalf jaar in een detentiecentrum. Pas daarna mogen ze zich vrij bewegen over het eiland, ook al is hun verzoek om asiel of humanitaire protectie afgewezen - wat voor ruim de helft van de vluchtelingen geldt.
33
Erg welkom zijn de nieuwkomers beslist niet. 'Ze moeten ze allemaal het land uitzetten. Waarheen kan me niet schelen, maar hier kunnen ze niet blijven', zegt een Maltees. 'We moeten niemand meer toelaten, het moet afgelopen zijn', valt een ander hem bij. 'Ik kan die gevoelens wel begrijpen', zegt Terry Gosden, een Brit die een open opvangkamp voor migranten leidt in Marsa, even buiten de hoofdstad. 'In de meeste Europese landen is het vrij geleidelijk gegaan, maar Malta heeft opeens een enorme stroom te verwerken gekregen. Het is een enorme culturele schok, veel mensen hier hebben nog nooit met een Afrikaan gepraat.' Maar een echt probleem vormen de migranten eigenlijk niet. 'Dat gevoel wordt de mensen aangepraat. In werkelijkheid veroorzaken ze nauwelijks sociale problemen. Het is meer een gevoel van onwennigheid.' Dat gevoel wordt nog versterkt doordat vrijwel alle migranten Malta zien als niet meer dan een tussenstation, op weg naar het Europese vasteland. 'De Maltezen willen de vluchtelingen niet, maar andersom willen de vluchtelingen Malta ook niet. Er bestaat een wederzijdse wens om uiteen te gaan', vat hij het probleem samen. Het vluchtelingencentrum is een troosteloos oord, weggestopt in een uithoek van de haven waar onder de brandende zon wat schepen liggen te roesten en een afgedankte duikboot moeite doet om boven water te blijven. Ruim zeshonderd man zitten hier opeen gepakt, in kale kamers die ze meteen man of twintig moeten delen. In de kantine zit een groep mannen de tijd te verdoen met kaarten, terwijl op een oud televisietoestel vage beelden uit Irak flikkeren. Sommigen mogen werken, meestal als dagloner in de bouw, maar er is in het zomerseizoen weinig werk. Bijna iedereen in het opvangkamp sleept een tragisch verleden met zich mee. Een 17-jarige jongen uit Somalië, die nog maar een maand geleden uit de zee bij Malta werd opgepikt, vertelt dat hij al sinds zijn 10de op de vlucht is voor het geweld in zijn land. Ver buiten de kust sloeg het bootje waarmee hij op weg was naar Europa om. De helft van de passagiers verdween in de golven, maar hij werd gered. Nu wacht hij in het kamp gelaten op de toekomst. Maar volgens José Muscat, de steenrijke eigenaar van een paar ziekenhuizen en klinieken op Malta, ligt die niet hier op het eiland. Hij maakt zich zorgen om de toekomst. 'Als dit zo doorgaat, staat ons volk voor een nationale ramp', zegt hij op zijn werkkamer in het St James's ziekenhuis in Sliema. Hij heeft een rechtse partij opgericht, Azzjoni Nazzjonali (Nationale Actie), om de onvrede over het migratieprobleem te vertolken. Alle problemen zijn volgens hem begonnen met de toetreding van Malta tot de EU. In het kader daarvan moest het zich neerleggen bij de Dublin-afspraken, die erop neerkomen dat migranten de hele asielprocedure moeten doorlopen in het land waar ze de EU binnenkomen. De hele Nautilus-operatie stelt volgens hem niets voor. 'Frontex is een lachertje. Ze pikken de illegalen op uit zee en zetten ze bij ons aan wal. Maar waar houdt onze verantwoordelijkheid op? Bij tienduizend immigranten? Bij honderdduizend? Niemand kan het ons zeggen!' Volgens Muscat heeft Malta uiteraard de plicht bootvluchtelingen uit zee te redden en hen op te vangen. 'Maar na een maand moeten ze het land uit. Als de andere EU-landen niet bereid zijn om mee te werken, moeten we de Dublin-afspraken maar opzeggen of uit de EU stappen.' Bij het busstation aan de poort van Valetta zit een groepje vluchtelingen uit Soedan in de schaduw van een paar bomen. Verder dan de stadsmuren wagen ze zich niet. Er loopt een onzichtbare grens bij de toegangspoorten van het middeleeuwse stadje, dat uitpuilt van de toeristen. Tussen het vakantieplezier is geen plaats voor ellende. Vergeleken bij veel andere migranten hebben deze Soedanezen geluk. Omdat ze gevlucht zijn voor het geweld in Darfur, mogen ze voorlopig op humanitaire gronden blijven. Maar zelfs na drie jaar voelt Adam Ismail (37) zich nog een ongewenste vreemdeling. 'Voordat ik hier aankwam, stelde ik me Malta voor als een eiland van overvloed. Ik hoorde dat ze zelfs overal honden als huisdier hebben. Maar nu ik hier ben, begrijp ik dat ze meer van honden houden dan van ons', zegt hij bitter. Vooral het gevangenkamp waar hij zes maanden vastzat, was zwaar. 'De omstandigheden waren heel slecht. Waaraan verdienen wij een soort Guantánamo Bay?' Zou hij de oversteek gewaagd hebben als hij vooraf had geweten waarop het zou uitlopen? 'Die vraag stelt niemand zich. Iedereen denkt maar in één richting, weg van het verleden. Je weet dat je alles verliest als je van huis vlucht, maar pas nu besef je dat er geen toekomst is.' NOTES: 'Ze houden meer van hun honden dan van ons vluchtelingen'; 17VeLi--; VeBoL-GRAPHIC: 09BUfeature_maandag_ph01, Eind mei: 27 migranten houden zich vast aan het net van een tonijnvisser in de Middellandse Zee. Hun redding zou vier dagen op zich laten wachten., Foto AP
34
09BUfeature_maandag_ph02, Uit zee gehaalde Afrikanen op een Maltese patrouilleboot., Foto Reuters
3.10 Artikel 4 Fort Europa De Telegraaf September 21, 2006 De boot is aan in Spaans 'paradijs' SECTION: Pg. 13 LENGTH: 659 words Nog niet zo lang geleden tuurden Nederlandse strandgangers op Tenerife en Fuerteventura luierend naar waterskiers, surfers en ronddobberende luchtbedjes. Een ontspannen vakantieplaatje dat echter radicaal is veranderd met de massale trek van bootvluchtelingen naar de Canarische Eilanden. Bijna dagelijks spoelen sloepen met uitgehongerde Afrikanen op het goudgele zand aan, het steeds uitgebreidere 'all inclusive'-reizen plots een wel erg macaber trekje gevend. Maar liefst 25.000 gelukszoekers hebben dit jaar al de overtocht vanuit Senegal en andere delen van West-Afrika gemaakt, met een 'topdag' van 800 man. Een explosieve toename vergeleken met een jaar eerder, toen in heel 2005 'slechts' 4700 Afrikanen de Canarische stranden bereikten. De opvangcentra puilen uit en de Spanjaarden schreeuwen om hulp. Reden waarom het probleem vandaag prominent op de agenda van de EU-ministers van Justitie staat, die in het Finse Tampere bijeenkomen. Behalve dat steeds meer Afrikanen de riskante boottocht ondernemen, is de verschuiving van de vluchtelingenstroom opmerkelijk. Aanvankelijk probeerde men Spanje via de Straat van Gibraltar en de enclaves Ceuta en Melilla te bereiken. Maar nu dit door strenge controles is afgesneden, kiest men voor de gevaarlijke route over zee. Het toont eens te meer aan dat er georganiseerde smokkelbendes achter zitten, die grof geld vragen voor een overtocht naar het Europese 'paradijs'. Vorige week strandde zelfs een eerste boot met Pakistanen en Indiers op Tenerife. Volgens een recente studie worden inmiddels zo'n 240.000 vluchtelingen per jaar Europa binnengesmokkeld, waarvoor 300 tot 3000 euro per persoon wordt betaald. Opvallend is dat daar waar velen eerder asiel aanvroegen, de meesten nu direct de illegaliteit in vluchten. Dat Spanje daarbij een grote aantrekkingskracht heeft, heeft het land overigens vooral aan zichzelf te wijten, nadat Zapatero in 2005 direct na zijn aantreden met een groot generaal pardon kwam voor vreemdelingen. Maar liefst 700.000 illegalen (!) hapten toe, hetgeen vooral voor verbijstering zorgde bij de Europese medelidstaten. Met de open EU-grenzen werd daarmee immers ook de toegang tot Nederland en andere landen verschaft. Al vreesden de meesten vooral de aanzuigende werking die de maatregel zou hebben. Een vrees die bewaarheid is geworden, nu een 'reis' naar Spanje volop wordt aanbevolen op Afrikaanse websites. Reden ook dat de andere lidstaten niet staan te trappelen om de Spanjaarden - die momenteel de best draaiende economie van Europa hebben - maar even met geld en materieel uit de brand te helpen. De Franse presidentskandidaat Sarkozy haalde onlangs opnieuw fel uit naar Zapatero's pardonregeling en ook een land als Duitsland voelt er weinig voor veel energie in de bewaking van de Spaanse wateren te steken. Er is immers ook nog de duizenden kilometers lange oostgrens van de EU waar - veel minder zichtbaar - mensensmokkelaars eveneens op grote schaal hun slag slaan. Frontex De Europese Commissie doet ondertussen wat mogelijk is, maar heeft nauwelijks bevoegdheden. Ook het vorig jaar gevormde Frontex, een nieuw EU-agentschap in Warschau dat de samenwerking aan de buitengrenzen moet vergroten, is tot nu toe niet in staat een vuist te maken en het probleem in te dammen. Een gebrek aan middelen, mankracht en niet eens een website die werkt. Wel wist commissaris Frattini (Justitie) onlangs een afspraak met de lidstaten te maken om voornemens tot pardonregelingen voortaan eerst aan elkaar te melden. Hoewel dit niets afdoet aan de eigen bevoegdheid van de lidstaten, gaat er mogelijk een remmende werking van uit en wordt een 'alleingang' zoals in Spanje voorkomen.
35
Al blijven de pogingen tot meer EU-cooerdinatie en bewaking van de buitengrenzen natuurlijk lapmiddelen, zolang in Afrika en Azie de reisdrang naar het rijke Europa alleen maar aanzwelt en mensensmokkellaars er ongestoord hun gang kunnen gaan. Ronald Veerman
3.11 Artikel 1 Mensenrechten/ Menselijke waardigheid NRC Handelsblad 19 november 2009 donderdag Dode migranten bestaan niet; Begraven met de voeten naar Mekka gerichtNederland wil Europese registratie van op hun tocht overleden migranten BYLINE: Bram Vermeulen SECTION: BUITENLAND; Blz. 5 LENGTH: 814 woorden SAMENVATTING Geen regering weet hoeveel migranten verdrinken op weg naar Europa of wie zij zijn. Staatssecretaris Albayrak vindt dat ,,verbazingwekkend". VOLLEDIGE TEKST: De Zodiac had achttien mensen aan boord. Zeventien Afghanen en een Turk die de weg niet wist. Op het laatste stukje op de boottocht van anderhalf uur tussen het Turkse Kucukkuyu en het Griekse eiland Lesbos blies de herfstwind ze op de rotsen. Tien Afghanen overleefden. De anderen, onder wie een echtpaar en hun drie kinderen, eindigden in de graven voor de onbekende vluchteling op het kerkhof van Mytilini. Ver van de bloemrijke grafzerken van de Grieken, in de uithoek, bij het vuil. De meeste graven in dat hoekje dragen geen namen. Alleen nummers. Afghaan 1, Afghaan 5, Afghaan 11. Zo staat met viltstift geschreven op de bordjes die op hun graven liggen: grote molshopen, omzoomd met een rand van bakstenen. Geen naam en geen geboortedatum, alleen de dag waarop ze hier voor de kust verdronken: 29 oktober 2009, 3 oktober 2007, 25 november 2007. Niemand die hen kent? ,,Welnee", zegt een Afghaanse migrant die zeven jaar geleden de tocht vanuit Turkije in een rubberbootje overleefde, en de graven als enige op het eiland nog wekelijks bezoekt. ,,Niemand die hen wil kennen. Dat is het probleem." Hij kan zijn naam niet noemen. Hij verblijft hier al zeven jaar illegaal en klagen over Grieken is dan niet verstandig. Afghanen over de hele wereld kennen hem. Als de enige Afghaan die niet doorreisde naar de rest van Europa maar op Lesbos bleef, is hij nu de zelfbenoemde ambassadeur voor bootvluchtelingen op dit eiland. De nabestaanden weten hem na een tragisch ongeluk altijd wel te vinden. Vlak na het nieuws over drenkelingen in de Egeïsche zee komen de telefoontjes uit Athene of Rome, en laatst ook uit Rotterdam. Er is altijd wel iemand die tijdens de nacht van de oversteek wacht op het verlossende telefoontje: ,,Op Lesbos, we zijn veilig." Als dat goede nieuws uitblijft, volgen kort daarna ook de telefoontjes uit Afghanistan. Het verhaal wat er is misgegaan, vertelt hij dan. De families vragen hem of hij foto's kan maken, van het graf, van hun gezichten. Of hij kan vertellen of hun gezichten huilen of lachen. Hij maakt die foto's. Hij stuurt ze op. Eén gegeven probeert hij meestal te verzwijgen voor de achterblijvende familie. Dat ze hier tegen de regels van het geloof begraven worden, zonder ritueel, zonder gebed, en met de voeten in plaats van het hoofd naar Mekka. ,,Dat doet vreselijk veel pijn", zegt hij. ,,Als ik een moeder moet uitleggen dat haar kind niet alleen is verdronken maar ook wordt begraven op een manier die zij niet willen, die ik niet wil." De migranten die de tocht naar Europa niet overleven bestaan niet. Geen regering binnen de Europese Unie doet moeite om hun namen te achterhalen, geen regering weet precies hoeveel er jaarlijks omkomen aan de buitengrenzen van het fort. Toen de Nederlandse staatssecretaris Nebahat Albayrak voor Vreemdelingenzaken dinsdag in een debat over vluchtelingen daarop werd gewezen noemde zij dat ,,verbazingwekkend". ,,We hebben geen idee hoeveel mensen aan de buitengrenzen
36
overlijden. Nu is het aan de landen zelf om voor die registratie te zorgen. Ik wil dat initiatief op Europees niveau regelen." Er zijn wel organisaties die de tellingen verrichten. Een actiegroep voortgekomen uit de kraakbeweging, United against Racism, knipt de berichten uit lokale kranten en maakt de optelsom. Meer dan 13.000 migranten overleden volgens die telling op hun vlucht naar Europa sinds de start van de telling in 1994. Verdronken na een schipbreuk voor de Spaanse kust van Lanzarote, uitgeput op de reis door de Libische woestijn, gedood door een Griekse landmijn op de grens met Turkije. De lijst is eindeloos. De families proberen vaak om hun doden weer thuis te krijgen, vertelt de Afghaan op Lesbos. ,,Maar dat gevecht is niet te winnen. Repatriëring kost duizenden euro's. De reis van hier naar Athene, van Athene naar Kabul: onbetaalbaar. En de westerse ambassades in Afghanistan geven geen visa aan de nabestaanden om hun verwanten de laatste eer te bewijzen." Dat idee bezwaart hem. Als enige permanente Afghaan op het eiland voelt hij de plicht om namens de families de begrafenisrituelen uit te voeren, en het islamitische gebed te verzorgen bij de begrafenis, als hij op tijd wordt ingelicht. Maar tegen de dwingende restricties van de Griekse wet kan hij niet op. In Griekenland bestaat zo'n schrijnend tekort aan grafplaatsen dat alle graven na drie jaar worden geruimd. De botten worden aan de familie overgedragen. ,,Dat is tegen ons geloof. Dat vertel ik ze, maar niemand luistert", zegt hij. In al die jaren heeft hij niet kunnen achterhalen wat er met de botten van zijn landgenoten gebeurt na het ruimen van de graven. Vernietigd, vreest hij. Alsof ze nooit bestonden. 'Repatriëring kost duizenden euro's' Illegale Afghaan op Lesbos Copyright 2009 PCM Uitgevers B.V. All Rights Reserved
3.12 Artikel 2 Mensenrechten/ Menselijke waardigheid NRC.NEXT 11 augustus 2009 dinsdag De Europese grens ligt nu in de zee bij Afrika; Bootvluchtelingen worden al in de Afrikaanse wateren onderschept. Maar daardoor kunnen ze geen asiel aanvragen BYLINE: Mark Schenkel SECTION: COVER LENGTH: 1529 woorden SAMENVATTING Na Spanje stuurt ook Italië bootvluchtelingen terug naar Afrikaanse landen. Daarmee worden mensenrechten geschonden, zeggen deskundigen. VOLLEDIGE TEKST: Ook het gevoel dat er iets ontbreekt in het nieuws deze zomer? Neem bijvoorbeeld de zomer van 2006. Iedere dag waren er nieuwe beelden van uitgeputte Afrikanen in smalle houten bootjes die aanspoelden tussen de badgasten op Tenerife, Gran Canaria en Fuerteventura. Sommigen vonden daarbij de dood. Vorig jaar kwamen ze vooral aan in Italië en was het eiland Lampedusa in de Middellandse Zee recordhouder. De beelden van die bootjes waren kenmerkend voor de zomer. Zijn de temperaturen hoog en de zeeën kalm, dan komen de migranten. Maar dit jaar zijn die beelden er niet. De illegale migratie over zee is voor het eerst scherp gedaald. Doordat een omstreden opvatting over wat 'grenzen' zijn, steeds meer in de praktijk wordt gebracht. Kort gezegd komt het erop neer dat Europa zijn grensbewaking vooruitschuift richting Afrika. Richting de landen waar de migranten van wal steken. De achterliggende gedachte is even simpel als doeltreffend: wie niet kan vertrekken uit Afrika, kan ook niet arriveren in Europa. Het hele vraagstuk
37
van toelatingsprocedures, afwijzingen, uitzettingen en illegaliteit wordt zo vermeden. Een soort preventieve grenscontrole. Deze 'externalisering' van de Europese buitengrenzen wordt vooral beoefend door Spanje en Italië, landen in de frontlinie van immigratie. Maar ook door de Europese Commissie in Brussel. Die ondersteunt de Zuid-Europese landen door via het EU-grensagentschap Frontex logistiek advies en praktische middelen (kustwachtschepen, helikopters) beschikbaar te stellen. En de Europese Commissie, dat zijn uiteindelijk alle 27 lidstaten, waaronder Nederland. De aanpak is effectief, maar omstreden. ,,De verschuiving van 'Fort Europa' naar Afrika leidt tot de schending van fundamentele rechten van migranten", zegt Maarten den Heijer, asielrechtdeskundige van de Universiteit Leiden. Hij verwoordt de kritiek en de zorg die meer juristen en mensenrechtenactivisten hebben. ,,Europa schuift zijn eigen verantwoordelijkheden af op onderontwikkelde landen met beroerde mensenrechtensituaties." Spanje sloot, in reactie op het recordaantal bootmigranten in 2006, akkoorden met de WestAfrikaanse landen waar verreweg de meeste migranten van wal staken: Senegal en Mauretanië. In ruil voor financiële steun en enkele duizenden tijdelijke arbeidsmarktcontracten bedong Madrid dat het voortaan mag patrouilleren in de territoriale wateren van deze landen. Onderschepte migranten worden sindsdien, buiten het zicht van de Europese media, meteen terug aan land gezet. Ook andere West-Afrikaanse landen krijgen extra geld om hun grensbewaking op te schroeven. Duizenden migranten zijn in de afgelopen drie jaar tegengehouden bij West-Afrika; de route naar de Canarische Eilanden droogt langzaam op. Dit jaar volgde Italië het Spaanse voorbeeld. Rome stuurt sinds mei migranten die het op de Middellandse Zee onderschept rechtstreeks terug. Libië, waar negen van de tien migranten met bestemming Italië de zee op gaan, is voor het eerst bereid om de illegalen automatisch terug te nemen. Rome verwierf dit 'privilege' als onderdeel van een akkoord van 5 miljard dollar aan herstelbetalingen aan Tripoli, ter compensatie van de koloniale overheersing tussen 1911 en 1941. Italië deed Libië meteen ook een handvol patrouilleboten cadeau. Het zijn vooral de rechten van asielzoekers die in het gedrang komen. Tussen de economische migranten op de bootjes, de zogeheten 'gelukszoekers', zitten vaak mensen die op de vlucht zijn voor geweld in hun land, zoals Somaliërs, Eritreeërs en Afghanen. Zij hebben, bij aankomst op Europees grondgebied, het recht om asiel aan te vragen en om een antwoord af te wachten en tegen eventuele afwijzing in beroep te gaan. Spanje en Italië redeneren dat deze rechten niet van toepassing zijn, omdat de migranten Europa helemaal niet bereiken. De landen gaan inventief te werk om het contact tussen de migranten en hun eigen rechtsordes te vermijden: zo patrouilleert Spanje wel met zijn eigen boten in de Afrikaanse wateren, maar om te voorkomen dat het zich daarmee verplichtingen op de hals haalt, laat het de daadwerkelijke aanhouding van migranten over aan meevarende Afrikaanse agenten. Asielrechtdeskundige Den Heijer waarschuwt dat de juridische haarkloverij niet mag verbloemen waar het uiteindelijk om gaat: dat Europa verantwoordelijk is. ,,Iedereen snapt dat die aanhouding van een Afrikaanse migrant door een Afrikaanse agent in Afrikaanse wateren niet kan plaatsvinden zonder de Spaanse patrouilleboot", zegt hij. ,,Het is zonneklaar dat wij vluchtelingen verhinderen asiel aan te vragen." De betrokken Europese autoriteiten stellen dat hun aanpak de levens van Afrikanen spaart. Wie niet aan de levensgevaarlijke zeeroute kan beginnen, kan ook niet verdrinken of doodgaan van de dorst, is de redenering. ,,Wij redden levens", heeft de directeur van Frontex, de Fin Ilkka Laitinen, gezegd. Sommige migratiedeskundigen brengen daar weer tegenin dat illegalen in reactie op de strengere controles steeds langere routes nemen. Dat zou de kans op overlijden juist vergroten. Hoe het ook zij, zegt Den Heijer, vluchtelingen die worden teruggestuurd dreigen gearresteerd te worden in landen waar de mensenrechtensituatie bedenkelijk is. ,,En daar is Europa medeverantwoordelijk voor." Amnesty International publiceerde vorig jaar een kritisch rapport over de behandeling van migranten die door Spanje terug aan land waren gezet in Mauretanië. Duizenden migranten zijn het slachtoffer geworden van ,,willekeurige arrestaties en collectieve uitzettingen", aldus Amnesty, dat sprak van de schending van ,,fundamentele rechten van migranten". Amnesty noemt dit beleid ,,het perverse gevolg" van ,,intense druk uitgeoefend door de EU en Spanje in het bijzonder". VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR heeft scherpe kritiek geleverd op Italië vanwege het terugsturen naar Libië van een boot met 82 migranten, vrijwel allen afkomstig uit het dictatoriale Eritrea. UNHCR stelde vorige maand vast dat ,,een beduidend aantal" van hen ,,behoefte heeft aan internationale bescherming". Maar Libië kent helemaal geen asielprocedure. Tripoli tekende zelfs nooit het VNvluchtelingenverdrag uit 1951. De 82 migranten werden opgesloten. Thomas Spijkerboer, hoogleraar
38
migratierecht aan de VU in Amsterdam: ,,Asielzoekers terugsturen naar Libië is gewoon fout, zo moeilijk is dat niet." Onderzoeker Thomas Gammeltoft-Hansen toont begrip voor de opstelling van Spanje en Italië. Gammeltoft-Hansen, die in mei in Denemarken promoveerde op wat hij noemt de outsourcing van het Europese asiel- en migratiebeleid naar Afrika, stelt voorop dat hij het nieuwe beleid niet goedkeurt. Maar, zo benadrukt hij, de Zuid-Europese landen ontvangen onvoldoende steun van noordelijke landen bij het opvangen van de migratiedruk. Dan moeten wij, in Denemarken of Nederland, niet raar opkijken dat zij bilaterale afspraken maken met Afrikaanse landen. Volgens Gammeltoft-Hansen wordt de last binnen de EU slecht verdeeld. ,,Noordelijke landen nemen nauwelijks asielzoekers over van zuidelijke landen, terwijl ze wel asielzoekers terugsturen naar zuidelijke lidstaten." Hij doelt op het zogeheten Dublin-akkoord, dat bepaalt dat een asielzoeker alleen asiel mag aanvragen in het land waar hij de EU binnenkomt. Zo moet 'asielshoppen' worden voorkomen. Nederland bijvoorbeeld stuurt asielzoekers terug naar Griekenland als blijkt dat iemand daar Europa binnenkwam. Door hun geografische ligging is daardoor de druk op landen als Spanje, Italië, Malta en Griekenland groot. De zuidelijke landen eisen meer steun van noordelijke landen. Die gaan niet verder dan mondjesmaat Frontex steunen. Gammeltoft-Hansen: ,,Zodat ze kunnen zeggen: we helpen Zuid-Europa wel degelijk. Tegelijkertijd bekritiseren ze de 'externalisering' niet, daarmee is zowel noord als zuid tevreden. Het lost het migratieprobleem namelijk deels op, door het te verschuiven." Asielzoekers terugsturen naar Libië is gewoon fout Thomas Spijkerboer, hoogleraar Wij verhinderen vluchtelingen asiel aan te vragen Maarten den Heijer, jurist Immigratie per boot naar EU is levensgevaarlijk Op de Canarische Eilanden kwamen dit jaar tot 1 juli 1.318 illegalen aan. In heel 2006 waren dat er nog ruim 31.000. Op Lampedusa landden tot 1 juli van dit jaar 6.760 illegalen, minder dan de helft van de mensen die in dezelfde periode vorig jaar aankwam (14.800). En Malta, waar vaak illegalen aankomen die eigenlijk op weg zijn naar Italië, ontving in april en mei bij elkaar 99 migranten. In april en mei vorig jaar nog 872. Deskundigen schatten dat de migratie over zee 10 tot 15 procent vormt van de totale illegale migratie naar Europa. De meeste migranten komen gewoon met een visum, bijvoorbeeld via het vliegveld, laten dat verlopen en verdwijnen in de illegaliteit. Volgens de VN kwamen vorig jaar 67.000 migranten illegaal over zee naar Europa. De bootmigratie eist verhoudingsgewijs veel levens. Precieze cijfers ontbreken, maar naar schatting komen jaarlijks honderden, mogelijk enkele duizenden mensen om bij pogingen de EU te bereiken.
3.13 Artikel 3 Mensenrechten/ Menselijke waardigheid Reformatorisch Dagblad 9 December 2006 Saturday EU moet met Afrika praten; Europa zelf de oorzaak van het bootvluchtelingenprobleem SECTION: Opinie; Blz. 15 LENGTH: 736 words HIGHLIGHT: Doordat Europese vissers de wateren voor de kust van West-Afrika leegvissen, is er geen perspectief meer voor de oorspronkelijke bewoners en vluchten die massaal naar Europa. Door de vrije handel lijkt met de landbouwers hetzelfde te gaan gebeuren. De EU moet anders onderhandelen met Afrikaanse landen, stelt Margot Klute. Het is bijna winter. Waar in voorgaande jaren illegale bootvluchtelingen de oversteek niet waagden, lijkt dit jaar de stroom in de wintermaanden -ondanks de ruwe zee- nauwelijks af te nemen. Vanuit West-Afrika per gammel bootje naar de Canarische Eilanden en dan door naar Spanje. Op deze
39
zeeroute laten velen het leven. Waarom? Ze zijn op zoek naar een beter leven. Daar kunnen we verontwaardigd of verontrust over doen. Daarmee zullen wij ze echter niet tegenhouden. De migratie is een gevolg van akkoorden die de afgelopen vijf jaar tussen de EU en Afrikaanse landen zijn gesloten. Om te beginnen heeft Europa zijn visgronden grootschalig verlegd naar de Afrikaanse kustwateren. Begin 2001 werd er een visserijakkoord tussen de EU en Afrika uitonderhandeld waardoor Spaanse, Portugese, Nederlandse en Franse vissers de kustwateren van Mauritanië en Senegal met hun intensieve visserij bijna volledig hebben leeggevist. En gelijktijdig werden Senegalese vissers gestimuleerd hun vangst te vergroten, want Europa nam meer vis bij hen af dan ooit tevoren. Dat alles, terwijl Europa conform haar eigen beginselen, geen blijvende ecologische schade behoort aan te brengen. Gevolg voor Afrika: Vissers die geen enkel toekomstperspectief meer hebben in hun oorspronkelijke broodwinning, kiezen voor de hachelijke oversteek. Landbouw Het aantal illegale bootvluchtelingen zal in de nabije toekomst alleen maar toenemen. Naast de vissers zullen ook landbouwers genoodzaakt zijn hun geluk elders te beproeven. En ook daar is Europa goeddeels debet aan. Hoe zit het? Vanwege de goedkope massa-invoer van bevroren kip, goedkope Nederlandse uien en Italiaanse tomaten worden de inlandse producten weggeconcurreerd. Dat gebeurt in het kader van de liberalisering van de äwereldmarkt. Maar de vraag is: hoe kunnen kleine Afrikaanse landbouwers eerlijk concur-äreren met Europese groothandelaren die met moderne machines en vette subsidies voor extreem lage prijzen produceren? Ook beschikt de Afrikaanse landbouw bijvoorbeeld over een beperkte infrastructuur en is toegang tot krediet lastiger. Deze ongelijkheid lijkt in 2008 alleen maar groter te worden, omdat dan de Economic Partnership Agreements (EPA's) tussen Europa en de West-Afrikaanse landen in werking zullen treden. Dat betekent dat beschermende maatregelen van de lokale markt die Afrikaanse landen nu nog kennen, zullen afnemen. EPA-onderhandelaars van de Europese Unie én onderhandelaars van de Economische WestAfrikaanse Unie (Ecowas) leggen nauwelijks verband tussen de economische gevolgen van de EPA's en de migratiestromen. Zij zouden een goede beurt maken als zij een legaal migratiebeleid voor laagopgeleide Afrikanen in de EPA-verdragen zouden integreren. Zij zeggen respect voor humanitaire en ecologische principes te hebben. Dit kunnen zij tonen door ook binnen Europa per 2008 vrijhandel te bepleiten en dus verlaging van de EU-landbouw subsidies en tariefmuren te eisen. Niet pas in 2013, zoals nu het plan is. Duidelijkheid Een duidelijk migratiebeleid kan een oplossing zijn om de stroom gelukzoekers te beperken. Vooral in de landbouw geldt in heel Europa dat in oogstperiodes extra arbeidskrachten nodig zijn. Zoals Nederland jaarlijks Polen als aspergestekers laat komen, zo zouden ook laagopgeleide Afrikaanse migranten tijdelijk -voor drie maanden of voor een periode van maximaal twee jaar- kunnen worden toegelaten. Met behoud van hun paspoort, om daarna weer terug te gaan naar Afrika. Op dit moment kan geen enkele West-Afrikaan legaal naar Europa emigreren. Dit leidt tot mensonwaardige toestanden, die onnodig zijn. Veel Afrikaanse migranten hebben huis en haard verkocht en de schamele bezittingen äin een rugzak gepropt. Moeder en zusters hebben hun sieraden verkocht, of hebben hun eenmalige jaarinkomsten van de plaatselijke kredietgroep compleet aan de overtocht besteed. Wie met zijn familie bijna 1000 euro bij elkaar heeft gespaard om te migreren is een held, äeen man, iemand die geslaagd is. En dan heb je nog geen ävoet in het bootje gezet en nog niet op zee honger geleden. Dan heb je nog niet medereizigers overboord moeten gooien omdat de boot water maakt. äNa een barre tocht val je direct in de armen van de Spaanse guardia civil. Weg geld, weg moeite. Europese onderhandelaars én burgers moeten de gevolgen van hun handelen onder ogen zien en niet langer bij zo'n zichtbare, maar vooral onnodige tragedie de andere kant op kijken. NOTES: De auteur is Senegalspecialist bij ontwikkelingssamenwerkingsorganisatie ICCO.
3.14 Artikel 4 Mensenrechten/ Menselijke waardigheid NRC.NEXT 2 August 2006 Wednesday 1ste Editie Open de grens voor arme gelukszoekers; Als wij mogen emigreren, waarom zij dan niet?
40
BYLINE: Marco Visscher SECTION: OPINIE; Blz. 15 LENGTH: 952 words SAMENVATTING Wij Nederlanders kunnen overal werken en vakantie vieren. Intussen houden we onze eigen grens angstvallig dicht voor anderen. FULL TEXT Voor de rituele zoektocht naar de zon hoeven ze het niet te doen, al die Nederlanders die op vakantie gaan. Een reis naar de buurlanden is allang niet meer voldoende. We willen de Afrikaanse safari, de afgelegen Aziatische steppen, de Zuid-Amerikaanse gebergten. Of we willen ons blijvend vestigen: zeker een half miljoen Nederlanders zitten in het buitenland, genietend van werkervaring in een andere cultuur. Omdat het zo logisch is, zouden we bijna vergeten dat reizen een privilege is dat ongekend is voor onze exotische reisleiders, taxichauffeurs, obers, schoenenpoetsers en die anderen die we onderweg in den vreemde ontmoeten. Vakantie is iets wat de meeste mensen alleen kennen van hun westerse bezoekers. Een permanente verhuizing naar een rijk land zit er voor hen al helemaal niet in. Waar wij, westerlingen, een niet eerder vertoonde welvaart en vrijheid genieten om ons te verplaatsen, gelden voor anderen verdere beperkingen. Ze zouden eens willen blijven! Om dat te voorkomen, is er strenge wetgeving. Met die strenge wetten ontnemen we zo'n 5 miljard mensen een basisrecht dat wij in het rijke, liberale Westen zo belangrijk vinden: zelfontplooiing. Wij gunnen onszelf voortdurend mogelijkheden om de wereld te verkennen en onszelf te vestigen op plaatsen waar we verder kunnen stijgen op de carrièreladder. Maar het minder fortuinlijke deel van de wereldbevolking mag het lekker uitzoeken in hun straatarme, corrupte thuisland. Het is tekenend dat zelfs de Vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties geen idee heeft hoeveel migranten sterven tijdens hun reis naar een land waarvan ze verwachten dat het er beter zal zijn. Als ze, onderweg naar Fort Europa, overboord slaan in hun lekke bootjes, halen we onze schouders op. Als ze stikken in de overvolle laadbak van een vrachtwagen, kijken we de andere kant op. En als ze hun barre tocht overleven? Pak ze op en stuur ze terug; daarvoor hebben we een duur apparaat van douanebeambten en grenspatrouille in het leven geroepen. De recente onderschepping van Afrikaanse vluchtelingen bij de Canarische eilanden biedt ook weer een illustratie van de wrange werkelijkheid. Tik in een zoekmachine 'bootvluchtelingen' en 'Tenerife' in, en je krijgt niet alleen nieuwsartikelen over de onderschepping, maar ook een stroom aan reclame van reisbureaus die je goedkope vliegreizen en een 'vakantiestunt' met 'unieke hotels' voorschotelen. Zou het die wanhopige migranten ook vreemd voorkomen dat de producten die zij dagelijks maken voor de westerse markt een grotere bewegingsvrijheid genieten dan zij? Immers, grenzen vervagen wanneer goederen over de aardbol worden verplaatst. De bananen, koffiebonen, T-shirts en dvdrecorders die ze elke dag onze kant op sturen, halen we graag in huis - het liefst zo goedkoop mogelijk. Maar als de boeren en fabrieksarbeiders zich als 'import' melden bij de grens, worden ze bestempeld als 'economische vluchtelingen' en moeten ze terug naar waar ze vandaan komen. Is het raar dat die redenering geen consequenties heeft voor de producent van goederen en diensten? Philips sluit de lampenfabriek in Weert en zet 250 werknemers op straat om de productie te verhuizen naar Polen en China. ABN Amro maakte dit jaar bekend dat 650 banen, op het gebied van service en IT, worden verplaatst naar India. Werden deze bedrijven in hun thuisland vervolgd? Houden ze er politieke opvattingen op na die botsen met die van de Nederlandse regering? Hebben ze een familie die moet worden herenigd? Nee, de enige reden van hun verhuizing lijkt hun vooruitzicht meer geld te verdienen. Zijn Philips en ABN Amro dan ook 'economische vluchtelingen'? Dit is geen pleidooi om die banen in Nederland te houden. Dit is een oproep om de onrechtvaardigheid in ons migratiebeleid te erkennen. Globalisering hoort een internationale uitwisseling te zijn, waarbij landsgrenzen worden opgeheven. Dat is een nobel streven; als landen samenwerken, ontstaat meer vrede en voorspoed. Maar als bedrijven, goederen en diensten zich vrijelijk mogen bewegen, dan moeten mensen dat toch ook mogen? Niet alleen westerse vakantiegangers en carrièrejagers, maar óók de timmerman uit Ghana, de katoenboer uit India en de kinderoppas uit de Filippijnen die op de deur van rijkere landen kloppen. Dit beleid is onhoudbaar. Nu al zien we tot welke inhumane situaties dat kan leiden: als ze goed kunnen voetballen en onze clubs aan een grote prijs kunnen helpen, willen wij ze wel zelf uit Brazilië
41
komen ophalen. Als ze onze zieken kunnen opereren of verplegen, mogen ze uit Afrika overvliegen alsof hun landgenoten hun studie niet hebben bekostigd en geen behoefte zouden hebben aan ziekenzorg. Ofwel: economische vluchtelingen zijn welkom als ze ónze economie komen versterken. Een migratiebeleid dat is gericht op een onderscheid tussen talenten, tussen bedrijven en mensen, en tussen armen en rijken loopt tegen ethische grenzen aan. In het begin van de vorige eeuw maakten talrijke Nederlanders de grote boottocht naar het Beloofde Land dat gloorde aan de andere zijde van de oceaan. Zij gingen niet om politieke, maar om economische redenen. Nederland was immers een arme boerenkolonie en in Amerika kon je een nieuw leven beginnen met meer perspectief. Niemand nam het hen kwalijk dat zij een uitweg uit hun armoede zochten en probeerden hun rijkdom elders te vinden. Het wordt tijd dat we de moderne vluchtelingen verwelkomen als moedige en verlate lotgenoten in dezelfde strijd als die waarin onze overgrootouders zich bevonden. Niet alleen westerse carrièrejagers, óók de timmerman uit Ghana moet vrij bewegen NOTES: Marco Visscher is adjunct-hoofdredacteur van opinietijdschrift Ode (www.ode.nl). Copyright 2006 Visscher, Marco All Rights Reserved
3.15 Artikel 1 De Beproeving Trouw 29 oktober 2009 donderdag Ik was echt een speeltje voor ze BYLINE: Perdiep Ramesar SECTION: DEVERDIEPING; Blz. 25 LENGTH: 1294 woorden SAMENVATTING Abdel was 16 jaar toen hij naar Nederland als jongensprostitué werd verhandeld. Zijn verhaal is er een van vluchten en schuilen. Al bijna vier jaar leeft hij in de anonimiteit. VOLLEDIGE TEKST: Het eerste dat zijn handelaar aan de 16-jarige Abdel laat zien, is het Haagse Bos. Niet voor een boswandeling, maar voor werk. Niet om te schoffelen, maar voor seks. Seks met mannen die naar een homo-ontmoetingsplek in het grote bos nabij Den Haag Centraal Station komen. De handelaar - die door 'zijn' mediterrane jongens baas moest worden genoemd - zet met zijn busje Abdel en vier andere Marokkanen af aan de rand van het bos. De ruiten van het busje zijn geblindeerd, zodat niemand naar binnen of buiten kan kijken. Abdel heeft geen idee waar hij is en hoe de stad eruit ziet. Het enige wat hij ziet, is het interieur van het busje en de flat in Den Haag met eveneens geblindeerde ramen. Het Haagse Bos was niet de enige homo-ontmoetingsplek waar de jonge Abdel zou komen. Die eerste ervaring in dat bos in Den Haag als jongensprostitué is voor Abdel nu inmiddels bijna vier jaar geleden. Tot nu toe leeft hij in de anonimiteit. Eerst als seksknaap voor volwassen mannen die hun genot in het geniep zoeken. Daarna als escortboy voor rijkere oudere heren verspreid over heel Nederland, en nu als illegaal, schuilend voor de autoriteiten. Omdat hij illegaal is, wil hij niet met zijn echte naam en foto in de krant. ,,Het zijn mijn zeven magere jaren. Nog bijna drie jaar te gaan. Ik hoop dat die gauw voorbijgaan", zegt de inmiddels 19-jarige Marokkaan in redelijk Nederlands met een Vlaamse tongval, doordat hij sinds een jaar in België verblijft. ,,Want het leven heeft mij niet gebracht waar ik op hoopte." Abdel maakte in 2005 als één van de jongste bootreizigers in zijn groep de oversteek van Marokko naar Spanje. Hij wilde zijn geluk beproeven op het Europese vasteland. ,,Mijn vader wilde niet dat ik wegging, maar ik was vasthoudend. Hij kon mij niet tegenhouden. Hij zorgde in zijn eentje voor mij en mijn jongere broers en zussen. Mijn moeder stierf jaren geleden. In Marokko had ik geen toekomst. Mijn vader was te arm om de kinderen te laten studeren, terwijl ik dat juist wilde. Ik wilde advocaat worden, pleiten voor rechtvaardigheid. Maar ik werd homohoer."
42
Eenmaal in Spanje raakte zijn leven in een stroomversnelling. Het bootje met gelukzoekers werd onderschept door een containerschip met onbekende vracht. De bootvluchtelingen waren blij met de komst van het schip. ,,Het was in elk geval geen grenspolitie die ons weer terug zou sturen. Ik ken jongens die terugkwamen naar Marokko. Ze werden uitgelachen, omdat ze niet slim genoeg waren om het vasteland te halen. Sommige hadden alles opgegeven voordat ze in het bootje stapten. Al hun geld en bezit waren ze kwijt. Die kwamen berooid terug en moesten straatarm opnieuw beginnen." In de meeste containers op het schip zat vracht, maar in één bak zaten 'een stuk of vijftien jongemannen'. ,,De container was groot, maar we hadden amper bewegingsruimte. Hij was volledig afgesloten. Nadat de bak dicht ging, hoorden we een klap: de container ging op slot. We konden er niet uit. Als er wat was, moesten we door een kiertje van de containerdeur aan een touwtje trekken. Aan dat touwtje zat een belletje dat rinkelde als we eraan trokken. In de hoek van de reiscontainer stond een geïmproviseerde wc. Na een uur begon die te stinken, want als we naar het toilet moesten, konden we zolang als we wilden aan het touwtje trekken, effect had het niet. Daarvoor hadden we een ronde vuilnisbak met een gat erin en een grotere bak eronder om de uitwerpselen van de reizigers op te vangen." De menselijke vracht werd uitgeladen in Frankrijk, waar de reizigers werden opgehaald in autobussen voor de reis naar het noorden. In Abdels geval naar Nederland. Het busje van Abdel had een Nederlandse kentekenplaat en de ramen waren geblindeerd. Hij werd naar België gebracht waar hij moest overstappen in een ander busje, eveneens geblindeerd. Zijn paspoort had Abdel al lang niet meer, dat was op het vrachtschip afgenomen. Zijn papieren ziet hij nooit meer terug. Het geld dat hij van zijn vader mee kreeg, is ook weg. Een deel moest hij betalen op het schip, een deel voor de trip naar België en de rest aan de chauffeur die hem naar Nederland bracht. De bestuurder van het laatste busje zou Abdel dagelijks een paar keer zien. Dat is de man die hem en zijn medeslachtoffers van en naar de klanten bracht: naar de 'homobosjes' en naar de escortklanten. De Marokkaan spreekt vloeiend Frans, redt zich in het Engels en leert Nederlands. ,,Ik oefende met de andere jongens de talen. Dat lukte best goed met onze basiskennis van de middelbare school." Abdel verdiende weinig. In het bos werkte hij klanten af voor een paar tientjes per keer, waar hij maar vijf euro per keer van mocht houden. In de escortservice waarnaar hij via dezelfde mensenhandelaars promoveerde 'omdat hij lekker en goed was', verdiende hij 25 euro per keer. Terwijl zijn pooier 175 euro nam. Dat hij toen nog minderjarig was, dreef de prijs juist op. ,,Daar houden die mannen van. Een jonge jongen waar ze alles mee konden doen. Ik was echt een speeltje voor ze." Seks moest van zijn baas met condoom, want aan zieke jongens had hij niets. Maar dat gebeurde niet altijd. ,,In het bos of op parkeerplaatsen langs de snelweg gebruikten we wel condooms, maar bij klanten thuis was dat niet altijd eenvoudig. Veel klanten betaalden extra voor onveilige seks, en daar ging het op dat moment alleen om: geld." Vluchten was bijna onmogelijk. Abdel vertelt dat op de homo-ontmoetingsplekken altijd meer 'bewakers' mee waren. Bij de escort stond de chauffeur altijd met zijn auto vlak voor de deur van de klant. Bovendien durfde Abdel niet te vluchten. ,,Ze zeiden tegen mij dat als ik weg zou gaan, ze mijn arme oude vader in Marokko zouden vertellen wat voor werk ik hier doe. Dat wilde ik niet, mijn pa zou sterven van verdriet en schaamte. Als dat zou gebeuren, wat moesten mijn broertjes en zusjes dan? Nee, het was te gevaarlijk voor mij en mijn familie. Ik bleef maar werken. Telkens weer naar die klanten die ik intens haatte." Maar uiteindelijk was het een klant die Abdel hielp vluchten voor zijn mensenhandelaar. ,,Ik ging als escort naar een vaste klant. De enige klant aan wie ik over mijn privéleven had verteld. Hij had het met me te doen en bedacht een plan. De chauffeur kon niet vlak voor het huis parkeren en moest verderop staan. Dat gaf mij de gelegenheid om via de achterdeur en de tuin weg te gaan. De klant bracht mij met zijn auto die elders stond naar een politiebureau in het kleine plaatsje in Twente waar hij woonde. Hoe de chauffeur reageerde weet ik niet, want die heb ik daarna nooit meer gezien." De lokale politiefunctionaris wist niet wat zij met Abdel aan moest. Omdat hij geen identiteitspapieren kon overleggen, meldde zij hem bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Omdat Abdel zijn ware identiteit niet kon bewijzen, werd hij als illegaal bestempeld en moest hij het land worden uitgezet. ,,Gelukkig had de klant die mij redde een advocaat geregeld die bezwaar maakte tegen die beslissing en zorgde dat ik hulpverlening kreeg. Omdat de zaak nog in beroep was kon ik bij een opvang van de hulpverlening terecht." Maar zijn situatie bleek uitzichtloos. De IND was onwrikbaar en Abdel zag geen andere uitweg dan te vluchten. Hij vertrok naar België en heeft af en toe contact met enkele hulpverleners die hem niet kunnen helpen. Abdel pendelt tussen Antwerpen en Den Haag. Hij heeft onderdak bij vrienden. Maar ook zij zien geen uitweg meer voor Abdel. Niemand kan hem nog helpen. De daders zijn nooit gepakt en Abdel moet vluchten.
43
'Ze dreigden mijn arme oude vader in Marokko te zeggen wat ik hier doe' GRAPHIC: Een kamer in een escort-instelling voor homoseksuele mannen. FOTO ROB PHILIP
3.16 Artikel 2 De Beproeving de Volkskrant September 6, 2007 Ongewenste nieuwkomers BYLINE: Bert Lanting; Bart Mühl SECTION: VOORKANT; Blz. 15 LENGTH: 570 woorden SAMENVATTING: Afrikaanse vluchtelingen wagen hun leven omde kusten te bereiken van het paradijs, de Europese Unie. Als ze aankomen op Malta, wacht hun eentroosteloos bestaan in stoffige kampementen.Tekst Bert Lanting, fotografie Bart Mühl VOLLEDIGE TEKST: Na de verraderlijke golven van de Middellandse Zee wacht de Afrikanen die de oversteek naar Malta hebben gewaagd een nieuwe vijand: dodelijke verveling in een Maltees kampement, onder de brandende zon.In een opvangkamp in Masra, even buiten de hoofdstad Valetta, hangt een groepje bootvluchtelingen verveeld rond tussen de kale gebouwen. Stuk voor stuk hebben ze hun leven gewaagd om de kusten van het paradijs, de Europese Unie, te bereiken. Een man uit Soedan vertelt hoe zijn zwangere vrouw voor zijn ogen verdronk nadat hun bootje op volle zee was omgeslagen. Ook de meeste andere passagiers kwamen om. Hij praat erover op een merkwaardig afstandelijke manier, haast een beetje beschaamd om aandacht te vragen. De anderen luisteren onaangedaan toe. Haast iedereen in het opvangkamp heeft wel vrienden of familie aan de golven verloren, dus verdriet is hier een goedkoop artikel geworden. De zon staat loodrecht aan de hemel, waardoor alles een nog troostelozer indruk maakt: de bedompte slaapzaaltjes waar mannen lusteloos op stapelbedden liggen, de stoffige binnenplaats en de twee oude tv's in de kantine die haast door het felle daglicht worden overstemd. Toch is het in de open opvangkampen die her en der op het eilandje liggen nog een stuk beter dan in de gesloten kampen waar de illegalen die op Malta aanspoelen of uit de zee worden gered, soms wel anderhalf jaar vastzitten. 'Guantánamo Bay op Malta', noemen ze die oorden bitter. Wie de felbegeerde status van erkend vluchteling heeft weten te bereiken, mag officieel werken op het eiland. De rest probeert zwart aan de slag te raken in de bouw, maar vooral 's zomers is de spoeling dun. De meesten voelen zich scheef aangekeken door de plaatselijke bevolking. 'Ze beschouwen ons als concurrenten die de markt komen verpesten en hun baantjes inpikken', zegt een man die voor het oorlogsgeweld in Darfur is gevlucht. 'We zijn hier niet welkom.' Terry Gosden, de directeur van het opvangkamp in Marsa, heeft er wel begrip voor dat de Maltezen zich zorgen maken over de stroom bootvluchtelingen die het eiland te verwerken heeft gekregen. Sinds 2002 gaat het om zevenduizend man op een totale bevolking van 400duizend zielen (ter vergelijking: in Nederland zou dat neerkomen 280duizend illegale immigranten). Maar volgens hem proberen sommige politici munt uit de situatie te slaan door stemming te maken tegen de ongewenste nieuwkomers. Onlangs heeft zich een nieuwe, rechtse partij aangediend die alle illegalen na een maand het land wil laten uitzetten, tenzij andere EU-landen hen overnemen. De afgelopen maanden is de stroom migranten wat afgenomen, mede dankzij de patrouilles van schepen en vliegtuigjes van Frontex, het grensagentschap van de EU, op de zee tussen Libië en Malta. Maar voor de bewoners van de opvangkampen verandert er niets. Tot nog toe weigeren de andere EU-landen, op een enkele uitzondering na, migranten over te nemen van Malta, uit vrees dat dan alleen nog maar meer Afrikanen de oversteek naar het eiland zullen proberen te maken.
44
Dus zitten ze met elkaar opgescheept: Malta met de migranten uit Afrika en de migranten met Malta, een land dat ze nooit als eindbestemming hebben gekozen. NOTES: Tegen hun zin zitten ze met elkaar opgescheept: de migranten met Malta, en Malta met de migranten GRAPHIC: 06VOvoorkant_ph01, Lilo (bovenste foto), 21 jaar oud, komt uit Ghana en ging daar weg om werk te zoeken. Hij zit al bijna twee jaar vast op Malta. Na een verblijf van een jaar in een gesloten kampement zit hij nu in Marsa, een opvangkamp waar hij een van de zevenhonderd bewoners is. Die mogen gaan en staan waar ze willen - dat wil zeggen: zolang ze maar op Malta blijven. Maar in Marsa staan de stapelbedden net zo dicht opeen als in andere kampen en privacy is er nauwelijks; in een van de slaapzalen zitten twee jongens uit Eritrea en Soedan op hun bed te kletsen (foto midden). Enig vermaak is er nog wel rondom de pooltafel, waar jongens uit Eritrea en Somalië met elkaar spelen.
3.17 Artikel 3 De Beproeving Trouw July 20, 2006 donderdag Wachten op de kano naar Europa; Migratie BYLINE: door Julie van Traa SECTION: deVerdieping; Pg. 6 LENGTH: 1301 woorden Nouadibhou, een vissersstad in het uiterste noorden van Mauretanië, is het vertrekpunt voor honderden illegale Afrikaanse migranten. Ze huren er een kamer en wachten tot er een kano vertrekt richting Europa. Yahia Doubia uit Mali sprokkelde al zijn spaarcenten bijeen en reisde vanuit Tripoli in Libië, waar hij werkte als kleermaker, naar Nouadibhou. Doubia: "Ik had gehoord dat Nouadibhou vlakbij Spanje ligt." Maar bij aankomst wachtte hem een grote teleurstelling: tussen Nouadibhou en Las Palmas ligt achthonderd kilometer oceaan, te overbruggen per gammele kano. Dat was hem nooit verteld. Van heinde en ver komen gelukzoekers naar de stad midden in de woestijn in de hoop op een enkeltje Canarische Eilanden, het voorpoortaal voor het Spaanse vasteland. Nouadibhou ligt op een schiereiland. Behalve zand, zee en een harde wind is er niks. De wijde omgeving is één dorre vlakte. Sinds een jaar is de stad per asfaltweg bereikbaar. Hiervoor kon men er alleen per terreinwagen of vliegtuig komen. Toch is de stad met haar enorme visvangst het economisch centrum van Mauretanië. In twintig jaar tijd is de stad bijna verviervoudigd tot 90.000 inwoners. Zwarte Mauretaniërs uit de binnenlanden, Senegalezen, Gambianen en Malinezen, iedereen trekt naar de stad in de hoop een baantje vinden in de visserij, de ijzermijnen of als boy bij rijke blanke Mauretaniërs thuis. Chinezen, Russen en Spanjaarden hebben hier grote vissersvloten waarmee ze de zee afschuimen opzoek naar inktvis en langoustines. Naar schatting zijn 15.000 inwoners buitenlanders. "Het is daarom moeilijk onderscheid te maken tussen degenen die hier leven en degenen die weg willen", vertelt directeur Ahmedou Ould Haye van het lokale Rode Kruis. West-Afrikanen hebben geen paspoort of visum nodig om door Mauretanië te reizen. Potentiële bootvluchtelingen hoeven maar een taxibusje te nemen en bij aankomst worden ze onmiddellijk opgenomen door hun eigen gemeenschap. Elke nationaliteit heeft haar eigen buurt. Een slaapplek kost vijf euro per maand en is zo geregeld. Ook Soulayman (25) uit Mali kwam vier jaar geleden naar Nouadibhou om te werken in de visserij. Als hulp op een vissersboot verdiende hij redelijk. "Als we veel inktvis vingen, had ik dertig euro op een dag", vertelt hij. Hij zit op een schuimrubbermatrasje op de grond. Zijn woning is een benauwd hok van drie bij drie meter zonder ramen dat hij deelt met vier andere landgenoten. De geur van zweet vermengt zich met benzine. Aan de muur hangen vier rugzakken onder een dikke laag stof. "De mensen van wie die
45
rugzakken zijn, zitten nu allemaal op de Canarische Eilanden", vertelt hij. Zijn vriend Drissa Fané wijst ze aan alsof het trofeeën zijn. Sinds een jaar organiseert Soulayman boottochten. Aan de spullen is makkelijk te komen. In de haven liggen zo'n vierduizend kano's die normaal voor het vissen worden gebruikt, klaar om te worden verkocht. Op de zwarte markt is verder alles te vinden, van GPS-systemen tot oude buitenboordmotoren en gele plastic regenjassen. "Ik koop alles via de Senegalese vissers die hier al jaren leven", vertelt hij. Zij hebben toegang tot alle handelaren en zijn niet verdacht bij de lokale autoriteiten. Vier 'gevechten', zoals hij de oversteken noemt, heeft hij tot nu toe op zijn naam staan. De tocht duurt zo'n zes dagen en iedereen is veilig aangekomen. Soulayman heeft zijn reputatie gevestigd. De Malinezen uit de buurt weten dat er bij hem geen problemen waren met kapotte motoren of benzine vermengd met water. De concurrentie is moordend. Steeds meer mensensmokkelaars zijn actief. "Iedereen zoekt mensen die weg willen gaan", vertelt hij. Maar mensen zijn bang om door de politie of gendarmerie gepakt te worden en hun kapitaal te zien vervliegen. "De laatste tijd wordt er steeds vaker gepatrouilleerd", vertelt hij. Zelf zegt Soulayman nooit een cent te hebben betaald aan de gendarmerie of politie voor een veilige uittocht uit de haven. "Want je wordt vaak toch verraden en dan ben je je geld kwijt", aldus Soulayman. Hij vertrekt liever van een strand, enkele kilometers buiten de stad. Maar andere mensensmokkelaars vertellen hem dat ze duizend, drieduizend euro per uittocht betalen. Politiemannen rijden tegenwoordig in Mercedessen rond terwijl ze vroeger te voet gingen. De laatste keer dat hij een boot vol kreeg, is alweer vier maanden geleden. Steeds minder mensen hebben geld. De rijen voor het loket van Western Union in de enige hoofdstraat van Nouadibhou zijn een stuk minder lang dan een paar maanden terug. En de prijzen zijn verdubbeld. Een plaatsje op de boot kost op dit moment al snel duizend euro, een paar maanden terug was het vijfhonderd euro en soms konden mensen zelfs gratis mee. De lokale bevolking bekijkt de boel vol afgrijzen. "Het is onacceptabel dat mensen zo hun leven riskeren. Op een kano stappen staat gelijk aan zelfmoord. Niemand had gedacht dat mensen hiertoe in staat zouden zijn", vertelt apotheker Mohamed. De laatste paar maanden heeft hij veel pillen tegen zeeziekte verkocht. "Gelukkig is de vraag de laatste tijd een beetje gedaald." De migranten zorgen voor weinig overlast. "Ze wonen in de arme buurten en zijn heel discreet. Er is nooit een vechtpartij of ander geweld. Het leven van alledag gaat gewoon door", zegt Ould Haye van het Rode Kruis. Hij ergert zich aan de maatregelen die genomen zijn door de Europese Unie. Sinds anderhalve maand hebben de lokale autoriteiten hulp gekregen van de Spaanse Guardia Civil. Veertien man, twee patrouilleboten en een helikopter assisteren de marine en gendarmerie bij het opsporen van illegalen. "Waarom moet Mauretanië de grenzen van Europa gaan bewaken", vraagt hij zich af. Als de Spaanse autoriteiten illegalen van wie ze niet de nationaliteit kunnen vastleggen vanaf de Canarische Eilanden per vliegtuig naar het vaste land sturen, moet men niet verbaasd zijn dat mensen de oceaan oversteken. "Het is een Europees probleem. Bij ons is iedereen welkom", zegt hij. Dah Ould Aïda, een notabele uit de stad en zoon van een prins, stelt het nog scherper: "Waarom worden verstekelingen opgesloten in het opvangcentrum van het Rode Kruis en vervolgens het land uitgezet Wat hebben ze fout gedaan Ze zoeken alleen maar werk." Het opvangcentrum noemt hij steevast Guantánamo. De avond valt in Nouadibhou. Drissa Fané (28) uit Mali krijgt een telefoontje. De kano die vorige week vertrokken is, is goed aangekomen. Hij woont nu zes maanden in de stad en kent veel smokkelaars. Volgens hem vertrekken er nog steeds wekelijks volle kano's uit de vissersstad. "Het is lang geleden dat ik gehoord heb dat een kano niet is aangekomen", zegt hij. De illusie wordt goed instandgehouden: gezonken kano's komen bijna niet voor. En de mensen die tot nu toe wel dood aanspoelden op het strand, volgens de lokale autoriteiten zo'n tachtig in totaal, zijn een opoffering voor de anderen, aldus Fané. Hij loopt naar de spoorlijn. Verstopt achter een zandheuvel liggen hoopjes stenen bij elkaar. Hij wijst naar een hoopje: daar ligt zijn vriend Amadou begraven. Ze groeiden samen op in dezelfde buurt in de hoofdstad van Mali, Bamako. Hij moest de ouders bellen en vertellen dat hun zoon was overleden. Het veld ligt vol met lijken, anoniem naast elkaar, zonder grafsteen of opschrift. Fané is moe van alle avonturen. Na een zwerftocht van een jaar door Noord-Afrika wil hij nu het liefst naar huis, terug naar zijn vrouw en kind. "Maar ik heb geen geld en ik kan moeilijk thuiskomen zonder geld", zegt hij. Hij slijt zijn dagen in Nouadibhou. 800 kilometer per kano over de oceaan naar Las Palmas De mensen die aanspoelen zijn een offer voor anderen
46
Een politieman arresteert een immigrant. Vanuit de Mauretaanse stad Nouadibhou proberen duizenden Afrikanen per boot Europa te bereiken. De Europese Unie steunt de plaatselijke politie bij het terugsturen van mensen.
3.18 Artikel 4 De Beproeving NRC Handelsblad April 20, 2006 Samba trekt naar het hiernamaals; Duizenden Afrikaanse migranten beginnen nu in Mauretanië de gevaarlijke tocht naar Europa BYLINE: Wilfried Bossier SECTION: Buitenland; Pg. 5 LENGTH: 1445 words DATELINE: NOUADHIBOU, 20 april. Sinds Marokko onder Europese druk de doorgang van Afrikaanse migranten blokkeert, proberen ze nu massaal via het zuidelijker gelegen Mauretanië weg te komen naar het Europese Eldorado. Kali Djallo heeft zich twee dagen lang aan een rots vastgeklampt, vechtend voor zijn leven. Uiteindelijk is hij door Marokkaanse vissers gered. Drie dagen nadat hij met 41 andere Afrikaanse migranten van het strand van de Mauretaanse hoofdstad Nouakchott was vertrokken met bestemming Spanje, sloeg zijn houten vissersloep in stormweer voor de Marokkaanse kust op de klippen. Kali, een Guinees van dertig, had geluk. Eenentwintig medepassagiers verdronken. De Marokkaanse vissers vroegen 150 euro per man en dropten de drenkelingen net over de grens in Mauretanië op het strand. Djallo wil de oversteek zeker opnieuw proberen, maar wel op een veiliger manier. "We vertrokken om twee uur 's nachts van het strand vlakbij de vismarkt waar elke dag honderden veelkleurige pirogues - ambachtelijke sloepen - aanmeren", vertelt Djallo. "We hadden 110 liter water aan boord, een beetje voedsel en geen navigatieinstrumenten. Niemand van ons droeg een zwemvest. Ons doel was via de Straat van Gibraltar naar de Spaanse kust te varen." "We waren bang, doodsbang, af en toe was er paniek." Maar waarom begin je aan zoiets "Heel eenvoudig. Ik ben chauffeur, ik heb letterlijk alles geprobeerd, maar er is in mijn land geen werk en zelfs als je al een baantje vindt, verdien je amper genoeg om jezelf in leven te houden. Alleen in Europa kan je goedbetaald werk vinden en wat geld opsturen om het miserabele leventje van je familie te verbeteren." Djallo betaalde voor die hachelijke tocht meer dan 500 euro aan de passeurs, de zichtbare schakels in de netwerken op de nieuwste route van de internationale mensensmokkel. Sinds Marokko onder Europese druk de doorgang van Afrikanen heeft ingedamd, is de uitstroom naar het zuiden, naar de Mauretaanse havens en stranden, en zelfs de Senegalese havenstad St-Louis verschoven. "Samba al-Akhra, Samba trekt naar het hiernamaals", hoor je met wat galgenhumor in Nouakchott zeggen, een verwijzing naar het feit dat de uittocht van vooral West-Afrikaanse economische vluchtelingen richting Europa illegaal gebeurt en onder uiterst gevaarlijke omstandigheden. Volgens de Spaanse, Mauretaanse en Marokkaanse overheden hebben de veiligheidsdiensten en kustwacht tussen Mauretanië en de Canarische eilanden in 2005 meer dan 1.500 lijken van bootvluchtelingen uit de Atlantische oceaan opgevist. Alleen al in december zijn volgens Spaanse bronnen zeker 1.200 migranten op zee omgekomen. Er bevinden zich momenteel in de Mauretaanse noordelijke havenstad Nouadhibou naar schatting 20.000 Afrikanen uit landen ten zuiden van de Sahara, met name Mali, Senegal en Guinee, met de bedoeling om naar het Europese Eldorado te trekken. "In de meeste West-Afrikaanse landen vinden ook de beter opgeleiden geen werk en zij zijn bereid ook de grootste gevaren te trotseren om hun lot te verbeteren", zegt Khalifa Sy. Hij is actief lid van SOS Esclave, een organisatie die ijvert voor de afschaffing van de slavenhandel en voor de mensenrechten. Volgens hem zal de migratie niet tot staan komen ook al zijn Spanje en de Europese Unie bereid om er met krachtige en vooral repressieve middelen tegenin te gaan en al zou ook hier in Mauretanië de wettelijke controle veel strenger worden. "Het gaat om goed georganiseerde netwerken die bindingen hebben in de hoogste kringen en vaak op de medewerking van de veiligheidsdiensten kunnen rekenen." Volgens Khalifa Sy is het ondenkbaar dat er ook maar één bootje met migranten
47
afvaart zonder dat de politie in Nouadhibou er lucht van heeft. "Maar de agenten worden ook onderbetaald en willen dus graag de andere kant opkijken als ze door de passeurs wat toegestopt krijgen. Het gaat om grof geld en de mensensmokkelaars hebben vaak niet de minste scrupules", verzekert Sy. Souadou Diallo is afkomstig uit het Guinese Mali Mbere en woont al jaren met haar kroostrijke gezin in een van de armere buurten van Nouakchott. Drie weken geleden kreeg zij te horen dat haar twee broers zijn verdronken. "Elou werkte als taxichauffeur in de hoofdstad Conakry. Hij was dertig, getrouwd met een studente en vader van een negen maanden oud dochtertje. Hij heeft voor zijn jongere broer Manadou Samba (18) die in Dakar studeerde zeker de overtocht betaald", denkt Diallo. "Er zijn veel vrienden uit ons dorp vertrokken die nu in Spanje leven. Dat werkt aanstekelijk. Als ze het idee om te vertrekken in hun hoofd krijgen is er niets meer dat hen kan tegenhouden", zucht Diallo. "Ze stierven voor een paar centen, om hun moeders, hun vrouw en hun zusters te behagen - een miserabel einde." Volgens Diallo begint het netwerk al in Conakry: "Ze hebben Manadou en Elou via Dakar naar Nouadhibou gebracht met de smoes dat als hun vrienden in Spanje terechtkwamen, hen dat ook wel zou lukken." Veel kandidaat-migranten zijn arm en ongeletterd. Ze reizen hierheen in de hoop onderweg wat geld te verdienen en zo uiteindelijk de benodigde som, ten minste 500 euro, bij elkaar te krijgen voor de oversteek. Ze blijven onderweg soms maanden of jaren hangen, ook hier in Mauretanië; ze werken en sparen wat, en dan vertrekken ze. Ze betalen 100 euro voorschot en moeten vervolgens wachten op een sein van de passeur. Ze kunnen dan niet meer terug of ze verliezen dat geld. Volgens de wali (gouverneur), Yahia al-Sheikh, komen de migranten legaal. Mauretanië heeft akkoorden in die zin met 14 landen in het kader van de CEDEAO, de economische gemeenschap van West-Afrikaanse staten. De politie kan dus alleen optreden als de Afrikanen op heterdaad betrapt worden op het strand bij het illegale vertrek richting Spanje. De kustwacht beschikt niet over de middelen om op zee controle uit te oefenen. Samba Yaya Gueye (48) is in Nouadhibou geboren, heeft drie vrouwen en is vader van 21 kinderen. "Ja, ik ben visser en ik bezit twee pirogues", zegt hij pochend. De vrouwen die rond hem op kussens op de grond hebben plaatsgenomen en meeluisteren giechelen uitdagend. Hij ontwijkt handig alle vragen naar zijn rol als passeur: Weet hij iets van de andere vissers en wat zij met hun boten doen Weet hij iets over de Afrikaanse migranten die naar Spanje willen "Nee, ik weet niets, ik ken geen bootvluchtelingen. Ik houd me uitsluitend met visvangst bezig. Over visnetten weet ik alles." Zijn ogen blinken, zijn toon is schertsend. Een aartsleugenaar, zegt Khalifa. "Samba Yaya is de ergste mensensmokkelaar: de boten die hij voor zijn dodenreizen gebruikt zijn rot, de tweedehands buitenboordmotoren deugen niet en daarbij komt nog dat hij wel drie keer zoveel passagiers meeneemt als zijn boot eigenlijk aankan." Dergelijke houten boten kapseizen bij stormweer en als de motor afslaat, slaan ze vaak op de klippen te pletter. Want om de radar en de boten van de Marokkaanse en Spaanse kustwacht te ontwijken varen ze heel dicht onder de kust, vlakbij verraderlijke klippen en dodelijke onderstromingen. Wie in het water terechtkomt heeft weinig kans te overleven. "Vorige week stond hier een woedende en huilende menigte te betogen voor zijn deur", aldus Khalifa. "Rouwende nabestaanden en vrienden die gerechtigheid eisten voor Afrikanen die twee weken eerder van hier waren vertrokken op de route van de dood." Na 40 dagen vrijMeer dan 5.000 Afrikaanse migranten zijn vorig jaar via de Canarische eilanden Spaans territorium - tot de Europese Unie doorgedrongen. Voor de eerste drie maanden van dit jaar is dit aantal al opgelopen tot meer dan 3.000. Illegale migranten worden in interneringskampen vastgezet, waarna de autoriteiten volgens de Spaanse wet 40 dagen de tijd hebben om hun nationaliteit te bepalen. Wie geen identiteitspapieren bezit en blijft weigeren zijn nationaliteit prijs te geven, moet na die 40 dagen worden vrijgelaten en mag niet opnieuw worden opgepakt en vastgezet. De meeste migranten zorgen er dan ook voor dat ze zonder papieren uit Afrika scheep gaan. In de Mauretaanse havenstad Nouadhibou bouwen Spaanse troepen nu een opvangkamp in een oude school dat inmiddels bekend staat als Guantánamo. Het gerucht gaat dat het kamp met meer dan 300 bedden vooral zal dienen om door Spanje uitgezette of op zee onderschepte Afrikanen op te vangen, en niet zozeer door de Mauretaanse politie betrapte kandidaat-vluchtelingen. Het lokale Spaanse consulaat wilde geen uitsluitsel geven. Een Afrikaanse migrant die maandag bij zijn illegale vertrek uit Mauretanië door de politie is opgepakt, zit te wachten in een politiebureau in Nouadhibou. Duizenden Afrikanen proberen vanuit Mauretanië in wrakke bootjes Spaans gebied te bereiken. (Foto AP)
48