Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
1
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
AERODROME OPERATIONS MANUAL LUCHTHAVEN HOOGEVEEN LUCHTSPORTCENTRUM HOOGEVEEN
Samenstellers: C.F. Cruijff (havenmeester tot 1 maart 2012) R. Sloots (havenmeester vanaf 1 maart 2012) herziene versie F. Dijkstra
Jaargang 2014
2
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Distributielijst 1. Inspectie Leefomgeving & Transport Postbus 575 2130 AN HOOFDDORP 2. Exploitant luchthaven Hoogeveen Mr. H.G. van Koot Holtkampen 1 9481 JT VRIES 3. Havendienst luchthaven Hoogeveen Plesmanstraat 2 7903 BE HOOGEVEEN 4. Havenmeester luchthaven Hoogeveen Plesmanstraat 2 7903 BE HOOGEVEEN 5. reserve 6. werkexemplaar 7. Alle gebruikers via e-mail
3
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
VOORWOORD Ten behoeve van het verkrijgen van een veiligheidscertificaat stelt de exploitant een bedrijfshandboek op. Het veiligheidscertificaat is 5 jaar geldig. De provincie kan pas een luchthavenbesluit vaststellen als de luchthaven over een geldig veiligheidscertificaat beschikt. Het certificaat bevat vier hoofdelementen: a. inrichting en uitrusting van de luchthaven; b. bedrijfsvoeringsysteem van de vergunninghouder; c. procedures met betrekking tot de orde en veiligheid op de luchthaven; d. risico factoren Deze elementen zullen verder worden uitgewerkt in het hierna te noemen: AERODROME OPERATIONS MANUAL luchthaven Hoogeveen Aan de totstandkoming van dit boekwerk liggen een aantal wetsartikelen en publicaties ten grondslag, waarvan de belangrijkste zijn;` 1. Wet luchtvaart art.8.1; 8.1a; 8a.1; 8a.3; 8a.4 en 8a.5, 2. ICAO annex 14, 3. Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen, 4. Regeling valschermspringen 2010, 5. Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens, 6. Luchthavenbesluit.
Toelichting: Artikel 8.1a punt 4 stelt; Het is de exploitant van een luchthaven waarvoor vaststelling van een luchthavenbesluit vereist is, verboden die luchthaven in bedrijf te hebben indien hij niet beschikt over een geldig veiligheidscertificaat.
4
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Inhoudsopgave DEEL I 1.
VEILIGHEIDSBELEID
2.
INRICHTING EN UITRUSTING LUCHTHAVEN
2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
Beschrijving luchthaven Grondtekens en markering Brandweervoorziening Brandstofvoorziening Elektronische hulpmiddelen
3.
BEDRIJFSVOERING
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9. 3.10. 3.11. 3.12. 3.13. 3.14. 3.15. 3.16. 4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8. 4.9. 4.10. 4.11. 4.12. 4.13.
Gebruik luchthaven Organisatiestructuur Verantwoordelijkheid Stichtingsbestuur (exploitant) Taakomschrijving havenmeester Taakomschrijving assistent havenmeester Activiteiten Gebruik havendienstradio Grasmaaien Brandweerregeling Alarmregeling Registratie ongevallen en incidenten Vluchtafhandeling Havengeld tarieven Gebruikers luchthaven Veiligheidsaspecten Brandstofafgifte PROCEDURES M.B.T. ORDE EN VEILIGHEID Procedure t.a.v. het openen van de luchthaven Procedure t.a.v. het sluiten van de luchthaven Procedure t.a.v. de dagelijkse administratie Procedure t.a.v. het zweefvliegen Procedure t.a.v. het valschermspringen Procedure t.a.v. het reclamesleepvliegen Procedure t.a.v. vliegtuigongevallen / incidenten Procedure t.a.v. gebruik twin agent unit Procedure t.a.v. de brandstofcontrole Procedure t.a.v. de brandstofafgifte Procedure t.a.v. de brandstofverkoop Procedure t.a.v. klachten Procedure t.a.v. rapportage 5
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
4.14. 4.15. 4.16. 4.17.
Procedure t.a.v. documentatie en registratie Procedure t.a.v. onderhoud bedrijfsmiddelen Procedure t.a.v. de kwalificatie assistent havenmeester Procedure t.a.v. de controle op de naleving van de voorschriften m.b.t. orde en veiligheid. 4.18 Procedure gebruik luchthaven KLPD na sluitingtijd.
5.
RISICO FACTOREN
5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6. 5.7. 5.8. 5.9. 5.10. 5.11. 5.12.
Algemeen Baanconditie Motorstoring Mollen Konijnen Vogelconcentraties Inzet brandweervoertuig Brandstofvoorziening Parkeren vliegtuigen Gebruik havendienst radio Obstakelbeheersing Beperkt gebruik windzak
6
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
DEEL II 6
BIJLAGEN
6.1.
Luchthavenbesluit (p.m.)
6.2
Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens
6.3.
Regeling veilig gebruik luchthavens
6.4.
Ontheffing baanmarkering
6.5.
Veiligheidsinformatieblad Jet A-1 en AVGAS 100 LL Gebruik autobrandstoffen (MOGAS) EASA Safety Information Bulletin
6.6.
Regeling valschermspringen 2010
6.7.
Gebruik vliegveld Hoogeveen voor militaire vliegtuigen
6.8.
Taakomschrijving “havenmeester”
6.9.
Taakomschrijving “assistent havenmeester”
6.10. Rapport vliegtuigbrandbestrijding en reddingsoperaties 6.11. Luchthavenbesluit 6.12. Overzicht opstallen vliegveld Hoogeveen 6.13. Vervallen 6.14. Statuten / reglementen van de rechtspersoon 6.15. Inschrijving kamer van Koophandel 6.16. Erfpachtovereenkomst vliegveld 6.17. Overeenkomst overdracht brandstofvoorziening 6.18. Procedures tanken na sluitingstijd voor KLPD en MAA
7
Aerodrome Operations Manual
1.
Vliegveld Hoogeveen
VEILIGHEIDSBELEID De luchthaven moet zodanig zijn ingericht dat vliegtuigen er veilig kunnen opstijgen, landen en taxiën. Vanwege het vooral internationale karakter van de luchtvaart is de inrichting van een luchthaven zoveel mogelijk gestandaardiseerd. Hetzelfde geldt voor de signalen, tekens en inrichtingen die op de luchthaven worden gebruikt. Niet alleen materiële voorzieningen van de luchthaven moeten veilig zijn, de gebruikers, de bezoekers en de passagiers moeten zich ook zodanig gedragen dat de kans op ongelukken tot het minimum wordt beperkt. De orde en veiligheid op de luchthaven is in de voorschriften van het Algemeen luchthavenreglement geregeld. Waar nodig zijn aanvullende bepalingen van toepassing. De exploitant streeft er naar om de veiligheid risico’s op de luchthaven tot een minimum te beperken. Daarom is er naar gestreefd om de bedrijfsprocessen en procedures zodanig in het “Aerodrome manual “ te beschrijven, dat bij de naleving daarvan sprake is van een veilige luchthaven. Bovendien wordt daarmede de eigen werkzaamheid en waakzaamheid met betrekking tot de orde en veiligheid gewaarborgd. De havenmeester is verantwoordelijk voor de juiste uitvoering . Namens de exploitant,
Mr. Drs. H.G. van Koot voorzitter Stichting Vliegveld Hoogeveen
8
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
.
2.
Inrichting en uitrusting luchthaven
2.1.
Beschrijving luchthaven De luchthaven Hoogeveen is gelegen binnen het industrieterrein “de Wieken”, aan de Plesmanstraat 2, 7903 BE te Hoogeveen, provincie Drenthe. De luchthaven behoort tot de categorie ongecontroleerde luchthavens en is gelegen op 40 ft. boven het zeeniveau, beslaat een oppervlakte van circa 25 ha en beschikt over een onverharde (gras) start- en landingsbaan, in de geografische richting 094º - 274º, met een lengte van 1080 meter. De baan valt hier mee in de categorie 2B van de ICAO anex 14 Het gehele terrein is eigendom van de gemeente Hoogeveen. Op de luchthaven zijn een aantal opstallen gevestigd, waarin de diverse “contractanten” zijn gehuisvest, zie bijlage 6.12, t.w.: -
hangaar paracentrum Eelde/Hoogeveen (PCEH). hangaar Aero Noord. hangaar, onderhoudsbedrijf A.T.N. vliegveld restaurant met er boven een verkeerstoren. hangaar (zweef)vliegclub Hoogeveen. Hangaar 1voor particuliere eigenaren van vliegtuigen. Brandweergarage. Adbeco-hangaar. 7 x privé hangaar
Met uitzondering van de brandweergarage en het restaurant met bovengelegen toren zijn de overige opstallen in eigendom van derden, terwijl de ondergrond aan die derden, m.u.v. ATN hangaar en Adbeco hangaar, namens de Stichting Vliegveld Hoogeveen, in onderhuur is uitgegeven. Verder is aanwezig een tankinstallatie met betaalautomaat. Het tankplatform is voorzien van een vloeistofdichte vloer. Het complete platform is in eigendom van de Stichting Vliegveld Hoogeveen (SVH)
9
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
2.2. Grondtekens en markeringen 2.2.1. Seinen vierkant Het seinen vierkant is gelegen aan de zuidzijde nabij het havendienstkantoor. Het seinen vierkant is een horizontaal vlak met zijden van 11 meter, waaromheen een witte rand van 90 centimeter breedte is aangebracht. Het seinen vierkant is rondom zichtbaar vanuit elke hoek groter dan 10° Ten opzichte van het horizontale vlak, gezien vanaf een hoogte van 300 meter.
2.2.2 Windzak De windzak is zodanig geplaatst dat deze zichtbaar is voor vliegtuigen in de lucht en op het landingsterrein. De windzak is geplaatst nabij het seinenvierkant. De aanwijzing van de windzak is, met uitzondering bij noordelijke wind, betrouwbaar.
De windzak is in overeenstemming met de voorschriften volgens ICAO annex 14. 10
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
2.2.3. Aanduiding havendienst Om aan te geven waar de bestuurder van een luchtvaartuig zich na de landing moet melden, is aan de gevel van het havendienstkantoor een geel bord aangebracht met daarop een zwarte C.
C 2.2.4. Markering landingsterrein Het landingsterrein is gemarkeerd d.m.v. rood-witte merkbakens, en hebben de vorm en kleuren als aangegeven onderstaande foto.
De daarin gelegen landingsbaan voor motorvliegtuigen wordt aangeven met twee witte markeerbakens, zowel aan het begin als mede aan het einde van de baan. Op het landingsterrein kan slechts in de lengterichting worden geland of gestart.
De zijn de merkbakens geplaatst op een wijze zoals is aangegeven in nevenstaande schets, figuur 16, van de Regeling grondtekens en markeringen. De merkbakens zijn geplaatst op een onderlinge afstand van circa 140 meter. Indien gelijktijdig wordt gevlogen met motorvliegtuigen en zweefvliegtuigen, geschiedt dit op naast elkaar gelegen gedeelten van het landingsterrein. De scheiding wordt aangegeven door witte grondlappen, zoals is aangegeven in de procedure t.a.v. zweefvliegen, punt 4.1. 11
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
2.2.5. Markering voertuigen Ten behoeve van het zweefvliegen, wordt door de VCH (vliegclub Hoogeveen) gebruik gemaakt van een rood wit geblokte startcaravan en twee tractoren. De vierwiel aangedreven terreinwagen (blusvoertuig) beschikt over 2 zwaailichten. Voertuigen die met toestemming van de havendienst, op het landingsterrein bevinden, moeten voorzien zijn van een rood wit geblokte vlag, zoals aangegeven in onderstaande figuur.
2.2.6. Aanduiding onbruikbare gedeelte Voor het markeren van onbruikbare gedeelten van het landingsterrein worden oranje pylonen gebruikt met een hoogte van circa 50 centimeter. Waar nodig wordt ook gebruik gemaakt van rood wit geblokt plastic lint. 2.3.
Brandweervoorziening De exploitant beschikt over de volgende blusmiddelen: a. Een twin agent unit, gemonteerd op aanhanger, met een bluscapaciteit van 250 liter (pre-mixed) schuimvormend middel en 250 kilogram bluspoeder, b. Een terreinvoertuig t.b.v. het trekken van de in a. genoemde aanhanger. c. Handbrandblussers achterop het blusvoertuig: 1 poederblusser van 9 kilo, 1 schuimblusser van 6 liter en 1 CO2 blusser van 5 kilo. 12
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Het voertuig is voorzien van vierwielaandrijving en geschikt om in slechte terreinomstandigheden te opereren. d. Draagbare brandblussers; 1 schuimblusser, 6 ltr. inhoud in het havendienstgebouw boven 1 poederblusser, 9 kg. inhoud in het havendienstgebouw beneden 1 poederblusser, 9 kg. op het brandstofafgifte platform. e. Zand, in opslag, bij brandstofafgifte platform. De brandblusvoorziening inclusief voertuig, worden jaarlijks gecontroleerd en onderhouden.
2.4.
Brandstofvoorziening Op het platform voor brandstofafgifte kan men zowel Avgas 100 LL, JET-A1 en Mogas 98 tanken. Verder zijn er 3 ondergrondse tanks voor opslag van brandstof, Avgas 100 LL (30m³) , JET-A1(15m³) en Mogas 98 (12m³)
13
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Overzicht ondergrondse tankopslag van Avgas, Jet-A1
14
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Overzicht platform voor brandstofafgifte
2.5.
Elektronische hulpmiddelen
2.5.1. Windmeter Op het dak van het havendienstgebouw is een 9 meter hoge windmast geplaatst met een digitale windsensor . De windsensor combineert een windsnelheidsmeter en een windvaan op één uithouder.
15
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
De windsnelheidsmeter heeft een meetbereik van 0.97 kn tot 97 kn (0,5 tot 50 meter per sec. / 1.8 km tot 180 km per uur). De windvaan meet de windrichting van 0 tot 360°. De windsensor is zodanig geplaatst dat er sprake is van vrije aanstroom van de wind. In het havendienstkantoor kan men de actuele en de gemiddelde windsnelheid en richting op een display aflezen. Het display heeft een analoge en een numerieke aanwijzing en kan worden weergegeven in Beaufort, knopen of meters per seconde. 2.5.2. Barometer Voor het verstrekken van de QNH aan luchtvarenden wordt gebruik gemaakt van het internet www.luchtvaartmeteo.nl (weerstation Hoogeveen) 2.5.3. Computer In het havendienstkantoor bevindt zich een computer waarmee, via Internetverbinding, de TAF ( weersverwachting) en de METAR (actuele weergegevens) kunnen worden weergegeven voor zowel binnenland als buitenland. 2.5.4. Teletekst Op het havendienstkantoor is een televisietoestel geplaatst waarop de weersgegevens ten behoeve van de kleine luchtvaart in Nederland kunnen worden geprojecteerd via teletekst 707. 2.5.5. Havendienstradio Voor radiocommunicatie (Aerodrome information) beschikt de havendienst over een VHF zendinstallatie. 2.5.6. FAX In het havendienst kantoor is een fax aanwezig.
16
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
2.5.7. Telefoon De havendienst is telefonische tijdens openinguren bereikbaar. 2.5.8. Internet / WiFi De luchthaven beschikt over internet. Er is tevens WiFi beschikbaar.
3.
BEDRIJFSVOERING
3.1.
Gebruik luchthaven De luchthaven kan pas worden geopend voor het vliegverkeer wanneer minimaal aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. de havendienst is door daartoe gekwalificeerd personeel bezet. b. de brandweervoorziening en bezetting adequaat is, c. de taxi- en landingsbaan zijn gecontroleerd en in een goede conditie zijn bevonden. d. er wordt voldaan aan de geldende VFR (Visual Flight Rules). Als aan een van deze voorwaarden niet is voldaan, blijft de luchthaven gesloten. De luchthaven Hoogeveen is bestemd voor nationaal burgerluchtverkeer en burgerluchtverkeer van en naar Schengen landen, met vliegtuigen tot een maximum gewicht van 6000 kg, uitgezonderd vliegtuigen met straalaandrijving. Voor het opstijgen van de zweefvliegtuigen wordt buiten de openstelling van de luchthaven, gebruik gemaakt van de liermethode wanneer de wind geen noordelijke component bevat. Tijdens de openstelling wordt opgestegen met behulp van een sleepvliegtuig. Voor de luchthaven Hoogeveen geldt een luchtruimklasse G. De vluchten worden uitgevoerd onder de zichtvlieg voorschriften (VFR) die minimaal gelden voor klasse G.
17
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
De exploitant laat op de luchthaven slechts luchtverkeer toe, voorzover de daardoor veroorzaakte geluidsbelasting de vastgestelde geluidszone niet overschrijdt. Indien een zodanig gebruik van de luchthaven plaatsvindt dat een overschrijding van de geluidszone dreigt, is de exploitant gehouden maatregelen te nemen welke binnen zijn vermogen ligt om overschrijding van de geluidszone dan wel het vastgestelde aantal bewegingen met helikopters te voorkomen. Op de luchthaven Hoogeveen zijn jaarlijks maximaal 26.000 bewegingen toegestaan waarvan 2.000 met helikopters. Om de omwonenden zo min mogelijk te storen in de avondrust is door de exploitant bepaald dat de luchthaven geopend is; a. Van 1 april tot 1 oktober van 09.30 uur tot 19.00 uur lokale tijd. b. Van 1 oktober tot 1 april van 10.00 uur tot 19.00 uur tenzij zonsondergang voor 19.00 valt lokale tijd. c. Op aanvraag van 08.00 uur tot zonsondergang. d. Ten alle tijden voor helikopters van de MAA en de KLPD t.b.v. maatschappelijk belang. e. Procedures voor MAA en KLPD worden in bijlage 6.18 beschreven. de luchthaven kan vroeger worden opengesteld, of langer geopend blijven, echter niet vroeger dan 08.00 uur LT, onder de voorwaarde dat zulks minimaal een dag vooraf bekend moet worden gesteld bij de havendienst. De luchthaven Hoogeveen behoort tot de categorie ongecontroleerde (groene) luchthavens, dat betekent dat er geen verkeersleiding wordt gegeven. Ten aanzien van het verkeerscircuit moet deze worden gevlogen volgens de circuits gepubliceerd in de AIP gids Nederland. Zie afbeelding AIP visual approach chart.
18
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
19
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Aan het gebruik van de luchthaven worden de volgende voorwaarden gesteld: 1. Landen, opstijgen, taxiën en parkeren - het landen en opstijgen van luchtvaartuigen moet geschieden op de daartoe bestemde en gemarkeerde baan. - het taxiën met luchtvaartuigen is slechts toegestaan op de daarvoor bestemde en aangegeven gedeelten van het landingsterrein en vanaf de hangaars naar baan of het parkeer gedeelte. - het verplaatsen en parkeren van luchtvaartuigen op de platformen dient te geschieden overeenkomstig de aanwijzingen van de havendienst; - buiten de, in het hierboven genoemde terreingedeelten is het verplaatsen van luchtvaartuigen op de luchthaven slechts toegestaan naar een door de exploitant beschikbaar gesteld terreingedeelte; - Luchtvaartuigen met draaiende motor, mogen niet onbeheerd worden achtergelaten. 2. Oplieren en opslepen van zweefvliegtuigen Het opslepen en landen van zweefvliegtuigen geschiedt op het door de exploitant aangewezen deel van de luchthaven. Het lieren van zweefvliegtuigen is uitsluitend toegestaan buiten de opening tijden van de luchthaven. De procedure m.b.t. het zweefvliegen is opgenomen onder punt 4.4. 3. Het uitvoeren van parachutespringen op vliegveld Hoogeveen Voor het uitvoeren van parachutesprongen op de luchthaven Hoogeveen, is de regeling valschermspringen van toepassing (zie bijlage 6.6.). De procedure m.b.t. het parachutespringen is opgenomen onder punt 4.5. 4. Het aanhaken en afwerpen van sleepnetten Het aanhaken en afwerpen van sleepnetten dient te geschieden op de door de exploitant aangegeven posities in het landingsterrein. De procedure m.b.t. het uitvoeren van reclamesleepvluchten is opgenomen onder punt 4.6. 20
Aerodrome Operations Manual
5.
Vliegveld Hoogeveen
Opstijgen van vrije ballon In overleg met de havendienst kan het opstijgen van een vrije ballon worden toegestaan vanaf het parkeerterrein gelegen aan de noordzijde van de luchthaven.
6.
Gebruik militaire vliegtuigen Voor het gebruik van de luchthaven Hoogeveen door militaire vliegtuigen is ontheffing verleend voor 30 bewegingen. De beschikking is opgenomen in de bijlage 6.7.
7.
Uitoefenen bedrijf Het is verboden om, zonder vooraf verkregen schriftelijke toestemming van de exploitant, op de luchthaven Hoogeveen: - een bedrijf uit te oefenen c.q. te doen of laten uitoefenen; - te venten of te colporteren.
21
Aerodrome Operations Manual
3.2.
Vliegveld Hoogeveen
Organisatie structuur
secretariaat archief bewaking
HAVENMEESTER
ONDERHOUD CONDITIE LUCHTVAARTTERREIN
contr.fin.admin. bunkerverklaring lvrt.publikaties
VOORZITTER
#
HAVENDIENST BEZETTING 1. 2. 3.
INTERIEUR VERZORGING
beleid bepalend
beleid ondersteunend
beleid uitvoerend
beleid info
# Ingevolge de Regeling Certificatie Luchtvaartterreinen, de functionaris benoemd namens het Stichtingsbestuur, zijnde de vergunninghouder.
22
Aerodrome Operations Manual
3.3.
Vliegveld Hoogeveen
Verantwoordelijkheid Stichtingsbestuur (exploitant) De exploitant ziet er op toe dat de gebruikers van de luchthaven Hoogeveen, de toeleveranciers, de organisaties die op de luchthaven werkzaamheden verrichten, alsmede de organisaties welke op de luchthaven zelfstandig werkzaamheden verrichten, met betrekking tot vlucht of vluchtafhandeling, voldoen aan de eisen die door de exploitant zijn gesteld ten aanzien van de orde en veiligheid en het veilig gebruik van de luchthaven. De exploitant delegeert de verantwoordelijkheid m.b.t. toezicht op het voorgaande aan de havenmeester. De exploitant zorgt ervoor dat het Aerodrome Operations Manual (AM) te allen tijde een actuele beschrijving geeft van de inrichting en uitrusting van de luchthaven en het veiligheidsmanagementsysteem. De exploitant zorgt ervoor dat Onze Minister tijdig in kennis wordt gesteld van de wijzigingen van het AM en te allen tijde in het bezit is van de laatst geldende revisie ervan. Toelichting; In de Wet Luchtvaart is de verantwoordelijkheid van de exploitant vastgelegd in de volgende artikelen: Artikel 8.24a het toelaten van luchtverkeer Artikel 8a.1 het benoemen van een havenmeester Artikel 8a.3 het vaststellen van een bedrijfshandboek ( Aerodrome Operations Manual)
23
Aerodrome Operations Manual
3.4.
Vliegveld Hoogeveen
Verantwoordelijkheid Havenmeester In principe is het Stichtingsbestuur, zijnde de vergunninghouder, verantwoordelijk voor de exploitatie van de luchthaven Hoogeveen. In de praktijk zal deze bevoegdheid worden uitgeoefend door de havenmeester geassisteerd door de assistent havenmeester, degene die namens de exploitant belast is met de dagelijkse uitvoering van het toezicht op de luchthaven en met het toezicht op de veiligheid ( artikel 8a.1) De functie van havenmeester is een belangrijke functie die een gedegen kennis van alle activiteiten binnen de organisatie vereist, alsmede operationele kennis ten aanzien van de orde en veiligheid op, en het veilig gebruik van de luchthaven. Daarnaast moet de havenmeester op een effectieve manier kunnen communiceren met zowel het stichting bestuur, de medewerkers, gebruikers, gemeente, provincie, rijksoverheid en derden. De vergunninghouder stelt de havenmeester voldoende gegevens en de noodzakelijke middelen ter beschikking, teneinde de aan hem toegewezen taak naar behoren te kunnen vervullen. De taakomschrijving van de “havenmeester” is opgenomen in de bijlage 6.8.
24
Aerodrome Operations Manual
3.5.
Vliegveld Hoogeveen
Taakomschrijving assistent havenmeester 1. Controle baanconditie ( molshopen vlakken, troep verwijderen, vogels verjagen, gaten dichten) , 2. Controle brandweervoertuig, 3. Dagelijkse Controle alle drie de brandstoffen en bij nieuwe levering, 4. Openen seinenvierkant voor juiste baangebruik, 5. Slagboom ontsluiten. 6. Brandblusser op het brandstof platform zetten. 7. Aanzetten van de radio op havendienst frequentie (127,350) 8. Op de juiste wijze administreren brandstof voorraden, 9. Op de juiste wijze administreren van de havengelden, 10. Op de juiste wijze administreren van de stalling- en parkeergelden, 11. Bijwerken luchtvaartpublicaties, 12. Informatie verstrekken aan piloten, 13. Informeren van de havenmeester bij afwijkende en/of dringende situaties, 14. Beheer conditie grasbaan, dus geen turbinevliegtuigen laten stilstaan op gras, 15. Behandeling klachten ( alleen adres, telelefoonnummer en aard van de klacht opnemen), 16. Naleving instructies als verwoord in de bijlage 6.3. 17. Nauwkeurig invullen van de dagstaat vliegbewegingen, 18. Operationeel geopend zijn tijdens de openstellingstijd van de luchthaven 19. Belast met de uitvoering van het calamiteitenplan.
De taakomschrijving van de assistent havenmeester is op genomen in de bijlage 6.9.
25
Aerodrome Operations Manual
3.6.
Vliegveld Hoogeveen
Activiteiten Op en rondom de luchthaven Hoogeveen, vindt een diversiteit aan (vlieg)activiteiten plaats, soms in combinatie, wat alleen verantwoord is bij een strakke regie vanuit de havendienst en bij een goede samenwerking met de gebruikers en gebaseerd op een ruime dosis gezond vliegerschap. Op het luchtvaartterrein vinden de volgende activiteiten plaats: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Rondvluchten bedrijfsvluchten fotovluchten inspectievluchten (bosbrandpreventie en milieu) zakenvluchten lesvluchten luchtreclamevluchten militaire vluchten vluchten t.b.v. het valschermspringen zweefvliegen privé-vluchten Helikoptervluchten o.a. (trauma, klpd, les)
Toelichting: Om de activiteiten, welke soms tegelijkertijd plaatsvinden, in goede banen te leiden, is in de AIP Netherlands AD2.EHHO-3 opgenomen dat een tweezijdig gebruik van de havendienstfrequentie sterk wordt aanbevolen.
3.7.
Gebruik havendienstradio De luchthaven Hoogeveen behoort tot de categorie ongecontroleerde vliegvelden, hetgeen betekent dat er geen verkeersleiding wordt gegeven, maar dat de bestuurder van het luchtvaartuig zelf verantwoordelijk is voor een veilige aankomst dan wel vertrek van de luchthaven. De voor de bestuurder van het luchtvaartuig relevante vliegveldgegevens zijn vanuit de lucht af te lezen in het seinenvierkant en kunnen via de radio worden verstrekt. Op en rondom de luchthaven Hoogeveen vinden veel activiteiten plaats, vaak gelijktijdig. Het gebruik van tweezijdig radio communicatie wordt als onmisbaar beschouwd. 26
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Om die reden wordt het gebruik van radiocommunicatie op de luchthaven Hoogeveen sterk aangeraden. Het gebruik van de radio beperkt zich echter uitsluitend tot het geven van vliegveld informatie. Via de radio worden alle gegevens verstrekt welke voor het naderende c.q. vertrekkende verkeer van belang is, zoals: - baangebruik (richting en circuitronde) - hoogtemeterinstelling (QNH) - activiteiten op of nabij het vliegveld - windrichting en sterkte - eventuele obstakels op het landingsterrein - taxie- en parkeerinstructies 3.8.
Grasmaaien. De grasmaaier is uitgerust met een VHF radio, een telefoon, en een oranje zwaailamp. Het grasmaaien gebeurt op ongeregelde tijden. Tijdens de openingstijden van het vliegveld dient er tweezijdig radio contact te worden onderhouden met de d.d. havenmeester op de “toren”. Tijdens vliegbewegingen wordt het maaien zodanig uitgevoerd dat het vliegverkeer geen hinder van het maaien ondervindt. De landingsbaan tussen de witte baanmarkeringen wordt tijdens openingstijden uitsluitend gemaaid door iemand die bekend is met de vliegprocedures. Er wordt niet gemaaid op de landingsbaan als er vliegactiviteiten zijn die gebruik maken van deze baan of als er zich verkeer in het circuit op Base-leg of final bevindt. Tijdens het maaien door de d.d. havenmeester wordt het maaien onderbroken als er vliegactiviteiten zijn. De d.d. havenmeester geeft via de radio de benodigde informatie door en ziet erop toe dat de veiligheid op geen enkele wijze in gevaar komt.
27
Aerodrome Operations Manual
3.9.
Vliegveld Hoogeveen
Brandweerregeling Annex 14 – 9.2.37 geeft aan de vereiste bluscapaciteit voor de luchthaven Hoogeveen, ingedeeld in de brandrisicoklasse 1. De “Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen” verwijst naar de personele bezetting welke daarbij is vereist. De tweemans bezetting van het brandweervoertuig wordt geformeerd uit personeel van ATN /de havendienst en een personeelslid Van het onderhoudsbedrijf A.T.N. (tijdens openinguren van ATN). Het brandweer voertuig is bij bezetting van ATN op het platform voor hun deur geplaatst. Bij geen bezetting van ATN staat het blusvoertuig naast de toren bij de slagboom gereed om weg te rijden. De extra brandwacht zorgt ten alle tijden dat hij nooit verder dan honderd meter van het brandweervoertuig is verwijderd en in radiocontact staat met de toren. In het weekend bestaat de brandweerploeg uit de havenmeester en een extra brandwacht. Bij een ongeval wordt de meldkamer Drenthe direct via het alarmnummer 112 geïnformeerd. In geval van een calamiteit op de luchthaven Hoogeveen zal, in ieder geval, de gemeentebrandweer op grond van gemeentelijke brandweerzorg uitrukken. Het uitrukgebied van de “vliegveld”brandweer beperkt zich tot het luchtvaartterrein zoals aangegeven in de alarmregeling vliegveld Hoogeveen. Hoewel de opstallen van de contractanten op de luchthaven zijn uitgerust met een eigen brandblusvoorziening en worden geacht zelf met de brandbestrijding een aanvang te nemen, zal waar mogelijk, de “vliegveld” brandweer een ondersteunende rol vervullen totdat de gemeentebrandweer is gearriveerd.
28
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Vakindeling brandbestrijding: A, B, C = landingsbaan D= parkeerterrein en gebouwen
A 27
B
C 09 D
Op de luchthaven berust de algehele leiding bij de brandbestrijding in eerste instantie bij de dienst doende havenmeester, totdat deze wordt overgenomen door de commandant van de brandweer of diens vervanger. De personen die brandwacht vervullen moeten stevig schoeisel, een lange broek en een shirt met lange mouwen dragen. Van ieder voorval met een luchtvaartuig op de luchthaven, waarbij de brandweer daadwerkelijk is uitgerukt, wordt een rapport opgemaakt c.f. bijlage 6.10. 3.10 Alarmregeling De regeling is tot stand gekomen in overleg met de commandant van de gemeentebrandweer Hoogeveen en heeft de goedkeuring van de Inspectie Leefomgeving & Transport, divisie Luchtvaart.
3.11. Registratie (vlieg)ongevallen en incidenten Begripsbepalingen Luchtvaartongeval: elk voorval dat samenhangt met het gebruik van het luchtvaartuig tijdens de periode ingaande op het moment waarop enig persoon zich in het luchtvaartuig begeeft met het oogmerk om te vliegen tot het moment waarop deze personen allen het luchtvaartuig hebben verlaten en waarbij, behoudens in de bij ministeriële regeling bepaalde gevallen: 1. een persoon tijdens zijn verblijf aan boord van het luchtvaartuig of door direct contact met het luchtvaartuig of onderdelen daarvan, of als gevolg van rechtstreekse blootstelling aan een uitlaatgasstraal dodelijk 29
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
of ernstig letsel heeft bekomen, of; 2. het luchtvaartuig schade heeft opgelopen welke afbreuk doet aan de sterkte van de constructie, de vliegprestaties of –eigenschappen van het luchtvaartuig en waardoor grote reparaties of vervanging van een of meerdere onderdelen noodzakelijk is respectievelijk zijn, of; 3. het luchtvaartuig vermist of volledig onbereikbaar is. Ongeval: elk voorval op een luchthaven, waarbij dodelijk of ernstig letsel of schade van betekenis is veroorzaakt.
Incident: elk voorval, dat geen ongeval is en dat zich heeft afgespeeld op een luchthaven en afbreuk doet of zou kunnen doen aan de orde en veiligheid op, of het veilig gebruik van de luchthaven, of waarbij de veiligheid van personen in gevaar is gebracht. Ernstig incident: een incident dat zich voordoet onder omstandigheden die erop wijzen dat een bijna luchtvaartongeval heeft plaatsgevonden. Ernstig letsel: letsel door een persoon bij een ongeval op een luchthaven opgelopen, dat binnen 7 dagen na het tijdstip van het ongeval een ziekenhuisopname voor meer dan 48 uur tot gevolg heeft, dan wel heeft geresulteerd in: a. een botbreuk, met uitzondering van simpele breuken zoals die van tenen/vingers of neus; b. rupturen die leiden tot hevige bloedingen of hersen-, zenuw-, spierof peesletsel; c. inwendig letsel; d. tweede of derde graad brandwonden of verbranding van meer dan 5% van het lichaamsoppervlak; e. vastgestelde blootstelling aan schadelijke straling of besmettelijke stoffen. Gebrek of defect: het niet voldoen aan een eis ten aanzien van de inrichting of uitrusting van een luchthaven. Ernstig gebrek of defect: het niet voldoen aan een eis ten aanzien van de inrichting of uitrusting van een luchthaven, waardoor de veiligheid van personen op de luchthaven of inzittenden van een luchtvaartuig in gevaar is of kan worden gebracht.
30
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Schade van betekenis: a. met betrekking tot een luchtvaartuig: schade welke invloed heeft op de sterkte van de constructie, prestaties of de vliegeigenschappen van het luchtvaartuig en waarbij de noodzaak bestaat voor een omvangrijke reparatie of vervanging van beschadigde componenten, met uitzondering van motorstoringen, die uitsluitend leiden tot schade aan de betreffende motor en schade aan onbelangrijke componenten b. met betrekking tot de inrichting of uitrusting van een luchthaven: schade die zodanig van aard is dat hierdoor het veilig gebruik van een baan, rijbaan, of platform niet meer mogelijk is en de noodzaak bestaat voor een omvangrijke reparatie van de betreffende baan, rijbaan of platform, dan wel reparatie of vervanging van beschadigde onderdelen hiervan c. met betrekking tot derden: schade welke zodanige invloed heeft op de conditie van materiaal of uitrusting in gebruik voor vlucht- of vliegtuigafhandeling, dat hierdoor het betreffende materieel of uitrusting niet meer op veilige wijze kan worden gebruikt. Organisatie: een bedrijf, vennootschap, firma, onderneming of instelling of een deel daarvan, publiek- of privaatrechtelijk, met of zonder rechtspersoonlijkheid, met eigen functies en een eigen administratie. Onze Minister: de Minister van Inspectie leefomgeving en Transport. Registratie De exploitant van de luchthaven Hoogeveen verplicht haar gebruikers en organisaties die op de luchthaven voor de exploitant werkzaamheden verrichten, alsmede organisaties die op de luchthaven zelfstandig werkzaamheden verrichten met betrekking tot vluchtof vliegtuigafhandeling mee te werken aan het programma ter bevordering van de orde en veiligheid, als mede het veilig gebruik van de luchthaven, door ongevallen en incidenten en defecten en gebreken onverwijld te melden. De “havenmeester” voert, namens de exploitant, een registratie van: -
ongevallen en incidenten; defecten en gebreken aan inrichting en uitrusting van de luchthaven afwijkingen en tekortkomingen; interne- en externe klachten. 31
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
De “havenmeester” meldt, namens de exploitant, ongevallen en ernstige incidenten, alsmede ernstige gebreken onverwijld (in ieder geval binnen 72 uur) aan Onze Minister, c.f. de procedure zoals is vastgelegd in de “ALARMREGELING”. De “havenmeester” onderzoekt, namens de exploitant, de ongevallen en incidenten teneinde de mogelijke oorzaken te achterhalen. Hij stelt hieromtrent een rapport samen waarin door middel van de daarin gestelde aanbevelingen en maatregelen herhaling van soortgelijke incidenten mogelijk kan worden voorkomen.
Hij verzendt een exemplaar van het rapport aan de Divisie Luchtvaart te Hoofddorp en een exemplaar aan de secretaris van de Nederlandse Vereniging van Luchthavens (NVL) teneinde ruime bekendheid te geven aan de andere luchtvaartterreinen (lessons learned). 3.12 Vluchtafhandeling Hieronder wordt verstaan alle activiteiten op de luchthaven in relatie met de vlucht van een luchtvaartuig. Daarbij worden de volgende voorwaarden gesteld: a. degenen die zich met de afhandeling van passagiers belasten, moeten erop toezien dat de passagiers zich veilig over het platform kunnen begeven van en naar het luchtvaartuig; b. minderjarigen moeten worden begeleid.
3.13 Havengeld tarieven De havengeld tarieven worden jaarlijks vastgesteld. De havengeldregeling Hoogeveen ligt ter inzage bij de havendienst.
Toelichting; Artikel 8.53; Indien de exploitant van een luchthaven tarieven en voorwaarden vaststelt voor het gebruik van die luchthaven zijn deze non discriminatoir. 32
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
3.14. Gebruikers luchthaven Hoogeveen Op de luchthaven zijn de volgende gebruikers (contractanten) gehuisvest: A.T.N. aircraft division Een bedrijf voor onderhoud en reparaties aan met name “oldtimers” alsmede één en twee motorige vliegtuigen. Herstel van vliegtuigschade, plaatwerk, bekleden, spuiten, compenseren en wegen. Taxeert en bemiddelt bij de aan- en verkoop van gebruikte vliegtuigen. JAR 145 erkenning voor luchtvaartmotoren. Motorvliegvereniging Hoogeveen (MVVH) Opgericht omstreeks 1988. Heeft geen eigen vliegtuigen. De gebruikte vliegtuigen worden gehuurd. Paracentrum Hoogeveen Opgericht in 1970 als Paracentrum Noord. Naam gewijzigd in paracentrum Eelde - Hoogeveen. Beschikt over een Cessna T 207 A, uitgerust met een turbinemotor. Vliegclub Hoogeveen (VCH) Opgericht in 1966 en maakt sinds 1969 gebruik van een eigen motorvliegtuig om haar omvangrijke vloot zweefvliegtuigen op te slepen. De vliegclub Hoogeveen is niet alleen regionaal in trek, maar telt met name veel actieve leden uit de randstad.
R & V AERO BEHEER b.v. R & V Aero Beheer b.v. houdt zich bezig met: - rondvluchten - fotovluchten - lesvluchten - luchtreclame - vliegtuigverhuur
33
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Particuliere eigenaren Hoogeveen is de thuisbasis voor een groot aantal particuliere historische vliegtuigen welke zijn ondergebracht in verschillende hangaars. ADBECO-hangaar Sinds 1999 is het rijksmonument gevestigd op de luchthaven Hoogeveen. Sedert november 2005 is de hangaar in eigendom van ADBECO. De hangaar wordt gebruikt door de motor vliegvereniging Hoogeveen en enkele privé gebruikers
34
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
3.15. Veiligheidsaspecten Met betrekking tot de veiligheidsaspecten op de luchthaven, worden de volgende voorwaarden gesteld: 1.
Toegang tot het niet voor het publiek toegankelijke gedeelte van de luchthaven; a. voor de toegang tot het niet voor het publiek toegankelijke gegedeelte van de luchthaven is voor onbevoegden toestemming vereist van de havendienst; b. de aanwijzingen van de havendienst moeten daarbij stipt worden opgevolgd.
2.
Toegang tot het landingsterrein a. voor de toegang tot het landingsterrein is, per keer, de uitdrukkelijke toestemming vereist van de havendienst; b. de havendienst is te allen tijde bevoegd om de verleende toestemming in te trekken en personen te gelasten zich van het landingsterrein te verwijderen; c. personen aan wie toestemming is verleend voor toegang op het landingsterrein moeten zich na het verlaten afmelden bij de havendienst.
3.
Het uitvoeren van werkzaamheden op het landingsterrein en platform a. het is verboden om brandgevaarlijke werkzaamheden te verrichten binnen een afstand van 20 meter van een vliegtuig of van een opslagplaats voor vliegtuig- en andere brandstoffen; b. de havendienst kan te allen tijde een activiteit doen onderbreken of stopzetten; c. beschadiging van het terreinoppervlak en daarop geplaatste installaties of voorzieningen, waardoor enig gevaar of schade voor luchtvaartuigen kan ontstaan, moet direct worden gemeld bij de havenmeester.
35
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
4. Voertuigen in het landingsterrein, op de platformen en de daaraan grenzende wegen a. voertuigen hebben slechts toegang tot het landingsterrein, de platformen en de onmiddellijke daaraan grenzende wegen, indien daartoe, door de havendienst, toestemming is verleend; b. voertuigen, waarvan de motor in werking is gesteld, mogen niet onbeheerd in het landingsterrein of het platform worden achtergelaten. 5.
Opslag en plaatsing van gereedschappen, materialen, voertuigen en andere roerende zaken a. alle roerende zaken welke bij de afhandeling van een luchtvaartuig zijn betrokken en die niet direct voor een luchtvaartuig behoeven te worden gebruikt, moeten onverwijld door of vanwege de gebruiker worden verplaatst naar de daarvoor, door de exploitant aangewezen locaties; b. roerende zaken mogen slechts worden opgeslagen c.q. worden geplaatst op de daarvoor aangewezen locaties.
6.
Het voortbewegen, parkeren, stallen alsmede het verrichten van reparaties aan luchtvaartuigen a. het opstellen, parkeren en stallen van, alsmede het verrichten van reparaties aan vliegtuigen is slechts toegestaan op of in de daarvoor bestemde of aangewezen locaties; b. indien dit uit het oogpunt van de goede orde en veiligheid noodzakelijk wordt geacht, kan door de havendienst worden gelast dat de geparkeerde of gestalde luchtvaartuigen worden verplaatst; c. de afstand tussen geparkeerde vliegtuigen en de grens van het voor het publiek toegankelijke terreingedeelte moet tenminste 7 meter bedragen, met dien verstande dat deze minimale afstand zodanig moet worden vergroot dat nergens op het voor het publiek toegankelijke terreingedeelte de luchtsnelheid, veroorzaakt door de in werking zijnde voortstuwingsinstallatie, de 50 km/uur te boven kan gaan.
36
Aerodrome Operations Manual
7.
Vliegveld Hoogeveen
Het proefdraaien van vliegtuigmotoren, anders dan ten behoeve van warmdraaien voor de start of voor afkoeling na de vlucht a. proefdraaien van, in vliegtuig gemonteerde motoren mag slechts geschieden op de daarvoor aangewezen plaatsen, een en ander conform de voorwaarden en beperkingen welke de vigerende regeling proefdraaien terzake stelt; b. de havendienst kan het proefdraaien gedurende bepaalde uren of dagen verbieden of kan aan het proefdraaien voorwaarden verbinden; c. het proefdraaien op een platform is verboden, tenzij toestemming is verkregen van de havendienst.
Met inachtneming van het gestelde in het Algemeen Luchthaven Reglement, worden de volgende voorwaarden gesteld: 8.
Het gebruik van voertuigen op de niet voor het publiek opengestelde gedeelten van de luchthaven a. op de niet voor het publiek toegankelijk gestelde gedeelten van de luchthaven, worden verkeersbesluiten genomen namens de exploitant; b. het is verboden om zich op de niet voor het publiek toegankelijk gestelde gedeelten van de luchthaven zodanig te gedragen, dat de vrijheid van het overige verkeer zonder noodzaak wordt belemmerd of de veiligheid zonder noodzaak in gevaar wordt gebracht; c. het is verboden om op de niet voor het publiek toegankelijk gestelde gedeelten van de luchthaven een oneigenlijk gebruik te maken van voertuigen; d. voertuigen moeten op de daarvoor bestemde parkeerplaatsen worden gestald; e. het is verboden om elders dan op de daartoe aangewezen plaatsen, goederen over te laden, voertuigen te parkeren, te reinigen of te repareren; f. ingeval van overtreding van het onder d t/m f bepaalde, dan wel wanneer de goede orde en veiligheid zulks vereist, kan het betreffende voertuig worden verplaatst naar een aan te wijzen terreingedeelte.
37
Aerodrome Operations Manual
9.
Vliegveld Hoogeveen
Terreinkennis en rijvaardigheid a. de bestuurders van voertuigen welke op de niet voor het publiek toegankelijk gestelde gedeelte van de luchthaven, moeten voldoen aan de, door de exploitant te stellen eisen m.b.t. de terreinkennis en in het bezit zijn van een geldig rijbewijs.
10.
Communicatie met voertuigen a. de bestuurders van de voertuigen welke zijn voorzien van een radioverbinding moeten, voordat het landingsterrein wordt ingereden, een tweezijdige verbinding tot stand brengen met de havendienst en in het landingsterrein voortdurend uitluisteren op de havendienstfrequentie.
3.16. Brandstofafgifte Brandstof verkoop is alleen mogelijk met pinpas, creditcard en klantenkaart. Met betrekking tot de brandstofafgifte op de luchthaven Hoogeveen, worden de volgende voorwaarden gesteld: 1.
Het toezicht bij de met het tanken verbandhoudende werkzaamheden a. alle direct met het tanken verbandhoudende werkzaamheden dienen plaats te vinden onder de leiding van een terzake kundig persoon.
2.
Het tanken van luchtvaartuigen a. het is verboden te tanken met passagiers aan boord van het betreffende luchtvaartuig; b. het is verboden om te tanken met draaiende motor c.q. rotors mits hiervoor toestemming is verleend door de havendienst; c. het is verboden te tanken bij onweer of naderend onweer; d. Het is verboden te tanken zonder aangesloten aardingskabel. e. Bij het tanken moet elke handeling worden nagelaten welke brand kan veroorzaken dan wel de kans daarop vergroot. f. Het is verboden te tanken, anders dan boven het daartoe bestemde , vloeistofdichte platform. g. Het is verboden om tijdens het tanken een mobile telefoon te gebruiken binnen een straal van 20 meter van het brandstofplatform. 38
Aerodrome Operations Manual
3.
Vliegveld Hoogeveen
Gemorste olie of brandstof a. het tanken moet op een zodanige wijze geschieden dat geen brandstof wordt gemorst; b. ingeval van lekken of morsen van olie of brandstof, moet de havendienst hiervan onmiddellijk in kennis worden gesteld; c. gemorste olie of brandstof moet onmiddellijk, in overleg met de havendienst, worden verwijderd; d. wanneer bij of uit een vliegtuig brandstoflekkage wordt geconstateerd, mag het starten van de motor niet eerder plaatsvinden dan na verkregen toestemming van de havendienst e.e.a. na het nemen van (brandpreventie) voorzorgsmaatregelen.
39
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
4.
Procedures m.b.t. orde en veiligheid
4.1.
Procedure t.a.v. het openen van de luchthaven
40
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
41
Aerodrome Operations Manual
4.2.
Vliegveld Hoogeveen
Procedure t.a.v. het sluiten van het luchtvaartterrein
42
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Bij aanvang van de dagelijkse dienst zal de ass. havenmeester het veld inspecteren met het 4 wheeldrive aangedreven blusvoertuig. Als blijkt dat het veld erg nat is na hevige/langdurige regenval en het voertuig niet weg kan rijden op het natte gedeelte vanuit stilstand in zijn 2 wheeldrive zal dat gedeelte van de baan worden gesloten.
De ass. havenmeester zal het veld algeheel sluiten na een incident met een vliegtuig op de start/landingbaan en of taxitrack. Het veld zal tevens worden gesloten als er geen adequate brandblusmiddelen en of personeel aanwezig is op het veld.
4.2.
Procedure t.a.v. de dagelijkse administratie De dagelijkse administratie geschied handmatig. Medio 2014 zal dit worden vervangen het VVAS (vliegveld administratie systeem)
43
Aerodrome Operations Manual
4.4.
Vliegveld Hoogeveen
Procedure t.a.v. het zweefvliegen Lierstarts zijn verboden tijdens openstellingtijd van de luchthaven (zie AIP / VFR-gids en Jeppesen)
1. Briefing Alvorens met het zweefvliegen aan te vangen, dient de dienstdoend instructeur (DDI) zich eerst te melden bij de havendienst om daar de bijzonderheden te vernemen omtrent het baangebruik, en eventuele andere activiteiten welke op het luchtvaartterrein plaatsvinden. 2. Verplaatsing van materieel Ten behoeve van het zweefvliegen zijn een aantal voertuigen op het landingsterrein toegestaan, te weten: a. twee tractoren t.b.v. het uitrijden c.q. verplaatsen van de startcaravan en de zweefvliegtuigen; b. één personenauto t.b.v. de instructeur; c. de startcaravan is geschilderd in een rood en wit geblokt kleurenschema, alle voertuigen moeten zijn voorzien van een rood en wit geblokte vlag.
3. Verplaatsing De leden van de vliegclub kunnen zich te voet begeven naar en van de startplaats van de zwevers, tijdens het verplaatsen van hun materieel. Het materieel wordt verplaatst via de taxibaan tot het eind van de baan en daar kan worden overgestoken als zich geen vliegverkeer op final bevind naar de zweefbaan. Gedurende de openstelling van de luchthaven wordt een ieder verplaatst, via de AIR SIDE, met de tractor. Bestuurders van het sleepvliegtuig mogen zich wel te voet naar de zweefvliegcaravan begeven. 4. Opstelling materieel a. de startcaravan dient bij de baandrempel (witte) hondenhok te worden opgesteld, zoals is aangegeven op bladzijde 53; b. de zweefvliegtuigen dienen nabij de startcaravan, langs de slootrand te worden opgesteld en wel haaks op de baanrichting; c. aanhangwagens (pakwagens) mogen, met toestemming van de havendienst tijdelijk achter langs de slootrand worden geparkeerd. 44
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
5. Baanmarkering Voordat het zweefvliegen kan aanvangen, dient de scheiding tussen de motor- en zweefvliegbaan tot stand te zijn gebracht. Dit geschiedt door het uitleggen van 3 witte grondlappen, welke circa 20 meter uit elkaar worden gelegd in de lengterichting van de landingsbaan op een afstand van 60 meter van de slootrand en wel aan de zuidzijde van het landingsterrein. De scheiding tussen de zuidelijke baandrempel en de witte lappen bedraagt 10 meter. (bufferzone) 6. Communicatie Tijdens het zweefvliegen dient een tweezijdige radioverbinding te worden onderhouden tussen de startcaravan en de havendienst, via de havendienstfrequentie. Daarnaast is een directe telefoonverbinding verplicht. Met uitzondering van de radiotest mag de havendienstfrequentie niet oneigenlijk gebruikt worden, tenzij er sprake is van een noodsituatie. 7. Opslepen van zweefvliegtuigen a. bij het slepen van zweefvliegtuigen dient een vliegpatroon te worden gevolgd zoals is aangegeven op de bladzijde 54. b. teneinde geluidsoverlast zoveel mogelijk te beperken, moet er naar gestreefd worden de woonbebouwing zoveel mogelijk te ontzien. Veiligheidseisen 1.
Zonder een deugdelijke communicatie tussen de startcaravan en de havendienst is het verboden om aan te vangen met zweefvliegen. Ingeval de verbinding uitvalt tijdens de zweefvliegactiviteit, moet het zweefvliegen worden stilgelegd totdat de verbinding weer is hersteld.
2.
Alvorens met het zweefvliegen te kunnen aanvangen, dient een instructeur of verantwoordelijk zweefvliegbewijshouder aanwezig te zijn. (DDI) 45
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
3
Indien de DDI zelf gaat vliegen zal hij iemand aanwijzen die de leiding op de grond zal waarnemen.
4.
Bij het uitrijden van materieel van de hangaar naar de startplaats dient de uiterste zorgvuldigheid te worden betracht. Bij geopend veld mag de landingsbaan niet meer worden overgestoken en is de verplichte route via de taxibaan.
5.
Het is niet toegestaan, ook niet voor oefening, een zweefvliegtuig te ontkoppelen in het motorvliegcircuit. Het is niet toegestaan om met een zweefvliegtuig te landen op de motorbaan, anders dan in geval van een noodsituatie of aan het eind van de zweefvliegdag in overleg met de ass. havenmeester, zodat kan worden uitgerold tot aan de zweefvlieg hangaar.
6
Het is niet toegestaan om een zweefvliegtuig op te slepen zolang zich nog een zweefvliegtuig op de baan bevind.
7
Indien gebruik wordt gemaakt van een vaste sleepkabel, dient het afwerpen van de kabel zodanig te geschieden dat personen welke zich bevinden op of nabij de “undershoot area” niet in gevaar worden gebracht.
Indien gebruik wordt gemaakt van een vaste sleepkabel, moet de startcaravan worden opgesteld ter hoogte van de derde roodwitte markering. Indien gebruik wordt gemaakt van een intrekbare sleepkabel, wordt de startcaravan opgesteld ter hoogte van de baandrempel (witte markering).
8
In geval van een vliegtuigongeval op de luchthaven, dient het Opslepen van zwevers onmiddellijk te worden gestaakt totdat de havenmeester de luchthaven weer opent voor vliegverkeer. Indien het een zweefvliegongeval betreft moet de havendienst, via de radio, terstond worden geïnformeerd.
9
Bij plotseling opkomend slecht weer dienen alle, in de lucht zijnde zweefvliegtuigen te bezetten op de havendienstfrequentie.
10
Het sleepvliegtuig moet continue bezet zijn op de havendienstfrequentie.
11
De bestuurder van het sleepvliegtuig moet zich telkenmale, t.b.v. het overige vliegverkeer, via de radio op “down-wind” en final melden.
46
Aerodrome Operations Manual
12
Vliegveld Hoogeveen
De bestuurder van het sleepvliegtuig mag niet starten indien er zich een motorvliegtuig op final of de motor landingbaan bevindt. De DDI of diens plaatsvervanger houden hier scherp toezicht op. 13 Na het ontkoppelen van het zweefvliegtuig moet het sleepvliegtuig tijdens de daling een zodanig patroon volgen dat vanuit een noordelijke richting, op 700 ft. de “down-wind” positie kan worden aangevlogen, zodat hij ook waarneembaar is voor eventuele andere vliegtuigen welke zich in het circuit bevinden.
14.
Lierstarts mogen alleen worden gemaakt buiten de openstellingstijd van de luchthaven, tenzij andere, reeds geplande, activiteiten dat verhinderen. Om zulks te voorkomen dient de DDI voor 16.00 uur op de betreffende dag overleg te plegen met de havendienst.
15
Er mag niet gelierd worden bij een windrichting met een Noordelijke component.
16
Er mag alleen gelierd worden onder toezicht van een daartoe bevoegde instructeur (DDI). De DDI is verantwoordelijk voor de veilige uitvoering van het lieren. . Toelichting In verband met een weg evenwijdig en langs de sloot aan de zuidzijde van de luchthaven, moest het zijwaartse obstakelvlak, vanaf die slootrand, over een afstand van 7,5 meter naar het Noorden worden verschoven. Bij handhaving van de oorspronkelijke positie van de motorbaan zou er, volgens de toenmalige IVW, te weinig ruimte overblijven voor het op veilige wijze uitvoeren van zweefvliegactiviteiten. Naar aanleiding hiervan heeft op 30 november 2010, te Hoofddorp, een overleg plaatsgevonden, waaraan werd deelgenomen door vertegenwoordigers van IVW, de projectleider van de gemeente Hoogeveen en de havenmeester van de luchthaven. Daarbij is het volgende overeengekomen; Bij het uitoefenen van zweefvliegactiviteiten wordt, vanaf de slootrand (zuidzijde) gemeten een strook van 60 meter beschikbaar gesteld. Tussen de zweefvliegstrook en de motorbaan blijft een bufferzone van 10 meter gehandhaafd. De motorbaan zal dien ten gevolge wat naar het Noorden opschuiven. Echter is deze verschuiving zo gering dat er voldoende ruimte overblijft om op veilige wijze te taxiën.
Wijzing per 22 januari 2012
47
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Vliegpatroon sleepvliegtuig vliegclub Hoogeveen (VCH)
48
Aerodrome Operations Manual
4.5.
Vliegveld Hoogeveen
Procedure t.a.v. het valschermspringen Algemeen 1. Voor het doen uitvoeren van valschermsprongen op de luchthaven Hoogeveen is de toestemming vereist van de luchtverkeersbeveiliging. De toestemming is verleend voor een gebied met een straal van 2 zeemijlen rondom de positie 52°43'51" NB en 006°30'58" OL ( het doelgebied) en heeft een permanent karakter. 2. Bij het valschermspringen op de luchthaven Hoogeveen mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van de aangegeven landingspositie, welke herkenbaar is als een springbak gevuld met wit zand. Uitvoering 1. Briefing Alvorens met het valschermspringen aan te vangen, dient de dienstdoend instructeur zich te melden bij de havendienst om zijn voornemens kenbaar te maken en te worden geïnformeerd omtrent de overige vliegactiviteiten op de luchthaven. 2. Klimprocedure Bij het klimmen naar grote hoogte dient de onmiddellijke omgeving van de luchthaven te worden gemeden, althans dient de klimprocedure op een zodanige wijze te worden uitgevoerd dat het veroorzaken van geluidhinder tot een uiterste minimum wordt beperkt. 3. Springprocedure Aangezien het dalen met een valscherm een onherroepelijke beweging is welke mogelijk in conflict kan raken met startende en landende toestellen op de luchthaven, dient de bestuurder van het betreffende vliegtuig één minuut voor de afsprong, via de radio, deze intentie kenbaar te maken.(“one minute call”)
De havendienst beoordeelt vervolgens of het landen per valscherm op De luchthaven verantwoord is en geeft, via de havendienstradio al of geen toestemming. 49
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Veiligheidseisen Naast de van toepassing zijnde Regeling valschermspringen 2010 zie bijlage 6.6, zijn voor de luchthaven Hoogeveen de onder staande regels van toepassing; 1. Er mag niet op de luchthaven worden gesprongen indien: a. er geen grondzicht is met het aangewezen springgebied, b. activiteiten op de luchthaven zulks verhinderen, bijvoorbeeld oppikken dan wel afwerpen van een reclamesleep. c. er sprake is van een luchtvaartongeval op de luchthaven, d. de havendienst geen toestemming geeft. 2. Tenzij er sprake is van een noodsituatie, is het verboden om, met een parachute op de ladingsbaan te landen. 3. Als enige uitzondering op de luchthaven mogen de valschermspringers van de paraclub Eelde / Hoogeveen het vliegtuig betreden waarbij de voortstuwingsinstallatie in werking is. 4. Na het afwerpen van de parachutisten dient de bestuurder van het betreffende vliegtuig, via het normale circuit, de landingsprocedure aan te vangen en zich, via de radio te melden op down wind en final in het circuit. 5. Indien zich een ongeval voordoet bij het valschermspringen op de luchthaven, dient de havendienst hiervan direct te worden geïnformeerd.
50
Aerodrome Operations Manual
4.6.
Vliegveld Hoogeveen
Procedure t.a.v. het reclamesleepvliegen Algemeen 1. In overleg met de Divisie Luchtvaart is in het verleden bepaald, dat de reclameslepen op de luchthaven worden uitgelegd langs de noordzijde van het landingsterrein, op de posities zoals zijn weer- gegeven op bladzijde 54, onder de voorwaarde dat maximaal 3 slepen naast elkaar mogen worden uitgelegd, tenzij de havendienst zulks, i.v.m. de (vlieg)veiligheid, niet verantwoord acht. 2. Het oppikken van de sleep dan wel het afwerpen van de sleep of de sleepkabel moet zodanig geschieden dat personen en zaken op de luchthaven niet in gevaar worden gebracht. Uitvoering 1. Oppikken van de reclamesleep a. Voordat de reclamesleep wordt uitgelegd, dient vooraf overleg plaats te vinden met de havendienst om te bepalen waar de sleep zal worden uitgelegd. Tevens wordt dan bepaald waar de reclamesleep zal worden afgeworpen. b. De reclamesleep dient zo kort mogelijk voor het tijdstip van oppikken te worden uitgelegd, teneinde niet onnodig lang een deel van het landingsterrein te blokkeren. c. De positie van de reclamesleep op de grond dient duidelijk te worden gemarkeerd, teneinde botsingen door vliegtuigen te voorkomen. (oranje pylonen en rood en wit geblokte vlaggen) d. Het oppikken van de reclamesleep geschiedt door aanwijzingen vanaf de grond door een daartoe bevoegd personeelslid van het reclamesleepbedrijf. e. Na het oppikken van de reclamesleep moet het landingsterrein zo snel mogelijk worden verlaten met meenemen van al het daarbij gebruikte materieel. f. Het reclamesleepbedrijf mag alleen met het daartoe benodigde personeel en één voertuig op het landingsterrein de voorbereidende werkzaamheden uitvoeren. 51
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
2. Afwerpen van de reclamesleep a. Tijdens de nadering van het vliegveld dient de bestuurder van het sleepvliegtuig zodanig te manoeuvreren, dat hij te allen tijde het overige vliegverkeer in het circuit kan overzien, alsmede de positie waar de reclamesleep moet worden afgeworpen. Hij dient daarbij zoveel mogelijk het circuit te volgen. b. Het afwerpen van de reclamesleep geschiedt op aanwijzing, vanaf de grond, door bevoegd personeels van het betreffende reclamesleepbedrijf. Het personeel moet tijdens het oppikken en afwerpen een reflecterend veiligheidsvest dragen. c. De reclamesleep moet, na het afwerpen, zo snel mogelijk worden verwijderd. d. Schade aan personen en / of eigendommen van derden, tengevolge van het afwerpen van de reclamesleep, alsmede als gevolg van achtergelaten materialen, komen ten laste van het reclamesleepbedrijf. Veiligheidseisen 1. Het sleepvliegtuig moet voorzien zijn van een deugdelijk functionerende radio, waarmee een tweezijdige radioverbinding kan worden onderhouden en welke gedurende het oppikken dan wel afwerpen van de reclamesleep moet zijn afgestemd op de havendienstradiofrequentie. 2. Voertuigen en personen dienen op voldoende en veilige afstand te worden opgesteld, zowel bij het oppikken alsmede bij het afwerpen van de reclamesleep. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de heersende wind. 3. De uitwijkbepalingen blijven onverkort van toepassing. 4. Tijdens het uitvoeren van een valschermsprong boven het luchtvaartterrein, mag geen reclamesleep worden opgepikt of afgeworpen. 5. Bij het afwerpen van de reclamesleep dient de persoon welke vanaf de grond de aanwijzingen geeft, een zodanige positie in te nemen, dat de bestuurder van het luchtvaartuig de aanwijzingen kan opvolgen zonder daarbij gedwongen wordt om achterom te kijken. 52
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
6. Na het afwerpen van de reclamesleep dient een “normaal circuit” te worden gevlogen en elke handeling welke onnodige geluidsoverlast veroorzaakt dan wel de naaste omgeving onnodig in gevaar brengt, te worden vermeden. 6. Indien de reclamesleep tijdens het oppikken onklaar raakt of anderszins is beschadigd, dient t.a.v. het afwerpen het normale landingscircuit te worden gevolgd. Het is niet toegestaan om tegen de baanrichting in de sleep af te werpen. 7. Indien men tijdens de vlucht de sleep verliest, dient de havendienst onmiddellijk te worden geïnformeerd, waarbij een zo nauwkeurig mogelijke positie moet worden doorgegeven. 8. Hoewel bij het oppikken /afwerpen van de reclamesleep, het Standaardluchtverkeerscircuit niet hoeft te worden gevolgd, dient in verband met de omliggende bebouwing en de mogelijke klachten, bij voorkeur de luchthaven in een noordelijke richting te worden verlaten dan wel vanaf een noordelijke richting te worden benaderd.
53
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Posities welke zijn gereserveerd t.b.v. het uitleggen reclameslepen.
54
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
4.7. Procedure t.a.v. vliegtuigongevallen 1. Op het luchtvaartterrein: - handradio en telefoon meenemen - uitrukken met brandweervoertuig - ter plaatse ongeval: a. bij brand : blussen teneinde te redden # b. geen brand: redden # - via de meldkamer Drenthe (112) verzoeken om assistentie - via de handradio het vliegverkeer laten beëindigen, c.q. laten uitwijken - zo snel mogelijk informeren: a. luchtvaartpolitie b. vooronderzoeker c. havenmeester d. exploitant - alle relevante gegevens opnemen c.f. het rapport vliegtuigbrandbestrijding en reddingsoperaties zoals is opgenomen in DEELII bijlage 6.10. # Als de brand is geblust, dan wel geen direct brandgevaar aanwezig is, hangt het van de conditie van de inzittenden af of verwijdering uit het vliegtuig wel verantwoord is, of dat gewacht moet worden op professionele assistentie. 2. -
Nabij de luchthaven handradio meenemen, met eigen vervoer naar plaats ongeval, de meldkamer Drenthe (112)verzoeken om assistentie, ter plaatse ongeval brandweer adviseren, via de handradio de luchthaven tijdelijk sluiten.
3. Rapportering a. b. c. d. e. f. g.
datum en tijd alarmering tijd aankomst ter plaatse aard van de alarmering eigenaar luchtvaartuig registratie en type luchtvaartuig aantal inzittenden genomen acties
55
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
4. Verbindingsnet
56
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
4.8. Procedure t.a.v. bediening twin agent unit
57
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
4.9. Procedure t.a.v. dagelijkse brandstofcontrole Alvorens de brandstof bij levering te accepteren, dient door de dd. havenmester een kwaliteitcontrole te worden uitgevoerd zoals is aangegeven op de checklist in het AIR BP TRAINING MANUAL welke zich op het havenkantoor bevindt. B. Levering aan de klant
58
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
DAGELIJKSE BRANDSTOF CONTROLE
59
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
4.12 Procedure t.a.v. geluidhinderklachten Per 1 september 1997 is een klachtenlijn luchthaven Hoogeveen Geopend. Een centraal meldpunt wat is gekoppeld aan het secretariaat van de Commissie Regionaal Overleg (CRO) van de provincie Drenthe. Het betreft in principe die klachten welke betrekking hebben op het gebruik van het vliegveld Hoogeveen. De klachten worden door het secretariaat, voor commentaar, voorgelegd aan de havenmeester van het vliegveld. Uitgangspunt daarbij is dat een goede verstandhouding met de omwonenden van essentieel belang is voor het vliegveld Hoogeveen. Klachten kunnen echter ook rechtstreeks binnenkomen bij de havendienst. In dat geval moet zeer zorgvuldig worden gehandeld. De havendienst noteert in ieder geval: 1. Naam, adres en telefoonnummer; 2. Aard van de klacht; 3. Tijdstip en datum van de klacht. Deze gegevens worden vermeld in het havendienstjournaal. Indien de klacht actueel is en door de havendienst corrigerend kan worden opgetreden, moet zulks niet nagelaten worden, ook al beperkt de bevoegdheid van de havendienst zich slechts tot activiteiten op de grond. Indien uit de klacht blijkt dat er mogelijk sprake is van een gevaarlijke situatie dan wel wordt gehandeld in strijd met de geldende voorschriften kan de luchtvaartpolitie worden verzocht om op te treden. 4.13. Procedure t.a.v. rapportage Jaarlijks moeten de volgende rapportages worden ingediend. - rapportage aan het CBS, maandelijks - kwartaal rapport aan ILenT. - jaarverslag vliegveld Hoogeveen 60
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
4.14. Procedure t.a.v. documentatie en registratie Documentatie Onder de documentatie vallen de volgende boekwerken en gedrukten: - AIP NETHERLANDS - VGF NETHERLANDS - AIC – A NETHERLANDS - AIC – B NETHERLANDS - BOTTLANG / JEPPESEN AIRFIELD MANUAL EUROPE - LUFTFAHRTHANDBUCH VFR DEUTSCHLAND - LUFTFAHRTHANDBUCH AIP DEUTSCHLAND - IP BELGIUM / LUXEMBOURG - LUCHTVAARTVOORSCHRIFTEN NATIONAAL - LUCHTVAARTVOORSCHRIFTEN INTERNATIONAAL - WET LUCHTVAART - UITVOERINGSBEPALINGEN WET LUCHTVAART
1 DEEL 1 DEEL 1 DEEL 1 DEEL 4 DELEN 1 DEEL 3 DELEN 1 DEEL 2 DELEN 2 DELEN 1 DEEL 1 DEEL
Bovengenoemde documenten bevinden zich bij de havendienst en zijn voor een ieder toegankelijk. De bijwerkingen van deze documenten worden volgens de daarvoor gestelde procedure uitgevoerd door het havendienstpersoneel. - AERODROME MANUAL 1 DEEL - ALARMREGELING 1 DEEL - HAVENGELDREGELING 1 DEEL Bovengenoemde documenten bevinden zich eveneens bij de havendienst. Actualisatie van deze documenten geschiedt door de havenmeester. - ONGEVALSRAPPORTEN TRANSPORTVEILIGHEID
Registratie A. Dagstaat vliegbewegingen
-
Ingevolge de Regeling veilig gebruik luchthavens artikel 14, dienen de volgende gegevens te worden geregistreerd. registratie vliegtuig naam gezagvoerder luchthaven van herkomst luchthaven met bestemming aantal inzittenden aard van de vlucht baan- en circuitrichting windrichting en sterkte 61
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
T.b.v. de registratie wordt gebruik gemaakt van een standaard formulier, de dagstaat vliegbewegingen, zoals is aangegeven op bladzijde 75. De dagstaat moet, na invulling, behandeld worden als document en ten minste 2 jaar worden bewaard. De dagstaat wordt opgeborgen in de map “dagstaten vliegbewegingen” welke zich bevindt bij de havendienst. B. Luchtvaartwetgeving en luchtverkeersvoorschriften De bijwerkingen worden afgegeven bij de havendienst en door het dienstdoend personeel ingevoegd in de documenten en vervolgens geregistreerd c.f. de daarvoor vastgestelde procedure C. Klachtenafhandeling Klachten worden door de havendienst geregistreerd in het journaal. De havenmeester is als adviseur betrokken bij de afhandeling van de klacht door de Commissie Regionaal Overleg. Na afhandeling wordt de klacht opgeborgen in de map “geluidhinder klachten” welke zich bij de havendienst bevindt. D. Brandstoflevering A. Brandstoflevering
De geleverde brandstof moet eerst door de havendienst worden gecontroleerd op kwaliteit en alvorens de brandstof te accepteren. Deze controle moet worden uitgevoerd c.f. de procedure zoals is weergegeven op de bladzijde 76. Nadat de controle is uitgevoerd moet de betreffende lijst en de leveringsbon worden opgeslagen in de map “ Bonnen levering avgas / kerosine”
E. Havendienstjournaal (dagstaat) In het havendienstjournaal worden de volgende bijzonderheden opgetekend: -
datum naam van de dd. havenmeester tijd van aankomst uitvoering dagelijkse controle brandstof uitvoering dagelijkse controle landingsterrein geconstateerde afwijkingen ondernomen acties mogelijke beperkingen m.b.t. baangebruik openingstijd vliegveld sluitingstijd vliegveld baangebruik en windrichting /sterkte eventuele bijzonderheden zoals:Notam, klachten, incidenten en ongevallen. uitgifte van een Notam handtekening dd. havenmeester 62
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
De dagstaat wordt opgeslagen in de map havendienstjournaal welke zich bij de havendienst bevindt. Een voorbeeld van de dagstaat is weergegeven op bladzijde 77.
4.15
Procedure t.a.v. onderhoud bedrijfsmiddelen a. Windzak De windzakken moeten in voldoende aantal aanwezig zijn. Bestellen via het adres zoals is opgenomen in de map onderhoud bedrijfsmiddelen. b. Rood-witte merkbakens Bij schade aan de bakens moeten deze zo snel mogelijk worden vervangen. Dat geldt ook voor de witte merkbakens. Bestellen via het adres zoals vermeld in de map onderhoud bedrijfsmiddelen. c. Windmeter De windmeterinstallatie is geïnstalleerd door de firma MIERIJ METEO. Genoemde firma is tevens belast met het onderhoud. Bij klachten en / of defecten gebruik maken van de informatie zoals is opgenomen in de map onderhoud bedrijfsmiddelen. Deze map bevindt zich bij de havendienst. d. Brandstofvoorziening Bij constatering van problemen met de kwaliteit van de brandstof, onmiddellijk AIR BP waarschuwen en levering stoppen. Bij constatering van problemen en / of storing aan de brandstofvoorziening ( ook het platform) dient direct het onderhoudsbedrijf voor de brandstofvoorziening te worden gewaarschuwd. Het bedrijf is 24 op 7 bereikbaar. d. Brandweervoorziening De brandweerjeep wordt jaarlijks APK gekeurd en onderhouden. De brandblusvoorziening wordt jaarlijks gekeurd en onderhouden. De onderhoudsstaten worden opgeslagen in de map blusmiddelen welke zich bij de havendienst bevindt.
4.16
Procedure t.a.v. de kwalificatie assistent havenmeester De taakomschrijving van assistent havenmeester is vastgelegd in de bijlage 6.9. Teneinde hieraan te kunnen voldoen moet een inwerkperiode worden gevolgd, waarbij het Aerodrome manual de basis vormt voor de opleiding.
63
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Indien de kandidaat heeft aangetoond voldoende kennis in huis te hebben, zal de havenmeester aan de hand van een audit vaststellen of hij in staat kan worden geacht om zelfstandig dienst te doen. In ieder geval dient betrokkene de brandweercursus en de cursus Bedrijfshulpverlener te hebben gevolgd. Uitgangspunt hierbij is dat de havenmeester te allen tijde verantwoordelijk blijft voor de goede orde en veiligheid ook al is hij zelf niet aanwezig op het luchtvaartterrein.
4.17. Procedure t.a.v. controle op naleving voorschriften Controle op de naleving van de voorschriften berust in eerste instantie bij de havenmeester. Hij zal de gegevens zoals opgetekend in het journaal als uitgangspunt gebruiken. Waar het betreft conflicten met de gebruikers zal hij handelend optreden, indien noodzakelijk d.t.v. de dienst luchtvaartpolitie. Waar het betreft falen in de eigen organisatie zal hij zulks direct met betrokkene(n) opnemen en indien nodig het aerodrome manual aanpassen. Maandelijks vindt een overleg plaats met de exploitant waarbij operationele zaken telkenmale op de agenda staan en worden toegelicht door de havenmeester. Tenminste tweemaal per jaar vindt een gebruikersoverleg plaats waarbij veiligheidsaspecten uitgebreid aan de orde komen.
5.
RISICOFACTOREN
5.1.
Algemeen Bij het gebruik van een luchtvaartterrein, ook al is het er een van geringe omvang, zijn een aantal risico’s niet uit te sluiten en dient al het mogelijke te worden gedaan om deze te beheersen. Een groot deel van deze risico’s op het luchtvaartterrein wordt al gedekt door de “Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen” welke is opgenomen in de bijlage 6.3. In het Aerodrome Manual wordt de aandacht in het bijzonder gericht op de veiligheidsaspecten in relatie tot de diverse activiteiten zoals zweefvliegen, parachutespringen en reclame- sleepvliegen. Ondanks deze algemene benadering is het goed om een aantal risico factoren nog eens nadrukkelijk te belichten. 64
Aerodrome Operations Manual
5.2.
Vliegveld Hoogeveen
Baanconditie Het luchtvaartterrein Hoogeveen is ingesloten door industriële bebouwing. Het luchtvaartterrein beschikt over een grasbaan en dat heeft zijn beperkingen en risico’s. Bij het starten van een verharde baan is, onafhankelijk van de weersomstandigheden, vrij nauwkeurig te bepalen wat de benodigde baanlengte is om los te komen en op welke (veilige)hoogte de begrenzing van het luchtvaartterrein, tijdens het uitklimmen, wordt gepasseerd. Bij een grasbaan ligt dat beduidend anders. Bij optimale baanconditie kan, volgens de VFR-gids gestart worden tot een max. TOW ( startgewicht ) van 6000 kg. Dat zegt echter niets over de benodigde baanlengte en de hoogte waarop de vliegveldbegrenzing wordt gepasseerd. Vanwege de bebouwing rondom het vliegveld zijn er nog maar weinig plekken in de onmiddellijke omgeving waar, ingeval van een plotseling optredend probleem, nog een veilige noodlanding kan worden uitgevoerd. Het is daarom van cruciaal belang dat het vliegtuig al snel na het loskomen een acceptabele hoogte heeft bereikt bij het passeren van de vliegveldbegrenzing. Factoren van invloed zijn de heersende (tegen)wind, het gewicht van het vliegtuig en de baanconditie. Ingeval van weinig (tegen)wind en een natte baan zal een vliegtuig afhankelijk van het gewicht een langere startlengte nodig hebben en in sommige gevallen de vliegveldbegrenzing op zodanig lage hoogte passeren dat de mogelijkheid van een noodlanding is uitgesloten. Het is daarom van groot belang dat de dd. havenmeester, aan de hand van de baanconditie en de heersende wind, vaststelt tot welk maximum gewicht vliegtuigen nog mogen starten. Hij noteert zijn bevindingen in het havendienstjournaal en initieert, waar nodig, een NOTAM.
5.3.
Motorstoring Het overgrote deel van de luchtvaartuigen welke gebruik maakt van het luchtvaartterrein Hoogeveen zijn eenmotorige vliegtuigen. Dat houdt in dat bij een plotseling optredende motorstoring een noodlanding moet worden uitgevoerd. Het gevaarlijkste moment is een storing vlak na de start omdat men dan zeer beperkt is in de keuzemogelijkheid. Met name bij gebruik van de Westbaan is het risico niet denkbeeldig dat bij een optredende motorstoring het vliegtuig dan neerkomt in de bebouwing. Dat is dan ook de reden dat in punt 5.2. zoveel nadruk is gelegd op de baanconditie.
65
Aerodrome Operations Manual
5.4.
Vliegveld Hoogeveen
Mollen Op en rondom het vliegveld bevinden zich grote concentraties mollen. Het moet worden moet voorkomen dat de start en landingsbaan wordt ondermijnd met mollengangen en molshopen. Daartoe is een mollenvanger in dienst genomen die bijna dagelijks actie onderneemt om de diertjes te bestrijden. Bij zijn dagelijkse controle zal de dd. havenmeester bij het aantreffen van molshopen deze gladstrijken, de mollenvanger informeren en zijn bevindingen optekenen in het havendienstjournaal.
5.5.
Konijnen Wat voor de mollen geldt, gaat ook op voor de wilde konijnen. Met name s ‘nachts zien zij kans om vrij diepe gaten in de start en landingsbaan te graven. Het is daarom van groot belang dat de dd. havenmeester bij de dagelijkse inspectieronde extra aandacht aan dit punt besteedt. Indien hij zulks constateert moeten de gaten onmiddellijk worden gedicht Hij maakt van zijn constatering melding in het havendienstjournaal.
5.6.
Vogelconcentraties De grasmat van het vliegveld vormt een geliefde rustplaats voor met name meeuwen. De havenmeester ziet er op toe dat de vogels verjaagd zijn alvorens een vliegtuig mag opstijgen dan wel landen. Bovendien informeert hij de vlieger via de havendienstradio.
5.7.
Inzet brandweervoertuig In het geval van een vliegtuigongeval moet met het brandweervoertuig binnen 3 minuten de crashsite worden bereikt. Soms is de terreingesteldheid echter zo slecht dat de inzet van het brandweervoertuig onmogelijk moet worden geacht. In dat geval sluit de dd. havenmeester het luchtvaartterrein voor vleugelvliegtuigen.
5.8.
Brandstofvoorziening De brandstofpompen op het platform kunnen niet d.m.v. sloten worden beveiligd. Er kan alleen brandstof worden getankt nadat er is betaald met een bankpas, creditcard of tankpas bij de betaalzuil. De controlekast voor de brandstof kan wel worden afgesloten maar geeft geen garantie tegen het optreden door kwaadwillenden. Indien blijkt dat het slot is geforceerd of anderszins sprake is van braak moet de brandstof als verdacht worden beschouwd en mag derhalve niet geleverd worden aan de klant totdat er brandstof controle heeft plaats gevonden.
66
Aerodrome Operations Manual
5.9.
Vliegveld Hoogeveen
Parkeren vliegtuigen Het vliegveld is niet te beschermen tegen ongenode gasten en derhalve is vastgesteld, dat vliegtuigen, bij voorkeur, ‘s nachts in de hangaar, achter slot en grendel, worden gestald.
5.10. Gebruik havendienstradio Vanwege de veelheid aan luchtvaartactiviteiten, welke dikwijls gelijktijdig plaatsvinden, kunnen risico’s worden beperkt door het tweezijdig gebruik van de radio te stimuleren. (havendienst en vliegruig) In de AIP NETHERLANDS (EHHO) is dit als volgt verwoord; Toelichting Due to combined operations of VFR traffic and gliders, the use of two-way radio communication with the AD-authority is strongly recommended.
UITZONDERING Aanwijzing luchtvaartterrein Het vliegveld Hoogeveen is, voor het luchtverkeer, ingedeeld in de klasse 2B. Dit betekent dat, ingevolge de van toepassing zijnde ICAO annex 14, slechts vliegtuigen mogen worden toegelaten met een vleugelspanwijdte van < 24 meter. Zowel voor de exploitant alsmede de eigenaar van een vliegtuig is het verboden daarmede in strijd te handelen. Ten tijde van de aanwijzing bevonden zich reeds twee zweefvliegtuigen op de luchthaven met een vleugelspanwijdte > 24 meter en maakte één toestel incidenteel gebruik van de luchthaven . Gebruik luchtvaartterrein Vanwege het feit dat de bovengenoemde vliegtuigen reeds van het vliegveld gebruik maakten, wordt onder voorwaarden, uitsluitend het gebruik van de drie voornoemde zweefvliegtuigen toegestaan. tenzij de Inspectie Leefomgeving en Transport anders beslist. Voorwaarden Baanconditie en windconditie moeten geschikt zijn voor het opstijgen en landen van deze “wide body” gliders. Voor dat met deze vliegtuigen wordt gestart, dient overleg plaats te vinden met de dd. havenmeester. Hij beslist of er al dan niet en onder welke voorwaarden kan worden gevlogen. Tijdens de start en de landing dient men zich via de radio te melden met “wide body” gevolgd door de registratie. Als de havenmeester accoord geeft, kan de start worden uitgevoerd. De volledige baanlengte moet worden gebruikt Lesvluchten en checkstarts, bij voorkeur, niet in het drukke weekeinde, maar door de weeks.
67
Aerodrome Operations Manual
Vliegveld Hoogeveen
Verantwoordelijkheden Alle zweefvliegactiviteiten vinden plaats onder de verantwoordelijkheid van de VCH. De VCH is de enige gesprekspartner naar de lokale luchthavenautoriteit aangaande alle zweefvliegactiviteiten op het luchtvaartterrein Hoogeveen. De (dd.) havenmeester blijft de eindverantwoordelijke.
BIJLAGE 6.1 Luchthavenbesluit Op 19 januari 2012 is het Luchthavenbesluit uitgereikt aan Luchtsportcentrum Hoogeveen.
68