Aegon PPI B.V. Pensioenreglement PL 67 Staffel 4% 1 januari 2014
[Type text]
Vooraf In dit pensioenreglement leest u uw pensioenregeling van uw werkgever. Het pensioenreglement regelt ook de relatie tussen u en ons. De pensioenregeling is vastgesteld op basis van de pensioenovereenkomst zoals die geldt bij aanvang van de uitvoeringsovereenkomst.
Uw werkgever
Uitvoeringsovereenkomst
Pensioenovereenkomst
Pensioenreglement Wij als pensioenuitvoerder
U als werknemer
In dit reglement staat welke pensioenaanspraken u heeft. Met een pensioenaanspraak krijgen u of uw nabestaanden recht op een pensioenuitkering als een bepaalde situatie zich heeft voorgedaan. In het pensioenreglement staat onder andere hoe u een pensioen opbouwt voor later. Maar bijvoorbeeld ook dat uw partner recht heeft op een levenslang partnerpensioen als u overlijdt voor de pensioendatum.
2
In het pensioenreglement 1.
Wat bedoelen we met…
5
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6
Uitgangspunten De pensioenuitvoerders De deelnemer De werkgever Verplichting tot medewerking Einde van uw deelname aan de pensioenregeling Functioneren
7 7 7 7 8 8 8
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
Uw pensioenregeling Karakter van de pensioenregeling Uw pensioenaanspraken Pensioengrondslag Werken in deeltijd
9 9 9 10 10
4. Opbouw van pensioen 4.1. Beschikbare premie 4.2. Beleggingspensioen en Garantpensioen 4.3. Beleggingspensioen 4.3.1. Life Cycle Beleggen 4.3.2. Vrij Beleggen 4.3.2.1 Verzoek wijziging beleggingen 4.4. Beleggingskosten 4.5. Vervanging beleggingsfondsen 4.6. Garantpensioen 4.7. Waardeoverdracht voor de nieuwe deelnemer
12 12 13 14 14 15 16 16 18 18 19
5. 5.1. 5.2. 5.3.
Toeslagen Toeslagen Winstdelingspool voor Beleggingspensioen Winstdelingspool voor Garantpensioen
20 20 20 20
6. 6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5. 6.6.
Grenzen en beperkingen Maxima voor pensioen Fiscale goedkeuring Aanpassingen door uw werkgever Afkopen, vervreemden, prijsgeven en zekerstellen Afkoop klein pensioen Acceptatie van verzekerde aanspraken
22 22 22 22 23 23 24
7. 7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5. 7.6. 7.7. 7.8.
Pensionering Flexibele pensioendatum Eerder met pensioen Later met pensioen Deeltijdpensioen Gebruiken en uitruilen van pensioen bij pensionering Variatie in pensioenuitkeringen Uitkering door Aegon Leven Waardeoverdracht bij pensionering
25 25 25 25 26 27 27 28 28
3
8. 8.1. 8.2. 8.3.
Overlijden voor de pensioendatum Partnerpensioen Wezenpensioen Anw-hiaatpensioen
29 29 29 30
9. 9.1.
Arbeidsongeschiktheid Premievrijstelling
32 32
10. 10.1. 10.2. 10.3.
Ontslag Pensioenaanspraken na ontslag Partnerpensioen na ontslag Waardeoverdracht naar nieuwe pensioenregeling
33 33 33 34
11. 11.1. 11.2.
Scheiding Gevolgen voor uw pensioen Conversie
35 35 35
12. 12.1. 12.2.
Onbetaald verlof en levensloopverlof Voortzetting aanspraken Einde aanspraken
36 36 36
13.
Klachten
37
Bijlagen Bijlage 1 - Begrippen begrijpelijk Bijlage 2 - Tarieven Bijlage 3 - Factoren voor uitruilen, uitstellen, vervroegen, variatie en afkopen
4
Hoofdstuk 1.
Wat bedoelen we met...
In het reglement staan begrippen die passen bij de taal van pensioenen. Maar die voor u wellicht niet meteen begrijpelijk zijn. Wij leggen deze begrippen zoveel mogelijk uit in de paragraaf waarin het begrip staat. Begrippen die vaak voorkomen staan in bijlage 1 ‘Begrippen begrijpelijk’. Hieronder staan namen en benamingen met daarbij de uitleg wie of wat we bedoelen. Het is dus belangrijk om deze vooraf te lezen. Dat helpt u om het reglement goed te begrijpen. U bent De persoon die deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde is. Wie van deze u bent, bepaalt welke hoofdstukken en paragrafen van dit pensioenreglement voor u gelden. U bent deelnemer als u: -
werknemer bent bij de werkgever van deze pensioenregeling, en u van hem een pensioenovereenkomst heeft gekregen, of u geen werknemer meer bent, maar nog wel pensioenaanspraken heeft omdat u arbeidsongeschikt bent.
Als u deelnemer bent, gelden voor u alle paragrafen. Alle paragrafen in de inhoudsopgave hebben daarom een rood blokje. En in het reglement zelf staan de rode blokjes ook bij de paragrafen. U bent gewezen deelnemer als u: -
ex-werknemer bent van de werkgever van deze pensioenregeling, en deze werkgever geen premie meer betaalt voor u, terwijl u nog wel pensioenaanspraken heeft.
Voor u gelden de paragrafen die in de inhoudsopgave een geel blokje hebben. In het reglement zelf staan de gele blokjes ook bij deze paragrafen. U bent pensioengerechtigde als u op grond van deze pensioenregeling een pensioenuitkering ontvangt. Voor u gelden de paragrafen die in de inhoudsopgave een groen blokje hebben. In het reglement zelf staan de groene blokjes ook bij deze paragrafen. Uw partner wordt pensioengerechtigde als u overlijdt tijdens deelname aan deze pensioenregeling. Zie hiervoor hoofdstuk 8, ’Overlijden voor de pensioendatum’. Uw ex-partner kan ook een pensioengerechtigde zijn. Zie hiervoor hoofdstuk 11, ‘Scheiding’. Wij zijn De pensioenuitvoerders; Aegon PPI, Aegon Leven en Aegon Schade. Gezamenlijk zijn wij de uitvoerders van uw pensioenregeling. Als we in het reglement één van de pensioenuitvoerders noemen, dan bedoelen we alleen die ene pensioenuitvoerder. Aegon PPI bemiddelt met volmacht voor Aegon Leven en Aegon Schade. Hierdoor heeft u één aanspreekpunt voor uw pensioen bij ons, namelijk Aegon PPI. De pensioendatum Dit is de standaard pensioendatum, namelijk de eerste dag van de maand waarin u 67 jaar wordt. Dit is de pensioendatum die de Wet op de Loonbelasting toestaat. In de toekomst zijn verhogingen van de pensioendatum volgens deze wet mogelijk. Dat is afhankelijk van de levensverwachting in Nederland. Hiervoor staat een formule in de wet. De pensioendatum in uw pensioenregeling is gelijk aan de datum in de Wet op de Loonbelasting. Deze staat in artikel 18a. U ziet deze leeftijd ook op Mijn Aegon. 5
Uw persoonlijke pensioendatum U bent niet verplicht om op de pensioendatum met pensioen te gaan. U mag dat ook eerder of later doen. Met ‘uw persoonlijke pensioendatum’ bedoelen we de datum waarop u daadwerkelijk met pensioen gaat. Pensioen Dit zijn de pensioenen na uw persoonlijke pensioendatum, namelijk het: -
levenslang ouderdomspensioen; partnerpensioen bij overlijden ná de persoonlijke pensioendatum, standaard 70% van het ouderdomspensioen;
Overal waar we Pensioen met een hoofdletter schrijven, bedoelen we dus het ouderdomspensioen en het partnerpensioen bij uw overlijden ná de pensioendatum. Nabestaandenpensioen Dit zijn de pensioenen die uw partner en uw kinderen ontvangen na uw overlijden vóór de persoonlijke pensioendatum. Dit is een partnerpensioen en een wezenpensioen. Overal waar we Nabestaandenpensioen met een hoofdletter schrijven, bedoelen we dus het partner- en wezenpensioen bij overlijden vóór de persoonlijke pensioendatum. Beleggingspensioen Bij Beleggingspensioen wordt - na aftrek van de beleggingskosten - belegd met uw beschikbare premie. U belegt dus voor uw pensioen. De waarde van deze beleggingen gebruikt u op de pensioendatum om Pensioen aan te kopen. De hoogte van het Pensioen is onder andere afhankelijk van de waarde van de beleggingen op de pensioendatum. En de tarieven die de levensverzekeraars op dat moment gebruikten voor de aankoop van Pensioen. Garantpensioen Bij Garantpensioen koopt u meteen Pensioen aan. Garantpensioen is een verzekering die meteen zekerheid geeft over de hoogte van het Pensioen.
6
Hoofdstuk 2.
Uitgangspunten
2.1. De pensioenuitvoerders Aegon PPI Aegon PPI is pensioenuitvoerder voor de beschikbare premieregeling van uw werkgever. Bij een beschikbare premieregeling stelt uw werkgever voor u een pensioenpremie beschikbaar. Daarmee moet u zelf een Pensioen aankopen. Daarnaast treedt Aegon PPI op namens: Aegon Leven
→ verzekeraar als u kiest voor Garantpensioen. → verzekeraar voor het Nabestaandenpensioen. → verzekeraar als u kiest voor het Anw-hiaatpensioen.
Aegon Schade
→ verzekeraar voor premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid.
Aegon PPI is tot aan uw pensioendatum altijd het aanspreekpunt voor uw pensioen.
2.2. De deelnemer Deelname aan de pensioenregeling Voor indiensttreding biedt uw werkgever u de pensioenovereenkomst aan als onderdeel van de totale arbeidsovereenkomst. Daarmee is deelname aan de pensioenregeling verplicht. U kunt dus niet voor uw werkgever werken zonder deel te nemen aan de pensioenregeling. Zolang u werkt voor de werkgever van dit pensioenreglement, neemt u deel aan deze pensioenregeling en krijgt u pensioenaanspraken.
2.3. De werkgever Uw werkgever heeft deze pensioenregeling bij Aegon PPI voor u mogelijk gemaakt. Wij incasseren alle premies en kosten bij uw werkgever. De hoogte van uw eigen bijdrage staat in de pensioenovereenkomst die u met uw werkgever heeft. Uw werkgever verrekent de eigen bijdrage met uw salaris. Uw werkgever heeft voldaan aan zijn pensioenverplichtingen volgens deze pensioenregeling als hij: -
de premies op tijd betaalt, en voldoet aan zijn verplichtingen uit de uitvoeringsovereenkomst.
Als zich een situatie voordoet waarin de pensioenovereenkomst niet voorziet, handelt uw werkgever naar beste weten en in de geest van de overeenkomst. Wanneer het om administratieve of inhoudelijke pensioenzaken gaat, beslissen uw werkgever en wij hier gezamenlijk over.
7
2.4. Verplichting tot medewerking U bent verplicht mee te werken aan een goede uitvoering van de pensioenregeling. Dit betekent dat u uw werkgever en ons alle gegevens en bewijsstukken verstrekt die nodig zijn. U moet uw werkgever in ieder geval informeren over uw: -
trouwen, vóór de trouwdatum. Voor uw kinderen verzekeren wij automatisch een wezenpensioen als u een partner heeft; het aangaan van een (geregistreerd) partnerschap, vóór de datum dat u dit gaat doen. Voor uw kinderen verzekeren wij automatisch een wezenpensioen als u een partner heeft; scheiding, binnen veertien dagen nadat uw scheiding officieel is; kinderen die recht hebben op het wezenpensioen als u geen partner heeft, zo snel mogelijk.
In de volgende gevallen informeert u ons rechtstreeks: -
-
-
U ontvangt een beschikking van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) waaruit blijkt dat u (deels) arbeidsongeschikt bent → u moet ons informeren als u niet meer in dienst bent van de werkgever van dit pensioenreglement. Meer hierover leest u in hoofdstuk 9 ‘Arbeidsongeschiktheid’. Als uw arbeidsongeschiktheidspercentage door het UWV wordt gewijzigd → u moet ons daarover informeren als u niet meer in dienst bent bij de werkgever van dit pensioenreglement en uw premie is vrijgesteld. Uw e-mailadres of een wijziging daarvan geeft u door via Mijn Aegon.
U heeft geen aanspraken op grond van deze pensioenregeling als door het onjuist, niet of te laat aanleveren van gegevens pensioenaanspraken niet (volledig) verzekerd zijn.
2.5. Einde van uw deelname aan de pensioenregeling De pensioenregeling eindigt voor u als u niet meer in dienst bent bij de werkgever van deze pensioenregeling én u de waarde van Pensioen overdraagt naar een andere pensioenuitvoerder. Wij bedoelen dan de waardeoverdracht die we beschrijven in 10.3 ‘Waardeoverdracht naar nieuwe pensioenregeling’. In een aantal gevallen blijven pensioenaanspraken uit de pensioenregeling wel bestaan. Meer hierover kunt u lezen in paragraaf 10.1 ‘Pensioenaanspraken na ontslag’. Uw deelname aan de pensioenregeling vervalt ook als u de waarde van uw beleggingen overdraagt zoals wij dat beschrijven in paragraaf 7.8 ‘Waardeoverdracht bij pensionering’. Uw deelname aan de pensioenregeling eindigt niet als u arbeidsongeschikt wordt tijdens uw dienstverband bij deze werkgever. Dan wordt de premie vrijgesteld en blijft u deelnemen. Met vrijstellen bedoelen we dat uw werkgever de premie niet meer voor u hoeft te betalen. Uw pensioenregeling eindigt altijd op uw persoonlijke pensioendatum.
2.6. Functioneren Gedurende uw deelname aan deze regeling kunnen er omstandigheden ontstaan die invloed hebben op ons functioneren. Of er kunnen andere omstandigheden zijn die invloed hebben op uw pensioenregeling. Als hier sprake van is, brengen wij u op de hoogte.
8
Hoofdstuk 3.
Uw pensioenregeling
3.1. Karakter van de pensioenregeling De Pensioenwet verdeelt de pensioenen in Nederland in een aantal soorten overeenkomsten. Het soort overeenkomst bepaalt het karakter van de pensioenregeling. Deze pensioenregeling kent de volgende karakters: -
een premieovereenkomst voor de aanspraak op beschikbare premie. een uitkeringsovereenkomst voor: - Nabestaandenpensioen - Anw-hiaatpensioen
Uitleg Een premieovereenkomst geeft u recht op een pensioenpremie. Als u Beleggingspensioen heeft, wordt de pensioenpremie – na aftrek van de beleggingskosten belegd. Van de waarde van de beleggingen moet u Pensioen aankopen op uw persoonlijke pensioendatum. We kunnen nu nog niet berekenen hoeveel Pensioen u hiermee kunt aankopen op uw persoonlijke pensioendatum. Zie ook hoofdstuk 4 ‘Opbouw van pensioen’. U kunt de pensioenpremie ook gebruiken voor Garantpensioen. De hoogte van het Pensioen dat u heeft aangekocht is meteen zeker. Een uitkeringsovereenkomst geeft u recht op een gegarandeerde uitkering. De hoogte van dit bedrag is wel bekend. Zie ook hoofdstuk 8 ‘Overlijden voor pensioendatum’ en hoofdstuk 9 ‘Arbeidsongeschiktheid’.
3.2. Uw pensioenaanspraken Aanspraak op beschikbare premie U heeft aanspraak op een beschikbare premie zoals omschreven in hoofdstuk 4 'Opbouw van pensioen'. De beschikbare premie gebruikt u voor het opbouwen van Pensioen. Verzekerde pensioenaanspraken bij overlijden De volgende pensioenaanspraken zijn verzekerd voor het geval dat u overlijdt voor de persoonlijke pensioendatum: -
Nabestaandenpensioen, uw partner ontvangt een partnerpensioen en elk kind een wezenpensioen, zie bijlage 1 ‘Begrippen begrijpelijk’ voor de definities van partner en kind. Anw-hiaatpensioen, uw partner ontvangt een aanvullend partnerpensioen. Dit is een vrijwillig pensioen. U bepaalt zelf of u deelneemt.
Voor een aanspraak op Nabestaandenpensioen en Anw-hiaatpensioen gelden de volgende bepalingen: -
U moet uw werkgever melden en aantonen dat u een partner heeft. Er is op elk moment voor maar één partner aanspraak op Nabestaandenpensioen en Anw-hiaatpensioen. De hoogte van de pensioenuitkering - zoals deze op uw Uniform Pensioenoverzicht staat - geldt alleen als u deelnemer bent als u overlijdt.
9
3.3. Pensioengrondslag Met de pensioengrondslag berekenen we al uw pensioenaanspraken. Dit is dus een belangrijk gegeven. Berekening van de pensioengrondslag De pensioengrondslag is het pensioengevend salaris min de AOW-franchise. Uw pensioengrondslag stellen wij vast op de dag waarop uw deelname aan deze pensioenregeling begint. En daarna jaarlijks op 1 januari voor het komende jaar. Pensioengevend salaris Het pensioengevend salaris is het door de werkgever opgegeven salaris. Voor uw vaste maandsalaris tellen niet mee: -
onkostenvergoedingen auto van de zaak bonussen
Het pensioengevend jaarsalaris mag in 2014 maximaal € 306.661,- zijn. Jaarlijks passen wij dit bedrag aan volgens de ontwikkeling van het loon- en consumentenprijsindexcijfer. De werkgever kan een eigen maximum stellen aan het pensioengevend salaris, dat lager is dan dit bedrag. Daarnaast geldt dat uw pensioengevend salaris met maximaal 15% per jaar mag stijgen. AOW-franchise De AOW-franchise is het eerste deel van het salaris dat niet meetelt voor pensioen omdat u straks ook AOW ontvangt. In 2014 is de AOW-franchise € 13.449,-. Dit bedrag passen wij jaarlijks aan volgens de ontwikkeling van de AOW. Daling van de pensioengrondslag Als uw pensioengrondslag om welke reden dan ook daalt, heeft dit geen invloed op de pensioenaanspraken die u al had. Over de invloed van arbeidsongeschiktheid op de pensioengrondslag kunt u lezen in paragraaf 9.1 'Premievrijstelling'.
3.4. Werken in deeltijd Werken in deeltijd heeft invloed op uw pensioengrondslag. U werkt in deeltijd als u minder uren werkt dan het aantal uren dat in uw bedrijf of organisatie gewerkt wordt bij een voltijd dienstverband. Bij het vaststellen van uw pensioengrondslag gaan we uit van het pensioengevend salaris dat u bij een voltijd dienstverband zou verdienen. Deze pensioengrondslag vermenigvuldigen we met uw deeltijdpercentage. Dit percentage is het werkelijke aantal arbeidsuren gedeeld door het aantal uren van een voltijd dienstverband en vermenigvuldigd met 100%.
10
Voorbeeld U werkt 24 uur per week en een voltijd dienstverband is 38 uur per week. Uw deeltijdpercentage is dan 24 / 38 = 0,6316 x 100% = 63,16% Stel dat u € 35.000,- per jaar zou verdienen bij een voltijd dienstverband en de AOW-franchise is € 15.000,- per jaar. Uw voltijd pensioengrondslag is dan € 20.000,- en dit vermenigvuldigen we met uw deeltijdpercentage. Uw deeltijd pensioengrondslag is € 20.000, - x 63,16% = € 12.632,-
Wij stellen het deeltijdpercentage opnieuw vast zodra u: -
van een deeltijd naar een voltijd dienstverband gaat, of van een voltijd naar een deeltijd dienstverband gaat, of uw deeltijd dienstverband wijzigt zonder dat u dan de volledige arbeidstijd werkt.
Na de nieuwe vaststelling gaan we er voor de toekomstige dienstjaren van uit dat het deeltijdpercentage hetzelfde blijft tot aan de pensioendatum.
11
Hoofdstuk 4.
Opbouw van Pensioen
4.1. Beschikbare premie Zodra u deelneemt aan de pensioenregeling heeft u recht op een beschikbare premie en op dat moment stellen we de hoogte daarvan vast. Daarna doen wij dat elk jaar op 1 januari. Wij nemen hiervoor uw leeftijd op 31 januari. De beschikbare premie is een percentage van de pensioengrondslag en afhankelijk van uw leeftijd. Wij gaan uit van uw leeftijd op de laatste dag van de maand waarin wij de beschikbare premie vaststellen. De percentages die voor u gelden staan hieronder in één van de rijen. Uw werkgever heeft besloten welke rij voor u geldt. Op Mijn Aegon en in uw startbrief staat welke rij voor u van toepassing is. V Vanaf Q leeftijd 100% 4,60% 15
Q 95%
Q 90%
4,37%
4,14%
Q 85% 3,91%
Q 80%
Q 75%
3,68%
3,45%
Q 70% 3,22%
Q 65% 2,99%
Q 60% 2,76%
Q 50% 2,30%
5,30%
3,18%
20
5,30%
5,04%
4,77%
4,51%
4,24%
3,98%
3,71%
3,44%
2,65%
5,30%
25
6,40%
6,08%
5,76%
5,44%
5,12%
4,80%
4,48%
4,16%
3,84%
3,20%
5,30%
30
7,80%
7,41%
7,02%
6,63%
6,24%
5,85%
5,46%
5,07%
4,68%
3,90%
5,30%
35
9,50%
5,70%
40 45 50 55 60 65
9,03% 11,60% 11,02% 14,20% 13,49% 17,40% 16,53% 21,50% 20,43% 26,80% 25,46% 31,50% 29,93%
8,55%
8,08%
7,60%
7,13%
6,65%
6,18%
4,75%
5,30%
10,44%
9,86%
9,28%
8,70%
8,12%
7,54%
6,96%
5,80%
5,30%
9,23%
8,52%
7,10%
5,30%
10,44%
8,70%
5,30%
12,90%
10,75%
5,30%
16,08%
13,40%
5,30%
18,90%
15,75%
5,30%
12,78%
12,07% 11,36%
10,65%
15,66%
14,79% 13,92%
13,05%
19,35%
18,28% 17,20%
16,13%
24,12%
22,78% 21,44%
20,10%
28,35%
26,78% 25,20%
23,63%
9,94% 12,18% 11,31% 15,05% 13,98% 18,76% 17,42% 22,05% 20,48%
Q 100% In de Wet op de Loonbelasting staan de regels voor de maximale beschikbare premie. Vanaf 1 januari 2015 wordt de maximale beschikbare premie verlaagd. Hoeveel lager heeft de wetgever nog niet definitief bepaald. Ook in de toekomst kan het maximum percentage volgens de wet gewijzigd worden. Zijn de percentages voor de beschikbare premie op Mijn Aegon en in uw startbrief nu of in de toekomst hoger dan de maximale percentages volgens de wet? Dan geldt voor u dit: Uw percentage beschikbare premie is altijd gelijk aan het maximale percentage volgens de Wet op de Loonbelasting. Een wijziging van de beschikbare premie geldt alleen voor de toekomst. De ingangsdatum van uw aanspraak op beschikbare premie is gelijk aan de datum van indiensttreding bij uw werkgever. Uw aanspraak op beschikbare premie stopt wanneer u uit dienst gaat. De premies voor de volgende onderdelen betaalt uw werkgever apart: -
5,3% vast
Nabestaandenpensioen Anw-hiaatpensioen premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
Eigen bijdrage Of u een eigen bijdrage moet betalen voor deze pensioenregeling en zo ja hoeveel, is afhankelijk van de afspraken tussen uw werkgever en u. 12
Extra storten Als uw werkgever niet heeft gekozen voor Q 100%, mag u extra premie storten. Met deze stortingen belegt u voor extra Pensioen. De regeling is vrijwillig en voor uw eigen rekening. De premie wordt via uw werkgever betaald. Hij verrekent dit met uw salaris. Het extra storten kent een maximum dat afhankelijk is van uw pensioengrondslag. De maximale percentages staan per leeftijdscategorie hieronder weergegeven. Vanaf leeftijd 15
0,23%
0,46%
0,69%
0,92%
1,15%
1,38%
Q 65% 1,61%
2,30%
0%
20
0,26%
0,53%
0,79%
1,06%
1,32%
1,59%
1,86%
2,12%
2,65%
0%
2,56%
Q 95%
Q 90%
Q 85%
Q 80%
Q 75%
Q 70%
Q 60% 1,84%
Q 50%
25
0,32%
0,64%
0,96%
1,28%
1,60%
1,92%
2,24%
3,20%
1,10%
30
0,39%
0,78%
1,17%
1,56%
1,95%
2,34%
2,73%
3,12%
3,90%
2,50%
35
0,47%
0,95%
1,42%
1,90%
2,37%
2,85%
3,33%
3,80%
4,75%
4,20%
4,64%
5,80%
6,30%
7,10%
8,90%
40
0,58%
1,16%
1,74%
2,32%
2,90%
3,48%
4,06%
45
0,71%
1,42%
2,13%
2,84%
3,55%
4,26%
4,97%
5,68% 6,96%
50
0,87%
1,74%
2,61%
3,48%
4,35%
5,22%
6,09%
8,70%
12,10%
55
1,07%
2,15%
3,33%
4,30%
5,37%
6,45%
7,53%
8,60%
10,75%
16,20%
60
1,34%
2,68%
4,02%
5,36%
6,70%
8,04%
9,38%
10,72%
13,40%
21,50%
7,87%
9,45% 11,03%
12,60%
15,75%
26,20%
65
1,57%
3,15%
4,72%
6,30%
U kunt geen premievrijstelling meeverzekeren voor deze extra stortingen. De maximale percentages voor het extra storten stellen we jaarlijks op 1 januari vast. Meer informatie over ‘Extra storten’ en het aanvraagformulier vindt u op Mijn Aegon.
4.2. Beleggingspensioen en Garantpensioen Met deze pensioenregeling heeft u recht op beschikbare premie. U moet deze premie - in ieder geval de eerste twee jaar van uw dienstverband bij de werkgever van deze pensioenregeling gebruiken voor het doen van beleggingen. Met de waarde van de beleggingen moet u Pensioen aankopen. Twee jaar na indiensttreding kunt u kiezen wanneer u Pensioen aankoopt, namelijk: -
5,3% vast
op uw pensioendatum, tot die tijd wordt de premie belegd → Beleggingspensioen vóór uw pensioendatum, door het Pensioen te verzekeren → Garantpensioen
Bij Beleggingspensioen wordt de hoogte van uw Pensioen onder andere bepaald door de rentestand op uw pensioendatum. En de tarieven die de gekozen levensverzekeringsmaatschappij op dat moment gebruikt. Bij Beleggingspensioen heeft u vooraf dus geen zekerheid over de hoogte van uw Pensioen. Garantpensioen geeft u wel meteen zekerheid over de hoogte van uw Pensioen. Als u op het moment van deelname aan deze pensioenregeling al twee jaar of langer in dienst bent van uw werkgever, mag u dus meteen kiezen voor Garantpensioen. Uiteraard kunt u ook kiezen voor een combinatie van beleggen en verzekeren. Uw keuze maakt u via Mijn Aegon. U kunt de opgebouwde waarde van uw Beleggingspensioen niet gebruiken voor Garantpensioen.
13
Als u kiest voor (gedeeltelijk) gebruik van de beschikbare premie voor de aankoop van Garantpensioen, voeren we dit uit op de eerste premievervaldag na ontvangst van uw schriftelijke verzoek. De premievervaldag is de dag waarop wij de periodieke premie in rekening brengen. Dit is altijd de eerste van de maand. Een verzoek met terugwerkende kracht is niet mogelijk.
4.3. Beleggingspensioen Aanvang deelname Bij aanvang van deelname aan de pensioenregeling wordt uw beschikbare premie altijd belegd volgens ‘Life Cycle Beleggen’. Dit gebeurt standaard volgens het defensieve risicoprofiel en rekening houdend met uw leeftijd. Vervolgens vragen wij u naar uw persoonlijk risicoprofiel en uw keuze voor ‘Life Cycle Beleggen’ of ‘Vrij Beleggen’. Dit gebeurt via het Beleggingskeuzeformulier. U bent vrij in het kiezen voor ‘Life Cycle Beleggen’ of ‘Vrij Beleggen’. Na ontvangst van het Beleggingskeuzeformulier switchen wij de belegde waarde naar het beleggingsfonds dat past bij uw persoonlijke risicoprofiel en de bovengenoemde keuze. Switchen is het wijzigen van de samenstelling van beleggingen. Waarde Uw beleggingen staan op een pensioenbeleggingsrekening. De belegde waarde op uw pensioenbeleggingsrekening is altijd gelijk aan het aantal beleggingseenheden - op de betreffende dag - vermenigvuldigd met de dagkoers op handelsdag en min de verkoopkosten. Op uw persoonlijke pensioendatum De waarde van uw beleggingen komt beschikbaar op uw persoonlijke pensioendatum. Voorwaarde is dat u dan in leven bent. U mag de waarde van uw beleggingen alleen gebruiken voor het aankopen van Pensioen. U mag zelf kiezen bij welke levensverzekeringsmaatschappij u uw Pensioen aankoopt. De hoogte van het Pensioen dat u aankoopt is onder andere afhankelijk van de rentestand op uw persoonlijke pensioendatum. En de tarieven die de gekozen levensverzekeringsmaatschappij op dat moment gebruikt.
4.3.1. Life Cycle Beleggen Bij Life Cycle Beleggen beleggen we –na aftrek van de beleggingskosten- de beschikbare premies voor u in beleggingsfondsen volgens een vooraf bepaald profiel. U heeft er verder geen omkijken naar. Het enige dat u zelf moet doen, is bepalen welk profiel het best bij u past. U bepaalt uw zogeheten persoonlijke risicoprofiel met behulp van de Beleggingswijzer. Uw keuzes geeft u vervolgens door met het Beleggingskeuzeformulier. Beide documenten vindt u op Mijn Aegon. Bij Life Cycle Beleggen bouwen wij het beleggingsrisico af naarmate de pensioendatum in zicht komt. Hiervoor gebruiken we acht beleggingsfondsen, namelijk Aegon Balanced DC Fund 1 tot en met 8. Met Aegon Balanced DC Fund 8 wordt het meest risicovol belegd, met Aegon Balanced DC Fund 1 het minst risicovol. Tijdens het afbouwen beleggen we steeds minder risicovol. In de tabel staat hoe de beleggingen plaatsvinden. In welke van deze fondsen u belegt, is afhankelijk van uw persoonlijke risicoprofiel en van het aantal jaren tot u de pensioendatum bereikt.
14
Steeds als u een volgende categorie ‘resterende looptijd’ bereikt, wordt de belegde waarde automatisch geswitcht naar het volgende beleggingsfonds binnen het geldende risicoprofiel.
Risicoprofiel Offensief Neutraal Defensief Zeer defensief
Resterende looptijd tot de pensioendatum Meer dan Van Van 20 jaar 20 tot 10 jaar 10 tot 5 jaar
Van 5 tot 2 jaar
Minder dan 2 jaar
Aegon Balanced
Aegon Balanced Aegon Balanced Aegon Balanced Aegon Balanced
DC Fund 8
DC Fund 7
Aegon Balanced
Aegon Balanced Aegon Balanced Aegon Balanced Aegon Balanced
DC Fund 7
DC Fund 6
Aegon Balanced
Aegon Balanced Aegon Balanced Aegon Balanced Aegon Balanced
DC Fund 6
DC Fund 5
Aegon Balanced
Aegon Balanced Aegon Balanced
Aegon Balanced Aegon Balanced
DC Fund 5
DC Fund 4
DC Fund 2
DC Fund 6
DC Fund 5
DC Fund 5
DC Fund 4
DC Fund 4 DC Fund 3
DC Fund 3
DC Fund 4 DC Fund 3 DC Fund 2 DC Fund 1
Het rendement op de beleggingsfondsen kan zowel positief als negatief zijn. Het beleggingsrisico is altijd voor uw eigen rekening. Risicoprofiel wijzigen U mag uw risicoprofiel wijzigen. Dit betekent dat u gaat switchen; uw beleggingen worden verkocht en vervolgens worden beleggingen in een ander Aegon Balanced DC Fund gekocht. U kunt alleen switchen bij het aanpassen van uw persoonlijke risicoprofiel.
4.3.2. Vrij Beleggen Voor Vrij Beleggen moet u kiezen en uw persoonlijke risicoprofiel moet bij ons bekend zijn. Vrij Beleggen geeft u de vrije keuze om te beleggen in één of meer van de volgende fondsen: AEAM AEAM AEAM AEAM AEAM
Asia Equity Fund Emerging Asia Equity Fund North America Equity Fund (EUR) Global Commodity Fund (EUR) Core European Government Bond Fund
AEAM AEAM AEAM AEAM AEAM
Japan Equity Fund Europe Equity Fund Global Real Estate Fund European Bond Fund Money Market Euro Fund
Het rendement op de beleggingsfondsen kan zowel positief als negatief zijn. Het beleggingsrisico is altijd voor uw eigen rekening. Jaarlijks toetsen wij of uw beleggingskeuze aansluit bij uw persoonlijke risicoprofiel. Vervolgens ontvangt u een zogeheten ‘toetsbrief’ met uitleg over de aansluiting van uw keuze bij uw profiel. Beleggingskeuze wijzigen U mag (een deel van) uw beleggingen verkopen en daarvoor beleggingen in één of meer andere beleggingsfondsen kopen. Voor elke switch betaalt u de aan- en verkoopkosten die horen bij de fondsen die u aan- en verkoopt. Voor het beleggen van toekomstige premies mag u een nieuwe combinatie van beleggingfondsen vaststellen. Dit heet bijstellen. De reeds aangekochte beleggingen blijven in de vorige combinatie van beleggingsfondsen. Bijstellen is kosteloos.
15
4.3.2.1. Verzoek wijziging beleggingen Een verzoek tot switchen of bijstellen moet u schriftelijk bij ons indienen. Een verzoek voeren wij altijd uit op de eerste dag van de maand na ontvangst van het betreffende verzoek. Een verzoek met terugwerkende kracht is niet mogelijk. Als wij een verzoek vóór 12.00 uur Nederlandse tijd ontvangen op de laatste werkdag van een maand, geldt de koers van de werkdag volgend op de werkdag van ontvangst. Als wij een verzoek ná 12.00 uur Nederlandse tijd ontvangen op de laatste werkdag van een maand of op (de) een (na) laatste dag van een maand die geen werkdag is, wordt het verzoek verwerkt alsof het is ontvangen op de eerstvolgende werkdag vóór 12.00 uur Nederlandse tijd. Als er - om welke reden dan ook - op een moment geen koers kan worden vastgesteld, geldt de koers van het eerstvolgende moment waarop de koers wel kan worden vastgesteld.
4.4. Beleggingskosten Beleggen kost geld. Daarom rekenen we aan- en verkoopkosten en vergoedingen voor het beheer van de beleggingen. De aan- en verkoopkosten verrekenen we met de beschikbare premie of de beleggingen. De vergoedingen voor het beheer zijn samengevoegd onder de naam Ongoing Charges Figure (OCF). De OCF stellen we elk jaar opnieuw voor alle fondsen vast en verrekenen we met het rendement op de beleggingen. Kijk op www.pensioenabonnement.nl voor de actuele tarieven per fonds. Aan- en verkoopkosten De aan- en verkoopkosten per fonds staan in de tabel. Door marktomstandigheden kunnen deze wijzigen. In de volgende situaties rekenen we aan- en verkoopkosten: 1) Beleggingen aankopen met de beschikbare premie Bij aankoop van beleggingen rekenen we aankoopkosten. De aankoopkosten brengen we in mindering op uw beschikbare premie. Als de aankoopkosten bijvoorbeeld 0,31% zijn, kopen we van 99,69% van de beschikbare premie beleggingen. 2) Automatisch switchen bij Life Cycle Beleggen Steeds als u een volgende categorie ‘resterende looptijd’ bereikt, wordt de belegde waarde automatisch geswitcht naar het volgende beleggingsfonds binnen het geldende risicoprofiel. Bij switchen verkopen we beleggingen en vervolgens kopen we andere beleggingen aan. Hiervoor worden aan- en verkoopkosten verrekend. Dit zijn de switchkosten. Switchkosten verrekenen we met de belegde waarde op de dag waarop de aan- en verkoop plaatsvindt. 3) Risicoprofiel wijzigen bij Life Cycle Beleggen U mag uw risicoprofiel wijzigen. Dit betekent dat er geswitcht wordt. Bij switchen verkopen we beleggingen en vervolgens kopen we andere beleggingen aan. Hiervoor worden aan- en verkoopkosten verrekend. Dit zijn de switchkosten. Switchkosten verrekenen we met de belegde waarde op de dag waarop de aan- en verkoop plaatsvindt. 4) Beleggingskeuze wijzigen bij Vrij Beleggen U mag (een deel van) uw beleggingen verkopen en daarvoor beleggingen in één of meer andere beleggingsfondsen kopen. Voor elke switch rekenen we de aan- en verkoopkosten die horen bij de fondsen die u aan- en verkoopt. Ook deze switchkosten verrekenen we met de belegde waarde op de dag waarop de aan- en verkoop plaatsvindt.
16
5) Verkoopkosten bij verkoop van beleggingen We rekenen verkoopkosten bij verkoop van beleggingen voor: - het aankopen van Pensioen op uw persoonlijke pensioendatum; - een individuele of collectieve waardeoverdracht; - het afkopen van ‘klein pensioen’, zie paragraaf 6.5 ‘Afkoop klein pensioen’; - het uitruilen van ouderdomspensioen bij ontslag, zie paragraaf 10.2 ‘Partnerpensioen na ontslag’. Wij mogen de aan- en verkoopkosten twee keer per jaar aanpassen. Ongoing Charges Figure (OCF) De OCF is een maatstaf voor doorlopende kosten van een beleggingsfonds. Deze laten we zien als percentage van het fondsvermogen. Aegon Investment Management verrekent de OCF met het rendement op de beleggingen. De wijze van berekening schrijft de Autoriteit Financiële Markten voor. De hoogte van de OCF kan per jaar verschillen en is afhankelijk van het fonds waarin wordt belegd. De OCF bestaat uit de beheervergoeding en de service fee die Aegon aan beleggingsfondsen in rekening brengt. Een beleggingsfonds kan ook beleggen in andere onderliggende Aegon fondsen of in onderliggende fondsen van niet aan Aegon gelieerde managers. In de berekening van OCF zijn ook de doorlopende kosten voor deze onderliggende beleggingsfondsen opgenomen. Deze kosten zijn allemaal verrekend in de koersen die worden gepubliceerd op www.pensioenabonnement.nl . Beheervergoeding De doorlopende kosten van een beleggingsfonds gedurende de verslagperiode van een jaar noemen we de beheervergoeding. De beheervergoeding geeft de verhouding weer tussen de doorlopende kosten en de gemiddelde ‘intrinsieke’ waarde van een beleggingsfonds. De intrinsieke waarde is de werkelijke waarde, niet de handelswaarde. De beheervergoeding verschilt per fonds en vindt u op de volgende pagina en op www.pensioenabonnement.nl bij Documenten en multimedia.
Hoe het precies werkt, leest u hieronder in het kader. Doorlopende kosten zijn alle kosten die gedurende de verslagperiode in mindering zijn gebracht op het vermogen van het beleggingsfonds. Dit geldt niet voor de op- en afslagen van nieuwe en uittredende deelnemers, aan- en verkoopkosten van beleggingen en rentekosten op bankrekeningen. De intrinsieke waarde van een beleggingsfonds wordt berekend door het gemiddelde te nemen van vijf meetmomenten, namelijk: 31 december 20XX, 31 maart 20XX, 30 juni 20XX, 30 september 20XX en 31 december 20XX. De waarden op de meetmomenten in december tellen ieder voor de helft bij de berekening van het gemiddelde. De verhouding in de berekening is dan 0,5:1:1:1:0,5.
Service fee De service fee is een vergoeding voor kosten zoals de kosten van: toezichthouders, bewaring, accountants, (juridisch) advies, oprichting, administratie, marketing en communicatie. De service fee wordt dagelijks in rekening gebracht volgens de intrinsieke waarde van het beleggingsfonds tot en met de voorafgaande handelsdag.
17
Fondsnaam
Beheervergoeding
AEAM Asia Equity Fund AEAM Europe Equity Fund AEAM North America Equity Fund (EUR) AEAM Global Real Estate Fund AEAM Global Commodity Fund (EUR) AEAM Core European Government Bond Fund AEAM Emerging Asia Equity Fund AEAM Japan Equity Fund AEAM European Bond Fund AEAM Money Market Euro Fund
0,36% 0,36% 0,40% 0,48% 0,30% 0,10% 0,36% 0,36% 0,12% 0,09% 0,52% 0,52% 0,52% 0,52% 0,52% 0,52% 0,52% 0,52%
Aegon Balanced DC Fund 1 Aegon Balanced DC Fund 2 Aegon Balanced DC Fund 3 Aegon Balanced DC Fund 4 Aegon Balanced DC Fund 5 Aegon Balanced DC Fund 6 Aegon Balanced DC Fund 7 Aegon Balanced DC Fund 8
Service fee 0,08% 0,08% 0,08% 0,08% 0,03% 0,08% 0,08% 0,08% 0,08% 0,03% 0,08% 0,08% 0,08% 0,08% 0,08% 0,08% 0,08% 0,08%
OCF 2012
Aan- en verkoopkosten *** 0,45% 0,46% 0,48% 0,55% 0,33% 0,15% 0,45% 0,46% 0,18%
0,35% 0,30% 0,20% 0,30% 0,20% 0,03% 0,60% 0,25% 0,04% 0,015%
0,60% 0,60% 0,60% 0,60% 0,60% 0,60% 0,60% 0,60%
0,23% 0,25% 0,27% 0,28% 0,29% 0,29% 0,29% 0,29%
4.5. Vervanging beleggingsfondsen Wij mogen de beleggingsfondsen vervangen door één of meer andere beleggingsfondsen. De beleggingen worden dan overgeheveld van het te vervangen beleggingsfonds naar (een) beleggingsfonds(en) met een soortgelijk risicoprofiel. Het vervangen van een beleggingsfonds gebeurt alleen als wij oordelen dat dit noodzakelijk is voor een prudente bedrijfsvoering. Daarbij houden we - in alle redelijkheid - rekening met uw belangen. Als u belegt volgens 'Vrij Beleggen' kiest u zelf een ander beleggingsfonds uit het totale aanbod van beleggingsfondsen bij Vrij Beleggen op dat moment. U betaalt geen aan- en verkoopkosten of andere kosten.
4.6. Garantpensioen Als u kiest voor (gedeeltelijk) Garantpensioen heeft u vanaf het moment van aankoop zekerheid over (een deel van) de hoogte van uw Pensioen. Deze pensioenen zijn vanaf dan namelijk verzekerd. Voordat uw Pensioen wordt aangekocht wordt een rentegarantiepremie en een risicopremie waardeoverdracht in rekening gebracht. De rentegarantiepremie brengen wij in rekening zodat wij uw Pensioen na uw pensioendatum levenslang kunnen uitkeren. Voor 2014 bedraagt de rentegarantiepremie 14,92% van uw beschikbare premie. De risicopremie waardeoverdracht brengen wij in rekening om een eventuele bijbetalingsverplichting van uw werkgever bij een wettelijke (individuele) waardeoverdracht te voorkomen. Voor 2014 bedraagt deze premie 0,75% van de beschikbare premie. Ouderdomspensioen U koopt voor uw pensioendatum een ouderdomspensioen. Dit ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum en wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin u overlijdt. De hoogte van dit pensioen stellen wij vast volgens de tarieven in bijlage 2 ‘Tarieven’.
18
Partnerpensioen U koopt voor uw pensioendatum een partnerpensioen bij overlijden na de pensioendatum. Dit partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin u overlijdt en wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin uw partner overlijdt. De hoogte van dit pensioen stellen wij vast volgens de tarieven in bijlage 2 ‘Tarieven’.
4.7. Waardeoverdracht voor de nieuwe deelnemer Als nieuwe deelnemer aan deze pensioenregeling kunt u de waarde van uw pensioenaanspraken bij uw vorige pensioenregelingen naar ons overdragen. Een verzoek tot opgave voor waardeoverdracht moet u binnen zes maanden na deelname aan een nieuwe pensioenregeling doen. Dit is volgens de wettelijke termijn. Het verzoek moet u bij ons indienen.
19
Hoofdstuk 5.
Toeslagen & Winstdelingspool
5.1. Toeslagen Toeslagen Op het Pensioen dat u aankoopt met de beleggingen van het Beleggingspensioen worden geen toeslagen verleend.
5.2. Winstdelingspool voor Beleggingspensioen Er geldt zoals gezegd geen toeslag voor het pensioen dat u aankoopt van het Beleggingspensioen. Maar wij hebben wel als uitgangspunt om de waarde van uw beleggingen jaarlijks te verhogen door het bijschrijven van resultaat uit de winstdelingspool. Het resultaat ontstaat door het overlijden van andere deelnemers die een pensioenregeling hebben die uitgevoerd wordt door Aegon PPI. Het gaat dus niet alleen om de deelnemers aan deze pensioenregeling. Als een deelnemer overlijdt, valt de waarde van zijn beleggingen en de terugontvangen dividendbelasting in een winstdelingspool. Deze winstdelingspool keert uit aan de deelnemers. Elk jaar stellen we vast of we kunnen uitkeren uit de winstdelingspool en zo ja hoeveel. Als de uitkering leidt tot een verhoging van minder dan 0,5% van de waarde van de beleggingen van alle deelnemers samen, doen we geen uitkering. De uitkering wordt dan met rentevergoeding doorgeschoven naar een volgend jaar en opgeteld bij de uitkering van dat volgende jaar. Als we uitkeren uit de winstdelingspool, gebeurt dit op 1 januari. Bij een uitkering krijgt elke deelnemer een even hoog uitkeringspercentage met een maximum van 3% per jaar.
5.3. Winstdelingspool voor Garantpensioen Wij hebben als uitgangspunt uw gegarandeerde pensioenen jaarlijks te verhogen door het bijschrijven van winst. De winst die we hier bedoelen, maken we als volgt: U heeft met uw premie Garantpensioen gekocht. U reserveert dan geld om later uw Pensioen uit te keren. Wij garanderen de hoogte van dat Pensioen. Voor de berekening van de hoogte van dit Pensioen gaan we ervan uit dat we minimaal 3% rendement (rente) kunnen maken. Die 3% noemen we de rekenrente. Als we meer rendement maken dan deze 3% rekenrente, is er winst. Die winst verdelen we over de deelnemers. Om de winst te berekenen gaan we uit van het rendement op leningen. Deze leningen zijn fictief. We kijken dus wat de opbrengst zou zijn als we leningen zouden hebben. Hoe dit precies werkt staat in het kader onderaan deze paragraaf. Als er winstdeling is, gebruiken we deze elk jaar op 1 januari voor een toeslag. Deze toeslag is voor iedereen dezelfde procentuele verhoging van de gegarandeerde pensioenen. Als de toeslag leidt tot een verhoging van minder dan 0,5% verlenen we geen toeslag. De toeslag wordt dan met rentevergoeding doorgeschoven naar een volgend jaar en opgeteld bij de toeslag van dat volgende jaar. Voor de vaststelling van het maximum percentage gebruiken we het cao-loonindexcijfer inclusief bijzondere beloningen (totaal) van de maand oktober van het jaar voor 1 januari. De toeslagen zijn in enig jaar niet hoger dan het voor dat jaar geldende, fiscaal geaccepteerde maximum. Het Centraal Bureau voor de Statistieken (CBS) berekent het indexcijfer. 20
Voor het verlenen van toeslag op Garantpensioen geldt de volgende voorwaardelijkheidsverklaring: “Op de pensioenrechten en pensioenaanspraken worden in beginsel jaarlijks toeslagen verleend. De hoogte van de toeslagverlening is uitsluitend afhankelijk van de winstdeling, die door ons wordt vastgesteld op basis van een gemiddeld rendementspercentage op een pakket fictieve leningen. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening wordt geen premie betaald”. U heeft door een verhoging en de verwachting voor de komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.
De fictieve leningen worden gevormd door belegging van de netto reserves van alle verzekeringen met deze vorm van toeslag. De netto reserves aan het eind van een kalenderjaar verdisconteren we met 3% en beleggen we fictief per begin van dat jaar. De fictieve belegging doen we in de vorm van tienjarige leningen, welke vijf jaar niet aflosbaar en vijf jaar gelijkmatig aflosbaar zijn. De zo gevormde fictieve leningen beleggen we met een rendementspercentage dat we stellen op het gemiddelde jaarrendement van staatsleningen (het u-rendement) van het jaar van belegging. De toename van de reserves en de aflossingen van de eerder gecreëerde fictieve leningen worden geacht op deze wijze te worden (her)belegd. Het gemiddeld rendementspercentage definiëren we als het rendement van de totale belegging in fictieve leningen dat in enig jaar gerealiseerd wordt, gedeeld door de genoemde reserves aan het einde van dat jaar, onder aftrek van de rekenrente van 3%. De rekenrente is reeds ingecalculeerd in de tarieven en is derhalve niet meer beschikbaar als financieringsbron voor toeslagen of overrente. Van het totale fictieve rendement wordt 90% beschikbaar gesteld voor toeslagverlening. De op 31 december van enig jaar aanwezige pensioenrechten worden met het toeslagpercentage verhoogd.
21
Hoofdstuk 6.
Grenzen en beperkingen
6.1. Maxima voor pensioen De Wet op de loonbelasting 1964 bepaalt dat het totaal aan pensioen maximaal mag zijn: Ouderdomspensioen
1,90% van het laatste pensioengevend loon per dienstjaar, met een maximum van 100%. De jaren vanaf het moment van overlijden tot de pensioendatum tellen mee als dienstjaren.
Partnerpensioen
1,33% van het laatste pensioengevend salaris per dienstjaar, met een maximum van 70%. De jaren vanaf het moment van overlijden tot de pensioendatum tellen mee als dienstjaren.
Wezenpensioen
0,266% van het laatste pensioengevend salaris per dienstjaar, met een maximum van 14%. De jaren vanaf het moment van overlijden tot de pensioendatum tellen mee als dienstjaren. Voor volle wezen geldt een verdubbeling van dit percentage.
De maxima zijn inclusief de AOW-uitkering. Als de waarde van uw beleggingen op de pensioendatum hoger is, betaalt u over het meerdere belasting volgens de normale tarieven voor belastingplichtigen tot 67 jaar. Dit geldt niet als de waarde van uw beleggingen hoger is door onze toeslagverlening, waardeoverdracht, variatie in de uitkering of uitruil.
6.2. Fiscale goedkeuring Als de Belastingdienst en/of belastingrechter deze pensioenregeling niet (volledig) goedkeurt, vervangen wij uw regeling door een regeling die wel aan alle eisen voldoet. Uw werkgever mag zich neerleggen bij de uitspraak van de Belastingdienst en/of de belastingrechter. Als de pensioenregeling aangepast moet worden, wordt er zoveel mogelijk rekening gehouden met de toezeggingen die uw werkgever u in deze pensioenregeling deed.
6.3. Aanpassingen door uw werkgever Invoering of aanpassing van wet- en regelgeving kunnen zorgen voor gewijzigde omstandigheden. Uw werkgever mag de pensioenregeling eenzijdig aanpassen aan de gewijzigde omstandigheden als civiele, sociale of fiscale wetgeving of verplicht gestelde pensioenvoorzieningen worden ingevoerd of gewijzigd. Uw werkgever mag de pensioenregeling zonder uw toestemming aanpassen als hij zo’n groot belang heeft bij de wijziging, dat het daarom redelijk is dat het belang van werknemers hiervoor opzij wordt geschoven. In dat geval vindt een aanpassing van de toekomstige aanspraken plaats. Bij een ingrijpende wijziging van omstandigheden mag uw werkgever het inleggen van pensioenpremies verminderen of stoppen, voor zover zijn bedrijfsbelang dit noodzakelijk maakt. Bijvoorbeeld bij surseance van betaling. Voorwaarde is dat hij u en ons hierover onmiddellijk schriftelijk informeert. De reeds aanwezige waarde van uw beleggingen en/of aangekochte pensioenen blijft intact. Tenzij wettelijke maatregelen anders bepalen. U kunt ons en uw werkgever niet aansprakelijk stellen voor een vermindering van de pensioenen als dit voortvloeit uit het toepassen van wettelijke voorschriften. 22
6.4. Afkopen, vervreemden, prijsgeven en zekerstellen Op grond van het pensioenreglement ontstaan er rechten voor u. Dat is bijvoorbeeld het recht op uw pensioenuitkering als u met pensioen bent. En bij uw overlijden ontstaan er rechten voor uw partner en/of kinderen. Dat is bijvoorbeeld het recht op uitkering van het Nabestaandenpensioen. Deze rechten kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven. Of een formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden. Tenzij de Pensioenwet anders regelt. U kunt bijvoorbeeld niet in plaats van bijvoorbeeld een maandelijkse uitkering, in één keer alles laten uitkeren. Of de uitkering op naam van iemand anders zetten.
6.5. Afkoop klein pensioen Een klein pensioen is een pensioenuitkering die lager is dan genoemd in artikel 66 van de Pensioenwet. In 2014 is dit € 458,06 bruto per jaar. In een aantal situaties kunnen wij klein pensioen afkopen. U ontvangt dan één uitkering in plaats van een periodieke uitkering. Wij berekenen de hoogte van het pensioen na een melding van uw: -
Pensionering.
-
Overlijden, waardoor recht op Nabestaandenpensioen ontstaat.
-
Ontslag. Na ontslag kunt u de waarde van uw Garantpensioen en/of beleggingen bij ons laten staan. Als het pensioenvermogen twee jaar na uw ontslag nog bij ons staat, maken we een berekening.
-
Scheiding. Als u gaat scheiden heeft uw ex-partner recht op het deel van de waarde van uw beleggingen dat is bedoeld voor bijzonder partnerpensioen. Wij berekenen dan het pensioen voor uw ex-partner. Als we afkopen gaat de afkoopwaarde van dit partnerpensioen naar uw expartner.
Als blijkt dat sprake is van een ‘klein pensioen’ keren we de afkoopwaarde uit. Als wij gaan afkopen, ontvangt u hierover binnen zes maanden na de bovenstaande melding bericht. Bij ontslag wachten wij twee jaar. Na deze twee jaar informeren wij u binnen zes maanden. De afkoopwaarde keren we uit binnen dezelfde zes maanden. Bij afkoop van Pensioen berekenen we het klein pensioen op basis van de (gezamenlijke) waarde van Beleggingspensioen en/of Garantpensioen. De afkoopwaarde bepalen we op basis van een afkoopvoet die geen onderscheid maakt tussen de levensverwachting van mannen en vrouwen. Zie bijlage 3 ‘Factoren voor uitruilen, uitstellen, vervroegen, variatie en afkopen’. Alleen Pensioen dat nog niet is ingegaan, mag afgekocht worden. Als gevolg van deze uitkering ineens vervallen de pensioenaanspraken.
23
6.6. Acceptatie van verzekerde aanspraken Vanaf het moment van deelname krijgt u pensioenaanspraken waarvoor verzekeringen worden gesloten. Wij accepteren u altijd voor deze verzekeringen. Verhogingen van de verzekeringen die voortvloeien uit de pensioenregeling, accepteren we ook zonder rekening te houden met uw gezondheidstoestand. Er zijn twee situaties waarin wij acceptatie van de verzekeringen mogen weigeren op grond van uw gezondheidstoestand. Of wel accepteren, maar dan tegen andere voorwaarden of een ander tarief. Wij keuren daarbij alleen in de gevallen dat de wet ons dat toestaat. De beperkingen voor acceptatie gelden alleen als het risico van overlijden of arbeidsongeschiktheid voor ons toeneemt door uw gezondheidstoestand. De beperkingen voor acceptatie gelden in de volgende situaties: -
-
Als u terugkomt op het weigeren van de pensioenvormen van deze pensioenregeling. Dit weigeren kan alleen als u door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) erkend bent als gemoedsbezwaarde. Als u later kiest voor het Anw-hiaatpensioen dan het moment van deelname of later dan drie maanden na het krijgen van een partner of een kind.
Als wij een beperking van acceptatie toepassen, heeft u alleen recht of aanspraak op het door ons geaccepteerde deel. U maakt geen aanspraak op het niet-geaccepteerde deel. Ook niet tegenover de werkgever. Antiselectie of misbruik Nabestaandenpensioen en Anw-hiaatpensioen Er bestaat geen aanspraak op een nabestaandenpensioen als uw overlijden redelijkerwijs te verwachten is gezien uw gezondheidstoestand bij aanvang van deelname aan de pensioenregeling. En dit binnen een jaar is nadat: -
deze pensioenaanspraken voor u gelden, of u trouwt, het geregistreerd partnerschap aangaat of een gezamenlijke huishouding begint.
De onafhankelijke Toetsingscommissie Gezondheidsgegevens laten wij beoordelen of bij het overlijden van de verzekerde sprake is van antiselectie of misbruik. Als deze uitsluiting geldt, krijgen uw nabestaanden geen pensioenuitkering. Antiselectie of misbruik premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid Er bestaat geen recht op vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid als uw ziekte en/of aandoening: -
redelijkerwijs te verwachten is bij aanvang van uw deelname aan de pensioenregeling, en zich binnen een jaar na aanvang voordoet.
Bij het bepalen of deze uitsluiting geldt, gaan wij uit van de WIA-beoordeling van de overheid. Als de WIA-beoordeling ontbreekt, onderzoeken wij zelf of de uitsluiting geldt.
24
Hoofdstuk 7.
Pensionering
7.1. Flexibele pensioendatum In deze pensioenregeling gaan we er standaard van uit dat u met pensioen gaat op de eerste dag van de maand waarin u 67 jaar wordt. Op uw verzoek kunt u eerder of later met pensioen gaan als de fiscale regels dit op dat moment mogelijk maken. Als u Beleggingspensioen heeft, geldt bij eerder of later met pensioen gaan dat we de waarde van uw beleggingen vaststellen op uw persoonlijke pensioendatum. De waarde van uw beleggingen is dan het aantal beleggingseenheden vermenigvuldigd met de dagkoers op handelsdag min de verkoopkosten. Als u Garantpensioen heeft, geldt bij eerder of later met pensioen gaan dat we het Pensioen verlagen of verhogen op basis van een ruilvoet. Deze ruilvoet maakt geen onderscheid tussen de levensverwachting van mannen en vrouwen. Zie bijlage 3 ‘Factoren voor uitruilen, uitstellen, vervroegen, variatie en afkopen’.
7.2. Eerder met pensioen U mag eerder met pensioen gaan vanaf de eerste dag van de maand waarin u 60 jaar wordt. Meestal eindigt uw dienstverband zodra u met pensioen gaat. Als u eerder met pensioen gaat en uw dienstverband eindigt, komen de volgende pensioenaanspraken te vervallen: -
Nabestaandenpensioen Anw-hiaatpensioen
Het Pensioen dat u ontvangt, mag niet lager zijn dan het bedrag voor ‘klein pensioen’, zie paragraaf 6.5 ‘Afkoop klein pensioen’. Toestemming U en uw werkgever moeten het samen eens zijn over uw eerdere pensionering. Vervolgens moet u uw vervroegde pensioendatum uiterlijk zes weken voor aanvang schriftelijk melden aan uw werkgever en ons. Als uw huidige werkgever niet de werkgever van deze pensioenregeling is, heeft u de toestemming van uw oude werkgever niet nodig. U hoeft uw oude werkgever dus niet te melden dat u eerder met pensioen gaat. Partner Als u een partner heeft, moet uw partner het verzoek om eerder met pensioen te gaan ook ondertekenen. Eerder met pensioen gaan betekent namelijk dat het ouderdomspensioen lager wordt. En daarmee is ook het partnerpensioen lager als u na pensionering overlijdt.
7.3. Later met pensioen U mag later met pensioen gaan, namelijk tot vijf jaar nadat u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Tot die tijd moet u bij een werkgever een dienstverband hebben. Maar zodra het Pensioen - dat u kunt krijgen - hoger is dan 100% van de pensioengrondslag, moet u met pensioen gaan. Of het Pensioen wordt vastgezet op deze 100% en stijgt niet meer verder.
25
Het Pensioen mag na uw 67e wel hoger zijn dan 100% van de pensioengrondslag als dat komt door: -
uitruil toeslagen waardeoverdracht variatie in de uitkering
Toestemming Uw werkgever en u moeten het er samen over eens zijn dat u later met pensioen gaat. Vervolgens moet u uw latere pensioendatum uiterlijk zes weken voor aanvang van de pensioendatum schriftelijk melden aan uw werkgever en ons. Als uw huidige werkgever niet de werkgever van deze pensioenregeling is, heeft u geen toestemming van uw oude werkgever nodig. U hoeft uw oude werkgever dus niet te melden dat u later met pensioen gaat. Verklaring andere werkgever Als u niet meer werkt bij de werkgever van deze pensioenregeling, moet u ons elk jaar verklaren dat u een dienstverband heeft bij een andere werkgever of dat u werkt als zelfstandig ondernemer. Als wij deze verklaring niet uiterlijk zes weken voor de pensioendatum ontvangen, wordt automatisch geregeld dat uw pensioen ingaat. Daarna moet u de verklaring jaarlijks insturen. Ook hiervoor geldt dat wij uw verklaring steeds uiterlijk zes weken voor de verplaatste pensioendatum ontvangen moeten hebben. Anders wordt automatisch geregeld dat uw pensioen ingaat.
7.4. Deeltijdpensioen In deze pensioenregeling gaan we er standaard van uit dat u bij pensionering volledig met pensioen gaat. Maar u kunt ook kiezen voor gedeeltelijk met pensioen gaan. Voorwaarde is dat de fiscale regels deeltijdpensioen op dat moment mogelijk maken en dat deze mogelijkheid ook in de pensioenovereenkomst die u met uw werkgever heeft, staat beschreven. U mag met deeltijdpensioen vanaf de eerste dag van de maand waarin u 60 jaar wordt. De hoogte van het deeltijdpensioen stellen we op dezelfde manier vast als we beschrijven in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk. Het deeltijdpensioen dat u ontvangt, mag niet lager zijn dan het bedrag voor ‘klein pensioen’, zie paragraaf 6.5 ‘Afkoop klein pensioen’. Voor het deel dat u in dienst blijft van uw werkgever, blijft u deelnemen aan de pensioenregeling. In paragraaf 3.4 ‘Werken in deeltijd’ beschrijven we hoe we uw pensioenaanspraken bepalen voor dit gedeelte. Als u deeltijd met pensioen bent gegaan, kunt u het deeltijdpercentage alleen nog verhogen. Het door u gekozen deeltijdpercentage geldt voor een periode van zes maanden of een periode die vermenigvuldigd is met zes maanden. Bijvoorbeeld twee of drie keer zes maanden. Als u het percentage wilt wijzigen, moet u dit zes weken van tevoren melden aan uw werkgever en ons. Paragraaf 7.6 ‘Variatie in pensioenuitkeringen’ is niet van toepassing op ingegaan deeltijdpensioen. Toestemming U en uw werkgever moeten het samen eens zijn over uw deeltijdpensionering. Vervolgens moet u uw deeltijd pensioendatum uiterlijk zes weken voor aanvang schriftelijk melden aan uw werkgever en ons. Als uw huidige werkgever niet de werkgever van deze pensioenregeling is, heeft u geen toestemming van uw oude werkgever nodig. U hoeft uw oude werkgever dus niet te melden dat u deeltijd met pensioen gaat.
26
Partner Als u een partner heeft, moet uw partner het verzoek voor deeltijdpensioen ook ondertekenen. Dit doen we omdat deeltijd met pensioen gaan tot gevolg kan hebben dat uw partner een lager partnerpensioen krijgt als u overlijdt.
7.5. Gebruiken en uitruilen van pensioen bij pensionering Er zijn verschillende mogelijkheden voor het gebruiken en uitruilen van ouderdomspensioen. Daarbij moet u er wel rekening mee houden dat u niet al het ouderdomspensioen kunt gebruiken of uitruilen. Zo blijft het deel van het ouderdomspensioen of het deel van uw belegde waarde dat door scheiding aan uw ex-partner uitbetaald wordt, buiten de uitruil. Ook het bijzonder partnerpensioen blijft buiten de uitruil, zie hoofdstuk 11 ‘Scheiding’. Gebruik van Beleggingspensioen Op uw pensioendatum moet u de belegde waarde gebruiken om Pensioen aan te kopen. U krijgt dan van ons een opgave van de hoogte van het Pensioen dat u kunt aankopen. Hierop staat hoe hoog uw ouderdomspensioen wordt. En hoe hoog het partnerpensioen wordt. Daarbij kiezen wij ervoor dat dit partnerpensioen 70% van uw ouderdomspensioen is. Een hoger ouderdomspensioen en een lager partnerpensioen Voordat het pensioen ingaat kunt u de hoogte van het partnerpensioen aanpassen. U kunt kiezen voor een lager partnerpensioen. Uw ouderdomspensioen wordt dan hoger. Het partnerpensioen mag minimaal 0% en maximaal 70% van uw ouderdomspensioen zijn. Als u het partnerpensioen wilt aanpassen, moet u dat uiterlijk zes weken voor uw persoonlijke pensioendatum schriftelijk aan ons doorgeven. Als u een hoger ouderdomspensioen wilt en daardoor kiest voor een lager partnerpensioen, heeft u de toestemming van uw partner nodig. Uiteraard alleen als u een partner heeft.
7.6. Variatie in pensioenuitkeringen Deze paragraaf is van toepassing als u uw Beleggingspensioen of Garantpensioen gebruikt voor aankoop van Pensioen bij Aegon Leven. Hoog/laag Op de pensioendatum kunt u kiezen voor een hoger ouderdomspensioen aan het begin en een lager ouderdomspensioen daarna. Bij de berekening tellen we het partnerpensioen bij overlijden na de pensioendatum niet mee. Voor een hoger ouderdomspensioen geldt het volgende: -
-
De hogere uitkering begint meteen vanaf uw pensioendatum. Als het pensioen ingaat op of voor de 63-jarige leeftijd, kunt u de hogere uitkering laten uitkeren tot de eerste dag van de maand waarin u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt of 70 jaar wordt. Als het pensioen ingaat na de 63-jarige leeftijd, kunt u de hogere uitkering laten uitkeren tot de eerste dag van de maand waarin u 70 of 75 jaar wordt. De hogere uitkering staat in een vaste verhouding van 100:75 ten opzichte van de lagere uitkering. De lagere uitkering mag niet lager zijn dan het bedrag voor ‘klein pensioen’, zie paragraaf 6.5 ‘Afkoop klein pensioen’.
Als u uw AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, heeft u ook de mogelijkheid om een ouderdomspensioen te kiezen dat in het begin net zo hoog is als de jaarlijkse gezamenlijke AOWuitkering inclusief vakantietoeslag. We gaan dan uit van een AOW-uitkering waarbij zowel de man 27
als de vrouw de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Een lager ouderdomspensioen mag natuurlijk ook. Voor deze mogelijkheid geldt het volgende: -
De hogere uitkering begint meteen vanaf de pensioendatum. De hogere uitkering wordt uitgekeerd tot de eerste dag van de maand waarin u de AOWgerechtigde leeftijd heeft bereikt. De minimale uitkeringsduur van de hogere uitkering is twaalf maanden. De lagere uitkering mag niet lager zijn dan het bedrag voor ‘klein pensioen’, zie paragraaf 6.5 ‘Afkoop klein pensioen’.
7.7. Uitkering door Aegon Leven Als u op uw pensioendatum Pensioen aankoopt bij of ontvangt van Aegon Leven, ontvangt u de ingegane pensioenen in euro’s en in maandelijkse termijnen achteraf. Als Aegon Leven op een buitenlandse bankrekening moet uitkeren, worden de bankkosten hiervoor in mindering gebracht op de uitkering.
7.8. Waardeoverdracht bij pensionering Deze paragraaf is van toepassing als u uw Beleggingspensioen gebruikt voor aankoop van Pensioen bij een andere pensioenuitvoerder dan Aegon Leven. Als u ervoor kiest de waarde van uw beleggingen op uw pensioendatum over te dragen naar een andere pensioenuitvoerder dan Aegon Leven, moet u vooraf een schriftelijk verzoek bij ons indienen. Dit verzoek moeten wij uiterlijk 3 weken voor uw pensioendatum ontvangen hebben. Als het verzoek ook partnerpensioen betreft, moet uw partner zelf toestemming geven voor de waardeoverdracht van het partnerpensioen.
28
Hoofdstuk 8.
Overlijden voor de pensioendatum
8.1. Partnerpensioen Met deze pensioenregeling heeft uw partner aanspraak op partnerpensioen bij uw overlijden voor de persoonlijke pensioendatum. Dit partnerpensioen is onderdeel van het Nabestaandenpensioen en gaat in op de eerste dag van de maand waarin u overlijdt en wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin uw partner overlijdt. De hoogte van dit partnerpensioen berekenen we als volgt: pensioengrondslag x aantal dienstjaren x 1,33% Het aantal dienstjaren is het aantal jaren vanaf de datum dat u in dienst kwam bij de werkgever van deze pensioenregeling tot aan de pensioendatum. Dienstjaren bepalen we in jaren en maanden. Een gedeelte van een maand telt niet mee. Het maximum aantal dienstjaren voor de berekening van partnerpensioen is 52 jaar. Als u een premievrije aanspraak op partnerpensioen heeft op grond van een eerdere pensioenregeling tijdens uw dienstverband bij de werkgever van deze pensioenregeling, geldt het volgende: van de aanspraak die we berekenden zoals hierboven trekken we de premievrije aanspraak af. Als uw pensioengrondslag stijgt, stijgt ook het partnerpensioen. Dan berekenen we het partnerpensioen opnieuw. Dit doen we door het bedrag waarmee de pensioengrondslag stijgt te vermenigvuldigen met het aantal dienstjaren en vervolgens met 1,33%. De uitkomst hiervan tellen we op bij de bestaande aanspraak op partnerpensioen. Een verlaging van de pensioengrondslag geldt alleen voor de dienstjaren tussen de datum van de verlaging en de pensioendatum. De pensioenaanspraken tot de datum van verlaging blijven hetzelfde. Vanaf 1 januari 2015 wordt het percentage van 1,33% nog verder verlaagd. Hoeveel lager is nog niet definitief door de wetgever bepaald. Ook in de toekomst kan het percentage in de wet gewijzigd worden. Is het percentage in uw startbrief nu of in de toekomst hoger dan het percentage in de wet? Dan geldt voor u dit: Uw percentage voor het partnerpensioen is altijd gelijk aan het percentage in de Wet op de Loonbelasting. U ziet het geldende percentage altijd in het actuele pensioenreglement. Een wijziging van het percentage geldt alleen voor de toekomst. U houdt recht op het pensioen dat u al had. De aanspraak op partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum is verzekerd op risicobasis tot uw persoonlijke pensioendatum. Dit betekent dat deze aanspraak zonder waarde vervalt als: -
uw deelname aan de pensioenregeling eindigt door eerdere pensionering of ontslag; u geen partner meer heeft; u uw persoonlijke pensioendatum bereikt.
Er bestaat geen aanspraak op partnerpensioen jegens ons of de werkgever wanneer op basis van artikel 6.6 uit dit pensioenreglement of de verzekeringsvoorwaarden geen partnerpensioen wordt uitgekeerd. De verzekeringsvoorwaarden maken deel uit van de uitvoeringsovereenkomst en kunt u bij ons opvragen. De aanspraak op partnerpensioen vervalt niet als u na uw ontslag meteen een WW-uitkering krijgt. Zie hiervoor paragraaf 10.1 ‘Pensioenaanspraken na ontslag’.
29
8.2. Wezenpensioen Met deze pensioenregeling heeft uw kind aanspraak op wezenpensioen bij uw overlijden voor de persoonlijke pensioendatum. Dit wezenpensioen is onderdeel van het Nabestaandenpensioen. Een kind heeft recht op deze uitkering vanaf de eerste dag van de maand waarin u overlijdt. Of vanaf de eerste dag van de maand waarin een kind recht krijgt op wezenpensioen. Er geldt: -
Uw kind ontvangt de uitkering standaard tot zijn 18e verjaardag. Als uw kind van maandag t/m vrijdag voor vijf dagdelen of meer onderwijs of een opleiding voor een beroep volgt, eindigt de uitkering uiterlijk op de 27e verjaardag. Als uw kind meer dan 55% arbeidsongeschikt is, loopt de uitkering ook tot de 27e verjaardag. Voorwaarde is dat deze situatie al een jaar bestaat of vermoedelijk het eerstkomende jaar zal bestaan.
We keren het wezenpensioen uit tot het einde van de maand waarin het recht op wezenpensioen vervalt. Of eerder bij overlijden van uw kind. De hoogte van een wezenpensioen is 20% van het partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum. Het wezenpensioen wordt verdubbeld als uw kind een volle wees wordt. Als u een premievrije aanspraak op wezenpensioen heeft op grond van een eerdere pensioenregeling tijdens uw dienstverband bij de werkgever van deze pensioenregeling, geldt het volgende: van de aanspraak die we berekenden zoals hierboven trekken we de premievrije aanspraak af. De aanspraak op wezenpensioen is verzekerd op risicobasis tot de pensioendatum. Dit betekent dat de aanspraak op wezenpensioen zonder waarde vervalt als: -
uw deelname aan de pensioenregeling eindigt door ontslag, of u geen kind meer heeft dat in aanmerking komt voor een wezenpensioen, of u uw persoonlijke pensioendatum bereikt.
Er bestaat geen aanspraak op wezenpensioen jegens ons of de werkgever wanneer op basis van artikel 6.6 uit dit pensioenreglement of de verzekeringsvoorwaarden geen wezenpensioen wordt uitgekeerd. De verzekeringsvoorwaarden maken deel uit van de uitvoeringsovereenkomst en kunt u bij ons opvragen. Rentestandcorrectie Bij de vaststelling van onze tarieven voor de premieberekening gaan we uit van een rekenrente van 3% per jaar. De werkelijke rentestand op de kapitaalmarkt wisselt en is niet altijd 3%. Met de rentstandcorrectie corrigeren wij de premies naar de werkelijke rentestand. Als de (gemiddelde) rentestand o de kapitaalmarkt hoger is dan 3% dan betekent de rentestandcorrectie een korting. Is de gemiddelde rentestand lager, dan is de correctie een opslag. De rentestandcorrectie wordt jaarlijks vastgesteld en is geldig van 1 januari tot en met 31 december van het jaar. In 2014 bedraagt de opslag 6.2%.
8.3. Anw-hiaatpensioen Deze paragraaf is van toepassing als u heeft gekozen voor het vrijwillig verzekeren van het Anwhiaatpensioen. Het Anw-hiaatpensioen is verzekerd op risicobasis. Dit betekent dat er met dit pensioen geen waarde wordt opgebouwd. En bij scheiding vervalt de aanspraak op jaarlijks Anw-hiaatpensioen zonder waarde. 30
Ingang en einde van het pensioen Het Anw-hiaatpensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin u overlijdt. En eindigt op de laatste dag van de maand waarin uw partner de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Of als dat eerder is, op de laatste dag van de maand waarin uw partner overlijdt. Als u voor deze verzekering premie betaalt tot de pensioendatum, ontvangt uw partner - indien deze de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt - bij uw overlijden na deze datum alsnog het Anw-hiaatpensioen. Er bestaat geen aanspraak op Anw-hiaatpensioen jegens ons of de werkgever wanneer op basis van artikel 6.6 uit dit pensioenreglement of de verzekeringsvoorwaarden geen Anw-hiaatpensioen wordt uitgekeerd. De verzekeringsvoorwaarden maken deel uit van de uitvoeringsovereenkomst en kunt u bij ons opvragen. Hoogte uitkering De hoogte van het verzekerd Anw-hiaatpensioen is voor iedereen hetzelfde. Het Anw-hiaatpensioen is namelijk hetzelfde bedrag als de wettelijke Anw-uitkering van het jaar waarin u overlijdt. De wettelijke Anw-uitkering wordt jaarlijks op 1 januari vastgesteld. In 2014 is dit € 14.533,- bruto per jaar. Dit is dus in 2014 ook de hoogte van het Anw-hiaatpensioen. Rentestandcorrectie Bij de vaststelling van onze tarieven voor de premieberekening gaan we uit van een rekenrente van 3% per jaar. De werkelijke rentestand op de kapitaalmarkt wisselt en is niet altijd 3%. Met de rentestandcorrectie corrigeren wij de premies naar de werkelijke rentestand. Als de (gemiddelde) rentestand op de kapitaalmarkt hoger is dan 3% dan betekent de rentestandcorrectie een korting. Is de gemiddelde rentestand lager, dan is de correctie een opslag. De rentestandcorrectie wordt jaarlijks vastgesteld en is geldig van 1 januari tot en met 31 december van het jaar. In 2014 bedraagt de opslag 6,2%.
31
Hoofdstuk 9.
Arbeidsongeschiktheid
9.1. Premievrijstelling Vanaf de dag dat u recht heeft op een WIA-uitkering, krijgt u (gedeeltelijke) vrijstelling van premiebetaling. Dit geldt voor zover u daar volgens onze voorwaarden recht op heeft. Uw eigen bijdrage voor deze pensioenregeling wordt voor hetzelfde deel vrijgesteld als de totale premie. De premievrijstelling is als volgt: Bij arbeidsongeschiktheid van
is de premievrijstelling
80% of meer 65% tot 80% 55% tot 65% 45% tot 55% 35% tot 45% minder dan 35%
100% 72,5% 60% 50% 40% 0%
In de periode van premievrijstelling wijzigen we uw pensioengrondslag en/of deze pensioenregeling niet voor het deel van de pensioenaanspraken dat is vrijgesteld. De vrijgestelde premie stellen we vast op basis van uw leeftijd op de dag voordat we premievrijstelling verlenen. Als u ouder wordt, passen we de premie aan volgens de tabel in paragraaf 4.1 ‘Beschikbare premie’. De premie voor het Nabestaandenpensioen passen we ook elk jaar aan. Deze premie wordt namelijk elk jaar hoger omdat u ouder wordt. Beide verhogingen van de premie zijn vrijgesteld. Als u wordt ontslagen en u bent (deels) arbeidsongeschikt, houdt u recht op (het deel van) de aanspraken waarvoor de premie is vrijgesteld. Dit recht houdt u tot de premievrijstelling eindigt. Premievrijstelling na uitdiensttreding U kunt aanspraak maken op premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid na uitdiensttreding als u: -
tot aan het moment van uitdiensttreding een Ziektewetuitkering ontvangt, of loon bij ziekte ontvangt zoals bedoeld is in het Burgerlijk Wetboek, en onafgebroken ziek was, en aansluitend een uitkering volgens de WIA ontvangt.
32
Hoofdstuk 10.
Ontslag
10.1. Pensioenaanspraken na ontslag Als uw dienstverband eindigt door ontslag, houdt u recht op uw: -
aanspraak op Beleggingspensioen opgebouwde Garantpensioen
De volgende pensioenaanspraken vervallen als uw dienstverband eindigt: -
verzekerde pensioenaanspraken bij overlijden; verzekerde pensioenaanspraken bij arbeidsongeschiktheid.
Uitzondering bij WW-uitkering Voor het partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum en het Anw-hiaatpensioen geldt een uitzondering. Namelijk als u bij ontslag direct aansluitend recht heeft op een WW-uitkering én u een partner heeft, blijft uw partner aanspraak houden op partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum en het Anw-hiaatpensioen (als u daarvoor gekozen heeft) zolang het recht op de WW-uitkering bestaat. De hoogte van dit partnerpensioen is afhankelijk van het aantal jaren dat u deelnam aan deze pensioenregeling en is daardoor lager dan als u in dienst bent. U kunt na ontslag ouderdomspensioen uitruilen voor een aanspraak op partnerpensioen. Het bedrag van dat partnerpensioen brengen we in mindering op het partnerpensioen uit deze paragraaf. Dit leest u in 10.2 ‘Partnerpensioen na ontslag’. Uitzondering bij premievrijstelling Als u recht heeft op (gedeeltelijke) premievrijstelling op het moment dat uw dienstverband eindigt, geldt ook een uitzondering. U houdt recht op (het deel van) de aanspraken waarvoor de premie is vrijgesteld. Dit recht houdt u tot de premievrijstelling eindigt.
10.2. Partnerpensioen na ontslag Beleggingspensioen gebruiken voor het aankopen van partnerpensioen Als uw dienstverband eindigt door ontslag kunt u een deel van de waarde van uw beleggingen gebruiken om partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum aan te kopen. Daarbij is dit partnerpensioen maximaal 70% van het verlaagde ouderdomspensioen. Met verlaagd ouderdomspensioen bedoelen we: het ouderdomspensioen dat u zou kunnen kopen van de waarde van uw beleggingen dat overblijft na de aankoop van het partnerpensioen. Uw verzoek om gebruik te maken van deze mogelijkheid moet u doen binnen dertien weken nadat wij geïnformeerd zijn over uw ontslag. Wij verlagen de aanspraak op ouderdomspensioen op basis van een ruilvoet die geen onderscheid maakt tussen de levensverwachting van mannen en vrouwen. De ruilvoet staat in bijlage 3 ’Factoren voor uitruilen, uitstellen, vervroegen, variatie en afkopen’.
33
10.3. Waardeoverdracht naar nieuwe pensioenregeling Als uw dienstverband eindigt door ontslag, heeft u recht op waardeoverdracht. Dan draagt u de waarde van uw Beleggingspensioen of Garantpensioen over naar de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. De waarde wordt omgezet in pensioenaanspraken volgens de regeling van uw nieuwe werkgever. Een waardeoverdracht doen wij op uw verzoek. U moet dit verzoek doen binnen zes maanden na deelname aan de nieuwe pensioenregeling. Dit is de wettelijke termijn. Als u een partner heeft, moet deze schriftelijk toestemming geven voor de waardeoverdracht van het partnerpensioen. Een bijzonder partnerpensioen – zie hoofdstuk 11 ‘Scheiding’- kan niet worden overgedragen.
34
Hoofdstuk 11.
Scheiding
11.1. Gevolgen voor uw pensioen Uw ex-partner heeft volgens standaardregels recht op een deel van het pensioen. Daar kunt u bij scheiding met elkaar van afwijken. Maar daar moet u het dan wel samen over eens zijn. De standaardregels zijn als volgt: -
Uw ex-partner krijgt aanspraak op ‘bijzonder partnerpensioen’ volgens de bepalingen in de Pensioenwet. Uw ex-partner krijgt dan aanspraak op uitbetaling van het ‘partnerpensioen bij overlijden na de pensioendatum’. Maar alleen voor het deel dat u opbouwde tot aan de datum van scheiding of de datum waarop het geregistreerd partnerschap eindigt. Dit geldt ook voor de partner waarvan u gescheiden bent van tafel en bed.
-
Als u vóór de scheiding Garantpensioen uitruilde in partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum of Beleggingspensioen gebruikte voor de aankoop van dit partnerpensioen, gaat de aanspraak op dit partnerpensioen naar uw ex-partner. Zie paragraaf 10.2 ‘Partnerpensioen na ontslag’.
-
Daarnaast heeft uw ex-partner recht op verevening van het ouderdomspensioen volgens de bepalingen in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Als gevraagd is om verevening heeft uw ex-partner recht op uitbetaling van de helft van het ouderdomspensioen. Maar alleen het ouderdomspensioen dat u opbouwde in de periode dat u getrouwd of geregistreerd partners was. Dit heet verevend pensioen. De periode dat u gescheiden was van tafel en bed wordt niet meegenomen in de verevening. De werkgever kan de kosten van verevening bij scheiding op de werknemer en zijn/haar ex-partner verhalen.
11.2. Conversie Bij scheiding kunt u met uw ex-partner ‘conversie’ afspreken. Hierbij wordt een deel van het verevende pensioen omgezet naar een eigen aanspraak op de verevende pensioenen voor uw expartner.
35
Hoofdstuk 12.
Onbetaald verlof en levensloopverlof
12.1. Voortzetting aanspraken In de periode dat u met onbetaald verlof of levensloopverlof bent, blijven uw aanspraken op grond van deze pensioenregeling hetzelfde. Tenzij u met uw werkgever andere afspraken maakt. Voor de aanspraken op Nabestaandenpensioen geldt minimaal het volgende: -
-
U blijft maximaal 18 maanden verzekerd, maar niet langer dan de maximaal fiscaal toegestane periode. Dit gebeurt op basis van de pensioengrondslag en het deeltijdpercentage bij aanvang van de verlofperiode. De maximale periode geldt voor alle perioden van onbetaald verlof en levensloopverlof samen, voor zover u dit verlof opneemt tijdens uw deelname aan deze pensioenregeling. Uw werkgever betaalt de premie.
U kunt met uw werkgever afspraken maken over de premie die u gedurende het verlof zelf betaalt als eigen bijdrage.
12.2. Einde aanspraken De voortzetting van uw pensioenaanspraken op grond van de pensioenregeling eindigen als: -
uw deelname aan de pensioenregeling eindigt door eerdere pensionering of ontslag; u geen partner meer heeft; u geen kind meer heeft dat een wezenpensioen kan krijgen; u uw persoonlijke pensioendatum bereikt.
36
Hoofdstuk 13.
Klachten
We doen ons uiterste best u goed van dienst te zijn. Heeft u toch een klacht, dan horen we dat graag van u. U kunt uw klacht schriftelijk sturen naar: Aegon PPI B.V. Klachtbehandeling Postbus 23020 8900 MZ Leeuwarden Telefoon: 070 - 344 50 25 U kunt erop rekenen dat wij uw klacht met de nodige zorg en snelheid behandelen. U ontvangt binnen vijf werkdagen een eerste reactie. Het kan zijn dat we uw klacht niet meteen kunnen oplossen. In dat geval geven we duidelijk aan wat u van ons kunt verwachten om tot een oplossing te komen. Wanneer u niet tevreden bent met de uitkomst of behandeling van uw klacht, kunt u deze voorleggen aan de bevoegde rechter. Het is niet verplicht eerst onze klachtenprocedure te volgen. U mag uw klacht ook meteen voorleggen aan de bevoegde rechter.
37
Bijlage 1
Begrippen begrijpelijk
Aegon Leven
Aegon Levensverzekering N.V.
Aegon PPI
Aegon PPI B.V. handelend voor zichzelf en als bemiddelaar met volmacht om bepaalde werkzaamheden te doen namens Aegon Leven en Aegon Schade. Allen gevestigd in Den Haag.
Aegon Schade
Aegon Schadeverzekering N.V.
Anw
Algemene nabestaandenwet.
Anw-uitkering
De bruto uitkering per jaar op grond van de Algemene nabestaandenwet, plus de bruto vakantietoeslag, voor een nabestaande zonder kinderen.
Dienstverband
De arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer, naar burgerlijk recht.
Kind
Eigen kinderen. En ook stief- en pleegkinderen als u hen tot uw overlijden als ‘eigen kind’ heeft onderhouden en opgevoed. Voor zover dit onderhoud en deze opvoeding zijn begonnen voor uw pensioendatum.
Partner
De persoon waarmee u voor uw pensioendatum - getrouwd bent, of - een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, of - bij uw overlijden samenwoont op grond van een partnerschap dat voor uw pensioendatum is aangegaan.
Partnerschap
De gezamenlijke huishouding tussen de ongehuwd (gewezen) deelnemer met een andere ongehuwde persoon, die geen van beiden een geregistreerd partnerschap of een andere gezamenlijke huishouding hebben. Voorwaarde daarbij is dat u: - geen bloed- of aanverwant in de rechte lijn bent van elkaar, en - op hetzelfde adres staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie, en - minimaal zes maanden aaneengesloten een gezamenlijke huishouding voert, of - een notariële samenlevingsovereenkomst heeft gesloten waarin de gezamenlijke huishouding is vastgelegd.
Pensioenaanspraak
Het recht op een pensioen dat nog niet is ingegaan.
Pensioenovereenkomst
De overeenkomst tussen u en uw werkgever over deze pensioenregeling.
Pensioenrecht
Het recht op een ingegaan pensioen.
Pensioenregeling
De pensioenregeling zoals beschreven in uw pensioenovereenkomst.
38
Scheiding
Onder scheiding verstaan we: - Echtscheiding. - Ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. - Beëindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door overlijden, vermissing of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk. - Beëindiging van een partnerschap anders dan door overlijden, vermissing of omzetting van een partnerschap in een geregistreerd partnerschap of huwelijk.
Uitvoeringsovereenkomst
De overeenkomst tussen uw werkgever en Aegon PPI, ook handelend namens Aegon Leven en Aegon Schade, over de uitvoering van deze pensioenregeling.
Werknemer
De persoon die volgens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid voor een werkgever verricht.
Werkgever
Het bedrijf of de organisatie voor wie u arbeid verricht volgens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. Hiermee sluit u de pensioenovereenkomst.
39
Bijlage 2
Tarieven
40
Bijlage 3
Factoren voor uitruilen, uitstellen, vervroegen, variatie en afkopen
Geldigheid en wijziging percentages en bedragen De percentages en bedragen in deze bijlage zijn vastgesteld per 1 januari 2014 en gelden tot 1 januari 2015. Per die datum kunnen de percentages en bedragen een wijziging ondergaan. Bij een uitruil of afkoop wordt de uitruilvoet of afkoopvoet toegepast, die op dat moment geldt. Een uitzondering hierop is de uitruilvoet voor gewezen deelnemers bij een uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen op de pensioendatum. Dan geldt de uitruilvoet zoals die is op het moment uitdiensttreding. Koopsom voor aankoop van het tijdelijk risico partnerpensioen tot de standaard pensioendatum (per € 1.000,- partnerpensioen) leeftijd Koopsom voor aankoop van het tijdelijk risico partnerpensioen tot de standaard pensioendatum 15 € 484,50 16 € 497,30 17 € 510,30 18 € 523,50 19 € 537,10 20 € 551,10 21 € 565,30 22 € 579,90 23 € 594,70 24 € 609,80 25 € 625,10 26 € 640,70 27 € 656,30 28 € 671,80 29 € 688,50 30 € 705,00 31 € 721,50 32 € 738,20 33 € 754,80 34 € 771,50 35 € 788,20 36 € 804,60 37 € 820,90 38 € 836,90 39 € 852,50 40 € 867,50 41 € 881,70 42 € 894,90 43 € 906,40 44 € 916,20 45 € 923,60 46 € 928,40 47 € 930,10 48 € 928,80 49 € 923,90 50 € 916,90 51 € 906,00 52 € 891,50 53 € 873,30 54 € 851,10 55 € 824,20 56 € 792,40 57 € 755,40 58 € 713,20 59 € 665,40 41
60 61 62 63 64 65 66 67
€ € € € € € € €
611,40 550,90 483,40 408,30 324,00 229,10 121,70 484,50
Uitruil van partnerpensioen bij Beleggingspensioen Hierbij gaan we uit van: - aankoop van een gelijkblijvend ouderdomspensioen in combinatie met een gelijkblijvend partnerpensioen, 70% van dat ouderdomspensioen; - aankoop van het pensioen bij Aegon Leven; - een rentestand van 3% op de standaard pensioendatum. Voor elke € 1.000,- uitruilbaar partnerpensioen krijgt u: Pensioenleeftijd Verhoging ouderdomspensioen 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70
Uitstellen van Garantpensioen Jaren na 67 jaar 1 2 3
Vervroegen van Garantpensioen Jaren voor 67 jaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
€ € € € € € € € € € €
200.00 207.10 214.30 228.60 235.70 242.90 250.00 257.10 271.40 278.60 292.90
Verhoogd Garantpensioen 108,50% 118,10% 128,97%
Verlaagd Garantpensioen 92,40% 85,60% 79,51% 73,99% 69,00% 64,48% 60,36% 56,61% 53,18% 50,02% 47,12% 44,45%
42
Vervroeging van levenslang partnerpensioen bij Garantpensioen Vervroegingsjaren voor standaard pensioendatum (67 jaar) 1 2 3 4 5 6 7
Verlaagd levenslang partnerpensioen 96.13% 92.63% 89.45% 86.55% 83.98% 81,67% 79,59%
Variatie in uitkering ouderdomspensioen - hoog/laag uitkering in verhouding 100:75 eindleeftijd hoge uitkering 65 jaar Pensioenleeftijd Verhoogd ouderdomspensioen tot 65 jaar 60 61 62
120.44% 122.14% 124.06%
Variatie in uitkering ouderdomspensioen - hoog/laag uitkering in verhouding 100:75 eindleeftijd hoge uitkering 70 jaar Pensioenleeftijd Verhoogd ouderdomspensioen tot 70 jaar 60 61 62 63 64 65 66 67
112.77% 113.75% 114.85% 116.09% 117.48% 119.07% 120.89% 122.98%
Variatie in uitkering ouderdomspensioen - hoog/laag uitkering in verhouding 100:75 eindleeftijd hoge uitkering 75 jaar Pensioenleeftijd Verhoogd ouderdomspensioen tot 75 jaar 63 64 65 66 67 68 69 70
107,77% 110,04% 110,89% 111,84% 112,93% 114,16% 115,59% 117,25%
43
Garantpensioen - afkoop van ouderdomspensioen en partnerpensioen - per € 1,pensioen De vermelde afkoopvoet is een indicatie. De uiteindelijke hoogte van de afkoopvoet wordt vastgesteld op de afkoopdatum. Afkoopleeftijd Afkoopvoet ouderdomspensioen Afkoopvoet partnerpensioen 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
2,269
1,696
2,338
1,748
2,408
1,801
2,481
1,855
2,557
1,911
2,635
1,968
2,715
2,024
2,798
2,083
2,883
2,141
2,972
2,200
3,063
2,259
3,156
2,320
3,252
2,382
3,352
2,446
3,455
2,511
3,560
2,577
3,669
2,643
3,781
2,712
3,897
2,780
4,016
2,850
4,140
2,920
4,268
2,993
4,399
3,066
4,535
3,140
4,675
3,215
4,820
3,292
4,970
3,369
5,127
3,446
5,287
3,523
5,455
3,601
5,628
3,678
5,808
3,754
5,995
3,830
6,190
3,905
6,392
3,978
6,602
4,052
6,822
4,122
7,052
4,191
7,292
4,258
7,542
4,324
7,805
4,387
8,081
4,446
8,371
4,503
8,676
4,556
8,998
4,605
9,339
4,648
9,701
4,687
10,084
4,721
10,494
4,748
10,931
4,767
11,401
4,780
44
66 67
11,908
4,784
12,458
4,781
Ruilvoet uitruil van levenslang partnerpensioen (per € 1.000,- uitruilbaar partnerpensioen) Pensioeningangsleeftijd Verhoging levenslang ouderdomspensioen 60 61 62 63 64 65 66 67
€ € € € € € € €
200,00 207,10 214,30 228,60 235,70 242,90 250,00 257,10
Beleggingspensioen - afkoop van ouderdomspensioen en partnerpensioen De vermelde afkoopvoet is een indicatie. De uiteindelijke hoogte van de afkoopvoet wordt vastgesteld op de afkoopdatum. Afkoopleeftijd Afkoopvoet ouderdomspensioen Afkoopvoet partnerpensioen 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 45
1,264
0,949
1,315
0,987
1,368
1,026
1,423
1,068
1,481
1,111
1,540
1,155
1,603
1,199
1,668
1,244
1,735
1,291
1,805
1,338
1,879
1,386
1,955
1,435
2,035
1,486
2,117
1,539
2,203
1,593
2,293
1,649
2,386
1,706
2,483
1,764
2,583
1,825
2,689
1,886
2,798
1,948
2,912
2,012
3,031
2,079
3,155
2,147
3,284
2,217
3,420
2,288
3,560
2,360
3,707
2,435
3,861
2,509
4,021
2,585
4,190
2,661
4,365
2,738
4,550
2,815
4,743
2,892
4,946
2,969
5,158
3,047
51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67
46
5,382
3,123
5,617
3,200
5,865
3,276
6,125
3,351
6,400
3,425
6,690
3,497
6,997
3,568
7,323
3,637
7,669
3,702
8,037
3,764
8,428
3,824
8,847
3,878
9,296
3,929
9,778
3,974
10,297
4,013
10,861
4,046
11,472
4,072