ADVENT – KERSTMIS 2013 THUIS KOMEN, MET Z’N ALLEN….
Advent – Kerstmis 2013 Thuis komen, met zijn allen….
KBO Limburg
Colofon Advent – Kerstmis 2013 Oktober 2013 Oplage: 350 Redactieadres: KBO Limburg Postbus 960 6040 AZ Roermond telefoon: 0475 – 381740 e-mail :
[email protected] website: www.kbolimburg.nl
Samenstelling: Deelnemende KBO-leden Werkgroep Advents- en Kerstviering 2013 Werkgroep Vieringen Eindredactie en vormgeving: Lau Engels, lid Werkgroep Vieringen Ellie Ruiter, secretariaat KBO
Afbeelding voorpagina: Willem van Althaus: Pion langs de weg Olieverf op doek, 24X18 cm (1972) Particuliere collectie
INLEIDING THUIS KOMEN, MET Z’’N ALLEN.... Wie van ons kent dat diepe gevoel van heimwee niet? Naar vroeger, naar die bijzondere sfeer met de Kerstdagen? Naar het samenzijn met al die mensen die je dierbaar zijn? De dagen, waarop iedereen thuis komt? Dat heimwee naar de kerststal, naar de kerstnacht en konijn in het zuur? Voor goed verloren? Dat gevoel van saamhorigheid, zijn we dat voor altijd kwijt? Een goede sfeer hoeft niet zo ongrijpbaar te zijn als wij onszelf vaak voorhouden. Iets dat komt en weer verdwijnt, zomaar, vanzelf. Sfeer is iets, dat we zelf kunnen maken, kunnen scheppen. Maar dat vraagt wel onze inzet en het gebruik van ongewone talenten. Ieder van ons heeft ze in huis, maar laat zo vaak onbenut. Stil worden is er daar één van. Bij jezelf naar binnen gaan, stoppen met al wat je aan het doen bent, gaan zitten en stil worden. Naar je binnenkamer gaan, los komen van al dat lawaai om ons heen. En het kabaal in onszelf tot rust laten komen. Een ander daar ook op durven aanspreken, vanuit je eigen ervaring en gewaarwording. Tot rust komen. Stil worden. Dat is niet altijd gemakkelijk. Want in de stilte komen we onszelf tegen. En dat kan vreemd zijn, beangstigend zelfs. Zo stil ... Als we daar niet van wegvluchten, maar het in die stilte durven uithouden, kun je ervaren dat je helder wordt, sterker, opener ook. Aanwezig. Je hart wordt weer voelbaar. Dat wonderlijke orgaan van aanvoelen en van een soort van weten, dat dieper gaat dan de gangbare rekensom van één plus één. Ons gebruikelijke spel aan de oppervlakte krijgt dan een diepte dimensie. Op die plek weten wie we wérkelijk zijn. En kennen wij ons zelf, vanuit het besef hoezeer wij ten diepste gékend zijn. En dan weten we ook wat ons te doen staat. De schouders eronder. Elkaar niet laten vallen. Samen, omdat we állen gekend zijn. Dát maakt solidair. Daar raken we ook aan de essentie van Kerstmis. In de woorden van Johannes: 'God die de wereld zo heeft liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft om Mens te worden ... ' Ernstige, hoogverheven woorden. Woorden met gewicht, die ons willen zeggen hoe nabij God te ervaren is. In een mens. In het geheim, dat elk mens telkens opnieuw is. Dus ook in ieder van ons ... Immanuel. Dat maakt ons één. Dat brengt ons werkelijk samen, eindelijk thuis. Dan is er geen 'ieder-voor-zich' meer. Dan wordt ons geïsoleerd leven en onze diepste eenzaamheid radicaal doorbroken. Advent is de tijd van voorbereiding, om vanuit die wonderlijke stilte op weg te gaan. Aan de slag, om al die barrières op te heffen die er tussen ons in staan. Om plekken te creëren van echte ontmoeting en samen zijn. Om plaats in te ruimen voor ieder van ons, niemand uitgezonderd. Want dat is écht thuis komen, samen, met zijn allen! Een mooie Advent en een zalig Kerstfeest ! Jo Beckers geestelijk adviseur KBO Limburg
VIERING Aanwijzingen vooraf: De verschillende teksten van elk onderdeel kunnen door één, twee of meer personen voorgelezen worden. Zo zijn meer leden van de afdeling KBO bij het presenteren van de viering betrokken en afwisseling van stem stimuleert de aandacht. Als de voorgestelde liederen niet bekend zijn, kan men andere kiezen, zie bijv. de liederen die achteraan in de BOUWSTENEN aangegeven worden. Daar kan men ook alternatieve of aanvullende teksten vinden. Het is belangrijk te letten op de inrichting en sfeer van de ruimte en het invoegen van stiltemomenten, gebaren en symbolen, want deze dragen veel bij aan het welslagen van de viering. Voordat men begint, kan men bijv. het licht spaarzaam laten branden. De viering heeft als centraal symbool het aansteken van de vier kaarsen van de adventskrans. Dit kan in één keer gebeuren, bijv. aan het begin van de viering, in stilte of onder het voorlezen van korte teksten (zie BOUWSTENEN), of één kaars bij elk van de vier onderdelen. De adventskrans kan klaarstaan of iemand draagt hem aan het begin in stilte binnen en zet hem duidelijk zichtbaar vooraan of in het midden neer.
HEIMWEE NAAR VROEGER Begroeting: Wat fijn om elkaar in deze tijd van voorbereiding op Kerstmis welkom te mogen heten in een viering als deze. Het is te hopen dat ons samenzijn tegemoet komt aan onze diepe verlangen naar vrede en vreugde! Gebed: Wat mooi toch dat één van de eerste dingen die we vanuit onze kindertijd bewaard hebben, het besef is dat Kerstmis verband houdt met het mooiste dat er is: echte vrede. Eerlijk gezegd zijn we dat nooit meer kwijtgeraakt en is het heimwee naar die pure vrede, dat heldere licht in het donker, altijd gebleven. Wij bidden U, God, dat wij ons heimwee daarnaar
positief en zinvol laten zijn voor vandaag. Dat we vanuit dat heimwee nu op onze beurt aan die vrede mogen verder bouwen die in het leven van Jezus, van geboorte tot sterven, zo’n verrassende vorm en inhoud kreeg. Wij vragen het U in zijn naam. Amen.
Eerste lezing: Vreemdelingen zijn we in wezen allemaal. Reizigers in tijd en plaats. Na de moederschoot laten we ook allemaal onze kindertijd achter ons, dat gedroomde paradijs, onze vluchtplaats. Dat gegeven bindt ons allemaal aan elkaar. Heimwee vindt zijn oorsprong in die eerste levensjaren waarin je je losmaakt en voor het eerst beseft dat je een individu bent, dat je ergens thuishoort. Je kiest uit je omgeving de plekken, de beelden waarin je jezelf herkent, die bij je passen, waarbij je je veilig voelt, in harmonie bent. Je brandmerkt je verdere leven als het ware met die beelden, geuren, geluiden, met de dynamiek en het ritme van die eerste omgeving en je draagt ze voor de rest van je leven met je mee. Heimwee is als de geur van warm zand, droge tijm of gemaaid gras, een streep licht achter een gordijn, het geluid van kikkers in de regen. Michèle Baudet De eerste kaars wordt aangestoken. In stilte.
Lied: Door de wereld gaat en woord (GvL nr. 431) Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: “Breekt uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs.” Refr.: Here God, wij zijn vervreemden door te luist’ren naar uw stem. Breng ons saam met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem. Menigeen ging zelf op pad daar hij thuis geen vrede had. Eeuwig heimwee spoort hem aan, laat ook hem het woord verstaan. Refr. Velen, die de moed begaf, blijven staan, of dwalen af. Hunk’rend naar hun oude land. Reisgenoten, grijp hun hand. Refr.
Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: “Breekt uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs.” Refr.
STIL WORDEN Gedicht: Visioen stel dat de stilte op aarde woont en binnenstroomt in elk rumoer dat ieder geluid stilte ademt dat iedere klank naar binnen zingt en terugkomend alle geluiden koestert stel dat de aarde groen is en leeft en de hemel in haar binnenste woont stel dat in alle wateren het leven stroomt en liefhebbend de aarde bevrucht stel dat wij dát zien en horen, inademen en ruiken zó dat wij de scheidslijnen tussen boven en beneden durven opheffen en proeven hoe binnen en buiten en lichaam en geest één zijn en dat we mens zijn niet met ons hoofd in de hemel niet ter aarde gebogen niet met een blik slechts naar binnen niet met ogen gericht op oneindig dat we mensen zijn waarin geluk en verdriet elkaar kennen waar ziek-zijn en heel-zijn samengaan waar armoede en rijkdom hetzelfde zijn stel dat we zo mens zijn met in onze ogen verwondering in iedere blik een ontmoeting in onze handen de zorg met voeten geworteld in de levende aarde een duizendjarig rijk waar de eeuwigheid woont en de Onuitsprekelijke alle namen is binnengestroomd en dat wij dát leven Wil Simis-Goddijn
Liedtekst: Maria’’s lied God, mijn God, ik voel het vanbinnen ik ben er vanbinnen van vervuld. Een kind is in mij aan het beginnen ik voel zijn getrappel van ongeduld. Ik ben maar een meisje zoals zovelen maar door dit kind stel ik wat voor. Van nu af kan niets meer mij wat schelen en dat gevoel gaat steeds maar door. Dit kind zal van zich laten horen wat heel de wereld horen moet. Als die eenmaal is geboren, houd je dan vast, dan begint het pas goed. Immanuël moet hij gaan heten dat betekent dat God bij ons hoort. Dat is wat iedereen mag weten. Zo houden wij God aan zijn woord. Karel Eykman
Lied: Er is een roos ontsprongen (GvL nr. 440; LD nr. 720) Er is een roos ontsprongen uit ene wortelstam; die, lijk ons d’ouden zongen, uit Jesse ‘t leven nam; nu heeft zij bloem gebracht, in ’t midden van de winter, ach! midden in de nacht. O rozenstruik, Maria, o alderpuurste Maagd, van u zingt Isaias, van ’t bloemken dat gij bracht; want eeuwig in Gods raad lag dat gij ’t Kind zoudt baren tot alder wereld baat.
De tweede kaars wordt aangestoken. In stilte.
Tekst: Gebed van Maria voor de menswording Uw woord geschiede aan mij. Maar ik smeek U: niet een woord dat uitgesproken wordt en vervliegt, maar een woord dat binnenkomt en blijft, een woord dat lichaam om zich heen heeft, niet alleen maar lucht. Het woord geschiede mij, niet alleen als een woord dat ik met mijn oren kan horen, maar ook als een woord dat mijn ogen kunnen zien, mijn handen kunnen voelen, mijn schouders kunnen dragen. Laat het niet een geschreven en onbeweeglijk woord zijn, maar een woord dat lichamelijk is en levend; ik bedoel, niet een woord dat in onhoorbare lettertekens op dood papier staat geschreven, maar een woord dat in de gedaante van een mens, levend in mijn schoot wordt gedrukt: niet met een levenloze pen, maar doordat de heilige Geest op mij inwerkt. Zó zou het woord zijn werk aan mij mogen doen. Bernardus van Clairvaux (1090-1153)
SFEER MAAK JE SAMEN Meditatie: Johannes Iemand zegt iets wij horen het niet verdoofd als wij zijn… Iemand wijst, wij kijken de andere kant op, verblind als wij zijn… Iemand grijpt ons vast, argumenteert en smeekt: luister! Wij keren ons om, onaangedaan… Het wordt stil, ijzig stil dan klinkt zachtjes een stem, begint iemand te zingen over een andere tijd, over andere mogelijkheden, over een andere Mens, over mij, over jou, maar dan anders: met oren die horen ogen die zien met een hart dat geraakt wil worden. Zing, Johannes, zing je lied, zing in een ander licht, zing mij Gods licht in… Felicia Dekkers
Lied: Nu daagt het in het oosten (GvL nr.505 , LD nr.689) Nu daagt het in het oosten, het licht schijnt overal: Hij komt de mensen troosten, die eeuwig heersen zal. De duisternis gaat wijken van d’eeuwenlange nacht. Een nieuwe dag gaat prijken met ongekende kracht. Zij, die gebonden zaten in de schaduw van de dood, van God en mens verlaten – begroeten ’t morgenrood. De zonne, voor wier stralen het nacht’lijk duister zwicht, en die zal zegepralen, is Christus ’t eeuwig licht! Reeds daagt het in het oosten, het licht schijnt overal: Hij komt de volken troosten, die eeuwig heersen zal.
Tekst: In deze nachten van advent In deze nachten van advent verwachten wij uw komst met vreugde. Donker de hemel kaal de buigende bomen kort zijn de dagen en lang de lege, stille nacht – kil de gedachten harder de harten zwart als de akker woorden koud en kortaf. In deze nachten van advent liggen wij wakker zitten wij recht overeind wakend luisterend fluisterend in het duister roepend om ruimte schreeuwend in nood
bang voor de dood. In deze nachten van advent dromen wij dromen wij duizend dromen – wanneer zal komen de lieve lente die warmte kent? In deze nachten van advent verwachten wij uw zon uw Zoon – uw zinderende zomer. A.F. Troost
Stilte (twee minuten complete stilte)
De derde kaars wordt aangestoken. In stilte.
àn! Tekst: ’t Kà Dat betekent: het hoeft niet…alles kan bij het oude blijven. Eigenlijk moeten we ons, in deze Adventstijd, van tijd tot tijd afvragen of er al iets veranderd is. Niet bij anderen, maar bij onszelf, niet door die ander, maar door ons, door mij…. Want ik kan niet regelen dat een ander vriendelijker wordt, meer attent, hartelijker, meer behulpzaam en noem maar op. Ik kan alleen iets aan mezelf veranderen, ik kan attenter zijn, vriendelijker, ik kan zorgen dat ik er ben, als anderen mij nodig hebben. Een oud gezegde luidt: verander de wereld, begin bij jezelf. Dus het kàn, maar ben ik al bij mezelf begonnen? Nel van Drie
GOD, DIE IN JEZUS NAAR ONS TOE KOMT Tekst: Werktuig Dag Hammarskjöld, de vroegere secretaris-generaal van de VN, probeert er zich voor open te stellen dat God in hem kan werken en dat hijzelf een werktuig in Gods handen wordt. Dat vraagt een grote eerlijkheid tegenover zichzelf, een zich uiteenzetten met zichzelf. Het gaat erom het licht en de liefde te ontvangen en door te geven. ‘Je bent niet de olie, niet de lucht – je bent slechts het verbrandingspunt, het brandpunt, waarin het licht geboren wordt. Je bent niets dan de lens in de lichtstroom. Je kunt ontvangen, geven en bezitten zoals de lens het licht ontvangt, geeft en bezit -, meer niet. Zoek je je zelf, je eigen ‘recht’, dan verhinder je de ontmoeting van olie en lucht in de vlam, beroof je de lens van haar doorschijnendheid. Heiligheid is licht zijn of in het licht zijn, zelf niets meer zijn, zodat het licht geboren kan worden, zelf niets meer zijn, zodat het geconcentreerd en verspreid kan worden.’ Kerstverhaal: Ook zij bevrijden ons ‘Deze mensen worden ons toevertrouwd.’Zuster Bets Verbakel , frêle ogend maar met een innerlijke kracht. Niets doet vermoeden dat ze al meer dan tachtig jaar oud is. Ze neemt me mee in haar ervaringen. Hun ervaringen. Want dertig jaar geleden zijn vier religieuzen samen gaan wonen in het leeggekomen klooster in Eindhoven. Vier zusters van Liefde mogen een nieuwe weg gaan. Op hun weg komen ze vluchtelingen tegen, mensen zonder papieren, voor de overheid uitgeprocedeerd. ‘Maar je laat toch niemand aan zijn lot over? Voor ons zijn het mensen die hun eigen mogelijkheden hebben en daar spreken we ze ook op aan. Dan groeit er een wederzijdsheid, wij leren ook van hen.’ ‘De christelijke feestdagen vieren we natuurlijk. Kerstmis ook. Kerstmis heeft zo’n bijzonder karakter, ook voor ons. Op een dag vóór Kerstmis of op Tweede Kerstdag vieren we met de vluchtelingen. Het is gezellig. Er is een kerstboom en in de kerstboom worden wensen gehangen. Ieder schrijft wat op een kunstig geknipt stuk papier. Ontroerende kleine boodschappen zijn het, waarin een heel bestaan naar voren komt. Je voelt de betrokkenheid. En dat op Kerstmis, het feest waarop God zelf aan onze deur klopt en vraagt om binnen gelaten te worden. Jozef en Maria die onderdak vragen. En waanneer zij een veilige beschutting gevonden hebben, wordt het nieuwe Leven geboren, Jezus.’ ‘Wie is Jezus voor jou?’, waag ik aan zuster Bets te vragen. ‘Voor mij is Jezus de Profeet die ongerechtigheid ziet en daar aandacht voor vraagt. Hij ziet de gewone mens. Hij weet ook dat bevrijding nodig is. Hij heeft me geleerd te delen. Zo ben ik christen.’
Deze gemeenschap geeft mij een beeld daarvan. Een eenvoudige gemeenschap waarin er altijd plaats is voor de voorbijganger, niet alleen in de vorm van een kamer met een bed, maar ook en vooral in het hart van zusters en broeders. Een hart dat speciaal openstaat voor mensen die nergens toegelaten worden, die niet gezien worden. Een hart dat blijft kloppen voor de ander, dag en nacht, zeven dagen per week. ‘De armen zul je altijd bij je hebben’, zegt Jezus ergens. Het wonderlijke dat ik in deze gemeenschap mocht ontdekken, is dat zij die arm zijn, rijk blijken te zijn. Dat zij die ogenschijnlijk alles hebben, leren van hen die weinig of niets bezitten. Het geheim? Leren om alles te delen. Zuster Bets zegt het zo: ‘Zij bevrijden óns.’ Joost Janssen De vierde kaars wordt in stilte aangestoken.
Voorbede (naar Huub Oosterhuis) Gij die ons geschapen hebt voor elkaar wek onze kracht dat wij elkaar behoeden. Wij bidden U: Voor allen die geen schoonheid hebben en geen gestalte om naar op te zien. Voor hen die niet mee kunnen, kinderen ongelukkig geboren, ongeneeslijk zieken. Laat ons bidden: allen zingen: Komt, laten wij aanbidden (3x), onze Heer. Voor wie bedroefd zijn, ontgoocheld, eenzaam, mannen en vrouwen van elkaar gescheiden, kinderen in verwarring en verwaarloosd; voor mensen die nooit een ander gevonden hebben, voor hen wier verlangen niet werd beantwoord. Laat ons bidden: allen zingen: Komt, laten wij aanbidden (3x), onze Heer. Voor hen die leven moeten met een lege plaats aan hun zijde, voor hen die treuren om een kind dat zij moesten verliezen, om een vriend die wegviel uit hun kring, om een gemis dat niet te noemen is. Laat ons bidden: allen zingen: Komt, laten wij aanbidden (3x), onze Heer. En voor wie leven in conflict met anderen en geen oplossing weten, voor hen die zich niet kunnen uitspreken, die moeten zwijgen en alleen staan.
Laat ons bidden: allen zingen: Komt, laten wij aanbidden (3x), onze Heer. Gij die ons hebt geschapen voor elkaar, vervul aan ons uw woord dat het niet goed is om alleen te zijn. Maak ons tot uw gemeenschap. Spreek het woord dat ons geweten wekt. Verberg u niet, God. Gij die door Jezus zijt genoemd ‘Onze Vader in het verborgene’, U bidden wij met zijn woorden:
Onze Vader (allen)
Zegenwens Het licht is in aantocht. We hebben het begroet in de liederen die we zongen, we hebben het gezien in mensen van toen en nu: mensen met heimwee, mensen die zoeken, mensen die thuis komen, God in ons midden. Laten wij dan van hieruit weggaan, wegen banend van liefde, hoopvol verwachtend Jezus Messias. Laten we gaan met God, de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Lied: Nu zijt wellekome (GvL nr. 508; LD nr. 739) Nu zijt wellekome, Jesu, lieve Heer, Gij komt van alzo hoge, van alzo veer. Nu zijt wellekome van de hoge hemel neer, hier al in dit aardrijk zijt Gij gezien nooit meer. Kyrieleis. Christe Kyrieleison, laat ons zingen blij, daarmeed’ ook onze leizen beginnen vrij. Jesus is geboren op de heilige Kerstnacht, van een Maged reine, die hoog moet zijn geacht. Kyrieleis. d’ Herders op den velde hoorden een nieuw lied, dat Jezus was geboren, zij wisten ’t niet. “Gaat aan ginder straten en gij zult Hem vinden klaar; Bet’lem is de stede, waar ’t is geschied voorwaar.” Kyrieleis.
D’heilige drie Koon’gen uit zo verre land zij zochten onze Here met offerhand Z’offerden ootmoedelijk myr’wierook ende goud t’eren van den Kinde, dat alle ding behoudt. Kyrieleis
BOUWSTENEN
Op de volgende bladzijden treft u allereerst van de hand van Jo Beckers (geestelijk adviseur KBO-Limburg) enkele tips aan die u kunnen helpen bij het samenstellen van een Advents / Kerstviering, en daarnaast enkele gedachten over de aankleding van de ruimte, geschreven door Ancilla Martens. Verder een aantal extra teksten en liederen die u kunt gebruiken naast of in de plaats van de teksten en liederen in de bovenstaande model-viering, of als u een eigen viering wilt samenstellen. Als u nog de KBO Advents- Kerstvieringen van afgelopen jaren in uw bezit hebt, dan vindt u ook daar een schat aan bruikbare teksten, gebeden en liederen. U kunt de bouwstenen ook eenvoudig beschouwen als teksten ter overweging of inspiratie. Veel leesplezier en succes bij het samenstellen van de viering voor uw afdeling!
ENKELE TIPS BIJ HET SAMENSTELLEN VAN EEN ADVENT / KERSTVIERING. Belangrijke elementen voor een viering Het beeld van de brug kan duidelijk maken wat we met een viering willen: een brug slaan naar de mensen. We willen mensen met elkaar verbinden rond een belangrijk thema, Advent en Kerstmis. We willen gemeenschap zijn, verbonden met elkaar en verbonden met Degene, van wie wij de komst verwachten en willen vieren. De pijlers van een brug, waarlangs we de verbinding willen maken, staan voor even zovele elementen waarop een viering rust. De pijler van het gesproken woord, de pijler van de muziek en de zang, de pijler van het teken en het gebaar, de pijler van het symbool en de pijler van de stilte. Hoe meer evenwicht en balans er tussen deze elementen is, des te steviger de brug en des te rijker en werkzamer de viering. Structuur voor een Advent / Kerstviering De vorm van de Adventkrans biedt een ideale structuur voor een viering. Er zijn vier kaarsen. En er is een krans die de vier kaarsen met elkaar verbindt. Daarmee zijn al twee belangrijke symbolen gegeven: onze verbondenheid rondom de komst van het Licht. Maar dat betekent tegelijkertijd ook, dat we vier eenheden hebben, die we elk met een eigen deelthema en met eigen elementen kunnen invullen. Voor elke kaars één thema. En elk thema kunnen we uitwerken met een eigen karakter. We kunnen het eerste onderdeel bv. gebruiken voor de opening en het neerzetten van het centrale thema. Dat is dit jaar: ‘Thuiskomen met z’n allen…’. Daarna kunnen we in de tweede en derde onderdeel dit thema verder uitdiepen en ontwikkelen. En met het aansteken van een kaars
kunnen we elk onderdeel weer afronden. En dat kan weer gepaard gaan met muziek of gewoon in stilte. Zo kunnen we bij de laatste kaars bv. de overgang maken van Advent naar Kerstmis, samen het Onze Vader bidden en afsluiten met een ‘Nu zijt wellekome’. Evenwicht in de vorm en de inhoud Sta uitvoerig stil bij de vraag, wat u de mensen wil zeggen. Welke brug wilt u slaan. Concentreer u op één thema, dat u in een paar kernzinnen kunt uitwerken. Die kernzinnen vormen vervolgens weer de leidraad in de keuze van teksten, liederen, muziek en symbolen. Wát u zegt moet passen bij de manier, waaróp u het zegt. En ‘zeggen’ kan op verschillende manieren. Een goede afwisseling van gesproken en gezongen woord, muziek, gebaar en stilte versterkt de aandacht en vergroot de concentratie op de inhoud. Vermijd teksten met uitgebreide redeneringen en betogen. Kies bij voorkeur teksten met een bezinnend karakter, een gedicht, een paar treffende woorden, een mooi lied of gewoon stilte. Belangrijk is dat het hart wordt aangesproken en niet zozeer ons verstand. Want dat draait vrijwel constant op volle toeren. Bij een viering gaat het er juist om een moment stil te staan, even naar binnen te gaan en in te keren in ons zelf. Daarna kun je het samenzijn vaak dubbel zo scherp proeven! Want stilte scherpt je aandacht. Tenslotte Heb ook aandacht voor de aankleding van de ruimte, voor het licht, voor de werking van de geluidsinstallatie, voor rust en voor stilte. Besteed ook aandacht aan uw eigen voorbereiding, direct voorafgaand aan de viering zelf. Neem een moment om even stil staan en rustig ademhalen vóór dat u ‘op moet’. In die geest wensen wij u een mooie voorbereiding én een mooie viering !
Aankleding van de ruimte brengt sfeer Met de tastbaarheid van het groen van de heerlijk geurende, altijd groen blijvende sparrenboom om ons heen leren en ervaren we aan den lijve hoe we open kunnen worden voor de schepping en voor het verlangen naar licht en warmte, open voor geborgenheid en daarin voor God die in een stal komt wonen als licht in ons midden, kwetsbaar en klein, maar … welkom! Zo leren we ook open te staan voor de kleinen en de kwetsbaren, de mensen in zorgen en problemen naast ons én wereldwijd. Zij zijn het immers voor wie het Kind, voor wie God naar ons toe kwam. Groene bomen met lichtjes, mooie versiering met kaarsen en bloemen, een kerststal – het zijn allemaal elementen die ons kunnen helpen om gevoelig te worden en ons te laten raken. Dergelijke aankleding schept sfeer en in deze sfeer kunnen we gevoerd worden naar de diepste bron van ons bestaan: God zelf, die in ons midden komt wonen. Ieder jaar opnieuw roepen we ons dit geheim in herinnering en sturen we elkaar op pad om te doen als dit Kind: er zijn voor elkaar in Gods naam, kwetsbaar en klein op onze beurt. De zachte krachten worden in ons gewekt en doen leven.
TEKSTEN Bij het aansteken van de kaarsen: Advent is ons bezinnen wetend dat God komen gaat; ’t is een milde blik naar binnen waar de Heer zich vinden laat. Advent is ons bekleden met ’t gewaad van dienstbaarheid; ’t is onz’ gaven goed besteden, handen vol ontvankelijkheid. Advent is ons bekeren, kind zijn voor Gods aangezicht; ’t is een woord van liefde leren, luist’rend naar Gods nieuwsbericht. Advent is ons verblijden, ingetogen zijn en stil; ’t is een rechte weg bereiden, effen zoals God die wil. Advent is weer geloven na het zwerven lange tijd; ’t is onz’ eigen lichten doven, waar God zelf zijn licht verspreidt. Frans Weerts ….. Vier kaarsen… Eén kaars gaat er nu branden en zegt aan iedereen: er is een feest op handen, de duisternis gaat heen. Twee kaarsen staan te schijnen. Hun licht is nog maar klein. Toch zal de nacht verdwijnen. Dan zal er Vrede zijn. Een derde kaars gaat stralen. Wij wachten met geduld en horen de verhalen hoe God zijn woord vervult.
Vier kaarsen in het donker vertellen in de nacht met licht en blij geflonker dat ons de Vrede wacht.
Wat ben ik zonder de anderen? Leven is ‘leven met anderen’. ‘Leven met anderen’ is leven met hen, met wie ik alles moet delen, die ik moet aanvaarden, die ik geen pijn mag doen, die ik moet liefhebben. Zonder de anderen is leven, liefhebben en gelukkig zijn een utopie. We zijn door ontelbare banden met elkaar verbonden. Ik kom tot ontplooiing, dankzij de anderen. Ik heb de anderen nodig… niet alleen omdat zij zoveel voor mij doen, maar ook omdat ik zoveel voor die anderen kan betekenen. Ik heb ogen en oren om de anderen te ontdekken, voeten om naar hen toe te gaan, handen om te geven en te helpen en een hart om lief te hebben. Ik mag geen ‘eiland’ zijn in een zee van mensen.
Psalm 152 Uit deze onderwereld heb ik geroepen, scheur weg die wolken en hoor: wees mijn God mijn troost. Het gebeurt wat Gij belooft en ik kan het weten: uiteindelijk zorgt Gij voor gerechtigheid. Mijn ogen zijn geopend, mijn blindheid is teniet gedaan. Bij U is alles mogelijk, wat wonderlijk. Amen. Annemie
Gebed Maak een nest in jouw geest voor Gods woorden, die kloppen aan je oren. Laat ze niet wegvliegen noch verzinken, maar iets voortbrengen. Augustinus
Teksten over Stilte Stil worden van binnen. De woordenloze stilte als sneeuw laten neerdwarrelen in jezelf. Heilige nacht, kerstnacht: een geheim dat je stil maakt, het wonder van een geboorte, de stilte van God aanraken. Veel mensen zoeken rust en vinden die in de stilte: in de natuur, in mediteren, in kerk of klooster, mobieltje uit. In de stilte kun je beter luisteren: geluiden komen duidelijker naar voren, gevoelens en gedachten die weggestopt waren, dringen zich op. Stilte kan angstig maken, maar is ook helend. In de stilte kun je je openstellen – voor een ander, voor God, voor jezelf – en verbondenheid ervaren. ‘In de luwte schuilt de waarheid, in de schaduw wacht het licht, in de stilte gaan je oren open, in de moeite van het wachten ligt de ruimte, vind je moed, in het donker gaan je ogen open, zie je het pas goed.’ Jeroen Zijlstra (derde tekst) Heimwee Wat in een mens aan stilte leeft vertrouwen voor het leven geeft is heimwee naar een kindertaal is heimwee naar het kerstverhaal. Wat ooit van mensen worden zal ’t is al verhaald bij kerst en stal –
een kind dat niet van zorgen weet een kind dat licht en vrede heet. Hoe groot een mens ook denkt of doet het kind-zijn zit ons in het bloed zo weerloos in een winternacht zo weerloos is ons’ grootste kracht. Wat in een mens aan stilte leeft vertrouwen voor het leven geeft – zo open als een kind te zijn zo open voor het kerstgeheim. Marcel Zagers
Met kerst thuis Broeder Leo woont iets meer dan een jaar in Asten, waar hij een grote werkruimte heeft. Binnenkort maakt hij hier zijn tweede kerst mee. Hoewel hij al zijn leven kerststallen maakt, heeft hij vorig jaar pas voor het eerst gevoeld wat Kerstmis echt betekent. Eerder nam hij nooit deel aan het kerstdiner, omdat waar hij voorheen woonde geen rekening werd gehouden met zijn suiker. Hij ging naar de kerstvieringen, maar als er twee handjes geschud werden was het veel. ‘Hier wordt alles voor me gedaan. Ik kan vanwege mijn evenwicht niet alleen naar buiten, dus bleef ik tot nog toe binnen. Hier gaat er gewoon iemand met me mee! Vorig jaar werd er voor het eerst met kerst speciaal voor mij gekookt en zat ook ik aan het diner.’ Uit de emotie blijkt dat broeder Leo in Asten echt is thuisgekomen. Kerstmis kan beginnen! Franck Ploum
Kwetsbaar en klein Een kind zijn we geweest. Herinneringen vervagen, alsof we het echt achter ons laten. Maar ergens in ons is dat kind nog aanwezig: in spontane vreugde die de natuur soms oproept; in de onverwachte angst die duisternis los kan maken. Kwetsbaar zijn we, maar meestal laten we het niet blijken. Want de wereld verdraagt het niet, de wereld zoals wij die gemaakt hebben. Een kind wordt ons gegeven, kwetsbaar en klein, kan God zó onder ons wonen? Groots en overrompelend is het spel: God kijkt ons aan, met de ogen van dit kind. Geraakt worden we, in hart en ziel, bereid om ons te keren naar die kwetsbaarheid, in onszelf, in de ander, in de Ander.
Samen zullen we de aarde bewoonbaar maken, zoals bedoeld is. Dan breekt Gods tijd aan, een Koninkrijk, voor eeuwig de hemel op aarde. Leonie van Straaten
Jouw stem in mij Jouw stem in mij doorklinkt mijn hart verwarmt mijn huid, mijn lijf; en huilt en juicht en zwijgt in mij. Mijn stem wordt zachter, ik verstil. Jij zingt in mij. Jouw stem in mij, jouw zingen draagt mij als de avond valt, en bergt mij in jouw hand. In mij ontwaakt vergeten tederheid. Jij zingt in mij. Jouw stem in mij, een klankfontein, een toekomstlied, een bron van liefde ongedacht. In mij ontkiemt als zaad het eerste licht. Jij zingt in mij. En door jouw adem aangeraakt krijgt ook mijn stem weer klank. Een lied groeit waar Jij woont in mij. En in de nieuwe dageraad zing ik van Jou. Margreet Spoelstra
Lofzang van Maria: Magnificat (Luc 1,39-56) Mijn hart prijst hoog de Heer, van vreugde juicht mijn geest om God mijn redder: daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid zijner dienstmaagd. En zie, van heden af prijst elk geslacht mij zalig omdat aan mij zijn wonderwerken deed Die machtig is, en heilig is zijn Naam. Barmhartig is Hij van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, maar verheft de geringen.
Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen. Zijn dienaar Israël heeft Hij zich aangetrokken, gedachtig zijn barmhartigheid voor eeuwig jegens Abraham en zijn geslacht, gelijk Hij had gezegd tot onze vaderen.
Voorbede: Wij leggen aan God voor wat ons bezig houdt en wat leeft in de stilte van ons hart: Tot U, onnoembare God, bidden wij voor allen die weerloos en kwetsbaar zijn, onze kinderen, jong en ongeschonden. Bewaar hen als uw oogappel, geef hun een gelukkige jeugd. Dat wij hun oprechte begeleiding geven vol liefde en geduld. Dat wij hun geen ergernis geven, hun het kwaad niet leren Zegen, o God, hun toekomst. Laat ons bidden: Komt, laten wij aan bidden (3x), onze Heer. Tot U, onnoembare God, bidden wij voor de ouderen die buitenspel staan en niet meer serieus genomen worden. Dat zij innerlijk sterk mogen zijn, zich jong van hart voelen en kunnen genieten. Dat zij rijk mogen zijn met hun dierbaarste herinneringen en hun levenswijsheid kunnen delen met anderen. Laat ons bidden: Komt, laten wij aanbidden (3x), onze Heer. Tot U, onnoembare God, bidden wij voor allen, die afhankelijk zijn geworden van de hulp van anderen, voor hen die zwervend of ontheemd zijn voor allen die moeten vluchten voor geweld, voor zo velen die in onze wereld geen plek kunnen vinden. Ook voor ons zelf bidden wij als wij vervreemd raken van ons zelf en niet meer weten waar leven te vinden is. Wees er God,voor ons allen, Gij, ruimte en bron van leven. Laat ons bidden: Komt, laten wij aanbidden (3x), onze Heer.
LIEDEREN de liederen zijn te vinden in de nationale liedbundel Gezangen voor Liturgie (GvL) en vaak ook in Roermondse bundel Laus Deo (LD)
Rorate caeli (GvL nr. 843, LD nr. 704) Het lied van de oproep ten leven (Het mensenvolk dat in duister leeft) (GvL nr.615) Heeft Hij ons bidden opgevangen (mel.: ‘Komt ons in diepe nacht’) (GvL nr.610) Uit uw hemel zonder grenzen (GvL nr.530) O Heiland, open wijd de poort (GvL nr. 510, LD nr. 691) Verheft uw hart (mel.: O Heiland, open wijd de poort) (GvL nr. 537) Ik heb mijn hart tot U geheven (GvL nr.472, LD nr. 680) Midden in de winternacht (GvL nr. 497, LD nr. 740) Maria die zoude naar Betlehem gaan (GvL nr. 493, LD nr. 688) Het lied van Maria’s hoop (mel.: ‘God groet U zuivre bloeme’) (tekst in de Advents/Kerstviering 2005 blz.8) En zolang de hemel bestaat (GvL nr. 437) Lied: Het lied van de Heer in ons midden (Midden onder u staat Hij) (GvL nr. 513) Lied: Het lied van de verlossing die nabij is (De nacht loopt ten einde) (GvL nr. 427) Lied: Het lied van de verschijning des Heren (Komt ons in diepe nacht ter ore) (GvL nr. 486)
Andere advents- en kerstliederen naar eigen keuze.
Wij wensen u heel Fijne Kerstdagen en een Voorspoedig Nieuwjaar