Adolescenten Met Diabetes Voorlichtingsplan
Wat ga je doen dan…?
Pauline Bulk 10052100 Voorlichtingsplan Februari 2013
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3
Inleiding Naam plan Geschiedenis Doelstelling
1 1 1 1
2. 2.1 2.2 2.3
Gezondheidsprobleem Prevalentie Definitie Gevolgen
2 2 2 2
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Ontwikkeling, Opvoeding en opvoedstijlen Coping Weerbaarheid Zelfstandigheidontwikkeling Sociale isolatie
3 3 3 4 4
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Doelgroep Keuze doelgroep Wat spreekt de doelgroep aan Concrete gedragsdoelen Interesses Communicatie
5 5 5 5 5 6
5
Voorlichting
7
6
Aanbeveling
13
7
Literatuurlijst
14
8
Bijlagen Bijlage I Bijlage II gedefinieerd. Bijlage III Bijlage IV PowerPoint presentatie gedefinieerd.
Evaluatieformulier leerlingen RAP 'ik voel me goed'
15 16Fout!
Leerdoelen/ Competenties 18 Evaluatie 19 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout!
Bladwijzer
Bladwijzer
niet
niet
1. Inleiding In dit hoofdstuk staat beschreven wie en wat hebben geleid tot het ontstaan van dit plan. 1.1 Pakkende originele naam van het project Om in de pubertaal te blijven en omdat regelmatig aan Robin gevraagd wordt wanneer zij met haar pomp de insuline instelt, heeft het plan de titel “Wat ga je doen dan...?” gekregen.
1.2 Geschiedenis Robin Breedeveld, een leuke vlotte meid van 12 jaar en het volgend stukje uit ‘Trouw’ zijn de aanleiding tot dit plan. 'Weinig begrip voor kind met diabetes' Door: redactie −15/05/12, 05:39 − bron: ANP Kinderen met suikerziekte stuiten vaak op onbegrip in hun omgeving. De vergissing dat de diabetes bij kinderen wordt veroorzaakt door een ongezonde leefwijze, is nog altijd wijdverbreid. In Nederland hebben zo'n 6000 jongeren tussen de 1 en 18 jaar diabetes. 98 procent van hen heeft diabetes type 1, een auto-immuunziekte met nog onbekende oorzaak. 'Kinderen en tieners krijgen vaak dingen te horen als: je hebt vast te veel gesnoept. Ook hun ouders worden erop aangesproken, dat ze niet goed genoeg voor hun kind hebben gezorgd', aldus Hanneke Dessing van het Diabetes Fonds( Nieuws nederland, 2012) Chronische ziekten zijn van invloed op het functioneren van kind en gezin. Diabetes type I kan van invloed zijn op de groei en ontwikkeling van een kind. Zowel op fysiek, sociaal en psychisch vlak kan het verstrekkende gevolgen hebben (M. Elich, G. S, 2001). De medische behandeling en de veel voorkomende bezoeken aan de specialisten eisen veel tijd, energie en aandacht. Aanwezigheid op school, leren en vrijetijdsbesteding kunnen hierdoor in het gedrang komen. Juist dit leidt bij adolescenten tot grote onzekerheid. Het moet voor een brugklasser erg confronterend zijn om, bijvoorbeeld, naar school gebracht te worden. Hoe leg je aan klasgenoten uit dat sommige activiteiten niet geschikt voor je zijn zonder het idee te hebben dat je buiten de groep staat. En op welke manier kun je ervoor zorgen dat er meer begrip van klasgenoten en leraren komt wanneer een adolescent niet lastig is maar een hypo heeft.
1.3 Doelstelling Begrip en ondersteuning bewerkstelligen voor jongeren met Diabetes type I door middel van voorlichtingsactiviteiten aan de brugklas van het voortgezet onderwijs.
Wat ga je doen dan...? - Plan
1
2. Gezondheidsprobleem In dit hoofdstuk wordt het gezondheidsprobleem, diabetes mellitus type 1 bij kinderen, nader omschreven. De laatst bekende cijfers van de prevalentie worden genoemd. Tot slot worden de risico’s en gevolgen genoemd van het gezondheidsprobleem. Diabetes mellitus bij kinderen is een ingrijpende ziekte, waarbij er primair een verstoring is in de glucoseregulatie. Op de lange termijn kunnen complicaties optreden in diverse organen en systemen. Het streven naar optimale glucosewaarde is in de verschillende levensfasen geen eenvoudige opdracht, maar is van groot belang omdat dan de minste complicaties optreden (W.H.Stokvis, A. d, 2009). 2.1 Prevalentie Wereldwijd is er een toename van 3 procent te zien. Ook in Nederland wordt er een toename van de incidentie gezien, vooral in de jongste leeftijdsgroep van 0 tot 4 jaar. Op dit moment zijn er naar schatting ongeveer 6000 kinderen met diabetes in Nederland waarvan 400 jonger zijn dan 4 jaar. Per jaar komen hier ongeveer 560 kinderen in de leeftijdsgroep tot 14 jaar bij (nationaal kompas volksgezondheid, 2012). De etiologie van diabetes mellitus type 1 heeftmeerdere factoren. Behalve immunologische factoren zijn ook genetische factoren belangrijk in het ontstaan van diabetes. Naar de rol van voeding en omgevingsfactoren wordt momenteel veel onderzoek verricht (W.H.Stokvis, A. d, 2009). 2.2 Definitie Diabetes mellitus type1 is een auto-immuunziekte waarbij de insulineproducerende cellen in de eilandjes van Langerhans (bètacellen) van de pancreas selectief worden vernietigd. Dit leidt tot een insulinetekort. In bijna alle gevallen zijn antistoffen te vinden tegen onderdelen van de eilandjes van Langerhans (GAD, IA2 of insuline-autoantistoffen). Pas als ruim 70 procent van de bètacellen niet meer functioneert, treden er klinische symptomen op als polyurie, polydipsie, vermoeidheid, buikpijn en gewichtsverlies (H, 2001, augustus). 2.3 Gevolgen Complicaties van diabetes mellitus kunnen de kwaliteit van leven van de patiënt nadelig beïnvloeden. De complicaties bij diabetes zijn onder te verdelen in acute en chronische complicaties. Acuut: hypoglykemie, diabetische ketoacidose en hyperglykemisch non-ketotisch dehydratiesyndroom Chronisch: nefropatie, neuropathie retinopathie en atherosclerose Bij diabetes is ook de kans verhoogd op het ontstaan van cataract, huid- en bindweefselproblemen, endocriene stoornissen, infecties en psychologische en psychiatrische stoornissen (Reeser, H. 2001). Macrovasculaire complicaties Macrovasculaire complicaties vormen de belangrijkste doodsoorzaak bij patiënten met diabetes. Naast de bekende risicofactoren als roken, hypertensie en dislipidemie, moeten ook hyperglykemie zelf en micro- of macroalbuminurie tot de risicofactoren worden gerekend. Hyperglykemie versnelt het atherosclerotisch (aderverkalking)proces. Microvasculaire complicaties De microvasculaire complicaties bedreigen vooral de kwaliteit van leven van een persoon met diabetes. Slechtziendheid, blindheid, nierfalen en verstoorde prikkelgeleiding laten de kwaliteit van leven aanzienlijk afnemen.
Wat ga je doen dan...? - Plan
2
3. Ontwikkeling, Opvoeding en opvoedstijlen De aanwezigheid van een chronische ziekte kan veel invloed hebben op het functioneren van kind en gezin. Het kan een storende werking hebben op de normale groei en ontwikkeling van een kind, zowel fysiek als sociaal en psychisch. Medische behandeling en verzorging eisen veel aandacht, energie en tijd van kind en ouders. Spelen, leren en hobby’s kunnen hierdoor in het gedrang komen. De beperkingen kunnen gevoelens van onzekerheid, bezorgdheid en angst ten aanzien van ziekte en toekomst veroorzaken. De psychische en sociale ontwikkeling van het kind kan door een chronische ziekte verstoord worden. Ook de relatie tussen kind en van ouders, broers en zussen komt onder druk te staan. Of er werkelijk problemen optreden is afhankelijk van tal van factoren. 3.1 ‘Coping’ Het begrip ‘coping’ verwijst naar de aanpassingstechnieken die een individu gebruikt om het hoofd te bieden aan een psychische bedreiging en de daarmee gepaard gaande negatieve emoties zoals angst, woede en verdriet. Het uiten van die angst, boosheid en verdriet kan helpen een aangepast evenwicht te vinden. Het (tijdelijk) verdringen van angst heeft een functie als verdedigingsmechanisme, dit gebeurt vaak onbewust en is nuttig om de werkelijkheid draagbaar te maken. Cognitieve en creatieve vaardigheden kunnen compensatie bieden voor fysieke zwakheid. Zo krijgen kinderen veel zelfvertrouwen wanneer ze goede schoolprestaties leveren en-/ of uitblinken in een hobby. Sport kan het kind helpen tevreden te zijn met zijn lichaam. Echter, vaak worden adolescenten hierdoor ook geconfronteerd met de onbetrouwbaarheid van hun lichaam: het functioneert niet goed of kan ze ieder moment in de steek laten. Er zal steeds een afweging gemaakt moeten worden tussen fysieke (on)mogelijkheden, risico's, therapeutisch belang en plezier in de sport. Andere verdedigingsmechanismen zijn onder andere:
Ontkenning: bijvoorbeeld van de ernst van de ziekte of ontkenning van de gevolgen voor het dagelijks leven. Ontkenning is vaak functioneel voor het verminderen van onzekerheid en het beheersen van de eigen situatie. Het kan op langere termijn wel schadelijk zijn, bijvoorbeeld wanneer er serieuze klachten verzwegen worden. Rationaliseren: ontkenning van de emotionele gevolgen van ziekte en behandeling. Kinderen en adolescenten praten dan vaak op een wat afstandelijke manier over hun ziekte. Ook geeft het verkrijgen van zo veel mogelijk kennis over de ziekte of handicap hun het gevoel controle te houden over hun situatie. Regressie: soms vlucht het kind in de schijnbare veiligheid van een eerdere ontwikkelingsfase, waarbij het de laatst geleerde vaardigheden loslaat. Een kind dat zindelijk was plast weer in bed, een kind dat goed sprak praat weer peutertaal, de adolescent wil 's nachts bij zijn ouders in bed slapen. Het kind ontkent hierbij als het ware zijn ontwikkelingstaken (bron: M. Elich, G. S, 2001, augustus).
3.2 Weerbaarheid Weerbaarheid heeft alles te maken met zelfvertrouwen. Wanneer een kind genoeg zelfvertrouwen heeft, durft het uitdagingen aan te gaan. Een onzeker kind is vaak heel gesloten. Dat kan tot gevolg hebben dat het kind moeilijk contact maakt met leeftijdsgenoten. Dit kan een negatieve invloed hebben op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hierbij horen onder andere het leren omgaan met verschillen, uiten van gevoelens, rekening houden met gevoelens van anderen, verantwoordelijkheidsbesef en zelfvertrouwen.
Wat ga je doen dan...? - Plan
3
In de normale ontwikkeling van het gezonde kind worden lichaam en lichaamsfuncties als vanzelfsprekend en plezierig ervaren. Adolescenten met diabetes is worden daarentegen vaak geconfronteerd met de onbetrouwbaarheid van hun lichaam: het functioneert niet goed of kan ze ieder moment in de steek laten. Dit is een risicofactor voor de ontwikkeling van zelfvertrouwen en daarmee weer de weerbaarheid van een kind 3.3 Zelfstandigheidontwikkeling Het normale loskomen van de ouders gedurende de pubertijd kan door Diabetes type I verstoord raken. Door de langdurige gedwongen fysieke afhankelijkheid wordt het proces van emotioneel loskomen van de ouders verzwaard. Voor ouders is het vaak ook moeilijk hun zieke kind meer ruimte voor zelfstandigheid te bieden. Het is niet eenvoudig om balans te vinden tussen reële bezorgdheid en overbezorgdheid (bron: Ernould, C, 2001, september). 3.4 Sociale isolatie Een positief zelfgevoel wordt misschien nog het meest bedreigd door een gebrek aan sociale contacten. Hoewel uiteindelijk de kwaliteit van de contacten zwaarder weegt dan de hoeveelheid, hebben ook chronisch zieke kinderen de omgang met leeftijdgenoten nodig om sociale vaardigheden te ontwikkelen en waardering te ondervinden. Praktische mogelijkheden daartoe zijn door de ziekte en behandeling vaak ingeperkt. Bovendien treedt er een verstoring op in de wederkerigheid van de sociale contacten (Ernould, C, 2001).
Wat ga je doen dan...? - Plan
4
4. Doelgroep 4.1 Keuze doelgroep Tijdens dit plan is er voor gekozen om meer begrip voor adolescenten (12- 16 jaar, jongens en meisjes) met een chronische ziekte te vinden. Juist voor deze groep is de omgang met leeftijdsgenoten erg belangrijk. Vrienden zijn het belangrijkste bezit voor pubers. Pubers zijn afhankelijk van vriendschappen. Ze leren door middel van vriendschappen zichzelf te ontwikkelen op sociaal gebied. Verder experimenteren pubers vaak samen met hun vrienden, hierdoor kan groepsdruk ontstaan om dingen te doen waar de ouders het niet altijd mee eens zijn. Daarom is de voorlichting om begrip voor adolescenten met een chronische ziekte ook zo belangrijk, door meer begrip passen de pubers eenvoudiger in de groep.
4.2 Wat spreekt de doelgroep aan Contact andere jongeren, meedenken, meepraten, afwisseling, eigen invloed en een persoonlijke benadering. Een heel goed voorbeeld hiervan is het televisie programma “Over de streep”. In het programma “Over de Streep” leren middelbare scholieren elkaar in één dag tijd pas echt goed kennen door mee te doen aan een Challenge Day; een sinds twintig jaar beproefde Amerikaanse methode om onverschilligheid en onbegrip tussen scholieren tegen te gaan en wederzijds respect te stimuleren. Doormiddel van serieuze gesprekken en spellen, is het de bedoeling dat muren tussen de verschillende kliekjes op middelbare scholen afbrokkelen en hun vooroordelen veranderen. Tijdens dit programma is de centrale vraag: wat weten we nu eigenlijk echt van elkaar? (Over de streep, 2012). Tijdens Challenge Day worden leerlingen uitgedaagd om verborgen gevoelens naar elkaar uit te spreken. De methode houdt jongeren een spiegel voor, schudt ze wakker en creëert onderling begrip. Het inspireert tot positieve verandering, beginnend bij jezelf. Leerlingen durven tijdens Challenge Day emoties en ervaringen met hun klasgenoten te delen, waar ze nog nooit met iemand over hebben gesproken. Niet gemakkelijk, maar ze merken al snel dat ze niet alleen staan. Veel indruk maakt het onderdeel waarbij alle leerlingen zich verzamelen aan één kant van een streep, waarna ze worden geconfronteerd met soms indringende vragen. In antwoord op deze vragen blijven leerlingen staan, of stappen over de streep (Over de streep, 2012). 4.3 Concrete gedragsdoelen Wederzijds respect creëren tussen adolescenten in de leeftijd van 12-16, het resultaat hiervan is dat er meer begrip voor elkaar is en juist dit is de sleutel om gelukkig op te groeien (ook met een chronische ziekte). 4.4 Interesses Het blijkt dat jongeren de meeste vrije tijd besteden aan televisie en internet. Op internet houden ze zich bezig met surfen, downloaden van (gratis) muziek, spellen en andere software en vooral chatten. Gamen wordt voornamelijk gedaan door jongens, meisjes houden zich meer bezig met msm en hyves. Op televisie gaat de voorkeur op de eerste plaats naar films, daarna muziekprogramma’s, soaps, entertainment en tot slot sport. Bij soaps zijn voornamelijk Engelse comedy’s en familiereeksen in trek. Favoriete filmgenres zijn op de eerste plaats komische films, daarna thrillers, avonturen- en actiefilms, horrorfilms en romantische films (sfk, 2012). Het merendeel van de jongeren beluistert meerdere keren per week muziek. De muzieksmaak is hierbij afhankelijk van etnische achtergrond, leeftijd en geslacht. Waar hiphop en wereldmuziek vooral populair zijn onder allochtone jongeren, is pop/rock en house/trance/dance vooral populair onder Nederlandse jongeren. Op jonge leeftijd wordt vooral pop- en rockmuziek gewaardeerd. Naarmate jongeren ouder worden houden ze vaker van r&b, house/trance/dance en wereldmuziek. Jongeren sporten ook graag, maar doen dit over het algemeen liever in recreatief verband dan lid te zijn van een sportvereniging. Het gaat hierbij meer om plezier hebben dan om fit te worden.
Wat ga je doen dan...? - Plan
5
4.5 Communicatie Een grote uitdaging: hoe zorg je ervoor dat de boodschap aankomt? Er worden tal van voorlichtingen aan adolescenten gegeven. Op het gebied van alcoholgebruik, drugs, (safe) seks, zijn er tal van voorlichtingen voor de doelgroep, maar komt het ook echt aan? Entertainment-Education Entertainment-Education (E-E) kan volgens Bouman (1999) als volgt gedefinieerd worden: ‘het proces van het doelbewust ontwerpen en implementeren van een mediërende communicatievorm die zowel in staat is om mensen te amuseren als voor te lichten, om daarmee verschillende stadia van prosociale (gedrags)verandering te bevorderen en mogelijk te maken’. (EE community,2008). Het programma Spanga’s werkt ook volgens deze theorie, maatschappelijke problemen zoals pesten, roken, spijbelgedrag, alcoholgebruik en (safe) seks worden op deze manier behandeld. Door de emotionele band die ontstaat tussen kijker en personage wordt de attitudeverandering bevorderd. Indien mensen het gevoel hebben iemand persoonlijk te kennen, zullen ze informatie mogelijk sneller van deze personages aannemen dan van iemand met wie de kijkers geen band hebben. Elaboration likelihood model
Het ELM onderscheidt twee routes die tot overtuiging kunnen leiden: de centrale route en de indirecte route. Processen die via de centrale route verlopen vereisen een grote mate van aandacht. Centrale routeprocessen worden door bijvoorbeeld het beoordelen van argumenten op waarde geschat. De indirecte route daarentegen, vereist weinig bewust denken, en is daardoor vooral aanwezig in situaties die weinig uitgesproken signalen voortbrengen. Deze processen zijn vaak afhankelijk van eenvoudige redenering zoals "experts hebben gelijk" of oppervlakkige kenmerken van de boodschap, zoals de hoeveelheid argumenten die genoemd worden of de autoriteit van de bron waarin ze genoemd zijn (Elaboration likelihood model).
Pagina 6 van 23
5. Voorlichting Lesvoorbereiding Naam Student:
P. Bulk
Studentnummer:
10052100
Mobiele nummer:
Lestijd:
Naam Begeleider:
Vak:
School:
Lesonderwerp:
Diabetes
Datum:
Oktober 2012
Klas/groep: Aantal leerlingen (min 6):
1e klas
Duur van bijeenkomst:
de 100 minuten
Lescontext Een uitvoerige beschrijving van de volgende onderdelen: Onderwerp en motivatie van het onderwerp, manier van leren in de school (natuurlijk leren /praktijkgericht /projectmatig etc). Het onderwerp is diabetes bij jongeren. De motivatie van het onderwerp is dat diabetes steeds meer voorkomt bij jongeren. Omdat het steeds meer voor komt, wordt de kans dat je te maken krijgt met een medeleerling die diabetes heeft steeds groter. Deze les wordt gegeven binnen de uren van Biologie/Maatschappelijke vorming en dient ter algemene ontwikkeling van de leerlingen. Tijdens deze les worden activerende samenwerkingsvormen gebruikt. Hierbij wordt de klas in drie groepjes van drie en één groepje van vier gedeeld. Ieder groepje krijgt als opdracht een poster te maken. Bij iedere groep is die opdracht anders. Iedere opdracht omvat een aspect die invloed heeft op het bloedsuikergehalte van de aan diabetespatiënt. Iedere leerling krijgt een eigen rol binnen het groepje. De rollen zijn: tijdbewaker, posterbewaker, afspraken en eisen van de poster bewaker (1x) en presentator. De posters worden per groepje aan de rest van de klas gepresenteerd. Na afloop kunnen de leerlingen door middel van een evaluatieformulier aangeven wat goed ging bij de samenwerkingsopdracht.
Pagina 7 van 23
Leerpunten+ observatiepunten
Leerpunten voortkomend uit je persoonlijk ontwikkelingsplan / weekverslagen / werkplektaken (min 3). Extra aandachtpunten gedurende de 1. Regels helder en duidelijk stellen. uitvoering van deze les voor mezelf en 2. Ikzelf er zijn, mezelf zijn voor de observanten. Deze via SMART 3. Leerlingen laten aarden, onderwerp en structuur van uitwerken. de les benoemen. 4. Consequent zijn. 5. Complimenteren. 6. Tijd nemen om af te sluiten.
Doelstellingen Cognitief (hoofd) (Psycho)motorisch (handen) Reactief (houding)
Interactief (sociaal & communicatief)
De leerling kan aspecten die invloed hebben op het bloedsuikergehalte van een diabetespatiënt benoemen. n.v.t. De leerling gaat netjes en zorgvuldig om met de materialen voor de poster . De leerling verteld hoe hij vindt dat de poster eruit moet zien aan zijn medeleerlingen. De leerling luistert naar de wensen van zijn medeleerling. De leerlingen overleggen met elkaar.
Beginsituatie Interne factoren De klas bestaat uit eerstejaars VMBO leerlingen. Deze groep bestaat voornamelijk uit het niveau basisberoeps. De groep is zover de docent weet onbekend met diabetes. Externe factoren De klas bestaat uit 13 leerlingen. De klas wordt in groepjes verdeeld. 3 groepjes van 3 leerlingen en 1 groep van 4. Deze les duurt 100 minuten. De leerlingen zijn niet onbekend met de instructeur. Deze is enkele lessen ingevallen bij afwezigheid van de vaste docent. Situationele gegevens Ruim lokaal met voldoende tafels. Het is mogelijk dat er enkele leerlingen uit andere klassen hier bezig zijn of wat komen halen. Consequenties voor de onderwijsleersituatie Duidelijke regels moeten gesteld zijn over het omgaan met de materialen.
Pagina 8 van 23
Ruimte-indeling/organisatie In welke lokalen/(praktijk)ruimten kan ik terecht? Opstelling tafels en stoelen (plattegrond schetsen)
1
Lokaal 3 3 rijen van 8 duotafels
1
3
2
4
2
3
4
lerarentafel Materialen
Bordgebruik, schema’s, tekeningen.
Doelstellingen beschrijven. Werkblad aanleggen van een vijver doornemen.
Welke veiligheidsaspecten / regels neem ik in acht?
Duidelijke regels ten aanzien van het gebruik van het materiaal. Iedere groep ruimt na afloop zijn eigen spullen op.
Welke media heb ik nodig (gereedschappen/materialen/hulpmiddelen)?
Zacht balletje, bord, bordstift, krijt, grote flappen, stiften, dvd-speler, diabetesmateriaal.
het
Pagina 9 van 23
De onderwijsleersituatie tijd
fase
te ondernemen stappen/activiteiten om het doel te bereiken. Opschrijven in draaiboekvorm
Steekwoorden Essentie van de les aangeven
Inleiding (orientatie)
Docentactiviteiten, Leerlingactiviteiten, & Hulpmiddelen Lesonderwerp noemen Werkwijze aangeven Vooruitlopen op wat volgt
Nieuwe kennis aanbrengen Pakkend begin Opwekken van motivatie
Activeren voorkennis
Doel aangeven
Vandaag is het onderwerp is diabetes bij jongeren. Aan het begin van de les zal ik jullie wat vertellen over deze ziekte. Dan gaan jullie luisteren naar een RAP dat gemaakt is door kinderen met diabetes. Na de RAP maken we een woordspin op het bord. Als het voor iedereen duidelijk is wat diabetes is, krijgen jullie de opdracht om een poster te maken en te presenteren. Voor de poster krijgen jullie een cijfer. Na afloop krijgen jullie een evaluatieformulier, door kruisjes te zetten mogen jullie aangeven wat jullie vonden van deze les. Diabetes wordt ook wel suikerziekte genoemd. Bij diabetes kan je lichaam geen insuline meer maken, dit gaat nooit meer over en daarom noemen ze dit een chronische ziekte. Mijn nichtje van 12 heeft diabetes, dit heeft ze gekregen in groep 2 van de basisschool. Ze kwamen er achter doordat ze heel veel water begon te drinken en heel mager werd. Voor haar is het belangrijk dat de ochtendpauze niet te laat plaatsvindt, omdat ze op tijd wat moet eten. Op school meet ze zelf haar bloedsuiker en spuit ze indien nodig insuline in haar been. Insuline wordt gemaakt in de alvleesklier. De insuline zorgt ervoor dat de suiker in je lichaamscellen kan worden opgenomen. Je lichaamscellen hebben suiker = energie nodig om te kunnen leven. Diabetes komt steeds meer voor bij jongeren. Omdat het steeds meer voor komt, wordt de kans dat je te maken krijgt met een medeleerling die diabetes heeft steeds groter. Kennen jullie iemand met diabetes?
Het doel van deze les is dat jullie je kunnen voorstellen hoe het is om altijd op jezelf te moeten letten met wat je eet en wat je doet. Stel je eens voor dat andere mensen zich de hele dag daar ook mee bemoeien, zodat je nooit ‘vrij’ bent. Een aantal kinderen met diabetes vonden het zo belangrijk dit te vertellen dat ze er een RAP over gemaakt hebben. Deze gaan we bekijken, jullie krijgen een blad met daarop de tekst. De missende woorden dienen daarop ingevuld te worden. Na de RAP wordt er één leerling naar voren gevraagd. Met behulp van een woordspin op het bord wordt de voorkennis verder geactiveerd.
Vertelt wat diabetes is.
Rap over hoe het is om diabetes te hebben.
Pagina 10 van 23
Kern (exploratie)
logische opbouw leerstof het opdoen leerervaringen
v.d. van
Docentactiviteiten, Leerlingactiviteiten, & Hulpmiddelen Bij het hebben van diabetes spelen een heleboel dingen een rol. Met de volgende opdracht worden jullie bewuster van de zaken waar een diabetes patiënt rekening mee moet houden. Dit zijn: 1. het spuiten van insuline; hoeveel en wanneer, 2. hoeveel je eet, wat je eet en wanneer je eet, 3. sporten; wanneer en het effect de rest van de dag, 4. spanning; ruzie en toetsen. Jullie worden in groepjes gedeeld en krijgen één van de aspecten toegewezen. Over dit onderdeel maken jullie een poster. Als je samen een poster maakt is het belangrijk dat jullie allemaal tevreden zijn over hoe de poster eruit komt te zien. Belangrijk is dat iedereen in jullie groepje zijn mening kan geven hierover en jullie samen een poster maken waar iedereen het mee eens is. Daarbij ga ik jullie helpen. Want het is best moeilijk om echt te zeggen wat je vindt en ook nog te luisteren naar welke gedachten een ander daarover heeft. De opdracht en de voorwaarden waaraan de poster moet voldoen staat op het opdrachtformulier. Materialen die erbij horen, worden beschikbaar gesteld door de docent. Ieder van jullie krijgen een rol door de docent toegewezen. Die van tijdbewaker, posterbewaker en presentator. Bij het groepje van vier is er een extra bewaker die controleert of de afspraken worden nagekomen.
Ontdekken welke zaken een rol spelen als je diabetes hebt.
Leerlingen werken samen en geven hun eigen mening over hoe de poster eruit komt te zien.
Poster presentatie
De posters worden de presentator van het groepje aan de rest van de klas gepresenteerd.
Pagina 11 van 23
Afsluiting (evaluatie & reflectie)
20 min
Leerlingactiviteiten, Docentactiviteiten & Hulpmiddelen Gericht op product en proces. Wat waren de belangrijke leermomenten? Gebruik van het geleerde in nieuwe situatie.
Procesevaluatie: De leerlingen vullen in op het evaluatie-formulier: wat voor de leerling de voordelen/nadelen waren om op deze manier samen te werken? Iedere leerling moest hun eigen mening geven over hoe de poster eruit moest komen te zien. Hoe vond deze leerling dat? Hoe is het om rekening te houden met andermans mening?
Evaluatie formulier en bedanken voor de les
Productevaluatie: De docent toetst door middel van vragen: Als je weet dat een leerling diabetes heeft en hij gaat eten of drinken tijdens de les, wat denk je dan? De docent bedankt de leerlingen aan het einde van de les.
Pagina 12 van 23
6. Aanbeveling Doordat het, midden in het schooljaar, erg lastig is om tijd in te plannen voor extra lessen, is het aan te bevelen om de voorlichting in het begin van het schooljaar te geven. Door dit samen te doen met de Challenge day zal dit de effectiviteit van de voorlichting sterk vergroten. Juist in het begin van het schooljaar is er bij de brugklassers grote behoefte om de klasgenoten beter te leren kennen.
Pagina 13 van 23
7. Literatuurlijst EE community. (2008). Opgehaald van media en gezondheid: http://www.mediagezondheid.nl/EECommunity/Downloads/UvA_condoomgebruik_2008.pdf Diabetes bij jongeren. (2009, november 12). Opgehaald van SFK: http://www.sfk.nl/nieuwspublicaties/PW/2009/2009-46.html Mens en gezondheid. (2009, september 21). Opgehaald van info nu: http://mens-engezondheid.infonu.nl/ziekten/8713-jeugddiabetes-een-toenemend-probleem.html (2012, september). Opgehaald van nationaal kompas volksgezondhei: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheid-en-ziekte/ziekten-enaandoeningen/endocriene-voedings-en-stofwisselingsziekten-enimmuniteitsstoornissen/diabetes-mellitus/ Nieuws nederland. (2012, mei 15). Opgehaald van Trouw: http://www.trouw.nl/tr/nl/4492/Nederland/article/detail/3255734/2012/05/15/Weinig-begripvoor-kind-met-diabetes.dhtml Over de streep. (2012). Opgehaald van KRO: http://overdestreep.kro.nl/over-het-programma Elaboration likelihood model. (sd). Opgehaald van wikepedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Elaboration_likelihood_model Ernould, C. (2001, september). nieuwe gids voor jongeren met diabetes. Opgehaald van de patient en zijn directe omgeving: http://www.huderf.be/nl/edu/diabeto/pdf/GJD2001.pdf M. Elich, G. S. (2001, augustus). Handboek Kinderen & Adolescenten Chronische ziekte en lichamelijkehandicap. Opgehaald van Informatorium voor Voeding en Diëtetiek: http://www2.bsl.nl.ezproxy.hhs.nl:2048/corp/common/framecreator.asp?ak=ggzenwelzijn& ap=vakb Reeser, H. (2001, augustus). Handboek Kinderen & Adolescenten Diabetes mellitus bij kinderen en adolescenten. Opgehaald van Informatorium voor Voeding en Diëtetiek: http://www2.bsl.nl.ezproxy.hhs.nl:2048/corp/common/framecreator.asp?ak=ggzenwelzijn& ap=vakb W.H.Stokvis, A. d. (2009, december). voeding bij kinderen met diabetesmellitus. Opgehaald van informatorium Voeding en Dietetiek: http://www2.bsl.nl.ezproxy.hhs.nl:2048/corp/common/framecreator.asp?ak=paramedisch& ap=vakb
Pagina 14 van 23
8. Bijlage I Evaluatieformulier Poster maken over Diabetes Hoe vond je het om (zet een kruisje in het vak): lastig - je mening te geven over hoe jij de poster wilt maken? - te luisteren naar hoe een ander de poster wilt maken? - rekening te houden met wat hoe de ander het wilt doen?
gewoon x
leuk
x x
Beantwoord de volgende vragen (zet een kruisje in het vak): waar Als ik met een groepje een poster maak, wordt deze beter dan dat ik het alleen doe. Ik snap beter wat ik moet doen als ik met een groepje x kan samenwerken. Ik heb meer geleerd van diabetes door het samen x met een groepje te doen Ik kan nu thuis vertellen waar een diabetespatiënt x allemaal aan moet denken.
niet waar
weet ik niet x
Pagina 15 van 23
8. Bijlage II RAP INTRO Volgende patiënt... Jongens, het is tijd.. Nee hè, niet weer... Heb je je spullen bij je? He, ik dacht dat je geen suiker mocht? Voel je je wel goed? Hé, niet zoveel suiker.. Ben je weer vergeten te spuiten? Laat me nou met rust.... COUPLET 1 Ken je het gevoel dat je machteloos bent Achtervolgt in een wereld die omringt is door cement Telkens weer word je behandeld als patiënt Je eigen dokter spelen elke dag en elk moment Stel je voor dat ze zeggen, laat je droom maar varen Door een levenslange ziekte die je zelf niet kan verklaren De beelden die je ziet zijn niet te vertalen De prijs voor lekker leven moet je zelf maar gaan betalen (Wat ga je doen dan) Alles geven wat ik kan (Zitten wachten op een wonder daar heb je niks aan) (Wat ga je doen dan) Accepteren hoe je bent (En blijven streven naar een leven waarmee ik gelukkig ben) REFREIN Geef mij een kans om gewoon mezelf te zijn Meer ruimte om te leven is het beste medicijn Leren leven met een ziekte is een onbetaalde baan Een keertje niet je best doen komt je zeker duur te staan Heus ik ken alle regels maar soms kan ik ze niet aan Geef me de ruimte, laat me af en toe eens gaan COUPLET 2 Ik ga jullie vertellen hoe het werkelijk voelt Net het leven van een muis die op een stukje kaas loert Alle zorg en al die vragen zijn vast meer dan goed bedoeld Maar kom op, doe nou niet als of er oorlog wordt gevoerd Met veel suiker in je bloed zit je high en wordt je druk Te weinig is gevaarlijk zit je low en ga je stuk (Levenslang) Levenslang je bloed controleren Elke dag een paar keer jezelf moeten injecteren Probeer je eens te plaatsen in de schoenen van een kind Een kind met 1 wens om gewoon te kunnen leven Om samen met vrienden mooie dingen te beleven In plaats van elke dag voor het leven te vrezen REFREIN COUPLET 3 Ik ben gevangen Door duisternis omsingeld Elke dag is overleven kon ik even genieten Zonder zorg in het leven zonder tranen die vergieten En de tranen blijven stromen De dagen breng ik door met mijn opgezette ogen
Pagina 16 van 23
Nog blijf ik geloven Ook al heeft het lot besloten dat ik zo zal moeten leven Al kost het zweet, tranen en bloed Ik weet dat ik niet opgeef (opgeef) En dokter doe je best en help dat kind Voordat het kind zich hopeloos in tranen bevindt Zet je oren meer open en stop met dat gepraat Misschien vertellen ze je dan hoe het echt met ze gaat BRUG Laat me gaan laat me vrij Was ik maar net als jij REFREIN OUTRO Voel jij je goed met wat je doet In het dagelijkse leven Ik voel me goed bij wat ik doe In het dagelijkse leven Ik voel me goed Ik voel me goed Ik voel me goed Ik voel me goed
Pagina 17 van 23
8. Bijlage III Leerdoelen/ Competenties Aan het eind van dit plan ben ik beter in staat om: gegevens te verzamelen over de gekozen doelgroep methodisch en zo mogelijk evidence based gegevens te verzamelen gebruik te maken van een passend GVO of voorlichtingsmodel doel en inhoud van de voorlichting te bepalen en randvoorwaarden vast te stellen een methode van voorlichting te kiezen voorlichtingsmateriaal te ontwikkelen en ontwerpen het voorlichtingsmateriaal af te stemmen op de doelgroep wat betreft doel, functionaliteit en aantrekkelijkheid adequate hulpmiddelen te gebruiken
Persoonlijk leerdoel Uit vorige blokken heb ik geleerd dat ik het soms best moeilijk vind om tijdens de integrale opdrachten het overzicht te bewaren. Graag wil ik te weten komen of ik inmiddels zelf in staat ben van a tot z een goed plan op te stellen. De feedback van medestudenten tijdens de integrale opdrachten geeft stof tot nadenken, en hierdoor pas ik regelmatig mijn stukken aan. Tijdens het ontwikkelen van dit plan wil ik er achter komen in hoeverre ik afhankelijk ben van de feedback van een tutorgroep of dat ik in het vervolg toch meer op mijn eigen kwaliteiten kan vertrouwen. Tijdinvestering Planning Onderdeel Literatuuronderzoek Plan Voorlichting Presentatie/Les
tijd 20 uur 20 uur 20 uur 20 uur
Werkelijk Onderdeel Literatuuronderzoek/ PVA Plan Voorlichting Presentatie/Les
tijd 20 uur 25 uur 40 uur 4 uur
Pagina 18 van 23
8 Bijlage IV Evaluatie verloop van de hele les 1. Is de inleiding duidelijk? Direct bij binnen komst hebben we verteld wie ik was en wat ik kwam doen. De feedback van de vaste docent was dat het een wat rommelige inleiding was en dat er meer verteld had kunnen worden wat betreft het leerdoel. Ook is het voorstellen door de rommelige inleiding door sommige leerlingen gemist. De tip hierbij was om het leerdoel te gebruiken om de voorlichting goed helder te krijgen. Bij het terugkijken van het filmpje is dit zeker een leermoment en had een gestructureerde inleiding meer duidelijkheid gegeven. 2. Worden de doelstellingen, het onderwerp en het programma/de opbouw van de les vermeld in de inleiding? De doelstellingen, het onderwerp en het programma zijn niet of niet voldoende in de inleiding besproken. Hierdoor hebben we dan ook bovenstaande feedback van de docent gekregen. 3. Hoe is de opbouw van de les? Is er een inleiding - kerngedeelte - afsluiting? Na de wat verwarrende inleiding was er een duidelijke kern en afsluiting. 4. Vindt er afwisseling in leeractiviteiten plaats? Tijdens de les vonden er diverse afwisselingen plaats in de leeractiviteiten. De volgende werkvormen zijn tijdens de les aan bod gekomen; groepsgesprek, presentatie, onderling bespreken van informatie, spel en demonstratie. Met behulp van een korte PowerPoint presentatie werd uitleg over diabetes gegeven. Tijdens de presentatie was er veel interactie met de leerlingen. Wij hebben tussendoor vragen gesteld en de leerlingen tijd en ruimte voor eigen inbreng gegeven. Vervolgens hebben we een spel gehouden. 5. Is de afsluiting van de les duidelijk? De afsluiting was duidelijk. De leerlingen werden bedankt voor hun aandacht en deelname.
Pagina 19 van 23
Evaluatie Draaiboek Beoordeling ingevuld door: Miriam Breedeveld Goed ++ Voldoende + Redelijk +/ Onvoldoende activiteit
beoordeling
voorbereiden installeren ontvangst leerlingen voorstellen presentatie spel RAP afsluiting
+++ ++ ++ + +
uitleg
Opmerkingen:
Pagina 20 van 23
Evaluatie Effectiviteit Beoordeling ingevuld door: Miriam Breedeveld
-voorbereiding was adequaat -leerlingen waren rustig -leerlingen waren enthousiast -leerlingen waren actief -de voorlichter vertelde het verhaal duidelijk -de presentatie is op het juiste niveau van de brugklassers
ja O O O O O
nee, want O, O, O, O, O,
O
O, niet te moeilijk maar wel erg gedetailleerd
Opmerkingen:
Pagina 21 van 23