Actualisatie LBI en LTI
Kostenaandelen op basis van 2012
Zoetermeer, september 2013
Actualisatie LBI en LTI
Kostenaandelen op basis van 2012
ir. M.W.J. Bus J.H.M. van Beijeren Dit rapport is uitgebracht aan IPO, SKVV, FMN, GVB, HTM, RET Kenmerk R20130092/C10339/MABUS/MADUI Versie: definitief Zoetermeer, september 2013
© Het gebruik van cijfers en/of tekst uit dit rapport is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van NEA.
LBI en LTI – kostenaandelen 2012
Inhoudsopgave
1
INLEIDING
4
2
KOSTENAANDELEN – BASISJAAR 2012
5
2.1
Algemeen
5
2.2
LBI
5
2.3
LTI
6
2.4
Rode diesel voor trein
7
3
METHODIEK VAN INDEXATIE
9
3.1
Algemeen
9
3.2
Afspraken LBI
9
3.3
Indexatie methode
R20130092.doc september 2013
10
3
LBI en LTI – kostenaandelen 2012
1
Inleiding
Opdrachtgever (overheid) en opdrachtnemer (vervoerbedrijf) in het openbaar vervoer spreken met elkaar af hoe ze gedurende een concessie omgaan met prijsontwikkeling in de sector. Hierbij wordt in de meeste gevallen gebruik gemaakt van de onafhankelijke Landelijke Bijdrage Index (LBI). Deze index is
gebaseerd
op
de
kostenstructuur
van
de
vervoerbedrijven
en
maakt
onderscheid naar drie type kosten – loonkosten, energiekosten en overige kosten. Bij het opzetten van de LBI is afgesproken om de kostenaandelen om de drie jaar te actualiseren. De laatste keer is dit gedaan in 2010 met als meetjaar 2009. In het voorjaar van 2013 heeft Panteia in opdracht van de vervoersector de kostenaandelen in het openbaar vervoer opnieuw vastgesteld voor de technieken bus, trein, metro en tram voor het jaar 2012. Voor de techniek bus wordt onderscheid gemaakt naar de energiebronnen diesel en aardgas en voor trein wordt onderscheid gemaakt naar diesel en elektrisch. Naast de LBI is er ook de Landelijke Tarief Index (LTI). Sinds 1 januari 2012 wordt gebruik gemaakt van de LTI om tarieven in het OV aan te passen. In beginsel is de LTI alleen van toepassing op reisproducten en tarieven die zijn opgenomen in het Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart (LTK). Decentrale overheden
kunnen
hun
regionale
tarieven
baseren
op
deze
LTI.
De
berekeningsmethode van de LTI staat beschreven in het LTK. In dit rapport worden voor de LTI uitsluitend de kostenaandelen berekend.
R20130092.doc september 2013
4
LBI en LTI – kostenaandelen 2012
2 2.1 Om
Kostenaandelen – basisjaar 2012 Algemeen de
kostenaandelen
te
bepalen
heeft
Panteia
bij
de
vervoerbedrijven
uitsluitend absolute jaarbedragen voor loon, energie en overige kosten per concessie opgenomen. Op basis van deze gegevens worden de kostenaandelen per techniek (modaliteit) en per energiesoort bepaald. De wegingsfactoren zijn berekend door alle absolute kosten (per modaliteit en soort kosten) bij elkaar op te
tellen
en
om
te
zetten
in
een
verhoudingsgetal.
De
deelnemende
vervoerbedrijven zijn Arriva, Connexxion, EBS, GVB, Qbuzz, RET (exclusief bus), Syntus en Veolia. De kosten worden per bedrijf verschillend gerapporteerd in de jaarcijfers. Om de kosten uniform te kunnen wegen heeft Panteia een aantal correcties uitgevoerd, zoals dit ook voor 2009 is gedaan. De belangrijkste uitgevoerde correcties waren:
De inhuur of verhuur van personeel zijn gecorrigeerd op de loonkosten;
Bij concessies waarbij reparaties en onderhoud extern worden uitbesteed is 40% van deze kosten toegerekend aan de loonkosten en 60% aan overig;
Bij concessies waarbij overheadkosten vanuit de holding zijn doorberekend is rekening gehouden met het aandeel loonkosten in de holding. Dit aandeel is bij de berekening bij de loonkosten gevoegd;
In de kosten is geen rekening gehouden met onderaanneming. Hierbij is aangenomen dat de kostenstructuur van onderaanneming gelijk is aan deze van de concessiehouder.
2.2
LBI
Dit levert voor Nederland de volgende verdeling op per modaliteit. Tabel 2.1: kostenaandelen LBI-Bus, Trein, Metro en Tram. Modaliteit
Bus
Trein
Brandstof
Diesel
Aardgas
Diesel
1
Elektrisch
Metro
Tram
Elektrisch
Elektrisch
Kostensoort Loon
62,75
63,81
31,10
38,17
52,77
67,65
Energie Overig
11,30 25,95
7,32 28,87
12,00 56,90
4,00 57,83
8,33 38,90
3,45 28,90
1
Tussen 2012 en 2013 is de rode diesel voor treinen afgeschaft. In paragraaf 2.4 is beschreven hoe hiermee is omgegaan bij het toepassen van de index.
R20130092.doc september 2013
5
LBI en LTI – kostenaandelen 2012
2.3
LTI
Voor het bepalen van de LTI zijn de absolute kosten per kostensoort gebruikt voor bus, tram en metro. Voor de ontbrekende concessies (HTM bus, HTM tram en RET bus) is een bijschatting gemaakt. De absolute kosten voor bus HTM, tram HTM, bus RET zijn op de volgende wijze geschat: (1) aantal buslijnen HTM, RET en GVB geteld en deze aantallen als factoren gebruikt voor het bepalen van de absolute kosten voor RET en HTM bus. (2) aantal trams HTM, RET en GVB geteld en deze aantallen als factoren gebruikt voor het bepalen van de absolute kosten voor HTM tram. Hierbij is aangenomen dat de HTM en de RET dezelfde kostenstructuur hebben per bus-, tramlijn als het GVB. Dit is een ruwe schatting van de werkelijke absolute kosten voor de ontbrekende concessies. Daarom is vervolgens gekeken wat de gevoeligheid is van de aanname. De geschatte kosten zijn aangepast met +25% en -25% en daarbij is gekeken wat de invloed is op de index. Dit is maximaal 0,06 verandering in het aandeel van kostensoort loon. Tabel 2.2: kostenaandelen LTI-BTM vanaf 2014. LTI
BTM
Kostensoort Loon Energie
62,80 9,69
Overig
27,51
Het aandeel energie is opgebouwd uit diesel, elektriciteit en aardgas. De verhouding is 78% diesel, 14% elektriciteit en 8% aardgas.
R20130092.doc september 2013
6
LBI en LTI – kostenaandelen 2012
2.4
Rode diesel voor trein
Vanaf 1 januari 2013 verdwijnt rode diesel voor de dieseltreinen. Dit betekent dat de dieselprijs voor vervoerders zal toenemen uitsluitend door het afschaffen van rode diesel. Op basis van de website van Transport Logistiek Nederland (TLN) 1 is de gemiddelde prijs in 2012 van rode diesel bepaald op 116,39 eurocent per liter en van gewone diesel op 125,61 eurocent per liter. Dit geeft een prijsverandering +7,92% tussen 2012 en 2013.
2.4.1 Overgang 2012 naar 2013 Als overheden en vervoerders de prijsverandering in de diesel - die direct het gevolg is van het afschaffen van rode diesel – in lopende concessies willen compenseren dan stelt Panteia voor om bij de indexatie van 2013 uit te gaan van een eenmalige correctie van +7,92% naast de index-waarde die bepaald wordt op basis van de dieselontwikkeling tussen 2012 en 2013.
2.4.2 Effect op de kostenaandelen Daarnaast veranderen door de afschaffing van de rode diesel de kostenaandelen voor dieseltreinen. Hieronder staan de kostenaandelen voor dieseltreinen waarbij rekening is gehouden met de afschaffing van de rode diesel. Modaliteit
Trein - 2012
Trein - 2013
Brandstof
Diesel
Diesel
Kostensoort Loon Energie Overig (CPI)
1
31,10 12,00 56,90
30,80 12,83 56,37
http://www.tln.nl/BM_diesel_praktijk_nl.html?id=34661&page=
R20130092.doc september 2013
7
LBI en LTI – kostenaandelen 2012
Voorbeeld voor 2013 hoe er op regionaal niveau omgegaan kan worden met de eenmalige prijsstijging door afschaffing van de rode diesel. De onderstaande cijfers zijn fictief. Loonontwikkeling – Loonvoet marktsector volgens MEV – +3.00 Dieselontwikkeling volgens - CBS code 07222 - +5.25% Overige kosten - Ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) - +2.20% Dan is de dieseltrein index voor 2013: Dieseltrein
Modaliteit Brandstof
Kostenaandeel
Ontwikkeling
Loon Energie
30,80 12,83
103,00 113,59
Overig (CPI) Index
56,37
102,20 103,91
Waarbij Energie ontwikkeling als volgt is bepaald: (1,0525*1,0792)*100 = 113,59 En de index: (30,80*103,00+12,83*113,59+56,37*102,20)/100=103,91
R20130092.doc september 2013
8
LBI en LTI – kostenaandelen 2012
3
METHODIEK VAN INDEXATIE
3.1
Algemeen
De onderzoekmethode van Panteia bij het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer is als volgt: Vooraf is de kostenstructuur per techniek (bus, trein, tram of metro) en energieverbruik (diesel, aardgas of elektriciteit) van de bedrijfstak gewogen vastgesteld. Deze kostenstructuur wordt bij normale kostenontwikkelingen één keer per drie jaar opnieuw geijkt. Indien zich bijzondere omstandigheden voordoen, waarbij grote verschuivingen in de kostenaandelen aannemelijk zijn, zal tussentijds een herijking plaatsvinden. Er is voor een periode van drie jaar gekozen om alleen de structurele effecten mee te nemen en geen jojo-effect te verkrijgen. Schematische weergave in de tijd:
sept 2013
sept 2015
2016 juni
I' LT
sept 2016
nieuwe meting
16
2015 juni
15
14
3.2
sept 2014
I' LT
I' LT
LTI
2014 juni
6 e'1 os gn f'14 pro nitie fi de en
2013 juni
5 e'1 os gn f'13 pro nitie fi de en
4 e'1 os gn f'12 pro nitie fi de en
LBI
nieuwe meting
Afspraken LBI
De berekeningen van de ontwikkelingen zullen worden gedaan voor de technieken bus, trein, metro en tram. Voor bus wordt een apart indexcijfer berekend voor materieel voortbewogen door diesel of door aardgas. Voor trein wordt een apart indexcijfer berekend voor materieel voortbewogen door diesel of door elektriciteit. Afhankelijk van het soort vervoer binnen een gemengde concessie kan dan een mix van de percentages worden genomen. Deze mix dient vooraf in het bestek te worden vastgelegd;
Het kostenniveau per kostensoort wordt in 2013 op 100 vastgesteld;
In september 2013 worden, na het bekend worden van de MEV, de kostenontwikkelingen
voor
het
komende
jaar
(2014)
per
kostensoort
vastgesteld. De kostensoorten die voor het volgen van de MEV in aanmerking komen zullen verderop nader worden genoemd;
op
basis
van
gewogen
gemiddelden
wordt
een
kostenontwikkelings-
percentage voor het komende jaar (2014) berekend (indexatie vooraf voor 2014);
in september van het jaar volgend op het geraamde jaar (september 2015) worden de werkelijke kostenontwikkelingen verrekend ten opzichte van de in september 2013 voor het jaar 2014 geraamde kostenontwikkelingen. Dit betreft
dan
een
afrekening
van
het
jaar
2014.
Deze
werkelijke
kostenontwikkelingen kunnen leiden tot een aanpassing van de indexatie voor het volgende jaar (in dit geval 2015). Bij grote afwijkingen tussen de
R20130092.doc september 2013
9
LBI en LTI – kostenaandelen 2012
voorcalculatie
en
de
werkelijke
vaststelling
in
september
kan
worden
afgesproken dat voor het lopende jaar de bijdragen worden aangepast;
Deze cyclus herhaalt zich elk jaar waarbij de raming in september als een voorschot moet worden beschouwd.
De berekeningen zoals hierboven vermeld worden uitgevoerd door het Tarievenbureau OV dat de uitkomsten er van ter controle aanbiedt aan de vervoerders, waarna de indexaties worden vastgesteld.
Bij de prognose en nacalculatie van de LBI wordt uitgegaan van de meest recente beschikbare wegingsfactoren.
3.3
Indexatie methode
De kostenaandelen van de Openbaar vervoerbedrijven worden gesplitst in drie kostencategorieën namelijk: Loonkosten Onder deze post worden alle kosten verzameld die een relatie hebben met het personeel (loon, sociale lasten, pensioen en overige personeelskosten). Bij deze kostenpost zal de verwachte ontwikkeling “Loonsom per arbeidsjaar marktsector” worden gevolgd (inclusief toename sociale lasten). Energiekosten Voor de ontwikkeling van de energiekosten wordt gekeken naar de ontwikkeling van het prijsniveau van diesel en elektriciteit. Diesel Voor de werkelijke ontwikkelingen van de diesel worden de betreffende CBS cijfers gebruikt (CBS code 07222). CBS publiceert deze cijfers elke maand en baseert zich op het gemiddelde van de dagprijzen van de diesel. De berekening is gebaseerd op de stijging of de daling van de gemiddelde prijs van de afgelopen 12 maanden. Aangezien een prognose van de
toekomstige
ontwikkeling van de brandstofprijzen erg lastig en arbitrair is, wordt bij de voorcalculatie deze prognose gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de loonvoet marktsector en CPI (zie loonkosten en overige kosten). Aardgas Voor de werkelijke ontwikkelingen van deze post wordt de CBS index van gas (code 4520) gevolgd. De prognose van deze post geschiedt op dezelfde wijze als beschreven onder de post diesel. Elektriciteit Voor de werkelijke ontwikkelingen van deze post wordt de CBS index van elektriciteit (code 4510) gevolgd. De prognose van deze post geschiedt op dezelfde wijze als beschreven onder de post diesel.
R20130092.doc september 2013
10
LBI en LTI – kostenaandelen 2012
Overige kosten Voor
alle
niet
eerder
consumentenprijsindex
genoemde (CPI)
kosten
gevolgd.
Een
wordt
de
ontwikkeling
uitzondering
hierop
van
de
vormen
de
“reparatie- en onderhoudskosten”1 en de “doorberekende overheadkosten”2.
1
2
Bij concessies waarbij reparaties en onderhoud extern worden uitbesteed is 40% van deze kosten toegerekend aan de loonkosten en 60% aan de overige kosten. Bij concessies waarbij overheadkosten vanuit de holding zijn doorberekend is rekening gehouden met het aandeel loonkosten in de holding. Dit aandeel is bij de berekening bij de loonkosten gevoegd
R20130092.doc september 2013
11