ACTIVITEITENVERSLAG
2013
VAGGA vzw Vereniging voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg Antwerpen vzw Door de Vlaamse Overheid erkend als Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Maatschappelijke zetel Boomgaardstraat 7, 2018 Antwerpen | 03 256 91 00 | 03 256 91 59 |
[email protected] | www.vagga.be | Ondernemingsnummer 0473.488.474
Activiteitenverslag 2013
2
1. Inhoudstafel
1 Inhoudstafel 1 2 3
Inhoudstafel .................................................................................................................................... 2 Voorwoord ...................................................................................................................................... 4 Organisatie ...................................................................................................................................... 5 3.1 Samenstelling Raad van Bestuur............................................................................................ 5 3.2 Profilering VAGGA.................................................................................................................. 5 3.3 Organogram managementstructuur...................................................................................... 6 3.4 Afdelingen en vestigingen...................................................................................................... 6 3.5 Organogram zorgorganisatie ................................................................................................. 7 4 Medewerkers .................................................................................................................................. 8 4.1 Personeelsoverzicht – op 31/12/2013................................................................................... 8 4.2 Statistisch overzicht personeel – op 31/12/2013 ................................................................ 10 4.3 Hulpverleningscapaciteit – op 31/12/2013 ......................................................................... 11 5 Facts and figures............................................................................................................................ 12 5.1 Werkingsgebied van VAGGA................................................................................................ 12 5.2 Cliënten (ZP) – inwoners werkingsgebied............................................................................ 12 5.3 Cijfers hulpverlening ............................................................................................................ 13 5.3.1 Algemeen......................................................................................................................... 13 5.3.2 Doelgroep kinderen en jongeren (0-17 jaar)................................................................... 20 5.3.3 Doelgroep volwassenen .................................................................................................. 26 5.3.4 Doelgroep ouderen.......................................................................................................... 30 5.3.5 Categoriale zorg............................................................................................................... 34 5.3.5.1 Forensische zorg ..................................................................................................... 34 5.3.5.2 Verslavingszorg ....................................................................................................... 40 6 Algemeen beleid............................................................................................................................ 45 6.1 VAGGA algemeen................................................................................................................. 45 6.1.1 Inhuldiging gebouwen ..................................................................................................... 45 6.1.2 Omgaan met cliëntenfeedback ....................................................................................... 48 6.1.3 Suïcidepreventie .............................................................................................................. 48 6.1.4 Polyvalente administratieve medewerkers..................................................................... 49 6.1.5 Afdelings- en artsenoverleg............................................................................................. 49 6.2 Afdelingen ............................................................................................................................ 50 6.2.1 Kinderen en Jongeren...................................................................................................... 50 6.2.1.1 Kinderteam met infantwerking............................................................................... 51 6.2.1.2 Project “groepstherapie voor kinderen getuige van intrafamiliaal geweld”.......... 52 6.2.1.3 Brugfunctie voor Joodse kinderen .......................................................................... 53 6.2.1.4 Latentieteam........................................................................................................... 53 6.2.1.5 Adoteam ................................................................................................................. 54 6.2.1.6 Kinderen en jongeren in Zoersel............................................................................. 55 6.2.2 Volwassenen en Ouderen................................................................................................ 55 6.2.2.1 Werkgroep Instroom............................................................................................... 56 6.2.2.2 VDIP......................................................................................................................... 56 6.2.2.3 TAZ: Tender Arbeidszorg bis 2013 .......................................................................... 57 6.2.2.4 Gedragstherapie in VAGGA..................................................................................... 57 6.2.2.5 GGZ en Verstandelijk gehandicapten ..................................................................... 58 6.2.2.6 Epilepsie .................................................................................................................. 58 6.2.2.7 Stagebegeleiding en ASO in VAGGA ....................................................................... 58 6.2.3 Categoriale Zorg............................................................................................................... 59 6.2.3.1 Forensische zorg ..................................................................................................... 60 6.2.3.2 Verslavingszorg ....................................................................................................... 63
Activiteitenverslag 2013
3
1. Inhoudstafel
6.2.3.3 Verslavingspreventie............................................................................................... 66 Samenwerking............................................................................................................................... 68 7.1 Samenwerking met andere GGZ-voorzieningen en partners in de hulpverlening .............. 68 7.2 Vertegenwoordiging in beleidsstructuren ........................................................................... 68 8 Lijst verklaring gebruikte afkortingen ........................................................................................... 69 9 Contactgegevens ........................................................................................................................... 70 7
Activiteitenverslag 2013
4
2. Voorwoord
2 Voorwoord ‘Een utopie kan pas ophouden een utopie te zijn, wanneer ze, toen ze nog een utopie was, door sommigen toch al werd geformuleerd en ernstig genomen’ (Ernst Bloch, filosoof) Op 7 november werden onze nieuwe gebouwen in de Belgiëlei en de Boomgaardstraat plechtig ingehuldigd; het sluitstuk van ons reorganisatie- en integratieplan dat voor het eerst besproken werd eind 2003, dus net 10 jaar geleden. Eindelijk ! Hier hebben we lang naar uitgekeken. En we mogen erg trots zijn op wat we gerealiseerd hebben. Maar meer nog dan de gebouwen, zie ik medewerkers die hun job met een grotere tevredenheid en betere onderlinge verstandhouding kunnen doen. Dit straalt ook af op onze dienstverlening. Een nieuw gebouw geeft het cliënteel een betere service en een aangenamere omgeving om in behandeling te komen. Ik wil van deze gelegenheid dan ook gebruik maken om iedereen nogmaals van harte te danken voor de inzet en het geleverd werk, dat soms in moeilijke omstandigheden verliep. Ook een bijzonder woord van dank voor alle leden van het directieteam voor hun aanpak en gedrevenheid om het reorganisatieproces tot een goed einde te brengen. Tot slot een woord van dank voor de Raad van bestuur voor hun steun en de geboden kansen. Ook al is dit veranderingsproces nog lang niet rond, toch durf ik nu reeds stellen dat wij erin geslaagd zijn het potentieel aan ervaring, kwaliteit en diversiteit samen te brengen en VAGGA uit te bouwen tot een solide organisatie in de (ambulante) geestelijke gezondheidszorg, die klaar staat voor de vele toekomstige uitdagingen. In 2013 werd weer heel wat gerealiseerd. U vindt hiervan een overzicht in dit activiteitenverslag waarin wij getracht hebben u een zo bondig mogelijk en overzichtelijk beeld te geven van de werking van VAGGA aan de hand van enkele kencijfers en korte bijdragen. Tot slot wil ik graag alle medewerkers bedanken die een bijdrage geleverd hebben bij de realisatie van dit activiteitenverslag.
Mario De Prijcker Directeur CGG VAGGA vzw Antwerpen, april 2014
5
Activiteitenverslag 2013
3. Organisatie
3 Organisatie 3.1 Samenstelling Raad van Bestuur vzw De Vliering: Koen Oosterlinck vzw De Link: Gui Rusch CM Antwerpen: Stef Vissers vzw Fonds Dr. Andersen: Patrick Vancoillie vzw Stichting Matt Talbot Consulting: Paul Ooms Experts:
Louis Verschueren
Voorzitter: Ondervoorzitter: Secretaris:
Raf De Rycke Gui Rusch Koen Oosterlinck
|
OCMW Antwerpen: Tom De Boeck vzw Centrale: Alexander Zanzer vzw Emmaüs: Martie Mol vzw ZNA: Hugo Pietermans
Jos Corveleyn
|
Raf De Rycke
3.2 Profilering VAGGA “The core is the cure.” VAGGA v.z.w. (Vereniging voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg Antwerpen) is een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg erkend en gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. VAGGA biedt gespecialiseerde, ambulante behandeling aan kinderen, volwassenen en ouderen met ernstige psychische problemen of stoornissen en aan hun omgeving. VAGGA heeft tevens een gespecialiseerde werking voor verslavingszorg en verslavingspreventie, en voor personen die door justitie verwezen werden voor behandeling (forensische zorg). VAGGA heeft voor alle doelgroepen een multidisciplinair team dat bestaat uit psychiaters, psychologen, maatschappelijk werkers en andere disciplines, allen met een bijkomende psychotherapeutische opleiding. Zij proberen de cliënt op de meest effectieve manier te helpen in samenwerking met de andere actoren in de (geestelijke) gezondheidszorg en partners in de hulpverlening. VAGGA werkt interprofessioneel en multimethodisch. De zorgvraag van de cliënt en zijn omgeving zijn het vertrekpunt voor het opstellen van het behandelplan dat uitgevoerd en geëvalueerd wordt in overleg met de cliënt. VAGGA maakt zoveel mogelijk gebruik van de mogelijkheden van de cliënt en zijn omgeving om het bio-psycho-sociaal functioneren van de cliënt te bevorderen, te herstellen of te behouden. VAGGA streeft een toegankelijke, verantwoorde zorgverlening na.
cultuursensitieve,
kwaliteitsvolle
en
wetenschappelijk
VAGGA wil tevens zijn deskundigheid ter beschikking stellen van de andere partners in de hulp- en dienstverlening en de belendende sectoren.
Activiteitenverslag 2013
6
3. Organisatie
3.3 Organogram managementstructuur
Algemene vergadering Raad van Bestuur
Directeur Directieteam Directiesecretariaat
Beleidsmedewerkers
Personeelsadministratie en boekhouding
Algemeen beleid
Afdelingshoofd Jeugdzorg
Afdelingshoofd Volwassenen– en Ouderenzorg
Afdelingshoofd Categoriale Zorg
Beleidsteam
Beleidsteam
Beleidsteam
Afdelingsoverleg
Afdelingsoverleg
Afdelingsoverleg
Teamoverleg
Teamoverleg
Teamoverleg
Artsenoverleg
Artsenoverleg
Artsenoverleg
Teams
3.4 Afdelingen en vestigingen
Teams
Teams
Activiteitenverslag 2013
7
3. Organisatie
3.5 Organogram zorgorganisatie
CGG VAGGA
Afdeling volwassenen & ouderenzorg
Afdeling jeugdzorg
Afdeling categoriale zorg
Kinderteam 0-8 jaar
Team jongvolwassenen 18-24 jaar
La tentieteam 6-11 jaa r
Team volwassenen 1 +25 jaa r
Team verslavingszorg jeugd & vol wassenen
Adolescentieteam 12-17 jaar
Team volwassenen 2 +25 jaa r
Team verslavingszorg volw & ouderen
Team K&J Zoersel
Team volwassenen 3 +25 jaa r
Team Preventie
Ouderenteam +60 jaa r
Secretariaat werking Zoersel
Verslavingszorg
Forensische zorg
Team volwassenen 5 +25 jaa r
Team Stra tegisch Plan
Team volwassenen & ouderen Zoersel
Team FINIS + werking FORSA
Team Agressie
Time Out
Basta !
8
Activiteitenverslag 2013
4. Medewerkers
4 Medewerkers 4.1 Personeelsoverzicht – op 31/12/2013 27
42
medewerkers (18,37 VTE) zetten zich in voor de DOELGROEP KINDEREN EN JONGEREN.
medewerkers (26,47 VTE), inclusief zelfstandige artsen, maken deel uit van de VOLWASSENEN- EN OUDERENTEAMS.
11
9
24
medewerkers (7,72 VTE), inclusief zelfstandige artsen, zetten zich in voor VERSLAVINGSZORG.
hulpverleners zetten zich in voor de FORENSISCHE WERKING, waarvan 6,42 VTE voor daders van seksueel geweld, geïnterneerden en gedetineerden. Daarnaast begeleidt het TIME OUT-TEAM (1,5 VTE) plegers van intrafamiliaal geweld en biedt het BASTA TEAM ( 2 VTE) agressiebegeleiding.
medewerkers (17,72 VTE) zijn actief in de ADMINISTRATIE EN ONDERSTEUNENDE DIENSTEN. Daarvan werken 16 medewerkers (11,33 VTE) in het onthaal en ter ondersteuning van hulpverleners, 5 (4,05 VTE) op het directiesecretariaat + ICT en 3 (2,34 VTE) voor het (technisch) onderhoud.
74,15%
3140
is het tewerkstellingspercentage binnen VAGGA, ofwel een JOBTIME van gemiddeld 28,18 uren per week (excl. zelfstandige artsen). 44,62% van de medewerkers is 45 JAAR OF OUDER (gemiddeld 43,98 jaar). Er zijn 32 (23,53%) MANNELIJKE en 104 (76,47%) VROUWELIJKE medewerkers.
uren investeerden de medewerkers in VORMING, TRAINING EN OPLEIDING (VTO) waarvan 44 % voor langdurige vorming.
136 medewerkers, ofwel 97,76 VTE (incl. zelfstandige artsen) in VAGGA, 89 medewerkers (59 VTE of 60,35%) zijn hulpverleners, 8,39 VTE preventiewerkers, 6,91 VTE werken in projecten & dienstverlening en 23,47 VTE in administratie, onthaal, ondersteunende diensten en management.
11 Personeelsleden (8,39 VTE) werken als PREVENTIEWERKER.
6 medewerkers (5,75 VTE) staan in voor het MANAGEMENT van VAGGA: de directeur, 3 afdelingshoofden en 2 beleidsmedewerkers.
VAGGA spendeerde € 18.259 aan VTO (exclusief loonkost tijdsbesteding).
Activiteitenverslag 2013
9
4. Medewerkers
Leeftijdsverdeling medewerkers (hoofden) exclusief zelfstandigen 2012 40% 28,68% 24,03% 23,85%
30%
2013
31,54% 19,38% 16,92%
20%
10,00% 10,85% 8,46% 10,08%
10%
9,23% 6,98%
0% <35
35-44
45-49
50-54
55-59
60+
EVOLUTIE LEEFTIJDSVERDELING (excl. Zelfstandige artsen) JAAR 2009 2010 2011 2012 2013
< 35 jaar 32 26,02% 30 24,39% 32 24,81% 31 24,03 31 23,85%
35-44 jaar 35 28,46% 37 30,08% 41 31,78% 37 28,68% 41 31,54%
45-49 jaar 13 10,57% 14 11,38% 14 10,85% 13 10,08% 13 10,00%
50-54 jaar 19 15,45% 18 14,63% 14 10,85% 14 10,85% 11 8,46%
55-59 jaar 60+ jaar 16 8 13,01% 6,50% 17 7 13,82% 5,69% 20 8 15,50% 6,20% 25 9 19,38% 6,98% 22 12 16,92% 9,23%
Tewerkstellingspercentage exclusief zelfstandigen 2012 40%
2013
36% 35%
35%
30% 31%
30% 23%
25%
20%
20% 15%
9% 8%
10%
5% 4%
5% 0% 100%
80%
50-80%
50%
<50%
Activiteitenverslag 2013
10
4. Medewerkers
4.2 Statistisch overzicht personeel – op 31/12/2013
Verdeling personeelskader (op 31/12/2013) inclusief zelfstandige artsen 24,01% 60,34% 7,07% 8,58%
Hulpverlening
Preventie
Projecten & dienstverlening
Overhead
2012 2013 60,30% 58,54 VTE 60,34% 59,00 VTE 9,22% 8,95 VTE 8,58% 8,39 VTE 6,86% 6,66 VTE 7,07% 6,91 VTE 23,62% 22,93 VTE 24,01% 23,47 VTE
Hulpverlening Preventie Projecten & dienstverlening Overhead
100%
Totaal
97,08 VTE
100%
97,77 VTE
Overhead VAGGA (op 31/12/2013) 24,50% 48,27% 9,97% 17,26%
Onthaal & administratie locaties
Directiesecretariaat & ICT
Onderhoud
Management & beleidsmedewerkers
Onthaal & administratie locaties Directiesecretariaat & ICT Onderhoud Management & beleidsmedewerkers Totaal
2012 49,41% 11,33 VTE 17,66% 4,05 VTE 6,93% 1,59 VTE 26% 5,96 VTE 100% 22,93 VTE
2013 48,27% 11,33 VTE 17,26% 4,05 VTE 9,97% 2,34 VTE 24,50% 5,75 VTE 100% 22,93 VTE
Activiteitenverslag 2013
11
4. Medewerkers
4.3 Hulpverleningscapaciteit – op 31/12/2013 Hulpverlening - doelgroepen inclusief zelfstandige artsen 10,89% 13,09%
31,14%
44,88%
Kinderen & jongeren Verslavingszorg
Kinderen en Jongeren Volwassenen en ouderen Verslavingszorg Forensische zorg Totaal
Volwassenen & ouderen Forensische zorg
2012 18,21 VTE 31,11% 26,26 VTE 44,86% 7,64 VTE 13,06% 6,42 VTE 10,97% 58,54 VTE 100%
2013 18,37 VTE 31,14% 26,47 VTE 44,88% 7,72 VTE 13,09% 6,42 VTE 10,89% 58,99 VTE 100%
Hulpverlening - functies inclusief zelfstandige artsen 29,00%
12,19%
58,81%
Psychiaters
Psychiaters Masters Bachelors Totaal
2012 6,95 VTE 34,49 VTE 17,11 VTE 58,54 VTE
Masters
11,87% 58,91% 29,22% 100%
Bachelors
2013 7,19 VTE 34,70 VTE 17,11 VTE 59,00 VTE
12,19% 58,81% 29,00% 100%
12
Activiteitenverslag 2013
5. Facts and figures
5 Facts and figures 5.1 Werkingsgebied van VAGGA
Vestigingen VAGGA
5.2 Cliënten (ZP) – inwoners werkingsgebied
Zorgregio Antwerpen Zorgregio Brasschaat Zorgregio Schilde Zorgregio Mortsel Totaal binnen werkingsgebied
Cliënten Aantal % 3744 73,5% 342 6,7% 675 13,3% 332 6,5% 5093 100%
Binnen werkingsgebied Buiten werkingsgebied
5093 786
86,6% 13,4%
Algemeen totaal
5879
100%
Inwoners Aantal % 526.705 57,7% 137.921 15,1% 180.781 19,8% 67.337 7,4% 912.744 100%
Cliënt per 1000 Cliënt per 1000 inw 2012 inw 2013 7,11 6,30 2,48 2,28 3,73 4,32 4,93 4,48 5,6 5,2
2012 : binnen werkingsgebied = 4668 (91,2%), buiten werkingsgebied = 452 (8,8%)
13
Activiteitenverslag 2013
5.3
5. Facts and figures
Cijfers hulpverlening
5.3.1
Algemeen
Aanmeldingen per zorgsoort in 2013
Zorgsoort Forensische zorg Kinder- en jeugdzorg Verslavingszorg Volwassenenzorg Eindtotaal
Man 781 91,5% 400 50,7% 966 71,8% 711 33,9% 2858 56,2%
Vrouw 73 8,8% 389 46,1% 380 29,4% 1389 71,0% 2231 45,3%
Totaal 2013 854 16,8% 789 15,5% 1346 26,4% 2100 41,3% 5089 100%
2011 Verschil 2012 2012 3,0% 829 16,8% 682 15,7% -6,4% 843 17,1% 772 17,7% 4,2% 1292 26,3% 1103 25,3% 7,4% 1956 39,8% 1795 41,2% 3,4% 4920 100% 4352 100%
Globaal 3,4% meer aanmeldingen in 2013, enkel de Kinder- en Jeugdzorg kende een daling van 6,4%. De Volwassenenzorg kende de grootste stijging (7,4%) ten opzichte van 2012.
Afgesloten aanmeldingen in 2013
Motivatie geen hulp Cliënt zelf Verwijzer Totaal 2013 Andere reden 145 157 302 20,9% 70 4,8% Buiten werkingsgebied 46 24 Geen opdracht van het centrum 205 91 296 20,5% Geen verder contact genomen 212 215 427 29,6% Info/consult volstond 107 86 193 13,4% Specialisatie niet in huis 15 21 36 2,5% Volzet op dienst 106 14 120 8,3% Totaal afgesloten aanmeldingen 2013 836 608 1444 28,4% Aanmeldingen werden zorgperiode in 2013 1864 1550 3414 67,2% Openstaande aanmeldingen 2013 op 1/3/2014 145 81 226 4,4% Eindtotaal 2845 2239 5084 100%
In 56% van de gevallen gebeurde de aanmelding door de cliënt zelf.
2012 22,4% 6,0% 17,4% 27,8% 14,3% 3,2% 9,0%
2011 22,1% 5,1% 12,9% 32,6% 17,9% 4,3% 5,1%
Activiteitenverslag 2013
14
5. Facts and figures
Leeftijd per zorgsoort
0-5 jaar Zorgsoort Forensische zorg Kinder- en jeugdzorg Verslavingszorg Volwassenenzorg Eindtotaal
6-11 jaar
12-17 jaar
18-25 jaar
26-59 jaar
60+
Totaal 2013
oud nieuw oud nieuw oud nieuw 9 16 48 168 213 191 225 27 168 1 2
oud nieuw oud nieuw oud nieuw oud nieuw 358 354 357 410 49 19 45,3% 54,7% 19 3 40 42 44,2% 55,8% 413 492 393 498 98 54 39,7% 60,3% 1128 514 1028 781 216 98 80,4% 19,6%
16
1918 1363 1818 1731
363
58% 42% 12,2%
68% 32% 9,1%
48
Verhouding oud-nieuw
25% 75% 1,1% Procent van het totaal 2013
168
214
44% 56% 6,5%
218
404
35% 65% 10,6%
51% 49% 60,5%
171 48,2% 51,8%
Tot 2012 Tot 2011
Totaal 954 1004 1395 2520
% 16,3% 17,1% 23,8% 42,9%
17,1% 16,0% 24,4% 42,4%
15,7% 15,5% 23,3% 45,5%
5870
100%
5344
5100
Er zijn 526 zorgperiodes (9,8%) méér in 2013 dan in 2012.
Wachttijd aanmelding - FTF1 met hulpverlener voor zorgperiodes met FTF1 in 2013
Duur aanmelding - FTF 1 Totaal Cum 2013 < 3weken < 6 weken < 3 maand > 3 maand Eindtotaal Gemiddeld Cum 75%
854 28,1% 753 52,8% 900 82,4% 534 100% 3041 53,3 dagen 68 dagen
Cum Cum Cum 2012 2011 2010 30,9% 31,6% 29,7% 56,2% 55,1% 51,2% 82,3% 80,0% 81,1% 100% 100% 100% 2718 2365 2416 54 dagen 58 dagen 63 dagen 69 dagen 64 dagen 77 dagen
De wachttijd tussen aanmelding en FTF1 is status quo gebleven.
Activiteitenverslag 2013
15
5. Facts and figures
Aanmeldingsproblematiek in de zorgperiode Jaar aanmelding 2013 Hoofdproblematiek Psychische problemen Verslavingsproblemen Gedragsproblemen Interactieproblemen Specifieke modaliteit Verwerkingsproblemen Ontwikkelingsproblemen Overige problemen Eindtotaal
0-5
6-11
12-17
18-25
26-59
60+
2,9%
23,9%
8,6% 42,9% 2,9% 8,6% 22,9% 11,4% 35
20,1% 20,8% 0,0% 13,2% 8,2% 13,8% 159
16,4% 22,8% 9,5% 11,8% 23,9% 7,5% 3,2% 4,9% 347
31,7% 19,7% 16,0% 5,4% 10,3% 6,6% 2,2% 8,1% 407
27,6% 23,9% 16,0% 8,9% 6,8% 6,4% 0,6% 9,7% 1448
30,9% 22,1% 8,1% 13,4% 6,0% 12,8% 0,0% 6,7% 149
Eindtotaal 671 538 376 260 234 189 50 227 2545
26,4% 21,1% 14,8% 10,2% 9,2% 7,4% 2,0% 8,9% 100%
2012
2011
24,8% 27,6% 14,9% 9,4% 6,9% 6,8% 2,0% 7,5% 100%
28,4% 22,1% 13,4% 9,6% 4,6% 7,3% 3,0% 11,6% 100%
Er zijn 100 zorgperiodes (22,8%) minder met ‘Verslavingsproblemen’ als hoofdproblematiek, daarentegen zijn er 97 zorgperiodes (16,9%) méér met psychische problemen dan in 2012.
Hoofddiagnose in de zorgperiode
Hoofddiagnoses AS1
FTF 1 in 2013 0-5 6-11 12-17 18-25 26-59
Aan een middel gebonden stoornis
60+
Eindtotaal
2012
2011
53,4% 32,6% 32,9% 31,5%
710
33,7%
36,8%
30,0%
25,7% 21,0% 8,2% 18,7% 23,6%
374
17,8%
15,0%
14,4%
1,9%
4,5% 29,2% 16,5% 21,3%
346
16,4%
18,1%
19,9%
Stoornissen in de impulsbeheersing
3,8%
2,8% 10,5% 14,1% 4,7%
226
10,7%
8,8%
12,0%
Angststoornissen
3,8%
4,8% 10,2% 7,4%
5,5%
151
7,2%
6,6%
7,9%
Andere aandoeningen en problemen met reden voor zorg Stemmingsstoornissen
6,3%
Stoornissen in de kindertijd
31,3% 44,8% 7,2%
5,4%
1,9%
0,8%
116
5,5%
6,1%
6,9%
Aanpassingsstoornissen Schizofrenie en andere psychotische stoornissen Kinder- en jeugdstoornissen : primaire diagnoses Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen Andere Eindtotaal
12,5% 7,6%
1,7%
2,2%
8,7%
67
3,2%
3,9%
3,7%
0,3%
3,0%
1,6%
39
1,9%
1,1%
1,2%
21
1,0%
0,6%
0,7%
9
0,4%
1,2%
1,3%
47 2106
2,2% 100%
1,8% 100%
1,8% 100%
50,0% 8,6%
16
3,8% 105
4,5%
1,4%
0,3% 290
0,6%
0,6%
1,4% 353
2,8% 1215
2,4% 127
25,5% meer ‘Andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn’ dan in 2012. Er zijn 30% meer cliënten met stoornissen in de impulsbeheersing dan in 2012.
Activiteitenverslag 2013
16
5. Facts and figures
Verwijzers in zorgperiodes met aanmelding in 2013 Verwijzerscategorie Gezondheidszorg Justitie Eigen initiatief Initiatief van omgeving Andere initiatieven Welzijnszorg Onderwijs Bijzondere Jeugdbijstand Voorzieningen kinderen en jongeren Gehandicaptenzorg Onbekend Ouderenzorg Eindtotaal
0-5
6-11
12-17
18-25
26-59
60+
52,8%
24,7% 0,6% 6,2% 19,8%
11,6% 32,1% 11,8% 13,3% 0,9% 2,3% 13,9% 11,6% 0,9% 1,4% 0,3%
26,3% 20,5% 14,6% 13,2% 4,6% 8,5% 5,4% 3,9% 2,2% 0,2% 0,5%
34,4% 19,6% 21,9% 6,9% 9,6% 4,4% 0,2% 1,2% 1,0% 0,3% 0,4%
42,9% 10,2% 23,8% 12,9% 0,7% 6,1%
8,3% 8,3% 11,1% 5,6% 5,6% 8,3%
36
1,9% 27,8% 8,6% 7,4% 1,2% 1,9% 162
346
410
1457
0,7% 0,7% 2,0% 147
Aanmelding 2013 771 497 468 255 163 123 120 89 43 13 13 3 2558
2012
2011
30,1% 19,4% 18,3% 10,0% 6,4% 4,8% 4,7% 3,5% 1,7% 0,5% 0,5%
30,6% 17,5% 22,0% 9,3% 5,1% 4,6% 4,4% 3,4% 1,3% 0,4% 1,4%
27,4% 16,3% 24,2% 8,7% 4,9% 5,9% 4,7% 3,3% 1,2% 0,8% 2,6%
0,1% 100%
0,0% 100%
0,0% 100%
Dalende trend 'Eigen initiatief’. Gezondheidszorg en justitie zijn de grootste verwijzer.
Afgesloten zorgperiodes en aantal FTF
Zorgsoort Forensische zorg Kinder- en Jeugdzorg Verslavingszorg Volwassenenzorg Eindtotaal
Afgesloten Aantal FTF aanwezig Activiteiten zorgperiodes in in zorgperiode per ZP 2013 254 16,3% 1808 12,4% 7,1 340 21,8% 4654 31,9% 13,7 458 29,4% 2322 15,9% 5,1 508 32,6% 5827 39,9% 11,5 1560 100,0% 14611 100% 9,4
Meest FTF-activiteiten per zorgperiode in de Kinder- en jeugdzorg (13,7).
Activiteitenverslag 2013
17
5. Facts and figures
Duurtijd zorgperiodes Alle ZP afgesloten in 2013 Duurtijd FTF1 laatste FTF ≤ 1 maand ≤ 2 maand ≤ 3 maand ≤ 4 maand ≤ 5 maand ≤ 6 maand ≤ 1 jaar ≤ 2 jaar ≤ 3 jaar ≤ 4 jaar ≤ 5 jaar > 5 jaar Eindtotaal
0-5
6-11 12-17 18-25 26-59
40,0% 15,6% 7,3% 10,0% 6,4% 10,0% 8,3% 5,5% 10,0% 3,7% 10,0% 33,9% 20,0% 12,8% 5,5%
10
30,3% 13,4% 15,4% 6,3% 3,9% 2,4% 13,0% 10,6% 3,1% 0,4% 0,9% 0,8% 0,4% 109 254
40,2% 10,3% 12,4% 7,7% 3,8% 3,4% 10,3% 6,8% 3,8% 0,9% 0,4% 234
44,9% 8,6% 5,4% 3,7% 3,8% 2,6% 11,5% 9,2% 5,0% 1,3% 0,8% 3,1% 868
60+
2013
30,6% 608 39,0% 7,1% 147 9,4% 5,9% 128 8,2% 5,9% 81 5,2% 4,7% 62 4,0% 8,2% 49 3,1% 14,1% 207 13,3% 10,6% 148 9,5% 7,1% 72 4,6% 1,2% 15 1,0% 1,2% 12 0,8% 3,5% 31 2,0% 85 1560 100,0%
Cum 2013
Cum 2012
Cum 2011
39,0% 48,4% 56,6% 61,8% 65,8% 68,9% 82,2% 91,7% 96,3% 97,2% 98,0% 100%
34,7% 45,0% 52,2% 57,0% 61,2% 65,7% 77,4% 87,7% 91,7% 94,0% 95,9% 100%
30,5% 40,8% 48,2% 54,1% 58,4% 61,6% 77,1% 87,5% 92,6% 94,7% 96,4% 100%
2012
2011
59,5% 13,3% 11,8% 5,0% 3,0% 1,8% 5,7% 100%
54,5% 17,0% 12,6% 6,2% 3,3% 2,0% 4,7% 100%
Tendens tot kortere duur van zorgperiodes.
Aantal sessies per zorgperiode
2013 Aantal sessies aanwezig 1-5 6 - 10 11 - 20 21 - 30 31 - 40 41 - 50 > 50 Totaal
Kinder- en Jeugdzorg 44,1% 16,2% 20,6% 8,2% 4,4% 2,6% 3,8% 340
Volwassenen Verslavings zorg zorg 62,2% 9,8% 12,2% 4,9% 3,3% 2,6% 4,9% 508
76,2% 14,0% 6,1% 1,5% 0,7% 0,9% 0,7% 458
Forensische zorg 68,5% 12,2% 11,0% 3,1% 2,4% 0,4% 2,4% 254
% van afgesloten ZP 63,5% 12,8% 12,0% 4,4% 2,6% 1,7% 3,0% 1563
Er zijn in 2013 minder zorgperiodes met heel veel sessies en meer zorgperiodes met weinig sessies (1-5). 28,2% van de zorgperiodes hebben maar 1 sessie, in 2012 was dat nog 25,4%. Het gemiddeld aantal sessies per zorgperiode bedraagt 9,4, in 2012 was dat 12,2.
Activiteitenverslag 2013
18
5. Facts and figures
Geboden directe hulpverleningsactiviteiten
Zorgsoort
Doorgegaan
Nt doorgegaan
Forensische zorg Kinder- en jeugdzorg Verslavingszorg Volwassenenzorg Eindtotaal 2013 2012 2011
78,0% 75,2% 69,9% 75,7% 39368 74,9% 76,6% 77,5%
22,0% 24,8% 30,1% 24,3% 13165 25,1% 23,4% 22,5%
Totaal 2013 8125 11770 9068 23570 52533
15,5% 22,4% 17,3% 44,9% 100%
2012
2011
16,3% 20,1% 17,6% 46,0% 50079
14,2% 19,4% 17,3% 49,1% 47914
Stijgende trend van 'Niet doorgegane activiteiten' zet zich verder.
Niet Op Afspraak
Aanwezig 2013
74,4%
2012
74,8%
2011
76,9%
2010
76,4%
Afwezig Aangekondigd Niet aangekondigd Niet tijdig Tijdig 11,7% 4,5% 9,5% 25,6% 11,2% 4,7% 9,3% 25,2% 5,3% 9,3% 8,4% 23,1% 15% 8,6% 23,6%
Totaal 53819 54777 49218 50091
Het aantal NOA's (9,5%) is niet verminderd ten opzichte van 2012 ondanks het opstarten van een aantal NOA-acties.
Activiteitenverslag 2013
19
5. Facts and figures
Afsluiting zorgperiodes in 2013
Aard afsluiting Beëindigd in wederzijds overleg Contacten verbroken Beëindigd en extern doorverwezen Andere afsluiting Vroegtijdig beëindigd (tegen advies HV) Terug verwezen naar verwijzer Beeïndigd door HV Beëindigd door overlijden cliënt FTF1 niet doorgegaan Onbekend Administratieve Zorgperiode Beëindigd door zelfmoord cliënt Eindtotaal
0-5 j 30,0% 30,0% 10,0% 10,0% 10,0%
6-11 j 63,3% 10,1% 7,3% 3,7% 7,3% 5,5% 2,8%
12-17 j 54,7% 26,4% 4,3% 8,7% 2,8% 1,2% 2,0%
18-25 j 42,7% 30,8% 8,1% 10,7% 4,3% 0,0% 3,4%
26-59 j 35,3% 23,0% 16,4% 11,6% 4,0% 4,5% 3,5% 0,6% 0,5% 0,5% 0,2%
109
254
234
868
10,0% 10
Lichte daling van ‘Drop Out’.
60+ 57,6% 16,5% 5,9% 10,6% 4,7% 1,2% 1,2% 1,2%
1,2% 85
Totaal 2013 666 42,7% 367 23,5% 185 11,9% 162 10,4% 65 4,2% 49 3,1% 48 3,1% 6 0,4% 4 0,3% 4 0,3% 3 0,2% 1 0,1% 1560 100%
2012 41,4% 24,2% 12,0% 10,1% 4,8% 0,0% 6,3% 0,4% 0,4% 0,3% 0,0% 0,1% 100%
2011 47,8% 23,1% 8,6% 9,6% 4,4% 0,0% 4,7% 0,5% 0,3% 1,0% 0,0% 0,1% 100%
Activiteitenverslag 2013
5.3.2
20
5. Facts and figures
Doelgroep kinderen en jongeren (0-17 jaar)
Zorgperiodes in 2013
Gegevens 2013 Jaar Aantal aanmelding < 2013 2013 Totaal
Gegevens 2012 %
Jaar aanmelding
510 48% < 2012 561 52% 2012 1071 100% Totaal
Aantal 509 433 942
Gegevens 2011 %
Jaar aanmelding
54% < 2011 46% 2011 100% Totaal
Aantal
%
495 363 858
58% 42% 100%
Stijgend aantal zorgperiodes. Meer nieuwe zorgperiodes in 2013.
Cliënten per zorgregio
Zorgregio Antwerpen Zorgregio Brasschaat Zorgregio Schilde Zorgregio Mortsel Totaal binnen werkingsgebied
Cliënten Aantal % 666 69,4% 81 8,4% 155 16,1% 58 6,0% 960 100%
Binnen werkingsgebied Buiten werkingsgebied
960 111
89,6% 10,4%
Algemeen totaal
1071
100%
Inwoners Aantal % 113.399 60,6% 26.778 14,3% 33.992 18,2% 12.954 6,9% 187.123 100%
Cliënten per 1000 Cliënten per 1000 inwoners 2012 inwoners 2013 5,87 5,13 3,02 2,60 4,56 5,52 4,48 3,71 5,13 4,74
2012 = binnen werkingsgebied : 876 (94,7%) & buiten werkingsgebied: 64 (7,6%),
Activiteitenverslag 2013
21
5. Facts and figures
Wachttijd aanmelding – FTF1 met hulpverlener
Alle ZP met FTF1 in 2013 Duur aanmelding - FTF1 Aantal % 1 week 43 6,5% 1-2 weken 76 11,4% 2-3 weken 66 9,9% 3-4 weken 47 7,1% 4-5 weken 52 7,8% 5-6 weken 40 6,0% 6-8 weken 69 10,4% 2-3 maanden 111 16,7% > 3 maanden 162 24,3% Totaal Gemiddelde wachttijd Cum 75%
Cum% 6,5% 17,9% 27,8% 34,8% 42,6% 48,6% 59,0% 75,7% 100%
666 100% 67 dagen 81 dagen
Cum 2012 Cum 2011 6,8% 14,3% 23,1% 30,6% 37,1% 41,8% 52,2% 65,6% 100%
8,9% 16,7% 25,4% 31,6% 36,0% 42,4% 51,2% 59,9% 100%
86 dagen 94 dagen 111 dagen 153 dagen
Verkorte wachttijd. Er zijn voornamelijk meer cliënten die binnen de eerste 14 dagen na aanmelding een eerste afspraak krijgen.
Verwijzers in zorgperiode Verwijzers Justitie Gezondheidszorg Onderwijs waarvan CLB Initiatief van omgeving Bijzondere Jeugdbijstand Eigen initiatief Voorzieningen kinderen en jongeren Welzijnszorg Gehandicaptenzorg Andere Eind totaal
Aanmeldingen 2013 112 20,0% 99 17,6% 95 16,9% 57 60,0% 81 14,4% 56 10,0% 54 9,6% 18 3,2% 15 2,7% 7 1,2% 24 4,3% 561 100%
2012 17,1% 20,6% 19,6% 65,0% 12,9% 11,8% 8,8% 4,6% 1,4% 0,9% 2,3% 433
2011 17,6% 22,9% 21,5% 58,0% 9,6% 9,6% 6,9% 4,1% 3,3% 1,9% 2,5% 363
Stijgend aantal verwijzers vanuit justitie, 84% hiervan is in het team vroeginterventie. Dalende trend verwijzingen vanuit de gezondheidszorg en onderwijs.
Activiteitenverslag 2013
22
5. Facts and figures
Hoofdproblematiek in de zorgperiode
Jaar aanmelding 2013 Hoofdproblematiek Man Psychische problemen 46% Interactieproblemen 52% Specifieke modaliteit 86% Verslavingsproblemen 81% Gedragsproblemen 71% Verwerkingsproblemen 36% Slachtofferschap 53% Ontwikkelingsproblemen 66% Lichamelijk-fysiologisch functioneren 33% Klachten mbt realiteitscontrole Maatschappelijke problemen - sociale inschakeling Eindtotaal
Vrouw Aantal % 54% 96 17,8% 48% 89 16,5% 14% 84 15,6% 19% 79 14,6% 29% 68 12,6% 64% 50 9,3% 47% 38 7,0% 34% 32 5,9% 67% 3 0,6%
0%
100%
62%
38%
1 0 540
2012
2011
12,8% 16,3% 14,2% 16,7% 13,5% 9,3% 7,0% 9,1% 0,9%
13,6% 17,2% 9,2% 20,8% 11,7% 8,6% 4,2% 12,5% 1,9%
0,0% 0,2% 430
0,0% 0,3% 360
0,2% 0% 100%
Opvallende toename van 75% meer psychische problemen (van 55 in 2012 naar 96 in 2013).
Hoofddiagnose AS1 Hoofddiagnose AS1
Man
Vrouw
2013
2012
2011
Stoornissen in de kindertijd
153
33,7%
60
22,9%
213
29,7% 37,5%
40,7%
Aan een middel gebonden stoornissen Andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn
149
32,8%
32
12,2%
181
25,3% 21,5%
15,0%
64
14,1%
90
34,4%
154
21,5%
22%
20%
Aanpassingsstoornissen
25
5,5%
16
6,1%
41
5,7%
5,2%
4,6%
Angststoornissen
20
4,4%
18
6,9%
38
5,3%
5,1%
7,9%
Kinder- en jeugdstoornissen : primaire diagnoses
15
3,3%
13
5,0%
28
3,9%
2,8%
3,2%
Stemmingsstoornissen
7
1,5%
16
6,1%
23
3,2%
3,0%
4,4%
Stoornissen in de impulsbeheersing
12
2,6%
4
1,5%
16
2,2%
1,3%
1,6%
Kinder- en jeugdstoornissen : ouder-kindrelatiestoornissen
6
1,3%
7
2,7%
13
1,8%
0,0%
0,0%
Eetstoornissen
1
0,2%
2
0,8%
3
0,4%
0,1%
0,5%
Bijkomende codes / Geen diagnose
1
0,2%
2
0,8%
3
0,4%
0,6%
1,8%
Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen
1
0,2%
0
0,0%
1
0,1%
0,0%
0,0%
0%
1
0,4%
1
0,1%
0,3%
0,0%
0% 100%
1 262
0,4% 100%
1 716
0,1% 100%
0,1% 670
0,5% 568
Psychische stoornissen door een somatische aandoening Somatoforme stoornissen Eindtotaal
454
15% minder diagnose’ Stoornissen in de kindertijd’. 25,6% meer ‘Aan een middel gebonden stoornis’ diagnoses.
Activiteitenverslag 2013
23
5. Facts and figures
Stoornissen in de kindertijd
Stoornissen in de kindertijd Aandachtstekort- en gedragsstoornissen
Man Vrouw 2013 2012 72 47,1% 28 46,7% 100 46,9% 52,6%
2011 56%
Pervasieve ontwikkelingsstoornissen Overige stoornissen in de kindertijd Leerstoornissen Communicatiestoornissen Stoornissen in de zindelijkheid Stoornissen in de motorische vaardigheden Ticstoornissen Andere Eindtotaal
41 26,8% 24 15,7% 8 5,2% 6 3,9% 1 0,7% 1 0,7% 0 0,0% 0 0,0% 153 100%
19,0% 13,8% 2,2% 5,2% 1,3% 0,4% 1,3% 0,8% 232
10 19 2 1 0 0 60
16,7% 31,7% 3,3% 0,0% 1,7% 0,0% 0,0% 0,0% 100%
51 23,9% 21,9% 43 20,2% 15,1% 10 4,7% 3,6% 6 2,8% 4,8% 2 0,9% 0,4% 1 0,5% 1,2% 0 0,0% 0,4% 0 0,0% 0% 213 100% 251
24,2% minder diagnose ‘aandachtstekort – en gedragsstoornissen’.
Kindermishandeling
2013 2012 2011 FTF1 in FTF1 in FTF1 in Kindermishandeling % % % 2013 2012 2011 Ja 89 13,3% 93 16,7% 61 12,6% Neen 512 76,6% 436 78,1% 396 81,5% Ongekend 67 10,0% 29 5,2% 29 6,0% Totaal 668 100% 558 100% 486 100%
Activiteitenverslag 2013
24
5. Facts and figures
Aard kindermishandeling
Aard kindermishandeling Emotionele mishandeling Lichamelijke mishandeling Emotionele verwaarlozing Onduidelijke diagnose, vermoeden, risicosituatie
2013 FTF1 in % 2013 29 34% 19 22,1% 14 16,3% 7 8,1%
Seksueel misbruik: incest Seksueel misbruik: ander Lichamelijke verwaarlozing Totaal
7 6 4 86
8,1% 7,0% 4,7% 100%
2012 FTF1 in % 2012 34 37% 13 14,1% 17 18,5% 7 7,6% 10 6 5 92
2011 FTF1 in % 2011 11 16,9% 17 26,2% 14 21,5% 3 4,6%
10,9% 6,5% 5,4% 100%
Vooral emotionele mishandeling / verwaarlozing.
Niet Op Afspraak
2013
Afwezig Aanwezig Aangekondigd Nt aangekondigd Niet tijdig Tijdig 10,8% 5,4% 8,6% 75,2% 24,8%
2012
76,9%
2011
77,1%
2010
76,3%
2009
76,6%
10,4%
4,8% 23,1%
4,9%
8,2% 22,9% 15,1%
7,9% 9,7% 8,7%
23,7% 14,8%
8,5% 23,8%
(exclusief verslavings- en forensische zorg)
Lichte stijging van NOA
Totaal
9530 8769 7924 8296 9608
5 11 4 65
7,7% 16,9% 6,2% 100%
Activiteitenverslag 2013
25
5. Facts and figures
Aard afsluiting
Aard afsluiting Beëindigd in wederzijds overleg Contacten verbroken Beëindigd en extern doorverwezen Vroegtijdig beëindigd (tegen advies HV) Andere afsluiting Totaal
2013 152 54,9% 61 22,0% 17 6,1% 11 4,0% 36 13,0% 277 100%
(exclusief verslavings- en forensische zorg)
Minder contacten werden verbroken.
2012 59,6% 24,3% 7,8% 2,8% 5,5% 100%
2011 58,6% 19% 7,4% 4,3% 10,6% 100%
Activiteitenverslag 2013
5.3.3
26
5. Facts and figures
Doelgroep volwassenen
Zorgperiodes in 2013
2013 Jaar aanmelding < 2013 2013 Totaal
Aantal 2366 1902 4268
2012 Jaar % aanmelding 55,4% < 2012 44,6% 2012 100% Totaal
2011
Jaar Aantal % aanmelding 2189 56,2% < 2011 1707 43,8% 2011 3896 100% Totaal
Aantal
%
2292 1503 3795
60,4% 39,6% 100%
Stijgend aantal zorgperiodes (9,5%).
Cliënten per zorgregio
Zorgregio Antwerpen Zorgregio Brasschaat Zorgregio Schilde Zorgregio Mortsel Totaal binnen werkingsgebied
Cliënten Aantal % 2733 74,9% 233 6,4% 466 12,8% 219 6,0% 3651 100%
Binnen werkingsgebied Buiten werkingsgebied
3651 617
85,5% 14,5%
Algemeen totaal
4268
100%
Inwoners Aantal % 296589 58,2% 76308 15,0% 100282 19,7% 36125 7,1% 509304 100%
Cliënten per 1000 Cliënten per 1000 inwoners 2013 inwoners 2012 9,21 8,16 3,05 2,89 4,65 5,08 6,06 5,67 7,17 6,57
2012 = binnen werkingsgebied: 3334 (90,2%) & buiten werkingsgebied: 361 (9,8%)
Toename cliënten buiten werkingsgebied.
Activiteitenverslag 2013
27
5. Facts and figures
Wachttijd aanmelding – FTF1 met hulpverlener
Alle ZP met FTF1 in 2013 Aantal % Duur aanmelding - FTF1 1 week 275 12,5% 1-2 weken 205 9,3% 2-3 weken 208 9,4% 3-4 weken 196 8,9% 4-5 weken 169 7,7% 5-6 weken 172 7,8% 6-8 weken 303 13,8% 2-3 maanden 334 15,2% > 3 maanden 340 15,4% Totaal 2202 100% Gemiddelde wachttijd 51 dagen Cum 75% 65 dagen
Cum% 12,5% 21,8% 31,2% 40,1% 47,8% 55,6% 69,4% 84,6% 100%
Cum 2012
Cum 2011
14,7% 25,2% 34,7% 44,0% 53% 60,0% 70,9% 85,7% 100%
13,6% 25,3% 34,8% 43,5% 51% 56,9% 68,1% 84,4% 100%
47 dagen 48 dagen 63 dagen 65 dagen
Langere wachttijd tussen aanmelding en FTF 1
Verwijzers in zorgperiode Verwijzers Aanmeldingen 2013 Gezondheidszorg 609 32,0% Eigen initiatief 379 19,9% Justitie 370 19,5% Initiatief van omgeving 155 8,1% Welzijnszorg 99 5,2% Bijzondere Jeugdbijstand 33 1,7% Onderwijs 25 1,3% Voorzieningen kinderen en jongeren 24 1,3% Gehandicaptenzorg 6 0,3% Andere 202 10,6% Totaal 1902 100% Dalende trend ‘Eigen initiatief’ (11,4%).
2012 31,9% 25,1% 18,5% 7,8% 5,3% 1,5% 1,0% 0,6% 0,3% 8,0% 1704
2011 28,4% 27,9% 16,7% 8,1% 6,4% 2,1% 1,1% 0,6% 0,5% 8,3% 1503
Activiteitenverslag 2013
28
5. Facts and figures
Hoofdproblematiek in de zorgperiode Jaar aanmelding 2013 Hoofdproblematiek Man Psychische problemen 36% Verslavingsproblemen 78% Gedragsproblemen 90% Interactieproblemen 36% Specifieke modaliteit 67% Verwerkingsproblemen 37% Slachtofferschap 13% Lichamelijk-fysiologisch functioneren 13% Maatschappelijke problemen - sociale inschakeling 71% Klachten mbt realiteitscontrole 65% Ontwikkelingsproblemen 78% Betrokken bij hoofdclient 0% Ander probleem 50% Totaal 57%
Vrouw Aantal % 64% 529 28,9% 22% 426 23,3% 10% 296 16,2% 64% 151 8,2% 33% 141 7,7% 63% 120 6,6% 87% 52 2,8% 87% 46 2,5% 29% 24 1,3% 35% 23 1,3% 22% 18 1,0% 100% 3 0,2% 50% 2 0,1% 43% 1831 100%
2012
2011
27,2% 32,4% 16,2% 7,5% 5,7% 5,7% 1,5% 1,8% 0,3% 0,7% 0,5% 0,2% 0,4% 1662
32,8% 24,6% 15,4% 7,8% 4,0% 7,3% 2,0% 2,7% 1,4% 0,7% 1,1% 0,2% 0,0% 1413
Er zijn 17% méér ‘Psychische problemen’ dan in 2012. Er zijn 20,9% minder ‘Verslavingsproblemen’ dan in 2012.
Hoofddiagnose AS1 Hoofddiagsnose AS1 Aan een middel gebonden stoornissen Stemmingsstoornissen Andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn Stoornissen in de impulsbeheersing Angststoornissen Schizofrenie en andere psychotische stoornissen Aanpassingsstoornissen Stoornissen in de kindertijd Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen Somatoforme stoornissen Bijkomende codes / Geen diagnose Psychische stoornissen door een somatische aandoening Eetstoornissen Dissociatieve stoornissen Andere Totaal
632 195
Man 37,0% 11,4%
Vrouw 201 13,7% 540 36,9%
833 735
12,5% 17,9% 6,9% 2,8% 1,9% 3,8% 3,7% 0,4% 0,9% 0,5% 0% 0,1% 0% 100%
259 17,7% 37 2,5% 204 13,9% 50 3,4% 62 4,2% 23 1,6% 2 0,1% 37 2,5% 7 0,5% 8 0,5% 17 1,2% 7 0,5% 11 0,8% 1465 100%
472 343 322 97 94 88 66 43 23 17 17 9 13 3172
213 306 118 47 32 65 64 6 16 9 2 2 1707
2013 26,3% 23,2% 14,9% 10,8% 10,2% 3,1% 3,0% 2,8% 2,1% 1,4% 0,7% 0,5% 0,5% 0,3% 0,4% 100%
2012 28,2% 23,9%
2011 24,3% 24,5%
13,2% 10,0% 9,4% 2,9% 3,8% 2,3% 2,7% 1,2% 1,0% 0,4% 0,4% 0,4% 0,2% 2982
14,0% 10,6% 9,3% 3,6% 4,1% 2,8% 2,9% 1,0% 0,9% 0,1% 0,7% 0,5% 0,3% 2861
‘Aan middel gebonden stoornissen’ en ‘stemmingsstoornissen’ blijven belangrijkste diagnose.
Activiteitenverslag 2013
29
5. Facts and figures
Niet Op Afspraak
2013
Afwezig Aangekondigd Aanwezig Nt aangekondigd Niet tijdig Tijdig 11,8% 4,4% 8,6% 75,2% 24,8%
2012
76,2%
2011
78,5%
2010
77,9%
2009
77,3%
11,1%
4,3% 23,8%
8,4%
5,0%
9,3% 21,5%
7,3%
14,3%
24571 24956 24232
7,9%
25280
22,1% 14,1%
Totaal
8,5%
23254
22,6% (exclusief verslavings- en forensische zorg)
Aard afsluiting
Aard afsluiting Beëindigd in wederzijds overleg Beëindigd en extern doorverwezen Contacten verbroken Andere afsluiting Beeïndigd door HV Vroegtijdig beëindigd (tegen advies HV) FTF1 niet doorgegaan Onbekend Andere Totaal
2013 230 43,0% 118 22,1% 101 18,9% 21 3,9% 17 3,2% 15 2,8% 3 0,6% 3 0,6% 27 5,0% 535 100%
(exclusief verslavings- en forensische zorg)
Minder contacten werden verbroken.
2012 43,1% 20,9% 22,2% 6,5% 2,9% 3,6% 0,4% 0,4% 0,0% 100%
2011 50,1% 13,2% 20,4% 5,0% 3,4% 5,2% 0,4% 1,6% 0,7% 100%
Activiteitenverslag 2013
30
5.3.4
5. Facts and figures
Doelgroep ouderen
Zorgperiodes in 2013
2013 Jaar aanmelding
Aantal
< 2013 2013 Totaal
384 150 534
2012
2011
Jaar Aantal aanmelding
%
71,9% < 2012 28,1% 2012 100% Totaal
335 171 506
%
Jaar Aantal aanmelding
66,2% < 2011 33,8% 2011 100% Totaal
323 123 446
% 72,4% 27,6% 100%
Stijgend aantal zorgperiodes. 12,3% minder nieuwe zorgperiodes.
Cliënten per zorgregio
Zorgregio Antwerpen Zorgregio Brasschaat Zorgregio Schilde Zorgregio Mortsel Totaal binnen werkingsgebied
Cliënten Aantal % 342 71,4% 28 5,8% 54 11,3% 55 11,5% 479 100%
Binnen werkingsgebied Buiten werkingsgebied
479 55
89,7% 10,3%
Algemeen totaal
534
100%
Inwoners Aantal % 116.717 54,0% 34.835 16,1% 46.507 21,5% 18.258 8,4% 216.317 100%
1000 inwoners 2013 2,93 0,80 1,16 3,01 2,21
2012= binnen werkingsgebied: 458 (91,6%) & buiten werkingsgebied: 42 (8,4%)
1000 inwoners 2012 2,72 0,65 1,56 2,66 2,14
Activiteitenverslag 2013
31
5. Facts and figures
Wachttijd aanmelding – FTF1 met hulpverlener Alle ZP met FTF1 in 2013 Aantal % Duur aanmelding - FTF1 1 week 19 11,1% 1-2 weken 13 7,6% 2-3 weken 13 7,6% 3-4 weken 15 8,8% 4-5 weken 19 11,1% 5-6 weken 25 14,6% 6-8 weken 30 17,5% 2-3 maanden 23 13,5% > 3 maanden 14 8,2% Totaal 171 100% 43 dagen Gemiddelde wachttijd 54 dagen Cum 75%
Cum% 11,1% 18,7% 26,3% 35,1% 46,2% 60,8% 78,4% 91,8% 100%
Cum 2012 12,4% 30,1% 45,2% 59,1% 66,7% 75,3% 90,3% 96,2% 100%
Cum 2011 13,5% 36,8% 51,9% 60,2% 69,9% 76,7% 85,0% 94,0% 100%
16 dagen 26 dagen 42 dagen 38 dagen
Toename van de wachttijd.
Verwijzers Verwijzers Aanmeldingen 2013 Gezondheidszorg 63 42,0% Eigen initiatief 35 23,3% Initiatief van omgeving 19 12,7% Justitie 15 10,0% Welzijnszorg 9 6,0% Ouderenzorg 3 2,0% Bijzondere jeugdbijstand 0 0,0% Andere 6 4,0% Totaal 150 100,0%
2012 43,9% 23,4% 14,6% 8,8% 5,3% 1,2% 0,0% 2,9% 171
2011 28,5% 29,3% 14,6% 7,3% 8,1% 0,0% 3,3% 8,9% 123
47% (70) van de aanmeldingen in 2013 met zorgperiode voor ouderen waren in het ouderenteam. 43% van de aanmeldingen in 2013 met zorgperiode ouderen waren in de categoriale teams. In het team volwassenen van Zoersel waren in 2013 5 aanmeldingen met zorgperiode ouderen.
Activiteitenverslag 2013
32
5. Facts and figures
Hoofdproblematiek in de zorgperiode
Jaar aanmelding 2013 Hoofdproblematiek Man Vrouw Aantal % Psychische problemen 24% 76% 46 30,9% Verslavingsproblemen 45% 55% 33 22,1% Interactieproblemen 50% 50% 20 13,4% Verwerkingsproblemen 11% 89% 19 12,8% Gedragsproblemen 92% 8% 12 8,1% Specifieke modaliteit 56% 44% 9 6,0% Lichamelijk-fysiologisch functioneren 17% 83% 6 4,0% Slachtofferschap 50% 50% 2 1,3% Ander probleem 50% 50% 2 1,3% Totaal 38% 62% 149 100%
2012
2011
37,4% 15,8% 14,0% 13,5% 9,9% 2,3% 1,2% 1,2% 4,7% 171
44,3% 16,0% 15,7% 9,6% 6,1% 1,7% 0,0% 0,9% 5,7% 115
Er zijn 28% minder ‘Psychische problemen’ dan in 2012. Er zijn 22% meer ‘Verslavingsproblemen’ dan in 2012.
Hoofddiagnose AS1 Hoofddiagsnose AS1 Stemmingsstoornissen Aan een middel gebonden stoornissen Andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn
25 53
Man 15,2% 32,1%
103 46
Vrouw 37,6% 16,8%
128 99
2013 29,2% 22,6%
2012 32,7% 18,5%
2011 30,4% 19,1%
36
21,8%
60
21,9%
96
21,9%
22,6%
24,5%
Aanpassingsstoornissen
11
6,7%
28
10,2%
39
8,9%
7,2%
4,6%
Angststoornissen Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
5 6
3,0% 3,6%
20 11
7,3% 4,0%
25 17
5,7% 3,9%
6,3% 4,8%
5,6% 4,6%
0,0% 0,0%
11 9
2,5% 2,1%
3,1% 1,9%
4,0% 2,4%
1,5% 0,7% 0,0% 0,0% 0,0% 100%
4 4 2 1 4 439
0,9% 0,9% 0,5% 0,2% 0,9% 100%
0,5% 0,5% 1,0% 0,7% 0,2% 416
0,5% 0,0% 1,6% 1,1% 1,6% 372
Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen 11 Stoornissen in de impulsbeheersing 9 Delirium, dementie en amnestische en andere cognitieve stoornissen Somatoforme stoornissen 2 Bijkomende codes / Geen diagnose 2 Psychische stoornissen door een somatische aandoening 1 Andere 4 Totaal 165
6,7% 5,5% 0,0% 1,2% 1,2% 0,6% 2,4% 100%
4 2
274
28,5% meer ‘Aan een middel gebonden stoornissen’ dan in 2012.
Activiteitenverslag 2013
33
5. Facts and figures
Niet Op Afspraak
Aanwezig
2013
83,8%
2012
83,3%
2011
84,5%
2010
83,4%
2009
83,5%
Afwezig Aangekondigd Nt aangekondigd Niet tijdig Tijdig 8,1% 4,6% 3,5% 16,2% 7,5%
4,6% 16,7%
4,6%
4,2%
7,8% 15,5%
3,5%
12,6%
3,9% 16,5%
11,8%
4,6% 16,4%
Totaal
4013 3909 3358 2848 2541
(exclusief (exclusief verslavingsverslavingsen forensische en forensische zorg) zorg)
Aard afsluiting
Aard afsluiting Beëindigd in wederzijds overleg Contacten verbroken Andere afsluiting Beëindigd en extern doorverwezen Vroegtijdig beëindigd (tegen advies HV) Beeïndigd door HV Beëindigd door overlijden cliënt Andere Totaal
2013 41 62,1% 7 10,6% 7 10,6% 4 6,1% 4 6,1% 1 1,5% 0 0,0% 2 3,0% 66 100%
2012 50,7% 12,7% 11,3% 14,1% 4,2% 4,2% 2,8% 0,0% 100%
2011 62,9% 17,7% 1,6% 12,9% 1,6% 0,0% 3,2% 0,0% 100%
(exclusief verslavings- en forensische zorg)
Minder contacten verbroken, meer beëindigd in wederzijds overleg.
Activiteitenverslag 2013
5.3.5
34
5. Facts and figures
Categoriale zorg 5.3.5.1 Forensische zorg
Zorgperiodes in 2013 2013 Jaar Aantal aanmelding < 2013 450 2013 507 Totaal 957
2012
2011
Jaar Aantal aanmelding 47,0% < 2012 426 53,0% 2012 484 100% Totaal 910
%
Jaar aanmelding 46,8% < 2011 53,2% 2011 100,0% Totaal %
Aantal
%
433 380 813
53,3% 46,7% 100%
Stijgend aantal zorgperiodes.
Forensische zorg in de zorgsoorten
2013 2012 2011
Forensische zorg 809 84,5% 781 85,8% 685 84,3%
Jeugdzorg 0 0,0% 1 0,1% 2 0,2%
Verslavings zorg 138 14,4% 122 13,4% 113 13,9%
Volwassenen zorg 10 1,0% 6 0,7% 13 1,6%
Totaal
Leeftijdsgroepen forensisch Actieve ZP in 2013 Leeftijdsdoelgroepen Aantal 00-17 Jaar Jongeren 8 18-59 Jaar Volwassenen 893 60+ Jaar Ouderen 54 Totaal 955
% 0,8% 93,5% 5,7% 100%
2012 0,0% 92,8% 7,2% 100%
2011 0,4% 92,0% 7,7% 100%
957 100% 910 100% 813 100%
Activiteitenverslag 2013
35
5. Facts and figures
Wachttijd aanmelding - FTF1 met hulpverlener Alle ZP met FTF1 in 2013 Aantal % Duur aanmelding - FTF1 1 week 97 17,1% 1-2 weken 56 9,9% 2-3 weken 63 11,1% 3-4 weken 44 7,8% 4-5 weken 40 7,1% 5-6 weken 51 9,0% 6-8 weken 80 14,1% 2-3 maanden 71 12,5% > 3 maanden 65 11,5% Totaal 567 100% Gemiddelde wachttijd 44 dagen Cum 75% 55 dagen
Cum 2012 20,3% 37,5% 51,0% 60,8% 68,9% 74,1% 84,3% 91,1% 100%
Cum% 17,1% 27,0% 38,1% 45,9% 52,9% 61,9% 76,0% 88,5% 100%
Cum 2011 16,6% 35,5% 47,2% 55,5% 65,2% 69,1% 79,0% 88,7% 100%
21 dagen 40 dagen 43 dagen 48 dagen
Toename van de wachttijd.
Verwijzers
Verwijzers Justitie Eigen initiatief Gezondheidszorg Welzijnszorg Initiatief van omgeving Bijzondere Jeugdbijstand Voorzieningen kinderen en jongeren Andere Gehandicaptenzorg Onderwijs Totaal
Aanmeldingen 2013 341 67,3% 96 18,9% 37 7,3% 11 2,2% 6 1,2% 5 1,0% 3 0,6% 5 1,0% 2 0,4% 1 0,2% 507 100%
2012 64,0% 26,4% 5,4% 0,8% 0,6% 0,2% 0,2% 0,8% 0,8% 0,2% 484
2011 63,0% 29,3% 4,3% 0,8% 1,9% 0,5% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 380
Dalende trend 'Eigen initiatief’. Meer verwijzingen vanuit ‘Justitie’, ‘Gezondheidszorg’ en ‘Welzijnszorg’.
Activiteitenverslag 2013
36
5. Facts and figures
Verwijzers vanuit justitie
Verwijzers Justitiehuis Gevangenis Politie Straf- en herstelbemiddeling Rechtbank Justitie : andere Totaal
Aanmeldingen 2013 172 50,4% 134 39,3% 14 4,1% 10 2,9% 8 2,3% 3 0,9% 341 100%
2012 54,5% 40,3% 2,9% 1,3% 0,3% 0,6% 310
2011 53,9% 36,2% 4,3% 3,4% 0,9% 1,3% 341
Hoofdproblematiek in de zorgperiode
Jaar aanmelding 2013 Hoofdproblematiek Man Gedragsproblemen 91% Verslavingsproblemen 95% Psychische problemen 85% Specifieke modaliteit 94% Interactieproblemen 78% Verwerkingsproblemen 100% Klachten mbt realiteitscontrole 86% Maatschappelijke problemen - sociale inschakeling 100% Ander probleem 57% Totaal 91%
Vrouw 9% 5% 15% 6% 22% 0% 14% 0% 43% 9%
Aantal 283 84 46 32 18 8 7 2 7 487
% 58,1% 17,2% 9,4% 6,6% 3,7% 1,6% 1,4% 0,4% 1,4% 100%
2012
2011
53,7% 22,4% 8,9% 5,7% 3,2% 2,7% 0,2% 0,4% 2,7% 473
63,5% 19,9% 8,3% 2,2% 0,6% 1,6% 1,6% 0,6% 1,6% 312
Toename van ‘Gedragsproblemen’ met 11,4% ten opzichte van 2012. 20% minder ‘Verslavingsproblemen’ dan in 2012.
Activiteitenverslag 2013
37
5. Facts and figures
Hoofddiagnose AS1
Hoofddiagsnose AS1 Stoornissen in de impulsbeheersing Aan een middel gebonden stoornissen Andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen Stemmingsstoornissen Schizofrenie en andere psychotische stoornissen Angststoornissen Stoornissen in de kindertijd Bijkomende codes / Geen diagnose Nagebootste stoornissen Andere Totaal
235 159
Man 35,3% 23,9%
141 65 23 12 11 11 8 1 666
Vrouw 28 45,2% 13 21,0%
2013 263 36,1% 172 23,6%
21,2% 9,8% 3,5% 1,8%
8 2 6 2
12,9% 3,2% 9,7% 3,2%
149 67 29 14
1,7% 1,7% 1,2% 0,2% 0,0% 100%
3
4,8% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 100%
14 11 8 1 4 728
62
2012 31,7% 25,2%
2011 37,1% 21,2%
20,5% 9,2% 4,0% 1,9%
21,4% 12,5% 4,4% 1,2%
20,9% 13,9% 2,8% 1,5%
1,9% 1,5% 1,1% 0,1% 0,5% 100%
0,6% 0,9% 1,5% 0,0% 0,5% 654
0,2% 0,7% 1,3% 0,0% 0,3% 612
27% meer ‘Stoornissen in de impulsbeheersing’ dan in 2012. 18% minder ‘Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen’.
Behandeling in kader van…
FTF1 in 2013
2012 2011 Behandeling in kader van… Aantal % GGZ aan gedetineerden (STRAPLAN) 157 28,5% 33,2% 35,5% Project: Intra Familiaal Geweld 117 21,3% 17,3% 19,6% Conditionele hulpverlening n.a.v. grensoverschrijdend gedrag (niet-seksueel) 74 13,5% 13,5% 12,0% Niet van toepassing - vrijwillig 71 12,9% 9,8% 7,8% Conditionele hulpverlening n.a.v. middelengebruik 68 12,4% 12,7% 10,1% Samenwerkingsakkoord seksuele delinquenten 40 7,3% 8,1% 9,0% (Jeugddelinquentie) cf. LUIK Jeugdhulpverlening 7 1,3% 0,0% 0,0% Ander 5 0,9% 0,7% 0,9% Globaal plan - Justitie 5 0,9% 0,6% 1,2% Conditionele hulpverlening n.a.v. gokken 3 0,5% 0,6% 0,9% Onbekend 3 0,5% 3,5% 3,0% Totaal 550 100% 100% 100%
Stijging van 24% voor Project: Intra Familiaal Geweld. Daling van 13% voor GGZ aan gedetineerden (STRAPLAN).
Activiteitenverslag 2013
38
5. Facts and figures
Aard probleemgedrag FTF1 in 2013 Aard probleemgedrag Agressiviteit tav personen (niet-seksueel) Slagen en verwondingen (+ 16 jaar) Vermogensdelict Drugdelict Onbekend Verbale agressie Efoboseksueel: extrafamiliaal levensdelict slagen en verwondingen (-16jaar) kinderpornografie - bezit Ander GOG Oplichting en bedrog Pedoseksueel: extrafamiliaal Ander Totaal
Aantal 169 138 50 43 38 20 14 12 11 10 7 6 6 126 650
% 26,0% 21,2% 7,7% 6,6% 5,8% 3,1% 2,2% 1,8% 1,7% 1,5% 1,1% 0,9% 0,9% 19,4% 100%
2012
2011
13,2% 25,1% 6,5% 4,9% 14,3% 3,3% 2,1% 1,3% 2,0% 1,1% 2,3% 2,4% 1,8% 19,7% 100%
18,8% 23,7% 7,8% 4,5% 14,3% 3,1% 2,9% 1,2% 1,0% 1,6% 3,7% 1,2% 1,4% 14,7% 100%
109% meer agressiviteit tav personen (niet-seksueel).
Niet Op Afspraak
Aanwezig
2013
73,0%
2012
73,6%
2011
75,9%
2010
79,0%
2009
84,8%
Afwezig Aangekondigd Nt aangekondigd Niet tijdig Tijdig 11,0% 3,2% 12,8% 27,0% 10,5%
3,8% 26,4%
12,0%
5,8%
7,6% 24,0%
10,6%
12,9%
8,0% 21,0%
9,6%
5,6% 15,2%
Totaal
7780 8168 6389 5529 6249
Activiteitenverslag 2013
39
5. Facts and figures
Aard afsluiting
Aard afsluiting Andere afsluiting Beëindigd in wederzijds overleg Contacten verbroken Beëindigd en extern doorverwezen Vroegtijdig beëindigd (tegen advies HV) Beeïndigd door HV Terug verwezen naar verwijzer Beëindigd door overlijden cliënt FTF1 niet doorgegaan Ander Totaal
2013 100 35,1% 70 24,6% 48 16,8% 17 6,0% 17 6,0% 15 5,3% 15 5,3% 1 0,4% 1 0,4% 1 0,4% 285 100%
Minder contacten verbroken.
2012 28,5% 23,1% 22,3% 4,6% 4,6% 14,6% 0,0% 1,2% 0,4% 0,8% 100%
2011 35,6% 31,1% 12,8% 4,1% 3,2% 12,3% 0,0% 0,5% 0,5% 0,0% 100%
Activiteitenverslag 2013
40
5. Facts and figures
5.3.5.2 Verslavingszorg
Zorgperiodes in 2013
2013 Jaar aanmelding < 2013 2013 Totaal
Aantal 529 720 1249
2012 Jaar aanmelding 42,4% < 2012 57,6% 2012 100% Totaal %
2011
Aantal 468 683 1151
Jaar aanmelding 40,7% < 2011 59,3% 2011 100% Totaal %
Aantal
%
537 480 1017
52,8% 47,2% 100%
Stijgend aantal zorgperiodes.
Verslavingszorg in de zorgsoorten
2013 2012 2011
Forensische zorg 82 6,6% 71 6,2% 40 3,9%
Jeugdzorg 2 0,2% 1 0,1% 1 0,1%
Verslavings Volwassenen zorg zorg 1146 19 91,8% 1,5% 1067 12 92,7% 1,0% 964 12 94,8% 1,2%
Totaal 1249 100% 1151 100% 1017 100%
Leeftijdsgroepen verslaving Actieve ZP 2013 Leeftijdsdoelgroepen Aantal 00-17 Jaar Jongeren 196 18-59 Jaar Volwassenen 947 60+ Jaar Ouderen 104 Eindtotaal 1247
% 15,7% 75,9% 8,3% 100%
2012
2011
13,6% 79,9% 6,5% 100%
12,2% 80,6% 7,2% 100%
Activiteitenverslag 2013
41
5. Facts and figures
Wachttijd aanmelding – FTF1 met hulpverlener
Alle ZP met FTF1 in 2013 % Duur aanmelding - FTF1 Aantal 1 week 89 11,2% 1-2 weken 98 12,3% 2-3 weken 97 12,2% 3-4 weken 90 11,3% 4-5 weken 70 8,8% 5-6 weken 92 11,5% 6-8 weken 125 15,7% 2-3 maanden 83 10,4% > 3 maanden 53 6,6% Totaal 797 100% Gemiddelde wachttijd 39 dagen Cum 75% 48 dagen
Cum% 11,2% 23,5% 35,6% 46,9% 55,7% 67,3% 82,9% 93,4% 100%
Cum 2012 12,6% 24,4% 36,5% 49,6% 63,1% 73,1% 86,0% 94,8% 100%
Cum 2011 8,8% 19,5% 29,4% 37,5% 43,7% 51,4% 65,0% 80,8% 100%
36 dagen 55 dagen 43 dagen 70 dagen
Verwijzers
Verwijzers Justitie Gezondheidszorg Eigen initiatief Andere initiatieven Initiatief van omgeving Onderwijs Bijzondere Jeugdbijstand Welzijnszorg Voorzieningen kinderen en jongeren Gehandicaptenzorg Totaal
Aanmeldingen 2013 224 31,1% 170 23,6% 130 18,1% 66 9,2% 53 7,4% 35 4,9% 20 2,8% 18 2,5% 2 0,3% 2 0,3% 720 100%
2012 21,1% 29,9% 22,8% 6,2% 9,6% 2,8% 4,1% 3,5% 0,0% 0,0% 679
Stijgend aantal zorgperiodes verwezen vanuit ‘Justitie’.
2010 24,8% 25,5% 19,0% 4,5% 7,8% 4,3% 5,8% 6,9% 0,2% 1,1% 480
Activiteitenverslag 2013
42
5. Facts and figures
Hoofdproblematiek in de zorgperiode
Jaar aanmelding 2013 Hoofdproblematiek Man Vrouw Aantal % Verslavingsproblemen 76% 24% 494 69,8% Specifieke modaliteit 88% 12% 147 20,8% Psychische problemen 81% 19% 27 3,8% Interactieproblemen 33% 67% 21 3,0% Gedragsproblemen 93% 7% 14 2,0% Overige problemen 60% 40% 5 0,7% Totaal 78% 22% 708 100%
2012
2011
84,4% 11,2% 1,6% 0,4% 1,5% 0,9% 680
83,8% 11,1% 0,6% 3,2% 1,1% 0,2% 468
14% minder ‘Verslavingsproblemen’ dan in 2012.
Hoofddiagnose AS1
Hoofddiagsnose AS1 Aan een middel gebonden stoornissen Stoornissen in de impulsbeheersing Andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn Stemmingsstoornissen Schizofrenie en andere psychotische stoornissen Angststoornissen Bijkomende codes / Geen diagnose Aanpassingsstoornissen Stoornissen in de kindertijd
Man Vrouw 784 87,7% 259 87,5% 72 8,1% 2 0,7% 15 10 5 3 1 2 1
1,7% 1,1% 0,6% 0,3% 0,1% 0,2% 0,1%
Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen Eindtotaal
1 894
0,1% 100%
22 6 3 2 2
296
2013 1043 87,6% 74 6,2%
2012 89,6% 6,5%
2011 86,4% 7,0%
7,4% 2,0% 1,0% 0,7% 0,7% 0,0% 0,0%
37 16 8 5 3 2 1
3,1% 1,3% 0,7% 0,4% 0,3% 0,2% 0,1%
1,1% 1,1% 0,6% 0,4% 0,4% 0,3% 0,0%
2,8% 0,8% 0,7% 0,6% 0,1% 0,4% 0,8%
0,0% 100%
1 1190
0,1% 100%
0,1% 100%
0,2% 100%
‘Aan een middel gebonden stoornissen’ blijft veruit de voornaamste hoofddiagnose. Er zijn 68% meer ‘Andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn’ dan in 2012.
Activiteitenverslag 2013
43
5. Facts and figures
Gebruik middelen
Producten Alcohol Cannabisderivaten Stimulantia Overige verslavingen Opiaten Slaap- en kalmeermiddelen Andere psycho-actieve drugs Hallucinogenen Vluchtige snuifmiddelen Eindtotaal
2013 425 42,0% 340 33,6% 123 12,1% 47 4,6% 37 3,7% 34 3,4% 4 0,4% 3 0,3% 0 0,0% 1013 100%
2012 46,0% 25,8% 15,2% 3,8% 2,6% 5,2% 0,8% 0,2% 0,3% 1073
Detail gebruik middelen FTF1 in 2013 Producten Opiaten heroïne opium-morfine codeïne voorgeschreven methadon niet-voorgeschreven methadon buprenorfine Stimulantia cocaïne amfetamine xtc (mdma) crack andere stimulantia Slaap- en kalmeermiddelen barbituraten en andere slaapmiddelen benzodiazepine pijnstillers andere slaap- kalmeermiddelen Hallucinogenen lsd Cannabisderivaten cannabisderivaten hasj marihuana andere cannabisderivaten Alcohol alcohol bier wijn sterke drank aperitieven andere alcohol Andere psycho-actieve drugs GHB Overige verslavingen gokken internetVerslaving ander verslavingsprobleem Eindtotaal
2013 37 20 3 1 11 1 1 123 66 33 20 1 3 34 1 30 1 2 3 3 340 50 16 258 16 425 1 239 93 80 8 4 4 4 47 36 7 4 1013
2011 46,5% 29,7% 13,0% 4,3% 1,7% 4,0% 0,6% 0,3% 0,0% 721
Activiteitenverslag 2013
44
5. Facts and figures
Niet Op Afspraak
Aanwezig
Kinderen en jongeren
2013
72,3%
2012
74,4%
2011
Volwassenen
Ouderen
77,9%
2013
66,1%
2012
65,0%
2011
68,0%
2013
70,8%
2012
65,4%
2011
71,2%
Afwezig Aangekondigd Nt aangekondigd Niet tijdig Tijdig 11,4% 3,4% 12,9% 27,7% 11,6% 3,7% 10,3% 25,6% 1,8% 8,7% 11,6% 22,1% 14,9% 15,2% 7,4%
14,3% 15,5% 5,9%
4,6% 33,9% 6,0% 35,0% 12,7% 32,0%
14,4%
7,9% 29,2% 12,7% 34,6% 16,9% 28,8%
6,9%
13,8%
2013 131 39,6% 105 31,7% 31 9,4% 28 8,5% 24 7,3% 9 2,7% 2 0,6% 1 0,3% 0 0,0% 331 100%
Minder contacten verbroken (drop-out).
960 895 389
6955 8086
11,9% 7193
6,3% 6%
2012 48,3% 36,7% 5,2% 5,2% 2,3% 2,0% 0,0% 0,0% 0% 100%
994 1108 712
Aard afsluiting
Aard afsluiting Beëindigd in wederzijds overleg Contacten verbroken Beëindigd en extern doorverwezen Vroegtijdig beëindigd (tegen advies HV) Beeïndigd door HV Andere afsluiting FTF1 niet doorgegaan Beëindigd door zelfmoord cliënt Beëindigd door overlijden cliënt Totaal
Totaal
2011 42,5% 33,1% 8,8% 9,7% 0,3% 5,3% 0,0% 0,0% 0,3% 100%
Activiteitenverslag 2013
45
6. Algemeen beleid
6 Algemeen beleid 6.1 VAGGA algemeen 6.1.1 Inhuldiging gebouwen 7 november 2013 – Toespraak Raf De Rycke, voorzitter Rvb
Meneer de minister, dames en heren, beste medewerkers, directie en collega’s, Voor u staat een tevreden voorzitter van de vzw VAGGA en dit om meerdere redenen. De eerste en wellicht ook meest voor de hand liggende reden is de realisatie van onze aangepaste gebouwen op zowel de campus Belgiëlei, waar we hier vandaag te gast zijn, als de campus Boomgaardstraat. Op een paar kinderziektes na mogen we spreken over twee geslaagde verbouwingsprojecten die op meerdere vlakken een meerwaarde bieden. Zo bieden de beide locaties niet alleen meer werk- en patiëntencomfort, maar realiseren we tegelijkertijd een belangrijke stap voorwaarts op het vlak van effectiviteit en efficiëntie. En dat is eigenlijk de tweede reden waarom we vandaag tevreden mogen zijn. Van bij de start van VAGGA stond de doelstelling van een geïntegreerde werking heel centraal. Een samenvoeging van de vele vestigingsplaatsen tot maximum 3 locaties was een conditio sine qua non om deze doelstelling te realiseren. Het was een lange en lastige weg om hiertoe te komen. Dank zij de inspanningen van velen is dat uiteindelijk gelukt. Namens de raad van bestuur van VAGGA wil ik dan ook van deze gelegenheid gebruik maken om een aantal instanties en personen te danken. Vooreerst wil ik minister Jo Vandeurzen samen met zijn kabinetsmedewerkers, de mensen van de Vlaamse Administratie en VIPA danken voor de subsidiëring. Het was voor ons een hart onder de riem dat de CGG’s als klein broertje van de sector GGZ niet vergeten worden bij de verdeling van overheidsmiddelen voor infrastructuur. Ik wil ook heel veel dank overmaken aan onze directeur en zijn directieteam alsook aan alle medewerkers. Sommige medewerkers zijn zelfs meerdere keren van locatie moeten verhuizen en verdienen zeker een grote pluim. Uiteraard wil ik ook mijn collega’s bestuurders danken voor hun specifieke inspanningen m.b.t. het infrastructuurbeleid en het uitstippelen en implementeren van de geïntegreerde werking. De officiële inhuldiging van vandaag vormt een goede gelegenheid om even stil te staan bij deze geïntegreerde werking. De zevende september is op de gregoriaanse kalender de 250ste dag van het jaar (of de 251ste in geval van een schrikkeljaar). Het is ook de Nationale Feestdag van Brazilië en de geboortedatum van wijlen koning Boudewijn. Weet u nog wat zich afspeelde op 7 september 2000? Op die dag gebeurde er heel wat. Zo overleed Mobutu, werd Israël lid van de OESO en, een meer relevante gebeurtenis om vandaag te citeren, de stichting van de vzw VAGGA na een toch wel moeilijke periode van onderhandelingen tussen de potentiële partners.
Activiteitenverslag 2013
46
6. Algemeen beleid
Sommigen onder u zullen zich nog wel herinneren dat we vertrokken zijn met een bijzonder bestuursmodel, meer bepaald een soort confederaal model ten einde zeker in de beginfase de identiteit en de autonomie van de verschillende stichtende leden en verschillende vestigingsplaatsen te respecteren. In de samenwerkingsovereenkomst voor de oprichting en het beheer ondertekend op 9 augustus 2000 werd ook duidelijk afgesproken dat het confederaal model moest gezien worden als een samenvoegingsmodel met als finaliteit een geïntegreerde werking. Vrij snel groeide een nieuwe overkoepelende organisatiestructuur. De veelheid aan levensbeschouwelijke, religieuze, godsdienstige en filosofische neutrale overtuigingen bleek naast de diversiteit op het vlak van organisatorische en inhoudelijke werkingen, geen echte belemmering te zijn voor de geïntegreerde werking zowel op het operationele als op het strategische niveau. VAGGA is wellicht op dit vlak een unicum in Vlaanderen waar op een constructieve wijze wordt bestuurd en samengewerkt vanuit zoveel verschillende waarden en normen. Tevredenheidsmetingen bij de medewerkers leverden vrij positieve resultaten op. We mogen vandaag terugblikken op een parcours dat finaal heeft geleid tot een mooi uitgebouwde werking op alle beleidsdomeinen. Als ik hier sta als een tevreden persoon, betekent dit niet dat ik samen met onze raad van bestuur, directie en medewerkers geen verdere verwachtingen meer zou koesteren. Vlamingen vertonen heel wat positieve kenmerken zoals hardwerkende burgers, het hart op de goede plaats, … Ze worden ook wel af en toe bestempeld als een volk van klagers en vragers. Met deze opening hebben we niet echt veel redenen voor een litanie van jeremiaden. Ik ga dus niet klagen, maar toch even de aandacht vragen voor een belangrijk punt, nl. de plaats van de CGG’s binnen het toekomstig landschap van de GGZ. In de mate dat zorginhoudelijk de zorgcircuits voor de verschillende doelgroepen worden gerealiseerd vanuit de projecten art. 107, is het de verwachting dat de CGG’s een volwaardige plaats zullen krijgen binnen de te ontwikkelen zorgprogramma’s. De ontwikkeling en implementatie van zorgcircuits zal parallel moeten verlopen met de ontwikkeling en implementatie van netwerken. Minimaal zullen deze netwerken zich vertalen in functionele samenwerkingsverbanden waar de CGG als een evenwaardige actor moeten kunnen functioneren. Dat zal nog veel inspanningen en cultuuromslag vragen van meerdere actoren binnen de GGZ. We zijn ervan overtuigd dat een constructieve en transparante samenwerking via zorgcircuits en netwerken een belangrijke meerwaarde kan beteken voor de patiënten met een psychische problematiek. De hervorming van de GGZ mag geen vrijblijvende pseuso-intellectuele “spielerei” worden, maar wel resulteren in een verdere vermaatschappelijking van de GGZ met garanties inzake kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. De volwaardige rol van de CGG’s is uiteraard maar mogelijk mits voldoende mogelijkheden in de brede betekenis.. Ik wil dan ook pleiten voor voldoende middelen zodat preventie, vroegdetectie en ambulante zorg verder kan uitgebouwd worden. In een tijd van beperkte budgettaire middelen en besparingen zijn we ons ervan bewust dat ook voor de gezondheidszorg de bomen niet meer tot in de hemel groeien. We rekenen er evenwel op dat onze beleidsverantwoordelijken ethisch verantwoorde keuzes zullen maken. Beste genodigden, ik zou mijn toespraak willen afronden met de volgende beschouwing over goede geestelijke gezondheidszorg. Wat is een goede “geestelijke gezondheidszorg”? “Without mental health and a sense of wellbeing, there is no real health”, was de conclusie van de WGO, wanneer werd vastgesteld dat depressie de derde plaats inneemt bij de oorzaken van ziektes in Europa. onderschrijf de stelling van de WGO dat er geen sprake kan zijn van een goede gezondheidszorg, wanneer er geen goede geestelijke gezondheidszorg bestaat. En in het verlengde van deze stelling wil ik een nieuwe stelling formuleren die als volgt luidt: “Er is geen goede geestelijke gezondheidszorg zonder dat er een goede ambulante geestelijke gezondheidszorg bestaat”. Het is binnen deze ambulante geestelijke gezondheidszorg dat we de CGG’s moeten situeren en hopen dat ze in de toekomst een volwaardige rol binnen het geheel van de sector GGZ zullen mogen en kunnen spelen. “Knowledge speaks, wisdom listens”. Ik laat mijn uiteenzetting aan uw wijsheid over en wil u danken voor uw luisterbereidheid.
Raf De Rycke, Voorzitter VAGGA.
Activiteitenverslag 2013
47
Foto’s Inhuldiging gebouwen - 7 november 2013
6. Algemeen beleid
Activiteitenverslag 2013
6.1.2
48
6. Algemeen beleid
Omgaan met cliëntenfeedback
FEEDBACK VAN CLIËNTEN OM DE RESULTATEN VAN ZORG TE METEN EN TE VERBETEREN >> Routine Outcome Monitoring, of kortweg ROM, was een stevige topic op de agenda van de VAGGA beleidsmedewerkers in 2013. Het implementeren van een methodiek om de resultaten van zorg te meten en te verbeteren (ROM) is een uitdagende doelstelling die de beleidsovereenkomst 2012-2014 tussen de Vlaamse Gemeenschap en de CGG voorop stelt. >> In eerste instantie hebben de beleidsmedewerkers zich verdiept in de literatuur om inhoudelijk wat expertise op te bouwen over deze materie. Al gauw bleek dat er heel wat artikels, boeken en wetenschappelijk onderzoek verschenen zijn. Een samenvatting hiervan bleek een goed startpunt om met het directieteam te bepalen welke plaats we ROM binnen VAGGA willen geven. Dit heeft geleid tot de nota “Omgaan met cliëntenfeedback”. >> De belangrijkste insteek is dat we feedback van cliënten een belangrijker plaats willen geven binnen het hulpverleningproces. Met als hoofddoelstelling het verhogen van de participatie van de cliënt en het verbeteren van de kwaliteit van de hulpverlening. We leggen dus de nadruk op ROM als therapeutisch instrument, waarbij de input van de cliënt gebruikt wordt om het dialogisch proces tussen cliënt en hulpverlener te voeden en om de behandeling en het behandelplan op te volgen, bij te sturen en te evalueren. >> Hiertoe zullen kwalitatieve feedbackmomenten met zowel de cliënt als met het team verder geformaliseerd worden. Daarnaast zal ook een kwantitatief meetinstrument gebruikt worden om de voortgang tijdens de behandeling of het resultaat ervan in kaart te brengen. >> Het actieplan maakt duidelijk hoe we met deze principes verder aan de slag zullen gaan. Er werd gekozen om het project uit te rollen op afdelingsniveau, om verschillende accenten te kunnen leggen per leeftijd en zorgsoort. Een eerste stap is het introduceren en bespreken van de nota in alle teams. Aanvullend zullen de teams bevraagd worden over hun huidige kennis van en ervaringen met ROM. De resultaten van deze enquête worden meegenomen naar de werkgroepen die per afdeling geïnstalleerd worden om de doelstellingen concreter uit te werken.
6.1.3 Suïcidepreventie LEIDRAAD - ZORG VOOR NABESTAANDEN VAN EEN ZELFDODING - VDIP >> Al langer gelden afspraken over hoe wordt omgegaan met cliënten met suïcidedreiging of na een suïcidepoging gedurende een behandeling. Via de beleidsplannen van alle CGG uitte de Vlaamse overheid ook de verwachting dat elk CGG een bijzondere inspanning zou leveren voor een efficiënte en snelle opvang van nieuw aangemelde cliënten in een suïcidecontext. >> Nadat een werkgroep een eerste versie had gemaakt, finaliseerde het directieteam een leidraad voor suïcidepreventie. Het bevat de afspraken rond onthaal en opvang van cliënten met suïcidedreiging of na een suïcidepoging. Tevens werd het een bundel met handvaten en bijlagen die de onthaalmedewerker en hulpverlener in de omgang met deze cliënt kan raadplegen. >> Op vraag van de werkgroep “Verder” werd het plan opgevat om in Antwerpen ook in VAGGA een gespreksgroep voor nabestaanden van een zelfdoding op te richten. De zorg voor nabestaanden kadert helemaal in een suïcidepreventiekader gezien het hoge risico op zelfdoding bij deze groep. Een aantal ervaren hulpverleners bereidt deze groep voor die medio 2014 zal starten. >> Ook VDIP waarin VAGGA participeert, heeft als hoofddoel suïcidepreventie door vroeginterventie bij cliënten met een hoogrisicoprofiel.
Activiteitenverslag 2013
6.1.4
49
6. Algemeen beleid
Polyvalente administratieve medewerkers
STERKE ADMINISTRATIEVE PLOEG >> Intern merkten we ook de voordelen van het werken in een gefusioneerd gegeven. De schaalvergroting zorgde bijvoorbeeld voor een stevige administratieve ploeg. >> De ondersteuning vanuit het secretariaat is dè cruciale factor in de goede werking van afdeling en/of locatie. Het onthaal werd verfijnd, we maken onze onthaalmedewerkers steeds vaker bewust van bijzondere situaties (zoals aanmeldingen behandelen van mensen met suïcidale gedachten of agressie aan de balie) en merken dat de secretaresses begaan zijn met de veranderingen in onze organisatie en publiek. >> Er werd vlijtig gewerkt aan een eigen geordende Vagga-bibliotheek. Samen met ICT werd een gebruiksvriendelijke catalogus opgezet en ingevuld. Ook de invoering van de nieuwe patiëntbijdrage is met steun van het secretariaat bijzonder vlot verlopen. Het lokalenbeheer kon in de veilige handen van de administratieve medewerkers worden gegeven en ook alle andere vanzelfsprekendheden, werden met veel professionaliteit opgenomen: verlofaanvragen, agendabeheer, reservaties van materiaal, facturen, welkomstbrieven, lay-out ondersteuning, uittypen van verslagen, en nog zo veel meer. De klik tussen het onthaal en de hulpverleners blijft een aandachtspunt waaraan we dagelijks werken.
6.1.5
Afdelings- en artsenoverleg
VASTE WAARDE >> Met het oog op kortere horizontale en verticale communicatielijnen loopt in de drie afdelingen het ‘afdelingsoverleg’. Om de twee tot drie weken komen afdelingshoofd, een aanspreekpersoon per team en een vertegenwoordiger van het secretariaat samen met als doel informatie-uitwisseling tussen de teams onderling en tussen de teams en het beleidsniveau. Dit overleg is een opportuniteit voor een verbeterde samenwerking en een kwaliteitsbevordering van de zorg. >> In de beleidsnota rond de psychiatrische functie worden de opdrachten en verantwoordelijkheden van de (kinder)psychiater in VAGGA gedefinieerd, zowel wat de directe patiëntenzorg betreft als binnen het multidisciplinair team en op niveau van de afdeling en de organisatie. Op deze teamoverschrijdende niveaus worden de artsen betrokken bij de beslissingen aangaande zorgverlening en het zorginhoudelijk beleid van de afdelingen en organisatie. Het artsenoverleg (per doelgroep) blijkt een geschikt forum te zijn waarin de artsen deze taken en verantwoordelijkheden kunnen opnemen.
Activiteitenverslag 2013
50
6. Algemeen beleid
6.2 Afdelingen 6.2.1 Kinderen en Jongeren HET AFDELINGSHOOFD AAN HET WOORD >> Aangezien de afdeling Jeugd eind 2012 een nieuw afdelingshoofd aan het roer kreeg, werd het begin van 2013 gereserveerd voor kennismaking en uitspreken van (wederzijdse) verwachtingen. >> Het engagement, de werklust en de ervaring stonden onmiddellijk buiten kijf. Wel zagen we in dat er nog opportuniteiten lagen in het verbeteren van onze instroomprocedure, de doorstroom en uitstroom in onze jeugdteams. In dit kader werden dan ook voorstellen gelanceerd, feedback opgevraagd, out of the box gedacht, en over het muurtje bij collega’s gekeken. Het CAPA-systeem (Choice And Partnership Approach) bleek een goede inspiratiebron, hoewel we toch vooral op zoek waren naar een eigentijds VAGGA-model. >> Tegen het einde van het jaar werd het duidelijk dat we moesten beginnen bij de basis, en de afdeling anders organiseren. We besloten van 5 naar 4 teams te gaan. De werking van het gezinsteam werd opgeheven zodat de gezinsaanpak binnen elk leeftijdsteam een stevigere poot kan krijgen. >> De afdeling Jeugd bestaat vandaag de dag dus uit een kinderteam (0 - 6 jaar) met infantwerking, een latentieteam (6- 12 jaar), een adoteam (12 - 18 jaar) en een jeugdteam in Zoersel (0 - 18 jaar). >> Veranderen is niet makkelijk. Daarom werd besloten het inhoudelijk hervormingsproces ondergeschikt te maken aan het hervormen van de teams. In 2014 nemen we de inhoudelijke draad weer verder op. >> Naast al deze inhoudelijke en organisatorische bewegingen, ligt natuurlijk de kerntaak te wachten. De zorg voor onze cliënten blijft onze eerste en belangrijkste doelstelling. >> Om die reden gingen we onder meer naarstig op zoek naar een nieuwe arts voor het kinderteam en werkten we ook bij artsen in opleiding aan onze PR. >> We spraken met een heleboel partners in het werkveld om te komen tot goede werkafspraken in het belang van de cliënt (bijvoorbeeld CLB, CO3 of Tejo). >> We dachten na over ons groepsaanbod, bijvoorbeeld voor kinderen getuige van (intrafamiliaal) geweld en durfden plannen te smeden voor de toekomst. >> We bevestigden onze samenwerking met de universiteit van Leuven voor het opstarten van 3 stagiaires in onze teams. >> Ook het onderdeel diagnostiek in onze kerntaak, namen we ter harte. Er werden intervisies rond casussen en diagnostisch materiaal georganiseerd. De Werkgroep Diagnostiek bewaakte mee de overkoepelende visie in de afdeling. Binnen de koepel vaardigden we een deskundige af om mee te schrijven aan een CGG-overschrijdende visietekst over psychodiagnostiek. >> Maar ook extern bleef de tijd niet stilstaan. Integrale Jeugdhulp kende in 2013 een orgelpunt: de pilootregio ging in het najaar van start. We volgden een eerste opleiding rond het nieuwe jeugdhulpverleningslandschap en bijhorende begrippen. Er werd contact gehouden met de collega’s in Oost-Vlaanderen om ervaringen rond A-documenten, Toegangspoorten en Gemandateerde Voorzieningen te krijgen. We hopen goed voorbereid te zijn tegen de opstart van Integrale Jeugdhulp in Antwerpen in maart 2014. De drukte van elke dag zorgt er soms voor dat we het overzicht vergeten. Gelukkig droomden we in 2013 ook vaak over de toekomst. En zijn dus benieuwd naar wat 2014 ons zal brengen…
Activiteitenverslag 2013
51
6. Algemeen beleid
6.2.1.1 Kinderteam met infantwerking
VERDERE VORMGEVING AAN EEN INFANTWERKING EN AAN EEN GEDIFFERENTIEERD GROEPSAANBOD >> Begin 2013 werd de samenwerkingsovereenkomst tussen het kinderteam van Vagga en de stedelijke kinderdagverblijven eenzijdig stopgezet. In ons werk met ouders van jonge kinderen trachten we dagelijks communicatiecirkels te sluiten, we zien dit als een belangrijke ontwikkelingsvoorwaarde. Helaas bleek het onmogelijk om op beleidsniveau de cirkel te sluiten en feedback te krijgen over de beweegredenen van de Stad Antwerpen. Er werd een brief aan de kinderdagverblijven opgesteld met informatie over het stopzetten van de overeenkomst en het aanbod van het kinderteam in CGG VAGGA. Gelukkig kwamen hierop positieve reacties van de leidinggevenden van de dagverblijven betreffende onze inbreng ter plaatse. >> De wens om een goede werking te realiseren met een geïntegreerd infantaanbod bleef ook in 2013 voorop staan. De aanwezigheid van een kinderpsychiater in het team is hiervoor onontbeerlijk. De openstaande vacature kon in 2013 echter niet worden ingevuld, hoewel er tal van pogingen ondernomen werden en er contacten gelegd werden met artsen in naburige privépraktijken. Geen van deze gesprekken kon echter resulteren in structurele afspraken. >> Dit nam niet weg dat op cliëntniveau verwijzingen heen en weer plaatsvonden. In het bijzonder gingen de aanmeldingen vanuit de moeder-baby afdeling van Bethanië Zoersel in licht stijgende lijn. Nochtans is er een hoge drempel voor de zwakkere ouders om in dit levensstadium de verplaatsing naar ons centrum te maken. Dat er door het team op dat moment outreachend kan gewerkt worden, zodat we tijdelijk aan huis kunnen gaan, draagt bij tot de slaagkans om therapie op te starten. >> Tevens merkten we met voldoening een verhoogde belangstelling van de collega’s van de volwassenafdeling voor onze werking. Niet zelden worden ze immers geconfronteerd met cliënten die in hun rol als ouder belast zijn door hun voorgeschiedenis en daarom nood hebben aan ondersteuning. Een hulpaanbod waarbij we de interacties tussen ouder(s) en kind als focus nemen, kan het eigen hulptraject van de ouder aanvullen. >>Om nog gerichter aan de hulpvraag te beantwoorden, bereidden we in 2013 een programma voor jonge depressieve moeders voor. Het vertrekpunt is de ervaring dat (te) hoge verwachtingen aangaande het ouderschap niet worden ingelost. Vandaar ook onze werktitel: “Is dat de roze wolk?”. Het doel van de groepstherapie is om het gevoel van welbevinden en competentie bij de ouders te versterken via afspraken waarbij de moeders afwisselend individueel en met hun baby naar de groep komen. >> Daarnaast blijven de groepen Triple P (Positie Parenting Program) een vast onderdeel van het aanbod. Ook de ouders van oudere kinderen kunnen er hun gezagsfunctie versterken met een positieve basishouding als fundering. >>In de toekomst dromen we nog van andere vormen van werken, bijvoorbeeld kleuters of beginnende lagere schoolkinderen als groep te benaderen en hen een speels kader te bieden waarbinnen ze emoties kunnen ontdekken en delen. >> Besluitend stellen we vast dat ook in 2013 het gevoel van vastberaden op weg te blijven om jonge kinderen en hun ouders op weg te helpen, standhield.
Activiteitenverslag 2013
52
6. Algemeen beleid
6.2.1.2 Project “groepstherapie voor kinderen getuige van intrafamiliaal geweld”
GROEPSAANBOD INTRAFAMILIAAL GEWELD VOOR KINDEREN EN OUDERS >> In 2008 werd een proefproject gestart waarin de Horizonmethodiek, een groepstherapeutisch aanbod voor kinderen getuige van intrafamiliaal geweld, werd aangeboden. Deze methodiek werd intussen aangepast, verrijkt en in een andere formule gegoten, waardoor we nu kunnen spreken van een eigen aanbod. Daarin zijn de waardevolle elementen van de Horizonmethodiek behouden en is het aanbod meer gestuurd door de noden van de cliënten. Dankzij de jarenlange ervaring is er rond de problematiek van kinderen getuige van partnergeweld expertise ontwikkeld, die duidelijk een leemte vult in het hulpverleningsaanbod. >> In 2013 bleek dat er voldoende adolescenten waren om een aparte groep voor deze leeftijd te voorzien. In het najaar liepen er dan ook 3 groepen parallel: de oudergroep, de kindergroep en de adogroep. Het experiment was een succes en ook de adogroep bleek erg therapeutisch. In de toekomst overwegen we om een ado-aanbod ook standaard te maken.
62
186
58
aanmeldingen waarvan 42 gezinnen.
intakegesprekken. In de loop van de zomervakantie bleek dat we voldoende deelnemers hadden voor een kinder- en oudergroep.
sessies, 34 in de kindergroep en 24 in de oudergroep.
28
28
24
kinderen namen deel aan de groepstherapie.
evaluatiegesprekken en follow-up gesprekken hebben plaatsgevonden.
gesprekken met gezinnen die niet in groep kunnen functioneren (het gaat om 3 gezinnen).
3
0
0
vormen van overleg:
Er werden geen vormingen gegeven.
De instroom loopt erg goed, we voelden dus niet de noodzaak om het project nog extern voor te stellen.
- CO3 weegploeg - Cliëntoverleg Time Out - Cliëntoverleg groep.
Activiteitenverslag 2013
53
6. Algemeen beleid
6.2.1.3 Brugfunctie voor Joodse kinderen
BRUG GEBOUWD TUSSEN JOODSE GEMEENSCHAP EN HULPVERLENING >> In 2013 werd sterk ingezet op het thema ‘hulpverlening aan kwetsbare gezinnen’ in de Joodse gemeenschap. Hiermee worden gezinnen met complexe problematische opvoedings- en leefsituaties bedoeld, waar ook sprake kan zijn van verwaarlozing, misbruik, intrafamiliaal geweld of ernstige psychiatrische problemen bij één of beide ouders. De outreachende en oriënterende hulpverlener heeft heel wat signalerende en faciliterende taken op zich genomen: - Verder zetten en verdiepen van samenwerking met organisaties die werken met Joodse minderjarigen. Overleg en uitwisseling over de toeleiding van kwetsbare Joodse gezinnen naar de gepaste hulpverlening. Met aandacht voor de inbedding van expertise in het nieuwe landschap van Integrale Jeugdhulp (IJH). Overleg en uitwisseling over Joodse kandidaat – pleeggezinnen met Pleegzorg Antwerpen en Joodse contextzorg. Ondersteuning van De Speelbrug in outreach naar Joodse gemeenschap. In werking treden van KesherCare stuurgroep rond de problematiek van kwetsbare kinderen. De stuurgroepleden en contactpersonen komen uit verschillende organisaties. Overleg met Sensoa en met Joodse welzijnsorganisaties in het buitenland i.v.m. een cultuursensitief Vlaggensysteem. Participeren aan de Exchange groep van het Antwerps netwerk Cultuursensitieve Zorg en de Expertengroep van Cultuurgevoelige Jeugdhulp. - Participeren aan besprekingen bij diverse hulpverleningsorganisaties in verband met screening, intake en begeleiding en/of coördinatie van cliëntoverleg. Informatie en ondersteuning bieden aan ouders, verwijzers en Vagga-therapeuten in het voortraject en bij lopende behandelingen. Intensieve afstemming tussen verschillende cliëntsystemen (ouders, directeurs, leerlingenbegeleiders, enzovoort). - Het organiseren van vorming met betrekking tot een psychosociaal thema om aan specifieke vragen over de doelgroep tegemoet te komen. Joodse ouders, verwijzers en contextzorg – scholen – Rabbinaat.
6.2.1.4 Latentieteam
KORTERE WACHTTIJDEN EN NOG BETERE WERKING >> In het jaar 2013 werd wat de wachtlijst betreft een grote inhaalbeweging gemaakt. Dit werd verwezenlijkt door de instroomcriteria te herzien en door een verhoging van de contacturen met cliënten. Zo kon de wachttijd gereduceerd worden van 9 maanden naar 2 maanden. >> Door de gereduceerde wachttijd kon opnieuw een herziening van de instroomcriteria gebeuren, waardoor bijvoorbeeld cliënten uit hogere inkomensniveaus niet meer standaard werden doorverwezen naar privédiensten. >> Er werd gefocust op het uitvoeren van kwaliteitsvolle screenings met gerichte adviezen (plaatsen op wachtlijst, informatieverstrekking, gerichte doorverwijzing,…). >> Het werken met follow-up lijsten werd geïnstalleerd, alsook het consequenter invullen van behandelplannen. Dit blijven echter werkpunten binnen het latentieteam die in het jaar 2014 verder onder de loep zullen worden genomen. >> Er werden verschillende groepstherapieën opgestart. Rond sociale vaardigheden werd het groepje ‘Laat je zien, laat je horen’ opgestart voor 10- 12 jarigen, alsook ‘Tim en Flapoor’ voor de lagere jaren.
Activiteitenverslag 2013
54
6. Algemeen beleid
>> Er werd een nieuwe psycho-educatieve groep ontwikkeld voor ouders van kinderen met ADHD, met opstart in 2014. >> Contacten met verwijzers werden versterkt/geoptimaliseerd onder andere door extern overleg, telefonische contacten, informatieverlening,…
6.2.1.5 Adoteam
MAATWERK VOOR DE ADOLESCENTEN >> De adolescentieperiode staat letterlijk voor de levensfase tussen de kinderjaren en de volwassenheid. In deze periode doen zich op verschillende domeinen en in een snel tempo vele ontwikkelingen voor. De jongere wordt hierbij voor specifieke ontwikkelingstaken geplaatst. Relaties en posities worden binnen het gezin of de vervangende context opnieuw gedefinieerd. Gelinkt aan de veranderingen bij de adolescent vindt tevens een nieuw zoeken plaats naar evenwichten in de ‘nabije contexten’ van de jongere zoals school, vrienden, enzovoort. >> Ons aanbod gaat naar jongeren tussen 12 en 18 jaar (en hun nabije contexten) waarbij het ontrollen van de ontwikkelingstaken vastloopt of dreigt vast te lopen. >> Gezien de leeftijd van onze doelgroep zoeken we naar een gepaste ‘match’ hulpvraag-hulpaanbod. We bespreken de verschillende betekenissen die het consulteren heeft voor de betreffende jongere en de ‘belangrijke anderen’ rondom hem of haar. >> Hoewel de jongere van meet af aan als gelijkwaardige gesprekspartner wordt beschouwd (en aangesproken), heeft zij of hij vaak nog nood aan ouderlijke omkadering en een gevoel van verbondenheid. Onze aanpak is gericht op versteviging van zowel deze verbondenheid als het groeien naar zelfstandigheid en individuele ontplooiing. >> In 2013 werd de nadruk gelegd op het wegwerken van de wachtlijst en het minimaliseren van de wachttijd voor deze doelgroep. Daarnaast bogen we ons over het realiseren van een efficiënt cliëntoverleg en het maken van duidelijke en concrete behandelplannen. Naast de taakinhoud bleven we voldoende aandacht schenken aan de procesmatige bewegingen als team (samenwerking, competentiemanagement in lopende zorgprocessen, het team als ‘groepsproces’,…). Met de start van de kinderpsychiater in ons team voelden we ons nog meer gesterkt om al deze uitdagingen aan te gaan. >> In 2014 zullen we onze visietekst op basis van zorginhoudelijke ontwikkelingen actualiseren. De nieuwe bewegingen in het hulpverleningslandschap (onder andere integrale hulpverlening) volgen we op de voet en we denken als team na hoe we ons hierin zullen profileren. We zullen ook ons aanbod en onze werkwijze transparanter maken naar onze verwijzers. Uiteraard blijft het wegwerken van wachttijden en wachtlijsten een aandachtspunt. In het najaar van 2014 starten we onze groep ACT (Acceptance and Commitment Therapy) op.
Activiteitenverslag 2013
55
6. Algemeen beleid
6.2.1.6 Kinderen en jongeren in Zoersel
SPECIALE AANDACHT VOOR KINDEREN VAN OUDERS MET PSYCHISCHE PROBLEMEN (KOPP) >> In het jeugdteam van Zoersel worden cliënten van 0 tot 18 jaar en hun gezinnen begeleid. >> Jaarlijks start een doe- en praatgroep voor kinderen van ouders met psychische problemen. Het is een ondersteunende groep voor 8 tot 12-jarigen met wie we 5 opeenvolgende weken samenkomen om te luisteren naar verhalen, te vertellen, te tekenen, een spel te spelen of te knutselen. Voorafgaand aan de groep en ter afronding vindt een gesprek plaats met de ouders en hun kind, er is ook 1 sessie met alle ouders. >> Als een ouder het moeilijk heeft, doet dat iets met een kind. Het is bezorgd en zit met vragen. Samen met andere kinderen rond deze dingen spelen en spreken, kan deugd doen. Ook volwassenen vinden steun bij elkaar als ze met elkaar praten of als ze samen iets ontspannend doen. Gedachten en gevoelens uiten, helpt een kind om zich sterker te voelen en stevig in de wereld te staan. Anderen denken en voelen soms hetzelfde en dus is het kind niet zo ‘anders’ en alleen. Via herkenning en erkenning in deze groepservaring willen we de veerkracht van de kinderen verhogen. >> Naast het groepsaanbod, dat preventief is, biedt het jeugdteam van Zoersel een therapeutisch aanbod voor kinderen van ouders met psychische problemen. Dit aanbod is geënt op de specifieke nood en situatie van het kind en zijn gezin, dus op maat uitgewerkt. >> In het volwassenenteam van Zoersel is er aandacht voor cliënten in hun soms kwetsbare ouderpositie. Er is extra aandacht bij nieuw ouderschap op een moment dat de ouder het moeilijk heeft, of waardoor soms moeilijkheden ontstaan of bovenkomen. >> Vagga Zoersel engageert zich sinds 2001 in de KOPP-werkgroep van het Psychiatrisch Ziekenhuis Bethaniënhuis. Deze multidisciplinaire werkgroep van interne medewerkers en medewerkers van externe zorgpartners wil de KOPP-problematiek onder de aandacht brengen in het ziekenhuis. De sectoroverschrijdende werkgroep vergadert een 5-tal keer per jaar om informatie uit te wisselen, casuïstiek te bespreken met als doel leerpunten te distilleren en de professionaliteit betreffende de aanpak van KOPP te verbeteren in het PZ en in de samenwerking met derden.
6.2.2
Volwassenen en Ouderen
HET AFDELINGSHOOFD AAN HET WOORD >> 2013 was het tweede jaar van de volwassenenzorg op de Belgiëlei. Uiteraard wordt er nog teruggedacht aan de mogelijkheden die de kleinere schaal bood, maar we ontdekken steeds nieuwe mogelijkheden van de schaalgrootte. Het blijft echter een uitdaging om het directere contact, de toegankelijkheid, de bereikbaarheid en de cliëntvriendelijke benadering vanuit de kleinere contexten ook in het grotere geheel minstens te evenaren. >> Cliënten en verwijzers hebben, te oordelen naar de aanhoudende stroom aanmeldingen, de weg naar VAGGA-Belgiëlei gevonden. Maar ook in Zoersel bleven de cliënten instromen. Deze druk en het hoge aantal ‘niet op afspraak aanwezige cliënten’ bij het eerste gesprek, noopte ons opnieuw de instroomwerkwijze te evalueren en bij te sturen. In 2013 experimenteerden we voor de doelgroep 25-59j met rechtsreeks bereikbare hulpverleners voor screening en oriëntatie en een oriëntatiegesprek binnen de 2à3 weken. Instroomverantwoordelijken namen de aartsmoeilijke taak ter harte om met mensen uit te zoeken wat voor hen de beste zorg is. >> De kleinere groep jongvolwassenen- en ouderenhulpverleners en het team in Zoersel behielden de telefonische screening, maar trachtten voortdurend de wachttijden onder controle te houden. >> In een GGZ landschap waar vaker wordt besloten de instroom even te stoppen, wordt het van langsom meer een heuse Herculesopdracht de eigen wachttijd beheersbaar te houden. >> Ook op het groepsaanbod had de verhuis naar de Belgiëlei een gunstig effect. Zowel voor ouderen als jongvolwassenen en cliënten van 25-59jaar, is er een gevarieerd groepsaanbod vanuit uiteenlopende invalshoeken en doelstellingen.
Activiteitenverslag 2013
56
6. Algemeen beleid
We proberen ze beter op elkaar af te stemmen en vooral de beschikbaarheid van het aanbod voor heel onze doelgroep te garanderen. >> De afdelingsdag van de volwassenenzorg was het topmoment om de synergieën in de afdeling in de verf te zetten en nog te stimuleren. We hebben in een bijzonder geapprecieerde formule getracht om deelaspecten van het aanbod breder bekend te maken. Uiteraard had dit een zeer verbindend effect binnen de afdeling, maar bovenal werd door betere bekendheid, het totale aanbod voor elke cliënt van volwassenenzog beter beschikbaar. >> Helaas moesten we in 2013 in zeer droeve omstandigheden afscheid nemen van een beloftevolle en vooral, in zeer korte tijd, gewaardeerde collega, dr. Charel Quisenaerts. We hebben geprobeerd op een waardige manier afscheid te nemen met cliënten en hulpverleners. >> In 2014 zullen we inzoomen op cliëntfeedback en therapie-evaluatie, een focus die op het einde van 2013 al druk werd voorbereid. Met het oog op kwaliteitsverbetering van het individuele – en groepsaanbod, beoogde effecten als daling van de niet nagekomen afspraken, betere therapietrouw, betere en systematische opvolging van een cliënt doorheen heel het traject binnen het CGG, wordt dit een kernthema in het volgende jaar.
6.2.2.1 Werkgroep Instroom
INSTROOM: EEN VOORTDURENDE ZORG >> In een constante zorg om de stijgende vraag af te stemmen op gelijkblijvende capaciteit, proberen we ons maximaal te focussen op onze kerntaak. We beogen hierbij het maximaliseren van een efficiënt gebruik van de capaciteit, proberen de agenda efficiënt te beheren, trachten verder greep te krijgen op het aantal niet opgedaagde afspraken, … .Door de parallelle teams werd geëxperimenteerd met rechtstreekse bereikbaarheid van de hulpverlener voor cliënt en verwijzer. De teams voor ouderen en jongvolwassenen en in Zoersel houden er een nauwe band met de specifieke verwijzers op na en trachten de wachttijden zo beperkt als mogelijk te houden. >> Met alle vragen van specifieke doelgroepen erbij, blijft het een Herculesopdracht de instroom onder controle te houden en onze aanpak ervan waar nodig bij te sturen.
6.2.2.2 VDIP
AANGEPAST AANBOD VOOR EERSTE PSYCHIATRISCHE STOORNIS >> VAGGA participeert aan het project ‘Vroege Detectie en Interventie bij psychiatrische (psychotische) stoornis’ van de Vlaamse Overheid in het kader van het Vlaams actieplan ‘suïcidepreventie’. Door een samenwerkingsakkoord tussen diverse zorgvoorzieningen kwam een team tot stand met een outreachend en aanklampend zorgaanbod voor cliënten uit de leeftijdsgroep 16-35 jaar met een eerste psychose of een hoog risico hiertoe. Dit team bestond uit hulpverleners uit CGG VAGGA, CGG Andante, PC St.-Amedeus, Beschut Wonen Antwerpen, PZ Stuivenberg en JAC+/CAW Metropool. >> Rond psychose bleef de doelstelling om de ontwikkeling tot psychose te voorkomen, de intensiteit en impact ervan te verminderen, het herval zo sterk mogelijk terug te dringen en de gemiddelde onbehandelde periode (DOP) te verkorten. >>Ondertussen werd door de Vlaamse Overheid de doelgroep uitgebreid tot alle cliënten met een problematiek met gekend verhoogd risico op zelfdoding om door vroegdetectie en vroeginterventie dat risico te beperken. In het bijzonder wordt daarbij gefocust op de zorgmijders. >> In een context van onzekerheid over de toekomst van het project wordt getracht de toekomst voor te bereiden. De beide Antwerpse CGG denken samen na of en hoe de opgedane ervaring een zinvolle aanvulling kan zijn op het bestaande aanbod in de reguliere en categoriale zorg.
Activiteitenverslag 2013
57
6. Algemeen beleid
6.2.2.3 TAZ: Tender Arbeidszorg bis 2013
GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG IN FUNCTIE VAN HET ACTIVERINGSBELEID >> Het TAZ 1- project, dat startte in augustus 2010, werd in 2013 opgevolgd door het TAZ-bis en is een samenwerkingsverband tussen VDAB, GTB, Levanto, Andante en VAGGA voor de doelgroep langdurig werkloze personen met een MMPP-problematiek (medische, mentale, psychische en/of psychiatrische problemen). De doelstellingen rond “ psychische zorg” die wij in het TAZ-project opnemen, zijn:
•
Probleemverkenning, verkenning van de hulpvraag of proberen te komen tot een werkbare hulpvraag.
•
Diagnose- en indicatiestelling. We bepalen met de cliënt het aangewezen zorgtraject binnen of buiten Vagga, organiseren de toeleiding en voorzien wanneer nodig motivationele gesprekken.
•
Nagaan van de invloed van sociale en psychische factoren op tewerkstellingsmogelijkheden op korte, middellange en lange termijn.
>> Met in totaal een halftijdse VTE voorzien 2 hulpverleners in deze opdracht waarbij in 2013 95 cliënten instroomden. 33 (34,7%) startten een zorgtraject en 15 (15,8%) waren en bleven in behandeling in VAGGA. Voor 22 cliënten was een zorgtraject niet meer relevant (al in behandeling geweest, geen indicatie voor therapie, ….). 25 cliënten (26,3%) haakten op eigen initiatief af. >> Door het succes van het project stelde de VDAB de vraag om de instroom met 20% te laten toenemen voor het tweede jaar van TAZ-bis, een vraag waar VAGGA besloot op in te gaan.
6.2.2.4 Gedragstherapie in VAGGA
EEN GEDRAGSTHERAPEUTISCH GROEPSAANBOD >> 2013 kende een mooie start voor het gedragstherapeutisch groepsaanbod in Vagga. In januari kreeg de groep “Dialectische gedragstherapie (DGT)” vorm. Dit is een wekelijkse vaardigheidstraining gedurende zes maanden, opgebouwd in vier modules (aandachtsvaardigheden of ‘mindfulness’, intermenselijke vaardigheden, emotieregulatie- en crisisvaardigheden), naar het model van Marsha Linehan. De vaardigheidstraining wordt aangeboden voor cliënten die binnen Vagga al een individuele therapie volgen. Deze therapeuten en de DGT-trainers komen gedurende de training maandelijks samen voor een overlegmoment of ‘consultatieteam’. De eerste versie was alvast een succes – de DGT training zal jaarlijks herhaald worden! >> Er werd ook licht gesleuteld aan een golden oldie, de groep “Kijken naar klachten”. Hoewel de kern van de training blijft, namelijk psycho-educatie, zicht krijgen op de eigen klachten en probleemsamenhang en komen tot een individueel actieplan, is de nieuwe versie nog specifieker gericht op cliënten met angst- en paniekklachten. De groep ging zowel in april als in oktober van 2013 opnieuw door. >>Tenslotte werd de groep “Acceptance and Commitment Therapy (ACT)” ook succesvol herhaald in het najaar van 2013. >>Onder het motto “Doen wat werkt” (DGT) bleven wij uiteraard niet stilzitten: 2014 heeft alweer een nieuwe training in petto. “Loslaten, ‘anders leren omgaan met piekeren’ is een cursus voor cliënten bij wie piekeren een wezenlijk bestanddeel vormt van hun problematiek. Cliënten leren er bewust en anders omgaan met piekeren. De eerste piekertraining zal van start gaan in februari 2014!
Activiteitenverslag 2013
58
6. Algemeen beleid
6.2.2.5 GGZ en Verstandelijk gehandicapten
EEN AANBOD VOOR CGG-CLIËNTEN MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING >> Met extra middelen voor de doelgroep CGG-cliënten met een verstandelijke beperking kon VAGGA een halftijdse psycholoog aanwerven met als kernopdracht de behandeling en diagnostiek van cliënten met een CGG-problematiek in combinatie met een verstandelijke beperking. Deze psycholoog staat in voor het uitwerken van een gepast aanbod voor deze doelgroep op basis van literatuur, opleiding en ervaring. Verder werkt zij aan een sociale kaart die specifiek is voor de doelgroep en participeert zij aan samenwerkingsverbanden met andere zorgactoren, met het oog op een doelgroepspecifiek zorgcircuit. Zij treedt ook op als facilitator voor andere medewerkers van VAGGA die cliënten behandelen uit deze doelgroep. Door ervoor te zorgen dat de doelgroepspecifieke expertise intern wordt verspreid, streven we ernaar dat elke medewerker kwalitatieve zorg aan deze cliënten kan bieden.
6.2.2.6 Epilepsie
PROVINCIAAL STEUNPUNT WERKT PREVENTIEF EN CURATIEF ROND EPILEPSIE >> VAGGA is het Provinciaal Steunpunt voor Epilepsie door een overeenkomst met de Vlaamse Liga tegen Epilepsie. De hoofdtaak van de provinciale steunpunten in de CGG is het toegankelijk maken van gespecialiseerde hulpverlening bij GGZ-problemen aan patiënten met epilepsie en een GGZ problematiek en dienstverlening aan derden. >> Dit betekent dat we zorgen voor een goede toegang tot de CGG voor deze cliënten en voor diagnostiek, indicatiestelling en behandeling van GGZ-problemen. Soms beperkt de tussenkomst zich tot het beroep doen op de advies- en informatiefunctie, zowel voor personen als hun omgeving. Hiervoor trachten we dan samen te werken met de diensten maatschappelijk werk van de ziekenhuizen zodat we de beschikbare capaciteit maximaal kunnen inzetten voor onze kerntaak. >> Het aansturen van de contactgroep Klimop, waarin patiënten en hun omgeving elkaar kunnen ontmoeten, is een andere taak van het steunpunt.
6.2.2.7 Stagebegeleiding en ASO in VAGGA
BOEIENDE PRAKTIJKERVARING BIJ VAGGA >> VAGGA heeft een stevige traditie wat stagebegeleiding betreft. We onthalen studenten uit verschillende disciplines. Voor een voorziening ambulante GGZ biedt dit een uitstekende gelegenheid om haar specifieke rol in het hulpverleningslandschap op de kaart te zetten voor studenten, opleiders en opleidingen. De studenten van uiteenlopende gezondheidsberoepen krijgen de gelegenheid om kennis te maken en hun eerste ervaringen op te doen met ons ambulant zorgaanbod. Voor onszelf biedt de aanwezigheid van stagiairs de inbreng van vernieuwende invalshoeken. >> Sinds medio 2012, in samenwerking met ZNA, investeert VAGGA in een halftijdse Arts-Specialistin-Opleiding (ASO) voor de volwassenenzorg. Deze functioneert als psychiater in volwassenenteams onder supervisie van dr. Plasmans. Op deze wijze probeert VAGGA een kandidaat psychiater een boeiende ervaring in de ambulante GGZ te bieden, kan VAGGA de psychiatrische functie versterken, maar dragen we ook een steentje bij in het aantrekkelijk positioneren van de opleiding psychiatrie aan de Universiteit Antwerpen.
Activiteitenverslag 2013
59
6. Algemeen beleid
6.2.3 Categoriale Zorg
HET AFDELINGSHOOFD AAN HET WOORD >> Terugblikkend op het werkjaar 2013, zijn er naast de drukte van het dagdagelijkse werk een aantal onderwerpen die de nodige aandacht verdienen. >> Allereerst de politieke wissel in de Stad Antwerpen, die in de sociale sector de nodige opschudding en bezorgdheid heeft teweeg gebracht. Uiteraard leent dit activiteitenverslag zich niet tot een politiek discours, maar de gevolgen voor de werking van de afdeling verdienen hier wel een plaats. Eerst het goede nieuws, de meeste projecten zijn verlengd en voor drugpreventie zijn er extra middelen voorzien, ongeveer 1VTE. Anderzijds zijn de middelen voor het project ‘Alcoholblik’ gehalveerd en wordt het volledig stopgezet op 30 juni 2014. Inhoudelijk is deze beslissing zeker te verdedigen. Jammer is dat dit project de aandacht vestigde op de alcoholproblematiek, nog steeds zeer onderschat, geen vervolg kan kennen met andere inhoudelijke insteken. Vanuit het zeer schaarse ambulante aanbod, zal CGG VAGGA blijven ijveren voor een versterking van het ambulante aanbod voor mensen met een alcoholproblematiek en dit steeds onder de aandacht brengen van onze beleidsmakers zowel op stedelijk als op Vlaams niveau. >> Een andere zorgwekkende trend is de ‘voorwaardelijkheid’ van middelen. In de afdeling worden verscheidene medewerkers meer en meer geconfronteerd met initiatieven die regelmatig voor een deontologisch spanningsveld zorgen. Het spanningsveld situeert zich vooral op de positie van behandelaar versus ‘adviseur’ in een aantal samenwerkingsverbanden. CGG VAGGA zal zijn positie als ambulant behandelcentrum steeds blijven verdedigen. De deontologische code en het beroepsgeheim blijven de bakens die een CGG nodig heeft om behandeling überhaupt mogelijk te maken. Dit neemt niet weg dat er maatschappelijke noden en vragen zijn, waar we als sector ook verplicht zijn mee te denken en te werken aan mogelijke oplossingen. Eind 2013 is er op sectorniveau beslist om een voorstel uit te werken hoe de CGG een positieve bijdrage kunnen leveren aan het moeilijke snijpunt tussen het belang van de maatschappij, het belang van de cliënt en de behandelaar. Gezien het belang van deze materie, participeert CGG VAGGA aan de voorbereiding van dit voorstel. >> Een positieve ontwikkeling is de aandacht voor geïnterneerden. De verdere uitvoering van het federaal meerjarenplan geïnterneerden heeft gemaakt dat de hulpverlening aan geïnterneerden in een stroomversnelling is geraakt. Vooreerst zijn er schakelteams opgericht per Hof van Beroep. Voor de regio Antwerpen-Limburg zijn de 4 VTE’s toegevoegd aan de 4 erkende netwerken 107. CGG VAGGA biedt onderdak aan het schakelteamlid dat is toegevoegd aan het netwerk SaRA. Verder zijn er eind 2013 een aantal verbeterprojecten ingediend die de hulpverleningstrajecten van geïnterneerden moeten faciliteren. Dit heeft geleid tot de beslissing dat CGG VAGGA officieel zal toetreden tot het forensisch zorgcircuit ‘Min’ (samenwerkingsverband OPZC Rekem, PVT Min en BW Min). CGG VAGGA zal extra inzetten op de criminologische functie, naast de doorstroom naar ambulante behandeling waar er reeds samenwerking bestond. >> En tenslotte nog een pluim voor het ‘strategisch plan team’! Een behoefteonderzoek in de gevangenis van Antwerpen, uitgevoerd door de VUB, heeft duidelijk aangetoond dat CGG VAGGA de doelgroep bereikt die ze moet bereiken, ondanks de beperkte middelen. Meer informatie verder in dit activiteitenverslag. >> Dit is slechts een greep uit al de thema’s waarmee de afdeling is geconfronteerd. Benieuwd hoe de tekst voor het activiteitenverslag 2014 eruit zal zien…
Activiteitenverslag 2013
60
6. Algemeen beleid
6.2.3.1 Forensische zorg a) Time Out
AGRESSIEBEHEERSING VOOR PLEGERS VAN PARTNERGEWELD >> Time-Out werd ontwikkeld om een gepast antwoord te bieden aan de problematiek van partnergeweld. De behandeling kan plaatsvinden onder de vorm van een groepstraining en/of individuele behandeling en heeft als doel herhaling van het gedrag te voorkomen. Er wordt gewerkt op het niveau van het agressief gedrag op zich en op de context en achtergrondfactoren waarbinnen dit gedrag tot stand komt en/of wordt gehouden. Daarnaast beschikt het team nog over een complementair aanbod van informatieve partnergesprekken en koppeltherapie en werkt het nauw samen met VAGGA Jeugd in het kader van therapie voor de kinderen. De behandeling kan zowel vrijwillig als binnen een verplicht kader opgestart worden. >> De partners van de cliënten worden betrokken door middel van een informatief gesprek. Hierbij wordt de Time-Out procedure uiteengezet, een heteroanamnese gedaan en een detectie van de zorgbehoeften van deze partner, alsook van de kinderen. Een gerichte doorverwijzing kan hieruit voortvloeien. Er wordt bijvoorbeeld nauw samengewerkt met VAGGA Jeugdzorg, het kinderproject ‘groepstherapie voor kinderen als getuige van intrafamiliaal geweld’ en ‘groepstherapie voor de ouders’. Deze samenwerking met VAGGA Jeugdzorg betekent een laagdrempelig aanbod voor het volledige gezinssysteem van het Time-Out cliënteel. >> Op een gelijkaardige manier is er een nauwe samenwerking met VAGGA-Verslavingszorg. Bijna de helft van de aangemelde plegers heeft namelijk een problematiek met middelengebruik. De ervaring van het team leert dat er vaak sprake is van ‘multi-problem’ situaties in combinatie met psychische of psychiatrische stoornissen. Dit vereist een psychiatrische deskundigheid, die momenteel niet binnen het team wordt ingevuld. Een tijdelijke arts in opleiding heeft deze leemte meteen weten op te vullen waaruit nogmaals bleek dat de nood heel hoog is bij ons cliënteel. >> Onder aanvoering van de Provincie Antwerpen en de Stad Antwerpen draait het unieke pilootproject CO3, ‘Cliënt Centrale Organisatie’, waarbinnen de drie sectoren zorg/welzijn, politie/justitie en bestuur met elkaar worden verbonden. Deze diensten werken met elkaar samen rond concrete dossiers, zodat aan cliëntsystemen een integraal hulpaanbod kan worden geboden, waarover adequaat wordt geregisseerd. Time-Out neemt deel aan de ‘weegploeg’-vergaderingen, waarbij er per cliëntsysteem een globaal interventieplan op strafrechtelijk, bestuurlijk en hulpverlenend niveau wordt opgesteld. Tijdens deze deelname houden de medewerkers van CGG VAGGA zich strikt aan het medisch beroepsgeheim. >> Het Time Out project omvat een samenwerkingsverband tussen het Provinciebestuur Antwerpen, de Stad Antwerpen en CGG VAGGA. In 2010 schroefde FOD Justitie het personeelsbestand terug van 1,5 naar 1 VTE. Er werd voor 2014 opnieuw een uitbreiding aangevraagd voor 1.5 VTE. De sociale maribel-subsidies voor 1 VTE bleven behouden. In 2011 werd het personeelbestand terug uitgebreid met een 0,5 VTE door de Stad Antwerpen. In totaal behelst het Time-out team nu 2,5 VTE personeel. 2013 in cijfers: -aantal aanmeldingen: 159 -aantal instapgesprekken: 141 effectief op intake gekomen -aantal deelnemers aan de groep: 68 -aantal individuele lopende behandelingen: 113 -aantal koppeltherapieën: 11 -aantal doorverwezen gezinnen naar VAGGA Jeugdzorg: 11
Activiteitenverslag 2013
61
6. Algemeen beleid
b) Centrale Screening & Oriëntering (CSO)
1 AANMELDINGSPROCEDURE VOOR FORENSISCH CLIENTEEL >> De schriftelijke hulpvraag wordt grondig bekeken en professioneel gescreend door het centrale aanmeldingsteam (CSO-team) dat wekelijks samenkomt. In het team zitten vertegenwoordigers uit verschillende teams van de categoriale zorg. >> Wanneer een dossier in aanmerking komt voor een ambulante behandeling, stroomt het verder door naar het team met het gepaste hulpaanbod. Wanneer het dossier niet in aanmerking komt voor een behandeling, wordt het afgesloten. >> De teamleden houden zich ter beschikking van verwijzers en cliënten, maar zeker ook collega’s voor eventueel bijkomend telefonisch overleg of advies. >> Standaardbrieven met daarin de aanmeldingsprocedure worden op verzoek bezorgd aan verwijzers, cliënten of hun advocaten. >> Elke aanmelding wordt geregistreerd in het elektronisch patiëntendossier, een samenvatting van de verslaggeving wordt toegevoegd aan dit dossier zodat de intaker goed geïnformeerd aan de slag kan. >> Wanneer het CSO-team twijfelt over de haalbaarheid van een behandeling, wordt het dossier voorgelegd aan het behandelteam voor een grondige bijkomende bespreking. >> Na het inplannen van de intake, wordt het dossier overgeheveld naar het desbetreffende team. >> In 2013 werden in het CSO-team 345 cliënten schriftelijk aangemeld door een justitiële verwijzer. >> Voor 16 zorgvragers werd geen zorgperiode gemaakt (motivatie geen hulp). >> Voor 219 zorgvragers vond in 2013 reeds een intake plaats binnen de categoriale afdeling van Vagga (cijfers tem 28/2/2014). >> Regelmatig worden intakes gezamenlijk georganiseerd, dit wil zeggen dat hulpverleners uit verschillende teams samen het gesprek met de cliënt voeren om te kijken in welk team het meest aangepaste hulpaanbod voorhanden is, of uit te maken welke problematiek eerst aangepakt dient te worden (bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een verslavings- en een impulscontroleprobleem).
c) Strategisch Plan
GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG IN DE GEVANGENIS VAN ANTWERPEN: TEAM STRATEGISCH PLAN >> Het Team Strategisch Plan van VAGGA heeft een hulpaanbod in de gevangenis van Antwerpen voor gedetineerden met ernstige psychische klachten. Een behandeling wordt opgestart op vraag van de gedetineerde zelf. Het behandelplan focust zich in de eerste plaats op de psychische klachten van hulpvragers en niet noodzakelijk op eventueel gepleegde delicten. >> De samenwerking met de dienst Sport van de Rode Antraciet werd ook dit jaar verder gezet. Mensen met ernstige depressieve klachten krijgen, naast de therapeutische gesprekken, een sportaanbod (fitness) in een kleine groep en onder begeleiding van het Zorgteam van de gevangenis. Ook kunnen er nu mensen worden doorverwezen vanuit het groepsaanbod ‘Omgaan met agressie’ voor individuele therapie. >> Bij vrijlating kan de ex-gedetineerde contact opnemen met VAGGA voor een verdere oriëntering binnen de hulpverlening (brugfunctie). In 2013 werden een 14-tal oriënteringsgesprekken ingepland. >> In 2013 werden 111 gedetineerden doorverwezen en meldden 76 gedetineerden zich op eigen initiatief aan bij CGG VAGGA via een rapportbriefje. Van de 187 geplande intakes konden 21 gesprekken niet doorgaan omwille van vrijlating, transfer of het weigeren van gesprekken. Na bespreking op de teamvergadering werden 109 behandelingen opgestart. Indicaties voor het niet opstarten van een behandeling waren: vraag voor behandeling na detentie, één consult was voldoende, ons aanbod was ontoereikend, geen hulpvraag (meer) voor onze dienst, attestvragen en het verbreken van de contacten op initiatief van de gedetineerde. Ongeveer een vierde van de niet opgestarte behandelingen in 2013 hadden als reden vrijlating of transfer.
Activiteitenverslag 2013
62
6. Algemeen beleid
>>De voornaamste hulpvragen die in 2013 bij de aanmelding werden gesteld, waren vragen betreffende algemene GGZ-problematieken (PTSD, depressie, angsten, …) (42%), verslaving (alcohol, drugs, medicatie, gokken, …) (30%), agressie (7%), partnergeweld (10%) en seksueel grensoverschrijdend gedrag (10%). Negen procent van de aanmeldingsvragen betroffen vragen voor andere diensten, vragen voor na detentie of vragen waarbij één consult volstond. >> Op 8 maart 2013 werd het Decreet betreffende de Organisatie van de Hulp- en Dienstverlening aan Gedetineerden goedgekeurd. Dit is een solide basis voor alle beleidsdomeinen van de Vlaamse Overheid die actief zijn in de gevangenissen. In het OVA (Overleg Vlaamse Actoren) werd een actieplan 2014-2015 HDV Antwerpen uitgewerkt. Drie grote strategische doelstellingen werden vastgelegd waaraan alle domeinen gezamenlijk gaan werken in 2014-2015. Het behoefteonderzoek heeft een grote invloed gehad op de keuze van de doelstellingen. >> In 2013 ging er veel tijd en aandacht naar het in kaart brengen van de noden en behoeften van gedetineerden. In samenwerking met de VUB werd een grootschalig behoefteonderzoek uitgevoerd in de gevangenis van Antwerpen. Medewerkers van VAGGA participeerden in de stuurgroep van dit onderzoek en werkten mee aan de afname van de vragenlijst en verwerking van de resultaten. 507 gedetineerden werden bereikt, wat een responsgraad is van 73.4%. Op 21 november werd een grootschalig colloquium georganiseerd om de resultaten te presenteren aan beleidsvoerders en aan de pers. Dit behoefteonderzoek is terug te vinden op www.welzijnensamenleving.be, hulp aan gedetineerden, publicaties. Resultaten voor VAGGA: >> 18% van de gedetineerden deed een beroep op VAGGA. Aangezien VAGGA slechts beschikt over 1,5 voltijdse functie is dit een zeer goed resultaat. >> Gedetineerden die bij de therapeuten van VAGGA terecht kwamen waren er slechter aan toe op vlak van gemoedstoestand dan de anderen. Dit betekent dat VAGGA in de gevangenis de mensen bereikt die tot de doelgroep van een CGG behoort. >> De grote meerderheid van de gedetineerden is echter niet op de hoogte van het aanbod van VAGGA in de gevangenis. Dit doet ons vermoeden dat er nog mensen zijn met ernstige psychische klachten die op dit moment nog niet bereikt worden. Een verdere investering in deze werking is dan ook aan te bevelen, er zit zeker nog groeipotentieel. Doelstellingen voor ons team in 2014, voortvloeiend uit deze resultaten: 1. we maken verder werk van de bekendmaking van VAGGA bij de gedetineerden, maar ook bij het personeel van justitie. 2. we vullen onze beschikbare uren zo efficiënt mogelijk in zodat we een maximale behandelcapaciteit garanderen conform de beschikbare middelen 3. we optimaliseren de samenwerking met andere diensten in de gevangenis (zorgteam, psychosociale dienst, justitieel welzijnswerk, topcoaches, sociaal infopunt,...) 4. we blijven ons engageren in beleidsoverleg zodat we ook domeinoverstijgend en samen met de andere partners van de Vlaamse Gemeenschap een kwalitatief aanbod kunnen realiseren in de gevangenis van Antwerpen.
d) Basta!
BEHANDELING VOOR AGRESSIEF GEDRAG >> Basta! biedt behandeling aan volwassenen die agressief interpersoonlijk gedrag hebben gesteld met als doel herhaling van het grensoverschrijdend gedrag te voorkomen (hervalpreventie). >> Het aanbod bestaat uit een individuele en/of groepsbehandeling. Het groepsaanbod is een kortdurend traject waar de focus ligt op het stoppen van het geweld. Het individueel aanbod gaat dieper in op de persoonlijke problemen en is van onbepaalde duur. Het agressief gedrag ontstaat namelijk vaak uit een complexe interactie tussen verschillende componenten. >> Tijdens het volledige psychotherapeutische proces wordt er onder andere gewerkt rond verantwoordelijkheid opnemen voor de feiten, de context en achtergrondfactoren waarbinnen het gedrag tot stand komt en/of wordt gehouden, en de gevolgen ervan voor het slachtoffer en zichzelf.
Activiteitenverslag 2013
63
6. Algemeen beleid
>> Het project omvat een samenwerkingsverband tussen de Stad Antwerpen en Vagga. Dit project is per 1 juli 2011 gestart en omvat 2 VTE. >> 2013 in cijfers: 146 aanmeldingen, 89 individuele behandelingen aangevat en 22 cliënten hebben deelgenomen aan het groepsaanbod. >> De behandeling kan zowel vrijwillig als binnen een verplicht kader opgestart worden.
e) FORSA
GESPECIALISEERD AANBOD VOOR JONGEREN >>FORSA biedt indicatiestelling en ambulante behandeling aan jongeren met een GGZ-problematiek die omwille van ernstig grensoverschrijdend gedrag naar andere personen in aanraking zijn gekomen met justitie. >>FORSA is ingebed in de Afdeling Categoriale Zorg en werkt nauw samen met het Ado-team van de Afdeling Jeugdzorg. >>Na de aanmelding, die steeds ondersteund dient te worden door een dienst verbonden aan de Jeugdrechtbank, wordt in een eerste gesprek samen met de jongere, zijn systeem en de consulent van de Sociale Dienst Jeugdrechtbank besproken of indicatiestelling binnen onze werking zinvol en gewenst is. >>Vervolgens wordt tijdens de indicatiestelling, die doorgaans 8 weken in beslag neemt, verder onderzocht of en welke GGZ-problematiek aanwezig is en hoe deze in verband staat met de gepleegde feiten. Hierbij wordt beroep gedaan op individuele gesprekken, een kinderpsychiatrisch consult, gesprekken met de context, en het gebruik van screeningsinstrumenten en psychodiagnostisch onderzoek. Dit leidt tot een voorstel van behandelplan met zorg op maat, waarbij aandacht wordt besteed aan inhoud, vorm en intensiteit van behandeling. Dit betekent dat dergelijk voorstel een ambulant en/of residentieel zorgtraject binnen FORSA, binnen CGG VAGGA, of binnen een andere voorziening kan inhouden. >>Indien besloten wordt om een zorgtraject binnen FORSA op te starten, zal hierbij het resultaat van de indicatiestelling richtinggevend zijn voor de specifieke inhoud en vorm. Hierbij kan zowel sprake zijn van individuele psychotherapie, gezinsgesprekken, en/of ondersteuning van de context. >>Momenteel wordt de inhoud van de indicatiestelling verder verfijnd en wordt een groepsbehandeling uitgewerkt. >>Doelstellingen voor het volgende werkjaar bestaan uit het bovenstaande. Daarnaast willen we werk maken van doorgedreven sensibilisering van potentiële verwijzers. >>2013 in cijfers: 18 aanmeldingen, 13 opgestarte behandelingen waarvan 8 nog lopend.
6.2.3.2 Verslavingszorg a) Vroeginterventie project Stad Antwerpen
VROEGINTERVENTIE VAN ’T STAD >>Aanmeldingen: Er werden 313 jongeren aangemeld in het kader van Vroeginterventie/Therapie Advies tijdens 2013. Van deze 313 jongeren zijn er 200 effectief ingestroomd voor minstens één gesprek. Tijdens 2012 kregen we 150 aanmeldingen. We kunnen dus spreken van een verdubbeling van het aantal aanmeldingen. Hieruit kunnen we concluderen dat het project is bestendigd. >>Sensibiliseren van ons aanbod binnen bijzondere jeugdzorg. Dankzij de nauwe samenwerking met het preventieteam werd deze doelstelling duidelijk behaald. Zoals eerder werd aangegeven blijven zij investeren in de bekendmaking van het project, onder andere binnen BJZ. Telkens wanneer er bijvoorbeeld opnieuw een groep wordt georganiseerd, wordt er vanuit de preventiemedewerkers een mail rondgestuurd. Dit resulteert in een stabiele instroom vanuit BJZ, specifiek voor het groepsaanbod.
Activiteitenverslag 2013
64
6. Algemeen beleid
>>Sensibiliseren van ons aanbod TA binnen de stadskern van Antwerpen en omringende zones. Uit de jaarcijfers blijkt dat er dit jaar een stijgend aantal aanmeldingen waren vanuit de politiezones binnen de stadskern. Nochtans zien we dat een aantal zones hier nog steeds buiten vallen. Komend jaar zal ook hier nog steeds op worden ingezet. >>Een structureel aanbod groepssessies voor jonge gebruikers. Zoals eerder werd aangegeven begint het groepsaanbod steeds meer een structurele plaats te krijgen binnen het Vroeginterventie aanbod. Dit jaar werden vier groepen georganiseerd. Het aantal groepsleden per groep kent eveneens een stijgende tendens. Daarnaast zien we duidelijk dat de invulling van de groepssessies ook steeds meer gestructureerd en vastgelegd wordt. Jongeren evalueren de groep meestal ook positief. We hopen dat deze trend zich tijdens 2014 verder ontwikkelt.
b) Aanbod ouders
ONDERSTEUNING AAN OUDERS MET DRUGGEBRUIKENDE KINDEREN >> VAGGA verslavingszorg biedt, mede dankzij de middelen van SVPP, al vele jaren een aanbod aan ouders van druggebruikende kinderen. De middelen (ongeveer 1 VTE) zijn ingebed in het Jongerenen Jongvolwassenenteam. >> In het project wordt individueel en in groep gewerkt met jonge druggebruikers en hun ouders om de escalatie van mogelijke gezinsproblemen te voorkomen en problematisch gebruik van jongeren te behandelen. VAGGA wil bijdragen aan het verantwoord leren omgaan met drugs en druggebruik via het aanbod van psycho-educatieve vorming rond dit thema. Bovendien wordt in dit kader actief samengewerkt met en doorverwezen naar andere relevante diensten. Het is niet noodzakelijk dat de jongeren waarvan we de ouders begeleiden ook in begeleiding zijn of komen. Aanbod ouders in cijfers: >> Het opzetten en leiden van oudergroepen (werken rond zelfinzicht, bewustwording en / of actieve verandering). • Startgroep (een gesloten groep voor ouders van tieners en begin twintigers): 2 groepen van 5 sessies met gemiddeld 8 deelnemers per groep. • Groep 30+ (voor ouders met kinderen ouder dan 30 jaar): 13 sessies met gemiddeld 10 deelnemers per sessie. >> Het aanbieden van behandelactiviteiten aan ouders van druggebruikende jongeren: • Oudertherapie: 237 activiteiten. • Gezinstherapie: 14 activiteiten. • Partnertherapie: 26 activiteiten.
c) Therapeutisch project 55: cliëntenoverleg jongeren / problematisch middelengebruik
CONTINUE EN GEPASTE ZORG VOOR JONGEREN MET ALCOHOL- EN/OF ANDERE DRUGPROBLEMEN >> Het cliëntenoverleg “Jongeren met een Middelenprobleem” regio Antwerpen is een samenwerkingsverband tussen CGG VAGGA, Dagcentrum De Sleutel Antwerpen, ADIC (Antwerps DrugInterventieCentrum), UCKJA (Universitair Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie), en het Agentschap Jongerenwelzijn. Het cliëntenoverleg werd in 2007 opgestart in het kader van de ‘therapeutische projecten in de GGZ’. Eind maart 2012 liepen de therapeutische projecten af. Sinds april 2012 kozen de partners ervoor om, op eigen kracht, hun engagement in het overleg verder te zetten. >> Op het cliëntenoverleg worden concrete situaties van jongeren van 12 tot en met 17 jaar met afhankelijkheids- en psychische problemen of stoornissen door een groep hulpverleners besproken.
Activiteitenverslag 2013
65
6. Algemeen beleid
Jongeren of gezinnen die ook na meerderjarigheid bij één van de partners in beeld blijven, worden ook nog opgevolgd. De partners gaan in het overleg op zoek naar oplossingen voor specifieke vragen betreffende de begeleiding en behandeling, geven elkaar feedback bij het traject van de cliënt en maken afspraken over verwijzingen of samenwerking binnen een traject. Zo wordt gestreefd naar continue en meest gepaste zorg voor de cliënt. >> Sinds de aanvang van het project in 2007 werden 96 cliënten besproken. In de loop van 2013 werden 11 nieuwe cliënten aangemeld, voor 8 cliënten werd een opvolgoverleg georganiseerd. Het overleg kwam in 2013 6 keer samen. >> De partners uit de drughulpverlening waren ook in 2013 stand-by voor assistentie bij vragen van de netwerktafels “complexe psychosociale problematieken” (IJH/Integrale Jeugdhulp, CAPRI/Collaborative Antwerp Psychiatric Research Institute). In 2013 werd vier keer op deze expertise beroep gedaan.
d) Samenwerkingsverband VAGGA – De Sleutel
VAGGA EN DE SLEUTEL WERKEN SAMEN >> Om de al bestaande samenwerking tussen VAGGA en De Sleutel (sociale werkplaats en dagcentrum) te versterken, werd in oktober 2009 een liaisonfunctie opgestart. Deze functie wordt sinds augustus 2011 ingevuld. De betrokken medewerker werkt voor VAGGA en wordt deels vrijgesteld om volgende doelstellingen te realiseren: Vergroten van wederzijdse kennis- en informatie-uitwisseling. Optimaliseren van Screening & Oriëntering. Faciliteren van doorverwijzingen tussen de betrokken organisaties. Dit alles met het oog op een betere zorgcontinuïteit in de verschillende fasen van het hulpverleningsproces. >> Door het inrichten van een activerende werkvloer en arbeidstrajectbegeleiding kunnen mensen met een verslaving aan illegale middelen vanuit VAGGA, het dagcentrum of andere organisaties, ondersteund worden in de zoektocht naar werk en in het ontwikkelen van werkgerelateerde competenties. Daarnaast kunnen mensen die in de sociale werkplaats werken en /of arbeidstrajectbegeleiding krijgen, vlot naar het dagcentrum en VAGGA geleid worden indien een verslavingprobleem of psychische of psychiatrische problemen het werken in de weg staan. >> Om dit laatste doel te kunnen halen, is er een deelname van de liaisonmedewerker aan de S&O teams in VAGGA, het dagcentrum en de sociale werkplaats. Daarnaast neemt de liaisonmedewerker ook psychodiagnostische tests af om een meer accurate inschatting te kunnen maken van de mogelijkheden van de cliënt betreffende tewerkstelling. Tevens zijn er procedures uitgewerkt om doorverwijzingen tussen de organisaties vlotter te laten verlopen. >> Op regelmatige basis is er overleg tussen de partners om de inhoudelijke werking te evalueren en indien nodig bij te sturen. >> Sinds 2013 neemt de liaisonmedewerker ook de rol op van zorgpartner binnen het DAZ-project (Doorstroom Arbeidszorg). Dit behelst een samenwerking tussen GTB, de sociale werkplaats en het dagcentrum. De liaisonmedewerker heeft in dit kader gesprekken met de DAZ-kandidaten om na te gaan of hulpverlening dient opgestart te worden of bij te sturen. Daarnaast neemt zij op regelmatige basis deel aan overlegmomenten ter evaluatie van het afgelegde traject.
Activiteitenverslag 2013
66
6. Algemeen beleid
e) Project alcoholblik
THERAPEUTISCH ADVIES BIJ OVERTREDING ALCOHOLVERBOD >> Alcoholblik is een samenwerkingsverband tussen de Stad Antwerpen, Vagga en Free Clinic. Het project biedt adviesgesprekken aan voor mensen die door de dienst Sociale Interventie van de Stad Antwerpen worden doorgestuurd omwille van het alcoholverbod. Deze adviesgesprekken gebeuren individueel en gaan door in het woonkantoor in de Lange Beeldekensstraat 219, 2060 Antwerpen. >> De adviesgesprekken kunnen gaan van een eenmalig gesprek tot een maximum van 3 gesprekken. De doelstelling is het verhogen van het bewustzijn over de gevaren en de negatieve gevolgen van overmatig alcoholgebruik. Wanneer de problematiek tot ernstige alcoholafhankelijkheid is geëvolueerd, wordt er motiverend gewerkt om tot ambulante of residentiële behandeling over te gaan. Een aantal cliënten worden uitgenodigd voor een opvolgingsgesprek om de resultaten van de doorverwijzingen of van de interventie te evalueren. >> Dit project is gestart per 1 september 2011 en omvatte 1 VTE. In de loop van 2013 werd opgemerkt dat het aantal aanmeldingen binnen het project beperkt bleef. Vanuit de Stad werd aangegeven dat de resterende middelen van Alcoholblik niet meer ingezet kunnen worden voor mensen met ernstige problemen op verscheidene levensgebieden en een chronische verslavingsproblematiek. De Stad Antwerpen besliste dan ook in 2013 de projectmiddelen te halveren. Op het einde van het werkingsjaar 2013 werd tijd besteed om de transitie van het project naar het nieuwe werkingsjaar vlot te laten verlopen. De doelgroep die beoogd wordt in het werkingsjaar 2014 zijn overtreders van het alcoholverbod waar beoordeeld wordt dat het aanbod van Alcoholblik zinvol kan zijn en/of mensen die een eerste maal recidiveren. Gezien het onduidelijk is of dit voldoende instroom zal genereren zullen de middelen slechts tot 30-06-2014 beschikbaar zijn. >> 2013 in cijfers: 83 aanmeldingen, 159 geplande adviesgesprekken, 53 opgestarte gesprekken, 9 doorverwijzingen, 75 afgeronde adviesgesprekken.
6.2.3.3 Verslavingspreventie
KWALITEITSVOL OMGAAN MET MIDDELEN & -GERELATEERDE PROBLEMEN >> Het team verslavingspreventie wordt gesubsidieerd door zowel de Vlaamse overheid (1.5 VTE) als de stad Antwerpen (projectfinanciering Stedenfonds: 2,85 VTE). >> Doelstelling van het preventieteam is “het bevorderen van kwaliteitsvol omgaan met middelen en middelengerelateerde problemen, op basis van een contextanalyse, gedragen door CGG expertise en gebaseerd op empowerment in de regio Antwerpen”. >> Deze doelstelling wordt nagestreefd door het uitvoeren van volgende kerntaken: Coaching van organisaties en beleid. Vorming aan intermediairen. Advies en consult. Netwerk en overleg. >> Het team verslavingspreventie werkt naar intermediairen en organisaties in verschillende sectoren en registreert de activiteiten in het Vlaamse registratieprogramma Ginger.
Activiteitenverslag 2013
67
6. Algemeen beleid
Consult/
Activiteiten per sector
Coaching Vorming
VI
Campagne Andere
TOTAAL
Overleg
advies
Arbeid
22
6
4
9
0
0
0
42
Gezondheid
176
28
1
34
0
0
6
245
Onderwijs
27
28
32
32
0
2
2
123
Overheid
75
3
4
10
0
0
5
97
Politie & justitie
16
0
2
9
0
0
1
28
Vrije tijd & cultuur
30
7
0
9
0
1
24
71
Welzijn
55
16
5
20
0
0
2
98
Algemene bevolking Meerdere (intersectoraal) Rechtstreeks doelgroep
0
0
0
0
0
0
0
0
76 0
3 12
5 0
35 34
0 0
0 3
19 18
138 65
552* TOTAAL 299 90 41 61 0 3 27 (* de som van de afzonderlijke totalen van de sectoren is hoger dan 552, dit komt omdat bij veel activiteiten meer dan 1 sector aanwezig is of bediend wordt). >> In 2013 werden 552 activiteiten geregistreerd in Ginger. Dit zijn er ongeveer evenveel als in 2012 (547). Vergeleken met de cijfers van 2012 is er een sterke afname van het aantal activiteiten geregistreerd binnen de sector Arbeid. Het effect van de lancering van ‘CAO 100’ is verdwenen. Net als vorig jaar is er een toename in het aantal activiteiten binnen de sector ‘Gezondheid’. De betrokkenheid van het preventieteam bij de verdere interne organisatie van CGG VAGGA draagt hier toe bij net als onze participatie binnen het netwerk SARA (Art 107).
Activiteitenverslag 2013
68
7. Samenwerking
7 Samenwerking 7.1 Samenwerking met andere GGZ-voorzieningen en partners in de hulpverlening
Participatie aan het netwerkcomité en de netwerkplatformen van de verschillende functies van het project Art. 107 (SaRa) van het arrondissement Antwerpen Participatie aan “Integrale Jeugdhulp” in de regio Antwerpen (Regionale Stuurgroep, NRTH) Overleg CGG – CAW Antwerpen Overleg CGG Vagga – Andante Overleg met de provinciale CGG: CGG Andante, CGG De Pont en CGG Kempen Deelname aan de overleggroepen binnen het OGGPA (Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg Provincie Antwerpen): Kinderen en Jongeren, Ouderen, KOPP, Middelenmisbruik, … Overleg CGG – CLB Overleg Pleegzorg Antwerpen Overleg Joodse contextzorg Overleg met justitiële diensten met betrekking tot forensische zorg Participatie aan Expertengroep van Cultuurgevoelige Jeugdhulp Participatie aan Initiatieven voor Beschut Wonen Participatie KOPP werkgroep Psychiatrisch Ziekenhuis Bethaniënhuis Overleg met partners in de drughulpverlening en preventie (SODA, VAD, …) Samenwerking met LOGO Antwerpen Samenwerking met Vlaamse Liga tegen Epilepsie Samenwerking met Dienst Sport van de Rode Antraciet Participatie aan provinciale werkgroep “Ouderenmisbehandeling” Samenwerking met CAW in het kader van het project Time Out (intrafamiliaal geweld) Participatie aan het regionaal extern team “slachtofferzorg” Participatie aan het Antwerps Netwerk Cultuursensitieve Zorg Participatie aan en coördinatie van het Therapeutisch Project nr. 55 (RIZIV): Problematisch middelengebruik bij adolescenten
7.2 Vertegenwoordiging in beleidsstructuren
Stuurgroep CGG en Bestuurscollege GGZ – Zorgnet Vlaanderen Koepeloverleg Zorgnet Vlaanderen – FDGG Raad van Bestuur Initiatieven voor Beschut Wonen (De Link, De Vliering, PV Beschut wonen Antwerpen, De Sprong, Min) Regionale Stuurgroep Integrale Jeugdhulp Netwerkcomité en netwerkplatformen functies - Project Art. 107 Antwerpen (SaRa) Dagelijks bestuur en Raad van Bestuur OGGPA Raad van Bestuur en dagelijks bestuur VAD
Activiteitenverslag 2013
69
8. Afkortingen
8 Lijst verklaring gebruikte afkortingen ACT ADIC AMW BJB CAPA CAW CGG CLB CSO CVV CZ DAZ DGT DOP DRM EPD FAQ FDGG FOD Justitie FTF GTB GGZ GOG HV ICT K&J KOPP KRC MOF POS PSD ROM S&O STRAPLAN SVPP TAZ UKJA VAGGA VDAB VDIP V&O VTE VTO ZP
Acceptance & Commitment Therapy Antwerps Drugs Interventie Centrum Administratief Medewerker Bijzondere JeugdBijstand Choice & Partnerhip Appraoch Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Centrum voor LeerlingenBegeleiding Centrale Screening & Oriëntering (afdeling) Categoriale zorg – Verslaving – Volwassenen (afdeling) Categoriale Zorg Doorstroom ArbeidsZorg Dialectische GedragsTherapie De gemiddelde Onbehandelde Periode Decreet Rechtspositie van de Minderjarige in de hulpverlening Elektronisch Patiënten Dossier Frequently Asked Questions Federatie voor Diensten in de Geestelijke Gezondheidszorg Federale Overheidsdienst Justitie Face To Face Gespecialiseerde dienst voor Trajectbepaling en –Begeleiding van personen met een arbeidshandicap’ Geestelijke GezondheidsZorg GrensOverschrijdend Gedrag Hulpverlening of Hulpverlener Informatie- en CommunicatieTechnologie (afdeling) Kinderen & Jongeren Kinderen van Ouders met Psychische Problemen KinderRechtenCommissariaat als Misdaad Omschreven Feit Problematische Opvoedings Situatie Psycho-Sociale Diensten van de gevangenis Routine Outcome Monitoring Screening & Oriëntering Strategisch Plan voor hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Federaal Programma voor Strategisch Veiligheids- en Preventieplan Tender ArbeidsZorg (VDAB) Universitaire Kinder en Jeugdpsychiatrie Antwerpen Vereniging Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg Antwerpen Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding Vroege Detectie en Interventie bij initiële Psychose (afdeling) Volwassenen & Ouderen Voltijds Equivalent Vorming, Training en Opleiding Zorgperiode
Activiteitenverslag 2013
9 Contactgegevens
70
9. Contactgegevens