Actieprogramma Logistiek Limburg en Uitvoeringsprogramma Logistiek
Colofon Provincie Limburg bezoekadres: Limburglaan 10 te Maastricht postadres: Postbus 5700, 6202 MA Maastricht tel.: +31 (0)43 389 99 99 e-mail:
[email protected] www.limburg.nl
Foto’s: Provincie Limburg Henk Bril Maastricht Aachen Airport Wessem Port Services Group W.G. Salari ZETRA GROUP SITTARD (TWMC)
15-558
Actieprogramma Logistiek Limburg en Uitvoeringsprogramma Logistiek
Maastricht, 17 maart 2015
Inhoudsopgave Voorwoord
6
Leeswijzer9
Deel 1 Actieplan Logistiek
11
1. Inleiding13 1.1. Het belang van de logistiek in Limburg 1.2. Relevante trends en ontwikkelingen in de logistiek
13 14
2. Beleidskader17 2.1. Beleidsactualisering 2.2. Beleidsambitie: Streefbeeld logistiek (de gewenste situatie)
3. Logistiek in Limburg (beschrijving huidige situatie)
17 21
27
3.1. Hiërarchie van internationale knooppunten 29 3.2. Logistiek knooppunt Noord-Limburg 31 3.3. Logistiek knooppunt Zuid-Limburg 32 3.4. Economische clusters in Limburg 33 3.5. Beschrijving infrastructuurnetwerk 34 TEN-T: Trans-Europese Vervoersnetwerken 34 Kernnetwerk 35 Wegen 36 Vaarwegen 38 Spoorwegen 40 Luchtvracht 42 Buisleidingen 44 3.6. Duurzaamheid46
4
4. De vier majeure actielijnen (waar zetten we op in)
49
Actielijn 1 : Versterken en uitbouwen van het infrastructuurnetwerk 1.1 Versterken van de multimodale verbindingen 1.2 Versterken van de logistieke knooppunten Wegen Vaarwegen Spoorwegen Luchtvracht Buisleidingen 1.3 Versterken van de logistieke bedrijventerreinen
49 49 50 52 54 55 56 57 59
Actielijn 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
2 : Het stimuleren van innovatie t.b.v. waardecreatie binnen de sector Versterken positie op corridors Bedrijfsinnovatie/ICT-innovatie Green logistics/verduurzaming van de logistiek Clustervorming Brightlands Limburg - Brightlands Greenpost Venlo
61 61 61 62 62 63
Actielijn 3.1 3.2 3.3 3.4
3 : Stimuleren van onderwijs & arbeidsmarkt Excellent State of Art Logistiek onderwijs Meer kwalitatief hoogstaande werknemers Betere benutting en behoud logistieke professional Regionaal versterken van kennis
66 66 68 68 68
Actielijn 4 : Investeringsbevordering & lobby 70 4.1 Stimuleren investeringsbevorderingen en participatie in netwerk 70 4.2 Versterken imago (internationaal) --> branding 70
5. Organisatiestructuur (Rol Provincie en externe partners)
73
5.1. De organisatie van de uitvoering (betrokken organisaties)
74
Deel 2 Uitvoeringsprogramma Logistiek
77
6. Uitvoeringsprogramma Logistiek en goederenvervoer
79
82
6.1 Overzichtstabel Projecten Uitvoeringsprogramma
7. Programmabeheer en - monitoring inclusief financieel kader
85
Bijlage 1 Lijst van afkortingen
89
Bijlage 2 Verklarende woordenlijst
91
Actieprogramma logistiek
Inhoudsopgave
5
Voorwoord Twan Beurskens, Gedeputeerde Economie en Kennisinfrastructuur, Provincie Limburg
Voor u ligt het Actieprogramma Logistiek Limburg. Met dit Actieplan wil ik de Logistiek in Limburg verbinden en versterken. Het bijbehorende Uitvoeringsprogramma bevat een overzicht van alle acties en projecten die in de komende tijd worden opgepakt. Dit plan bevat 4 actielijnen, waar we ons de komende jaren op gaan richten:
1. Versterken 2. Stimuleren 3. Versterken 4. Stimuleren
van van van van
onze infrastructuur innovatie in de logistiek onderwijs & arbeidsmarkt investeringsbevordering & lobby
Een ambitie die we alleen kunnen waarmaken als de overheid, ondernemers en de onderzoeksen kennisinstellingen samen de schouders er onder zetten. Het Actieplan is dan ook tot stand gekomen in nauwe samenwerking met LIOF, ELC Limburg, de Kamer van Koophandel, Greenport Venlo Innovation Center, Limburg Economic Development, Keyport Midden-Limburg, TLN, EVO, Maastricht University, Fontys ILEC, RWS en de gemeenten Sittard-Geleen, Venlo en Venray.
1.
Versterken Infrastructuurnetwerk
De provincie Limburg is via de trans-Europese infrastructuurnetwerken (TEN’s) goed v erbonden met het omliggende buitenland. Enkele belangrijke internationale goederenvervoercorridors doorsnijden Limburg van oost naar west: de A67, de A76, maar ook de Brabantroute. Deze transportcorridors verbinden de mainports Rotterdam en Antwerpen met het Duitse Ruhrgebied en het centraal-Europese achterland. Van noord naar zuid verbinden belangrijke (inter)nationale verkeersaders als de A2, A73 en de Maasroute onze provincie. Met Maastricht Aachen Airport beschikt Limburg over de op een na grootste cargoluchthaven van Nederland. De Brightlands Chemelot Campus en aangelegen site in Geleen (met een rechtstreekse aansluiting op het buisleidingennetwerk naar de havens van Rotterdam, Antwerpen en het Ruhrgebied) vormt een van de belangrijkste chemieclusters van West-Europa.
6
De groei in het transport kan niet alleen via wegtransport worden opgevangen. Om toenemende congestie op de weg te vermijden en de duurzaamheidsdoelstellingen te halen zullen ook andere vervoersmodaliteiten moeten worden ingezet. De provincie zet dan ook al jaren in op álle modaliteiten. Daar waar dat mogelijk én zinvol is richten we ons zoveel mogelijk op een modal shift van vervoerstromen via de weg naar het water, spoor, buis en/of lucht. De provincie heeft al lang geleden ingezet op een multimodaal kwaliteitsnet goederenvervoer. Limburg heeft immers meer grenzen aan het buitenland dan aan het binnenland. Daarom is niet alleen een goede samenwerking met regionale en nationale logistieke stakeholders, maar ook een internationale afstemming met buitenlandse partners en overheden van cruciaal belang om de positie van de Limburgse logistiek te versterken. In dit kader hecht Limburg sterk aan een goede samenwerking en afstemming met Duitse en Belgische logistieke partijen (zoals IHK Aachen en AGIT te Aken, Logistics in Wallonia te Luik en POM Limburg te Hasselt), binnen het Euregionale samenwerkingsverband “Gate4Logistics”.
2.
Stimuleren van innovatie in de logistiek
Ook van innovaties in de logistiek heb ik hoge verwachtingen. De logistiek kan vaak nog innovatiever en efficiënter worden ingericht, zeker wanneer ondernemers daartoe gericht samenwerken. Dat samenwerking loont, bewijzen verschillende projecten die intussen zijn uitgevoerd. Een van deze projecten is INNVALL, hét logistieke innovatieproject, waarbinnen de Provincie samen met Fontys ILEC, ELC-Limburg, TLN, KvK en KennisDC Logistiek reeds 6 jaar samenwerkt met ondernemers om Limburg op weg te brengen naar een internationale toppositie in de afwikkeling en regie van goederenstromen en logistieke activiteiten. De provincie Limburg ondersteunt de deelnemende MKB-bedrijven met een substantiële financiële bijdrage. Ik ben er trots op u te melden dat inmiddels ook andere provincies geïnteresseerd zijn om de INNVALL tool die in dit kader door Fontys ILEC is ontwikkeld toe te passen op hun bedrijven. Limburg zal zich blijvend moeten profileren op kennisintensieve logistiek.
3.
Versterken van onderwijs & arbeidsmarkt
Dit betekent ook het zorgen voor voldoende, hoog gekwalificeerd personeel. Daarom zet de provincie (met name via het economische beleid) in op het versterken van logistiek onderwijs & arbeidsmarkt. Hiermee kunnen we de behoefte van logistieke bedrijven en het aanbod vanuit de kennisinstellingen beter op elkaar afstemmen. We sluiten hierbij aan bij de Human Capital Agenda Logistiek.
4.
Stimuleren van investeringsbevordering & lobby
Tenslotte wil ik me inspannen voor het stimuleren van investeringsbevordering en een gezamenlijke Limburgse lobby richting Rijk en Mainports. Samen staan we sterk als Limburgse logistiek. Limburg ligt dus goed op koers. Maar we kunnen het ons niet veroorloven om achterover te leunen. Ook hier geldt: stilstand is achteruitgang. Laten we de vaart er in houden!
Voorwoord
7
Julianakanaal Echt
Haven Venlo
8
Leeswijzer Deel 1 bevat het Actieplan Logistiek Limburg (hoofdstukken 1 t/m 5). Wie snel naar de kern van het logistiek beleid wil, gaat direct naar hoofdstuk 4 (de vier majeure actielijnen) en voor het bijbehorende uitvoeringsprogramma naar hoofdstuk 6. In het inleidende hoofdstuk 1 wordt ingegaan op het belang van de logistiek en op de meest relevante trends & ontwikkelingen in de logistiek. In hoofdstuk 2 wordt het beleidskader en het logistiek streefbeeld dat ons voor ogen staat geschetst. In hoofdstuk 3 wordt een beschrijving van de huidige situatie in de Logistiek in Limburg gegeven. In hoofdstuk 4 hebben wij onze strategie aangegeven hoe we met behulp van 4 actielijnen de Limburgse logistiek willen versterken, om daarmee een bijdrage te leveren aan de ruimtelijkeconomische ontwikkeling van Limburg en aan de totstandkoming van een excellent (logistiek) vestigingsklimaat en een duurzame logistiek. De volgende 4 actielijnen geven onze beleidsfocus voor de toekomst aan: 1.
het versterken van het infrastructuurnetwerk,
2.
het stimuleren van innovatie in de logistiek,
3.
het versterken van onderwijs & arbeidsmarkt,
4.
het stimuleren van investeringsbevordering & lobby.
In hoofdstuk 5 volgt de rolinvulling van de provincie en de externe partners.
Deel 2 bevat het Uitvoeringsprogramma (hoofdstuk 6 en 7). In het Uitvoeringsprogramma (hoofdstuk 6 en verder) geven we aan wat we concreet in de komende 5 tot 10 jaar willen gaan doen. We geven aan welke projecten en activiteiten centraal staan en welke fasering daarbij wordt aangehouden. Tenslotte geven we aan hoe we via programmabeheer- en monitoring (hoofdstuk 7) de vinger aan de pols houden wat betreft de uitvoering en binnen welke financiële kaders we dit willen doen. Het Actieprogramma Logistiek Limburg (ALL) is een uitwerking van het Provinciaal Verkeersen Vervoersprogramma, actualisatie 2014 met betrekking tot het deelthema logistiek & goederenvervoer. Het ALL verwoordt het logistiek beleid voor de komende jaren en hanteert daarbij een flexibele uitvoeringsagenda (zie hoofdstuk 6). Er wordt (net als in het PVVP) een planperiode gehanteerd tot 2022, met een doorkijk tot 2030. In het PVVP wordt de algemene PVVP-hoofdlijn vertaald wordt naar ambities en strategieën voor de volgende deelthema’s: 1.
verkeers- en vervoersmanagement,
2. wegverkeer, 3. fietsverkeer, 4.
openbaar vervoer,
5.
logistiek & goederenvervoer,
6. verkeersveiligheid, 7. luchtverkeer. Hiermee is de integratie met de andere deelthema’s verzekerd. Actieprogramma logistiek
Leeswijzer
9
10
DEEL 1
Actieplan Logistiek
Actieprogramma logistiek
11
12
1
Inleiding
1.1
Het belang van de logistiek in Limburg
Het vervoer van goederen is onmisbaar voor de economie en welvaart. Het brengt grondstoffen naar de producent, goederen van de plaats van productie naar de plek van consumptie en het afval van de consument vervolgens naar de plek van afvalverwerking en/of recycling. De wereld verandert echter sterk, consumptie en de afvalberg stijgt, terwijl grondstoffen en energie schaarser worden. Volgens de sectoren hightech, chemie en agrofood ligt de oplossing in een circulaire economie. Een economie waar een product niet meer eindigt als afval, maar waarin het zo lang mogelijk hergebruikt wordt in de keten. Voor bedrijven wordt het aantrekkelijk om verantwoordelijk te blijven voor hun producten tijdens de hele levenscyclus: vanaf de productontwikkeling en productie tot en met de verpakking en het vervoer. Ruimtelijke clustering van elkaar aanvullende bedrijven die tijdens de hele keten met elkaar samenwerken is daarbij van groot belang. Het advies van de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) 1 aan gemeenten en provincies luidt dan ook om ruimtelijke clustervorming in de sectoren hightech, chemie en agrofood te stimuleren. Voor de logistiek biedt de overgang naar een circulaire economie nieuwe kansen (met name voor retourlogistiek en servicelogistiek). De sector logistiek is dan ook van strategisch belang voor de economie van Limburg en is aangewezen als één van de topsectoren in Limburg. Ook op nationaal niveau is de logistiek aangewezen als topsector. De relevantie van de Limburgse logistiek is al groot, maar kan nog groter worden. In Limburg werkt ruim 12,4% van de beroepsbevolking in een logistiek beroep 2 (in Noord-Limburg zelfs 14,9%) tegen 11% landelijk. Limburg heeft met name een logistieke toppositie kunnen opbouwen door de gunstige geografische ligging in Noord-West-Europa, in de Rijn-Maas-Scheldedelta. Limburg heeft naast de nodige infrastructuur ook een voldoende brede economische structuur met industriële en logistieke expertise in huis om van de logistieke sector een zelfstandige krachtige cluster te maken. De in Limburg aanwezige clusters Agrofood, Metaalelectro, Chemie, Healthcare, Automotive, Staal en Papier zijn veelal kennisintensieve clusters met complexe logistieke ketens. Deze zogenaamde ‘supplychains’ stellen hoge eisen aan de aan- en afvoer van grondstoffen (‘inputs’) en eindproducten (‘outputs’). Via investering in kennis en innovatie binnen de logistiek kan de logistieke toppositie van Limburg worden bestendigd en uitgebouwd. In Limburg zijn alle vervoersmodaliteiten nadrukkelijk aanwezig (weg, water, spoor, lucht én buis). Met Maastricht Aachen Airport beschikt Limburg over de op één na grootste cargo luchthaven van Nederland. 1. 2.
Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur: Nederlandse Logistiek 2040, Designed to last, juni 2013
Onderzoek Buck Consultants International, 2014
Actieprogramma logistiek
Inleiding
13
Ambitie zoals vermeld in het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan 2014: We willen in Limburg toe naar een betrouwbaar, vlot, veilig, duurzaam en doelmatig vervoer van goederen (van, naar, binnen en door Limburg), door een gericht aanbod van mobiliteitsvoorzieningen van de zijde van de overheid en goed geoutilleerde multimodale overslagvoorzieningen van de zijde van het bedrijfsleven en door een efficiënt gebruik van deze voorzieningen. Dit betekent een afgewogen keuze van maatregelen en aanpakken: ■■
Selectief: de economische bereikbaarheid en verkeersveiligheid staan voorop.
■■
Duurzaam: mobiliteit mag geen verslechtering van de leefbaarheid opleveren en moet toekomstbestendig zijn.
■■
Gevarieerd: afhankelijk van het probleem wordt ingezet op benutten, beïnvloeden, bouwen en/of faciliteren.
■■
Afgewogen; de ruimtelijk-economische noodzaak en de politieke bereidheid om middelen in te zetten bepalen de aanpak.
■■
Gebiedsgericht: d.w.z. toegespitst op de verschillen tussen de regio’s.
■■
Flexibel: het bieden van ruimte om nadere accenten te kunnen zetten.
1.2
Relevante trends en ontwikkelingen in de logistiek 3
Trend: Ontwikkeling van een lineaire naar een circulaire economie De overgang naar een circulaire economie heeft consequenties voor logistieke stromen op mondiaal, nationaal, regionaal en lokaal niveau. Op mondiaal niveau geldt: Hoe meer controle bedrijven willen uitoefenen op de complete levenscyclus van een product, hoe aantrekkelijker het wordt om dichtbij de klant te opereren: ‘nearsourcing’. Tegelijkertijd verandert op nationaal niveau de doorvoerfunctie van Nederland. Via Zeehavens in Zuid-Europa of over land per spoor ontstaan alternatieven voor de doorvoer van producten naar het Europese achterland, waarvan het economisch zwaartepunt langzaam op schuift naar het oosten. De doorvoerfunctie van Nederland krijgt steeds meer concurrentie en zal beïnvloed worden door de circulaire economie. De maatschappelijke betekenis van mainports als Rotterdam en Antwerpen en de verschillende soorten ‘valleys’ staat of valt bij het behoud van logistieke functies. Op regionaal en lokaal niveau ontstaat een toename van vervoerbewegingen. Die wordt niet alleen veroorzaakt door de toename van ‘nearsourcing’ en van ‘e-commerce‘, maar ook door een overgang naar een circulaire economie, die leidt tot een toename van servicelogistiek, retourlogistiek en thuiszorglogistiek. De verwachte toename aan regionale en lokale stromen leidt tot meer congestie en tot meer emissies. Uitdaging voor de logistiek is om negatieve effecten hiervan op de leefbaarheid te minimaliseren of verplaatsingen te voorkomen. 3.
Bron: Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur: Nederlandse Logistiek 2040, Designed to last, juni 2013.
14
Trend in de samenleving is gericht op ‘delen en hergebruiken’ in plaats van ‘bezitten en weggooien’. Door schaarser en duurder worden de grondstoffen wordt hergebruik van producten en de daarin verwerkte grondstoffen steeds aantrekkelijker. Naast schaarste aan grondstoffen is er ook schaarste aan energiebronnen en een immense afvalproblematiek. Het zoeken naar toegevoegde waarde (‘multi value creation’) door het verlenen van betere (logistieke) diensten rondom producten wordt steeds actueler. Een product zal in de circulaire economie niet meer snel eindigen als afval. Hergebruik van producten is het streven (‘cradle to cradle’ principe en verantwoord consumeren van een product door de consument). Een belangrijk onderdeel van de circulaire economie is de ruimtelijke clustering van samenwerkende en elkaar aanvullende bedrijven (bijvoorbeeld in verschillende soorten ‘valley’s’). Naast de vorming van clusters is het belangrijk dat tussen deze clusters een betrouwbaar en robuust netwerk bestaat. Betrouwbaar in de zin dat reistijden goed voorspelbaar zijn; robuust in de zin dat er alternatieve routes zijn. Dit vergt een intensivering van de aanpak in het netwerkontwerp en het netwerkbeheer, hetgeen betekent dat verschillende bestuurslagen samenwerken om bestaande netwerken zo betrouwbaar en robuust mogelijk te maken. De circulaire economie brengt mondiaal, nationaal, regionaal en lokaal een aantal veranderingen met zich mee, met consequenties voor logistieke concepten. Mondiaal: ontwikkeling naar nearsourcing (’dicht bij klant opereren’). Hiervoor zijn een viertal oorzaken: 1.
Bedrijven en consumenten worden steeds meer dienstafnemer in plaats van koper van producten. Meer diensten betekent overigens niet dat er minder producten nodig zijn, de producten blijven echter steeds vaker in eigendom van een bedrijf. Men huurt bijvoorbeeld een verwarmingsketel met bijbehorend periodiek onderhoudscontract (die in eigendom blijft) van een (logistieke) dienstverlener in plaats van er zelf een te kopen.
2.
Niet langer uitsluitend de vestigingskosten en/of de loon- en transportkosten spelen een rol bij bedrijfsvestigingen, de totale ketenkosten worden steeds belangrijker. Vroeger zorgden de loonkosten voor het verplaatsen van productie naar lageloon landen. Nu wordt het zoeken naar een hogere toegevoegde waarde, door het verlenen van een goede logistieke dienstverlening, steeds belangrijker voor bedrijven.
3.
De geopolitieke en economische machtsverhoudingen, waardoor regio’s meer zelfvoorzienend willen worden.
4.
Vraag van de consument wordt steeds klantspecifieker.
Hierdoor is het voor producenten steeds aantrekkelijker om productie- en assemblageactiviteiten regionaal te organiseren. Of de intercontinentale stromen voor een deel worden vervangen door regionale stromen, zoals ‘short sea stromen’ moet nog nader onderzocht worden. We verwachten dat een verdere professionalisering en een grootschalig gebruik van 3d printers eveneens van invloed zal zijn op de goederenstromen.
Actieprogramma logistiek
Inleiding
15
Figuur 1: Samenhang en integraliteit mobiliteitsbeleid PVVP2014
16
Figuur 6 Samenhang en integraliteit mobiliteitsbeleid.
2
Beleidskader
2.1
Beleidsactualisering
Het Actieprogramma Logistiek Limburg betreft een beleidsactualisering van het ‘Goederenvervoerplan Provincie Limburg, Meer dan bereikbaarheid alleen’ dat in maart 2007 door PS samen met (en als uitwerking van) het toenmalig Provinciaal Verkeer en Vervoerplan (PVVP) is vastgesteld. In aanvulling hierop hebben PS in 2012 het ‘Ambitiedocument Limburg Topprovincie Logistiek’ vastgesteld, als uitwerking van het coalitieakkoord 2012-2015. Het Actieprogramma Logistiek Limburg is een nadere uitwerking van het Ambitiedocument Logistiek. Verankering logistiek beleid t.o.v. andere beleidsvelden binnen de provincie Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) is een integraal plan op hoofdlijnen en vormt de kapstok voor andere provinciale beleidsdocumenten. Het POL 2014 bevat de hoofdlijnen van beleid op het gebied van Ruimtelijke Ordening, Economie, Milieu en Verkeer & vervoer. Deze hoofdlijnen worden vertaald in POL-aanvullingen, beleidsnota’s, beleidsregels, programma’s en verordeningen.
POL 2014
PVVP 2014
ALL
Het Provinciaal Verkeer en Vervoerplan (PVVP) is een POL aanvulling. Het Actieprogramma Logistiek Limburg (ALL) is een uitwerking van het deelthema ‘Logistiek en Goederenvervoer’ in het in december 2014 vastgestelde Provinciaal Verkeers- en Vervoersprogramma. Het PVVP 2014 is een onderdeel van het wettelijke POL stelsel. In het PVVP 2014 wordt de algemene PVVP-hoofdlijn vertaald wordt naar ambities en strategieën voor de volgende deelthema’s: 1.
verkeers- en vervoersmanagement,
2. wegverkeer, 3. fietsverkeer, 4.
openbaar vervoer,
5.
logistiek & goederenvervoer,
6. verkeersveiligheid 7. luchtverkeer. Hiermee is de integratie met de andere deelthema’s verzekerd. Figuur 1 geeft de samenhang en integraliteit van het mobiliteitsbeleid weer (zie ook hoofdstuk 5 van het PVVP 2014 voor de thematische inhoud).
Actieprogramma logistiek
Beleidskader
17
Beleidsdoelstellingen van het Actieprogramma Logistiek Limburg De doelstellingen van het Actieprogramma Logistiek Limburg (ALL) zijn: 1.
actualisering van het bestaande goederenvervoerbeleid, zoals vastgelegd in het ‘Goederenvervoerplan Provincie Limburg, Meer dan bereikbaarheid alleen’. Het goederenvervoerplan bevat drie beleidspijlers: Multimodaal vervoer, Infrastructuur en Logistieke Organisatie.
2.
verbreding van het ‘goederenvervoerbeleid’ tot een logistiek beleid, dat beter aansluit bij het nieuwe Topsectorenbeleid en bij de geformuleerde actielijnen uit het ‘Ambitiedocument Logistiek’ uit 2012. Dit ambitiedocument bevat de volgende actielijnen: Versterken en uitbouwen Infrastructuur, Stimuleren innovatie t.b.v. waardecreatie (inclusief Onderwijs & Arbeidsmarkt) en Investeringsbevordering & lobby.
Inhoudelijke doelstellingen van het Actieprogramma Logistiek Inhoudelijke doelstelling van het ALL is het versterken van de logistieke sector. We streven in Limburg naar een sterke, zelfstandige topsector logistiek, waarvoor de basis excellent is. Een topsector die daarnaast op de lange termijn uitblinkt als motor voor innovatie, die de concurrentiekracht van de andere topsectoren in Limburg (Chemie, Agrofood, High Tech en Life Sciences & Health) vergroot en die het Limburgse (economische) vestigingsklimaat versterkt. We willen de logistieke sector versterken door de volgende 4 actielijnen: 1. Versterken en uitbouwen van het infrastructuurnetwerk 2. Het stimuleren van innovatie ten behoeve van waardecreatie binnen de sector 3. Stimuleren van onderwijs & arbeidsmarkt 4. Investeringsbevordering & lobby Doelstellingen van het bijbehorend Uitvoeringsprogramma De doelstellingen van het uitvoeringsprogramma bij dit ALL zijn: 1.
alle bestaande projecten en activiteiten in kaart brengen, die kunnen bijdragen aan het versterken van de topsector logistiek c.q. de (inter)nationale concurrentiepositie van Limburg.
2.
nieuwe acties en projecten definiëren, die een bijdrage leveren aan de realisatie van de 4 bovengenoemde majeure actielijnen en daarmee aan het versterken van de logistieke topsector.
De projecten leveren een bijdrage aan een betere en efficiëntere afhandeling van de goederenstromen van, naar, binnen en door Limburg en aan het creëren van meer toegevoegde waarde in de logistieke keten. Enerzijds is er een link gelegd naar de programma’s uit het coalitieakkoord 2012-2015. Alle projecten vallen binnen de scope van de programma’s Bereikbaarheid & Mobiliteit (aspecten Provinciaal Omgevingsplan Limburg, fysieke infrastructuur), Innovatiekracht & Topsectoren en Onderwijs & Arbeidsmarkt.
18
Anderzijds zijn de (concrete) projecten zoveel mogelijk geclusterd naar de vier majeure actielijnen (Infrastructuur, Innovatie, Onderwijs & Arbeidsmarkt en Investeringsbevordering). Naast bovengenoemde inhoudelijke doelstellingen, is het van belang te komen tot een breed door de logistieke sector gedragen actieprogramma, waarbij de provincie de regierol heeft en alle betrokken partijen vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid de uitvoering van projecten op zich nemen. In uitzonderingsgevallen zal de provincie aanvullende ondersteuning overwegen. Logistiek heeft nadrukkelijk ook een internationale component en daarom bevat het ALL eveneens een aantal grensoverschrijdende acties en/of projecten. Draagvlak Om een breed draagvlak te krijgen is het Actieprogramma Logistiek Limburg inclusief bijbehorende uitvoeringsagenda opgesteld in nauwe samenwerking met de volgende organisaties: ■■
Greenport Venlo Innovation Center (GVIC), inmiddels opgevolgd door het Smart Logistics Center Venlo (SLCV)
■■
Limburg Economic Development (LED)
■■
Keyport Midden-Limburg
■■
European Logistics Center Limburg (ELC Limburg)
■■
Kamer van Koophandel
■■
LIOF
■■
TLN en EVO
■■
Maastricht University
■■
Fontys
■■
RWS
■■
Alsmede de gemeenten Sittard-Geleen, Venlo en Venray.
Op deze wijze zorgen we ervoor dat de projecten in ál deze Triple Helix organisaties gedragen worden. Parallel aan de eigen projecten, komen de ‘provinciale’ projecten hierdoor ook op de agenda van de Triple Helix organisatie. Hierbij kan ook rekening worden gehouden met de diverse ‘snelheden’ waarmee de regio’s o pereren. Bij dit langdurig proces past een periodieke actualisering van het uitvoeringsprogramma. De winst zit hem in de gezamenlijke aanpak door Overheid, Onderwijs en Ondernemers: hierdoor wordt het organiserend vermogen in gang gezet.
Actieprogramma logistiek
Beleidskader
19
© Copyright 2015 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Vrijdag, 22 mei 2015
VRACHTWAGENS Kilometerheffing België schaadt concurrentiepositie Limburgse transporteurs
Door het groeiend wegtransport is het vaak druk bij de Nederlands-Belgische grens.
foto Hollandse Hoogte
‘Oneerlijk speelveld door tol’ De invoering van de kilometerheffing in België voor vrachtauto’s, kost de Nederlandse transportsector zo’n 36 miljoen euro per jaar. Limburgse vervoerders reageren niet blij. door Frans Dreissen
L
imburgse transportbedrijven worden straks relatief harder getroffen door de vrachtwagentaks in België dan bedrijven in andere regio’s. Daarnaast schaadt het pakket aan compenserende maatregelen voor de Belgische sector de concurrentiepositie. Met name in de grensstreek zal dit leiden tot verlies van marktaandeel ten gunste van de Bel-
20
gische vervoerders, zo is de vrees. „De tolheffing zorgt alleen maar voor extra kosten, waar wij helemaal niks voor terugkrijgen”, zegt Rob Hermans van DSV in Venlo, een van de drie grootste logistieke dienstverleners in Europa. „Files zullen niet oplossen, de kwaliteit van de wegen niet direct verbeteren. Ik verwacht ook dat er geen vrachtkilometer minder gereden zal worden.” Jon Kuiper van Koopman Logistics in onder meer Born, stoort zich al langer aan toenemende bureaucratie in de sector, de vele tolsystemen en oneerlijke concurrentie. Hij pleit voor harmonisatie van regels in Europa. Volgens vele transporteurs slaat de Vlaamse minister Weyts de plank volledig mis. „Hij stelt dat met deze maatregel de vele buitenlandse vrachtauto’s ook meebetalen aan zijn wegennet. Dat is echter al het geval met het Eurovig-
net dat buitenlandse vrachtautochauffeurs moeten aanschaffen voordat zij in België mogen rijden”, zegt Transport en Logistiek Nederland (TLN). Een complicerende factor is dat elk gewest (Vlaanderen, Brussel, Wallonië) een eigen tarief hanteert, waardoor de heffing uiterst grillig en onvoorspelbaar wordt. „Dit is lastig werken voor bedrijven die vaak langlopende tariefafspraken maken met klanten.” Nederland lijkt op de Europese tolkaart onderhand een blinde vlek te worden. TLN gaat snel in overleg met het Rijk om in ieder geval de nadelen voor de Nederlandse ver-
Vrees voor verlies van marktaandeel in de grensstreek ten gunste van de Belgische vervoerders.
voerssector te voorkomen. Vlaanderen hanteert een kilometerbeprijzing van 7 tot 20 cent, afhankelijk van het gewicht, de uitstoot en type weg. De heffing gaat gelden voor de E40 (Luik-Brussel), E313 (Luik-Antwerpen), E314 (Maasmechelen-Leuven), N2 (Maastricht-Brussel), N20 (Luik-Hasselt) en N80 (Namen-Hasselt). Wallonië en Brussel komen later met hun prijs- en wegenlijst. Vlaanderen denkt met de tol 310 miljoen op te halen. Ter vergelijking: Duitsland int bij vrachtvervoerders zo’n 4,5 miljard euro per jaar. Overigens heeft eurocommissaris Frans Timmermans gisteren bij omroep BNR gezegd dat de Europese Commissie het Duitse plan voor tolheffing (van personenauto’s) zal blokkeren. „De Europese Commissie zal niet toelaten dat buitenlandse automobilisten meer geld kwijt zijn dan Duitsers.”
2.2
Beleidsambitie: Streefbeeld logistiek (de gewenste situatie)
De logistieke sector wordt gezien als een belangrijke groeisector voor de komende jaren. We moeten de huidige toppositie in nationaal verband zien te behouden en waar mogelijk te versterken om onze concurrentiepositie, welvaart en toekomstige werkgelegenheid te vergroten. Dat kan alleen door een nog sterkere inzet op logistiek. In het Ambitiedocument Limburg Topprovincie Logistiek, ‘meer toegevoegde waarde meer synergie’ (2012) is onze visie en ambitie ten aanzien van de topsector logistiek reeds geformuleerd (zie onderstaand citaat uit genoemd Ambitiedocument in kader). Ambitie: Limburg Topprovincie Logistiek: “Naar meer toegevoegde waarde en synergie” We streven in Limburg naar een sterke, zelfstandige topsector logistiek, waarvoor de basis excellent is. Een topsector die daarnaast op de lange termijn uitblinkt als motor voor innovatie, die de concurrentiekracht van de andere topsectoren in Limburg (Chemie, Agrofood, High Tech en Life Sciences & Health) vergroot en die het Limburgse (economische) vestigingsklimaat versterkt. Vertrekpunten daarbij zijn: ■■
Blijven investeren in de fysieke infrastructuur vooral daar waar de knooppuntfunctie aangepast dan wel versterkt moet worden;
■■
Blijvende aandacht voor optimale benutting van alle modaliteiten om de toekomstige logistieke stromen in samenhang te faciliteren;
■■
Stimuleren van innovatie in de logistiek voor economische structuurversterking en het verzekeren van toekomstige werkgelegenheid.
Actielijnen: ■■
versterken en uitbouwen van het infrastructuurnetwerk;
■■
het stimuleren van innovatie ten behoeve van waardecreatie binnen de sector (incl. onderwijs & arbeidsmarkt);
■■
Investeringsbevordering & lobby.
We willen de relatief sterke positie die Limburg momenteel op logistiek gebied heeft behouden en versterken. Dit om de concurrentie met andere regio’s in binnen- en buitenland succesvol aan te gaan en onze sterktes uit te bouwen en de kansen te benutten. De provincie wil zorg dragen dat Limburg een aantrekkelijke vestigingslocatie blijft voor zowel bestaande als voor nieuwe industriële én logistieke bedrijven. Hierbij wordt zoveel mogelijk ingezet op het versterken van de reeds aanwezige ruimtelijke clusters van bedrijvigheid (zoals o.a. Chemelot en Greenport) in Limburg, om hiermee maximaal te kunnen inspelen op de nieuwe kansen die de transitie naar een circulaire economie voor de topsector logistiek biedt.
Actieprogramma logistiek
Beleidskader
21
Ook een complete en goed geoutilleerde grensoverschrijdende multimodale ontsluiting draagt bij aan een excellent vestigingsklimaat in Limburg. We willen dit doen via het optimaliseren van de fysieke (grensoverschrijdende) infrastructuur en via een optimale benutting van alle modaliteiten (weg, water, spoor, buis én lucht). Hierdoor zal de leverbetrouwbaarheid van goederen en producten verbeteren. Daarbij is het enerzijds van belang dat de fysieke infrastructuur op orde is, dat wil zeggen zowel de regionale als de (inter)nationale verbindingen en knooppunten. Daarnaast is het essentieel dat het vervoerend bedrijfsleven erop gericht is (en zo nodig hiertoe wordt verleid), om de beschikbare transportfaciliteiten zo slim mogelijk te gebruiken. Door te blijven investeren, maar vooral door te innoveren in de logistiek willen we een aantrekkelijke regio blijven voor (bestaande én nieuwe) maakindustrie en voor logistieke dienstverleners. Hiermee willen we werkgelegenheid in eigen regio behouden en nieuwe werkgelegenheid aantrekken. Tenslotte kan door meer samenwerking in het bedrijfsleven en door innovatie de organisatie van het vervoer worden geoptimaliseerd. Uitgangspunt is dat de twee logistieke knooppunten Noord- en Zuid-Limburg elkaar versterken in hun logistieke activiteiten. Limburg heeft ‘als springplank naar Europa’ (naast de nodige grensoverschrijdende infrastructuur) ook voldoende economische potentie om de positie van de logistieke sector te verstevigen (zie figuur 2: Logistiek netwerk Limburg). De regio Noord-Limburg is met name gericht op Agrofood & agrologistiek (Greenpark en Flora Holland), metaalelectro (o.a. Canon Group, Xerox) en de elektrotechnische industrie, distributielogistiek en hoogwaardige logistieke dienstverlening (bijv. Customs & trade compliance). Ook de recente ontwikkelingen in de e-commerce bieden goede kansen voor de logistiek. De regio Zuid-Limburg is veelal gericht op Chemie (o.a. Sabic, DSM), Healthcare & cure (o.a. AZM, Medtronic, Boston Scientific), Automotive (o.a. VDL) en de overige maakindustrie (zoals Staal en Papier). In de regio Midden-Limburg ligt het accent op de energiesector en de maakindustrie. Bedrijven in Midden-Limburg kunnen voor de afvoer van hun goederenstromen gebruik maken van de overslagterminals in beide knooppunten. De Provincie wil maximale synergie tussen de twee logistieke knooppunten bewerkstelligen, waardoor zij elkaar kunnen versterken. Of het nu gaat om investeringen op de juiste plek, een gespreid en met het regionale bedrijfsleven afgestemd opleidingsaanbod, innovatie, of het voeren van een gezamenlijke lobby, nog sterker dan voorheen kan hier synergie worden bereikt. Dat is de kerninzet van de Provincie Limburg. Voor een sterke logistieke regio zijn in de eerste plaats bereikbaarheid en ruimte van groot belang. Ten aanzien van bereikbaarheid zetten wij in op een goede grensoverschrijdende infrastructuur via weg, water, spoor, lucht en buisleiding. De bereikbaarheid en daarmee de leverbetrouwbaarheid van goederen komt onder druk te staan door toenemende congestie.
22
Logistiek netwerk Limburg
Rotterdam/ Amsterdam
weg
Gennep
water rail
A 77
3 A7
Luchthaven
A 57
Binnenhaven
Ro
Railterminal Bargeterminal
tte
rd
Barge- en Railterminal
Airport Weeze
Wanssum
Goch/ Duisburg
am Ma as
Operatiegebied logistiek knooppunt
lijn
Rotterdam Brabantro
ute
Rotterdam/ Amsterdam
A67
Duisburg
A 40
Venlo
61
Mönchengladbach/ Düsseldorf
A73
ro as
A
Ma
A2
Duisburg ute
Antwerpen Leudal
Weert
A 52
Roermond
Düsseldorf
IJzeren Rijn niet in gebruik
Maasgouw
Antwerpen Zuidlijn
Born
N 297
B56
A46
Düsseldorf
A2
2017 gereed
Keu
Stein Chemelot
Antwerpen
len
A76
Lanaken
Maastricht Aachen Airport A79
A7
Maastricht
6
A2
Sluis Ternaaien 2015
14-40 0 2km 17 maart 2015
10km
Luik/Antwerpen Liège Airport
Aken/Köln
Zuid-Europa
A4
Figuur 2: Logistiek netwerk Limburg (logistiek knooppunt Noord-Limburg en Zuid-Limburg)
Actieprogramma logistiek
Beleidskader
23
Daardoor is nog meer dan voorheen stimulering van en sturing op multimodaal vervoer noodzakelijk. Hiervoor voeren wij een effectieve lobby bij de rijksoverheid (o.a. via het MIRT overleg). Ten aanzien van ruimte dient te worden ingezet op kwaliteit en selectiviteit in bedrijvigheid. Bij het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid ligt onze focus op die logistieke activiteiten die de grootste toegevoegde waarde creëren, met name Value Added Logistics (VAL) activiteiten, Value Added Services (VAS) en ketenregie. Streefbeeld voor de toekomst: De provincie Limburg heeft de ambitie om er voor te zorgen dat Limburg in 2020 een internationale logistieke toppositie heeft 1) in de afwikkeling van goederenstromen, 2) als ketenregisseur van internationale logistieke activiteiten en 3) als provincie met een aantrekkelijk innovatie- en vestigingsklimaat voor het verladend en logistieke bedrijfsleven. Om dit streefbeeld te bereiken werkt de provincie Limburg met haar partners aan de uitbouw van kennisintensieve logistiek: het bedenken en ontwikkelen en op grote schaal toepassen van nieuwe logistieke werkwijzen. Innovatieve logistiek is bovendien een randvoorwaarde voor het succes van andere (top)sectoren, aangezien men hierdoor de concurrentiepositie t.o.v. het buitenland verstevigt. De in Limburg sterk aanwezige clusters zijn kennisintensieve innovatieve clusters met complexe supplychains, die hoge eisen stellen aan de aan- en afvoer van grondstoffen en eindproducten. De logistieke sector kan de innovatieve oriëntatie van deze topspelers afstemmen op de eigen logistieke expertise en benutten in het ontwikkelen van innovatieve ‘Value Added Logistics en Services’ activiteiten en ketenregie-activiteiten. Hier liggen kansen (op de arbeidsmarkt) voor onze provincie. Daarom zet de provincie in op kennis, innovatie en onderwijs op logistiek gebied. De positie van Limburg als logistieke hotspot kan aanzienlijk worden versterkt door strategische (inter)nationale samenwerkingsrelaties met de Mainports Rotterdam en Antwerpen en de continentale draaischijven Duisburg en Keulen. Dit leidt tot meer sturing op goederenstromen, waardoor meer toegevoegde waarde activiteiten (zogeheten Value Added Logistics en Value Added Services) en ketenregie in Limburg mogelijk worden. Ook op andere ontwikkelingen in het buitenland (o.a. Trilogiport in Luik) zal de provincie anticiperen om de positie te versterken, bijv. door de samenwerking op te zoeken. Limburg zal de logistieke kennisontwikkeling aanwenden in haar functie als ‘extended gateway’ van de Mainports Rotterdam en Antwerpen. Tenslotte staat Limburg sterker als er een gezamenlijke lobbystrategie in Den Haag en Brussel wordt gevoerd onder regie van de Provincie. Op die manier kunnen de regio’s Noord-, Middenen Zuid-Limburg van elkaar profiteren en kunnen zij als één logistiek cluster gepresenteerd worden. Uiteraard willen we deze lobby niet alleen als overheden voeren, maar juist ook sámen met het bedrijfsleven, teneinde de logistieke positie van heel Limburg te versterken.
24
Eifeltor te Keulen
Toekomstimpressie Trilogiport te Luik
Actieprogramma logistiek
Beleidskader
25
Limburg in Noordwest-Europees perspectief Corridor Logistiek knooppunt Noord en Zuid Limburg Metropool
Randstad
Noord Limburg
Vlaamse Ruit
© Provincie Limburg afdeling BSEBC com7105_070319_4liminperspectief.ai
Figuur 3: Limburg in Noordwest-Europees perspectief
26
RuhrGebied Zuid Limburg
3
Logistiek in Limburg (beschrijving huidige situatie)
De provincie Limburg grenst aan Duitsland en België en binnen Nederland aan de provincies Noord-Brabant en Gelderland. Door de strategische ligging van Limburg tussen de Mainports Rotterdam en Antwerpen en de twee grote continentale draaischijven in Duisburg en Keulen, is de provincie goed uitgerust voor de uitdagingen van de globaliserende economie. Limburg is gelegen in een afzetmarkt van circa 30 miljoen mensen die binnen een straal van 100 km kan worden bevoorraad. De grote internationale goederenstromen (vanuit Amerika en Azië) worden via deze draaischijven afgewikkeld. Limburg is via het multimodale netwerk voor weg, water, rail, lucht en buis, verbonden met de mainports en de inlandknooppunten (een complex van bedrijventerreinen, terminals en infrastructuur).
Haven Stein
Actieprogramma logistiek
Logistiek in Limburg
27
Port of Rotterdam
Limburg: springplank naar Europa
Amsterdam Apeldoorn
Mainport
Zutphen
Utrecht
Continentale draaischijf
Den Haag Arnhem
Inlandterminal
Rotterdam
Zeehaven
Tiel Nijmegen
Oss
Dordrecht Moerdijk
Waalwijk Oosterhout Dongen
Roosendaal
Vlissingen Sloe Zeebrugge
Knokke-Heist
Breda
Tilburg
Venray Eindhoven
Terneuzen
Duisburg Essen
Venlo
Krefeld
Nederweert
Antwerpen
Neerpelt
Brugge
Weert
Roermond
Mönchengladbach
Düsseldorf
Meerhout
Gent Mechelen
Kortrijk
Wanssum
Helmond
Turnhout
Oostende
Gennep
's-Hertogenbosch
Bergen op Zoom
Kleve
Genk
Leuven
Hasselt
Born Stein
Lanaken
Brussel
Sittard
Köln
Heerlen
Maastricht
Aachen Stolberg
goederenvervoer corridor tussen mainports en Europese achterland logistiek knooppunt
Liège
Düren Bonn
Eupen Verviers © Provincie Limburg
Figuur 4: Limburg springplank naar Europa
28
3.1
Hiërarchie van internationale knooppunten
In ons deel van West-Europa zijn twee Mainports (maritieme draaischijven) te onderscheiden: Rotterdam en Antwerpen en twee continentale draaischijven: Duisburg en Keulen. De belangrijkste grote internationale stromen worden via deze 4 draaischijven afgehandeld. De mondiale vrachtroutes gaan steeds vaker uitsluitend via de allergrootste zeehavens (o.a. Rotterdam). Daarnaast worden de stromen binnen Noordwest Europa afgehandeld tussen de Mainports Rotterdam en Antwerpen en de continentale draaischijven in Noordrijn Westfalen. Daartussen bevinden zich tal van kleinere logistieke (inland)knooppunten: een complex van bedrijventerreinen, terminals en infrastructuur. In Limburg onderscheiden we de logistieke knooppunten Noord- en Zuid-Limburg. Bij de logistieke knooppunten die voor Limburg van belang zijn gaat het niet alleen om de Mainports Rotterdam en Antwerpen, en de internationale knooppunten Duisburg en Keulen, maar ook om de zeehavens van Terneuzen, Vlissingen, Moerdijk en Zeebrugge die belangrijke schakels in het goederenvervoer vormen. Er is overigens een toenemende samenwerking tussen deze zeehavens. Het perspectief voor goederenvervoer kan aanmerkelijk verbeteren wanneer meer samenwerking tussen de Mainports en inlandterminals tot stand wordt gebracht. Enkele belangrijke inlandterminals zijn o.a. Tilburg, Eindhoven/Helmond, Venlo, Wanssum, Born, Stein, Chemelot, Genk (B), Luik (B), Meerhout (B), Neuss/Düsseldorf (D). Behalve de aanwezige barge- en railterminals zijn er binnen de knooppunten ook nog tal van kleinere overslaglocaties via water en spoor aanwezig. Limburg wordt doorsneden door een aantal belangrijke goederenvervoercorridors: ■■
de zuidelijke verbinding tussen de haven van Rotterdam en het Duitse Ruhrgebied (A67)
■■
de noordelijke route tussen de haven van Antwerpen en het Duitse Ruhrgebied (A67)
■■
de zuidelijke route tussen de haven van Antwerpen en het Duitse Ruhrgebied (de A76)
■■
ook een belangrijke grensoverschrijdende spoorcorridor loopt via Venlo naar Duitsland (Brabantroute)
■■
tenslotte vormt de Maasroute (die een directe verbinding vormt met de haven van Rotterdam) een belangrijke corridor over water
Voor (Zuidoost) Nederland en voor Limburg specifiek is de ontwikkeling van de kenniseconomie van groot belang. Aangezien veel kennisclusters en innovatiecentra langs de autosnelweg A2 liggen, werd ook wel gesproken van de A2 als kennisas (inclusief de daaraan gelegen campussen). Tegenwoordig wordt niet meer gesproken over kennisas en campussen maar over Brightlands. Zuidoost Nederland wordt gekenschetst als Top Technologische Regio, de kennisdriehoek Eindhoven-Leuven-Aken. De provincie ligt midden in de grensoverschrijdende technologische topregio die vier Euregio’s omvat en gekenmerkt wordt door een hoge concentratie aan publieke en private kenniscentra die kansen bieden voor grensoverschrijdende samenwerking.
Actieprogramma logistiek
Logistiek in Limburg
29
Juist voor deze kennissector en voor de afhandeling van hoogwaardige producten is goederenvervoer via de lucht essentieel. Er is overigens géén enkele regio in Europa die via de lucht zo goed bereikbaar is als Limburg. Twee internationale airports (Brussels Airport en Düsseldorf International Airport) én zes regionale luchthavens (Köln-Bonn Airport, Airport Weeze, Liège Airport, Charleroi Airport, Eindhoven Airport en Maastricht Aachen Airport) liggen binnen anderhalf uur rijden vanuit Limburg.
Limburg is een ‘logistieke draaischijf’. De logistieke sector is van groot belang voor de regionale economie. Logistieke bedrijven zijn van essentieel belang voor de ondersteuning van de eigen industriële bedrijven (de maakindustrie), maar verzorgen ook de steeds groeiende goederenstromen van en naar economische centra in Limburg en de stromen door de provincie (transitostromen). Binnen de provincie Limburg onderscheiden we twee multimodale logistieke knooppunten. Vanuit de Limburgse terminals worden shuttlediensten per spoor en water aangeboden naar Rotterdam, Antwerpen, Nordrhein Westfalen, Luik en Italië.
30
3.2
Logistiek knooppunt Noord-Limburg
Noord-Limburg en meer specifiek de regio Venlo/Venray vervult een strategische functie op een van de belangrijkste goederenvervoercorridors (A67, Maasroute, Brabantroute) van Europa die zowel de Nederlandse als de Belgische Mainports verbindt met het industriële hart van Europa. In deze regio zijn drie belangrijke economische sectoren te onderscheiden: namelijk de agrofood, de maakindustrie en de logistieke sector. De Venlose bedrijventerreinen (Venlo Trade Port, Trade Port West, Trade Port Oost en Trade Port Noord) ontwikkelen zich tot centrale overslagpunten in de internationale goederenstromen. Via de bargeterminal Venlo en de twee railterminals kunnen de goederen multimodaal worden aan- en afgevoerd. Het merendeel van de logistieke dienstverleners in Nederland heeft dan ook een of meer vestigingen in de regio Venlo. Ook Venray vervult een wezenlijke rol bij de ontwikkeling van de regio Noord-Limburg tot logistiek knooppunt en economisch kerngebied, mede door de ligging aan de A73 en de aanwezigheid van de bargeterminal in de haven van Wanssum. De bedrijvigheid in Venray heeft de laatste jaren een sterk logistiek accent gekregen. Dit blijkt uit de vestiging van grote internationaal opererende bedrijven die goederen via meerdere modaliteiten aan- en afvoeren.
A67, Maasroute ter hoogte van Venlo
Actieprogramma logistiek
Logistiek in Limburg
31
3.3
Logistiek knooppunt Zuid-Limburg
Zuid-Limburg is gelegen aan de nationale A2/kennisas en aan de logistiek belangrijke oostwestas, die een onderdeel vormt van de internationale goederenvervoercorridor tussen de haven van Antwerpen en het Duitse Ruhrgebied (de A76, Maasroute, spoorlijnen Sittard-HeerlenDuitsland en Sittard-Maastricht-België). In deze regio zijn de volgende belangrijke economische sectoren te onderscheiden: healthcare, chemie en de overige maakindustrie (zoals automotive, staal, papier) en de logistieke dienstverlenings- en transportsector. Belangrijke logistieke bedrijventerreinen in Zuid-Limburg zijn: Holtum-Noord, Businesspark Midden-Limburg, Aviation Valley, Avantis/Trilandis. Daarnaast zijn ook op de Beatrixhaven en op Business Park Stein veel logistieke bedrijven gevestigd. Via de barge- en railterminals in Born, Geleen en Stein kunnen de goederen multimodaal worden aan- en afgevoerd. Het Chemiecomplex Chemelot beschikt over een rechtstreekse aansluiting op het buisleidingennetwerk. Maastricht Aachen Airport vormt een hoogwaardige schakel in de multimodale overslag van luchtvracht. De logistieke functie van Zuid-Limburg is niet alleen gericht op de ondersteuning van de aanwezige industriële bedrijvigheid, maar ook op het internationaal goederenvervoer getuige de aanwezigheid van een groot aantal Europese distributiecentra.
Holtum-Noord, Born
32
3.4
Economische clusters in Limburg
De beide logistieke knooppunten Noord-Limburg en Zuid-Limburg ondersteunen de bedrijvigheid van de volgende kennisintensieve economische clusters met toonaangevende bedrijven en hieraan gekoppelde (in meer of mindere mate gespecialiseerde) logistieke dienstverleners: ■■
Agrofood
De uitstraling van Greenport Venlo gaat verder dan alleen de regio Noord-Limburg en strekt zich ook uit over een deel van Noord-Brabant, namelijk de food-driehoek Helmond, Veghel, Greenport Venlo. Dit gebied vormt het tweede tuinbouwgebied van Nederland. Samen met het agro-gebied Niederrhein vormt dit het grootste agrofood cluster van Europa. ■■
Healthcare & cure
Een groot aantal internationale fabrikanten van medische instrumenten zijn gevestigd in de regio Zuid-Limburg. Ook het Academisch Ziekenhuis te Maastricht levert een belangrijke bijdrage aan deze belangrijke economische cluster. ■■
Chemie
In Zuid-Limburg bevindt zich een groot chemiecomplex (DSM, SABIC, Brightlands Chemelot) te Sittard-Geleen. ■■
Automotive
In de nabijheid van VDL-Nedcar zijn een groot aantal automotive gelieerde bedrijven gevestigd. ■■
Staal
In de Beatrixhaven in Maastricht is een belangrijke concentratie van staalbedrijven en staal gelieerde bedrijvigheid gevestigd. ■■
Papier
De papierindustrie is prominent aanwezig met SAPPI te Maastricht en Smurfit Kappa te Roermond. De sterkte van bovenvermelde clusters wordt versterkt door het aanwezige hoge kennisniveau van de logistiek bij Fontys Hogescholen, Zuyd Hogeschool, Universiteit Maastricht, Open Universiteit en de RWTH te Aachen.
Staalcluster Beatrixhaven Maastricht, Maasterminal
Actieprogramma logistiek
Logistiek in Limburg
33
3.5
Beschrijving infrastructuurnetwerk
TEN-T: Trans-Europese Vervoersnetwerken Het Europees Transport Netwerk (TEN-T) heeft als doel om binnen de Europese Unie tot één grensoverschrijdend hoofdnetwerk te komen voor vervoer over land, water en door de lucht. In 2013 is een besluit genomen om binnen TEN-T een onderscheid te maken in ‘core’ (kernnetwerk) en ‘comprehensive network’ (uitgebreid netwerk). De rol van het ‘comprehensive network’ is dat het ‘core network’ binnen 30 minuten bereikbaar moet zijn. Bij deze indeling vallen de Limburgse binnenhavens en een aantal spoorlijnen en autosnelwegen onder het ‘comprehensive network’. Het ‘core network’ bestaat uit 9 corridors, waarvan 3 corridors door Nederland lopen. Alleen de Maasroute is opgenomen in de corridor North Sea-Mediterranean Corridor. De A67 is onderdeel van de corridor Rhine-Alpine. De EU stelt financiële middelen beschikbaar voor de cofinanciering van het TEN-T netwerk. Vanuit onze provinciale regierol is er Europese subsidie in het kader van ‘vrachtwagen-parkeren’ aangevraagd.
REGULATION (EU) No 1316/2013 O.J. L348 - 20/12/2013
Figuur 5: TEN-T.
34 REGULATION (EU) No 1316/2013 O.J. L348 - 20/12/2013
Kernnetwerk De Nederlandse overheid heeft in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) een kernnetwerk opgenomen. De overheid concentreert haar investeringen op het kernnetwerk. Vanuit het Platform Logistiek is geadviseerd om daar nog enkele verbindingen van nationaal belang voor het goederenvervoer aan toe te voegen. Samen met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) brengen de provincies Limburg, Noord-Brabant en Gelderland in twee MIRTonderzoeken de kansen en belemmeringen voor het goederenvervoer in kaart: ■■
op de corridor Rotterdam – Arnhem/Nijmegen – Duitsland (goederencorridor Oost);
■■
op de corridor Rotterdam – Brabant/Limburg – Duitsland (goederencorridor Zuid).
Alle modaliteiten (wegen, spoor, vaarwegen, buisleidingen) en multimodale knooppunten worden meegenomen. Het Ministerie van I&M voert de corridorstudies uit samen met regionale overheden, bedrijven en logistieke spelers op de corridors. De geografische scope van de goederencorridor Zuid richt zich in ieder geval op de A16/A58/ A67, de Brabantroute (spoor), de Maas, de aanliggende terminals en de buisleidingen van de mainport Rotterdam tot de Duitse grens.
Twee lagen eerste laag Internationaal kernnet opgenomen in SVIR internationale achterlandverbindingen van main-, brain- en greenports horizon 2040 voetnoot A4 zuid / A16
tweede laag Nationaal kernnet aangekondigd in SVIR: “Het Rijk werkt samen met de sector en de regio’s een nationaal kernnet uit.” 9
Kernnet Logistiek
1 februari 2013
Figuur 6: Kernnetwerk uit de SVIR
Actieprogramma logistiek
Logistiek in Limburg
35
Wegen In Limburg is recent de capaciteit van de hoofdinfrastructuur uitgebreid. De spitsstroken op de A2, de fly-over op knooppunt Kerensheide en de realisering van de A74. Op dit moment wordt er gewerkt aan een grootschalige verbetering van de capaciteit van de infrastructuur, namelijk de A2 ondertunneling stadstraverse in Maastricht.
A2 ondertunneling stadstraverse Maastricht (werk in uitvoering)
Volgens planning zal het wegvak van de A2 tussen Kerensheide en het Vonderen structureel tot 2x3 rijstroken worden verbreed (in 2023). Voor de A67 is een vergroting van de capaciteit tussen Eindhoven en Venlo/Duitse grens, vanwege de bezuinigingen bij de Rijksoverheid, nog niet in de planning opgenomen. Zowel de A2 als de A67 zijn kwetsbaar, omdat binnen de noord-zuid en west-oost corridor van Limburg geen parallelle alternatieven beschikbaar zijn. Door de groei van de economische activiteiten in de logistieke knooppunten zullen er op termijn knelpunten optreden die aandacht behoeven, met name op de A67- Venlo/Duitse grens, op de A76 en op de A2 (Eindhoven - ‘t Vonderen). Conclusie wegen Rekening houdend met de recent gerealiseerde en de momenteel in de pijplijn zittende wegenprojecten (zie figuur 7) is het wegennetwerk qua capaciteit richting 2030 grotendeels op orde. Het is goed dat diverse projecten worden aangepakt, maar er blijven knelpunten over. Concreet zet de provincie in op de genoemde opgaven in figuur 7.
36
Figuur 7 geeft een overzicht van de knelpunten en /of aandachtspunten in de Limburgse infrastructuur, die momenteel worden opgelost (dit is al bereikt) en die nog moeten worden opgelost (de opgave).
Weginfrastructuur
Knelpunt/aandachtspunt:
reeds gepland en/of in uitvoering
momenteel in uitvoering
A2
Stadstraverse door Maastricht
Toelichting
A2 tunnel eind 2016 gereed
A2 Kerensheide-‘t Vonderen
Ombouw naar 2x3 (gereed 2023)
A4 Aachen - Köln ombouw naar
Ombouw naar 2x3 (gereed 2016)
2x3 rijstroken Ombouw Kreuz Aachen N297/B56n/A46 N270 Wanssum-Venray
Gereed 2015 Geen directe verbinding Born-
Ontbrekende deel B56n wordt in
Düsseldorf
2015 gerealiseerd
Aansluiting op A73 bij Venray en
Het project ‘Via Venray’ en het
ontsluiting haven Wanssum
project ’Ooijen Wanssum’ bieden hiervoor een oplossing.
A67/A73 Knooppunt
Dimensionering
Zaarderheiken
Capaciteit weefvakken wordt uitgebreid
Weginfrastructuur
Knelpunt/aandachtspunt:
Toelichting
de opgave
nog op te lossen
A73 (tussen A67 en A74)
Kwaliteit afwikkeling wegvakdeel
Verbreding tot 2x3 rijstroken
onvoldoende
is noodzakelijk, eventueel spitsstroken voor de korte termijn
A76 tussen Kerensheide en Ten
Kwaliteit afwikkeling wegvakdeel
Verbreding tot 2x3 rijstroken
Esschen
onvoldoende
is noodzakelijk, eventueel
A2 Eindhoven - t’ Vonderen
Kwaliteit afwikkeling wegvakdeel
Verbreding tot 2x3 rijstroken
onvoldoende
is noodzakelijk, eventueel
spitsstroken voor de korte termijn
spitsstroken voor de korte termijn A67 Leenderheide-Venlo
Kwaliteit afwikkeling wegvakdeel
Verbreding tot 2x3 rijstroken
onvoldoende
is noodzakelijk, eventueel spitsstroken voor de korte termijn (MIRT-studie goederencorridor Rotterdam-Brabant-LimburgDuitsland is opgestart)
Haven van Roermond:
Aansluiting op de N280 is onvoldoende
Haven Zevenellen (te Leudal)
Ontsluiting op N273/N280 is onvoldoende
Ontsluiting Holtum-Noord
Ontsluiting via onderliggend wegennet is onvoldoende
Figuur 7: Knelpunten Weginfrastructuur
Actieprogramma logistiek
Logistiek in Limburg
37
Vaarwegen Op dit moment wordt er gewerkt aan een grootschalige verbetering van de capaciteit van de vaarweginfrastructuur, namelijk de modernisering van de Maasroute. Via de ‘Quick win regeling’ zijn belangrijke verbeteringen aan de binnenhavens gerealiseerd. De professionalisering van en samenwerking tussen de Limburgse binnenhavens is opgepakt. Van belang is wel om voldoende watergebonden locaties beschikbaar te hebben, eventueel door een ‘herlocatie’ van activiteiten die geen directe aansluiting op het water nodig hebben. Provinciale Staten (PS) heeft in haar vergadering van 14 juni 2013 een motie aangenomen om de ambities en acties uit de Havennetwerkvisie Limburg 2030 versneld uit te voeren. Gelet op de snelle ontwikkelingen in de logistieke sector vindt PS het belangrijk dat de Uitvoeringsagenda tezamen met de aanbevelingen uit de Havennetwerkvisie Limburg 2030 versneld binnen de a fgesproken tijdskaders worden uitgevoerd. Als antwoord op deze motie is aangegeven dat de uitvoering van de Quickwin-projecten en 24/7 sluisbediening is opgepakt. Oplossingen op het gebied van de stikstofproblematiek worden meegenomen in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Voor de uitvoering van ambities en aandachtspunten uit de Havennetwerkvisie zijn middelen opgenomen in de begroting van 2015. Bestuurlijk is afgesproken de Uitvoeringsagenda Havenbeheer na maart 2014 te continueren en te actualiseren. Er is een gezamenlijk onderzoek opgestart naar de mogelijke vormen van samenwerken en verder professionaliseren van het havenbeheer. Voor de uitbreiding van de bargeterminal in Venlo is drie mln. euro toegezegd (in relatie tot de railterminal Greenport Venlo waarvoor vijftien mln. euro is toegezegd). Voor de havenuitbreiding van Wanssum heeft de provincie twee mln. euro toegezegd in het kader van de Quickwinregeling binnenhavens. Als aanvulling op de Havennetwerkvisie Limburg 2030 is in opdracht van de bestuurders onderzoek gedaan naar de ‘Verdieping van de bulk- en stukgoedstromen’ in de Limburgse binnenhavens. Tevens is in juni 2013 een onderzoek opgeleverd over de ‘Grensoverschrijdende goederenstromen’ van en naar Limburg. Dit laatste onderzoek geeft aan dat de Maasroute voldoet aan de definitie van de status van hoofdtransportas. Dit laatste zou betekenen dat voor de sluisbediening de standaard 24/7 is. Deze status is ook van belang voor de prioritering van investeringsprojecten langs de Maas. Conclusie vaarwegen Rekening houdend met de recent gerealiseerde en nog geplande uitbreidingen is het havennetwerk voor het container- en bulkvervoer qua capaciteit richting 2030 grotendeels op orde. Concreet zet de provincie in op het faciliteren en optimaliseren van de bargeterminals in Venlo, Wanssum, Born en Stein. Inzet van de provincie is om de status hoofdtransportas voor de Maasroute te verkrijgen.
38
Figuur 8 geeft een overzicht van de knelpunten en /of aandachtspunten in de Limburgse infrastructuur, die momenteel worden opgelost (dit is al bereikt) en die nog moeten worden opgelost (de opgave).
Waterinfrastructuur
Knelpunt/aandachtspunt:
Toelichting
gerealiseerd en/of in uitvoering
momenteel in uitvoering
Maasroute
Geen 24 uurbediening van de
Overeenkomst in oktober 2013
sluizen
voor 7x24 uurbediening vanaf 1-12015 (geldt voor periode van 2015 tot 2024)
Ternaaien
4e Sluis van Ternaaien
Volgens planning 2015 gereed
Waterinfrastructuur
Knelpunt/aandachtspunt:
Toelichting
de opgave
nog op te lossen
4-laags containervaart tussen
Tussen haven van Born en
De bruggen zijn door ministerie
Born en Ternaaien
sluis van Ternaaien geen
van I&M als knelpunt erkend, maar
4-laagscontainervaart mogelijk
nog niet in de investeringsplanning opgenomen
Maasroute
Status hoofdtransportas nog niet
Status van hoofdtransportas
toegekend
toekennen door het Rijk
Figuur 8: Knelpunten Waterinfrastructuur
Bouw 4e sluis Ternaaien (België)
Actieprogramma logistiek
Logistiek in Limburg
39
Spoorwegen De spoorboog bij Meteren (aftakking Betuweroute richting Eindhoven en Venlo) is omstreeks 2022 operationeel; Deze maatregel zal de positie van het knooppunt Noord-Limburg in het (inter)nationale spoornetwerk zeker stellen. Deze boog ontlast Dordrecht en een deel van de Brabantroute. Tijdens de aanleg van een derde spoor in Noordrijn Westfalen in het verlengde van de Betuweroute zal een aanzienlijke beperking van de capaciteit optreden. Dit maakt het belang van de spoorroute via Venlo, als omleiding van de Betuweroute, van/naar Duitsland des te groter. Het enkelspoor tussen Kaldenkirchen en Dülken geldt nu al als knelpunt en wordt door het extra transport alleen maar groter. Hier liggen de belangen van personen- en goederenvervoer in elkaars verlengde. Dit laatste geldt ook voor de verbetering van het spoortraject Heerlen – Herzogenrath, als ontsluiting naar het oosten en zuiden. Aan de opwaardering van de trajecten Kaldenkirchen – Dülken en Heerlen – Herzogenrath kennen wij dan ook een hoge prioriteit toe. Voor de positie van Venlo als (inter)nationaal logistiek knooppunt en voor de bediening van het Limburgse bedrijfsleven is het van essentieel belang dat het goederenvervoer ongehinderd over de Brabantroute kan blijven rijden en/of mogelijk in de toekomst via een aftakking bij Meteren gebruik kan maken van de Betuweroute. Ten behoeve van de bereikbaarheid van het logistiek knooppunt Zuid-Limburg is een goederenspoorverbinding met Rotterdam, Luik en het Roergebied van groot belang. Vanuit het zuiden wordt het Roergebied bereikt via de Maaslijn. Opwaardering daarvan in de vorm van spoorverdubbeling en elektrificatie is niet alleen vanuit personenvervoer, maar ook vanuit de optiek van goederenvervoer noodzakelijk. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (o.a. t.b.v. Chemelot) geldt dat dit slechts kan plaatsvinden binnen bestaande wet en regelgeving (externe veiligheid en geluid).
Antwerpen is via de Montzenlijn met het Duitse achterland verbonden. Deze lijn loopt ten zuiden van Limburg. De Montzenlijn heeft op middellange termijn voldoende capaciteit om de groeiende goederenstromen af te wikkelen. Voor de lange termijn is dat niet zeker. Daarom wordt aan Belgische zijde (ook) ingezet op de IJzeren Rijn. De totstandkoming van de IJzeren Rijn is afhankelijk van afspraken tussen België en Nederland op basis van historische verdragen. Indien er gesproken wordt over een andere variant dan het historische tracé, dan dient er overeenstemming te komen met Duitsland. De provincie Limburg wenst geen reactivering van de goederenspoorlijn IJzeren Rijn van Antwerpen naar het Roergebied. Mocht reactivering onafwendbaar worden, dan ligt onze voorkeur bij de aanleg van de tracévariant langs de N280/A52 variant, met maximale maatregelen ter bescherming van mens en natuur.
40
Ter versterking van de logistieke positie in de brede regio Venlo zal dan ook worden gepleit voor aanleg van een noordwest spoorboog bij Roermond als koppeling met de Maaslijn. Conclusie spoorwegen Rekening houdend met de recent gerealiseerde en de momenteel in de pijplijn zittende projecten (zie figuur 9) is het spoorwegennetwerk qua capaciteit richting 2030 grotendeels op orde. Concreet zet de provincie in op de hieronder genoemde knelpunten en/of aandachtspunten. Hierbij dient te worden opgemerkt dat Provinciale Staten besloten hebben géén prioritering te willen aanbrengen in de railprojecten. Figuur 9 geeft een overzicht van de knelpunten en /of aandachtspunten in de Limburgse infrastructuur, die momenteel worden opgelost (dit is al bereikt) en die nog moeten worden opgelost (de opgave).
Spoorinfrastructuur
Knelpunt/aandachtspunt
Toelichting
reeds in voorbereiding
momenteel in uitvoering
Zuidelijke Spooraansluiting
Externe veiligheid op het
Oplossing is de aanleg van een
Chemelot
emplacement Sittard
zuidelijke spooraansluiting
Maaslijn
Capaciteit
Elektrificatie
Heerlen-Herzogenrath
Capaciteit
Elektrificatie
Spoorinfrastructuur
Knelpunt/aandachtspunt:
Toelichting
de opgave
nog op te lossen
Baanvak Kaldenkirchen-Dülken
Grensoverschrijdende capaciteit
Spoorverdubbeling
is onvoldoende Spoorontsluiting
Spoorontsluiting ontbreekt;
Onderzoek uitvoeren naar
VDL-Nedcar
verbinding met haven Born/
spoorontsluiting en kansen voor
Holtum-Noord biedt perspectieven verbinding met haven Born/ Holtum-Noord Brabantroute (verbinding Mainport Openhouden voor goederen-
Goederenvervoer op Brabantroute
Rotterdam-Limburg)
vervoer (Capaciteitsbeslag door
is van essentieel belang voor
medegebruik personentreinen) is
ontsluiting Limburgse economie
gewenst Maaslijn (Roermond – Nijmegen)
Capaciteitsuitbreiding nodig
Elektrificatie is geregeld
(elektrificatie en verdubbeling is gewenst) Spoorlijn Heerlen - Herzogenrath-
Opwaardering (elektrificatie en
(Aachen)
verdubbeling is gewenst)
Elektrificatie is geregeld
Figuur 9: Knelpunten spoorinfrastructuur
Figuur 9: Knelpunten Spoorinfrastructuur
Actieprogramma logistiek
Logistiek in Limburg
41
Luchtvracht Luchtvracht vindt in Limburg alleen plaats op Maastricht Aachen Airport (MAA) en kent vooral goederensoorten met een hoge toegevoegde waarde of bederfelijkheid. Er is geen enkele regio in Europa die via de lucht zo goed bereikbaar is als Limburg. Twee internationale (Brussels Airport en Düsseldorf International Airport en zes regionale luchthavens (Köln-Bonn Airport, Airport Weeze, Liège Airport, Charleroi Airport, Eindhoven Airport en MAA) liggen binnen anderhalf uur rijden vanuit Limburg. Met drie grote vrachtluchthavens in de nabije omgeving is Limburg zeer goed ontsloten voor luchtvracht (hoogwaardige producten). Liège Airport, Köln-Bonn Airport maar ook Brussels Airport behoren tot de grotere luchthavens als het gaat om luchtvracht. Grote integrators zoals TNT (Luik en Brussel) en FedEx en UPS (Köln-Bonn) dragen bij aan deze sterke positie. Medtech bedrijven in Zuid-Limburg maken veelvuldig gebruik van de vrachtluchthavens. Ook MAA neemt ondanks haar beperkte omvang en baanlengte een relatief sterke positie in op het gebied van vrachtafhandeling. MAA is op Schiphol na, de grootste cargoluchthaven van Nederland. Haar kracht ligt vooral in de snelle doorlooptijden als gevolg van de kleinschaligheid en in de goede overige verbindingen met Nederland en Europa. Dit uit zich met name in nichemarkten zoals ‘food & fresh’, medische componenten, life sciences, electronica, automotive en dierenvervoer (paarden). De toekomst van luchtvracht lijkt gunstig: de veranderingen in logistieke ketens (korte doorlooptijden) leiden er namelijk toe dat luchtvracht een steeds grotere rol zal gaan spelen in de diverse internationale productketens. Conclusie luchtvracht MAA heeft een relatief sterke positie op het gebied van vrachtafhandeling. Haar kracht ligt vooral in de snelle doorlooptijden als gevolg van de kleinschaligheid. Om die positie verder te versterken worden er forse investeringen gepleegd in de faciliteiten van de luchthaven en wordt er een nieuwe exploitant geworven.
42
Vrachtvliegtuigen op MAA.
Bron: Maastricht Aachen Airport
Vrachtverwerking is de belangrijkste activiteit op Maastricht Aachen Airport. Samen met luchtvaartmaatschappijen, expediteurs, importagenten, trucking bedrijven en andere bedrijven uit de vrachtsector streeft de luchthaven een wereldwijd netwerk van vrachtbestemmingen na om de logistieke ontsluiting van de regio te optimaliseren.
Actieprogramma logistiek
Logistiek in Limburg
43
Buisleidingen De grote groei van het buisleidingen netwerk begon in Nederland in de jaren zestig van de vorige eeuw. Buisleidingen zijn een belangrijk, duurzaam, veilig én energie-efficiënt transportmiddel voor aardgas, olie en andere gevaarlijke stoffen. Een aansluiting op het buisleidingennetwerk geldt als versterking van de positie van onder meer havens en industriegebieden.
Structuurvisie Buisleidingen
Belangrijke leidingen lopen van Rijnmond, via Venlo naar het Ruhrgebied en naar Antwerpen, met verbindingen naar het Chemelotterrein in Limburg. Het netwerk aan buisleidingen is daarmee essentieel voor de energievoorziening en voor de petrochemische industrie.
2012-2035
Het gebruik van buisleidingen ontlast het vervoer over de weg, water en/of spoor en geeft daarbij een lagere milieubelasting en meer veiligheid. Het neemt fysiek weinig ruimte in en biedt niet tot nauwelijks visuele hinder.
Rotterdam
Geleen
Conclusie buisleidingen De aansluiting op het internationale buisleidingennetwerk is van cruciaal belang voor het Chemelotcomplex in Zuid-Limburg. Op dit moment geen knelpunten. Het onderwerp buisleidingen is een volledige private aangelegenheid en vormt geen bevoegdheid van de provincie.
Chemelot complex
44
Visiekaart Structuurvisie Buisleidingen
Figuur 10 Visiekaart Structuurvisie Buisleidingen, 2012-2035. Bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu 8 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Actieprogramma logistiek
Logistiek in Limburg
45
3.6
Duurzaamheid
Het thema duurzaamheid staat in het vakgebied logistiek volop in de belangstelling. Private partijen hebben inmiddels een start gemaakt met het doorvoeren van innovaties (in eigen bedrijf) in de diverse modaliteiten ter reductie van brandstofverbruik en emissies. Ter verkrijging van een kader wordt dit thema nog beleidsmatig uitgewerkt, met aandacht voor de rol die de Provincie kan spelen in de logistieke ketens. Op dit moment zijn wij wel reeds in samenwerking met externe partijen bezig met een aantal duurzame projecten, zoals bijvoorbeeld het project ‘terminal trekker’ (Green Last Mile Venlo Greenport).
Port of Rotterdam
46
Port of Rotterdam
Amsterdam Apeldoorn
Mainport
Zutphen
Utrecht
Continentale draaischijf
Den Haag Arnhem
Inlandterminal
Rotterdam
Zeehaven
Tiel Nijmegen
Oss
Dordrecht Moerdijk
Waalwijk Oosterhout Dongen
Vlissingen Sloe Zeebrugge
Breda
Roosendaal
Knokke-Heist
Tilburg
Venray Eindhoven
Oostende
Duisburg Essen
Venlo
Krefeld
Nederweert
Antwerpen
Neerpelt
Brugge
Weert
Roermond
Mönchengladbach
Düsseldorf
Meerhout
Gent Mechelen
Kortrijk
Wanssum
Helmond
Turnhout Terneuzen
Gennep
's-Hertogenbosch
Bergen op Zoom
Kleve
Genk
Leuven
Hasselt
Born Stein
Lanaken
Brussel
Sittard
Köln
Heerlen
Maastricht
Aachen Stolberg
Liège
Düren Bonn
Eupen Verviers © Provincie Limburg
Figuur 11: Multimodaal netwerk Zuid-Nederland
Actieprogramma logistiek
Logistiek in Limburg
47
Actieprogramma Logistiek Limburg
Strategisch kader Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014 Provinciaal Verkeers- en Vervoers programma 2014 Actieprogramma Logistiek Limburg
Actielijn 1
Actielijn 2
Actielijn 3
Actielijn 4
Versterken
Stimuleren
Onderwijs &
Investerings-
Infrastructuur
Innovatie
Arbeidsmarkt
bevordering & Lobby
Toekomstimpressie A2 tunnel
48
VDL-Nedcar
4
De vier majeure actielijnen (waar zetten we op in)
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe we met behulp van de 4 benoemde actielijnen het geschetste streefbeeld (zie hoofdstuk 2) voor de logistiek in Limburg willen bereiken. Actielijn:
1. Versterken en uitbouwen van het infrastructuurnetwerk 2. Het stimuleren van innovatie ten behoeve van waardecreatie binnen de sector 3. Stimuleren van onderwijs & arbeidsmarkt 4. Investeringsbevordering & lobby
Inzet Om onze logistieke ambities te bereiken wordt gestreefd naar een goed en compleet grensoverschrijdend infrastructuurnetwerk tussen de mainports en de logistieke knooppunten onderling, via de modaliteiten weg, water, spoor, lucht en buis. De logistieke bedrijventerreinen moeten daarbij zoveel mogelijk multimodaal ontsloten worden. We zetten daarbij in op de versterking van het logistieke netwerk en op de versterking van logistiek knooppunt NoordLimburg en logistiek knooppunt Zuid-Limburg. Deze twee knooppunten kunnen (door de aanwezigheid van multimodale overslagterminals) een compleet logistiek dienstenpakket aanbieden en hebben (op enkele verbeterpunten na) goede multimodale verbindingen naar alle relevante bestemmingen.
1.1
Versterken van de multimodale verbindingen
Limburg is erbij gebaat dat het vervoer van en naar de mainports via goede (achterland) verbindingen adequaat wordt afgewikkeld, waarbij de middellange afstands- en transitostromen optimaal worden gebundeld. Het bieden van een adequate afhandeling van goederenstromen via meerdere modaliteiten is essentieel voor het vestigingsklimaat van bedrijven. Inzet is een verbetering en afstemming van (grensoverschrijdende) infrastructuur (vanwege het belang van goede achterlandverbindingen) en een multimodale ontsluiting van logistieke bedrijventerreinen. Om een goede bereikbaarheid te (blijven) garanderen zet de provincie overigens in op alle modaliteiten. Alleen bij transitostromen (d.w.z. vervoer door Limburg heen) en vervoer over (middel)lange en lange afstand wordt gestreefd naar een modal shift van weg naar water, rail en/of buis. Voor de korte afstand en het voor- en natransport van en naar de terminals is en blijft het wegvervoer de aangewezen modaliteit. Door toenemende filevorming op wegen kan de bereikbaarheid en daarmee de leverbetrouwbaarheid van goederen in de nabije toekomst in het gedrang komen en is meer dan voorheen stimulering van een sturing op multimodaal transport nodig.
Actieprogramma logistiek
De vier majeure actielijnen
49
Een multimodaal netwerk tussen de terminals is van belang om te komen tot goede samenwerking (bundelen en uitwisselen van lading). Op deze wijze vindt een belangrijke logistieke opschaling plaats door het stimuleren van samenwerking en afstemming. De provincie zet (binnen de logistieke knooppunten Noord- en Zuid-Limburg) in op trimodale terminals (weg, water, rail) met als doel volumegroei van de terminals. Door bundeling van goederenstromen wordt voldoende volume voor containerhandling gegenereerd, zodat een rendabele exploitatie van lijndiensten mogelijk wordt. De praktijk heeft bewezen dat de twee logistieke knooppunten Limburg provincie dekkend bedienen. De provincie streeft naar een (grensoverschrijdende) afstemming van het aanbod van lijndiensten. Actielijn 1. Versterken en uitbouwen van het infrastructuurnetwerk Bij 1.1 Versterken van de multimodale verbindingen zet de provincie concreet in op: - het verbeteren van het wegennetwerk door: ■■
Verbeteren doorstroming wegennetwerk op de A67, A2 en N270 en Knooppunt Zaarderheiken
■■
Oplossen knelpunten vrachtverkeer door middel van Kwaliteitsnet wegverkeer
■■
Onderzoek naar aanpak congestieproblematiek op de A2 en A76
■■
Monitoring verkeersontwikkelingen op de N297n
- het verbeteren van het spoorwegennetwerk door: ■■
realisatie zuidelijke spooraansluiting Chemelot
■■
Verkenning spooraansluiting Born/Holtum-Noord
■■
Verkenning spooraansluiting VDL
■■
Verbetering spoorinfrastructuur Roermond – Venlo
■■
Verbetering spoorinfrastructuur Venlo - Düsseldorf /Duisburg
■■
Verbetering spoorinfrastructuur Heerlen – Herzogenrath
■■
Limburgse belangen behartigen in Dossier IJzeren Rijn
■■
Derde spoor Betuweroute
- het verbeteren van het vaarwegennetwerk door:
1.2
■■
het opwaarderen van de status Maasroute
■■
een verkenning van nut en noodzaak van brugverhogingen op de zuidelijke Maasroute
Versterken van de logistieke knooppunten
De provincie zet in op de uitbouw en verdere versterking van de logistieke knooppunten NoordLimburg en Zuid-Limburg. Zoals vermeld kunnen de bestaande barge- en railterminals in deze twee knooppunten (Venlo, Wanssum, Born, Stein en Chemelot) een compleet logistiek dienstenpakket aanbieden en hebben ze (op enkele uitzonderingen na) goede multimodale verbindingen naar alle relevante bestemmingen. Daarnaast hebben ook de Limburgse binnenhavens in Gennep, Wanssum, Venlo, Weert, Maasbracht, Leudal (Zevenellen), Roermond, Born, Stein en Maastricht een belangrijke positie in de internationale aan- en afvoer van bulkgoederen via water. Het logistieke bedrijfsleven en de transportsector profiteren rechtstreeks van de geplande verbeteringen in het infrastructuurnetwerk. De provincie zal blijven investeren in de fysieke (grensoverschrijdende) infrastructuur, vooral daar waar de logistieke knooppuntfunctie versterkt moet worden.
50
Actieprogramma logistiek
De vier majeure actielijnen
51
Wegen Vervoer moet vlot, efficiënt en met zo weinig mogelijk hinder en onveiligheid plaatsvinden. Om het vrachtverkeer duurzaam te faciliteren is in 2010 een “Kwaliteitsnet goederenvervoer voor het wegverkeer” opgesteld. Dit is een selectief, samenhangend netwerk van wegverbindingen tussen de economische centra, waarover het goederenvervoer op verantwoorde wijze wordt afgewikkeld. Dit kwaliteitsnet heeft een dusdanige kwaliteit dat het voor vrachtverkeer aantrekkelijk moet zijn zich te verplaatsen over dit netwerk en blijven wegen buiten het kwaliteitsnet gevrijwaard van grote stromen vrachtverkeer en de daarmee gepaarde verkeershinder en -onveiligheid. In het kader van de beleidsnota Regionaal Verbindend Wegen Net (RVWN) is de integrale afweging gemaakt ten aanzien van de aanspraken die er vanuit het kwaliteitsnet voor het wegverkeer en vanuit verschillende andere groepen weggebruikers op het RVWN worden gelegd. Het kwaliteitsnet wegverkeer is tot stand gekomen in overleg met de betrokken wegbeheerders en de transportsector. Alle wegbeheerders zullen worden aangesproken op hun rol en bijdrage bij de totstandkoming van het kwaliteitsnet. Inzet wegen: Het wegvervoer moet zo snel mogelijk naar het meest daartoe uitgeruste wegenstelsel worden geleid en daarop worden afgewikkeld. Voor langeafstandsvervoer is dat het hoofdwegennet. Een aantal concrete verbeteringen aan de weginfrastructuur zijn op kortere termijn gepland. Er blijven echter ook een aantal aandachtspunten: A67, A2 en A76 (zie figuur 7 Knelpunten Weginfrastructuur in hoofdstuk 3.5). Voor de wegen van het kwaliteitsnet die in beheer zijn bij gemeenten zal een actualisatie plaatsvinden (uiterlijk 2015).
52
Hoofdinfrastructuur goederenvervoer Nijmegen
Legenda Kwaliteitsnet wegen (hoofdwegennet)
Mook en Middelaar
Kwaliteitsnet wegen (te realiseren)
Gennep
Kwaliteitsnet wegen (onderliggend wegennet) Kwaliteitsnet rail Onder besluitvorming (N.B. tussen Belgische grens en zinkfabriek beperkt treinverkeer) Kwaliteitsnet water
Bergen
Meerlo-Wanssum
Venray
Eindhoven 5.000
Horst a/d Maas
Meters
Arcen en Velden
Sevenum
22-4-2014
i1401_526
Cluster Organisatie en Informatie | Gegevensmanagement © Provincie Limburg, ©Geodan.
Maasbree Meijel
Venlo
Helden
Kessel
Nederweert
Beesel
Leudal
Weert
Roermond
Mönchengladbach Maasgouw Roerdalen
Echt-Susteren
Sittard-Geleen
Onderbanken
Stein
Genk
Schinnen
Hasselt
Brunssum
Beek Landgraaf
Nuth
Heerlen
Meerssen
Kerkrade
Voerendaal
Maastricht
Valkenburg a/d Geul
Simpelveld Margraten
Liège
Eijsden
Gulpen-Wittem
Vaals
Aachen
Figuur 12: Hoofdinfrastructuur Goederenvervoer: multimodaal kwaliteitsnet
Actieprogramma logistiek
De vier majeure actielijnen
53
Vaarwegen Vanaf 1 januari 2015 is de 7x24 uurbediening op de Maasroute gerealiseerd. Via de verbetering van de Maasroute en de aanleg van de 4e sluis bij Ternaaien is de Maas rond 2020 optimaal beschikbaar voor watertransport.
Sluis Maasbracht
Inzet vaarwegen: Bij de vaarwegen wordt ingezet op het beter benutten van de bestaande haven- en overslagcapaciteit en een efficiëntere benutting van de waterwegen door middel van een 24 uurbediening van sluizen. Inzet van de provincie is om de status hoofdtransportas voor de Maasroute te verkrijgen.
Sluis Ternaaien. Aanbouw 4e sluis Ternaaien.
54
De vier majeure actielijnen
Spoorwegen Het Europese en nationale overheidsbeleid is, net als het beleid van de provincie Limburg, gericht op het stimuleren van spoorvervoer. Er wordt nog steeds ingezet op verdere liberalisering van het spoor en een gerichte bevordering van spoorvervoer. Het is daarom van belang de regionale/lokale spoorlijnen te handhaven en (waar nodig via revitalisering) te benutten voor ontsluiting van bedrijventerreinen op het hoofdspoor (feedering). Regionaal spoor is van groot belang voor de versterking van de positie van het regionale bedrijfsleven. Completering van het spoornetwerk is dus essentieel, zowel wat betreft het hoofdspoor als voor de afgeleide verbindingen (regionale/lokale verbindingen). Inzet spoorwegen: Wij streven naar een completering van het spoornetwerk, zowel wat betreft het hoofdspoor als voor de afgeleide verbindingen.
Railvervoer Chemelot
Actieprogramma logistiek
De vier majeure actielijnen
55
Luchtvracht De luchthaven Maastricht Aachen Airport wordt door veel stakeholders gezien als belangrijke vestigingsplaatsfactor en daarmee als een mogelijkheid om bij te dragen aan het in de ‘Limburg Agenda’ gestelde doel van een excellent grensoverschrijdend vestigingsklimaat. Ter verbetering van de luchtvrachtpositie van Maastricht Aachen Airport, zal worden getracht om de (infrastructurele) randvoorwaarden zo gunstig mogelijk te maken. Door globalisering zal het snel en adequaat kunnen bedienen van markten steeds belangrijker worden. Voor steeds meer ‘supply chains’ is een combinatie van vervoersmogelijkheden een voorwaarde, waarbij tijdkritische producten via luchtvracht worden vervoerd. Dat betekent dat het belang van een goed georganiseerde logistiek zal toenemen. De toenemende internationalisering en het toenemend aantal producten dat wordt verkocht (en het belang van een tijdige levering) resulteren in een toename van het internationaal transport (containers), maar ook in een toename van luchtvracht. Logistieke knooppunten moeten op deze ontwikkelingen inspelen, door alle modaliteiten te benutten en door goederen uit meerdere ketens te bundelen. Voor Limburg liggen hier grote kansen. Limburg kan mede door haar gunstige ligging t.o.v. vier sterk op luchtvracht georiënteerde luchthavens hier op inspelen en zich verder door ontwikkelen tot een belangrijk logistiek centrum. Doordat Limburg tussen de luchthavens ligt, kunnen via ‘luchtvracht-trucking’ veel uiteenlopende vrachtstromen (pakketjes, verse producten, machines en onderdelen) bij elkaar worden gebracht. In een aantal clusters die gebruik maken van luchtvracht, zoals agrologistiek, lifesciences, electronica, chemie en automotive, is dat nu al zichtbaar. Inzet luchtvracht: Wij willen de positie van Maastricht Aachen Airport versterken onder andere door de bereikbaarheid ervan te optimaliseren ter bevordering van zowel goederenvervoer (luchtvracht) als personenvervoer. Enerzijds door forse investeringen in de faciliteiten van de luchthaven, anderzijds door werving van een nieuwe exploitant voor de luchthaven. Voor Limburg liggen grote kansen door alle modaliteiten te benutten en door goederen uit meerdere ketens te bundelen. Hiermee kan de positie van MAA in Brainport Zuidoost Nederland en de Euregio verankerd worden en de bijdrage van MAA aan het Limburgse vestigingsklimaat versterkt worden.
56
Buisleidingen Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft in 2012 de nationale ‘Structuurvisie Buisleidingen 2012-2035’ vastgesteld. Het doel is het vrijhouden van ruimte in Nederland voor de aanleg van toekomstige buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen. Buisleidingen zijn in Nederland verantwoordelijk voor 10% van het totale goederenvervoer (Bron: Ministerie van I&M). Buisleidingen op land, die van nationaal belang zijn voor het transport van (gevaarlijke) stoffen, zijn uitsluitend toegestaan in gereserveerde grondstroken. Gezien de zeer sterke bedrijfsbinding van vervoer via buisleidingen is de totstandkoming daarvan een zaak voor het bedrijfsleven. Uit een inventarisatie bij de betreffende topsector is er geen directe behoefte tot uitbreiding van het buisleidingennet gebleken. Ruimtelijke reserveringen in de ‘Structuurvisie Buisleidingen 2012-2035’ dienen om mogelijkheden voor toekomstige groei veilig te stellen. Inzet buisleidingen: Wij zullen ons inzetten op het vrijwaren van het door het Ministerie van I&M in de ‘Structuurvisie buisleidingen 2012-2035’ aangeduide (indicatieve) buisleidingentracé’s door Limburg (vanaf de mainport Rotterdam tot aan de Duitse grens) om hiermee de belangen van het chemelotcomplex veilig te stellen.
Visiekaart Structuurvisie Buisleidingen
Uitsnede van figuur 10 Visiekaart Structuurvisie Buisleidingen, 2012-2035.
Actieprogramma 8 | Ministerie van Infrastructuurlogistiek en Milieu
De vier majeure actielijnen
57
Actielijn 1. Versterken en uitbouwen van het infrastructuurnetwerk Bij 1.2 Versterking logistieke knooppunten zet de provincie concreet in op:
- het verbeteren van wegen door: ■■
Verbreding tot 2 x 3 rijstroken op de A73 (tussen A67 en A74)
■■
Verbreding tot 2 x 3 rijstroken op de A76
■■
Verbreding tot 2 x 3 rijstroken op de A2 (Eindhoven – t’ Vonderen)
■■
Verbreding tot 2 x 3 rijstroken op de A67 (Leenderheide – Venlo)
■■
Verbetering van de ontsluiting van Holtum-Noord
- het verbeteren van de spoorknooppunten door: ■■
Railterminal Greenport Venlo
■■
Maasterminal Maastricht
■■
Programma Hoogfrequent Spoor (PHS)
- het verbeteren van de waterknooppunten door: ■■
Bargeterminal Venlo (uitbreiding)
■■
Haven Wanssum uitbreiding
- het verbeteren van luchtvrachtknooppunt Maastricht Aachen Airport door: ■■
Investeringen in de faciliteiten van de luchthaven
■■
Werving van een nieuwe exploitant voor de luchthaven
- het verbeteren van buisleidingenknooppunten door: ■■
het vrijwaren van ruimtelijke ontwikkelingen op de aangeduide (indicatieve) tracé’s door Limburg
58
1.3
Versterken van de logistieke bedrijventerreinen
Bedrijventerreinen in relatie tot POL De provincie heeft een bijzondere betrokkenheid bij de ontwikkeling van een beperkt aantal terreinen die voor de Limburgse economie cruciaal zijn. Kwaliteit staat voorop bij de opgaven: versterken en goed gebruik maken van specifieke kwaliteiten. De belangrijkste opgave ligt dan ook op kwalitatief gebied. De provincie levert er een bijdrage aan dat de terreinen de kwaliteit bieden waar de snel veranderende economie om vraagt. Geen nieuwe terreinen Limburg heeft voldoende capaciteit op bestaande terreinen, waardoor geen nieuwe bedrijventerreinen hoeven te worden aangelegd. Eventuele uitbreidingen van bestaande terreinen zijn maatwerk, af te stemmen in regionale programmeringsoverleggen, gekoppeld aan slimme instrumenten om elders kwaliteitsslagen te kunnen maken. Zachte plannen voor nieuwe terreinen worden geschrapt, harde plannen worden ‘on hold’ gezet (mogelijke uitzondering voor specifieke thematische terreinen). De provincie moet wel waken voor voldoende ruimte voor bedrijven behorend tot de zware milieucategorieën 4 en havengebonden bedrijvigheid. Logistieke terreinen Voor de ontwikkeling van de logistiek in Limburg is de beschikbaarheid van voldoende multimodaal ontsloten bedrijventerreinen van belang. De belangrijke logistieke terreinen zijn: Venlo Trade Port, Trade Port West, Trade Port Oost en Trade Port Noord, Businesspark MiddenLimburg, Holtum-Noord, Businesspark Aviation Valley, Avantis/Trilandis. De provincie zet hierbij in op blijvende aandacht voor optimale benutting van alle modaliteiten in relatie tot de logistieke bedrijventerreinen. Dit om de toekomstige logistieke stromen in samenhang te faciliteren (weg, water, spoor, buis en lucht). Met de genoemde terreinen is er ook voldoende capaciteit beschikbaar voor de relatief grote kavels, die tegenwoordig door logistiek dienstverleners worden gevraagd. Ook op multimodaal ontsloten terreinen kan ruimte worden geboden aan andere functies, die moeten wel passen bij het karakter van deze terreinen. Voorkomen moet worden dat hier functies terechtkomen die juist op stedelijke locaties thuishoren, zoals separate kantoren, detailhandel en kleinschalige ‘leisure’. In dit kader zal tevens worden bezien of er meer regie moet worden gevoerd op stedelijke distributie.
4.
In dit verband zouden ook de zogenaamde koepelvergunningen door de provincie Limburg (conform het advies “Nederlandse logistiek 2040” uit juni 2013 van de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur) kunnen worden gestimuleerd.
Actieprogramma logistiek
De vier majeure actielijnen
59
Natte terreinen Met multimodaal (behalve via weg, ook via water en/of spoor) ontsloten terreinen moet zuinig worden omgegaan. Vooral met ‘natte’ kavels (d.w.z. kavels die rechtstreeks via een kade ontsloten worden op het water) moeten we beter omgaan. Te vaak zitten langs kades nu bedrijven die geen gebruik maken van vervoer over water. Met het huidige aanbod natte bedrijventerreinen wordt voldoende ingespeeld op de logistieke behoefte op langere termijn. De beschikbaarheid op de natte terreinen bedroeg in 2011 ongeveer 100 ha (droge én natte kavels). Deze beschikbaarheid verschilt nogal voor de verschillende havens. Op dit moment zijn er vooral in de havens van Venlo en Born (na de geplande uitbreiding van bargeterminal Born) vrijwel geen ‘natte kavels’ meer beschikbaar. Door herstructurering is het mogelijk om op termijn ‘natte kavels’ vrij te maken. Datzelfde geldt voor de Beatrixhaven in Maastricht. Actielijn 1. Versterken en uitbouwen van het infrastructuurnetwerk Bij 1.3 Versterking van de logistieke bedrijventerreinen in Limburg zet de provincie concreet in op het faciliteren van de volgende logistieke terreinen: ■■
Greenport Venlo en ‘Trade Port Noord 2‘
■■
Businesspark Midden-Limburg (voorheen Sint-Joost)
■■
Holtum-Noord
■■
Businesspark Maastricht Aviation Valley
■■
Avantis /Trilandis
■■
Wanssum
■■
Beatrixhaven (Staalcluster)
60
Actielijn: 1. Versterken en uitbouwen van het infrastructuurnetwerk
2. Het stimuleren van innovatie t.b.v. waardecreatie binnen de sector 3. Stimuleren van onderwijs & arbeidsmarkt 4. Investeringsbevordering & lobby
Inzet Actielijn twee zet in op het stimuleren van innovatie in de logistiek t.b.v. economische structuurversterking, het creëren van toegevoegde waarde en het verzekeren van (toekomstige) werkgelegenheid. Bij het stimuleren van innovatie wordt aansluiting gezocht bij het nationale topsectorenbeleid dat erop is gericht om Nederland in 2020 Europees marktleider te laten zijn in de aansturing van logistieke stromen over land en water. Synchromodaal transport, vereenvoudiging van douane afhandeling en ketenregie zijn topsectorthema’s waarmee Limburg kan innoveren in logistiek. Bij het stimuleren van innovatie en het creëren van toegevoegde waarde wordt breder ingezet dan alleen de topsectorthema’s. Ook wordt nadrukkelijk ingezet op verduurzaming, het creëren van toegevoegde waarde met Value Added Logistics (VAL) en de kansen van e-commerce. Met vier ontwikkellijnen wordt richting gegeven aan innovatie in Limburg. De vier ontwikkellijnen zijn opgebouwd langs de krachten en de kansen van logistiek Limburg. Krachten als gunstige ligging op corridors en aanwezigheid van sterke clusters van bedrijven. Kansen als ICT-innovatie en ‘green logistics’.
2.1
Versterken positie op corridors
De gunstige ligging en de goede infrastructurele verbindingen met de mainports Rotterdam en Antwerpen en het Duitse achterland vormen een stevige basis. Naarmate het internationaal goederenvervoer verder toeneemt nemen de mogelijkheden voor nieuwe logistieke concepten zoals synchromodaliteit toe, maar is het ook van belang dat afhandeling van douane en andere inspectiediensten zo soepel mogelijk verloopt. Synchromodaliteit is het optimaal benutten van de verschillende modaliteiten in een geïntegreerde vervoersoplossing. Dit vraagt om voldoende ladingaanbod, zodat flexibel ‘geswitched’ kan worden tussen rail en barge. In de provincie zijn natuurlijk al diverse multimodale knooppunten waarmee een goede basis is voor partijen om synchromodale vervoersconcepten te ontwikkelen en waar lading gebundeld kan worden.
2.2 Bedrijfsinnovatie/ICT-innovatie Bedrijfsinnovatie en Innovatie in de logistiek wordt voor een belangrijk deel mogelijk gemaakt door ICT-ontwikkelingen. ICT-tools maken het mogelijk om stromen in en tussen ketens efficiënter te plannen. Ketenregie biedt vooral toegevoegde waarde in distributieketens die gekenmerkt worden door hoge complexiteit en grote volumes.
Actieprogramma logistiek
De vier majeure actielijnen
61
Mogelijkheden doen zich voor in industrieën als automotive en high-tech (waar ‘just in time’ en klantspecifiek geproduceerd wordt), chemie (waar veiligheid en leverbetrouwbaarheid en klantspecificiteit voor wat betreft specialty chemie) vereist zijn, en agro&food (waar versheid en flexibiliteit prioritair zijn). Deze veelbelovende sectoren zijn aanwezig in Limburg en bieden kansen voor zowel het ontwikkelen en implementeren van hoogwaardige ketenregie activiteiten als het aantrekken van regiecenters. Vanuit het topsectorenbeleid wordt sterk ingezet op Cross Chain Control Centers (4C) als ICT-ondersteuning voor ketenregie. Een 4C is een regiecentrum waar meerdere logistieke ketens en netwerken gecoördineerd en geregisseerd worden. Het gaat dan om bundeling en aansturing van fysieke goederenstromen, de informatiestromen, eventuele financiële stromen en datamanagement. ICT zorgt er ook voor dat stromen heel anders gaan lopen. E-commerce is hiervan een voorbeeld. Ook voor de logistieke afhandeling van e-commerce (e-fullfilment) zijn nog veel kansen voor optimalisatie door ICT-tools. Hierbij gaat het veelal om data uitwisseling, voorraadbeheer en bundeling van pakketten.
2.3
Green Logistics / verduurzaming van de logistiek
Bedrijven streven in toenemende mate naar verduurzaming van hun logistiek. Bij duurzaamheid gaat het niet alleen over toekomstige generaties en een groen imago, maar bedrijven zien ook dat er met verduurzaming geld te verdienen valt. Besparing van CO2 levert geld op. Duurzaamheid is een concurrentiefactor van betekenis geworden. Modal shift, de inzet van schone en zuinigere voertuigen en energiezuinig vastgoed bieden mogelijkheden voor verduurzaming van de logistiek.
2.4 Clustervorming Verdeeld over de provincie zijn diverse clusters aanwezig die elk grote logistieke stromen kennen, denk aan agro-food, chemie, papier, ‘healthcare & cure’ (o.a. medical devices) en maakindustrie met mogelijkheden voor VAL-activiteiten. De steeds hogere eisen van zowel consumenten als producenten bieden kansen voor VAL activiteiten 5. VAL-activiteiten zijn met name interessant voor artikelen met een hoog voorraadrisico omwille van een korte levenscyclus, hoge waardedichtheid, een lage doorstroomsnelheid en/of een gedifferentieerde of moeilijk voorspelbare vraag. De mogelijkheden liggen vooral op het gebied van hightech, medische apparatuur, farmaceutische producten, retourproducten, fashion en in bulk geproduceerde chemische producten die moeten worden ’her-verpakt’ en gelabeld. Deze kansrijke VAL sectoren zijn aanwezig in Limburg en bieden kansen voor het bestendigen en faciliteren van VAL activiteiten als ook voor het aantrekken van nieuwe activiteiten. Brightlands Chemelot Campus
5
. Bron: 'Blauwdruk Logistieke Ontwikkeling Limburg', Policy Research Company, 2011
62
2.5
Brightlands Limburg – Brightlands Greenport Venlo
Brightlands Greenport Venlo heeft als doel om de concurrentiepositie van de logistieke bedrijven in Limburg verder te versterken door samen met het bedrijfsleven te werken aan ontwikkeling, innovatie en onderwijs. ‘State-of-the-art’ onderwijs voor de logistieke professionals die in Limburg worden opgeleid, zou zich kunnen focussen op de drie genoemde thema’s. Studenten dienen goed te zijn voorbereid op het werk in de logistieke sector in Limburg. Daartoe zullen zij tijdens hun studie zowel managementvaardigheden ontwikkelen als ‘engineering’ kennis. Daarnaast is het ook van belang om voorbereid te zijn op een sector die zeer internationaal (of globaal) georiënteerd is. Communicatieve vaardigheden, omgaan met andere zakelijke culturen en talenkennis zijn onontbeerlijk. Hoewel er nog geen concrete beelden zijn van de fysieke vorm van de campus, is het duidelijk dat er in de regio Venlo voldoende kritische massa is om hoger logistiek onderwijs (HBO en WO) en vooraanstaande logistieke ondernemingen elkaar te laten versterken. Op het gebied van ‘trade & compliance’ en douane is de kennis in deze regio onontbeerlijk. Op het gebied van synchromodaliteit zijn er excellente praktijktoepassingen, maar ontbreekt het aan een gemeenschappelijke ‘datahub’, die deze toepassingen nog verder kan versterken en uitbreiden. Zo’n datahub kan alleen tot stand komen in een samenwerkingsverband van overheden, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en ondernemingen. De data is er wel, maar is verspreid over vele bronnen en is vaak niet toegankelijk voor gebruikers van buiten de eigen organisatie. Voor de ontwikkeling van ‘cross chain control centers’ is integrale kennis nodig op het snijvlak van techniek en organisatiekunde. Hier dienen niet alleen logistieke dienstverleners bij te worden betrokken, maar ook verladers en de service industrie. Het combineren van verschillende supplychains vergt een vérgaande vorm van samenwerking. Als een rode draad door deze drie thema’s loopt het sterk toenemende accent op ICTtoepassingen in de logistiek. De thema’s kunnen dan ook worden geclusterd tot één geïntegreerd geheel als ‘Leitmotiv’, waarbij gezocht wordt naar de innovaties op de cross-overs. Brightlands Venlo heeft als ambitie om wereldleider te worden in de regie van wereldwijde goederen- én bijbehorende informatiestromen (“Smart Supply Chain Campus”). De consumentenvoorkeuren in de belangrijke markten worden daarbij vertaald naar de optimale inrichting van de supplychains, die reiken tot het productieproces in andere werelddelen, de internationale handel en de digitale documentenstroom die daarbij hoort. (“Van de teelt van het zaadje in Zuid-Amerika tot de gewenste kwaliteit en beschikbaarheid van het product in de supermarkt in Düsseldorf”). Deze ambitie geeft voeding aan het bouwen van een opleidings- een onderzoeksprogramma’s voor het University College Venlo en Fontys Hogeschool. In de regio zit een ongekende clustering van ondernemingen die deze kennis na verloop van tijd in praktijktoepassingen kunnen omzetten en daarmee nieuwe business kunnen genereren.
Actieprogramma logistiek
De vier majeure actielijnen
63
Bij Actielijn 2: Het stimuleren van innovatie in de logistiek, zet de provincie concreet in op o.a. de volgende (innovatie) projecten: ■■
Innovatie in de Value Added Logistics Limburg (INNVALL-ketenregie)
■■
Duurzaam Transport
■■
Logistieke innovaties Midden- en Klein Bedrijf (MKB)
■■
Green Hub
■■
Fresh corridor Venlo reeferhub
■■
Oost West Poort
■■
Grenzeloze logistiek
■■
Hafen Region Rhein Maas (HARRM)
LIMBURG INNOVATIE VALUE ADDED LOGISTICS LIMBURG
k
Rotterdam Wanssum
TOEGEVOEGDE WAARDE
Venlo
ACHTERLAND
Roermond
Born
80 miljoen consumenten
TOEGEVOEGDE WAARDE
Stein
Antwerpen
Maastricht
Figuur 13: Innovatie in de Value Added Logistics Limburg (INNVALL-ketenregie)
64
Presentatie van Gedeputeerde Twan Beurskens tijdens het INNVALL-K symposium bij Zetra Group Sittard (TWMC)
I N N INNVALL-TOOL BENCHMARK V A L POSITIONERING, en STRATEGISCH ADVIES L k voor uw logistiek bedrijf INNOVATIE VALUE ADDED LOGISTICS LIMBURG
Visie, Missie & Strategie
ILEC
www.innvall-tool.com
Actieprogramma logistiek
De vier majeure actielijnen
65
Actielijn: 1. Versterken en uitbouwen van het infrastructuurnetwerk 2. Het stimuleren van innovatie ten behoeve van waardecreatie binnen de sector
3. Stimuleren van onderwijs & arbeidsmarkt 4. Investeringsbevordering & lobby De provincie zet in op het verbeteren van onderwijs & arbeidsmarkt ten behoeve van logistieke professionals door middel van een Human Capital Agenda voor de sector Logistiek. Uitgangspunt is de eind 2012 opgestelde Human Capital Agenda voor de sector logistiek. Hierbij is niet alleen het beschikbaar zijn van voldoende lager opgeleid personeel, maar ook van hoger opgeleid personeel van belang. Het is van belang dat de topsector logistiek wordt voorzien van voldoende gekwalificeerd personeel, zodat bedrijven hun concurrentiekracht kunnen versterken. Dit kan worden bereikt door een structurele verbetering van instroom, doorstroom van arbeidspotentieel in logistieke opleidingen, behoud en vraaggestuurd door ontwikkelen van werknemers en hun competenties. Uit de verwachte groei in transportstromen en de ambitie om die via Limburg af te handelen ontstaat een behoefte aan arbeidskrachten in de logistieke sector, die flexibel en hoger opgeleid moeten zijn om de nieuwe hoogwaardige activiteiten (in de toekomst) te kunnen uitvoeren 6. De koppeling van onderwijs en arbeidsmarkt dient te zorgen voor praktijkgericht hoger beroepsonderwijs (HBO) en wetenschappelijk onderwijs (WO) met als doel de vorming van hoger opgeleide arbeidskrachten voor de uitvoering van complexe logistieke activiteiten met hoge toegevoegde waarde. Daartoe dient ingezet te worden op de ontwikkelingen van een kennisinfrastructuur d.m.v. samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven en kennisdiffusie richting het midden- en kleinbedrijf (MKB) ten behoeve van verdere innovatie in de logistiek. De provinciale HCA Logistiek is een vertaling van de landelijke Human Capital Agenda Logistiek, die in opdracht van het Topteam Logistiek (Topsectorenbeleid) is opgesteld. De twee doelstellingen van de HCA Logistiek zijn: 1.
voldoende kwalitatief personeel, afgestemd op behoefte bedrijfsleven;
2.
uitbouwen van kennis en innovatie op prioritaire regionale thema’s.
Dit heeft geresulteerd in de volgende vier HCA actielijnen.
3.1
Excellent State of Art Logistiek onderwijs
De logistieke sector in Limburg vraagt om personeel op alle niveaus, die goed ingevoerd zijn in datgene wat het bedrijfsleven van hen vraagt. Het aanwezige opleidingsaanbod op MBOen HBO-niveau dient aan te sluiten bij de dagelijkse beroepspraktijk. Omdat er veel innovaties zijn in de logistiek, is het van belang voortdurend het opleidingsaanbod te vernieuwen. Dat staat dan ook centraal in deze actielijn. Leerlingen en hun docenten dienen (afhankelijk van hun vakgebied) op de hoogte te zijn van de laatste inzichten in innovatiethema’s zoals NLIP (Neutraal Logistiek Informatie Platform), Synchromodaliteit, Douane, Cross Chain Control Centers, Service Logistiek en Supply Chain Finance (thema’s uit adviesrapport ‘Partituur aan de top’). Ook moet er een passend opleidingsaanbod beschikbaar zijn voor werknemers in de vorm van bij-, op- en omscholing. 6
. Bron: 'Blauwdruk Logistieke Ontwikkeling Limburg', Policy Research Company, 2011
66
Logistiek in Limburg LOGISTIEKE FUNCTIES Aandeel logistieke functies* binnen totale regionale werkgelegenheid (2013)
Logistieke functies naar sector in Limburg (2013)
Detailh. 20%
16 14
14,9
12
12,6
% 10
12,4 11,0
Grooth. 13%
11,0
8
Bouw 4% Zak. diensten 5%
6 4 Vervoer 27%
2 0
Industrie 18%
N-Limburg
M-Limburg
Overig 13%
Z-Limburg Prov. Limburg Nederland
* logistieke functies/beroepen komen in bijna alles sectoren voor. Dit aantal is groter dan het aantal banen in
Bron: BCI, 2013
de sector vervoer/opslag (Limburg: 5,3%). Bron: BCI, 2013
Logistieke functies en toegevoegde waarde in Limburg (2013) Regio
Logistieke functies
Toegevoegde waarde
aantal
% binnen Limburg
Groei 2010-2013
x miljoen !
Groei 2010-2013
Noord-Limburg
20.855
33%
-0,9%
1.538
+3,4%
Midden-Limburg
13.417
21%
-3,3%
990
+0,9%
Zuid-Limburg
29.426
46%
-6,1%
2.170
-2,0%
Prov. Limburg
63.698
100%
-3,9%
4.698
+0,3%
Bron: BCI, 2013
LOGISTIEKE SECTOR Aantal bedrijven in de sector logistiek in Limburg per segment (1 Segment Totaal % totaal % 1 werkz. persoon
ste
kwartaal 2014) Groei Groei Q1 ’13-‘14 Q1 ’13-‘14 Abs. %
Vervoer over land
1.326
51,3
50,5
23
1,8
Vervoer over water
288
11,1
33,0
2
0,7
Luchtvaart
29
1,1
79,3
2
7,4
Opslag en dienstverl.
527
20,4
59,0
20
3,9
413
16,0
74,3
-13
-3,1
2.583
100,0
54,4
34
1,3
Post en koeriers Totaal
Logistieke arbeidsplaatsen per inw. 15-64 jaar
Bron: KvK
Bron: Bureau Louter
Actieprogramma logistiek
De vier majeure actielijnen
67
3.2
Meer kwalitatief hoogstaande werknemers
Er moeten voldoende leerlingen en studenten met de juiste kwalificaties worden opgeleid voor de sector. Dat betekent een vergroting van de uitstroom in het initieel onderwijs van MBO- en HBO-gediplomeerden om aan de vervangingsvraag te kunnen voldoen. Door de vergrijzing en ontgroening in Limburg, zal de komende jaren een grote vervangingsvraag ontstaan. Sommige bedrijven beginnen dit nu al te merken. De aantrekkelijkheid van de sector logistiek en de loopbaankansen die deze sector biedt, dient onder de aandacht te worden gebracht van leerlingen die nog een beroepskeuze moeten maken. Ook werving via zgn. zij-instroom waarbij werkzoekenden voor de sector worden opgeleid, vergroot het beschikbare arbeidspotentieel. Juist nu liggen daar kansen door de hoge werkloosheid.
3.3
Betere benutting en behoud logistieke professional
Een groot deel van de sector bestaat uit het midden- en klein bedrijf. Belangrijk is dat zij een professioneel HRM-beleid voeren zodat de sector sterker wordt. Als medewerkers vertrekken omdat zij zich niet langer aan de sector gebonden voelen, is het vrijwel onmogelijk om hen terug te winnen. Dat betekent dat de werkgever het personeel moet blijven binden en boeien. Ook is in de transportsector zichtbaar dat veel bedrijven vanuit de logistieke vakinhoud zijn opgebouwd, waardoor men mogelijk te weinig expertise in huis heeft van het te voeren personeelsbeleid. Veel bedrijven hebben te maken met een ouder wordend personeelsbestand. Als tegenhanger wil men daarom jonge mensen werven die vanuit het onderwijs goed gekwalificeerd instromen. Maar daarin zal schaarste gaan optreden. Belangrijk is daarom bedrijven ervan bewust te maken dat een oudere medewerker nog jaren meekan, mits deze op tijd wordt bijgeschoold en bestaande kennis doorontwikkeld.
3.4
Regionaal versterken van kennis
Er is volop nieuwe kennisontwikkeling gaande in de sector. Door slimme informatietechnologie en globalisering van goederenstromen ontstaan nieuwe marktkansen en zijn soms ook andere competenties van het personeel nodig. Dit stelt hoge eisen aan kennisinstellingen, die enerzijds moeten zorgen dat hun curriculum actueel blijft, en anderzijds dat (d.m.v. onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven) nieuwe concepten en inzichten ontstaan voor de sector. Daarbij ligt de nadruk op het hoger onderwijs. Het gaat om het identificeren van de kennisdragers vanuit bedrijfsleven en onderwijs die versneld samen nieuwe kennis gaan delen. Door het proces van kennisverspreiding te versnellen ontstaat eerder innovatie op de werkplek. Hiermee kan de sector haar eigen bestaansrecht bewijzen en de internationale concurrentie verslaan. In het kader van de actielijnen 3.3 en 3.4 zijn de plannen voor het ontwikkelen van een Centre of Expertise (HBO-niveau) en Centrum voor Innovatief Vakmanschap (MBO-niveau) voor Logistiek van groot belang: Centre of Expertise (CoE) Landelijk bestaat er inmiddels één Centre of Expertise voor de logistiek, waarin zes HBO instellingen samenwerken. De middelen van het CoE worden gebruikt voor de doorontwikkeling van de Kennis DC’s.
68
Fontys hogeschool in Venlo gaat samen met de HBO’s HAN, HRO, NHTV, HVA, Windesheim met een lectoraat een Kennis DC Limburg in samenwerking met Dinalog, EVO en TLN realiseren. Bedrijven kunnen bij een Kennis DC terecht met al hun logistieke kennis- en innovatievragen. Als het regionale Kennis DC (zoals Brabant/Limburg) niet over de juiste kennis beschikt, wordt in het nationale Kennis DC netwerk gezocht naar gepaste ondersteuning. Via de Kennis DC’s wordt direct de verbinding tussen kennisinstellingen (MBO - HBO - WO) verstevigd. Dit draagt bij aan de verhoging van in- door- en uitstroom van logistieke studenten en professionals én aan het delen en hergebruiken van onderzoek, kennis en ervaring 7 .Het ‘Kennis DC Logistiek Limburg’ zal een belangrijke partner worden in de campusontwikkeling in Venlo. Het opzetten van een Centrum voor Logistiek Vakmanschap (CLV) Doel is het realiseren van een Centrum voor Logistiek Vakmanschap (CLV) dat wordt doorontwikkeld tot Centrum voor Innovatief Vakmanschap CIV. Het CLV draagt bij aan structuurversterking, door verbinding van de logistieke opleidingen, transportopleidingen, transporttechnische en (internationale) handelsopleidingen. Het CLV zal zich als kenniscentrum ontwikkelen, zijn expertise aan anderen beschikbaar stellen en samenwerking aangaan met andere logistieke opleiders in Limburg en elders in het land. Het neemt actief deel aan het MBO Kennisakkoord Logistiek en werkt samen met Kennis DC Logistiek Limburg. Initiatiefnemer: Gilde Opleidingen, in samenwerking met andere ROC’s in Limburg, Onderwijsgemeenschap Venlo en Omstreken, Fontys Hogeschool Venlo en bedrijfsleven. Bij Actielijn 3: Kennis via versterking onderwijs en arbeidsmarkt in de logistiek, zet de provincie concreet in op de volgende kennisversterking:
7
■■
Human Capital Agenda Uitvoeringsprogramma
■■
Human Capital Agenda Onderwijstafel Logistiek
■■
Sector Servicepunt Logistiek
■■
Kennis Distributie Centrum Logistiek en Centrum voor Logistiek Vakmanschap
. Bron: dialog.nl
Actieprogramma logistiek
De vier majeure actielijnen
69
Actielijn: 1. Versterken en uitbouwen van het infrastructuurnetwerk 2. Het stimuleren van innovatie ten behoeve van waardecreatie binnen de sector 3. Stimuleren van onderwijs & arbeidsmarkt
4. Investeringsbevordering & lobby 4.1
Stimuleren investeringsbevorderingen en participatie in netwerk
De provincie zet in op het stimuleren van investeringsbevorderingen en lobbyactiviteiten ten behoeve van de logistieke sector, waarbij de positie van Limburgse bedrijven als ketenregisseur van internationale goederenstromen versterkt moet worden. Om die positie te versterken, zijn strategische allianties met de mainports en economische centra van groot belang. Zie bijvoorbeeld de nauwe samenwerking tussen de Haven van Born en de Rotterdamse haven en de financiële deelneming van het Havenbedrijf Antwerpen in de Railterminal Chemelot. Het gaat hierbij vooral om de aansluiting op de ‘global freight lanes’ en wereldwijde ICT netwerken. Wij zetten in op de ontwikkeling van de logistieke campus (Brightlands) in Venlo om hoogwaardige logistieke activiteiten aan te trekken en/of uit te bouwen. Er dient te worden ingezet op ketenregie ten behoeve van de aanwezige clusters. Vanuit Limburg wordt toegewerkt naar innovatief goederenvervoer dat inspeelt op de kabinetsinzet op mainports, brainports en greenports. Zo krijgt Limburg meer aandacht en nationale (en Europese) middelen die het vestigingsklimaat kunnen verbeteren ter versterking van de Limburgse economie.
4.2
Versterken imago (internationaal) --> branding
De provincie zet in op het versterken van het imago van Limburg als logistieke vestigingsplaats (in binnen- en buitenland) en op het ‘branden’ van de sector Logistiek in Limburg als sterk merk. De nadruk moet liggen op het versterken van het imago van de logistieke sector in het algemeen en van de Limburgse logistieke expertise in het bijzonder. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan het opbouwen van een beeldvorming waarbij de regio Venlo (als internationaal erkende en bekende logistieke hotspot) op het vlak van vervoer en logistiek expert is. Hierbij kan aangehaakt worden op de activiteiten van LIOF, ELCL, Nederland Distributie Land (NDL) en Transport & Logistiek Nederland (TLN). Verder moet de sector logistiek aantrekkelijker gemaakt worden voor het grote publiek. Logistieke innovaties zouden bij een breed publiek bekend gemaakt moeten worden. Trendsettende bedrijven uit de logistiek zouden als rolmodel uitgedragen moeten worden. Op landelijk niveau heeft het Rijk het initiatief ‘Dinalog’ gesteund. Dinalog heeft de opdracht te zorgen voor kennisoverdracht tussen onderwijsinstellingen in de logistieke sector. Hierbij dient de ontwikkeling van het kennisdistributiecentrum aan de Fontys Hogeschool Venlo als Satelietcampus van Dinalog gefaciliteerd te worden.
70
Bij Actielijn 4 Het stimuleren van investeringsbevorderingen en Lobby, zet de provincie concreet in op samenwerking met de volgende organisaties: ■■
ELC Limburg (ELC L)
■■
LIOF
■■
Smart Logistics Center Venlo (SLCV)
■■
Kamer van Koophandel
■■
Het Rijk en de lagere Overheden
■■
Brancheorganisaties (zoals TLN en EVO)
Actieprogramma logistiek
De vier majeure actielijnen
71
Organisatiestructuur Actieprogramma Logistiek Limburg
Strategisch kader Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014 Provinciaal Verkeers- en Vervoers programma 2014 Actieprogramma Logistiek Limburg
Actielijn 1
Actielijn 2
Actielijn 3
Actielijn 4
Versterken
Stimuleren
Onderwijs &
Investerings-
Infrastructuur
Innovatie
Arbeidsmarkt
bevordering & Lobby
1.1 multimodale verbindingen
2.1 positie op corridors
3.1 State of Art Logistiek Onderwijs
4.1 stimuleren investeringen
1.2 logistieke knooppunten
2.2 bedrijfsinnovatie/ict
3.2 meer kwalitatieve werknemers
4.2. imago è branding
1.3 logistieke bedrijventerreinen
2.3 green logistics
3.3 benutting logistieke professional
2.4 clustervorming
3.4 regionaal versterken kennis
2.5 brightlands Limburg
Afstemmingskader Triple Helix SLCV
ELC-L RWS
LED
TLN
Fontys
LIOF
Keyport
EVO
gemeenten KvK
72
Universiteit Maastricht
5
Organisatiestructuur (Rol Provincie en externe partners)
Bij de dagelijkse uitvoering van beleid is gebleken dat de provincie bij uitstek de overheidslaag is die de verschillende beleidsvelden rondom goederenvervoer en logistiek (ruimte, economie en milieu) op regionaal niveau met succes kan integreren. Hoogwaardige multimodale bereikbaarheid en de aanwezigheid van logistieke kennis zijn belangrijke vestigingsplaatsfactoren voor het bedrijfsleven. Juist vanuit een provinciaal oogpunt en de ambitie om meer toegevoegde waarde en synergie te organiseren is het van belang dat de nadere uitwerking van het Actieprogramma Logistiek Limburg in nauw overleg met de regionale overheden, bedrijfsleven en intermediairs wordt opgepakt, waarbij de sector primair aan zet is. De provincie is bij uitstek de partij die de verschillende initiatieven en de daaruit voortkomende projecten waar mogelijk en indien nodig naar een hoger niveau (provinciaal, nationaal en euregionaal) kan tillen. De rol van de provincie ligt daarbij met name op het gebied van afstemming, samenwerking, © regievoering, Copyright 2015 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Dinsdag, 14 juli 2015
agendasetting en financiering.
SLUIS NADERT VOLTOOIING
Wat ooit de flessenhals voor de scheepvaart
grens bij Maastricht, is dan definitief geen
de grootste sluizen van Europa worden. De sluis van Ternaaien, op een steenworp over de
heden aan de sluis, die onder meer een nieuwe sluiskolk van 250 bij 25 meter, een opknap-
Naderende voltooiïng Sluis van ‘stop’ Ternaaien (België) tussen Nederland en België was, moet een van meer. In 2011 startten de werkzaam-
Actieprogramma logistiek
beurt voor het pompstation en een nieuwe kadermuur behelsen. Inmiddels nadert de sluis zijn voltooiing.
foto Luc Hommes
Organisatiestructuur
73
5.1
De organisatie van de uitvoering (betrokken organisaties)
Voor de realisering en uitvoering van het voorgestane beleid t.a.v. logistiek en goederenvervoer is afstemming en draagvlak bij het bedrijfsleven van groot belang. De totstandkoming van het Actieprogramma Logistiek heeft daarom in nauwe samenwerking met externe partners plaats gevonden. Het European Logistic Centre Limburg (ELCL), een logistieke belangenvereniging van Limburgse bedrijven onderneemt provinciebreed talrijke activiteiten op logistiek gebied. Hiermee is de link gelegd naar het logistieke bedrijfsleven (de ondernemers) die door het ELCL vertegenwoordigd worden. Door de betrokkenheid van Fontys en de University of Maastricht (UM) wordt ook de link naar het onderwijs gelegd. Hierdoor is de zogeheten ‘Triple Helix’ (Overheid, Ondernemers, Onderwijs) gewaarborgd. Het LIOF wordt beschouwd als de uitvoeringsorganisatie van de provincie, onder meer voor Logistiek (innovatie en acquisitie). In de regio Noord-Limburg beschouwen we Smart Logistics Center Venlo (voormalig Greenport Venlo Innovation Centre) als een belangrijke speler in de uitwerking en uitvoering van het logistieke beleid, waarbij sterk wordt ingezet op de strategische uitvoeringsagenda Logistiek NV regio. Tenslotte verrichten ook de gemeenten veel (uitvoerende) taken, werkzaamheden, activiteiten en/of projecten op logistiek gebied. Deze regionale initiatieven kunnen op actieve ondersteuning van de provincie rekenen. Ter voorbereiding van het Actieprogramma Logistiek Limburg zijn 5 externe Workshops Actieprogramma Logistiek gehouden. In deze workshops zijn alle lopende acties en projecten geïnventariseerd en naar actielijnen gerubriceerd en zijn actiehouders benoemd. De werkwijze was hierbij als volgt: 1.
Lopende projecten indelen naar actielijnen en actiehouders:
- leadpartner, volger;
- finetuning projectenlijst.
2.
Toevoegen nieuwe projecten acties.
3.
Gezamenlijke afspraken maken over de governancestructuur (uitwerking, monitoring,
onderlinge communicatie). Per actielijn zijn hierbij de volgende trekkers benoemd: 1. Infrastructuur: Provincie 2. Innovatie: LIOF/GVIC 3.
Onderwijs & Arbeidsmarkt:
Provincie
4.
Investeringsbevordering/Imago:
ELC Limburg
Los daarvan neemt de provincie haar eigen interne verantwoordelijkheid op het gebied van mobiliteit, ruimtelijke ordening, bedrijventerreinen, arbeidsmarkt, innovatie, om juist ook vanuit deze integrale blik de ambitie voor de Logistiek waar te maken. Behalve met alle betrokken stakeholders is het concept ALL ook met een aantal brancheorganisaties besproken, o.a. TLN en EVO.
74
Haven Venlo
Actieprogramma logistiek
Organisatiestructuur
75
Haven Stein
76
Bron: Wessem Port Services Group
DEEL 2
Uitvoeringsprogramma Logistiek
Actieprogramma logistiek
77
Uitvoeringsprogramma Logistiek Limburg
Strategisch kader Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014 Provinciaal Verkeers- en Vervoers programma 2014 Actieprogramma Logistiek Limburg
Actielijn 1
Actielijn 2
Actielijn 3
Actielijn 4
Versterken
Stimuleren
Onderwijs &
Investerings-
Infrastructuur
Innovatie
Arbeidsmarkt
bevordering & Lobby
1.1 multimodale verbindingen
2.1 positie op corridors
3.1 State of Art Logistiek Onderwijs
4.1 stimuleren investeringen
1.2 logistieke knooppunten
2.2 bedrijfsinnovatie/ict
3.2 meer kwalitatieve werknemers
4.2. imago è branding
1.3 logistieke bedrijventerreinen
2.3 green logistics
3.3 benutting logistieke professional
2.4 clustervorming
3.4 regionaal versterken kennis
2.5 brightlands Limburg
78
6
Uitvoeringsprogramma Logistiek en goederenvervoer
Dit hoofdstuk bevat het uitvoeringsprogramma van het Actieprogramma Logistiek Limburg. De hierin vermelde projecten en activiteiten zijn een rechtstreeks uitvloeisel van wat hiervoor in hoofdstuk 4 per deelthema is opgenomen met betrekking tot onze ambitie en strategie. Dit zijn de projecten die we de komende 5 – 10 jaar tot uitvoering willen brengen. In de volgende tabel volgt een korte beschrijving van de belangrijkste projecten die de provincie, al dan niet samen met de externe partners, in de nabije toekomst gaat uitvoeren. In feite gaat het hier om projecten met / via betrokkenheid vanuit het cluster Mobiliteit van de provincie Limburg.
Actieprogramma logistiek
Uitvoeringsprogramma
79
De geambieerde projecten, maatregelen en/of studies vormen onderdeel van de 4 actielijnen:
Actielijn 1: Versterking/uitbouw infrastructuurnetwerk, die via het PVVP loopt. Binnen deze actielijn worden een drietal ‘Ontwikkellijnen’ gehanteerd.
Ontwikkellijn 1: Versterking (multimodale) verbindingen Dit via verbetering/afstemming van (grensoverschrijdende) infrastructuur en een multimodale ontsluiting van logistieke bedrijventerreinen; via samenwerking ter bestendiging/uitbouw van positie logistieke knooppunten Limburg binnen hiërarchie internationale knooppunten en/ of van positie Limburg binnen EU kernnetwerk/TEN-T vervoersnetwerken. Ook ‘verleiden’ tot multimodaal vervoer (terminals en overslagpunten) via agendering, voorlichting, promotie, stimulering. Zie projecten, activiteiten, maatregelen en/of studies in bovenstaande tabel (conform indeling H6.5 PVVP 2014).
Ontwikkellijn 2: Versterking logistieke knooppunten Noord- en Zuid-Limburg Door verdere verbeteringen in fysieke (grensoverschrijdende) infrastructuurnetwerk (multimodaal (rail-/bargeterminals), binnenhavens, wegen, “Kwaliteitsnet goederenvervoer wegverkeer”, spoor- en vaarwegen/havennetwerk, randvoorwaarden MAA/luchtvracht); Zie projecten, activiteiten, maatregelen en/of studies in bovenstaande tabel (conform indeling H6.5 PVVP 2014).
Ontwikkellijn 3: Versterking logistieke bedrijventerreinen Versterking logistieke bedrijventerreinen: via POL2014 gericht omgaan met kavelvoorraden ‘natte’ terreinen. Nieuwe terreinen alleen TPN2 en Wanssum. Zie projecten, activiteiten, maatregelen en/of studies in bovenstaande tabel (conform indeling H6.5 PVVP 2014). Overige uitvoeringaspecten: Onderzoeken: zie tabel. Dit naast voor de onderbouwing van de actielijnen specifiek vermelde benodigde (periodieke) onderzoeken.
80
Actielijn 2: Kennis via stimulering innovatie t.b.v. waardecreatie logistieke sector . Deze actielijn loopt via het economisch beleid; n.v.t. voor PVVP.
Actielijn 3: Kennis via versterking onderwijs en arbeidsmarkt. Deze actielijn loopt via het economisch beleid; n.v.t. voor PVVP. Uitvoeringsprogramma Human Capital Agenda Logistiek Het uitvoeringsprogramma HCA logistiek is tot stand gekomen in goede samenspraak met de belangrijkste partners uit de logistieke sector (triple helix). Het betreft een vertaling van het geschetste kader in de HCA op strategisch niveau naar een concreet tactisch-operationeel programma. Het programma geeft een goed inzicht in hetgeen allemaal al bestaat en beschrijft projecten en activiteiten die voor de komende twee in voorbereiding zijn. De scope van het programma is bepaald door de in de HCA Logistiek genoemde doelstellingen en actielijnen. Dit programma zal in de periode 2013 tot en met 2015 uitgevoerd worden door de diverse partijen. Verder zal de huidige nauwe samenwerking met buitenlandse logistieke partners o.a. via ‘Gate4Logistics’ (het voormalig Euregionaal Logistiek Overleg) verder gecontinueerd en uitgebreid worden. Samenwerking met buitenlandse partners in de Euregio en Europa worden naast kennisuitwisseling, afstemming en aansluiting, vanuit concurrentiepositie steeds belangrijker. Tenslotte zal de provincie eveneens deelnemen aan logistieke- en/of goederenvervoerprojecten vanuit de markt (bijvoorbeeld INNVALL-ketenregie en Convenant tegen Overbelading). Deze projecten zullen echter primair door externe partners, zoals Syntens, KvK, ELCL, Fontys, EVO en TLN worden opgepakt.
Actielijn 4: Stimulering investeringsbevorderingen en lobby richting EU en rijk. Deze actielijn loopt via het economisch beleid; n.v.t. voor PVVP.
Actieprogramma logistiek
Uitvoeringsprogramma
81
6.1 Overzichtstabel Projecten Uitvoeringsprogramma Actielijn
Project / activiteit/ toelichting
Actielijn 1: Versterking/uitbouw infrastructuurnetwerk (via PVVP)
Verbeteren vaarwegennetwerk: • 1.1.1a Opwaarderen status Maasroute - Creëren van mogelijkheden verdere verbetering vaarweg. • 1.1.1b Brugverhoging zuidelijke Maasroute - Verkenning van nut/noodzaak. Op basis van (update) NMCA 2013 samen met het rijk verkennen van de mogelijkheden.
1.1 Versterking (multimodale) verbindingen
Via verbetering/afstemming van (grensoverschrijdende) infrastructuur en een multimodale ontsluiting van logistieke bedrijventerreinen en via samenwerking ter bestendiging/uitbouw van positie logistieke knooppunten Limburg binnen de hiërarchie internationale knooppunten en/of van de positie van Limburg binnen EU kernnetwerk/TEN-T vervoersnetwerken. Ook ‘verleiden’ tot multimodaal vervoer (terminals en overslagpunten) via agendering, voorlichting, promotie, stimulering.
Verbeteren spoorwegnetwerk: • 1.1.2 Zuidelijke spooraansluiting Chemelot - Projectvoorbereiding - Realisatie • 1.1.3 Spooraansluiting Born / Holtum-Noord - Verkenning • 1.1.4 Spooraansluiting VDL - Verkenning • 1.1.5 Spoorinfrastructuur Roermond – Venlo (– Nijmegen) • 1.1.6 Spoorinfrastructuur Venlo – Düsseldorf/Duisburg • 1.1.7 Spoorinfrastructuur Heerlen – Herzogenrath • 1.1.8 IJzeren Rijn - Volgen van de ontwikkelingen en bewaken c.q. lobby voeren voor de Limburgse belangen • 1.1.21 Derde spoor Betuweroute Verbeteren wegennetwerk: Doorstroming wegennetwerk: • 1.1.9 De A67, aandacht voor incidenten/ongevallen en grote aandeel vrachtverkeer • 1.1.10 De A2 Het Vonderen – Kerensheide, faciliteren voorbereiding structurele verbreding. Limburg levert een financiële bijdrage van €35 mln aan dit Rijksproject • 1.1.11 De N270 (via Venray), plan uitwerking en realisatie wegverbetering • 1.1.12 Knooppunt Zaarderheiken (A67 – A73) (zie par. 6.2 Wegverkeer) Onderzoeken/monitoren wegennetwerk: • 1.1.13 Onderzoek aanpak congestieproblematiek A2 Het Vonderen – Leenderheide • 1.1.14 Onderzoek aanpak congestieproblematiek A76 Kerensheide – Ten Esschen • 1.1.15 Monitoring verkeersontwikkeling N297n (i.r.t. aanleg B56n in Duitsland) Kwaliteitsnet goederenvervoer wegverkeer: • 1.1.16 Oplossen van knelpunten vrachtverkeer door uitwerken maatregelen (met gemeenten en brancheorganisaties) en programmeren/prioriteren
82
Deelplanningen 2014-2015
2015 e.v.
2014-2015 2016-2020 2015 2015 2014-2018 2014-2023 2014-2020
Continu 2014-2022 2014 e.v.
2013-2015
2022-2025 2017 e.v. 2014-2017
2014 2014 2017 e.v.
2014-2017
Actielijn
Project / activiteit/ toelichting
Deelplanningen
Onderzoeken (verbindingen) logistieke netwerken: • 1.1.17 Rotterdam-Duitsland goederencorridor - MIRT-onderzoek, o.l.v. ministerie I&M en i.s.m. Provincies N-Brabant en Z-Holland, gericht op de A16 / A58 / A67 – Brabantroute – Brabantse kanalen – Maas, onderliggend wegennet, aanliggende terminals en buisleidingen, en inclusief de op export gerichte verplaatsingen vanuit het bedrijfsleven • 1.1.18 Onderzoek Logistiek BeNeLux – NoordrijnWestfalen - Initiatief voor samenwerkingsmogelijkheden. Onderzoek vervoerstromen en infrastructuurnetwerk. Analyse van vervoerstromen en infrastructuur, in samenspraak met betrokken partijen, waaruit (infra) projecten kunnen worden afgeleid (initiatief Provincie Limburg) • 1.1.19 Verkeers- en vervoersmanagement • 1.1.20 Project 7X24 uursbediening
Actielijn 1: Versterking/uitbouw infrastructuurnetwerk (via PVVP)
1.2 Versterking logistieke knooppunten Noord- en Zuid-Limburg
Door verdere verbeteringen in fysieke (grensoverschrijdende) infrastructuurnetwerk (multimodaal (rail-/bargeterminals), binnenhavens, wegen, “Kwaliteitsnet goederenvervoer wegverkeer”, spoor- en vaarwegen/ havennetwerk, randvoorwaarden MAA/ luchtvracht).
Actielijn 1: Versterking/uitbouw infrastructuurnetwerk (via PVVP)
1.3 Versterking logistieke bedrijventerreinen
Versterking logistieke bedrijventerreinen: via POL2014 gericht omgaan met kavelvoorraden ‘natte’ terreinen. Nieuwe terreinen alleen TPN2 en Wanssum.
Actieprogramma logistiek
Verbeteren spoor- en/of waterknooppunten: • 1.2.1 Railterminal Greenport Venlo: - Financiering en planning aansluiting op hoofdspoor; - Realisatie.
2014-2015
2014-2015
continu gereed
2014 2015-2016
1.2.2 Bargeterminal Venlo (uitbreiding) - Planontwikkeling (incl. financiering) i.s.m. de gemeente Venlo - Realisatie
2014 2016
1.2.3 Haven Wanssum (uitbreiding haven als onderdeel van de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum) - Provinciaal inpassingsplan - Realisatie Regeling Grote Projecten (RGP)
2014 2015-2016
•
1.2.4 Maasterminal Maastricht
2016
•
1.2.5 Programma Hoogfrequent Spoor (PHS)
na 2020
•
•
Logistieke bedrijvigheid faciliteren (adviseren over acquisities, ontsluitingen, bedrijfslocaties, etc.): • 1.3.1 Greenport Venlo en Trade Port Noord 2 (nieuw) • 1.3.2 Businesspark Midden-Limburg (Sint Joost) • 1.3.3 Holtum-Noord • 1.3.4 MAA Aviation Valley • 1.3.5 Avantis/Trilandis • 1.3.6 Wanssum (nieuw) • 1.3.7 Beatrixhaven Staalcluster
Continu Continu Continu Continu Continu Continu Continu
Uitvoeringsprogramma
83
Overige uitvoeringsaspecten
Toelichting
Onderzoeken
•
•
•
• Samenwerking met andere partijen
•
•
• •
• •
• •
1.4.1 Onderzoek Logistiek Sectorhuis Limburg - Onderzoek naar het Limburgse Logistieke sectorhuis (voortkomend uit nationaal kader); focus op werkgelegenheid en toegevoegde waarde 1.4.2 Onderzoek versterking Limburgse binnenhavens - Onderzoek (samen met havengemeenten) naar versterking via vormen van samenwerking en facilitair bedrijf. 1.4.3 Onderzoek Duurzaamheid Logistiek - Opzetten rekenmodel toepasbaar voor duurzaamheid goederenvervoer 1.4.4 Monitor Logistiek - Analyse goederenstromen/-vervoer 1.4.5 Samenwerking Blue Ports Limburg - Bestuurlijk en ambtelijk overleg met de Limburgse havengemeenten en RWS, onder leiding van provincie 1.4.6 Havenoverleg Limburg - Jaarlijks overleg met overheden, bedrijfsleven en intermediaire organisaties die betrokken zijn bij het binnenhavenbeleid. De organisatie van het havenoverleg wordt verzorgd door de Provincie Limburg 1.4.7 Nederlandse Vereniging voor Binnenvaart (NVB) Bestuursfunctie 1.4.8 Railplatform Zuid-Limburg - Samenwerking Provincie Limburg met ELC Limburg en bedrijfsleven om het spoorvervoer in Zuid-Limburg te bevorderen. De Provincie levert de voorzitter en secretaris voor het overleg 1.4.9 EURO CAREX 1.4.10 Gate4Logistics: Interregproject ‘Euregiolog3’ - Witboek Analyse en prioritering Infrastructuur knelpunten - Website Gate4Logistics - Ontwikkeling Logistieke Atlas EMR 1.4.11 Verkenning logistiek (3d-printing) 1.4.12 Verkenning weblogistiek
Actielijn 2: Kennis via stimulering innovatie t.b.v. waarde creatie logistieke sector
Via het economische beleid: • 2.1 Innovatie in de Value Added Logistics Limburg Ketenregie (INNVALL-K) • 2.2 Duurzaam transport • 2.3 Logistieke innovaties MKB • 2.4 Green Hub • 2.5 Fresh corridor – Venlo Reeferhub • 2.6 Oost West Poort • 2.7 Grenzeloze logistiek • 2.8 Hafen Region Rhein Maas (HARRM)
Actielijn 3: Kennis via versterking onderwijs en arbeidsmarkt
Via het economische beleid: • 3.1. Onderwijs en arbeidsmarkt Logistiek • 3.1.1 Human Capital Agenda Uitvoeringsprogramma • 3.1.2 HCA Onderwijstafel Logistiek • 3.1.3 Sector Servicepunt Logistiek • 3.1.4 Kennis Distributie Centrum (KDC) Logistiek Limburg en Centrum voor logistiek vakmanschap
Actielijn 4: Stimulering investeringsbevorderingen en lobby richting EU en rijk
Via het economische beleid: • 4.1 Limburg Economic Development (LED) / Smart Logistics Centre Venlo • 4.2 Mainports
84
Deelplanningen Gereed 2014
Gereed 2014
2015
Continu 2014-2015
2014-2015
2014-2015 2014-2015
p.m. 2013-2015 2014 2015 2015 2015 2015
2016
7
Programmabeheer en - monitoring inclusief financieel kader
In dit hoofdstuk staat het integrale beheer van het Actieprogramma Logistiek Limburg (ALL) en daarmee primair van het bijbehorende ‘Uitvoeringsprogramma’ voor het cluster Mobiliteit van de provincie Limburg (bijlage 2) centraal. Integraal beheer wil hier zeggen dat continu en pro-actief de vinger aan de pols moet worden gehouden in hoeverre tijdig en voortvarend uitvoering wordt gegeven aan dit beleidsplan en aan dit bijbehorende ‘provinciale uitvoeringsprogramma’. De belangrijkste beheerstaken die kunnen worden verwacht staan hieronder. In samenspraak met alle relevante in- én externe stakeholders zal ook hier in partnerschap verder worden uitgewerkt wie hoe wanneer aan de lat staat voor:
Overall regie uitvoering beleidskader en bijbehorend uitvoeringsprogramma De provincie Limburg zal vanuit het cluster Mobiliteit indien nodig of gewenst (en altijd in afstemming met de betreffende stakeholders) de globale overall regie voeren aangaande de gewenste tijdige, doeltreffende en doelmatige uitvoering van het ALL als integraal programmakader. Nadrukkelijk geldt echter dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle stakeholders is dat de integrale uitvoering op alle fronten succesvol verloopt. Hieronder staan daarnaast nog andere insteken vanuit een integraal programmabeheer. In samenspraak met de stakeholders zal tevens duidelijk worden / zijn of het gewenst is dat er een afzonderlijke organisatorische Limburg-brede beheersstructuur (bijv. aparte stuurgroep) komt voor het ALL als PVVP-deelprogramma in totaal, danwel dat het programmabeheer primair via het benutten van de bestaande gremia (bijv. Railplatform Zuid-Limburg) gaat. Toch zal ook bij een regionale beheerstructuur desgewenst sprake kunnen blijven van een integrale overall regie binnen / vanuit de provincie ten einde het Limburgbrede verloop van de integrale programma uitvoering te “bewaken”. Bewaking inzetbaarheid co-financieringen Wat betreft de eventueel inzetbare publieke middelen vanuit budgetten van de EU, rijk, provincie, gemeenten, etc. dan wel privaat vanuit de markt, is zeker in de huidige tijd extra alertheid nodig. Dit zowel voorafgaand bij de opstart van beleid / uitvoeringsprogramma, als wel tussentijds ten tijde van de uitvoering. Dit zelfde geldt ook op individueel projectniveau.
Actieprogramma logistiek
Programmabeheer
85
Monitoring resultaten en effecten beleidskader inclusief uitvoeringsprogramma Ook voor het Actieprogramma Logistiek Limburg en het bijbehorende (provinciale) Uitvoerings programma zal via beleidsmonitoring de doeltreffendheid (effectiviteit) en doelmatigheid ( efficiency) worden bijgehouden. Waar relevant dan wel uitvoerbaar zal dit gebeuren op het niveau van individuele projecten én gecumuleerd tot op het niveau van het totale deelprogramma, dan wel daarbinnen voor te onderscheiden actie- en/of ontwikkellijnen. Via hanteerbare meetbare indicatoren kan zo een tijdige en periodieke monitoring van de uitvoering van het beoogde beleid worden bijgehouden. Ook kan aldus in partnerschap met relevante stakeholders eventueel worden overwogen tot tussentijdse inhoudelijke, financiële en / of procedurele aanpassingen van beleid en /of uitvoeringsprogramma. Er is zowel een tussentijdse evaluatie als een eindevaluatie voorzien. Hierbij wordt de algemene PVVP-systematiek gevolgd van (jaarlijkse) monitoring van gerealiseerde projecten en van tweeen vierjaarlijkse programma-evaluatie. Marketing/promotie inzetbaarheid beleidskader inclusief uitvoeringsprogramma Denk hierbij aan de algemene Programma PR, persberichten, voorlichtingsbijeenkomsten, eventuele nieuwsbrieven of bijvoorbeeld aan actuele website informatie over de mogelijkheden vanuit het programma. Financieel kader Het Actieprogramma Logistiek Limburg kan worden uitgevoerd binnen de bestaande financiële kaders. De harde infrastructuur is opgenomen in het LiMoP. De samenwerkingsprojecten zijn voor het grootste deel reeds gefinancierd. Nieuwe samenwerkingsprojecten kunnen uit het werkbudget gefinancierd worden.
86
BIJLAGES
Actieprogramma logistiek
87
88
Bijlage 1: Lijst van afkortingen
ALL
Actieprogramma Logistiek Limburg
AZM
Academisch Ziekenhuis Maastricht
CCCC
Cross Chain Control Center
CIV
Centrum voor Innovatief Vakmanschap (MBO-niveau)
CLV
Centrum voor Logistiek Vakmanschap
CoE
Centre of Expertise (HBO-niveau)
ELC L
European Logistics Center Limburg
EVO
Eigennaam (voorheen Eigen Vervoer Organisatie)
GVIC
Greenport Venlo Innovation Center, nu Smart Logistics Center Venlo
G4L
Gate4Logistics
HAN
Hogeschool Arnhem-Nijmegen
HARRM
Hafen Region Rhein Maas
HBO
Hoger Beroeps Onderwijs
HCA
Human Capital Agenda
HRM
Human Resource Management
HRO
Hogeschool Rotterdam
HVA
Hogeschool van Amsterdam
I&M
Ministerie van Infrastructuur & Milieu
INNVALL-K
Innovatie in de Value Added Logistics Limburg Ketenregie
KDC
Kennis Distributie Centrum
KvK
Kamer van Koophandel
LED
Limburg Economic Development
LiMoP
Limburgs Mobiliteits Programma
LZV
Langere en Zwaardere Vrachtautocombinatie
Actieprogramma logistiek
Lijst van afkortingen
89
MAA
Maastricht Aachen Airport
MBO
Middelbaar Beroeps Onderwijs
MIRT
Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport
NDL
Nederland Distributie Land
NLIP
Neutraal Logistiek Informatie Platform
NHVT
Nationale Hogeschool voor Toerisme en Verkeer
NVB
Nederlandse Vereniging voor Binnenvaart
PAS
Programmatische Aanpak Stikstof
POL
Provinciaal Omgevingsplan Limburg
POL 2014
Provinciaal Omgevingsplan Limburg, herziening 2014
PRC
Policy Research Corporation
PVVP
Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan
PVVP 2014
Provinciaal Verkeers- en Vervoersprogramma, actualisatie 2014
RLI
Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur
RVM
Regionaal verkeers- vervoersmanagement
RVWN
Regionaal Verbindend Wegen Net
RWS
Rijkswaterstaat
RWTH
Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule Aachen
SLCV
Smart Logistics Center Venlo (voorheen Greenport Venlo Innovation Center)
SVIR
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Trans-Europees netwerk voor Transport
TLN
Transport en Logistiek Nederland
TPN 2
Trade Port Noord 2
VAL
Value Added Logistics
VAS
Value Added Services
WO
Wetenschappelijk Onderwijs
TEN-T
90
Bijlage 2: 3D-printing
Verklarende woordenlijst
Het produceren van producten of onderdelen die laag voor laag worden gebouwd. Meestal met behulp van een fijn poeder, waarbij telkens lagen van deze poeder met elkaar worden verbonden zodat een vaste vorm ontstaat.
Agribusiness
Bedrijven die goederen en diensten leveren aan land- en tuinbouwbedrijven of zorgen voor verwerking, afzet en transport van agrarische producten van land- en tuinbouwbedrijven.
Agrofoodcomplex
De agrofoodsector, bestaande uit de deelcomplexen akkerbouw, grondgebonden veehouderij, intensieve veehouderij, glastuinbouw en opengrondtuinbouw.
Agrologistiek
Het vervoer, de opslag, de distributie en de regie (besturing, beheersing en organisatie) van de agrostromen - food en non-food - in de gehele agroketen. Deze keten loopt van grondstoffen tot consument.
Bargeterminal
Overslagpunt voor containers van weg naar water.
(Basis)Chemie
Een deel van de chemische sector die chemische bouwstenen produceert zoals polymeren, bulk petrochemische materialen, intermediates en afgeleiden en industriële basisproducten, anorganische chemicaliën en kunstmest.
Betuwelijn
Goederenspoorlijn tussen Rotterdam en Ruhrgebied via de Betuwe.
Bulkchemie
Massaproductie van chemicaliën zoals plastics, solventen of kunstmest.
Business-to-business
Transactie van bedrijf naar bedrijf, bijvoorbeeld van een product of dienst.
Brabantlijn
Spoorlijn Rotterdam-Eindhoven-Venlo.
Bulkvervoer
Vervoer van droge en/of natte massalading.
Actieprogramma logistiek
Verklarende woordenlijst
91
Circulaire economie
De circulaire economie is een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. Het circulaire systeem kent twee kringlopen van materialen. Een biologische kringloop, waarin reststoffen na een cascade van verbruik veilig terugvloeien in de natuur. En een technische kringloop, waarvoor product(onderdelen) zo zijn ontworpen en vermarkt dat deze op kwalitatief hoogwaardig niveau opnieuw gebruikt kunnen worden. Hierdoor blijft de economische waarde zoveel mogelijk behouden. Het systeem is dus ecologisch en economisch gezien ‘restauratief’.
Cluster
Economisch netwerk van gerelateerde bedrijven uit een productiekolom die in de buurt van elkaar gesitueerd zijn. Bijvoorbeeld Chemie cluster in Zuid-Limburg.
Congestie
Filevorming.
Container
Laadkist met een vaste afmeting (8 voet hoog, 8 voet breed en 10, 20 of 40 voet lang), zodat deze gemakkelijk is te transporteren, zowel per schip, per trein als per vrachtauto. Geschikt voor allerlei goederen.
Containerterminal
Overslagpunt voor containers.
Continentale ladingstromen Goederenstromen die vanaf een terminal naar het achterland worden vervoerd en op het continent blijven. Cradle-to-cradle
Duurzaamheidsconcept waarin afval niet langer als afval gezien wordt, maar als voeding voor nieuwe producten. De term is voor het eerst uitgewerkt in het boek ‘Cradle to Cradle: remaking the Way We Make things’ uit 2002 van William Mcdonough en Michael Braungart.
Cross Chain Control Center Een regiecentrum waar meerdere logistieke ketens en netwerken
gecoördineerd en geregisseerd worden. Het gaat dan om bundeling en aansturing van fysieke goederenstromen, de informatiestromen en eventuele financiële stromen en datamanagement.
Deep sea
92
Intercontinentaal vervoer over water.
Dedicated lane
Rijstrook die exclusief gebruikt wordt door specifieke voertuigen (vrachtwagens, personenauto’s) of specifieke functies (openbaar vervoer, carpoolen, duurzaam vrachtvervoer). Het alternatief is ‘mixed traffic lane’.
Deepsea containerschip
Containerschepen die intercontinentale routes bevaren. De containers van een deepsea containerschip worden in de grote havens overgeladen op een veel kleiner short sea schip om naar de verschillende kleinere havens te worden verscheept.
Doorvoer
De goederenstroom die, op weg van het ene naar het andere land, over Nederlands grondgebied vervoerd wordt maar in buitenlands bezit blijft. De doorvoer maakt, anders dan de wederuitvoer, geen deel uit van de invoer en de uitvoer.
Dynamisch Verkeers-
Geheel aan technische en organisatorische maatregelen om de
management
doorstroming en geleiding van het verkeer te verbeteren, rekening houdend met de wisselende omstandigheden per plaats en tijdstip.
E-commerce
Economische activiteit waarbij het handelsverkeer zich voltrekt via het internet met optimale gebruikmaking van elektronica en informatietechnologie.
Emissie
Uitstoot (emissie) van schadelijke stoffen.
Extended supply chain
De verlengde logistieke keten. Deze term wordt gebruikt om aan te geven dat organisaties hun blik op de keten hebben uitgebreid met een of meerdere schakels. Denk aan retailers die niet langer hun winkels, maar de consumenten als de laatste schakel in hun supply chain beschouwen.
EVO
Handelsnaam van de vereniging, belangenbehartiger van verladers, ontvangers en eigen vervoerders.
Extended gate concept
De tendens dat logistieke activiteiten van de zeehaventerminals naar het achterland worden verplaatst, mede ter ontlasting van de mainports, inclusief de daarbij behorende douane- en security faciliteiten.
Externe kosten
De kosten die ontstaan als iemands individuele acties het welzijn van een andere actor beïnvloeden op een manier waarvoor niet betaald hoeft te worden in overeenkomst met bestaande definities van eigendom in de maatschappij.
Actieprogramma logistiek
Verklarende woordenlijst
93
Fijnchemie
Hoogwaardige chemicaliën of `bio-specialties`. Onder andere gebruikt voor de bereiding van geneesmiddelen. Het tegengestelde van bulkproducten.
Footprint
Ecological footprint of ecologische voetafdruk. Een getal dat w eergeeft hoeveel biologisch productieve grond- en wateroppervlakte een bepaalde bevolkingsgroep in dat jaar gebruikt om zijn c onsumptieniveau te kunnen handhaven en zijn afvalproductie te kunnen verwerken.
Full truck load
Vrachteenheid gericht op een wegtransport met maximale beladingsgraad. De vracht kan los van de vrachtwagen samengesteld worden, zoals met een container.
Gebruiksvergoeding voor
Het bedrag dat een vervoerder of een andere partij die gebruik
het spoor
maakt van de hoofdspoorinfrastructuur, betaalt voor dat gebruik. Dit bedrag wordt betaald aan de infrabeheerder.
Globalisering
Ontwikkeling waarbij met name de economische en informatietechnologische activiteiten steeds meer wereldomvattend zijn. Globalisering kenmerkt zich door een verregaande schaalvergroting, het ontstaan van een wereldwijde (‘vrije’) markt en de verspreiding van een consumentencultuur.
Green Deal
Samenwerking tussen de rijksoverheid en initiatiefnemers om duurzame initiatieven op gang te helpen. Het Rijk kan ondersteunen door regeldruk te verminderen, haar netwerk en inkoopkracht in te zetten of kennis te delen. De uitvoering ligt bij de initiatiefnemer en het rendabel zijn en snelle resultaten zijn een vereiste.
Greenport
Nederlandse benaming voor een groot tuinbouwcluster, waarin planten, bomen, bollen, bloemen en groenten worden geproduceerd en verhandeld.
Een van de in totaal zes door de Nota Ruimte benoemde glastuinbouw- en bollenteeltgebieden, waar de agrarische functie versterkt wordt om de economische schaalvoordelen in de agrologistiek optimaal te benutten. In de greenports zijn de primaire productie, de verwerking, de handel en de distributie in de tuinbouwsector op elkaar afgestemd. Door deze clustering dragen ze bij aan dikkere en efficientere vervoersstromen, die als geheel de transportstromen kunnen doen afnemen.
94
Groepsrisico
Het groepsrisico is de kans per jaar dat in een keer een groep van een bepaalde omvang dodelijk slachtoffer wordt van een ongeval. Bij dit risico wordt rekening gehouden met het aantal personen dat zich rond de inrichting of transportas kan bevinden. Hoe meer mensen in de omgeving, hoe groter het groepsrisico.
Hoofdtransportassen
Hoofdwegen (weg, water, spoor) waarlangs vervoer van goederen plaatsvindt.
Hub
Transitiepunt of knooppunt in een netwerk zoals een (lucht)haven, een distributiecentrum of een containerterminal.
Inlandterminal
Een plek verder landinwaarts, bijvoorbeeld bij de grens, waar de goederenstroom opgedeeld wordt naar verschillende richtingen en verschillende transportmiddelen.
IJzeren Rijn
Goederenspoorlijn tussen Antwerpen en Ruhrgebied.
Incodelta
Incodelta Zuid-Nederland is een (voormalig) samenwerkingsverband van de vier zuidelijke provincies (Zuid-Holland, Zeeland, NoordBrabant en Limburg), de Rijksoverheid, milieuorganisaties en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. De betrokken partijen werkten in Incodelta samen om tot een betere organisatie van het goederenvervoer te komen. Incodelta initieert en faciliteert daartoe concrete bovenregionale projecten.
Inlandknooppunten/
Landinwaarts gelegen vervoersknooppunt of overslagpunt.
Inlandterminals Intercontinentaal vervoer
Vervoer van goederen en personen tussen de werelddelen (continenten).
Intermodaal vervoer
Vervoer met behulp van verschillende transportmodaliteiten (vervoerwijzen), die bewust op elkaar zijn afgestemd.
‘Just in time delivery’
Het net op tijd aanleveren van goederen in een productieketen, zodat geen of een beperkte voorraadvorming in de fabriek noodzakelijk is.
Het leveren van producten in de gewenste hoeveelheid op het moment dat een klant ze nodig heeft.
Kennisinfrastructuur
Actieprogramma logistiek
Research, scholing, opleidingen.
Verklarende woordenlijst
95
Kernnetwerk
Het, door de verschillende stakeholders bepaalde, kernnetwerk, dat alle modaliteiten omvat, is een netwerk met fysieke infrastructuur van hoogwaardige verbindingen en knooppunten met een onderscheid tussen het belang voor internationale stromen en het belang voor nationale stromen. Het kernnetwerk is richtinggevend bij investeringen door nationale en regionale overheden in infrastructuur en knooppunten, zoals bij de herprioritering van het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) (Topteam logistiek, 2011a).
Ketenregie
Ketenregie wordt opgevat als het besturen en beheersen van dynamische en soms virtuele logistieke ketens en netwerken. Het doel van ketenregie en –configuratie is om de efficiëntie en de effectiviteit in het logistieke proces te verhogen door optimale service aan de klant te leveren en integrale logistieke kosten te beheersen en zo laag mogelijk te houden. Ook ‘financial engineering’, keten- en netwerkontwerp en databeheer behoren tot deze activiteiten.
Knooppunt
Plaats waar goederen of laadeenheden tussen de verschillende modaliteiten worden uitgewisseld.
Koepelvergunning
Vergunning aan groep van actoren waarbinnen het aandeel van de vergunning per actor binnen de groep verdeeld of verhandeld kan worden, bijvoorbeeld een groep bedrijven die samen een maximale hoeveelheid CO2 mag uitstoten.
Lalo
Openbare laad- en losplaats voor spoorvervoer.
Landsdelig
Met betrekking tot een deel van het land; Limburg vormt samen met Noord-Brabant, Zuid-Holland en Zeeland het landsdeel ZuidNederland.
Langere en Zwaardere
Ook wel ecocombi, is een vrachtwagen die meer vracht kan en
Vrachtautocombinatie
mag vervoeren dan een gewone vrachtautocombinatie. Een LZV is maximaal 25,25 meter lang en 60 ton zwaar, terwijl een gewone vrachtwagen maximaal 18,75 lang is en (in Nederland) maximaal 50 ton zwaar mag zijn. Omdat het brandstofverbruik nauwelijks stijgt, wordt bij het transporteren van goederen per LZV 4 tot 30% brandstof bespaard.
96
Last mile
Term gebruikt in de logistiek voor het beschrijven van het vervoer van personen en goederen over de laatste meters naar de eindbestemming.
Lijndienst
Een reguliere verbinding per water of spoor tussen twee bestemmingen.
Lineaire economie
Een economisch systeem waarin grondstoffen worden omgezet in producten die na verbruik worden vernietigd.
Logistiek dienstverlener
Onderneming die tegen vergoeding alle of een deel van de logistieke activiteiten van de klant verzorgt. Steeds meer bedrijven besteden transport en logistiek uit aan logistiek dienstverleners.
Logistieke corridor
Fysieke structuur die de doorgang van logistieke stromen faciliteert en/of bundelt. Voorbeelden zijn dedicated lanes, de Betuweroute en de nieuwe Waterweg.
Logistieke knooppunten
Een complex van ruimtelijke concentratie van bedrijvigheid van verladers, vervoerders en goederenstromen, geaccommodeerd door infrastructuur, bedrijventerreinen en overslagpunten.
Maaslijn
Spoorlijn Nijmegen-Venlo-Roermond.
Maasroute
Vaarverbinding over de Maas en bijbehorende kanalen.
‘Made to order’
Een product dat gefabriceerd wordt op het moment van bestelling. Hierdoor is geen of een beperkte voorraadvorming in de fabriek noodzakelijk.
Mainport
Knooppunt van wereldformaat, met een internationaal overslagpunt voor (inter-) continentaal vervoer. Voorbeelden zijn de haven van Rotterdam en Antwerpen.
Maritieme stromen
Goederenstromen die over zee worden vervoerd naar andere continenten.
Modal shift
Het wisselen van modaliteit, bijvoorbeeld van spoor naar weg.
Modaliteit
Wijze van vervoer: eigen vervoer, collectief vervoer, openbaar vervoer, per auto, per spoor, per binnenvaartschip, enzovoort.
Actieprogramma logistiek
Verklarende woordenlijst
97
Monitoring
Het aan de hand van vooraf bepaalde indicatoren meten en volgen van ontwikkelingen op een bepaald beleidsterrein.
Montzenlijn
Spoorlijn die de Antwerpse haven en het Duitse achterland verbindt via het Vlaamse en Waalse gewest.
Multimodale netwerken
Transportnetwerken waarin verschillende modaliteiten zijn gecombineerd.
Multimodaal transport
Vervoer dat verloopt via minstens twee verschillende modaliteiten ofwel minimaal één modal shift doormaakt.
Natte kavels
Kavels die rechtstreeks via een kade ontsloten worden op het water.
Nearsourcing
Het door een bedrijf strategisch plaatsen van bedrijfsmatige activiteiten dichtbij de locatie waar de eindproducten worden verkocht.
Opschaling
Een groter schaalniveau bereiken o.a. door samenwerking.
Railshuttle
Lijndienst per rail.
Railterminal
Overslagpunt van containers tussen weg en spoor.
Reefercontainer
Een container voor temperatuurgevoelige goederen, specifiek voor goederen die gekoeld vervoerd moeten worden. Het woord is afgeleid van het Engelse woord ‘refrigerator’: de afkorting daarvan, ref, is verbasterd tot reefer.
Regionaal verbindend
Netwerk van wegen dat steden en verzorgingskernen binnen
wegennet
Limburg en daarbuiten met elkaar verbindt.
Retourlogistiek
Retourlogistiek of ‘reverse logistics’ is het terughalen van producten en/of verpakkingen met als doel om ze geheel of gedeeltelijk opnieuw te gebruiken. Producten kunnen in hun geheel opnieuw op de markt worden gebracht (denk aan retourzendingen van webwinkels of andere retailers), maar het kan ook zijn dat alleen componenten of grondstoffen worden hergebruikt in andere producten. Retourlogistiek omvat in dat geval het hele spectrum van reparatie, revisie, recycling en vernietiging van producten, inclusief de daaraan gerelateerde administratieve en financiële processen. In geval van verpakkingen gaat het vaak om herbruikbare ladingdragers zoals pallets, rolcontainers en kratten.
98
Roll on/Roll off
Trucks met opleggers of alleen opleggers, die per schip worden vervoerd.
Reverse logistics
Zie retourlogistiek.
Servicelogistiek
De regie van de after-sales service vanaf productlevering tot aan het einde van de levenscyclus van een product.
Short sea
Kustvaart: het vervoer te water van goederen of passagiers over een traject dat tenminste voor een deel uit zee of oceaan bestaat, maar waarbij de oceaan niet wordt gekruist.
Shuttleverbindingen
Regelmatige lijnverbindingen op een vast tijdstip met de zeehavens (maritiem) en/of met het achterland (continentaal).
Spoke
Verbindingslijnen in een transportnetwerk tussen de hubs (knooppunten).
Stedelijke distributie
Stedelijke distributie is een verzamelterm voor activiteiten die zich richten op het vervoer vanaf de stadsgrens tot in de stad, waarbij de doelen tweeledig zijn: a. Gebruikmaken van schonere voertuigen; b. Het aantal vervoersbewegingen in de stad verminderen.
‘Supply chain’
Een keten van activiteiten die erop is gericht om een product of dienst van leverancier naar afnemer te brengen. Deze activiteiten omvatten het transformeren van grondstoffen en componenten - eventueel via tussenstappen - in een eindproduct dat wordt afgeleverd aan de eindgebruiker. In de praktijk bestaat een supply chain uit een aantal bedrijven dat elkaar en uiteindelijk de consument belevert.
Supply Chain Finance
Het geheel van instrumenten voor het financieren van goederen, terwijl ze langs de supply chain bewegen van oorsprong tot bestemming.
Synchromodaliteit
In een synchromodaal transportsysteem kunnen alle vervoerswijzen flexibel worden ingezet op basis van samenwerking tussen modaliteiten (in tegenstelling tot concurrentie tussen modaliteiten). Bij synchromodaal kun je op elk gewenst moment kiezen tussen verschillende modaliteiten, op basis van de actuele omstandigheden zoals lage waterstand, spoedlading en op basis van real-time verkeers- en transportinformatie.
Actieprogramma logistiek
Verklarende woordenlijst
99
Thuiszorglogistiek
Logistiek proces van het leveren van zorg aan patiënten, bij patiënten thuis.
Tonkilometer
Transporteconomische maat voor hoeveelheid vervoer uitgedrukt in vervoer van een ton over een kilometer.
Tracé
Aanduiding van het verloop van een aan te leggen weg of spoorlijn.
Transitoas
De belangrijkste verbindingen voor het doorgaande vrachtvervoer (per weg, water of spoor) binnen een corridor, bijvoorbeeld de A67 en de A76; de Maasroute en de Brabantlijn.
Transitovervoer
Grensoverschrijdend (doorgaand) vrachtvervoer.
Triple Helix
Hiermee wordt de ‘triple helix’ samenwerking tussen bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen en overheid bedoeld. Deze intensieve samenwerking schept een gunstig ondernemersklimaat. Zowel voor grote internationals als voor het midden- en kleinbedrijf.
Tweebaksduwvaart
Vorm van binnenvaart waarbij twee bakken door een duwboot voortbewogen worden.
Valley
Een geografisch afgebakend gebied met een specifieke concentratie van economische activiteiten zoals maintenance-valley (onderhoud) of food-valley.
Value Added Logistics
Waardetoevoegende logistieke activiteiten zoals verpakken, labelen, assembleren, controleren, enzovoort.
Deze activiteiten vinden met name plaats in de distributiecentra, waar bedrijven hun winst halen uit het toevoegen van waarde aan het product. Bijvoorbeeld: het opslaan en assembleren van motoronderdelen of het in kleine porties verpakken van geneesmiddelen met een ‘bijsluiter’ in de juiste taal.
Value added services
Waardetoevoegende diensten zoals retours regelen of technische ondersteuning bij levering (uitpakken, installeren).
Venstertijd
Door de gemeente bepaald tijdstip waarop winkels in een bepaald gebied bevoorraad mogen worden door vrachtwagens.
Verladers
Opdrachtgevers, (industriële) bedrijven die goederen vervoerd willen hebben.
100
Vervoerders
Uitvoerders, bedrijven die goederen transporteren.
Vervoersmodaliteit
Zie modaliteit.
Vierlaagscontainervaart
Goederenvervoer per containerschip waarop vier lagen containers gestapeld zijn.
Warehousing
Het beheren van een magazijn (warehouse) in de supply chain.
Zuidlijn
Spoorlijn Eindhoven-Maastricht.
Actieprogramma logistiek
Verklarende woordenlijst
101
Structuurvisie Buisleidingen 2012-2035
w w w. l i m b u r g . n l