Karel de Grote-Hogeschool Campus Noord Pothoekstraat 125 2060 Antwerpen
Ian Lux
klas: Banaba ZO II
Actieonderzoek: Boek- en leespromotie in de klas
Leertrajectbegeleider: Willy Claes Academiejaar: 2008-2009
Inhoudstafel Inhoudstafel ..................................................................................................................................................... 1 Inleiding ........................................................................................................................................................... 2 Schetsing van de werkomgeving ...................................................................................................................... 4 Welke concrete stappen nemen boekhandels en uitgeverijen rond lees- en boekpromotie bij de jeugd? ........ 5 Welke organisaties houden zich bezig met het promoten van jeugdliteratuur in Vlaanderen en op welke manieren proberen ze dat te doen? ................................................................................................................. 7 Heeft de klasbibliotheek een rol in de boekpromotie? ..................................................................................... 9 Manieren om boeken lezen te promoten in de klas ....................................................................................... 11 Kan het uitnodigen van een schrijver/schrijfster invloed hebben op het meer lezen van (zijn/haar) boeken bij kinderen? ....................................................................................................................................................... 14 Op welke andere manieren is jeugdliteratuur in de pers gekomen en welke invloed heeft dit op het lezen bij kinderen? ....................................................................................................................................................... 17 Wat biedt de Dag van de Literatuureducatie een leerkracht rond boekpromotie? ......................................... 21 Besluit van dit actieonderzoek ....................................................................................................................... 23 Bibliografie ..................................................................................................................................................... 25 Boeken .............................................................................................................................................................. 25 Krantenartikels ................................................................................................................................................. 25 Websites ........................................................................................................................................................... 26
1|Boek- en leespromotie
Inleiding
Ik weet het nog goed: zo’n 17 jaar geleden mocht ik voor het eerst naar de “grote school” met mijn nieuwe boekentas. Ik kwam bij juffrouw Annemie en juffrouw Rosita terecht. Het was een echte grote stap voor mij want eindelijk kwam ik in het eerste leerjaar terecht. Het eerste leerjaar stond voor mij synoniem met (eindelijk) huiswerk krijgen, leren rekenen en vooral leren lezen. Vanaf dat moment kon ik net zoals de grote mensen die gekke tekens verstaan en ook eens die dingen vastnemen waarin allerlei papier in stak met ook van die vreemde tekens. Die dingen werden boeken genoemd. Niet alleen bij mij thuis vond ik die dingen, maar al snel nadat ik mijn eerste woorden had leren lezen, ging ik voor de eerste maal naar de “bibriotheek”, een magische plaats waar ze stapels boeken hadden. Al snel leerde ik kennis maken met Sam Schoffel (een privédetective die zaken oploste in ruil voor chocoladerepen met hele noten), Jan zonder Vrees (die net zoals ik toen in Antwerpen heeft gewoond en waarvan nog steeds een café met zijn naam bestaat)en anderen zoals de Griezels van Roald Dahl en David Eliot, die aan een soort van tovenaarsschool (Grieselstate) studeerde (de eigenlijke voorloper van Harry Potter, in feite dus bedacht door Anthony Horowitz). Kortom, in mijn jeugd was ik een echte boekenwurm. Boeken lezen, dat was mijn moment om eens eventjes van de wereld te verdwijnen en in mijn fantasiewereld te kruipen. Tijdens mijn puberteit heb ik het boeken lezen grotendeels achterwege gelaten maar af en toe kon ik toch nog wel eens genieten van enkele goede boeken (waaronder “Naakte zielen”, geschreven door Deflo en “American Psycho” van Bret Easton Ellis). Gelukkig heb ik me tijdens mijn lerarenopleiding terug geworpen op de jeugdliteratuur en heb enkele nieuwe reeksen en schrijvers (gericht op kinderen en jongeren) ontdekt, zoals Gerda Dendooven en Dimitri Leue, maar heb ik ook oude waarden van mijn tijd herontdekt, zoals een Marc De Bel en Anthony Horowitz. Op de momenten wanneer ik me voorstelde tijdens stages probeerde ik ook steeds te achterhalen wat de hobby’s van mijn stageleerlingen waren. Slechts zelden hoorde ik dat iemand lezen als hobby had. Eenmaal ik mijn eigen klas had, merkte ik bij de kinderen dat een enorm grote meerderheid niet graag las en het eerder beschouwde als een straf dan als een beloning. Omdat ik het zo jammer vind dat kinderen boeken lezen niet meer zo leuk vinden dan de jeugd van 13 jaar geleden, heb ik besloten om hier rond te werken tijdens mijn actieonderzoek. Ik heb voor mezelf besloten dat ik niet zozeer aandacht ging besteden aan waarom de kinderen van tegenwoordig lezen niet meer zo leuk vinden, maar eerder wat ik als leerkracht kan doen om hen wat meer aan het lezen te zetten. Hiervoor heb ik me volgende basisvragen gesteld waar ik graag een antwoord zou op willen geven in dit actieonderzoek: •
Welke (concrete) stappen ondernemen de uitgeverijen en boekhandels omtrent het promoten van het lezen en het promoten van boeken?
•
Welke organisaties houden zich bezig met het promoten van jeugdliteratuur in Vlaanderen en op welke manieren proberen ze dat te doen? 2|Boek- en leespromotie
•
Heeft de klasbibliotheek een rol in de boekpromotie?
•
Hoe kan ik als leerkracht promoten van boeken bevorderen? Welke werkvormen kan ik daarvoor gebruiken en slaan aan bij de kinderen?
•
Heeft het uitnodigen van een schrijver op school een concrete invloed op het (meer) lezen van (zijn/haar) boeken?
Het enige wat me nu nog rest, is het afsluiten van de inleiding en u hartelijk uit te nodigen bij het verder lezen van dit verslag.
3|Boek- en leespromotie
Schetsing van de werkomgeving Dit jaar geef ik les op basisschool De Vlinder, een wijkschool in Moretusburg (Hoboken). Moretusburg is een wijk waar vrij veel allochtonen wonen en minderbedeelde autochtonen. Dat kan je ook merken aan onze leerlingen. We hebben slechts 54 leerlingen op de lagere school en ik denk dat een kwart echte Belgen zijn. Dit is al van een zeker belang voor de beginsituatie van mijn onderzoek. Er zijn heel wat kinderen die bij ons taalzwak zijn en dat heeft onder andere te maken met de omgeving waarin ze opgroeien. Ik merk bij oudercontacten dat sommige ouders vergezeld zijn van een kennis die dan fungeert als tolk tussen de leerkracht en de ouder omdat de ouder niet of nauwelijks het Nederlands voldoende onder de knie heeft. Dan is het als kind natuurlijk al moeilijker om een boek dat in het Nederlands geschreven is vast te nemen en het te proberen lezen. Daarbij komt ook nog eens het feit dat moslimkinderen “minder” vrije tijd hebben dan autochtone kinderen omdat ze vaak (al dan niet) gedwongen door de ouders ook hun islamitisch roots niet mogen verloochenen en naar de Koranschool gaan op zaterdag en voor de jongens ook op woensdag. Daarbij komen dan de hobby’s zoals voetballen, op hun PlayStation of Nintendo spelen, … Omdat ik dus ook in een minderbedeelde buurt les geef, is het voor die personen ook vaak financieel moeilijker om boeken te kopen dan andere gezinnen. Om een nieuw jeugdboek te kopen, zit men tegenwoordig al rond de 15 euro. Die 15 euro kan in deze buurt soms een groot verschil maken op financieel gebied om te overleven. Toen ik mijn klas voor de eerste keer binnenkwam, heb ik me meteen geworpen op de klasbibliotheek. Een goede klasbibliotheek is volgens mij de basis van een goede lees- en boekenpromotie. De drempel om een boek te lenen in de klas is veel kleiner dan naar de bibliotheek te gaan omdat die nu eenmaal dichter is. Helaas was me wel opgevallen dat mijn eigen klasbibliotheek niet zo up-to-date was, maar hierover vertel ik straks wat meer. Zoals eerder gezegd is de school een kleine school. Het rechtstreeks gevolg hiervan is dat we natuurlijk ook maar weinig leerkrachten hebben, dit in tegenstelling tot de school waar ik vorig jaar heb gewerkt. Omdat het leerkrachtenteam eigenlijk zo goed aan elkaar hangt, durf je snel wat meer uit te proberen. Dit is echt belangrijk om te weten want je goed voelen is echt een zeer belangrijke factor in een actieonderzoek want je durft meer risico’s te nemen want je weet op voorhand dat niemand het erg zal vinden. Dit biedt voor beginnende leerkrachten zoals ik (het is nog steeds mijn tweede jaar als leerkracht) een enorme steun. Men laat je gerust op je bek gaan zonder dat het je kwalijk genomen wordt.
4|Boek- en leespromotie
Welke concrete stappen nemen boekhandels en uitgeverijen rond lees- en boekpromotie bij de jeugd? Ik wist al vrij snel waarrond ik mijn actieonderzoek ging maken en één van mijn eerste vragen die ik me stelde, was het feit welke stappen boekhandels en uitgeverijen nemen rond het promoten van lezen en boeken bij de jeugd. Daarom heb ik naar verschillende uitgevers en boekhandels e-mails gestuurd met deze vraag. Het is natuurlijk absurd om e-mails te sturen naar eender welke uitgeverij of boekhandel dus heb ik me vooral gebaseerd op de uitgeverijen van jeugdboeken die ik bij mij thuis heb staan en enkele grote verkoopcentra van boeken. Ten slotte ben ik dan tot de volgende lijst gekomen: •
Uitgeverijen: Davidsfonds, Averbode, Lannoo, Kluitman, The House of books, Clavis, Standaard Uitgeverij, Zwijsen,…
•
Boekhandels: Standaard boekhandel, CoLibro, Fnac en Club
Uiteindelijk heb ik slechts zeer weinig reactie gekregen van deze mensen. Van geen enkele boekhandel heb ik reactie gekregen en van de meeste uitgeverijen heb ik ook geen reactie gekregen. De enige uitgeverijen die me terugmailden met extra informatie was het Davidsfonds, Averbode en Standaard Uitgeverij. Het Davidsfonds is enkele jaren gelden begonnen met een reeks “groeiboeken“ voor beginnende lezers. Groeiboeken zijn boeken die beginnen van een laag AVI-niveau en stilaan groeien naar een hoger niveau. Eén van de meest bekende groeiboeken is de reeks van Vos en Haas (die wel niet is uitgegeven door het Davidsfonds, maar door Lannoo). Inderdaad, het Davidsfonds geeft verschillende groeiboeken uit zoals “Mijn eerste sprookjesgroeiboek”, “Mijn eerste griezelgroeiboek”, “Wie knipt de tenen van de reus?: versjesgroeiboek voor kleuters” en “Mijn eerste dierengroeiboek: kriebeldieren”. Dankzij dit soort boeken probeert het Davidsfonds ervoor te zorgen dat lezen een plezier wordt voor kinderen en ook voor een uitdaging te zorgen om samen met de verhalen in het boek mee te groeien in het leesproces. Verder dankt deze uitgeverij er ook aan om een reeks boeken “Makkelijk lezen” uit te geven omdat men merkt dat veel kinderen naar een dun boekje grijpen. De criteria van de uitgever is het feit dat ondanks dat de boekjes dun moeten zijn, er toch een leuk en jong verhaal verteld wordt waar kinderen zich makkelijk in kunnen herkennen. Verder probeert Davidsfonds bij enkele boeken lesbrieven te ontwerpen. Hierbij moet ik wel vertellen dat het me enige moeite heeft gekost om deze lesbrieven te ontdekken omdat de website van het Davidsfonds vrij uitgebreid is. Het Davidsfonds is niet enkel een uitgeverij, maar ook een reisbureau, een culturele organisatie, … Averbode is bekend als de uitgever van Zonneland, Zonnestraal en Zonnekind. Zij zorgen niet enkel voor deze tijdschriften, maar ook voor enkele leesabonnementen, gericht op de leeftijden van hun tijdschriften. De namen van die abonnementen zijn de Boekenboot van Robbe en Bas, Leeskriebel, de Vlaamse Filmpjes en Tijdsein (de historische verhalen van vroeger). Verder heb je bij het abonnement van Zonnekind ook het Zonnekind Leesboek dat differentieert naar de leesniveaus. 5|Boek- en leespromotie
Standaard Uitgeverij heeft niet echt een strategie wat betreft leespromotie, maar heeft me wel doorverwezen naar Stichting Lezen. Nu, in de maand maart (misschien niet toevallig in de aanloop naar de Jeugdboekenweek) heb ik een flyer en een kaart gevonden waar reclame werd gemaakt voor het boek “Vertelsels van Baker de Bard”, een spin-offboek van de Harry Potterreeks die door deze uitgeverij uitgegeven wordt. Blijkbaar wordt er voor dit boek dus wel degelijk een uitzondering gemaakt om reclame rond te maken. Misschien heeft dit te maken met het feit dat vele jonge lezers grote fan zijn van de avonturen van Harry Potter. Als ik een conclusie mag maken uit de rondvraag bij de uitgeverijen, is het feit dat men zich vooral fixeert op de jonge lezers door allerhande initiatieven. Volgens mij is dit ook wel een goed uitgangspunt want kinderen die net beginnen te lezen, is de leesmotivatie het grootst bij jonge lezers en is deze doelgroep een publiek waar men veel boeken aan kan verkopen. Uitgeverijen dienen immers niet alleen om lees- en boekpromotie maar hun belangrijkste doel is het verkopen van boeken. Eenmaal men jonge lezers aan het lezen krijgt en ervoor zorgt dat ze blijven lezen, zullen deze kinderen in hun latere leven ook gemakkelijker een boek gaan kopen dan anderen. Als ik wel enkele suggesties mag maken in verband met lees- en boekpromotie, wil ik uitgeverijen aanraden om wat meer boeken in paperbackformaat te drukken en niet altijd een harde cover te voorzien. Dit zou de prijs wat drukken zodat minderbedeelden sneller een boek zullen kopen. In Frankrijk doet men dit al en het verschil tussen een paperback en harde cover van hetzelfde boek is echt groot, dit verschil kan zeker oplopen tot 10 euro. Enkele jaren geleden zat ik in Frankrijk zat op Erasmusuitwisseling en heb een aantal Franse prentenboeken gekocht met zachte cover. Het formaat was wel aangepast maar een prentenboek met zachte cover kostte uiteindelijk slechts 7 euro. Standaard Uitgeverij heeft dit ook in België gedaan met hun Harry Potterboeken en daar zat toch ook een verschil van 4 euro op. Zo heeft de klant zelf de kans om te kiezen of ze de luxueuze versie wilt of eerder de zachte kaft. Zo wordt het boeken kopen voor kansarmen ook wel wat gemakkelijker. Wat ik ook wel jammer vind, is het feit dat bepaalde kranten en weekschriften minder en minder aandacht besteden aan jeugdliteratuur. Vaak hebben die wel een bijlage die handelt over boeken, maar je vindt zeer weinig jeugdboeken in deze bijlagen terug. Je vindt enkel informatie over jeugdboeken als er een speciale periode rond kinder- en jeugdliteratuur eraan komt, zoals de Jeugdboekenweek. Vroeger had je ook allerlei publicitaire campagnes rond jeugdboeken bij kranten en tijdschriften. Je kocht dan bijvoorbeeld een krant en dan kan je voor een prikje een jeugdboek kopen. Het Laatste Nieuws heeft bijvoorbeeld de actie “De gouden Jeugdcollectie” gehad waarbij je zowel klassiekers als hedendaagse boeken kon kopen voor vijf euro. In deze reeks zaten onder andere “Sjakie en de chocoladefabriek” (Roald Dahl), “Pippi Langkous” (Astrid Lindgren), maar ook “De beha-boomhut” (van Marc de Bel) en “Het dolfijnenkind” (van Patrick Lagrou). Het Nieuwsblad had ongeveer hetzelfde enkele jaren geleden waar je dan boeken van Marc De Bel, Anthony Horowitz en Dirk Bracke had. Dit jaar doet Humo wel zulk aanbod, maar dan met de boeken van Geronimo Stilton. Er zijn blijkbaar wel problemen met de levering van deze Humo’s want zij hebben blijkbaar niet op zo’n overrompelend succes gerekend. Er zijn talloze reacties op de website van Humo waar ouders hun beklag doen omdat ze geen boek ervan te pakken hebben gekregen. Bijbestellen is volgens hen ook blijkbaar erg moeilijk. 6|Boek- en leespromotie
Welke organisaties houden zich bezig met het promoten van jeugdliteratuur in Vlaanderen en op welke manieren proberen ze dat te doen? Zoals ik al heb vermeld, was mijn volgende stap informatie te zoeken over organisaties in verband met boek- en jeugdpromotie. De allereerste organisatie die ik heb gecontacteerd, was Stichting Lezen. Stichting Lezen kende ik al eerder van mijn eindwerk in de normaalschool rond sprookjes. Daarom wist ik al dat ze subsidies toekenden aan scholen en organisaties om een schrijver of illustrator een auteurslezing te laten geven in verband met leespromotie. Daarnaast heeft de Stichting ook een enorme bibliotheek met erg veel jeugdboeken en boeken en tijdschriften waarin staan hoe je met jeugdboeken kunt werken, zoals De Leeswelp, Leesbeesten en boekenfeesten, … Tenslotte organiseert Stichting Lezen ook allerhande momenten om jeugdliteratuur in de kijker te brengen, zoals de Voorleesweek, de Jeugdboekenweek met het bijbehorende grote kinderboekenfeest en de Kinder- en Jeugdjury. Daarnaast heeft Stichting Lezen ook initiatieven zoals de website www.boekenzoeker.org ; de Boekbaby’s en stellen ze om de twee jaar een kinderconsul aan. De kinderconsul is een auteur die kinderen aanspreekt en volwassenen aanzet tot denken over de heersende kindercultuur. Op dit moment is de kinderconsul Gerda Dendooven. Ik had hen dus een e-mail gestuurd en van hen kreeg ik vrijwel onmiddellijk antwoord terug. Als ik hen mijn adres opgaf, gingen ze me allerlei informatie opsturen. En inderdaad, een week later kreeg ik een erg dikke enveloppe van hen in mijn brievenbus. Er zat van allerlei promomateriaal in van hun initiatieven, zoals enkele affiches en posters, maar ook de lesideeën van de Jeugdboekenweek 2008 zaten in deze enveloppe. Ik heb dan meteen de daad bij het woord gevoegd en heb ik enkele van deze affiches in mijn klas opgehangen, zoals de affiche van de Voorleesweek en de Kinder- en Jeugdjury en ook een bundeltje van de 99 mooiste kinder- en jeugdboeken die naar aanleiding van het vorige Jeugdboekenweekthema (Mooi) was opgesteld. Ik heb ook dankzij Stichting Lezen ook 100 euro subsidie gekregen voor de auteurslezing die ik in mijn school heb georganiseerd tijdens de Jeugdboekenweek, maar daar zal ik het straks nog voort over hebben. Verder heb ik enkele andere organisaties aangesproken, zoals Boek.be en Vlabin.be, maar zij konden me niet helpen maar stuurden me verder naar Stichting Lezen, die ik toen al gecontacteerd had. Boek.be is de centrale organisatie rond het Boek in Vlaanderen. Het is de organisatie die onder andere de Boekenbeurs organiseert, maar wel de Boekenbeesten heeft ontwikkeld en de Boekenleeuw en de Boekenpauw uitreikt. Dat zijn initiatieven die dus wel degelijk met jeugdliteratuur te maken hebben. De Boekenbeesten zijn 9 figuurtjes die symbool staan voor een ander genre in de jeugdliteratuur en zijn een vorm van jeugdboekenmarketing. Boek.be ontwikkelt elk jaar in het teken van de Jeugdboekenweek steeds een gadget dat je krijgt per 10 euro jeugdboeken die je koopt. Vorige jaren waren dit onder andere boekentrommels, een set postkaarten, een cd met het Boekenbeestenlied op en een stickerboekje. Dit jaar (2009) was het 7|Boek- en leespromotie
gadget een boekensteen en dit had enorm veel succes. De Jeugdboekenweek was nog niet begonnen of sommige winkels zaten er al met hun eerste levering er al doorheen. Blijkbaar sloeg dit gadget enorm aan want de nieuwe levering komt er pas einde mei terug opnieuw aan (eigenlijk nadat deze promotie al lang afgelopen is, want deze campagne loopt enkel tijdens de maand maart). Boek.be reikt dus ook de Boekenleeuw en de Boekenpauw uit. Dit zijn literaire prijzen die de stichting uitreikt naar het beste kinder- of jeugdboek (de Boekenleeuw) en de mooiste illustraties in een kinder- of jeugdboek (de Boekenpauw). Dit zijn prijzen waar eigenlijk een mooie geldsom van 2500 euro elk aan vast hangt en een gouden speld. De winnaars van deze prijzen dit jaar zijn Els Beerten met haar boek “Allemaal willen we de hemel” (Boekenleeuw) en Sabien Clement met het boek “En iedereen ging op zijn mieren zitten” (Boekenpauw). Zulke prijzen geven elke schrijver of illustrator natuurlijk een mooi schouderklopje, maar eigenlijk vind ik de prijzen van de Kinder- en Jeugdjury belangrijker dan de Boekenleeuw of Boekenpauw omdat deze prijzen uitgereikt worden door de kinderen zelf in plaats van volwassenen. Het is veel belangrijker dat het doelpubliek je boeken leuk vindt dan de volwassenen die het lezen. Vlabin heeft als doel openbare bibliotheken, schoolbibliotheken, archieven en documentatiecentra te ondersteunen in de uitbouw van een boekencollectie die kwaliteit garandeert op inhoudelijk en formeel vlak. Daarvoor geeft het drie tijdschriften uit, namelijk de leeswolf, de leeswelp en wolfsprent. De leeswelp is het tijdschrift dit zich bezig houdt met het recenseren van allerlei jeugdboeken. Ook deze organisatie houdt zich dus blijkbaar toch bezig met het promoten van jeugdliteratuur. Een organisatie waar ik eerlijk gezegd nooit van gehoord had, maar toch tegengekomen ben op de Dagen van de Literatuureducatie (ingericht door de Canon Cultuurcel en met de steun van boek.be), is LINC vzw. LINC is een vereniging die probeert via sociaal-cultureel vormingswerk van volwassenen mensen bij de kennismaatschappij waarin we leven te betrekken. Ik hoor u waarschijnlijk al afvragen wat dat dan de link is met de promotie van jeugdliteratuur. Wel, het antwoord is zeer simpel. Deze mensen bieden cursussen aan die met (voor)lezen in al zijn aspecten behandelt. Men geeft niet alleen cursussen over voorlezen, maar ook over het gebruik van boeken in vakoverschreidende thema’s. Het idee achter het aanbieden van deze cursussen is volgens mij zeer simpel: men probeert volwassenen allerlei trucjes aan om lezen aantrekkelijker te maken voor kinderen waardoor die volwassenen een invloed gaan uitoefenen op het leesplezier van de kinderen. Volgens mij zijn er nog meer organisaties die zulke cursussen aanbieden…
8|Boek- en leespromotie
Heeft de klasbibliotheek een rol in de boekpromotie? Dit jaar ben ik op een nieuwe school gestart en ik kreeg de klas van de derde graad onder mijn hoede. Het eerste wat ik deed, was speuren naar de boeken van de klasbibliotheek. Mijn teleurstelling was zeer groot toen ik deze onder ogen kreeg. Ik vond de klasbibliotheek nogal oud. Recente boeken zaten er dus ook niet in en de nadruk lag vooral op historische verhalen. Daarom had ik voor mezelf besloten om een stapel boeken die ikzelf als kind goed vond, mee te nemen en verder aan te vullen met goedkope, maar toch kwaliteitsvolle boeken die ik op de kop heb kunnen tikken bij verscheidene uitverkopen en solden. Die boeken heb ik dan in de klasbib gezet en heb er eigenlijk mijn mond over gehouden. Ik heb de kinderen nauwkeurig in het oog gehouden naar welke boeken de kinderen het snelst grepen. Blijkbaar houden mijn leerlingen enorm veel van griezel- en sciencefictionboeken. Dat merkte ik aan het feit dat ze bijna allemaal naar de Kippenvel- en Star Warsboeken grepen. Toch merkte ik dat een aantal leerlingen niet graag wilden lezen. Ik had toen een gesprek met hen ik vroeg welke soort boeken er in de klasbibliotheek miste. Ze vertelden me toen dat er wat meer boeken over dieren in mochten staan. Gelukkig kreeg ik enkele dagen later een e-mail van Lannoo dat ze enkele dagen later een grote stockverkoop in Antwerpen organiseerden. Ik ging daar dus naartoe en gelukkig heb ik daar enkele boeken rond dieren gevonden. Nadat ik die boeken in de klasbib had gezet, merkte ik dat ik de klas veel gemakkelijker aan het lezen kreeg. Volgens mij had dit te maken met het feit dat ik eigenlijk maar weinig non-fictieboeken aanbod rond biologie. Inmiddels heb ik nog meer boeken rond dieren aangekocht en dat zijn toch echte topboeken voor mijn klas. Rond de Sinterklaasperiode heb ik een groot budget gekregen om voor cadeautjes voor de klas te zorgen. Het leek me nogal logisch om een deel van dat geld in boeken voor de klasbibliotheek te investeren. Met dat geld heb ik enkele buitenkansjes van afdankingen van uitgeverijen kunnen kopen maar die toch wel de moeite zijn. Voorbeelden hiervan zijn “De val van de aartsengel” en “Adelaarsspel”. Beide boeken maken deel uit van de geweldige Alex Rider-reeks, geschreven door Anthony Horowitz. Omdat toen al zeker was dat Gerda Dendooven naar onze school kwam tijdens de Jeugdboekenweek, heb ik ook een boek waaraan zij meegewerkt had, gekocht, namelijk “De lange weg naar huis”. Toch heb ik de kinderen ook een deel inspraak gegeven in verdere aankoop van boeken. Eerst heb ik een soort van stemming gehouden. Ik gaf de kinderen allemaal een post-itje en liet hen daarop de naam van hun lievelingsschrijver op noteren. Van de 2 schrijvers met de meeste stemmen zou ik dan een boek van hen kopen. Uiteindelijk zijn dit J.K. Rowling en Marc de Bel geworden. Daarna heb ik met de klas een klasgesprek gehouden rond de 2 schrijvers om zo te weten komen wat het lievelingsboek van de klas zou worden. Zo ben ik dan uitgekomen op “De formule van Tante Kriegel” van Marc De Bel en “Harry Potter en de relieken des doods” van J.K. Rowling. Verder heb ik ook het nieuwste “Guinness Book of Records” gekocht. Al snel ontdekte ik dat dit een geliefd boek werd bij de kinderen. Het is niet te verwonderen: records spreken kinderen altijd aan en hoe vreemder, hoe liever. Het feit dat er nu ook enkele 3D-beelden in zaten, was ook geweldig voor hen.
9|Boek- en leespromotie
Daarnaast heb ik ook 3 boekenbons (gekocht van het sintbudget) verloot onder de klas waarmee de gelukkigen boeken mochten kopen waarvan zij dachten dat die goed zouden zijn voor de klasbibliotheek. De boeken die er toen gekocht zijn, waren: •
Ontembaar!
•
De hond van Roosevelt
•
Het geheim van Antarctica
•
Mijn liefste vijand
•
Bernie King en de magische cirkels
Ik heb de klas een lange tijd in de gaten gehouden bij het kiezen van de boeken in de klasbibliotheek en het bleek dat er slechts 1 boek van de 5 het goed doet in de klas, namelijk “Ontembaar”. De reden waarom dat boek het nu zo goed doet, is eigenlijk vrij simpel: paarden. Bij mijn weten is het thema paarden altijd populair geweest bij meisjes, dus is het niet verwonderlijk dat dat boek erg goed scoort bij meisjes. Wat de andere boeken betreft,hebben de kinderen zich volgens mij vooral door de cover van het boek laten leiden. Er had een kind een boek genomen van Dixie Dansercoer rond zijn zuidpoolavontuur. Dat boek heeft een enorm blinkende cover die wel meteen aandacht vraagt. Verder heb ik ook nog het Guinness Book of Records boek gekocht en dat is ook een echte hit in de klasbibliotheek. Dit heeft te maken volgens mij met het feit dat het rond records gaan en hoe gekker de records, hoe leuker voor de kinderen. Wat nog een belangrijk iets is, is het feit dat er veel foto’s in staan en slechts korte tekstjes want mijn klas houdt niet zo van het lezen van dikke boeken, maar daarover straks meer.
10 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
Manieren om boeken lezen te promoten in de klas
In dit deel van het actieonderzoek ga ik proberen weer te geven welke dingen die ik ondernomen heb om het lezen van welbepaalde boeken te promoten in de klas. 1. Het boek van de week Het boek van de week was mijn eerste poging om een welbepaald boek in de schijnwerpers te zetten. Het boek dat de eer kreeg, was Ravenpoort van Anthony Horowitz. Ik heb dit boek gekozen omdat ik dacht dat het wel in de smaak zou vallen bij mijn klas. Het is namelijk een echte pageturner, een boek dat je van de eerste bladzijde je in spanning houdt om de rest verder te lezen. Bij dit boek heb ik bepaalde hints gemaakt waardoor ik dacht dat de kinderen het zouden gaan lezen. Ik had een kerncentrale met een Stonehenge-achtig decor geboetseerd en een krantenpagina gemaakt om hen warm te maken voor het lezen van dit boek. De foto’s en dergelijke kan u in de bijlage achteraan te vinden. Uiteindelijk heb ik het ook aan hen gepresenteerd en verwachtte dus dat er iemand vrij snel dit boek zou lezen. Toch heeft niemand het boek genomen. Ik vermoed dat dit te maken heeft met de omvang van het boek. Het boek telt 256 pagina’s, wat dus vrij dik is. Hoewel de boeken van Harry Potter even dik zijn, was dit boek dus duidelijk net iets te dik. Misschien heeft het ook wel te maken met het feit dat ik de kinderen gezegd had dat dit boek het eerste boek in een reeks van 5 boeken was. Omdat dit boek eigenlijk geen succes had en door de drukte is het verder gaan van dit initiatief verder op een laag pitje gezet.
2. Het maken van spelletjes rond boeken Omdat Gerda Dendooven ging langskomen op onze school tijdens de Jeugdboekenweek moest ik mijn klas voorbereiden op haar komst, maar ook de rest van de school moest op de hoogte zijn van haar werk. Daarom heb ik mijn klas verplicht om een boek van haar te lezen. Ik weet het, dat is niet echt boekenpromotie, het “moeten lezen” maar je kan moeilijk iets rond boeken maken zonder daarvoor iets gelezen te hebben. De klas werd dus in groepjes verdeeld en moesten hetzelfde boek lezen. In totaal hadden ze keuze tussen 5 boeken van Gerda Dendooven, namelijk “Soepkinders”, “Engeltjes op zondag, boefjes in de week”, “Samen in bed”, “Het verhaal van Slimme Krol” en “”De wonderlijke reis van Roosje Rood”. nadat ze de boeken gelezen hadden, kreeg ik van de meesten van mijn klas erg positieve reacties over de boeken. Die had ik persoonlijk niet echt verwacht omdat de boeken van 11 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
Gerda Dendooven eigenlijk een jonger doelpubliek hebben. Nadat ze de boeken gelezen hadden, kregen de kinderen de opdracht om de korte inhoud van het boek te schrijven en over te typen. Als dat dan klaar was, moesten ze 4 belangrijke personages van het boek dat ze gelezen hadden tekenen. Zo maakten we een kwartetspel rond de boeken van Gerda Dendooven. Als de kinderen gedaan hadden met hun kwartet, moesten ze vervolgens 4 leuke vragen (2 doevragen en 2 voorleesvragen) zoeken rond hun gelezen boek. Die vraagjes werden dan de opdrachten van het ganzenbord rond de boeken van Gerda Dendooven. De resultaten van deze spelen kan u in de bijlagen vinden. In het algemeen was er een zeer hoge betrokkenheidsgraad bij de creatie van deze spelen. De kinderen kwamen zelf met verbeteringen af zoals een meisje dat tegen mij had gezegd dat het beter was om gekleurd papier te gebruiken om het verschil tussen de verschillende boeken duidelijker te maken omdat de kinderen van het eerste leerjaar niet zo goed kunnen lezen. Er was dan iemand die daarop inpikte met het feit dat de achtergrond van de kaarten allemaal dezelfde kleur moest hebben. Het deed deugd de kinderen zo enthousiast bezig te zien. De leerlingen mochten zelf de spelletjes in de andere klassen gaan voorstellen en de spelletjes samen spelen met het eerste leerjaar. De spelletjes hadden een ongelooflijk succes want bij het bezoek van Gerda Dendooven aan onze school wisten er veel kinderen de korte inhouden nog van haar boeken. Dat heeft de schrijfster mezelf verteld dat ze de indruk had dat de kinderen enorm goed voorbereid waren.
3. Het voorleeshalfuurtje In mijn klas heb ik elke week geprobeerd een voorleeshalfuurtje in te calculeren. Tijdens dat voorleeshalfuurtje lees ik dan voor uit een boek. Het boek waaruit ik nu aan het voorlezen ben, is “Voor altijd samen, amen” en is geschreven door Guus Kuijer. Het boek heb ik niet toevallig gekozen. Het gaat immers over het samenleven met migranten, de puberteit, relaties tussen kinderen, gescheiden ouders… Kortom, in het verhaal zitten wel enkele raakpunten met de levensverhalen van mijn kinderen. De schrijver brengt deze thema’s echter op zo’n luchtige en humoristische manier over waardoor de kinderen er erg geboeid in zijn. Velen kenden het verhaal al omdat het boek al verfilmd is en hem dus al gezien hebben. Binnenkort ga ik het boek terug in de kast van de klasbibliotheek steken en ga ik eens kijken welk het effect zal hebben. Intussen heb ik het boek terug in de klasbib geplaatst, maar ik merk eigenlijk niet dat kinderen snel naar dit boek grepen. Misschien heeft het dus te maken met het feit dat het boek al verfilmd is en sommigen een filmversie verkiezen boven het boek.
4. Het leeshalfuurtje Ondertussen heb ik het voorleeshalfuurtje veranderd door het leeshalfuurtje. 12 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
Niet alle kinderen vinden voorlezen leuk, daarom dacht ik dan maar om het voorleeshalfuurtje om te zetten naar een leeshalfuurtje. Dat heeft meer succes. Tijdens het leeshalfuurtje krijgen de kinderen 25 minuten tijd om te lezen wat hen interesseert. Het doet er niet toe wat ze lezen zolang ze maar lezen. Dus dan komen de Joepie’s uit de boekentassen bij de meisjes en de typische boeken uit de banken van de jongens. Ook ik lees dan een halfuurtje of ik geef enkele kinderen boekenadvies.
13 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
Kan het uitnodigen van een schrijver/schrijfster invloed hebben op het meer lezen van (zijn/haar) boeken bij kinderen? Zoals reeds verteld, heb ik dit jaar tijdens de Jeugdboekenweek Gerda Dendooven uitgenodigd. Ik heb wel verschillende redenen waarom ik haar gekozen heb en dit zijn de belangrijkste: •
Gerda Dendooven heeft al enkele belangrijke prijzen gewonnen zoals de Boekenpauw, de Gouden Uil voor jeugdliteratuur (samen met Bart Moeyaert) en de Prijs van de Vlaamse gemeenschap voor Jeugdliteratuur.
•
Zij schrijft boeken, maar illustreert er ook.
•
De boeken die ze al heeft geschreven, zijn erg grappig voor (jonge) kinderen, maar ze bereikt ook een ouder publiek door het absurde dat ze er steeds probeert in te verwerken.
•
Zij stond op de auteurslijst van Stichting Lezen.
Die laatste reden is een erg belangrijke reden. Je kan een auteur op school, in je bibliotheek, … uitnodigen en je kan die lezing laten subsidiëren door Stichting Lezen. Als je subsidieaanvraag goedgekeurd wordt, dan betaalt Stichting Lezen 100 euro aan de auteur voor zijn of haar lezing. Zoals u al had voelen aankomen, was dit ook bij mij het geval. Om de subsidieaanvraag zo vlot mogelijk te maken, moet je het 5-stappenplan voor een lezingentoelage toepassen. Die 5 stappen zijn erg waarschijnlijk. Hier volgen ze: 1. Raadpleeg de auteurslijst. 2. Bekijk de voorwaarden. 3. Maak een afspraak met de auteur. 4. Vraag een lezingentoelage aan. 5. Na de auteurslezing, vul het verslag in en bezorg het aan Stichting Lezen. Ik heb dus het 5-stappenplan gevolgd en toen begonnen we pas voor echt. Eerst moest ik natuurlijk de goedkeuring krijgen van mijn directie en collega’s op school. Dat was geen enkel probleem, maar het moeilijke aan de hele situatie was het feit dat we een goede datum zo lang op voorhand moesten zoeken. Toen er uiteindelijk enkele data waren gevonden, moesten we dus aan mevrouw Dendooven vragen welke voor haar het beste ging. Toen dit eenmaal klaar was, moest ik tijdens de maand oktober mijn lezingaanvraag indienen. Dat ging vrij vlot maar toch ik had enkele moeilijkheden. Ik had nog nooit die aanvraag ingediend en ik wist niet wat er allemaal gevraagd ging worden. Daardoor was er een heel over-en-weer-gemail tussen Gerda Dendooven en ik.
14 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
Toen die aanvraag ingediend was, moesten we enkel op het verlossende mailtje van Stichting Lezen wachten of we nu 100 euro toelage gingen krijgen of niet. Uiteindelijk heb ik dat mailtje gekregen, maar toen ik nakeek of we die toelage kregen, was ze nog niet behandeld. Daarom heb ik naar hen gebeld en ze wisten me te vertellen dat ook de auteur hiermee akkoord moest gaan. Toen moest ik mijn zoveelste mail naar haar sturen, ik begon me er een beetje slecht bij te voelen. Uiteindelijk is dit allemaal goed gekomen en hebben we onze toelage goedgekeurd gekregen. Daarna moest er gekeken worden rond welke boeken we gingen werken. Ik heb toen samen met mijn collega’s samen gezeten om hier rond te discussiëren. Voor het 3e tot en met 6e leerjaar gingen rond “De lange weg naar huis” werken. Het eerste en tweede leerjaar was iets moeilijker. Het nieuwe boek van Gerda Dendooven heet “Hoe het varken aan zijn krulstaart kwam” en is eigenlijk een klein beetje een katholiek verhaal, gebaseerd op een verhaal van Felix Timmermans. Wij dachten dat dit boek niet geschikt zou zijn wegens het feit dat er een varken in voor kwam en uitdrukkelijk over God wordt verteld. Die twee dingen zijn nogal gevoelige onderwerpen voor ons islamitisch publiek. Een week voor haar komst heb ik enkele leerlingen van mijn klas de opdracht gegeven om samen met mij tijdens de middag een affiche te maken voor de komst van Gerda Dendooven. Er waren meteen veel gegadigden te vinden voor dit werkje. Uiteindelijk hebben we dan de beste affiche er uit gekozen en hebben we die op school op verschillende plaatsen (klasdeuren en dergelijke) geplakt. Al gauw werden sommige kinderen al snel nieuwsgierig wie die mevrouw is die op de affiche stond. We hadden met andere woorden hun enthousiasme al geprikkeld. De avond voor Gerda’s komst heb ik samen met 2 collega’s alles al klaar gezet. Ik was zeer blij dat ik hulp van hen kreeg want ik had niet over alles nagedacht. Ik zou alles hebben laten wachten tot de dag van de lezing vroeger. Gelukkig had ik een goede collega die me zei dat het beter was alles op voorhand te doen want je weet nooit wat er zou gebeuren. Wat een ander probleem was, is het feit dat onze school vrij moeilijk te bereiken is. Je moet een heleboel straatjes in waardoor het eigenlijk lijkt alsof je door een doolhof aan het rijden bent. Daar had onze schrijfster moeilijkheden mee en dus belde ze me tijdens de les. Geen probleem, dat doen andere mensen ook. We hebben geen secretariaat op onze school dus houdt mijn klas de telefoon bij. Na een heel lange uitleg hoe ze moest rijden, kwam Gerda Dendooven uiteindelijk aan. Het moment waar de kinderen al zo lang hebben op gewacht… Mijn leerlingen stonden meteen aan het raam toen ze aankwam om haar uiteindelijk te bekijken. Omdat alles al klaar stond, moest ik me geen verdere materiële zorgen maken. Had er iets niet meer gewerkt, had het me nog meer stress bezorgd dan dat ik nu al had. Uiteindelijk liep de 2 lezingen vlekkeloos en alle kinderen waren superenthousiast. Ik had de kinderen van het eerste leerjaar de tip gegeven om hun gratis boek “Voor nu en nog heel lang” mee te brengen omdat Gerda Dendooven daar ook een verhaaltje in had geschreven. De kinderen die hun boek bij hadden, gaven het aan Gerda en met veel plezier tekende en schreef ze iets in hun boek. Dit wekte natuurlijk de aandacht van enkelen en al gauw stond het tafeltje waar ze signeerde helemaal vol.
15 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
Na haar bezoek kwamen de positieve reacties binnen. Niet alleen van de leerlingen, maar ook van de leerkrachten. Ik kreeg veel complimentjes maar de leukste reactie die ik te horen kreeg van een leerling (een jongen uit mijn klas, 12 jaar oud) was het feit dat hij nu naar de bibliotheek is geweest om een boek van haar te ontlenen en dat hij het jammer vond dat alle boeken van haar al uitgeleend waren. Het lijkt me dus erg duidelijk dat het bezoek van een schrijfster wel degelijk invloed heeft. Na haar bezoek heb ik 2 weken later de vraag gekregen van Stichting Lezen om het verslag te schrijven. Dat heb ik dan natuurlijk gedaan. Deze keer was het maken van het verslag niet zo moeilijk als het maken van de aanvraag. U kunt de aanvraag, de affiche en het verslag in de bijlagen achteraan zien.
16 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
Op welke andere manieren is jeugdliteratuur in de pers gekomen en welke invloed heeft dit op het lezen bij kinderen? Allereerst wil ik zeggen dat we thuis geabonneerd zijn op de krant “De Morgen”, een kwaliteitskrant die veel aandacht besteed aan de literatuur in het algemeen. Ze brengen elke woensdag een extra bijlage uit rond literatuur, namelijk “Uitgelezen”. Wat ik op zich erg jammer vind van deze bijlage is het feit dat er bijna tot geen aandacht besteed wordt aan jeugdliteratuur. Je vindt enkel iets over jeugdliteratuur als de Jeugdboekenweek nadert of er iets speciaals gebeurd is. Wat zou de reden zijn waarom er geen aandacht besteed wordt aan jeugdliteratuur in de pers? Is het omdat er geen kwaliteit is in jeugdliteratuur? Dat is dan fout want tegenover mijn jeugd is er heel wat kwaliteit en nieuw talent bijgekomen. Ik moet maar denken aan het nieuwste boek van Anthony Horowitz (Necropolis), een boek dat me vanaf het begin tot het einde in spanning heeft gehouden. De boeken van Kaat Vrancken zijn ook leuk en kwaliteitsvol om te lezen en “Jantje en de zeven reuzen”, geschreven door Sam Swope, is ook een echte aanrader. Het eerste krantenartikel heb ik gevonden op woensdag 19 november 2008. In dit artikel (‘AVI-codes zetten kinderen op leesdieet’) gaat het erover dat in Nederland steeds meer ouders de boekhandel binnenstappen om een boek gericht op het AVI-niveau in plaats van het thema. Dit werkt vooral ergernis op bij sommige jeugdauteurs. Zij vinden dat de AVI-niveaus enkel in een school thuis horen en niet buiten de school. De AVI-niveaus zijn louter indicaties voor de school in welke mate het een kind verder moet begeleiden in zijn groei tot lezer. Ik ben wel akkoord met deze schrijvers. Ik vind dat het leesplezier en leeservaring veel belangrijker is dan het AVI-niveau. Ik herinner me dat ik als negenjarige al boeken begon te lezen die voor een ouder publiek bedoeld waren zoals het verhaal van De Bokkenrijders en het boek “Hysterische jachtgodinnen”, een verhaal over de Romeinse sekte van de Bacchanten. Hadden mijn ouders zo gereageerd zoals sommige ouders nu dus doen, had ik waarschijnlijk zulke verhalen nooit mogen/kunnen lezen. Wat volgens mij dan een betere leesquoteringsmethode is, is de methode van de leesLAT. LeesLAT staat voor Leeservaringsschaal, AVI-niveau en Thematiek. LeesLAT houdt dus rekening met de thematiek van het boek. De leeservaringsschaal wordt aangeduid met een letter tussen A en H. Boeken met als leeservaringsschaal A zijn heel toegankelijk, boeken met leeservaringsschaal H zijn eerder complex. Op deze manier krijg je een groter leesplezier want de kinderen kunnen een boek kiezen dat bij hun niveau past en het houdt rekening met hun lievelingsthema’s. Op deze manier lijkt het me ook simpeler om het ook kind naar de “zone van naaste ontwikkeling” te brengen. Deze term is bedacht door Vygotsky en wil zeggen dat men het kind genoeg moet uitdagen om een beter verstandelijk niveau te halen.
17 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
Op woensdag 11 februari 2009 stond er dan in De Morgen een artikel over het boek “Voor nu en nog heel lang”. Dat boek is een gratis boek voor alle Vlaamse en Brusselse kinderen die in het schooljaar 2008-2009 leerden lezen, kortom het boek is bedoeld voor de eerste lezertjes van het eerste leerjaar. Aan dit boek hebben enkele grote namen in het Nederlandstalige auteurs- en illustratorenlandschap aan meegewerkt, zoals Bart Moeyaert, Carll Cneut, Toon Tellegen, Gerda Dendooven en Sabien Clement. De boeken worden verdeeld via de bibliotheken. Dat is niet zomaar: op die manier probeert Bert Anciaux en Stichting Lezen de kloof tussen kind en bibliotheek iets kleiner te maken. Ik vind dit initiatief een erg goed idee. Toen ik van dit initiatief hoorde, ben ik zo snel mogelijk langs de bibliotheek van Hoboken geweest om de boeken op te halen voor onze leerlingen van het eerste leerjaar. Ik weet het, zo help ik niet mee aan de drempelverlaging tussen het kind en de bibliotheek, maar de meeste kinderen weten ineens nog de bibliotheek zijn. Toch waren ze erg blij met dit cadeau. Wat ook enorm in trek was, was het feit dat Gerda Dendooven aan dit boek had meegewerkt. Ik had op voorhand aan de leerlingen van het eerste leerjaar gezegd dat ze dat boek moesten meebrengen toen Gerda Dendooven langs kwam en dat als ze het lief vraagden ze er iets misschien wilde in schrijven of tekenen. Toen ze uiteindelijk kwam, waren er toch 5 leerlingen die er aan gedacht hadden “Voor nu en altijd” mee te brengen en inderdaad: ze tekende er een dier in. Je zag werkelijk dat de kinderen er van genoten en dat dit boek een boek zal blijven dat ze heel lang zullen koesteren (wat natuurlijk ook de bedoeling is geweest van dit boek).
De volgende reeks artikels die ik ga bespreken, hebben allen te maken met de Jeugdboekenweek. Het eerste artikel stond in de katern “Uitgelezen” op 11 maart. Eigenlijk is dat een artikel waarin enkele jeugdboeken gerecenseerd worden. Hierbij stel ik me dan de vraag wanneer men wel jeugdboeken kan beoordelen vlak voor de Jeugdboekenweek en niet het ganse jaar. Op die manier zijn ouders ook meer op de hoogte over hetgeen er reilt en zeilt in Jeugdliteratuurland en op die manier kan men dan ook de hokjesmentaliteit van het denken in AVI-niveaus wat gemakkelijker doen laten verdwijnen. Op die manier van recensies weet een ouder ook waarover een bepaald boek gaat en kan zo gesprekken voeren met zijn/haar kind over het boek. Het tweede artikel stond op maandag 16 maart 2009 en gaat eerder over illustratoren dan leespromotie. Het artikel gaat over een tentoonstelling die Stichting Lezen organiseert met het werk van 4 Vlaamse illustratoren die geselecteerd zijn voor de internationale illustratorenbiënnale en – wedstrijd van Bratislava. De 4 geselecteerde illustratoren zijn Tom Schamp, Isabelle Vandenabeele, Ingrid Godon en Gerda Dendooven. Als ik eerlijk moet zijn, kende ik slechts 1 persoon uit dit lijstje van vier en het zal u niet verbazen dat het gaat over … (jawel) Gerda Dendooven. Tot ik ben gaan googelen naar de namen van de andere geselecteerden en bleek daaruit dat ik ook al boeken heb van Tom Schamp en zeker Ingrid Godon. De herkenning zat hem er vooral in dat zij reeds veel werk hebben verricht voor Altoria-Averbode, beter gekend als de uitgever van Zonneland, Zonnestraal, Zonnekind en ga maar verder. Op school werken we trouwens met de prenten van Ingrid Godon. Zij is de tekenaar achter Nellie en Cezar (een muis en een kikker). Van dit tweetal hebben we kaarten met verschillende woorden op. Die gebruiken we om zo de taalvaardigheid van de kinderen op te schroeven omdat we met veel allochtone leerlingen zitten. We hebben twee reeksen van prenten: namelijk de Nederlandstalige en de Franstalige reeks. De Nederlandstalige gebruiken we voor de 18 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
eerste kleuterklas tot en met het vierde leerjaar, terwijl de Franstalige prenten gebruiken voor mijn klas, namelijk het vijfde en zesde leerjaar. De Nederlandstalige prent van de week hangen we dan op in de hal, terwijl de Franstalige prent aan de deur van mijn klas hangt. Het derde artikel rond de jeugdboekenweek verscheen op 8 april en gaat over het feit dat er tijdens de Jeugdboekenweek opmerkelijk meer jeugdboeken verkocht worden dan tijdens andere maanden, dit in tegenstelling tot hetgeen wat Boekblad vermeldt. Volgens hen verkoopt de Jeugdboekenweek niet. De verantwoordelijke van Boek.be ontkracht dit. Volgens hem keek Boekblad alleen naar de bestsellerlijsten . Boek.be beweert immers dat de boekenverkoop in maart 2009 met 16 percent gestegen is ten opzichte van februari 2009. Die stijging heeft volgens hem deels te maken met de Jeugdboekenweek, de extra bijlagen rond kinder- en jeugdboeken in bepaalde kranten en tijdschriften en de populariteit van enkele boekenreeksen, zoals de Geronimo Stiltonreeks. Ik wil daar graag nog enkele extra redenen aan toevoegen. De eerste reden is dat steeds meer en meer uitgeverijen wachten om jeugdboeken op de markt te brengen tijdens de Jeugdboekenweek. Het valt me echt op dat de boekhandels plots een heuse invasie hebben gekregen van nieuwe jeugdboeken. Daarnaast zal het promotiemateriaal rond de Boekenbeesten ook wel te maken hebben met die plotse stijging. Zoals eerder vermeld in dit actieonderzoek was het gadget tijdens de Jeugdboekenweek boekenstaanders. Je kreeg er 1 per aankoopschijf van 10 euro aan kinder- en jeugdboeken. Ik geef toe: ook ik ben gezwicht voor dit gadget en ik hoop de negen boekenstaanders toch nog ergens te pakken te krijgen.
Het laatste artikel wat ik nog wil bespreken, gaat over een personage die al vaak in dit werk is voorgekomen, namelijk Geronimo Stilton. Geronimo Stilton is een Italiaanse uitgeversmuis die de krant De Wakkere Muis volschrijft en uitgeeft. Rond deze reeks zijn er al enkele afgeleide boekenreeksen ontwikkeld zoals de avonturen rond zijn zus Thea Stilton. De reden waarom deze muis in het nieuws kwam, was het feit dat in de Boekentop 100 van Vlaanderen tussen 6 en 12 april maar liefst 27 boeken rond de muis of een afgeleide reeks ervan in de top 100 voorkwamen. Zoiets was nog nooit gezien: het vorige record stond op naam van Piet Huysentruyt die slechts 4 verschillende boeken erin had staan. Men kan dus gerust zeggen dat Geronimo Stilton in Vlaanderen een echte hype is. Er zijn verschillende verklaringen rond deze hype. Enerzijds zijn boeken rond Geronimo Stilton kleurrijk en weinig veeleisend, maar langs de andere kant is er een “knappe”, kindgerichte promotiecampagne rond deze muis. De uitgeverij huurt namelijk acteurs in die zich als Stilton verkleden en langs Vlaamse scholen gaan en zo “hun” boeken te promoten. Aanvankelijk vonden scholen dit geen goed idee, maar uiteindelijk zijn er toch enkelen hieraan bezweken omdat verschillende leerkrachten merkten dat kinderen met dyslexie of andere leesmoeilijkheden deze boeken graag lazen en die boeken zagen als een vorm van leespromotie. Een ander belangrijk onderdeel van de reclamecampagne rond deze muis is zijn website ( http://www.geronimostilton.be ). Daarin word je al van op de startpagina al aangemoedigd om lid te worden van zijn fanclub, wat immers gratis is. Je kan Geronimo ook een mailtje sturen. Op die manier krijgen kinderen de indruk dat Stilton niet echt een papieren vriend is , maar een echte vriend van vlees en bloed. 19 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
Ria Dorssemont pleit in haar boek “Naar meer leesplezier” ervoor kinderen zo weinig mogelijk in contact te laten komen met jeugdboeken uit reeksen omdat die vaak niet kwaliteitsvol zijn. Wat Geronimo Stilton betreft, klopt dit wel. Ik heb zelf enkele boeken van hem al gelezen en persoonlijk vind ik de verhalen niet goed. Er zit weinig actie in, de verhalen steken boordevol clichés en de taal is povertjes. Toch bied ik in mijn klasbibliotheek boeken aan rond deze muis. Tijdens de maanden maart en april bood HUMO 4 boeken aan van deze muis aan een vrij goedkope prijs (5,90 euro per boek). De boeken die ze aanboden waren allemaal bewerkingen van echte klassiekers: Schatteneiland, De drie musketiers, De reis om de wereld in 80 dagen en Koning Arthur. Zoals eerder gezegd ben ik niet echt gek van de reeks, maar ik hoop dat door deze kennismaking met klassiekers de leerlingen prikkel om vroeg of laat (al is dat binnen een 10-, 20-tal jaar) de originele boeken te lezen. Tot sluit wil ik nog besluiten met het citaat van Vanessa Joosen (een onderzoekster jeugdliteratuur aan de Universiteit Antwerpen) die zegt dat het lage literaire niveau niet negatief hoeft te zijn. Zij vindt dat kinderen clichématige verhalen nodig hebben om zo verhaalstructuren te leren kennen. Zij denkt dat kinderen later toch automatisch overschakelen naar boeken met meer uitdaging.
20 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
Wat biedt de Dag van de Literatuureducatie een leerkracht rond boekpromotie? Dit jaar ben ik in het kader van dit actieonderzoek naar de Dag van de Literatuureducatie in Gent geweest. Ik had hierover gelezen in Klasse en ik zag het meteen zitten, zeker omdat 1 van mijn lievelingsschrijvers langs kwam om een lezing te geven rond boekpromotie, namelijk Anthony Horowitz. Ik mocht na overleg met directie en collega’s hier zonder enig probleem naar toe gaan. 1 van de eerste moeilijkheden waarmee ik worstelde, was het kiezen van de workshops. Het stond natuurlijk al snel voor me vast dat ik die lezing van Horowitz wilde meemaken, jeugdsentiment zal hier waarschijnlijk wel mee ingespeeld hebben. Maar dan was het puzzelen: ik wilde graag de infobeurs met praktijkuitwisseling doen en verder zoveel mogelijk workshops volgen rond leespromotie en leesplezier. Uiteindelijk had ik mijn programma klaar: eerst ging ik de lezing van Anthony Horowitz volgen, vervolgens de infobeurs, daarna de workshop leesplezier bij taal- en leeszwakke kinderen en om af te sluiten De weg vinden in info over boeken. Toen ik dit programma doorgaf aan de verantwoordelijke van de bijscholingen ging hij voor mij dit programma reserveren. Uiteindelijk bleek dus dat de workshop rond leesplezier al volzet was dus schreef hij me in voor de workshop rond “muzisch werken met poëzie”, ook een zeer interessant thema. Uiteindelijk was het zover, het was 23 maart en ik stond voor De Vooruit in Gent. Wat ik echter niet vermoedde (maar wel zo was), is het feit dat De Vooruit een gebouw is met veel verschillende zalen waardoor je erg gemakkelijk de weg kunt verliezen. Gelukkig waren er steeds enthousiaste en vriendelijke medewerkers van De Vooruit om ervoor te zorgen dat je op de juiste plaats terug kwam. Na een kleine vertraging begon de lezing van Anthony Horowitz. Hetgeen wat me bijbleef, zijn twee dingen. Hij pleit ervoor om verfilmingen en games gemaakt op basis van boeken niet te verwerpen, maar ze niet te stimuleren. Door op de interactieve en moderne toer te gaan, vergroot je de band tussen lezer en boek, iets waar ik het volledig mee eens ben. In mijn klasbibliotheek heb ik enkele dvd’s staan die de kinderen mee naar huis mogen nemen. Die dvd’s zijn wel allemaal verfilmingen, zoals Stormbreaker, Kruistocht in Spijkerbroek en James & the Giant Peach (“De reuzenperzik” van Roald Dahl). Ik zoek deze collectie nog verder uit te breiden, maar ik wacht op enkele buitenkansjes in verschillende winkels om ze iets voordeliger te kunnen aankopen. Tijdens de paasvakantie nam een leerling de film Stormbreaker mee naar huis om hem te zien en zijn broer was zo weg van de film dat hij aan mij kwam vragen of hij het boek mocht lenen uit onze klas zodat hij het in zijn klas verder kon lezen. Het andere ding waarvoor hij pleitte, was het feit dat “men geen nutteloze studies moest laten onderzoeken rond de verschillen van het leesgedrag tussen jongens en meisjes, maar ineens deftig onderzoek moest doen naar de relatie tussen allochtonen en hun leesgedrag en hoe ze die kunnen bevorderen”. Ook hier ben ik het volledig mee eens: het is namelijk erg moeilijk om sommige allochtonen aan het lezen te krijgen. Vaak hebben ze erg veel hobby’s zoals het gaan naar de Koranschool en voetbal. Hierdoor hebben ze eigenlijk (vrije) tijd tekort om eens te lezen want een kind moet immers kind kunnen blijven en je mag het spelen dan niet afpakken om hem dan te doen laten lezen. Vaak zijn ze wel ingeschreven bij de bibliotheek en als ik hen dan vroeg waarom ze daar 21 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
ingeschreven waren, was het eigenlijk vooral om gratis op internet te kunnen surfen omdat ze dat thuis niet hebben. Na de lezing van meneer Horowitz bracht ik een bezoekje aan de praktijk- en uitwisselingsbeurs. Ik had me een grote zaal voorgesteld waarin men gezellig kon keuvelen met de standhouders en andere gepassioneerde boekenjuffen en –meesters. Toen ik zag wat de praktijk- en uitwisselingsbeurs was, geloofde ik mijn ogen niet. Ik dacht dus enorm veel mensen te zien, maar ik denk dat er hooguit 15 standjes stonden, waaronder tweederde van hen stands van uitgeverijen. Ik dacht dus dat ik veel informatie ging inwinnen voor dit actieonderzoek, maar dat was het niet. Ik kwam wel in contact met LINC vzw (zoals eerder vermeld) en een organisatie die leeskampen organiseert tijdens de grote vakantie. Als er dan wel collega-leerkrachten waren om hun ideeën met anderen uit te wisselen, waren het eigenlijk allemaal kleuteronderwijzers en ideeën voor in de eerste graad van het lager onderwijs: veel wijzer ben ik er dus niet geworden. Na de lunch heb ik de workshop “Muzisch werken met poëzie” gevolgd. Heel erg interessant maar ik vind dat ik zelf wat ideetjes moet uitwerken rond de ideeën die ik heb opgedaan tijdens deze workshop. Ik ben van plan er volgend jaar eens rond te werken want dit jaar zal het niet meer lukken. Tenslotte heb ik dan nog de cursus gevolgd “Door de boeken het bos. De weg vinden in info over boeken”. Eigenlijk wilde ik via deze weg nog meer informatie inwinnen over manieren hoe je meer informatie kan inwinnen rond nieuwe en actuele boeken, maar eigenlijk heb ik die informatie gekregen toen ik naar het kenniscentrum van Stichting Lezen ben geweest. Dit wilt dus eigenlijk zeggen dat men van Stichting Lezen eigenlijk uitstekend werk verricht en echt op de maat gemaakt van je vraag. Zulke mensen helpen je echt vooruit!
22 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
Besluit van dit actieonderzoek Het voorbije jaar heb ik heel wat actie ondernomen in de klas en daarbuiten rond het promoten van boeken. Hier heb ik niet alleen oog gehad voor hetgeen wat zich in de klas afspeelt, maar ook in de rest van Vlaanderen. Wat opmerkelijk is, is het feit dat uitgeverijen zich op dit moment vooral toespitsen op het promoten van boeken bij eerste lezertjes. Logisch, want op dat moment zijn kinderen erg gevoelig aan zulke promotie omdat ze net beginnen te lezen en ouders hun kinderen volop willen laten lezen. Enkele tips voor de uitgeverijen zijn meer boeken in paperback uit te geven zodat boeken kopen voor kansarme gezinnen iets goedkoper is en dat uitgeverijen van tijdschriften wat meer promotionele acties moeten voeren zoals Humo dit jaar. De actie rond Geronimo Stilton was een ongelooflijk succes dit jaar! In Vlaanderen zijn er heel wat organisaties die op de één of andere manier wel te maken hebben met leespromotie bij kinderen. De belangrijkste hiervan is Stichting Lezen. Zij organiseren onder andere de Voorleesweek en de Jeugdboekenweek en maken rond het thema zowel boekentips als lesideeën voor in de klas. Daarnaast hebben ze nog een uitgebreide bibliotheek waar je (gratis) allerlei informatie rond jeugdliteratuur kunt komen opzoeken en waarbij ze je graag verder helpen met je probleem. De verscheidenheid aan soorten boeken in een klasbibliotheek is zeer belangrijk. Zo kan elk kind min of meer zijn eigen zin lezen. Enkele tips hierbij is het feit dat je kinderen enige inspraak kan geven in de aankoop van de boeken zoals een stemming organiseren of enkele kinderen op pad sturen met een boekenbon. Zo laat je kinderen die niet vaak in een boekenwinkel komen, ook kennis maken met het aanbod in boekenwinkels. Het is ook leuk moest om de boeken van de klasbibliotheek te ordenen volgens de Boekenbeesten, die elk garant staan voor een ander genre boek. Als successen om het (boeken)lezen te promoten, stel ik vast dat spelletjes maken rond boeken en een halfuurtje gewoon lezen echte aanraders zijn. Op die manier zorg je ook voor discussiestof bij de leerlingen of prikkel je hen om bepaalde boeken (verder) te lezen. Kinderen creatief laten werken rond boeken vinden ze super maar de leerkracht moet ook het nodige enthousiasme rond deze boeken doorgeven. Enthousiasme is immers besmettelijk! Het uitnodigen van een schrijver of schrijfster naar de school is een hoogtepunt in dit voorbije jaar geweest. Hoewel er enorm veel voorbereidend werk is ingestoken, had het een enorm effect bij de leerlingen en daar doe je het toch voor als leerkracht? Een enthousiaste en goede vertelster zoals Gerda Dendooven was een zeer goede keuze! In bepaalde kranten wordt er jammer genoeg maar weinig aandacht besteed aan jeugdliteratuur. Soms mogen er toch wat meer recensies verschijnen in de literatuurbijlagen zodat die niet steeds opgespaard hoeven te worden vlak voor de Jeugdboekenweek. Ik heb ook gemerkt dat jeugdliteratuur vooral tijdens de Jeugdboekenweek in de pers komt, daarom pleit ik voor het idee van de Jeugdboekenweek. 23 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
Wat ik ook onthouden heb uit de krantenartikels, is het feit dat er veel ouders zijn die het AVI-niveau boven de leeservaring plaatsen, wat erg jammer is. Daarom pleit ik om de LeesLAT frequenter toe te passen op boeken zodat ouders tenminste weten waarover het boek gaat als ze boeken kopen voor hun kroost. Tegenwoordig kan je ook spreken van een ware Geronimo Stiltonrage. Als er uit die reeks 27 boeken in de Boeken Top 100 staan, zou je voor minder. Vele leerkrachten zijn er tegen omwille van de povere verhaallijnen en taalgebruik, anderzijds laat je kinderen wel lezen en dit zou misschien een positieve invloed hebben op hun latere leestoekomst. De Dag van de literatuureducatie is een uitstekende locatie om kennis te maken met andere boekenminnende leerkrachten en wie weet kom je je lievelingsauteur wel tegen? Ik hoop wel dat de Canon Cultuurcel en Boek.be volgende keer wat meer moeite steken in een betere uitwerking van de praktijk- en uitwisselingsbeurs. Dit is echt een zeer goed gegeven op zo’n bijscholing maar die moet goed en grondig voorbereid worden en niet voor de helft lijken op een ‘tweederangsboekenbeurs’.
Gedurende dit jaar heb ik dus heel wat meegemaakt rond boeken en heb zowel ‘tegenslagen’ als successen gekend en heb hierdoor dus ook een zekere groei gekend. Ik sta nog positiever tegenover het gebruik van jeugdboeken in de klas. Zo heb ik me bijvoorbeeld voorgenomen om af en toe de dag of een les te laten beginnen met een klein fragment uit een boek. Dit zal niet voor meteen zijn want ik wil eerst voldoende de leerinhoud kennen vooraleer ik me met deze dingen ga bezig houden. Verder ga ik ook zeker elke week dat leeshalfuurtje proberen in te plannen in mijn weekschema, ook al is dit niet even evident. Wat me ook leuk zou lijken, is het jaarlijks uitnodigen van een schrijver naar school tijdens de Jeugdboekenweek. Op die manier hoop ik boeken en literatuur in het algemeen wat dichter te brengen in het kansarme milieu waarin ik werk. U ziet: ik barst vol met goede voornemens en ik ga proberen me er zo goed mogelijk aan te houden.
Om dit actieonderzoek af te sluiten, wil ik nog enkele mensen bedanken. Allereerst komt het gezin waarvan ik deel uitmaak. Zij hebben me immers 2 jaar tijdens deze opleiding vaker achter de computer gezien dan hun lief was. Daarnaast mag ik ook mijn collega’s op basisschool De Vlinder niet vergeten die me altijd gesteund hebben dit jaar, ook tijdens mijn persoonlijk moeilijke momenten. Vervolgens zou ik Willy Claes willen bedanken die dit actieonderzoek gepromoot en gelezen heeft wat ik ten zeerste apprecieer. Ik wil ook de mensen bij Stichting Lezen, Gerda Dendooven, Kristine Marteleur van het Sprookjeshuis in Deurne, Marijke Schout van LINC vzw en de anderen die ik nu vergeten ben, nog bedanken. Op de één of andere manier hebben deze mensen (vaak kosteloos) meegewerkt aan dit actieonderzoek en zorgden zij er ook voor dat ik steeds nieuwe invalshoeken bleef ontdekken. Tenslotte wil ik ook nog 2 groepen mensen bedanken, namelijk de jeugdschrijvers en leerkrachten. Hopelijk blijven ze op de manier waarop ze nu bezig zijn, verder werken. De schrijvers omdat ze kinderen vaak een eigen fantasiewereldje bieden waarin ze zich kunnen verschuilen wanneer ze verdrietig, blij, gelukkig, … zijn. Daarnaast wil ik de leerkrachten bedanken omdat zij immers kinderen leren lezen. Op deze manier zijn we samen op de goede weg en zo laten we kinderen meer lezen! 24 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
Bibliografie Boeken •
Ria Dorssemont & Manu Manderveld, Naar meer leesplezier, Uitgeverij De Eenhoorn, 2008
•
Jan Van Coillie, Leesbeesten en boekenfeesten. Hoe werken (met) jeugd- en kinderboeken?, Davidsfonds Uitgeverij, 2004
•
Aidan Chambers, De leesomgeving: hoe volwassenen kinderen kunnen helpen van boeken te genieten, Querido, 1995
•
Gerda Dendooven, Engeltjes op zondag, boefjes in de week, Lannoo, 2002
•
Gerda Dendooven, Samen in bed, Querido, 2002
•
Gerda Dendooven, Soepkinders, Querido, 2005
•
Gerda Dendooven, Het verhaal van Slimme Krol en hoe hij aan de dood ontsnapte, Querido, 2006
•
Gerda Dendooven, De wonderlijke reis van Roosje Rood, Querido, 2007
•
Gerda Dendooven, Hoe het varken aan zijn staart kwam, Querido, 2009
•
Michael De Cock, De lange weg naar huis, Davidsfonds Uitgeverij, 2008
•
Guus Kuijer, Voor altijd samen, amen, Querido, 2007
•
Anthony Horowitz, Ravenpoort, Facet Uitgeverij, 2005
Krantenartikels •
De Morgen, 19/11/2008, ‘AVI-codes zetten kinderen op leesdieet’, door Kris Jacobs
•
De Morgen, 11/02/2009, Alle zevenjarigen in Vlaanderen en Brussel krijgen gratis boek, door Sarah Theerylinck
•
De Morgen, 11/03/2009, Jeugdboekenweek staat in het teken van de fantasy, door (PJ) en (AL)
•
De Morgen, 16/03/2009, Magritte en Permeke achterna, door Sarah Theerylinck
•
De Morgen, 08/04/2009, Jeugdboekenweek is successtory, door Sarah Theerylinck 25 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e
•
De Morgen, 22/04/2009, Geronimo Stilton kraakt alle kassa’s, door Sarah Theerylinck
Websites •
http://www.stichtinglezen.be
•
http://www.boekenzoeker.org
•
http://www.jeugdboekenweek.be
•
http://www.leesplein.nl
•
http://www.leesplezier.net
•
http://www.davidsfondsuitgeverij.be
•
http://www.averbode.be
•
http://www.lannoo.com
•
http://www.colibro.be
•
http://www.geronimostilton.be
•
http://www.clavis.be
26 | B o e k - e n l e e s p r o m o t i e