Academische opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger André van der Braak, 21 februari 2013
N.B. Dit is een levend document dat een werk in uitvoering is. Deze beschrijving van de opleiding kan nog verdere wijzigingen ondergaan. 1. Algemeen De academische opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger bestaat uit 2 onderdelen: 1. de masteropleiding Spiritual Care en 2. een postacademische boeddhistische ambstopleiding. Het eerste jaar van de opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger vindt plaats binnen de master Theology and Religious Studies, specialisatie Spiritual Care. Deze richt zich zowel op traditiespecifieke geestelijke verzorging (boeddhistische, hindoeïstische en islamitische geestelijke verzorging) als op algemene geestelijke verzorging. In deze master wordt de eerste helft van het onderwijs generiek ingevuld, en de tweede helft traditiespecifiek (boeddhistisch). Het tweede jaar van de academische opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger wordt gevormd door een 1-jarige postdoctorale boeddhistische ambtsopleiding (zie par. 5).
Stage, scriptie en master seminar kunnen traditiespecifiek worden ingevuld. Met het oog op de eindtermen en de vergelijkbaarheid van diploma’s zullen deze modulen bij verschillende tradities wel aan dezelfde formele randvoorwaarden moeten voldoen. 2. Invulling boeddhistische opleiding in de masterfase
Binnen het format van de masterspecialisatie Spiritual Care wordt de boeddhistische opleiding tot geestelijk verzorger als volgt ingevuld:
1a Spiritual Care I (6 ECTS) 1b Hermeneutics (6 ECTS) 2a Spiritual Care II (6 ECTS) 2b Sectiemodule naar keuze (6 ECTS) 3 General research skills (6 ECTS) 4a & 5a Stage (boeddhistisch) (12 ECTS) 4b & 5b Scriptie (boeddhistisch) (12 ECTS) 6 Master seminar (6 ECTS): lintmodule door het hele tweede semester heen: - Meditatie en ritueel in de drie boeddhistische tradities – hulp aan zieken en stervenden - Boeddhistische ethiek in het werkveld (detentie, defensie, gezondheidszorg) 3. Modules generiek deel Beroepsvoorbereidende modules Spiritual Care I en II 1
Voor de te ontwikkelen competenties wordt de beroepsstandaard van de VGVZ als leidraad gehanteerd. Zie het schema van deelcompetenties (bijlage). Het is onmogelijk om alle competenties in een 1-jarige master te verwerven. De 1jarige master wordt dus beschouwd als een basisopleiding. Nascholing is nodig, evenals supervisie bij indiensttreding. Hierover is overleg gaande met andere opleidingen en de VGVZ. Bij het tweejarige traject van boeddhistische geestelijke verzorging levert het eerste jaar de basisopleiding (die voor de helft traditiespecifiek is), en is het tweede jaar nagenoeg helemaal traditiespecifieke verdieping. Spiritual Care I Hoofddocent: Prof. Dr. Ruard Ganzevoort Kernvraag is ‘wat ben je aan het doen als geestelijk verzorger?’. Hierbij komen geschiedenis, organisatie, modellen en methoden aan de orde. De module wordt dialogisch opgezet zodat inzichten uit verschillende religieuze tradities meeklinken. Studenten kunnen opdrachten invullen vanuit bijvoorbeeld een boeddhistisch perspectief.
Indicaties voor de modulebeschrijving: Kennis en inzicht: theorie geestelijke verzorging, narrativiteit, contingentie, zingeving, presentie, interventie, zending en ambt, vrijplaats Oordeelsvorming: reflectiemodellen geestelijke zorg, theologische reflectie (thematiek: lijden en verlies, trauma en kwaad, schuld en schaamte, verlangen en angst) Communicatie: dialoog Spiritual Care II Hoofddocent: Dr. Erik de Jongh Kernvraag in Spiritual Care II is ‘wie ben je als geestelijk verzorger?’. Hierbij komen zelfbeeld, attitude, gevoeligheid voor symbolen/rituelen en identiteit aan de orde. De module wordt dialogisch opgezet zodat ontwikkeling van de eigen identiteit gelijk op gaat met inzicht in de identiteit van de ander. Ook in deze module geldt weer dat studenten opdrachten kunnen invullen vanuit hun eigen religieuze perspectief. Kennis en inzicht: zingeving, spiritualiteit, psychologie Toepassen kennis en inzicht: levensbeschouwelijke biografie Oordeelsvorming: paradigma’s van kritische reflectie op ervaring Communicatie: analyseren van een casus over ervaringen in een zorginstelling vanuit spiritueel perspectief en daaraan consequenties verbinden voor het eigen handelen Leervaardigheden: zelfstandige ontwikkeling in spiritualiteit, zelfstandig onderzoek verrichten, advisering van bestuur en management Hermeneutics In deze module, die door alle studenten van de master Theology and Religious Studies gezamenlijk wordt gevolgd, staat de geesteswetenschappelijke habitus centraal. In zowel theologie als religiewetenschappen draait het om religieuze
2
betekenisgeving en communicatie en de wisselwerking tussen oude teksten en tradities en hedendaagse praktijken, waarbij de eigen positie (als gelovige, als academicus, als professional) en de eigen normativiteit onvermijdelijk aan de orde is. De systematische bezinning op deze interactie en de daarbij horende pluraliteit is dan ook een wezenskenmerk van onze opleidingen. Research Skills Deze module behandelt, naast onderzoeksmethodiek, ook aspecten van onderzoek die van belang zijn voor de academic professional die zich voorbereidt op een professionele loopbaan: acquisitie, communicatie, projectmanagement en presentatie van onderzoek. 4. Modules traditiespecifiek deel
Er wordt naar gestreefd om in het traditiespecifieke deel aan zowel theravada als mahayana/zen als tibetaans/vajrayana benaderingen aandacht te besteden. De student zal stage en scriptie binnen een van deze stromingen invullen. Master seminar: Inleiding boeddhistische geestelijke verzorging Omvang master seminar: 6EC = 168 uur Deze module wordt als lintmodule door het hele tweede semester heen aangeboden, met bijeenkomsten 1 keer per 14 dagen. Behandeld wordt: - Meditatie en ritueel in de drie boeddhistische tradities – hulp aan zieken en stervenden - Boeddhistische ethiek in het werkveld (detentie, defensie, gezondheidszorg) De literatuur bestaat bijvoorbeeld uit: - The Arts of Contemplative Care: Pioneering Voices in Buddhist Chaplaincy and Pastoral Work (edited by Cheryl Giles and Willa Miller) - Buddhist Care for the Dying and Bereaved (edited by Jonathan Watts and Yoshiharu Tomatsu) In periode 6 wordt deze module afgesloten met een paper.
Stage Omvang van de stage: 12EC = 336 uur. Hiervan: 20 uur basiskennis gespreksvoering geestelijke zorg (gezamenlijk) 10 uur rituelen in plurale (interfaith) context (gezamenlijk) 20 uur traditiespecifieke rituelen: deelname aan meditatiegroep (boeddhistische docent) Op de stageplek: rond de 300 uur gedurende 15-18 weken = 16-20 contacturen/week. Daarvan wordt minstens de helft gebruikt voor het primaire proces (gesprekken, vieringen en rituelen, enz.). Dit omvat ook: 20 uur supervisie (ca. 1 uur/week) 20 uur stage- en supervisieverslag Scriptie
3
De masterscriptie sluit bij voorkeur aan bij de gevolgde stage, en past ook binnen de onderzoeksroute op het gebied van boeddhisme, die binnen de faculteit gevolgd wordt. Die student benadert zelf een scriptiebegeleider binnen de faculteit. Er zal een lijst met mogelijke scriptie-onderwerpen komen waaruit gekozen kan worden. 5. Boeddhistische ambtsopleiding Met het masterdiploma Theology and Religious Studies, specialisatie Spiritual Care, wordt een basiskwalificatie als geestelijk verzorger behaald. Wie boeddhistisch geestelijk verzorger wil worden, en daarvoor ook een zending wil ontvangen van de Boeddhistische Zendende Instantie (BZI), dient ook het tweede jaar van de academische opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger te volgen: een 1-jarige postdoctorale boeddhistische ambtsopleiding. Deze opleiding gaat waarschijnlijk van start in september 2014. Wie na afronding van de ambtsopleiding een zendingsbrief van de BZI wenst te ontvangen, wordt aangeraden om voor de start van de opleiding een toetsingsgesprek aan te vragen bij de BZI.
Algemeen Een boeddhistisch chaplain heeft de kwalificaties om de vraagstukken op te lossen die ontstaan bij het leidinggeven aan en begeleiden van individuen of organisaties in de huidige, complexe, multidenominatieve en multiculturele samenleving. Voortbouwend op zijn wetenschappelijke attitude en academische vaardigheden, ontwikkelt de student in de ambtsopleiding het vermogen om vanuit de eigen boeddhistische traditie met de diversiteit van de verschillende boeddhistische tradities in Nederland om te gaan, en traditie-overstijgend te kunnen denken en handelen. Naast deze “intra-religieuze diversiteit” moet de boeddhistisch geestelijk verzorger ook kunnen omgaan met inter-religieuze diversiteit, met name met betrekking tot het christendom en het humanisme.
In deze context is een academisch denk- en werkniveau vereist om de specifieke taken die het beroep van boeddhistisch chaplain met zich brengt te kunnen verrichten. Op verzoek van een individuele boeddhist, een groep boeddhisten, een maatschappelijke of een religieuze organisatie zal de chaplain leiding en begeleiding geven aan religieuze activiteiten. Concreet gaat het daarbij om de volgende taken: 1. Begeleiden van boeddhistische meditatie 2. Uitvoeren en begeleiden van rituelen 3. Begeleiden van boeddhistische groepen en individuele boeddhisten bij religieuze vraagstukken 4. Ondersteuning bieden aan mensen met ethische- en zingevingvraagstukken 5. Vertegenwoordigen van het boeddhisme naar de brede Nederlandse samenleving
Invulling: Het eerste half jaar van de ambtsopleiding bestaat uit theoretische en praktische vakken. De tweede helft is gecentreerd rondom een stage/leeronderzoek dat wordt afgerond met een stageverslag. De voorlopige invulling van deze opleiding is als volgt:
4
1a Oriëntatie op de ambtspraktijk (6p) Een voorbereiding op de stage, waarbij verschillende aspecten van het boeddhistische ambt, en de uitoefening daarvan in organisaties, worden belicht. 1b Boeddhistische geestelijke begeleiding 1 (6p) De boeddhistische visie op het begeleiden van anderen op een geestelijk pad, en het bieden van ondersteuning bij ethische, religieuze en levensbeschouwelijke dilemma’s. 2a. Ethische dilemma’s in de beroepspraktijk (6p) De boeddhistische visie(s) op ethische dilemma’s verbonden met maatschappelijke vraagstukken zoals abortus en euthanasie. 2b. Mindfulness (6p) Het leren onderrichten van mindfulness training en boeddhistische meditatie. 3. Omgaan met religieuze diversiteit (6p) Leren omgaan met diversiteit binnen boeddhistische traditie, diversiteit in multireligieuze organisaties, en leren omgaan met cross-religieuze communicatie. 4a. Stage/leeronderzoek: Vieringen en rituelen (6p) Het leren organiseren van boeddhistische en interdenominatieve vieringen en rituelen in religieuze organisaties. 4b. Stage/leeronderzoek: Leiderschap en community building; presentatie en communciatie (6p) 5a. Stage/leeronderzoek: Boeddhistische geestelijke begeleiding 2 (6p) Het toepassen in de stagepraktijk van boeddhistische visies op het begeleiden van anderen op een geestelijk pad. 5b. Stage/leeronderzoek: Specialisatie (6p) Verdieping in onderwerp naar eigen keuze. 6. Stageverslag (6p)
5