Academisch Cultureel Forum
“… en toen leefden ze nog lang en gelukkig”
Lentecyclus 2016 Gezondheid, gedrag en geluk: De G3 die er echt toe doet 18, 25 april en 2 mei 2016 Paleis der Academiën Hertogsstraat 1 B-1000 Brussel www.kvab.be
Inleiding Deze cyclus gaat over ziekte, gezondheid en welzijn. Dit wordt inhoudelijk ruim ingevuld met heel diverse topics, maar wel een duidelijke focus op de rol van het gedrag. Een goede gezondheid is immers meer dan de afwezigheid van ziekte en pijn, net zoals gelukkig zijn meer is dan in goede gezondheid verkeren. Welzijn en geluk vormen de kern van onze grootste wensen en verlangens, meer nog dan welvaart en geld. Veel van de kopzorgen waar mensen van wakker liggen, gaan over factoren die het welzijn en geluk in de weg staan: zorgen over de toekomst, jobonzekerheid, stress op het werk, relationele problemen, verdriet over tegenslagen van onze kinderen op school, eenzaamheid bij ouderen… om nog maar te zwijgen over de grote ziektes van onze tijd (kanker, dementie, hart- en vaatziekten, diabetes enz., maar ook obesitas, depressie, autisme, angststoornissen, enz.). Veel van de grote uitdagingen waar onze bestuurders en politici dus verantwoordelijkheid voor dragen, situeren zich op vlak van ziekte, gezondheid en welzijn. Dit is een thema met veel verschillende facetten, dat vanuit diverse invalshoeken benaderd kan worden. Hierover organiseert de KVAB en het ACF de Lentecyclus 2016 met drie symposia. (1) Lichamelijke gezondheid en gedrag Hier vertrekken we van wat men typisch onder lichamelijke ziektes verstaat, maar wijzen we op de grote invloed van persoonlijkheid en gedrag hierop, bijvoorbeeld bij kanker, hart- en vaatziekten, diabetes enz. Dit deelthema laat ook toe om nadruk te leggen op de grote rol van preventie (voorkomen van ziekte, wat in vele opzichten beter is dan genezen). Ook de impliciete dualiteit in de gezondheidszorg tussen lichaam en geest (bv. in het begrip psychosomatiek, medisch onverklaarde klachten) kan hierbij aan bod komen. (2) Lichamelijke en geestelijke gezondheid in context Hier benaderen we gezondheid meteen in brede zin, als lichamelijke en geestelijke gezondheid (o.a. omdat het onderscheid in zekere zin betwistbaar is). We kijken naar contextfactoren rond de persoon die een invloed hebben op gezondheid en welbevinden, bv. gezin, school, werk en zelfs de bredere maatschappij. Naast de klinische psychologie is hier een rol weggelegd voor orthopedagogen, schoolpsychologen, arbeidspsychologen en gezondheids- en welzijnswerkers in tal van settings buiten de ziekenhuizen en verzorgingstehuizen. Het M decreet in het onderwijs en “burnout” op het werk zijn “hot topics” die onze aandacht krijgen. (3) Geestelijke gezondheid, welzijn en geluk Hier ligt de nadruk op de zgn. geestelijke gezondheid en de ruimere problematiek van welzijn, welbevinden en ons streven naar geluk. Kan onze gezondheidszorg de uitbreiding naar zgn. niet-lichamelijke problematieken aan? Hoe zit het met het uitbouwen van voorzieningen hier (wachtlijsten, persoonsvolgende financiering), de terugbetaling van dergelijke diensten door ziekenfondsen en verzekeringen, enz.? Ook hier willen we het voldoende breed open trekken naar modernere visies hierop (bv. “mindfulness”, e-health, online diensten voor psychoeducatie en psychotherapie) en naar invalshoeken vanuit andere disciplines (bv. wat betekent geluk? waarom zijn zoveel mensen zoekend naar nieuwe vormen van zingeving?)
Programma 18 april 2016: 14.30-17.30u Lichamelijke gezondheid en gedrag Sessievoorzitter: Johan Wagemans (psychologie KULeuven, Klasse Menswetenschappen KVAB) Huisartsen en mensen met of zonder een ziekte. Samen gezond Bert Aertgeerts (huisarts, diensthoofd huisartsgeneeskunde KU Leuven, lid KAGB) Mijn pijn zit niet tussen mijn oren! Een biopsychosociaal perspectief op ziekte en gezondheid Liesbet Goubert (gezondheidspsychologie UGent) Aanpassing aan chronische ziekte: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief Koen Luyckx (ontwikkelingspsychologie KU Leuven, laureaat KVAB-Klasse Menswetenschappen 2014) Videoboodschap Maggie De Block (Federaal Minister van Volksgezondheid) Panel / ronde tafel met Bert Aertgeerts (huisarts, diensthoofd huisartsgeneeskunde KU Leuven), Koen Matthijs (sociologie KU Leuven, voorzitter Trefpunt Zelfhulp), Ignaas Devisch (medische filosofie en bio-ethiek UGent), Elke Van Hoof (klinische en gezondheidspsychologie VUB), Marijke Eyssen (project-coördinator Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, KCE) Moderator: Jan Hautekiet
25 april 2016: 14.30-17.30u Lichamelijke en geestelijke gezondheid in context Sessievoorzitter: Ann Buysse (klinische psychologie UGent, Klasse Menswetenschappen KVAB) Trauma en de rol van de gezinssituatie Peter Adriaenssens (kinderpsychiatrie UZ Leuven)
De rol van de gezinsarmoede en S.E.S. als factor in gezondheidszorg, ziekte en preventie Bea Cantillon (sociologie UAntwerpen, Klasse Menswetenschappen KVAB) & Sara Willems (huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg UGent) De school als context voor het bevorderen van geestelijke gezondheid Hilde Colpin (schoolpsychologie KU Leuven) Wat doet werk met ons? Over burn-out en bevlogenheid Wilmar Schaufeli (arbeidspsychologie KU Leuven en Utrecht) Panel / ronde tafel met Peter Adriaenssens (kinderpsychiatrie UZ Leuven), Sara Willems (Sociologie UGent), Hilde Colpin (schoolpsychologie KU Leuven), Wilmar Schaufeli (arbeidspsychologie KU Leuven en Utrecht), Jan De Mol (klinische psychologie UCL en UGent, expert in gezins- en familietherapie) en Leen Van Heurck (kabinet van Hilde Crevits, Vlaams Minister van Onderwijs) Moderator: Jan Hautekiet
2 mei 2016: 14.30-17.30u Geestelijke gezondheid, welzijn en geluk Sessievoorzitter: Bea Maes (gezins- en orthopedagogie KU Leuven, Klasse Menswetenschappen KVAB) Geluksobsessie en psychiatrisch lijden Dirk De Wachter (psychiater UC Kortenberg, bekend auteur en spreker) Van geluk naar existentieel welzijn Mia Leijssen (psychologie KU Leuven en psychotherapeut) Een goed leven betaalbaar voor iedereen Erik Schokkaert (gezondheidseconomie KU Leuven, lid Klasse Menswetenschappen KVAB) Krachtlijnen in het Vlaamse beleid rond geestelijke gezondheidszorg Jo Vandeurzen (Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin) Panel / ronde tafel met Dirk De Wachter (psychiater UC Kortenberg), Mia Leijssen (psychologie KU Leuven en psychotherapeut), Erik Schokkaert (gezondheidseconomie, KU Leuven), Ilse Noens (gezins- en orthopedagogiek KU Leuven), Els Heene (klinische en gezondheidspsychologie UGent) en Isabel Moens (Directeur geestelijke gezondheidszorg, Zorgnet Vlaanderen) Moderator: Jan Hautekiet
Bio’s & Abstracts Lichamelijke gezondheid en gedrag Sessievoorzitter: Johan Wagemans Johan Wagemans is gewoon hoogleraar in de experimentele psychologie aan de KU Leuven. Hij is gespecialiseerd in visuele waarneming (zie www.gestaltrevision.be). Samen met zijn team doet hij fundamenteel onderzoek over perceptuele organisatie en waarneming van patronen, vormen, voorwerpen en scènes (d.m.v. gedragsonderzoek, psychofysica, modellering en “brain imaging”). Daarnaast werken ze ook aan meer toegepast onderzoek over visuele waarneming bij mensen met autisme, in visuele kunst en sport. Zijn onderzoek wordt gefinancierd door het Methusalem-programma van de Vlaamse Overheid (2008-2022). Hij heeft een 300-tal publicaties in wetenschappelijke vakbladen en boeken. Hij is uitgever van het “Oxford Handbook of Perceptual Organization” (2015, Oxford University Press). Zijn werk wordt vaak geciteerd en hij is een vaak gevraagd spreker op internationale bijeenkomsten. Johan Wagemans is hoofd van de onderzoekseenheid Brein & Cognitie aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de KU Leuven. Hij is momenteel ook President van de Belgian Association of Psychological Science, “editor-in-chief” van Perception, i-Perception en Art & Perception en “associate editor” van Cognition. Hij is lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten sinds 2010.
Huisartsen en mensen met of zonder een ziekte. Samen gezond Een huisarts of een groep huisartsen zorgt voor mensen die gezond zijn en voor mensen die ziek zijn. Een huisarts waakt over een hele populatie en zet zich in voor een gemeenschap. Een huisarts werkt samen met alle andere zorgverleners op de eerste lijn. Een huisarts helpt mensen om beslissingen te nemen in moeilijke momenten gebaseerd op de huidige wetenschappelijke inzichten. Een huisarts of huisartsengroep maakt gebruik van moderne informatietechnologie. Bert Aertgeerts is huisarts en een van de stichtende leden van het Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine (Belgische tak van het Nederlandse Cochrane Centrum). Als voltijds hoogleraar aan de KU Leuven is hij verantwoordelijk voor het wetenschappelijk programma binnen de opleiding geneeskunde. Hij is lid van de Raad van Bestuur van de Faculteit Geneeskunde en van de Raad van het Departement Volksgezondheid en Eerstelijnszorg. Hij is tevens hoofd van de Vakgroep Eerstelijnszorg van de KU
Leuven. Als programmadirecteur is hij ook verantwoordelijk voor de opleiding van jonge huisartsen. Sinds 2009 is hij lid van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België. Zijn onderzoek verplaatste zich van alcohol screening en diagnostisch onderzoek in de beginjaren naar Evidence-Based Medicine en de toepassing van Evidence binnen de klinische praktijk. Zijn idee van een nationaal zorgpunt met informatieverstrekking over eerstelijnszorg, verstrekt door eHealth dat opgenomen wordt in elk elektronisch medisch dossier, biedt innovatieve kansen voor zowel de klinische praktijk als het onderzoek.
Mijn pijn zit niet tussen mijn oren! Een biopsychosociaal perspectief op ziekte en gezondheid Wie geconfronteerd wordt met chronische pijn, kan te horen krijgen dat het wel “tussen de oren” zal zitten (lees: “ingebeeld”) indien er medisch gezien geen oorzaak wordt gevonden. Deze uitspraak heeft zijn oorsprong in een traditioneel biomedisch ziektemodel, en reflecteert een dualistische visie waarbij lichaam en geest gezien worden als twee afzonderlijke entiteiten. Hierbij is men ervan overtuigd dat pijn een uiting moet zijn van een onderliggend letsel. Het is echter zo dat er in heel veel gevallen geen specifieke medische oorzaak kan worden gevonden die de (chronische) pijn kan verklaren. In deze lezing wordt besproken hoe ziekte en gezondheid beter begrepen kunnen worden binnen een ruimer bio-psycho-sociaal perspectief, waarin erkend wordt dat zowel biologische/medische, psychologische en sociale factoren een rol spelen in de ontwikkeling, de preventie, en de behandeling van chronische aandoeningen zoals chronische pijn. Liesbet Goubert is Hoogleraar Gezondheidspsychologie in de Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie aan de Universiteit Gent. In 2004 voltooide zij haar doctoraat, waarin ze focuste op psychosociale risicofactoren voor de ontwikkeling van chronische pijnproblemen. Een tiental jaar geleden besloot ze om haar onderzoeksfocus enigszins te wijzigen naar de sociale dimensies van (chronische) pijn en chronische ziekte. Zo heeft ze in het laatste decennium talrijke theoretische en empirische papers gepubliceerd over de rol van de sociale omgeving (bijv. ouders, zorgverleners, partners) bij chronische aandoeningen. Haar wetenschappelijke bijdragen werden bekroond met verschillende wetenschappelijke prijzen, waaronder de IASP-SIG Early Career Award in Pediatric Pain, de EFIC Grünenthal Grant Award, en de prijs "Institut Belge de la Douleur-UPSA-Belgisch Pijninstituut”. Sinds 2008 is ze een internationale partner van het “Strategic Training Program on Pain in Child Health (PICH)” van de Canadian Institutes of Health Research (CIHR). Zij fungeert als Associate Editor van twee hoogstaande wetenschappelijke tijdschriften in haar vakdomein, namelijk Health Psychology en PAIN. Op lokaal niveau is zij academisch secretaris van de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Gent, en is zij voorzitter van de Commissie Milieu en Psychosociaal Welzijn aan diezelfde faculteit.
Aanpassing aan chronische ziekte: Een ontwikkelingspsychologisch perspectief Een chronische ziekte is een erg ingrijpende gebeurtenis in iemands leven en kan de ontwikkeling van individuen sterk beïnvloeden in verschillende levensfases. Wetenschappelijke literatuur richt zich dan ook vooral op de eerder negatieve impact die een chronische ziekte kan hebben. Recenter onderzoek toont echter aan dat individuen ook veerkracht kunnen vertonen in de omgang met een chronische ziekte en zich zelfs als persoon versterkt kunnen voelen door de ziekte. Deze lezing zal een overkoepelend kader vanuit de ontwikkelingspsychologie aanbieden om te begrijpen hoe het komt dat bepaalde mensen sterk lijden onder een chronische ziekte, terwijl andere mensen hier adequaat mee kunnen omgaan. Meer specifiek richten we ons op één van de kerntaken van adolescenten en jong-volwassenen, namelijk de identiteitsvorming, en hoe de ontwikkeling van identiteit een rol speelt in de aanpassing aan een chronische ziekte. Recente onderzoeksresultaten met aandacht voor klinische implicaties worden besproken. Koen Luyckx is onderzoeksprofessor aan de KU Leuven en werkzaam aan de onderzoekseenheid Schoolpsychologie en Ontwikkeling van Kind en Adolescent (SOKA). Koen Luyckx is een ontwikkelingspsycholoog gespecialiseerd in onderzoek naar de ontwikkeling van identiteit in de adolescentie en jongvolwassenheid, zowel bij gezonde individuen als bij mensen met een chronische ziekte. Samen met zijn collega‟s ontwikkelde hij nieuwe modellen om persoonlijke identiteiten specifiek in de context van een chronische ziekte te bestuderen. Koen Luyckx heeft voor dit werk verscheidene nationale en internationale prijzen gekregen
Panel / ronde tafel Koen Matthijs is gewoon hoogleraar aan het Centrum voor Sociologisch Onderzoek van de Faculteit Sociale Wetenschappen (KU Leuven). Hij is hoofd van de onderzoeksgroep Family and Population Studies. Hij volgt een dubbele onderzoekslijn: historische demografie en hedendaagse gezinssociologie. In het luik historische demografie staat de lange termijnevolutie van vruchtbaarheid, partnerkeuze, migratie en mortaliteit centraal. In dat kader is hij promotor-woordvoerder van de Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap Historische Demografie. Hij leidt verschillende nationale én internationale onderzoeksprojecten over demografische langetermijnprocessen, en is hoofdredacteur van het internationale open-access tijdschrift „Historical Life Course Studies‟. Hij is verantwoordelijk voor of werkt mee aan het coördineren en het uitbouwen van verschillende Vlaamse historisch-demografische databanken. In het luik hedendaagse gezinssociologie gaat zijn aandacht naar levensloopanalyse, gezinssociologische methodologie, en sociale stratificatie en mobiliteit. Hij is (co)promotor van verschillende onderzoeksprojecten over de structuur, de functies en de kenmerken van de private leefwereld, met bijzondere aandacht voor huwelijk
en scheiding, co-ouderschap en stiefgezinnen, intra- en intergenerationele verhoudingen, en genderkwesties. De voorbije decennia nam hij verschillende academische functies op, zowel voor onderwijs als voor onderzoek. Sinds 1992 is hij voorzitter van het Trefpunt Zelfhulp. In die hoedanigheid leidde hij verschillende onderzoeksprojecten over de structuur, de werking, de functies en de realisaties van Vlaamse zelfhulpgroepen. Ignaas Devisch (1970) is professor in filosofie, medische filosofie en ethiek. Hij werkt als filosoof aan de Universiteit Gent en de Arteveldehogeschool en publiceert en spreekt regelmatig in binnen-en buitenland, zowel voor een gespecialiseerd als een breed publiek. Hij was 5 jaar gastonderzoeker aan Radboud Universiteit van Nijmegen. Begin 2016 verscheen bij De Bezige Bij zijn boek „Rusteloosheid: pleidooi voor een mateloos leven‟. Zijn onderzoek gaat vooral uit naar vraagstukken over autonomie en verantwoordelijkheid in de gezondheidszorg. Volgen via:http://idevisch.blogspot.be/ Twitter: @idevisch Lijst van publicaties: https://biblio.ugent.be/person/801001238122 Elke Van Hoof is klinisch psycholoog met specialisaties in psychodiagnostiek, trauma, stress en burn-out. Ze is gecertifieerd EMDR-practitioner, biofeedbacktrainer en coach. Elke Van Hoof is erkend Kern Talentenanalist; ze werkt met loopbaancheques via Aligno Management NV. Elke Van Hoof doceert medischeen gezondheidspsychologie aan de Vrije Universiteit Brussel. Ze is gastdocent aan de Vlerick Business School. Daarnaast is ze een gewaardeerd gastprofessor in menig opleiding. Elke is coördinator van de opleiding “Hoogsensitiviteit voor Professionals” aan de Vrije Universiteit Brussel. www.elkevanhoof.com Marijke Eyssen is kinderneuroloog en revalidatiearts. Zij was gedurende vele jaren verbonden aan het UZ Leuven, en werkte tevens in meerdere instellingen voor kinderen met een handicap. Vandaag is ze nog steeds actief in een revalidatiecentrum voor kinderen. Sedert 2005 werkt zij als researcher en project-coördinator bij het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, een federale, onafhankelijke onderzoeksinstelling die wetenschappelijke rapporten publiceert en advies verstrekt over alle aspecten van gezondheidszorg en ziekteverzekering. Zij werkte mee aan talrijke rapporten inzake geestelijke gezondheidszorg en inzake de organisatie van revalidatiezorg in België. Ze is co-auteur van het recent gepubliceerde KCE-rapport “Organisatie- en financieringsmodel voor de psychologische zorg” (www.kce.fgov.be). Daarin wordt het belang onderstreept van een breed toegankelijke eerstelijnspsychologischezorg, en van een multidisciplinaire samenwerking binnen een netwerk van zorgverleners. Dit rapport zal één van de
referentiedocumenten vormen voor de Minister van Volksgezondheid, bij het organiseren van de psychologische zorg in ons land. moderator: Jan Hautekiet
Lichamelijke en geestelijke gezondheid in context: 25 april 2016: 14.30-17.30u Sessievoorzitter: Ann Buysse Ann Buysse is gewoon hoogleraar klinische psychologie en hoofd van de onderzoeksgroep gezinspsychologie aan de Universiteit Gent. De onderzoeksgroep heeft een unieke positie weten te verzilveren in een reeks onderzoeken naar de manier waarop mensen elkaar beïnvloeden. Interpersoonlijke beïnvloeding is het centrale thema dat wordt uitgewerkt in een reeks grootschalige projecten samen met andere disciplines zoals het familierecht, seksuologie, bio-ethiek, sociologie en geneeskunde. Concreet gaat het onderzoek rond mechanismen onderliggend aan relaties, zoals adoptie, nieuw samengestelde gezinnen, scheiding, donorgezinnen, ouder – kind relaties, bemiddeling, therapie, seksuele gezondheid, communicatie, steun, hechting, ... In de onderzoeksgroep wordt basis, fundamenteel onderzoek steeds gekoppeld aan maatschappelijke valorisatie en impact. Ann Buysse heeft reeds een 20-tal doctoraten gesuperviseerd en is auteur van een 100-tal Internationale publicaties. Ze doceert bemiddeling, relatie- en gezinstherapie en relatie- en gezinsstudies en is onderwijsdirecteur van de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Ze is tevens voorzitter van vzw Sensoa en lid van de klasse van de menswetenschappen van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten.
Trauma en de rol van de gezinssituatie Peter Adriaenssens (1954) is Belgisch kinder- en jeugdpsychiater, en deeltijds docent aan de KU Leuven. Daarnaast is hij directeur van het Vertrouwenscentrum kindermishandeling van Vlaams-Brabant. Hij is tevens auteur van verschillende artikelen, verhandelingen en boeken (meestal uitgegeven bij Lannoo) over jongeren en opvoeding: Opvoeden is een groeiproces - wegwijzer voor vaders en moeders (1995) Mijn kind is bang en ik ook - opvoeden tot weerbaarheid (1997) Van hieraf mag je gaan - over opvoeden van tieners (1998)
Tien manieren om je ouders te versieren - succesvol onderhandelen met je ouders (2000) Opvoeden tot weerbare kwetsbaarheid (2000) Getekend: kindermishandeling (2006) Praten met je tiener: de stap van discussiëren naar onderhandelen (2006) Gids voor succesvol opvoeden (2007) Laat ze niet schieten (2010)
In april 2010 werd hij voorzitter van de Commissie voor de behandeling van klachten van seksueel misbruik in een pastorale relatie. Toen bij een huiszoeking door het gerecht (Operatie Kelk) alle dossiers werden meegenomen, nam hij ontslag omdat hij vond dat zijn commissie als "lokaas" was gebruikt. Vele slachtoffers waren immers naar zijn commissie gekomen met hun verhaal, juist omdat ze niet wensten naar het gerecht te stappen. Later bleek de huiszoeking onwettig, en werd beslist dat de dossiers moeten worden teruggegeven. Deze beslissing is in cassatie vernietigd. De Brusselse Kamer van Inbeschuldigingstelling moet, in gewijzigde samenstelling, opnieuw beoordelen of de huiszoekingen rechtsgeldig zijn verlopen. De Commissie adviseert geen gewone doorstart te organiseren van de huidige commissievorm. In 2014 werd Adriaenssens tot Commandeur in de Leopoldsorde benoemd.
De rol van de gezinsarmoede en S.E.S. als factor in gezondheidszorg, ziekte en preventie Gezondheid is niet gelijk verdeeld. Hoe hoger iemand staat op de sociale ladder, hoe langer hij/zij zal leven en hoe meer jaren in goede gezondheid. In haar bijdrage zal prof. dr. Sara Willems ingaan op de relatie tussen sociale positie en gezondheid: hoe groot is de gezondheidskloof en neemt die nog verder toe? Ze geeft een kort overzicht van de mechanismen die aan de basis liggen van sociale ongelijkheid in gezondheid en identificeert aangrijpingspunten om deze aan te pakken. Ze brengt dit aan de hand van de meest recente internationale literatuur en resultaten van eigen onderzoek. Bea Cantillon is gewoon hoogleraar en directeur van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck aan de Universiteit Antwerpen. Ze studeerde Politieke en Sociale Wetenschappen aan de Universiteiten van Antwerpen en Leuven en startte haar onderzoeksloopbaan aan het Centrum in 1979. Ze publiceerde uitgebreid en internationaal over een brede waaier van onderwerpen waaronder armoede, sociaal beleid, sociale zekerheid, de welvaartsstaat en gender. Ze werkte als adviseur voor de Belgische regering. Zij was tevens Belgisch senator (1995-1999) en voorzitter van de Commissie Cantillon tot hervorming van de sociale zekerheid van zelfstandigen (2000-2002). Prof. Cantillon is secretary-general van de Foundation for International Studies on Social Security. Zij is voorzitter van het beheerscomité van FAMIFED (Federaal agentschap voor de Kinderbijslag). Sinds 2003 is Bea Cantillon lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, lid van de Hoge Raad voor de
Werkgelegenheid en sinds 2013 lid van de expertencommissie Pensioenhervorming 2020-2040. In de periode 2004-2008 was zij vice-rector van de Universiteit Antwerpen. Sara Willems is verbonden aan de Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg van de Universiteit Gent. In 2005 behaalde ze een doctoraat in de Medische Wetenschappen met een proefschrift over de toegankelijkheid van de gezondheidszorg in België en werd de eerste Belgische professor in het vakgebied equity in de gezondheidszorg. Ze leidt de onderzoeksgroep equity in de gezondheidszorg. Onder haar coördinatie groeide de groep uit tot een interdisciplinaire onderzoeksgroep die een leidende rol opneemt in verschillende nationale en internationale onderzoeksprojecten. Het onderzoek van de onderzoeksgroep focust op gezondheidszorgorganisatie en equity in toegang tot zorg, zorgverlening en de uitkomst van zorg. Prof. Willems is een internationaal erkend expert binnen dit thema en neemt regelmatig een adviserende functie op o.m. voor lokale besturen, overheidsdiensten en NGO‟s. Recent trad ze op als external consultant voor de Europese Commissie en voor het Institute of Medicine (USA). Ze is gastprofessor aan de Universidad Federal de Sao Paulo (Brasil) waar ze werkt rond de toegang tot gezondheidszorg voor jonge kinderen.
De school als context voor het bevorderen van geestelijke gezondheid Hoe kinderen en jongeren ontwikkelen, wordt volgens bio-ecologische modellen (bijv. Bronfenbrenner & Morris, 2006) bepaald door een samenspel van hun persoonlijke kenmerken (erfelijkheid, temperament) en de omgeving. De school vormt, naast het gezin, een omgeving waar kinderen en adolescenten een groot deel van hun tijd doorbrengen; ervaringen op school kunnen dan ook een grote invloed hebben op hun welbevinden, gedrag, motivatie en prestaties. De relaties en interacties die kinderen en jongeren aangaan met hun leerkrachten en medeleerlingen spelen daarin een belangrijke rol. Onderzoek toont aan dat goede relaties op school (bijv. een warme, ondersteunende band met de leerkracht, aanvaarding door leeftijdgenoten) welbevinden,positief gedrag en schoolse betrokkenheid bevorderen. Omgekeerd vormen negatieve relaties (bijv. een conflictueuze relatie met de leerkracht; verwerping of gepest worden door medeleerlingen) een risico voor diverse problemen, zoals agressie, angst, en voortijdig schoolverlaten. In onze bijdrage zullen we onderzoek voorstellen naar de effecten en werkingsmechanismen van preventieve interventies gericht op het bevorderen van positieve leerkracht-leerling relaties en peer relaties op school. Op die manier zullen we aantonen dat relaties en interacties met leerkrachten en medeleerlingen belangrijke en laagdrempelige „targets‟ vormen voor het bevorderen van geestelijke gezondheid in scholen. Hilde Colpin is doctor in de pedagogische wetenschappen (1994) en als hoogleraar verbonden aan de onderzoekseenheid Schoolpsychologie en Ontwikkelingspsychologie van Kind en Adolescent (SOKA), KU Leuven.Zij bestudeert de rol van relaties in gezin en school voor de sociaal-emotionele en academische ontwikkeling van kinderen en adolescenten. Een bijzondere interesse gaat uit naar
de studie van interventies die de ontwikkeling van leerlingen bevorderen door het versterken van relaties met ouders, leerkrachten en leeftijdsgenoten. H. Colpin zet zich ook in voor de verankering van die preventieve interventies in de onderwijspraktijk. Zo leidde zij onderzoek naar effecten en de werkingsmechanismen van de Good Behavior Game, een universele interventie met als doel de preventie van externaliserend probleemgedrag. Zij werkte mee aan de aanpassing van die interventie voor het Vlaamse onderwijs, TOPspel. Zij leidde ook de ontwikkeling en studie van Samen-Spel, een interventie voor het versterken van de leerkracht-leerlingrelatie bij kleuters met storend gedrag. De studie resulteerde in een leertraject over het uitbouwen van een goede band met kleuters in de opleiding bachelor kleuteronderwijs in UCLeuven-Limburg. Voor dit project kreeg zij, samen met collega‟s, de M.-C. Maselisprijs 2014 van KVAB. Ze leidt ook onderzoek naar interventies in de praktijk, zoals de ontwikkelingsstimuleringsprogramma‟s Instapje en Instapje Plus en het KiVa-antipestprogramma. H. Colpin is voorzitter van de richting schoolpsychologie in de Master Psychologie, KU Leuven. Zij geeft onderwijs over preventieve en consultatieve leerlingenbegeleiding en beroepsethiek, en ze is verantwoordelijk voor de stages schoolpsychologie.
Wat doet werk met ons? Over burn-out en bevlogenheid Werk heeft een Januskop. Enerzijds kost het energie en kun je er een burn-out van krijgen, maar anderzijds geeft het ook energie en kun je er bevlogen van raken. In deze lezing wordt duidelijk gemaakt hoe het komt dat sommige mensen in een negatieve spiraal terecht komen (burn-out) en anderen juist in een positieve spiraal (bevlogenheid). Wilmar Schaufeli werkte aan de Universiteiten van Groningen en Nijmegen en was (parttime) verbonden aan enkele organisatieadviesbureaus. Hij doceert en verricht onderzoek op het terrein van de psychologie van arbeid en gezondheid. Van zijn hand verschenen ruim vierhonderd wetenschappelijke publicaties. Voor meer informatie zie: www.wilmarschaufeli.nl.
Panel/ronde tafel Jan De Mol is professor klinische psychologie aan de Université Catholique de Louvain, Faculté de psychologie et des sciences de l‟éducation. Tevens is hij opleider gezins- en relatietherapie voor de Belgische Vereniging voor Relatietherapie, Gezinstherapie, en Systeemcounseling (BVRGS) en Gezins- en relatietherapeut/klinisch psycholoog aan de Consultations Psychologiques Spécialisées -Thérapie des émotions in Louvain-la-Neuve. Jan De Mol behaalde zijn Doctoraat in de psychologie aan de
UGent en behaalde een master in de klinische psychologie (KU Leuven). Hij genoot een opleiding systemische psychotherapie (Antwerpen) en een opleiding gedragstherapie (Nederland). Daarnaast behaalde hij een master in socialprofit management (Universiteit Antwerpen) Zij expertises zijn: - Gezinstherapie en individuele therapie met adolescenten met depressie - Gezinstherapie met adolescenten met gedragsmoeilijkheden - Gezinstherapie met multi-stressed gezinnen - Ouderbegeleiding - Kwalitatieve onderzoeksmethodologie Leen Van Heurck is klinisch psycholoog. Zij is werkzaam geweest in centra voor leerlingenbegeleiding tot 2008. Ze was fractiemedewerker onderwijs voor CD&V in het Vlaams Parlement tot 2013, projectleider „project innoveren en excelleren in onderwijs‟ van de Koning Boudewijnstichting tot 2014. Leen Van Heurck is momenteel raadgever van minister Crevits voor de domeinen: inspectie, (leerlingen) begeleiding, uitrol M-decreet, buitengewoon onderwijs. moderator: Jan Hautekiet
Geestelijke gezondheid, welzijn en geluk Sessievoorzitter: Bea Maes Bea Maes is gewoon hoogleraar aan de Onderzoekseenheid Gezins- en orthopedagogiek van de KU Leuven. Haar onderzoek en onderwijs situeert zich op het domein van opvoeding, onderwijs en zorg voor personen met een handicap. Zij is verantwoordelijk voor verschillende opleidingsonderdelen in de opleiding Pedagogische Wetenschappen met betrekking tot orthopedagogische diagnostiek en hulpverlening in het algemeen en personen met een handicap in het bijzonder. Zij geniet internationale uitstraling op het onderzoeksdomein van de zorg voor personen met een handicap. Haar onderzoekslijnen betreffen voornamelijk kwaliteit van leven en kwaliteit van zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen die grote ondersteuningsnoden hebben (omwille van een meervoudige beperking, het ouder worden of bijkomende gedrags- en psychische problemen). Zij is voorzitter van de Special Interest Research Group „Persons with Profound Intellectual and Multiple Disabilities‟ en bestuurslid van de „International Association of the Scientific Study of Intellectual Disabilities‟, de toonaangevende wetenschappelijke organisatie wereldwijd op het domein van „intellectual disabilities‟. Zij heeft gedurende meerdere jaren beleids- en bestuursverantwoordelijkheid opgenomen binnen de Faculteit PPW, en is nu decaan. Daarnaast neemt zij vanuit haar expertise inzake de zorg voor personen met een handicap maatschappelijke verantwoordelijkheid op als voorzitter van adviesraden en expertengroepen en
verspreidt zij de resultaten van haar onderzoek voor een breed professioneel publiek (in Nederlandstalige publicaties en via lezingen).
Geluksobsessie en psychiatrisch lijden We leven in tijden van overmatigheid, ook in verband met geluk. In deze lezing pleiten we voor „een beetje ongelukkig zijn‟ als toegang tot verbinding met mekaar, in een pleidooi voor complexiteit, voor dialoog, voor hechting en ook voor stilte. Uiteindelijk komen we terecht bij wat de Franse filosoof Emmanuel Levinas „het kleine goede‟ noemt. Dirk De Wachter is psychiater-psychotherapeut en diensthoofd systeem- en gezinstherapie aan het Universitair Psychiatrisch Centrum van de KU Leuven. Daarnaast is hij opleider en supervisor in de gezinstherapie in diverse centra in binnen- en buitenland. Sinds het verschijnen van zijn boek “Borderline Times”, waarin hij borderline niet als een individueel, maar als een maatschappelijk ziektebeeld schetst, is hij amper uit de media weg te slaan. Samen met kompaan Paul Verhaeghe is hij het boegbeeld geworden van een toenemend verzet tegen de kille prestatiesamenleving. In zijn recentste boek “Liefde, Een Onmogelijk Verlangen?” overschouwt hij liefde en relaties in tijden van maakbaarheid. Kan de liefde overleven in tijden waarin duurzaamheid een zeldzaam goed is geworden, waarin alles maakbaar en perfectie het hoogste goed lijkt?
Van geluk naar existentieel welzijn Recent grootschalig „geluksonderzoek‟ maakt duidelijk dat wat mensen „geluk‟ noemen, voor het merendeel gaat over zingeving, waarden en deugden die traditioneel hoog aangeschreven staan in spirituele en religieuze wijsheidstradities. Wetenschappelijk aangetoonde werkzaamheid laat toe om die levenswijsheden om te zetten naar interventies waarmee mensen in een multiculturele samenleving gemotiveerd worden om kwaliteiten te ontwikkelen die bijdragen aan goed leven. De term „existentieel welzijn‟ verwijst naar de integratie van existentiële filosofie, positieve psychologie en wetenschappelijk onderzoek. In de lezing is er aandacht voor fysieke, sociale, psychische en spirituele aspecten die welzijn ten goede en ten kwade beïnvloeden. Mia Leijssen (1951) is hoogleraar psychologie KU Leuven en psychotherapeut, moeder en grootmoeder, auteur van talrijke publicaties waaronder “Leven vanuit liefde. Een pad naar existentieel welzijn.” (Lannoo, 2013).
Een goed leven betaalbaar voor iedereen Geluk en welzijn worden bepaald door talrijke factoren: gezondheid is hierbij essentieel, maar ook de kwaliteit van sociale relaties, de arbeidssituatie, de natuurlijke omgeving en het niveau van materiële consumptie. De wijzigingen in die factoren hangen samen met brede maatschappelijke evoluties: de globalisering, de klimaatverandering, de wetenschappelijke vooruitgang in de gezondheidszorg – en met de wijze waarop de samenleving op die evoluties reageert. Traditioneel heeft de welvaartsstaat daarin een grote rol gespeeld, maar die welvaartsstaat komt steeds meer onder druk. De “betaalbaarheid” van de welvaartsstaat hangt niet enkel af van economische beperkingen, maar ook van de “bereidheid tot betalen” van de bevolking, en die hangt op haar beurt af van de bereidheid tot solidariteit en van de perceptie of men waar voor zijn geld krijgt. Een hervorming van de welvaartsstaat vereist een open discussie over wat uiteindelijk een “goed leven” is. De welvaartsstaat moet immers de omgeving creëren waarbinnen het voor mensen mogelijk wordt een “goed leven” te leiden. Subjectieve geluksgevoelens zijn daarin niet de enige, wellicht zelfs niet de belangrijkste factor. Erik Schokkaert is als gewoon hoogleraar verbonden aan het Departement Economie van de KU Leuven en aan CORE (Université catholique de Louvain) en was in het verleden onderzoeksdirecteur van CORE en gastprofessor aan de London School of Economics, de Université catholique de Louvain, Universidad ICESI (Cali, Colombia) en de Universiteit Antwerpen. Hij is voorzitter van de stuurgroep van Metaforum, de interdisciplinaire denktank van de KU Leuven. In 2005 was hij titularis van de Francqui-Leerstoel aan de Universiteit van Antwerpen, met als onderwerp: “Rechtvaardigheid, efficiëntie en verantwoordelijkheid: de welvaartseconomie van de welvaartsstaat”. In zijn onderzoek probeert hij een denkkader te ontwikkelen om beleidsmaatregelen te evalueren (vooral in het domein van gezondheidszorgen en sociale zekerheid) in het licht van verschillende opvattingen over rechtvaardigheid en over de inhoud van het begrip “sociale welvaart”. Speciale aandacht gaat daarbij naar de meting van het individuele welzijn en naar de definitie van de grenzen van de eigen verantwoordelijkheid. Hij is co-editor van Economics and Philosophy. Zijn wetenschappelijke artikelen verschenen in tijdschriften als American Economic Journal: Microeconomics, Rand Journal of Economics, Journal of Health Economics, Health Economics, Journal of Public Economics, Social Choice and Welfare, European Economic Review, Health Policy, Economica, Journal of Economic Psychology, European Journal of Political Economy, Journal of Environmental Economics and Management, Mathematical Social Sciences. Hij is als expert opgetreden in verschillende (Belgische en Nederlandse) adviescommissies voor de beoordeling van beleidsmaatregelen in het domein van de gezondheidszorg en hij maakte deel uit van de recente (Belgische) Commissie Pensioenhervorming 2020-2040.
Krachtlijnen in het Vlaamse beleid rond geestelijke gezondheidszorg Jo Vandeurzen (Heusden, 2 juni 1958) werd licentiaat in de rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en werkte als advocaat-medewerker in de associatie Geyskens-Vandeurzen in Beringen. Zijn nationale politieke carrière start in 1993 wanneer hij lid wordt van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. In de Kamer van Volksvertegenwoordigers specialiseert Vandeurzen zich in volksgezondheid en justitie. In 2004 wordt hij CD&Vvoorzitter. Na zijn voorzitterschap wordt Vandeurzen minister van Justitie (2007-2008) en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (2009-heden).
Panel/ronde tafel Ilse Noens is hoofddocent orthopedagogiek aan de KU Leuven, verbonden aan en coördinator van de onderzoekseenheid Gezinsen Orthopedagogiek. Daarnaast is zij coördinator van Leuven Autism Research (LAuRes), een interdisciplinair samenwerkingsverband dat autismeonderzoekers aan de KU Leuven met elkaar verbindt, en academisch verantwoordelijk voor PraxisP, het praktijkcentrum van de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Zij is gespecialiseerd in autismespectrumstoornis en gezinsgerichte pedagogische begeleiding. Els Heene is doctor in de klinische psychologie en psychotherapeute en werkt zowel in Vlaanderen als in Nederland. In 2003 rondde zij een proefschrift af rond depressie en partnerrelaties, met vooral aandacht voor de rol van communicatie en hechting. Naast haar klinisch werk als therapeut is zij tot op heden actief voor de UGent, en dit als coördinator van de opleiding cognitieve gedragstherapie voor Gent (Vlaanderen). Heene werkt sinds 1996 samen met Paul Rijnders waarbij zij samen het KOP-model uitwerkten tot een volwaardig model voor de basis GGZ (1e lijn) in Nederland. Vanuit de KOPpeling (www.dekoppeling.be) geven ze regelmatig workshops en training in het kortdurend behandelen in de geestelijke gezondheidszorg. Zij combineren graag de klinische praktijk met lesgeven en onderzoek. Ze zijn momenteel, samen met The Human Link, bezig met het oprichten van een opleiding Eerstelijns Psychologische Zorg, in samenwerking met de universiteiten UGent, VUB, KUL en LUCAS en met de beroepsfederatie VVKP. Isabel Moens studeerde economische wetenschappen aan de KU Leuven en Public Mental Health and Organization of Services in Lissabon. Sinds 1994 werkt zij bij Zorgnet-Icuro. Tussen 2001 en 2011 was ze als expert gedetacheerd naar verschillende kabinetten
Volksgezondheid en Sociale Zaken. Zij was onder meer voorzitter van de taskforce die het kader naar meer vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg uittekende. Momenteel is ze directeur geestelijke gezondheidszorg bij Zorgnet-Icuro.
volg ons via:
www.facebook.com/vlaamseacademie www.twitter.com/KVAB2 #EchteG3
www.kvab.be/g3.aspx www.kvab.be/acf.aspx
Meer info:
[email protected] | 02/550 23 22
Met bijzondere dank aan alle sessievoorzitters, sprekers, panelleden en moderator