11-06-2012 AB OFGV Installatie
16:30 uur
CONCEPT
Agenda overleg Algemeen Bestuur OFGV Bladnummer
1
Documentnummer:
1298187
Agenda Algemeen Bestuur Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Datum Tijd Locatie
: 11 juni 2012 : 16:30-17:30 uur : Provinciehuis te Lelystad
Genodigden
: mw. A.E. Bliek-de Jong (Flevoland, voorzitter), mw. B. Steunenberg (Almere), mw. J.Z. de Joode-Baljet (Blaricum), mw. P.J. van Hartskamp-de Jong (Huizen), dhr. R. Meerhof (Muiden), mw. W. de Vries-Kempes (Naarden), dhr. G. Boekhoff (Bussum), dhr. P.S.A. Gach (Dronten), dhr. F. van Osch (Hilversum), dhr. E.J. Roest (Laren), dhr. J.A. Fackeldey (Lelystad), dhr. T. Talsma (Noord-Holland), dhr. W. Schutte (Noordoostpolder), dhr. G. Post jr. (Urk),dhr. G.H. Abrahamse (Wijdemeren) en dhr. G.M. Dijksterhuis (Zeewolde) Dhr. P.M.R. Schuurmans (kwartiermaker/directeur OFGV) en M. Sman (notulist) : dhr. J. van der Hoeven (Weesp)
Afgemeld
1. Algemeen Bestuur in oprichting 1.1 Opening AB i.o. 1.2
Verslag Ter vaststelling
1.3
Voorstel voorzitter installatievergadering
1.4 Sluiting 2. Algemeen Bestuur installatie 2.1 Opening en vaststellen agenda AB-installatie 2.2
Installatie AB-leden a. Samenstelling AB, check op rechtmatigheid b. Kennisnemen stemverhouding c. Kiezen voorzitter d. Benoemen DB leden e. Benoeming en eed afleggen secretaris/directeur
2.3
Eerdere besluiten AB i.o. Vaststellen
2.4
Documenten GR Vaststellen Reglement AB Vaststellen Archiefverordening Vaststellen Financiële verordening
2.5
Huisvesting Ter vaststelling
2.6
Rondvraag en sluiting Aansluitend bijeenkomst met gasten
BIJGESLOTEN Concept verslag 20 februari Voorstel namens DB BIJGESLOTEN
Lijst AB-leden Overzicht stemverhouding (volgt) Beslispunt voorzitter Beslispunt DB-leden Beslispunt secretaris/directeur Overzicht eerdere besluiten Beslispunt Reglement van orde Reglement van orde Beslispunt Archiefverordening Archiefverordening Beslispunt Financiële verordening Financiële verordening Voorstel huisvesting DB aan AB Overzicht reacties op e-mailconsultatie
Concept verslag AB OFGV-overleg Bladnummer
1
Documentnummer:
1298681
Concept verslag Algemeen Bestuur Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Datum Tijd Locatie Aanwezig
: : : :
20 februari 2012 16:30 – 18:30 uur Provinciehuis te Lelystad mw. A.E. Bliek-de Jong (Flevoland, voorzitter), mw. B. Steunenberg (Almere), mw. J.Z. de Joode-Baljet (Blaricum), mw. P.J. van Hartskamp-de Jong (Huizen), R.Meerhof (Muiden), mw. W. de Vries-Kempes (Naarden), dhr. G. Boekhoff (Bussum), dhr. P.S.A. Gach (Dronten), dhr. F. van Osch (Hilversum), dhr. E.J. Roest (Laren), dhr. J.A. Fackeldey (Lelystad), dhr. T. Talsma (Noord-Holland), dhr. W. Schutte (Noordoostpolder), dhr. G. Post jr. (Urk), dhr. J. van der Hoeven (Weesp), dhr. G.H. Abrahamse (Wijdemeren) en dhr. G.M. Dijksterhuis (Zeewolde) mw. E. Pot-van ’t Hof (kwartiermaker OFGV) en H. Hartlief (notulist)
1
Opening en vaststelling agenda -De voorzitter heet een ieder welkom. De agenda wordt zonder wijzigingen vastgesteld.
2
Mededelingen -De voorzitter deelt mee dat het DB een gesprek gehad heeft met de beoogd directeur. De provincie Flevoland neemt daarbij het werknemerschap op zich t/m eind 2012 De voorzitter deelt mee dat in het DB besloten is in het vervolg drie weken van te voren de stukken aan te leveren bij de bestuurders.
3
Voortgang kwartiermakersfase -De voorzitter stelt het beslispunt capaciteit aan de orde. -Pot ligt het beslispunt voortgangsrapportage toe en geeft door dat er diverse kleinere en grotere klussen gedaan moeten worden voor de werkgroepen Financiën en Communicatie waarbij er te weinig capaciteit aangeboden wordt. De oproep betreft een halve dag per week inzet vanuit een deelnemende gemeente gedurende de rest van het jaar. Urk en Weidemeren geven aan dat zij zullen nagaan of ze aanvullende capaciteit kunnen leveren. Voortgangsrapportage Er zijn geen inhoudelijke aanvullingen/wijzigingen. Er vindt een korte discussie plaats waaruit naar voren komt dat indien er in de voortgangsrapportage iets op rood staat dat ook feitelijk als beslispunt geformuleerd zou moeten worden. Budgetoverzicht kwartiermakersfase Geen opmerkingen/aanvullingen Capaciteitsoverzicht werkgroepen Geen opmerkingen/aanvullingen
4
Voortgang besluitvorming -De voorzitter stelt de voortgang besluitvorming aan de orde. Wijzigingen worden als volgt doorgegeven - Dronten B&W in Maart en Raad April - Hilversum Raad 18 April - Urk B&W Februari en in maart naar de Raad. - Wijdemeren 21 febr B&W
Concept verslag AB OFGV-overleg Bladnummer
2
Documentnummer:
1298681
- De overige besluitvorming loopt nog volgens schema. Er volgt enige discussie over de mogelijke hobbels bij de besluitvorming qua financiën en achterblijvende overhead B&W Naarden, Noordoostpolder en Urk hebben al positief besloten over GR en het bedrijfsplan B&W Zeewolde heeft e.e.a. een week aangehouden. Er komt wellicht een brief vanuit Zeewolde met aandachtpunten over de hoogte van exploitatiekosten. Hilversum en Noordoostpolder geven als advies mee dat zij voorstellen dat bij de begrotingbehandeling alles in een keer afgehandeld zou kunnen worden Lelystad stelt een eenmalige veegactie voor De voorzitter spreekt af dat er een veegactie komt voor technische aanpassingen in de GR na de oprichting van de GR. Later dit jaar volgt dan een nieuwe besluitronden met aanpassingen. De projectorganisatie wordt verzocht de eerste gewenste technische wijziging (art 26) met Naarden af te stemmen. 5
Opbrengst takendiscussie De voorzitter vraagt of er op-aanvullingen zijn betreffende het stuk “Opbrengsten ambtelijke en bestuurlijke discussie kansrijke taken”. Er zijn geen opmerkingen/aanvullingen inhoudelijk. -Hilversum: Ambtelijke afstemming tussen grote gemeenten lijkt niets op te leveren. Er wordt afgesproken dat de bestuurders zelf initiatief nemen om tot een bestuurlijke afspraak te komen. Consequenties niet inbrengen taken + pakket prov N-Holland Laren, Almere,Naarden en daarmee de overige deelnemers vragen om een toelichting waarom de provincie N-Holland deze taken niet inbrengt. De voorzitter vraagt of N-Holland hierover uitleg kan geven. De provincie N-Holland geeft aan op den duur wel de plustaken onder te brengen bij de OFGV, dat zal dan in 2015 plaatsvinden of zoveel eerder. Op dit moment vindt er nog een intern onderzoek plaats naar de juiste verdeling van de aanwezige taken die over moeten gaan naar de zes uitvoeringsdiensten in de provincie. Provincie N-Holland geeft aan open te staan voor het tussentijds oplossen van eventuele coördinatieproblemen voor de OGFV.
6
Huisvesting De voorzitter geeft in het kort aan waar vanuit het oogpunt huisvesting mee gerekend is. Er zijn drie locaties in het onderzoek meegenomen. Een B locatie aan de A6 met slechte bereikbaarheid met openbaar vervoer, een A locatie nabij het centrum van Lelystad en het provinciehuis te Lelystad. De provincie doet in de vergadering het aanbod van kale verhuurprijs van 90 euro per m2 voor huisvesting van de omgevingsdienst in het provinciehuis. De vergadering is positief over het aanbod van de provincie en aframing van de exploitatiekosten voor huisvesting. De servicekosten zijn hierin nog niet meegenomen. De vergadering wil graag dat voor de servicekosten ook een integrale afweging gemaakt wordt, waarbij ook inzicht geboden wordt in de bijkomende facilitaire dienstverleningskosten. Besluitvorming hierover wordt niet uitgesteld tot mei, maar zal tussentijds via de mail plaats vinden.
7
Communicatieplan Geen opmerkingen/aanvullingen Wordt vastgesteld. Bestuurlijke vragen en antwoorden De voorzitter vraagt of het stuk nog aanvullingen behoeft? Het is een levend document en is daarmee van toegevoegde waarde
8
Concept verslag AB OFGV-overleg Bladnummer
3
Documentnummer:
1298681
voor alle bestuurders. Urk verzoekt een aanvulling met betrekking tot de berekening van de vierkante meters. Er wordt gevraagd of het stuk ook door de OGFV verzonden wordt naar de diverse raadsleden. Dit is niet de opzet. Het is aan de deelnemers zelf hoe men daarmee wil omgaan.
8
Rondvraag en sluiting Geen gebruik van gemaakt
Concept verslag AB OFGV-overleg Bladnummer
4
Documentnummer:
1298681
Afsprakenlijst Afspraak 1. Aan het AB in het vervolg drie weken van te voren de stukken aanleveren. 2. Voortgangsrapportage: Bij een rood signaal wordt een beslispunt geformuleerd. 3. Capaciteit voor werkgroep Financiën en Communicatie regelen. 4. Takendiscussie Bestuurders van grote gemeenten nemen zelf initiatief om tot afspraken te komen. 5. Er komt een Veegactie voor technische aanpassingen in de GR na de oprichting van de GR Later dit jaar een nieuwe besluitronde met aanpassingen. De projectorganisatie stemt met Naarden de technische wijziging voor artikel 26 af. 6. Burgemeester Laren neemt initiatief naar veiligheidsregio en burgemeester Urk over afstemming taak brandpreventie. 7. Takendiscussie+ pakket N-Holland Provincie N-Holland geeft aan open te staan voor het tussentijds oplossen van eventuele coördinatieproblemen voor de OGFV. 8. Huisvesting De vergadering wil graag dat voor de servicekosten ook een integrale afweging gemaakt wordt waarbij ook inzicht geboden wordt in de bijkomende facilitaire dienstverleningskosten.
door Kwartiermaker
Datum 20 febr.
Kwartiermaker
20 febr.
Alle, specifiek Urk en Wijdemeren Bestuurders grote gemeenten
20 febr
Kwartiermaker
20 febr.
Roest
20 febr.
Provincie N-Holland
20 febr.
Kwartiermaker
20 febr.
gereed
20 febr.
2 april
Memo Registratienummer:
1331766 Datum
21 mei 2012 Aan
Algemeen Bestuur i.o. OFGV Afdeling
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Van
Dagelijks bestuur i.o. OFGV Doorkiesnummer
Bijlage
Betreft
Aanwijzen technisch voorzitter installatievergadering Afschrift
-
Opmerkingen
1
Beslispunt Argument
Wethouder J.A. Fackeldey als vertegenwoordiger van een van de deelnemende gemeenten, aan te wijzen als technisch voorzitter voor de installatievergadering De installatievergadering is een bijzondere vergadering waarin de GR en het Algemeen en Dagelijks Bestuur officieel wordt ingesteld. Het AB kiest in de eerste vergadering uit haar midden een voorzitter. Voorafgaand aan deze keuze dient de vergadering ook geleid te worden. Voorgesteld wordt om wethouder Fackeldey, als vertegenwoordiger van de grootste gemeentelijke deelnemer, als technisch voorzitter van dit overleg aan te wijzen. Het technisch voorzitterschap vervalt op het moment dat het AB volgens artikel 14 van de GR uit haar midden een voorzitter kiest.
Memo Registratienummer:
1331799 Datum
21 mei 2012 Aan
Algemeen Bestuur i.o. OFGV Afdeling
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Van
Directeur OFGV Doorkiesnummer Betreft
Bijlage
Vaststellen rechtmatige aanwezigheid leden Algemeen Bestuur Afschrift
-
Opmerkingen
Artikel 6 van de GR-OFGV stelt dat het AB uit 17 leden bestaat en dat ieder deelnemend college uit hun midden een lid en een plaatsvervanger benoemd. De AB-leden zijn dus door middel van een collegebesluit benoemd en kunnen ook niet naar willekeur vervangen worden. Het is daarom van belang, zeker ook bij de eerste vergadering, de rechtmatigheid te controleren van de aanwezigheid van de deelnemers. Daarnaast is een minimale vertegenwoordiging nodig (quorum) om besluiten op basis van stemmen te nemen. Met het tekenen van de presentielijst verklaren de aanwezige personen dat zij door hun college als vertegenwoordiger in het Algemeen Bestuur van de OFGV zijn benoemd. De 17 deelnemende partijen worden door de volgende personen rechtmatig vertegenwoordigd. Provincie Flevoland mw. A.E. Bliek-de Jong Provincie Noord-Holland dhr. T. Talsma Gemeente Almere dhr. E.W. Anker Gemeente Blaricum mw. J.Z. de Joode-Baljet Gemeente Bussum dhr. G. Boekhoff Gemeente Dronten dhr. P.S.A. Gach Gemeente Hilversum dhr. F. van Osch Gemeente Huizen mw. P.J. van Hartskamp-de Gemeente Laren dhr. E.J. de Jong Gemeente Lelystad dhr. J.A. Fackeldey Gemeente Muiden dhr. R. Meerhof Gemeente Naarden mw. W. de Vries-Kempes Gemeente Noordoostpolder dhr. W. Schutte Gemeente Urk dhr. G. Post jr. Gemeente Weesp dhr. J. van der Hoeven Gemeente Wijdemeren dhr. G.H. Abrahamse Gemeente Zeewolde dhr. G.M. Dijksterhuis Ter vergadering gaat een presentielijst rond voor ondertekening.
Memo Registratienummer:
1332199 Datum
21 mei 2012 Aan
Algemeen Bestuur OFGV Afdeling
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Van
Dagelijks bestuur i.o. OFGV Doorkiesnummer
Bijlage
Betreft
Voorzitter Algemeen Bestuur OFGV Afschrift
-
Opmerkingen
1
Beslispunt Argument
Gelet op de artt. 11 en 14 van de Gemeenschappelijke Regeling de Gedeputeerde A.E. Bliek-de Jong aan te wijzen als voorzitter van het Algemeen en daarmee ook van het Dagelijks Bestuur van de OFGV. Gedeputeerde Bliek is in het voortraject vanuit de provinciale regierol de voorzitter geweest van de bestuurlijke overleggen (het AB en DB i.o.). Voorgesteld wordt deze positie te continueren voor zolang de opbouwfase voortduurt.
Toelichting: Volgens artikel 14 lid 1 van de GR-OFGV wijst het AB uit haar midden een voorzitter aan. Artikel 14 lid 2 stelt dat de voorzitter van het Algemeen Bestuur ook de voorzitter is van het Dagelijks Bestuur. Binnen het Flevolandse college heeft gedeputeerde Bliek de projectportefeuille voor de vorming van de Omgevingsdienst.
Memo Registratienummer:
1332232 Datum
21 mei 2012 Aan
Algemeen Bestuur OFGV Afdeling
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Van
Dagelijks bestuur i.o. OFGV Doorkiesnummer
Bijlage
Betreft
Voorzitter Algemeen Bestuur OFGV Afschrift
-
Opmerkingen
1
Beslispunt Argument
Gelet op art. 11 lid 3 van de Gemeenschappelijke Regeling de leden van het DB i.o. aan te wijzen als leden van het Dagelijks Bestuur en daarmee de samenstelling van het Dagelijks bestuur van de OFGV te continueren Artikel 11 van de GR-OFGV stelt dat in de eerste vergadering van het AB de leden van het Dagelijks Bestuur worden aangewezen. Het huidige Dagelijks Bestuur bestaat overeenkomstig artikel 11 van de GROFGV uit 5 leden (één namens de provincies, twee namens de NoordHollandse en twee namens de Flevolandse gemeenten). Er is op dit moment geen aanleiding de samenstelling van het DB te veranderen.
Memo Registratienummer:
1332994 Datum
21 mei 2012 Aan
Algemeen Bestuur OFGV Afdeling
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Van
Dagelijks bestuur i.o. OFGV Doorkiesnummer
Bijlage
Betreft
Benoeming secretaris AB en directeur OFGV Afschrift
-
Opmerkingen
1
Beslispunt Argument
2
Gelet op de art. 20 van de Gemeenschappelijke Regeling de heer P.M.R. Schuurmans te benoemen als secretaris van het Algemeen Bestuur en daarmee als directeur van de Omgevingsdienst. De heer Schuurmans is reeds in functie als directeur / kwartiermaker.
Beslispunt
De voorzitter van het AB te machtigen de rechtpositionele aspecten van deze benoeming af te wikkelen.
Argument
De heer Schuurmans staat nu nog op de loonlijst van de provincie aangezien de GR nog i.o. verkeerde. Evenals de overige medewerkers van de OFGV zal ook hij op enig moment formeel een arbeidscontract met de nieuwe organisatie overeen moeten komen.
Memo Registratienummer:
1332304 Datum
11 juni 2012 Aan
Algemeen Bestuur OFGV Afdeling
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Van
Dagelijks Bestuur i.o. OFGV Doorkiesnummer
Bijlage
Betreft
Vaststellen eerder genomen besluiten Algemeen Bestuur Afschrift
-
Opmerkingen
1
Beslispunt
De genomen besluiten als Algemeen Bestuur i.o, zoals in het voorstel weergegeven, als Algemeen Bestuur te bekrachtigen
Argument
Toen besloten is het moment van aangaan van de Gemeenschappelijke Regeling OFGV uit te stellen is ook besloten om vanaf 1 januari 2012 te werken met Algemeen en een Dagelijks Bestuur in oprichting. Hiervoor is toen gekozen om toch, ook zonder formele GR, slagvaardig een aantal zaken ter voorbereiding op het tot stand brengen van de OFGV op te kunnen pakken. Vanuit praktische overwegingen is hiervoor gekozen in het besef dat deze constructie juridisch niet juist was. Door de, in het AB i.o. genomen besluiten te bekrachtigen in het Algemeen Bestuur zijn de besluiten ook formeel binnen de regels van de GR genomen.
Het Algemeen Bestuur i.o OFGV heeft in 2012 de volgende besluiten genomen: Volg nr. 1
2 3
Beslispunt
Datum besluit
Afgesproken wordt een veegactie voor technische aanpassingen in de GR na de oprichting van de GR. Later dit jaar volgt dan een nieuwe besluitronde met aanpassingen. Daarin wordt in ieder geval de gewenste technische wijziging (art 26) van Naarden meegenomen Communicatieplan (versie 30/1/2012 nr. 1286756) vastgesteld
20 februari 2012
Vastgesteld dat vraag en antwoord document (versie 14/2/2012 nr. 20120214) een levend document is en van waarde voor de besluitvorming
20 februari 2012 20 februari 2012
Memo Registratienummer:
1333299 Datum
11 juni 2012 Aan
Algemeen Bestuur OFGV Afdeling
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Van
Dagelijks Bestuur i.o. OFGV Doorkiesnummer
Bijlage
Betreft
Vaststellen Reglement van Orde Afschrift
-
Opmerkingen
1
2
Beslispunt
Het Reglement van Orde voor het AB vast te stellen
Argument
Artikel 9 lid 1 GR-OFGV stelt dat het algemeen bestuur voor zijn vergaderingen een reglement van orde vaststelt
Beslispunt
Het reglement na twee jaar te evalueren
Argument
Gekozen is voor een zo compleet mogelijk Reglement van Orde. Na twee jaar zal bezien worden of dit voldoende aansluit bij de praktijk of dat het moet worden aangepast.
Reglement van orde Algemeen bestuur Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek, gelet op artikel 9, lid 1, van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek; Besluit vast te stellen het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vechtstreek HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen. b. regeling: gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Flevoland &Gooi en Vechtstreek; c. OFGV: Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek; d. voorzitter: de voorzitter van het algemeen bestuur van de OFGV of diens plaatsvervanger; e. lid of leden: lid of leden van het algemeen bestuur van de OFGV; f. amendement: voorstel tot wijziging van een ontwerp-verordening of ontwerp-beslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen; g. subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement, waarop het betrekking heeft; h. motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken; i. voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering; j. initiatiefvoorstel: een voorstel voor een verordening of een ander voorstel. Artikel 2. De voorzitter De voorzitter is belast met: a. het leiden van de vergadering; b. het handhaven van de orde; c. het doen naleven van het reglement van orde; d. hetgeen de wet, de regeling of dit reglement hem verder opdraagt Artikel 3. De secretaris 1. De secretaris is in elke vergadering van het algemeen bestuur aanwezig. Bij verhindering of afwezigheid wordt de secretaris vervangen door een door het algemeen bestuur daartoe aangewezen plaatsvervangend secretaris. 2. De secretaris kan, indien daartoe door de voorzitter uitgenodigd, aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.
Reglement van Orde Algemeen bestuur OFGV HB 1301449
HOOFDSTUK II VERGADERINGEN Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen Artikel 4. Vergaderfrequentie 1. Het algemeen bestuur vergadert tenminste twee keer per jaar en verder zo dikwijls als het algemeen bestuur daartoe besloten heeft. 2. Indien de voorzitter of het dagelijks bestuur of ten minste een vijfde van het aantal leden waaruit het algemeen bestuur bestaat het onder opgaaf van redenen nodig oordeelt belegt de voorzitter binnen 10 dagen een vergadering. 3. De secretaris stelt ,in afstemming met het algemeen bestuur, voor de aanvang van elk kalenderjaar een schema op voor de in dat jaar te houden vergaderingen. Dit schema wordt tijdig ter kennis gebracht van de leden. Artikel 5. Oproep 1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering. 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 32 van dit reglement bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden. Artikel 6. Agenda 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden verzonden, en openbaar gemaakt. 2. Bij aanvang van de vergadering stelt het algemeen bestuur de agenda vast. 3. Op voorstel van een lid van het algemeen bestuur of de voorzitter kan het algemeen bestuur bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren. 4. Op voorstel van een lid of van de voorzitter kan het algemeen bestuur de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen. Artikel 7. Ter inzage leggen van stukken 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het kantoor van de OFGV inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving. 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen stukken ook op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking worden gesteld. 3. Indien omtrent stukken op grond van artikel 32 van dit reglement geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de secretaris en verleent de secretaris de leden inzage. Artikel 8. Openbare kennisgeving 1. De vergadering wordt door aankondiging in de plaatselijke huis-aan-huisbladen in Flevoland en Gooi en Vechtstreek en op de website van de OFGV openbaar gemaakt 2. De openbare kennisgeving vermeldt: a. de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering; b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de bij de vergadering behorende stukken kan inzien. 3. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden, indien elektronisch beschikbaar, op de website van de OFGV geplaatst.
Reglement van Orde Algemeen bestuur OFGV HB 1301449
Paragraaf 2. Orde der vergadering Artikel 9. Presentielijst Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van het algemeen bestuur de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de secretaris door ondertekening vastgesteld. Artikel 10. Opening vergadering: quorum 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur indien meer dan de helft van het ingevolge de regeling zitting hebbende leden blijkens de presentielijst aanwezig is. 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering. Deze vergadering kan niet eerder plaats vinden dan tenminste 24 uur na het bezorgen van de oproeping. 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is. Artikel 11. Verslag 1. De secretaris draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst en een kort verslag van de vergadering. Het verslag is tevens de besluitenlijst. 2. Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt binnen twee weken toegezonden aan de leden. Het conceptverslag wordt gelijktijdig aan de overige personen die het woord hebben gevoerd, toegezonden. 3. Het conceptverslag bevat tenminste: a. de namen van de voorzitter, de secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede van de leden die afwezig waren en overige personen die het woord gevoerd hebben; b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest; c. een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de aanwezigen die het woord voerden; d. een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de wet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist; e. de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen; f. bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie door het algemeen bestuur is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen. g. de genomen besluiten. 4. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld, waarna deze door de voorzitter en de secretaris wordt ondertekend. Artikel 12. Ingekomen stukken Bij het algemeen bestuur ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt aan de leden toegezonden en ter inzage gelegd. Artikel 13. Aantal spreektermijnen 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij het algemeen bestuur anders beslist. 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten. 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel. 4. Het derde lid is niet van toepassing op: a. de rapporteur van een commissie; b. het lid dat een (sub)amendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, voor wat betreft dat amendement, die motie of dat voorstel. 5. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde. Reglement van Orde Algemeen bestuur OFGV HB 1301449
Artikel 14. Handhaving orde: schorsing 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij: a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het in acht nemen van dit reglement te herinneren; b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden. 2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen. 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten. Artikel 15. Beraadslaging 1. Het algemeen bestuur kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen. 2. Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan het algemeen bestuur besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het dagelijks bestuur de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is. 3. Het algemeen bestuur kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden en de secretaris, deelnemen aan de beraadslaging. 4. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen. Artikel 16. Stemverklaring Na het sluiten van de beraadslaging en voordat het algemeen bestuur tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag te motiveren. Artikel 17. Beslissing 1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij het algemeen bestuur anders beslist. 2. Nadat de beraadslaging is gesloten vindt, na een stemming over eventuele amendementen, de stemming plaats over het voorstel, zoals het dan luidt, in zijn geheel tenzij geen stemming wordt gevraagd. 3. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing. Paragraaf 3. Procedures bij stemmingen Artikel 18. Algemene bepalingen overstemming 1. De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen. 2. In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich van medestemmen dienden te onthouden in een aangelegenheid die het lid rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken . 3. Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling. 4. De voorzitter of de secretaris roept de leden bij naam op hun stem uit te brengen. 5. Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming op grond van de Wet moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen. 6. De leden brengen hun stem uit door het woord 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging. 7. Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel Reglement van Orde Algemeen bestuur OFGV HB 1301449
8.
aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit
Artikel 19. Stemming over amendementen en moties 1. Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd. 2. Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement. 3. Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming wordt gebracht. 4. Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie. Artikel 20. Stemming over personen 1. Wanneer een stemming over personen voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau. 2. leder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van stemming dient te onthouden vanwege een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn. 3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. Het algemeen bestuur kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje. 4. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden. 5. Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht. De leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd, worden geacht geen stem te hebben uitgebracht. 6. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist het algemeen bestuur, op voorstel van de voorzitter. 7. Onder de zorg van de secretaris worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd. Artikel 21. Herstemming over personen 1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan. 2. Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben. 3. Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot. Artikel 22. Beslissing door het lot 1. Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven. 2. Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud. 3. Vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.
Reglement van Orde Algemeen bestuur OFGV HB 1301449
HOOFDSTUK III RECHTEN VAN LEDEN Artikel 23. Amendementen 1. leder lid kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn. 2. Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement). 3. Elk amendement of subamendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter - met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde -oordeelt dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan. 4. Intrekking, door de indiener(s), van het amendement of subamendement is mogelijk, totdat de besluitvorming door het algemeen bestuur heeft plaatsgevonden. Artikel 24. Moties 1. leder lid kan ter vergadering een motie indienen. 2. Een motie moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend. 3. De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp of voorstel vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp of voorstel plaats. 4. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld. 5. Intrekking, door de indiener(s), van de motie is mogelijk totdat de besluitvorming door het algemeen bestuur heeft plaatsgevonden. Artikel 25. Voorstellen van orde 1. De voorzitter en ieder lid van het algemeen bestuur kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht. 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen. 3. Over een voorstel van orde beslist het algemeen bestuur terstond. Artikel 26. Initiatiefvoorstel 1. Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend. 2. De voorzitter plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep al verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst. Bij vaststelling van de agenda wordt het initiatiefvoorstel in stemming gebracht. 3. De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij het algemeen bestuur oordeelt dat: a. het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld; b. het voorstel voor advies naar het dagelijks bestuur dient te worden gezonden. In dit geval bepaalt het algemeen bestuur in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt 4. Het algemeen bestuur kan voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van een voorstel, niet zijnde een voorstel voor een verordening. Artikel 27. Interpellatie 1. Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen. 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. Het algemeen bestuur bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden. Reglement van Orde Algemeen bestuur OFGV HB 1301449
3.
De interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige leden niet meer dan eenmaal, tenzij het algemeen bestuur hen hiertoe verlof geeft.
Artikel 28. Schriftelijke vragen 1. Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd. 2. De vragen worden bij de voorzitter ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden worden gebracht. 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt de secretaris de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord. 4. De antwoorden van het dagelijks bestuur worden aan de leden toegezonden. 5. De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur en bij mondelinge beantwoording in dezelfde vergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door het dagelijks bestuur gegeven antwoord, tenzij het algemeen bestuur anders beslist. Artikel 29. Schriftelijke vragen raads- en statenleden 1. leder lid van de raad van een aan de regeling deelnemende gemeente of provincie kan aan het algemeen bestuur schriftelijk vragen stellen. De vragen worden bij de voorzitter ingediend. 2. De voorzitter brengt de gestelde vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van alle raden van de aan de regeling deelnemende gemeenten en aan provinciale staten van Zuid-Holland. 3. Het algemeen bestuur beantwoordt de vragen zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen twee maanden, nadat de vragen de voorzitter hebben bereikt. De antwoorden worden door de voorzitter zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de raden van de aan de regeling deelnemende gemeenten en provincies medegedeeld. Bij de antwoorden worden de vragen opnieuw vermeld. Artikel 30. Inlichtingen 1. Indien een lid van het algemeen bestuur over een onderwerp inlichtingen verlangt over het door het dagelijks bestuur dan wel de voorzitter gevoerde bestuur, wordt een verzoek daartoe ingediend bij het dagelijks bestuur dan wel de voorzitter. 2. De secretaris draagt er zorg voor dat de overige leden een afschrift van dit verzoek krijgen. 3. De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende vergadering gegeven. 4. De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering, waarin de antwoorden zullen worden gegeven.
Reglement van Orde Algemeen bestuur OFGV HB 1301449
HOOFDSTUK IV BESLOTEN VERGADERING Artikel 31. Algemeen 1. De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar. 2. Wanneer de voorzitter het nodig acht of een vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft ondertekend daarom verzoekt, worden de deuren gesloten, waarna het algemeen bestuur bepaalt, of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd en besloten. 3. Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering. Artikel 32. Geheimhouding 1. Het algemeen bestuur kan in een besloten vergadering, op grond van de belangen, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent hetgeen in een besloten vergadering is behandeld en besloten en omtrent de inhoud van de stukken, die aan de vergadering worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Deze wordt zowel door de leden, die bij de behandeling tegenwoordig waren, als door de leden, die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen, totdat het algemeen bestuur haar opheft. 2. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het dagelijks bestuur en de voorzitter van het lichaam en door een commissie, ieder ten aanzien van stukken die zij aan het algemeen bestuur of aan de leden van het algemeen bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gedaan. 3. De krachtens het tweede lid aan het algemeen bestuur opgelegde verplichting tot geheimhouding vervalt, indien de oplegging niet door het algemeen bestuur in zijn eerstvolgende vergadering, die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden, tezamen vertegenwoordigend meer dan de helft van het aantal stemmen, is bezocht, wordt bekrachtigd. 4. De krachtens het tweede lid aan leden opgelegde verplichting tot geheimhouding wordt door hen in acht genomen totdat het orgaan, dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel, indien het onderwerp waaromtrent geheimhouding is opgelegd aan het algemeen bestuur is voorgelegd, totdat het algemeen bestuur haar opheft. Het algemeen bestuur kan deze beslissing alleen nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden, tezamen vertegenwoordigend meer dan de helft van het aantal stemmen, is bezocht. 5. De geheimhouding dient in acht te worden genomen door een ieder die bij de vergadering aanwezig is en door een ieder die op een andere wijze kennis heeft van de stukken. Artikel 33. Opheffing geheimhouding Indien het algemeen bestuur voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd. Artikel 34. Verslag 1. Het verslag van een besloten vergadering wordt niet verspreid, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage. 2. Het verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt het algemeen bestuur een besluit over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
Reglement van Orde Algemeen bestuur OFGV HB 1301449
HOOFDSTUK V TOEHOORDERS EN PERS Artikel 35. Toehoorders en pers 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen. 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden. Artikel 36. Geluid- en beeldregistraties Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten. Artikel 37. Verbod gebruik mobiele telefoons In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, dat inbreuk kan maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan. HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN Artikel 38. Uitleg reglement In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist het algemeen bestuur op voorstel van de voorzitter. Artikel 39: Citeertitel Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vechtstreek. Artikel 40. Inwerkingtredinq Dit Reglement treedt in werking op 21 mei 2012. Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 mei 2012. Het algemeen bestuur voornoemd.
De secretaris,
Reglement van Orde Algemeen bestuur OFGV HB 1301449
De voorzitter,
Memo Registratienummer:
1333312 Datum
11 juni 2012 Aan
Algemeen Bestuur OFGV Afdeling
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Van
Dagelijks Bestuur i.o. OFGV Doorkiesnummer
Bijlage
Betreft
Vaststellen Archiefverordening Afschrift
-
Opmerkingen
1
Beslispunt
De Archiefverordening voor de OFGV vast te stellen
Argument
Artikel 31 lid 1 GR-OFGV stelt dat het dagelijks bestuur zorg draagt voor de archiefbescheiden van de partijen overeenkomstig hetgeen gesteld in een door het algemeen bestuur vastgestelde verordening. Essentie van de verordening is dat de deelnemende partijen zelf verantwoordelijk blijven voor hun archief m.b.t. de zaken waarvoor zij de uiteindelijk bestuurlijke verantwoordelijkheid dragen. In de archiefverordening is dit nader uitgewerkt ten aanzien van de documenten die betrekking hebben op de door de OFGV te verrichten werkzaamheden.
Archiefverordening Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Het algemeen bestuur van Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek, gelet op artikel 40 van de Archiefwet 1995; artikel 31 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek; Besluit vast te stellen de Archiefverordening Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (Verordening betreffende de zorg van het dagelijks bestuur voor de archiefbescheiden,het beheer van de archiefbewaarplaats en het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de wet bepaalde ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats). HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder: a. de wet: de Archiefwet 1995; b. de archiefbewaarplaats: de door het algemeen bestuur aangewezen archiefbewaarplaats; c. de archivaris: de door het dagelijks bestuur overeenkomstig de wet benoemde archivaris; d. beheerder: degene die ingevolge artikel 3 is belast met het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats; e. beheereenheid: een door het dagelijks bestuur als zodanig aan te wijzen organisatie-onderdeel, belast met de documentaire informatievoorziening; f. informatiesysteem: systeem van documentatie, procedures, apparatuur en programmatuur, met behulp waarvan archiefbescheiden kunnen worden vervaardigd, bewerkt, verzonden, ontvangen, bewaard, geordend en geraadpleegd. HOOFDSTUK II. DE ZORG VAN HET DAGELIJKS BESTUUR VOOR DE ARCHIEFBESCHEIDEN Artikel 2 Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het inrichten en instandhouden van een archiefbewaarplaats als bedoeld in artikel 31 van de wet, alsmede voor voldoende en doelmatige archiefruimten. Artikel 3 Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het aanwijzen van de beheerder(s).
2 Artikel 4 Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de aanstelling van voldoende, deskundig personeel voor de werkzaamheden verbonden aan het beheer van de archiefbescheiden en documentaire verzamelingen, ongeacht hun vorm. Artikel 5 1. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de vervaardiging en de bewaring van de archiefbescheiden geschieden op zodanige wijze, dat het behoud van deze bescheiden voldoende is gewaarborgd. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vervaardiging van bescheiden bestemd voor een overheidsorgaan of andere belanghebbende, van welke bescheiden redelijkerwijze kan worden aangenomen dat zij voor dezen als archiefbescheiden voor blijvende bewaring in aanmerking komen. Artikel 6 Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat jaarlijks op de begroting voldoende middelen worden geraamd ter bestrijding van de kosten die aan de zorg voor de archiefbescheiden zijn verbonden. Artikel 7 Het dagelijks bestuur stelt voor het beheer van de archiefbescheiden en voor het beheer van de archiefbewaarplaats voorschriften vast. Artikel 8 Het dagelijks bestuur doet ten minste éénmaal per jaar aan het algemeen bestuur verslag omtrent hetgeen het heeft verricht ter uitvoering van artikel 30 van de wet. Het dagelijks bestuur legt daarbij over de verslagen die door de archivaris aan hem zijn uitgebracht in verband met het beheer van de archiefbewaarplaats en het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats. HOOFDSTUK III TOEZICHT VAN DE ARCHIVARIS OP HET BEHEER VAN DE ARCHIEFBESCHEIDEN WELKE NIET ZIJN OVERGEBRACHT NAAR DE ARCHIEFBEWAARPLAATS Artikel 9 De archivaris is belast met het toezicht op het bij of krachtens de wet bepaalde ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats. Artikel 10 De archivaris is bevoegd, ter uitoefening van het hem bij artikel 32, tweede lid, van de wet opgedragen toezicht, zich onder handhaving van zijn verantwoordelijkheid te doen vervangen door een of meer ambtenaren die in het bezit zijn van een diploma archivistiek als bedoeld in artikel 22 van de wet. Artikel 11 1. De beheerder verstrekt aan de archivaris of aan degene die namens hem met het toezicht is belast, alle bescheiden en inlichtingen die voor een goede vervulling van zijn taak noodzakelijk zijn en verlenen de nodige medewerking om inzicht te verschaffen in de ordening en toegankelijkheid van de archiefbescheiden alsmede in de opzet en werking van hulpmiddelen en systemen waarin archiefbescheiden zijn opgenomen.
Archiefverordening Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek HB 1301303
3 2. De archivaris en degenen die hem in de uitoefening van het toezicht vervangen of bijstaan, hebben met inachtneming van de voorschriften ten aanzien van de beveiliging van geheimen, toegang tot de archiefbescheiden en de ruimten waarin deze zich bevinden. Artikel 12 De archivaris doet van zijn bevindingen bij de uitoefening van het toezicht mededeling aan de beheerder alsmede, indien hij hiertoe aanleiding vindt, aan het dagelijks bestuur. De archivaris geeft daarbij aan welke voorzieningen naar zijn mening in het belang van een goed beheer moeten worden getroffen. Artikel 13 De beheerder doet aan de archivaris tijdig mededeling van het voornemen om aan het dagelijks bestuur een voorstel te doen tot: a. opheffing, samenvoeging of splitsing van een beheereenheid of overdracht van één of meer taken aan een andere beheereenheid, overheidsorgaan of rechtspersoon; b. bouw, verbouwing, inrichting, of verandering van inrichting en ingebruikneming van ruimten als archiefruimte; c. verandering van de plaats van bewaring van niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden; d. ontwerp, vervanging, aanschaf of invoering van een informatiesysteem; e. voorbereiding, invoering en wijziging van ordeningssystemen. Artikel 14 De archivaris doet eenmaal per jaar verslag aan het dagelijks bestuur betreffende de uitoefening van het toezicht. HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN Artikel 15 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 mei 2012 Artikel 16 Deze verordening wordt aangehaald als Archiefverordening Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek. Lelystad, 21 mei 2012
, voorzitter
, secretaris
Archiefverordening Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek HB 1301303
4 Toelichting Deze Archiefverordening sluit aan bij de Archiefwet 1995 (Stb. 276 en 277) en het Archiefbesluit 1995 (Stb. 671). De Archiefverordening geldt alleen voor de archiefbescheiden, zoals bestuurs- en beleidsstukken, ontvangen en/of opgemaakt door het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst zelf. Voor de archieven van de taakuitvoering die in mandaat, door gemeenten, waterschappen en provincies, zijn overgedragen aan de Omgevingsdienst blijft de eigen verordening van deze organisaties gelden. De Archiefverordening bestaat in hoofdzaak uit twee gedeelten, namelijk de regeling voor de zorg, die het dagelijks bestuur draagt voor de archieven en het toezicht op het bij of krachtens de wet bepaalde ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden, die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats. Hoofdstuk II bevat een uitwerking van het begrip ‘zorg’, dat in de Archiefwet 1995 niet wordt gedefinieerd. Wat voldoende en doelmatige archiefruimten zijn (artikel 2), is geregeld in het Archiefbesluit 1995 respectievelijk in de Archiefregeling (Staatscourant 70, 6 januari 2010 + wijziging Staatscourant 17967, 17 november 2010). Hoofdstuk III is een uitwerking van het toezicht bedoeld in de betreffende artikelen in de wet. Deze verordening is, evenals wet en besluit, niet alleen van toepassing op klassieke, papieren archiefbescheiden, maar ook op moderne, digitale informatiedragers. Artikelgewijze toelichting Artikel 1 Begripsbepalingen zijn alleen uit de wet overgenomen als daaraan in deze verordening een meer specifieke betekenis moest worden toegekend. Artikel 2 De Archiefregeling stelt op grond van artikel 13, vierde lid van het Archiefbesluit 1995 vast, aan welke bouwkundige en inrichtingseisen de archiefbewaarplaats en de archiefruimten moeten voldoen. Artikel 3 De aanwijzing van de beheerder is opgenomen in de op grond van artikel 7 te stellen voorschriften: het Besluit Informatiebeheer. Artikel 5 De Archiefregeling stelt op grond van artikel 11 tweede lid van het Archiefbesluit 1995 nadere regels omtrent de kwaliteit van en de procedures rond het materiële behoud van de daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden. Artikel 11 van het Archiefbesluit 1995 kent de in dit artikel bedoelde verplichting slechts ten behoeve van de interne stukken. Uit overwegingen van behoorlijk bestuur en ter besparing van conserveringskosten voor de overheid is het echter aan te bevelen dat ook de te verzenden stukken aan de genoemde Regeling dienen te voldoen. Het openbaar lichaam heeft als ontvanger van door andere overheden opgemaakte stukken daarvan zelf ook profijt. Artikel 7 De bedoelde voorschriften zijn opgenomen in het Besluit Informatiebeheer.
Archiefverordening Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek HB 1301303
5 Artikel 8 en artikel 14 Binnen één zittingsperiode verneemt het algemeen bestuur op deze manier vier maal wat er op het gebied van de archiefzorg, het archiefbeheer en het toezicht daarop heeft plaatsgevonden. Een jaarlijkse verslaglegging past bij het vernieuwde interbestuurlijk toezicht, waarbij een zwaarder accent wordt gelegd op de horizontale verantwoording. Artikel 11 De ontwikkelingen op het gebied van de moderne informatietechnologie hebben in de wet geleid tot een gewijzigde definitie van de term ’archiefbescheiden’. De wetgever heeft – binnen de formele betekenis van het begrip archiefbescheiden – bedoeld onder deze term alle op enigerlei wijze vastgelegde informatie te begrijpen inclusief die welke slechts via informatietechnologie opgevraagd kan worden. Ondanks de ruimere betekenis van ’archiefbescheiden’ kan de materie veelal met de traditionele bepalingen worden geregeld, zij het dat sommige begrippen een andere, ruimere inhoud hebben gekregen. Dat heeft onder andere gevolgen voor een term als ‘beheer’. Zo zal het voor het toezicht op het beheer van machine leesbare gegevensbestanden niet meer voldoende zijn dat toegang tot de ruimte is verzekerd. De formulering betreffende de noodzakelijke medewerking is ontleend aan de artikelen 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 13 Slechts die aspecten van de uitoefening van het archiefbeheer zijn hier vermeld, die bij constatering achteraf tot onevenredig hoge kosten zouden kunnen leiden, of die ernstige schade voor het behoud dan wel de openbaarheid van de archiefbescheiden en de rechtszekerheid van de burger tot gevolg zouden hebben. Artikel 13 De verslaglegging door de archivaris is de basis voor de verantwoording van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur zoals bedoeld in artikel 8.
Archiefverordening Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek HB 1301303
Memo Registratienummer:
1333321 Datum
11 juni 2012 Aan
Algemeen Bestuur OFGV Afdeling
Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek Van
Dagelijks Bestuur i.o. OFGV Doorkiesnummer
Bijlage
Betreft
Vaststellen Financiële verordening 2012 Afschrift
-
Opmerkingen
1
Beslispunt
De Financiële verordening OFGV voor 2012 vast te stellen
Argument
Artikel 27 lid 1 GR-OFGV stelt dat het algemeen bestuur bij verordening regels stelt voor het financieel beleid, het financieel beheer, de inrichting van de financiële organisatie en het beheer van geldmiddelen. Aangezien de OFGV wel rechtspersoonlijkheid bezit maar nog geen eigen organisatie heeft, moet de financiële huishouding op een andere manier geregeld worden. De bijgevoegde financiële verordening regelt dat voor de rest van 2012. Voor 2013 e.v. zal een nieuwe financiële verordening worden opgesteld en t.z.t. worden voorgelegd aan het AB.
FINANCIËLE VERORDENING OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND EN GOOI EN VECHTSTREEK 2012
Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Flevoland en Gooi en Vechtstreek, Gelet op artikel 27 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Flevoland en Gooi en Vechtstreek, BESLUITEN; Vast te stellen de navolgende verordening Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid en regels voor het financieel beheer en inrichting van de financiële organisatie van de Omgevingsdienst Flevoland en Gooi en Vechtstreek 2012 (hierna: OFGV). Inleidende bepalingen Artikel 1. Definities In deze verordening wordt verstaan onder: a. administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de OFGV en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd. b. administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding. c. doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen. d. doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald. e. financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen rechten van de OFGV. f. financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de OFGV, teneinde te komen tot een goed inzicht in: de financieel-economische positie; het financiële beheer ; de uitvoering van de begroting; het afwikkelen van vorderingen en schulden; alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover. g. investering: een investering is een uitgaaf voor een goed of object met een gebruiksduur langer dan een jaar. h. rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving. Artikel 2. Tijdelijke financiële verordening 2012 1. Deze financiële verordening geldt alleen voor de kwartiermakersfase in het opstartjaar 2012. 2. Het Dagelijks Bestuur biedt het Algemeen Bestuur voor de aanvang van het begrotingsjaar 2013 een (structurele) financiële verordening zoals bedoeld in artikel 27 van de Gemeenschappelijke Regeling aan. 3. Het Algemeen Bestuur stelt deze in het tweede lid genoemde financiële verordening uiterlijk 1 december 2012 vast.
1
Titel 1. Begroting en verantwoording Artikel 3. Autorisatie Opstartbegroting 1. Het Algemeen Bestuur stelt in de oprichtingsvergadering de Opstartbegroting 2012 (behorende bij het Bedrijfsplan) vast. 2. Het Algemeen Bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting en begrotingswijzigingen de totale lasten en de totale baten van de Opstartbegroting 2012. 3. Voor investeringen in de loop van 2012 waarvan de lasten niet in de Opstartbegroting zijn opgenomen, legt het Dagelijks Bestuur voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een voorstel voor het autoriseren van een krediet aan het Algemeen Bestuur voor. Het voorstel dient voorzien te zijn van een structureel sluitende begrotingswijziging waarin de baten en lasten voortvloeiend uit deze investering zijn opgenomen. Deze begrotingswijziging wordt uiterlijk voor het einde van het jaar vastgesteld door het Algemeen Bestuur. 4. Voor het aangaan van meerjarige verplichtingen zoals huur- en leasecontracten vraagt het Dagelijks Bestuur toestemming aan het Algemeen Bestuur deze contracten aan te gaan. 5. Het Dagelijks Bestuur machtigt de directeur in 2012 arbeidsrechtelijke contracten aan te gaan. Artikel 4. Uitvoering Opstartbegroting 1. Het Dagelijks Bestuur stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de Opstartbegroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt. 2. Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor dat de lasten van de Opstartbegroting niet worden overschreden en dat de baten worden gerealiseerd. 3. Het Dagelijks Bestuur is geautoriseerd om gelabelde extra inkomsten uit te geven voordat het Algemeen Bestuur de middelen in de begroting heeft opgenomen mits: a. de extra inkomsten betrekking hebben op bestaand beleid en niet leiden tot wijzigingen in doelen en resultaten zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur, of b. de geldgever duidelijk heeft aangegeven waar de extra inkomst voor bedoeld is. Artikel 5. Najaarsrapportage 1. Het Dagelijks Bestuur informeert het Algemeen Bestuur in de najaarsrapportage over de realisatie van de Opstartbegroting over ten minste de eerste zes maanden van het lopende boekjaar. 2. De najaarsrapportage wordt in het Algemeen Bestuur uiterlijk op 1 november behandeld. 3. De inrichting van de najaarsrapportage sluit aan bij de indeling van de Opstartbegroting. 4. In de rapportage worden de inhoudelijke en financiële ontwikkelingen aan de orde gesteld. Daarbij worden eventuele structurele consequenties van het gevoerde beleid meegenomen. 5. De rapportage gaat in op afwijkingen bij zowel de baten en lasten als de realisatie van het opzetten van de OFGV. Artikel 6. Jaarrekening 1. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de verslaglegging over het boekjaar 2012 voorzien van accountantsverklaring zoals bedoeld in artikel 29 van de Gemeenschappelijke Regeling. 2. Het Dagelijks Bestuur biedt het Algemeen Bestuur de jaarrekening en een voorstel tot resultaatbestemming uiterlijk 1 mei 2013 aan. 3. Het Algemeen Bestuur stelt de jaarrekening 2012 vast op uiterlijk 1 juli 2013. 4. Voor het overige is artikel 25 van de Gemeenschappelijke Regeling van toepassing. Artikel 7. Interne controle 1. Het Dagelijks Bestuur draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de periodieke interne controle van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijking neemt het Dagelijks Bestuur maatregelen tot herstel. 2. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de periodieke interne controle op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik. Het aantal controles is afhankelijk van de aard en de omvang van de controles.
2
Artikel 8. Informatieplicht 1. Het Dagelijks Bestuur informeert in ieder geval vooraf het Algemeen Bestuur en neemt pas een besluit, nadat het Algemeen Bestuur in de gelegenheid is gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het Dagelijks Bestuur te brengen voor zover het betreft: a. het verstrekken van garanties, leningen en waarborgen naar derden voor bedragen groter dan € 250.000,b. het aangaan van nieuwe meerjarige verplichtingen, waarmee in de begroting overigens rekening is gehouden, en waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 250.000,-. Titel 2. Financiële organisatie en administratie Artikel 9. Administratie 1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor: a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de OFGV; b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van voorraden, vorderingen en schulden; c. het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties; d. het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde beleid in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving. e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving; f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen. Artikel 10. Financiële organisatie 2012 1. Het Dagelijks Bestuur machtigt de Directeur met de Provincie Flevoland een overeenkomst te sluiten inzake de uitvoering van de kassiersfunctie, de financiële administratie, de rapportage en verantwoording en de interne controle gedurende 2012. 2. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd. 3. Het Dagelijks Bestuur machtigt de Directeur voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten en het accorderen van betalingen tot € 100.000,-. 4. De voorzitter van het Dagelijks Bestuur mandateert de ondertekeningbevoegdheid van opdrachtbrieven tot € 100.000,- aan de Directeur. 5. Het Dagelijks Bestuur is verantwoordelijk voor de te maken afspraken met de Directeur over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen. Artikel 11. Aanbesteding en inkoop 1. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de inkoop en aanbesteding van goederen, werken en diensten conform het vastgestelde Inkoop- en Aanbestedingsbeleid van de OFGV. De regels waarborgen, dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels ter zake van de Europese Unie. Titel 3. Slotbepalingen Artikel 12. Hardheidsclausule 1. Het Algemeen Bestuur kan in voorkomende gevallen afwijken van de in deze verordening opgenomen bepalingen, tenzij wet- of regelgeving zich daartegen verzet. Artikel 13. Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking, zeven dagen nadat deze is gepubliceerd.
3
Artikel 14. Citeertitel 1. Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening Omgevingsdienst Flevoland en Gooi en Vechtstreek 2012”.
Aldus besloten in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 11 juni 2012.
voorzitter,
secretaris,
4
Memo Registratienummer:
1275718 Datum
23 april 2012
*1275718*
Aan
DB OFGV Afdeling
Kwartiermaker OFGV Van
P.M.R. Schuurmans Doorkiesnummer
0320-265319 Betreft
OFGV Huisvesting Afschrift
Opmerkingen
1.
2.
Beslispunt: Via een schriftelijke besluitvormingsronde door het AB te laten besluiten om, aan de hand van het “huisvestingskeuzemodel” en het “financiële overzicht”, een definitieve keuze te maken voor de OFGV huisvesting bij de provincie. Argument: - Uitgangspunt in het bedrijfsplan OFGV was om niet bij deelnemers in te huizen. De locatie provincie biedt de mogelijkheid tot een gebouwtechnisch zelfstandige kantooreenheid met een eigen afzonderlijke OFGV ingang. - Een zo objectief mogelijke vergelijking tussen de verschillende alternatieven. - Doorslaggevend belang is de bereikbaarheid per OV en fiets. De locatie provincie scoort daarbij significant beter op duurzaamheid. Beleid overheid is openbaar vervoer stimuleren en geldt ook voor de OFGV. - Het doelmatig en maatschappelijk verantwoord besteden van overheidsgeld. Beslispunt: Begroting aframen aan de hand van de onder 1 te nemen beslissing als het totale huisvestingsplan definitief is, behandeling begroting OFGV is najaar 2012 in het AB. Argument: - In de begroting werd uitgegaan van geschatte kosten. - De geraamde kosten (datum memo) geven een steeds gedetailleerder inzicht van de uitgaven/kosten m.b.t. de huisvesting OFGV. - In verband met de ontwikkeling van het nieuwe werken kan nu nog niet worden aangegeven welke financiële gevolgen dat voor de inrichting van het kantoor en/of werkplekken heeft.
1. Inleiding De op te richten Omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vechtstreek (OFGV) is voor haar organisatie op zoek naar passende huisvesting. De OFGV heeft hoge ambities zoals tijd- en plaatsonafhankelijk werken, flexibel en kosteneffectief. Deze ambities moeten o.a. vertaald worden in de huisvesting. Hierbij zijn de onderstaande uitgangspunten gehanteerd: - Een centrale werklocatie in Lelystad (A of B locatie) - Passend binnen het bedrijfsplan OFGV - Eigen identiteit - Doelstelling om niet in te huizen bij een van de deelnemers - Functionele werklocatie
Huisvesting OFGV DB 23-04-2012
Memo Bladnummer
2
-
Duurzaamheid Bereikbaarheid (openbaar vervoer, eigen vervoer, fiets) Parkeergelegenheid (ca. 70 stuks) Het Nieuwe Werken (faciliterend en inspirerend gebouw) Snel dataverkeer, glasvezel Eigen ingang Eigen bedrijfsrestaurant Beschikbaarheid uiterlijk 1-11-2012, operationeel 1-01-2013 Huurperiode van 5 jaar, met een optie van nog eens 5 jaar
2. Resultaten De werkgroep huisvesting OFGV heeft zich georiënteerd op de vastgoedmarkt en heeft inzicht en aanbiedingen gekregen over de beschikbare kantoorruimten en huurprijzen in Lelystad. Uit de verkregen informatie heeft zij uiteindelijk twee locaties geselecteerd, te weten: - aanbieding Provincie Flevoland, Visarenddreef te Lelystad - aanbieding “A6” van Fiori Vastgoed BV, Poseidonweg te Lelystad De informatie is in het overzicht ‘huisvestingskeuzemodel’ en ‘financieeloverzicht huisvesting OFGV’ verwerkt, voor de waardering hebben wij gebruik gemaakt van de kwalificatie-indeling: -slecht + redelijk matig ++ goed Huisvestingskeuzemodel: Aanbieders:
Uitgangscriteria: Locatie Bedrijfsplan Groeicapaciteit Het Nieuwe werken Duurzaam Bereikbaarheid OV Bereikbaarheid auto Bereikbaarheid fiets Parkeren beschikbaar Beschikbaarheid Huurperiode 5 jaar+5jaar Glasvezel Eigen ingang
Provincie Flevoland A locatie
A, bestaande bouw ++ ++ + ++ ++ + ++ + * ++ ++ ++ +
“A6” B locatie
B, ruwbouw ++ ++ ++ ++ -++ ++ ++ ++ ++ ++
*
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de twee locaties onderling minimale verschillen hebben. In de discussie spelen onderstaande argumenten een belangrijke rol. • Prijs: De locatie A6 is goedkoper dan de Provincie Flevoland • Duurzaamheid: Met name door de uitstekende bereikbaarheid per openbaar vervoer en per fiets scoort de locatie Provinciehuis aanzienlijk beter. Hierdoor kunnen en zullen meer medewerkers met het openbaar vervoer komen zodat er minder behoefte is aan parkeergelegenheid, inschatting 10st. minder benodigd. Dit komt ten gunste voor de locatie Provincie. • Parkeren: * Het bij de locatie Provincie benodigde aantal parkeerplaatsen (35st.) valt dan ook lager uit dan bij de A6 locatie (70st.) Eventueel tekort aan parkeergelegenheid kan worden ingehuurd in de nabij gelegen parkeergarage, ca. 25 stuks. De kosten op jaarbasis bedragen € 7.500,-.
Huisvesting OFGV DB 23-04-2012
2
Memo Bladnummer
3
•
•
•
Niet bij een deelnemende partij: Het argument dat de nieuwe organisatie niet bij één van de deelnemende partijen dient te worden ondergebracht teneinde een eigen cultuur en identiteit te kunnen ontwikkelen kan in de locatie provinciehuis worden ondervangen door een eigen ingang te creëren en de vleugel van het gebouw ook fysiek af te scheiden van de rest van het gebouw. Kosten hiervoor kunnen worden gedekt uit de exploitatiebegroting. Inrichting: In verband met de ontwikkeling van Het Nieuwe Werken kan nu nog niet worden aangegeven welke gevolgen dat voor de inrichting van kantoor en/of werkplekken heeft. De daarvoor opgenomen bedragen blijven tot die tijd ongewijzigd. Zodra daar duidelijkheid over is zal een nieuw (begrotings) voorstel worden gedaan. Niet meegenomen in de discussie is de vraag hoe de overheid (c.q. betrokken overheidsorganisaties) behoorlijk en verantwoord zou moeten omgaan met algemene middelen. De leegkomende vleugel bij de provincie is reeds “betaald” en zal hoe dan ook blijven drukken op de belastingbetaler. Onderbrengen van de OFGV elders betekent dan de facto dat tweemaal voor eenzelfde hoeveelheid ruimte wordt betaald.
Resumerend. De uitdrukkelijk hogere score op duurzaamheid; de mogelijkheid om fysiek “los” van een van de deelnemende partijen te worden gehuisvest en de overweging dat overheden maatschappelijk verantwoord met algemene middelen behoren om te gaan, dienen m.i. zwaarder te wegen dan het prijsverschil tussen beide locaties. Om die reden adviseer ik het DB aan het AB voor te stellen te kiezen voor huisvesting bij de provincie, met de opmerking dat sprake zal moeten zijn van het fysiek “los” van een van de deelnemende partijen huisvesten van de OFGV. Tevens adviseer ik het DB aan het AB voor te stellen de begroting in het najaar van 2012 dienovereenkomstig aan te passen. NB.: In de exploitatiebegroting is men abusievelijk uitgegaan van 1776 m2, daar de deeltijdfactor (1,25) van fte naar medewerkers niet is toegepast. Het kantoorpand zal een oppervlak moeten hebben van 2028 m2. Dit is berekend aan de hand van het aantal fte’s en de landelijk gehanteerde norm NCF-index 2010. Formeel zou de begroting opgehoogd moeten worden. Echter, ondanks het grotere voeroppervlak blijven de totale kosten onder het in de begroting opgenomen bedrag. Financieeloverzicht Huisvesting OFGV: Exploitatiebegroting Bedrijfsplan OFGV 4. INDIRECTE KOSTEN: 4.1 Huisvesting Pandgebonden Inclusief verbouw
€ 315.400,Mogelijke besparing post 4.1
4.2 Huisvesting Dienstgebonden Waaronder meubilair/inrichting Nog niet definitief!!
€ 371.500,-
Mogelijke besparing post 4.2
Huisvesting OFGV DB 23-04-2012
Geraamde kosten (exploitatie) begroting OFGV 2013 Provincie A6 € 279.632,-
€ 246.314,-
€ 35.768,-
€ 69.086,-
€ p.m.
€ p.m.
Mogelijke besparing 2 tot 2,5 ton op jaarbasis
3
Memo Bladnummer
4
3. Financiële Toelichting De financiële informatie met betrekking tot de huisvesting OFGV is opgemaakt aan de hand van de huidige informatie en stand van zaken en geeft gedetailleerde informatie over de huisvesting OFGV. Bij de nadere uitwerking en uit strategische overwegingen heeft de OFGV de aanbieders gevraagd om een aantal investeringen voor de OFGV als all-in prijs (turn key prijzen) per m2 per jaar af te geven. Daardoor ontstaat een lagere m2-prijs per jaar voor de servicekosten pandgebonden alsook voor de servicekosten diensten & producten en de verbouwkosten. Dit komt omdat in de oorspronkelijke begroting de investeringsbedragen als eenmalige uitgave zijn opgenomen. Algemeen kan worden gesteld dat dit een positief effect heeft op de totale exploitatiebegroting voor wat betreft de huisvesting OFGV. Derhalve moeten de begrotingsposten worden aangepast. Het bijstellen van de begroting op de (minder) huisvestingslasten OFGV is in het najaar 2012 bij besluit van het Algemeen Bestuur. In de exploitatiebegroting, post 4 ‘indirecte kosten’ die in het bedrijfsplan OFGV is opgenomen kennen we onder de indirecte kosten de onderstaande posten, te weten: 1. Huisvesting “Pandgebonden”, post 4.1: Dit is de huur van de bedrijfs-/kantoorruimte per m2 vermeerderd met de daarbij behorende pandgebonden servicekosten en de verbouwkosten (punt 3). Zie bijlage, specificatie begroting huisvesting OFGV, punt 1. De huur wordt opgebouwd uit de huurprijs per m2 , vermeerderd met de ca. 2% huurprijsindexering. Dit is de landelijke jaarlijkse indexering die door het CBS jaarlijks wordt gepubliceerd. Deze kan fluctueren. Deze begrotingspost kan voor de exploitatiebegroting 2013 naar alle waarschijnlijkheid worden afgeraamd. Besluitvorming najaar 2012 in het Algemeen Bestuur. 2. Huisvesting “Dienstengebonden”, post 4.2: Dit zijn de servicekosten ‘diensten en producten’. In het financieeloverzicht Huisvesting OFGV is nog geen bedrag genoemd, maar opgevoerd als PM. Dit heeft te maken met de inrichting en is tevens afhankelijk van de af te nemen diensten die per locatie verschilt. Voor de totale kosten zal het naar verwachting geen significant onderscheid betekenen. Zie bijlage, specificatie begroting huisvesting OFGV, punt 2. Deze begrotingspost kan voor de exploitatiebegroting 2013 naar alle waarschijnlijkheid worden afgeraamd. Besluitvorming najaar 2012 in het Algemeen Bestuur. 3. Huisvesting “verbouwing en turn key kosten”, post 4.1: In de projectbegroting 2012 is een post verbouwkosten opgenomen, echter is deze als ‘pm’ gelabeld zodat hier in de begroting geen bedrag is opgevoerd (is overigens voor 2012). Ook in de exploitatiebegroting wordt deze post niet nader aangegeven en valt theoretisch onder Huisvesting Pandgebonden. In de tabel huisvesting pandgebonden worden de kosten als zodanig opgevoerd! Zie bijlage, specificatie begroting huisvesting OFGV, punt 3. Gehanteerde randvoorwaarden en uitgangspunten in het financiële overzicht: 1. Huurperiode 5 + 5 jaar. 2. Afschrijving 10 jaar. 3. Kantoorpand 2028 m2 en 95 werkplekken. 4. Genoemde bedragen zijn exclusief BTW. 5. Opslagen waarmee de raming is verhoogd omdat deze ten laste komen van de OFGV, zijn verwerkt in de bovenstaande overzichten en bestaan uit: huurprijsindexering ca. 2%; indexering 2% (bijvoorbeeld prijswijzigingen energie of verzekeringen)en administratiekosten 5%. 6. Onvoorzien 10%, zit in exploitatiebegroting post 5. 7. Ramingen zijn per datum memo 23-04-2012.
Huisvesting OFGV DB 23-04-2012
4
Memo Bladnummer
5
Bijlage: “specificatie begroting huisvesting OFGV” 1. Huisvesting pandgebonden (service)kosten, exploitatiebegroting post 4.1: 1. Huur 2. Energiekosten 3. Verzekeringen 4. Zakelijke lasten (inboedelverzekering, belastingen, etc.) 5. Beveiliging 6. Data verkeer 7. Telefooncentrale 8. Schoonmaakkosten 9. Glasbewassing 10. Groenvoorziening 11. Huurprijsindexering ca. 2% (punt 1) 12. Indexering 2% (pt. 2 t/m 11) 13. Administratiekosten 5% (pt 2 t/m 11) 14. Onvoorzien 10% (pt 2 t/m 11), zit in exploitatiebegroting post 5. 2. Huisvesting kosten diensten en producten, exploitatiebegroting post 4.2: 1. Meubilair 2. Inrichting 3. Telefoontoestellen 4. Bedrijfsrestaurant/catering 5. Receptie/ontvangstruimte 6. Koude/warme drankautomaten 7. Vuilafvoer 8. Gladheidbestrijding 9. Data/tel. Abonnement 10. Parkeerkosten 35 stuks extern 11. Indexering 2% 12. Administratiekosten 5% 3. Huisvesting verbouwkosten en Turn Key kosten, exploitatiebegroting post 4.1: 1. Eigen ingang OFGV aanbrengen 2. Eigen bedrijfsrestaurant/keuken 3. Kantoorruimte aanpassen aan ‘het nieuwe werken’ 4. Klimaatbeheersing 5. Gevelreclame 6. Administratiekosten 5% 7. Onvoorzien 10%, zit in exploitatiebegroting post 5.
Huisvesting OFGV DB 23-04-2012
5
Huisvesting OFGV Geachte leden van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek, Op 23 april heeft het DB het huisvestingsvoorstel OFGV besproken. Zij heeft daarbij het advies van de directeur om de omgevingsdienst in het provinciehuis te huisvesten in een bouwtechnisch afgezonderd gedeelte van het gebouw, met een eigen zelfstandige ingang, overgenomen. Wellicht ten overvloede zij opgemerkt dat ook de Colleges waarvan de DB-leden deel uit maken zich ook over dit voorstel uit moeten spreken. In het AB van 20 februari is besloten “besluitvorming hierover wordt niet uitgesteld tot mei, maar zal tussentijds via de mail plaatsvinden”. Derhalve heeft het DB u na haar vergadering van 23 april verzocht binnen 14 dagen aan te geven of u zou kunnen instemmen met dit huisvestingsvoorstel. Omdat veel vervolgacties van de keuze voor huisvesting afhankelijk zijn (inrichting, ICT, planning, arbeidsvoorwaarden medewerkers et.) en gelet op het gewicht dat toekomstige medewerkers van de omgevingsdienst hieraan toekennen, leek dit een juiste werkwijze. Inmiddels hebben de meeste deelnemers gereageerd waarbij ook verschillende vragen en opmerkingen naar voren zijn gebracht. Om recht te doen aan de verschillende reacties heeft het DB vervolgens besloten het onderwerp huisvesting alsnog te agenderen voor de AB-vergadering. De eerder genoemde emailronde beschouwen we dan ook als meningsvormende voorbereiding. Om die reden zijn de verschillende reacties in de bijlage opgenomen en waar nodig van een annotatie voorzien. Met vriendelijke groet, Paul Schuurmans Directeur/kwartiermaker
Bijlage: ‘vragen en opmerkingen huisvesting OFGV’ Almere Akkoord. BEL-combinatie Laren/Blaricum Bussum Dronten
Ivm. vakantie van de portefeuillehouder nog geen reactie ontvangen. Geen reactie ontvangen. “Ik mis advies ambtelijk overleg waar huidige leidinggevenden deel van uit maken, zij kunnen verwoorden, na consultatie medewerkers, wat doorslaggevende argumenten zijn en of inhoudelijk voorstel spoort met bedrijfsplan” “Financieel overzicht is niet te volgen, de geraamde bedragen
Het staat iedere deelnemende partij uiteraard vrij binnen de eigen organisatie ambtelijk advies te vragen. De klankbordgroep waaraan wordt gerefereerd heeft hierin geen gedefinieerde rol. Uiteindelijk gaat het om een keuze van de betrokken bestuurders. In het financieel overzicht Huisvesting OFGV (blz.3 memo)
1
conform bedrijfsplan zijn correct, de specificatie van kosten van beide locaties zijn niet inzichtelijk gemaakt en zo voor ons als bestuurders niet te beoordelen. De bijlage "specificatie begroting huisvesting OFGV "bevat geen bedragen, alleen een opsomming van posten die behoren bij bepaalde posten in de exploitatiebegroting. Hoe de specificatie van kosten, meerjarig, vervolgens is voor beide beoordeelde locaties is niet inzichtelijk gemaakt”
wordt onder punt 4.2 'huisvesting dienstgebonden' voor beide locaties p.m. posten opgevoerd. De motivatie is op bladzijde 4 verwoord (punt 2). In de bijlage "specificatie begroting huisvesting OFGV" is aangegeven wat hieronder zal vallen.
“De beoordeling van de uitgangscriteria zijn erg eenzijdig en zonder wegingsfactoren per criterium gemaakt”.
In het bedrijfsplan, noch in enig ander document is gewerkt met wegingsfactoren t.a.v. de verschillende argumenten. De uiteindelijke keuze zal deels op basis van rationele c.q. kwantificeerbare argumenten moeten worden bepaald en deels op basis van kwalitatieve, of zo men wil subjectieve overwegingen. Welke daarbij doorslaggevend worden geacht is een bestuurlijke aangelegenheid. Eventuele pogingen om subjectieve overwegingen te objectiveren door daaraan een cijfermatige waardering te geven, doen daaraan niet af. Dit werkt eerder verdoezelend want het wekt ten onrechte de indruk dat het enkel om rekenkundige afwegingen gaat.
“Een paar essentiële kritische opmerkingen wil ik alvast maken en wel als volgt: a. Het nieuwe werken scoort voor de locatie Provinciehuis lager dan locatie "A6", dit onderdeel was nogal fundamenteel in opzet OFGV;
Naar verwachting zal de totale begroting voor huisvesting (post 4.1 en 4.2 uit de exploitatiebegroting) uiteindelijk met ruim 2 ton kunnen worden afgeraamd.
a. Het provinciehuis is een bestaand gebouw en zal aangepast worden, de A6 is een kantoorpand dat in de afbouwfase zit. Hoewel eerder sprake is van verschil, is dat niet fundamenteel van aard. Op beide locaties kan volgens het nieuwe werken worden gewerkt.
b. Parkeerfaciliteiten Provinciehuis zijn onder de gestelde maat van 70 stuks. Bijhuren is creatief, doch op afstand; dit kost productiviteit;
b. De afstand van de te huren parkeerruimte tot aan de locatie provinciehuis is ca. 200 meter.
c. Eigen identiteit van het kantoor is met eigen toegang subjectief, het blijft een voor de provincie gebouwde kantoorlocatie, dus feitelijk voldoet locatie Provinciehuis niet aan gestelde uitgangscriteria op dit punt”
c. Geen enkel gebouw is specifiek voor de OFGV ontworpen/ gebouwd. Het krijgt die functionaliteit pas als de OFGV er zijn intrek neemt. Op dat moment voldoet de locatie provinciehuis dus ook aan de criteria.
“Argument dat vleugel Provinciehuis reeds betaald is, is zogenaamd niet "meegenomen" in de discussie, doch het
Op macroniveau betekent het tweemaal uitgeven van overheidsgelden. Op microniveau is dit uiteraard anders. Of dit 2
staat er wel en volgens mij om ons als bestuurders hiermee een extra argument te geven om voor deze locatie te kiezen. De conclusie dat bij het niet huisvesten van OFGV in de vleugel van het Provinciehuis de “facto” tweemaal betaald zou worden, vind ik een loos dreigement. Dit was bekend bij keuze oprichten OFGV en bovendien kan Provincie vast nog wel andere varianten bedenken waarbij kantoor niet leeg hoeft te blijven staan. Daarnaast is niet inzichtelijk gemaakt in welke mate Provincie verlies lijdt door beneden de kostprijs te gaan verhuren”
argument door bestuurders voldoende relevant wordt geacht is een vraag die slechts door de deelnemende partijen kan worden beantwoord.
“Voorgesteld wordt het voorstel aan te passen en in AB-verband plenair te behandelen”
Bij deze.
Flevoland
Akkoord.
Hilversum
Geen reactie ontvangen.
Huizen
Huizen vraagt nadere informatie over de PM-post. De PM-post bij dienstgebonden kosten maakt goed vergelijken tussen A6 en provinciehuis lastig;
In het financieel overzicht Huisvesting OFGV (blz.3 memo) wordt onder punt 4.2 'huisvesting dienstgebonden' voor beide locaties p.m. posten opgevoerd. De motivatie is op bladzijde 4 verwoord (punt 2). In de bijlage "specificatie begroting huisvesting OFGV" is aangegeven wat hieronder zal vallen.
De wethouder spreekt haar zorg uit over het parkeren; “is 35 nu wel of niet genoeg en als dat niet genoeg is wat zijn dan de kosten van parkeren elders?”.
Parkeren: Op het terrein van de provincie zijn 35 st. parkeerplaatsen ter beschikking, geen kosten. Daarnaast hebben we nog 25 st. parkeerplaatsen nodig, deze moeten worden ingehuurd. Kosten bedragen op jaarbasis € 7.500,-. De afstand van de te huren parkeerruimte tot aan de locatie provinciehuis is ca. 200 meter.
Door de onduidelijkheid lijkt het provinciehuis als keus steeds duurder, maar hoeveel blijft onduidelijk.
T.a.v. de pandgebondenkosten is er sprake van een verschil van ca. € 33.000,-. Daarvan komt zo’n 43% tenlaste van de provincie zelf. T.a.v. de overige lasten, deze zijn afhankelijk van de te sluiten serviceovereenkomsten met de verhuurder. Naar verwachting zal de totale begroting voor huisvesting (post 4.1 en 4.2 uit de exploitatiebegroting) uiteindelijk met ruim 2 ton kunnen worden afgeraamd.
3
Lelystad
Akkoord.
Muiden
Akkoord.
Naarden
Akkoord. “Met kritische kanttekeningen” “Het college begrijpt de behoefte van de OFGV om een eigen cultuur en identiteit op te bouwen, maar niet op de voorgestelde in de ogen van het college gekunstelde fysieke manier. Dit vanuit een oogpunt van soberheid en doelmatigheid en het besef dat gewerkt wordt met geld van de gemeenschap. Een eigen cultuur en identiteit bouw je op een andere manier op, namelijk door vanuit een gemeenschappelijke visie te werken aan gezamenlijke waarden voor de organisatie (shared values). Daar komt bij dat het provinciehuis reeds beschikt over een kantine. Een gezamenlijk gebruik ligt dan voor de hand. Bovendien in de bedrijfsvoeringfilosofie van de OFGV heeft het implementeren van Het Nieuwe Werken een prominente plaats gekregen. In die optiek passen geen fysieke scheidingen naar de mening van het college”.
Noord-Holland
Ambtelijk is positief geadviseerd, bestuurlijk wordt dit nog doorgegeven.
Noordoostpolder
Akkoord. Opmerking: Ingang en kantine zouden gezamenlijk kunnen zijn, als dit voordeliger is.
Weesp
Akkoord. Punt van aandacht is parkeren.
Urk
Geen reactie ontvangen.
Bij de opbouw van de organisatie wordt uitdrukkelijk aandacht aan identiteit en cultuur besteed.
Medegebruik van het bedrijfsrestaurant in het provinciehuis leidt tot een opslag van enkele € per m2 BVO. Dat zou betekenen dat de OFGV een standaard bedrag voor dit medegebruik zou moeten betalen, los van de consumptieprijzen. Uit oogpunt van soberheid en doelmatigheid kiest de OFGV voor een andere oplossing. Het nieuwe werken (tijd- en plaatsonafhankelijk werken) kan door een fysieke afscheiding, waardoor de OFGV geen hinder ondervindt van de werkwijze van andere partijen, beter worden vormgegeven.
Zie eerdere opmerkingen hiervoor.
4
Wijdemeren
Binnen veertien dagen zal niet gereageerd worden op het huisvestingsvoorstel. Dit mede naar aanleiding van het beraad dat hier nu nog plaatsvindt over de inhoud van de brief van het DB d.d. 1 mei 2012 die wij als antwoord ontvingen op onze brief over het aangaan van de toestemming aan de GR & een aantal begrotingsposten. Een reactie hoeft niet eerder dan na de Hemelvaartsperiode worden verwacht.
Zeewolde
Akkoord, mits zie reactie. Instemmen met de beslispunten zoals geformuleerd in de Memo huisvesting OFGV onder voorwaarde dat bij gunning aan de Provincie Flevoland de prijsaanbieding van de provincie gelijk is aan de private aanbieding.
De A6 is een B-locatie, de Provincie is een A-locatie. De aanbieding is scherp en marktconform.
5