Reflex
Reflex NR 2 2013 1
Relatiemagazine van ExxonMobil in de Benelux JAARGANG 13 NR 2 2013
Aardgas Onmisbare schakel in de energievoorziening INTERVIEW | Bart van de Leemput, directeur NAM ENERGY OUTLOOK | Energie in 2040 ACTUEEL | Schaliegas kan niet genegeerd worden
2 Reflex NR 2 2013
REDACTIONEEL
Gas: een onmisbare schakel In deze nieuwste Reflex besteden we veel aandacht aan gas. Een onmisbare schakel in de wereldwijde energiemix, liet Bill Colton, Global Vice President Corporate Strategic Planning bij ExxonMobil zien. Hij kwam naar de Benelux om de Outlook for Energy in de Benelux toe te lichten (zie pagina 12 tot en met 15). De grootste gasproducent in Nederland, de NAM, werd geconfronteerd met nieuwe inzichten aangaande gaswinning en aardbevingen in Groningen. In een interview vertelt NAM-directeur Bart van de Leemput welke acties de NAM onderneemt als gevolg van de aardbevingen. ‘Je merkt dat er onder de bewoners veel behoefte is aan informatie.’ Niet alleen over de aardbevingen, zo blijkt uit het interview, maar ook over gaswinning. Remko Kruithof, Directeur Public Affairs en Communicatie voor ExxonMobil Benelux, gaat in op de huidige discussie rond de winning van schaliegas. Hij pleit ervoor proefboringen toe te staan, omdat alleen dan de potentie van schaliegas goed in beeld kan worden gebracht. Hij benadrukt daarnaast nog eens dat Europa door het Amerikaanse schaliegas een steeds groter concurrentienadeel ondervindt en de regeldruk dus vooral niet verder moet stijgen. De Rotterdamse raffinaderij is, na een korte stop voor groot onderhoud en het uitvoeren van verschillende projecten, weer klaar voor een nieuwe langdurige periode van veilig en betrouwbaar functioneren. De fotoreportage op pagina 10 en 11 geeft een impressie van hoe een en ander in zijn werk ging. Eerder dit jaar kreeg de raffinaderij bezoek van enkele politici, die zich graag lieten voorlichten over zaken als de veiligheid en de concurrentiepositie van de Europese raffinagesector. Ook in België zocht ExxonMobil de dialoog met de politiek op door deel te nemen aan de jaarlijkse stage voor ondernemers bij het Vlaamse parlement. Onze betrokkenheid bij de maatschappij komt ook naar voren in onze relatie met Drive Against Malaria, de jubilerende hulporganisatie die dit jaar een kwart eeuw bestaat. Met verschillende initiatieven deden we in dat kader graag iets extra’s voor de strijd tegen malaria. Maatschappelijke betrokkenheid: ook Marc Van Eeckhoudt kan erover meepraten. Na een indrukwekkende managementcarrière binnen diverse geledingen van de wereldwijde ExxonMobil-organisatie, zet hij zich nu volop in voor de Vlaamse organisatie Therapeuten voor Jongeren (TEJO). Marc Van Eeckhoudt blikt terug op zijn loopbaan en gaat in op de parallellen met zijn huidige werkzaamheden. Mirjam de Leeuw
COLOFON Reflex is een kwartaaluitgave van ExxonMobil in de Benelux, Afdeling Public and Government Affairs. Hoofdredactie Mirjam de Leeuw Redactie Textuur Tilburg Fotografie Willem Blauw, Stefan Dewickere, ExxonMobil e.a. Redactie Franstalige editie Marina Cols Verantwoordelijk uitgever in België Remko Kruithof, ExxonMobil Petroleum & Chemical BVBA, Polderdijkweg, 2030 Antwerpen Vormgeving Mervyn Hall (GPB Media) Pre-Press GPB Media, Leiderdorp Druk SMG Groep Redactieadressen België: Polderdijkweg, 2030 Antwerpen, tel. 03 / 543.35.92 Nederland: Postbus 1, 4803 AA Breda, tel: (076) 529 1333 Luxemburg: Rue de l’industrie 20, 8069 Bertrange Exxon Mobil Corporation heeft vele verbonden maatschappijen, waarvan vele de namen ExxonMobil, Exxon, Esso en Mobil bevatten. Gemakshalve en voor alle eenvoud worden die termen zoals maatschappij, bedrijf, onze, wij en zijn/ haar soms gebruikt als verkorte verwijzingen naar specifieke verbonden maatschappijen of verbonden groepen. Dit doet evenwel geen afbreuk aan de onafhankelijkheid van de verschillende genoemde juridische entiteiten. Aanvraag extra nummers, adreswijzigingen, nieuwe abonnementen, vragen over de inhoud en toestemming voor overname uitsluitend schriftelijk bij de redactie. Het maken van fotokopieën van de inhoud is toegestaan voor educatieve doeleinden, alsook voor informatieverspreiding binnen organisaties. Aan de teksten in dit tijdschrift k unnen geen rechten worden ontleend. Reflex wordt verstuurd in milieuvriendelijke verpakkingsfolie. www.exxonmobil.be www.exxonmobil.lu www.exxonmobil.nl
ACTUEEL
Nu de winning van schaliegas in de VS een hoge vlucht heeft genomen, staat het onderwerp ook in Nederland en de rest van Europa hoog op de agenda. ExxonMobil pleit ervoor om proefboringen toe te staan om de potentie van schaliegas goed in beeld te brengen. En te winnen waar economisch rendabel. ‘Schaliegas kan veilig en milieuverantwoord gewonnen worden.’
Reflex NR 2 2013 3
I
n de Verenigde Staten voltrok zich de afgelopen jaren een ware energierevolutie. Na de ontdekking van omvangrijke reserves in onder meer Noord-Dakota, Pennsylvania en Colorado wist schaliegas, in slechts enkele jaren, een flink aandeel op de gasmarkt te veroveren. Inmiddels toont schaliegas zich een ware game changer, zegt Remko Kruithof, Directeur Public Affairs en Communicatie voor de Benelux. ‘Dankzij de grootschalige winning van onconventioneel gas wordt de VS in korte tijd grotendeels zelfvoorzienend op energiegebied. Het Internationaal Energieagentschap schat zelfs dat de VS al binnen twee jaar Rusland aflost als grootste aardgaswinner. De lage energie prijzen en de ruime beschikbaarheid van grondstoffen die deze gasrevolutie met zich meebrengen, leiden bovendien tot grote investeringen in andere bedrijfstakken, waaronder de chemische industrie en de staalindustrie.’
‘Onconventioneel gas van groot belang voor Europese concurrentiepositie’
Schaliegas kan niet genegeerd worden
4 Reflex NR 2 2013
ACTUEEL
Europa Onder invloed van het succes van de schaliegaswinning en de daaruit voortvloeiende industriële renaissance in de VS, bekijken inmiddels verschillende landen in Europa de haalbaarheid en wenselijkheid van winning. Helaas zijn enkele landen, zoals Frankrijk, heel terughoudend. Andere, waaronder Nederland, aarzelen nog. Kruithof: ‘Natuurlijk moet goed rekening gehouden worden met zorgen aangaande milieu en veiligheid, maar feiten en fictie moeten wel gescheiden worden. Schaliegas kan veilig en milieuverantwoord gewonnen worden.’ De EU besloot recent de winningmethode hydraulic fracturing (waarbij diepe steenlagen ‘gekraakt’ worden door ze onder hoge druk te injecteren met een mengsel van water, zand en chemicaliën) niet te verbieden. Elke lidstaat mag zelf beslissen of de winning van het onconventionele gas is toegestaan. Wel is er besloten dat er strenge (milieu)wetgeving voor de schaliegaswinning komt. Ook verwacht Brussel van boorbedrijven dat ze nauwkeurig duidelijk maken hoe ze het afvalwater en de gebruikte chemicaliën verwerken. Benelux In Nederland – waar volgens het International Energy Agency naar schatting 480 miljard kubieke meter schaliegas in de bodem zit – wordt nog druk gediscussieerd over schaliegaswinning. Het Ministerie van Economische Zaken heeft opsporingsvergunningen verleend voor gebieden in onder andere Noord-Brabant en de Noordoostpolder, wat veel maatschappelijke weerstand heeft opgeroepen. Daarop gaf het ministerie opdracht tot een onafhankelijk onderzoek naar mogelijke risico’s en gevolgen van het boren naar schaliegas en steenkoolgas. Totdat de resultaten hiervan bekend zijn – naar verwachting halverwege dit jaar – zullen er geen proefboringen plaatsvinden.
In België zijn de schaliegasvoorraden beperkter, maar het land kent wel aanzienlijke voorraden steenkoolgas: gas dat ligt opgeslagen in ondergrondse steenkoollagen. Aan de concessiehouder van het Vlaams-Limburgse steenkoolbekken, NV Mijnen, is inmiddels een vergunning toegekend de opsporing van het methaangas. Later volgen mogelijk een proefboring en een productieproef.
Open communicatie Het maatschappelijk debat spitst zich vooral toe op de hydraulic fracturing methodiek; tegenstanders vrezen grondwatervervuiling en aardschokken. Waar ExxonMobil actief is met schaliegas kiest het bedrijf voor de dialoog, zegt Kruithof. ‘Het is belangrijk om als industrie goed uit te leggen wat je doet. Open communicatie, zowel met de overheid als met lokale bewoners, kan begrip en acceptatie verhogen. Er bestaan veel misverstanden over hydraulic fracturing. Emoties spelen een te grote rol in het debat. Een onafhankelijk onderzoek of advies kan hier helpen.’ Zo vroeg ExxonMobil in Duitsland een onafhankelijk expertpanel om wetenschappelijke input te leveren voor het maatschappelijk debat. Deze groep externe wetenschappers concludeerde begin vorig jaar dat – alhoewel verder onderzoek naar bepaalde deelonderwerpen gewenst is – er in algemene zin geen reden is om de winning van onconventioneel gas aan banden te leggen. Zowel het Duitse ministerie van Milieu als deelstaat Noordrijn-Westfalen trok afgelopen najaar dezelfde conclusie. ‘Hydraulic fracturing is al decennialang gemeengoed binnen de conventionele olie- en gaswinning’, benadrukt Kruithof. ‘Wij passen deze techniek al jaren succesvol en veilig toe om meer olie en gas te kunnen winnen.’ Ook waar ExxonMobil zelf niet actief is met schaliegas, zoals in Nederland en België, praat het bedrijf
Remko Kruithof, Directeur Public Affairs en Communicatie voor de Benelux
op “ Regelgevers nationaal en
EU-niveau zouden terughoudender mogen zijn.
”
Reflex NR 2 2013 5
fracturing “Hydraulic is al d ecennialang
emeengoed binnen g de conventionele o lieen gaswinning.
”
Hydraulic fracturing bij conventionele gaswinning in Nedersaksen, Duitsland.
graag mee. Kruithof: ‘Wij vinden het belangrijk dat er wereldwijd een goede beeldvorming ontstaat en we dragen hieraan graag ons steentje bij.’
Aardgas: relatief schoon Eigenlijk is de discussie rond schaliegas en andere onconventionele gassoorten sowieso te beperkt, stelt Kruithof. ‘De eigenlijke vraag zou moeten zijn welke rol aardgas in bredere zin kan spelen binnen onze toekomstige energievoorziening. Uit onze eigen Outlook for Energy blijkt dat fossiele brandstoffen een belangrijke rol blijven houden. Het is naïef om te denken dat we de komende decennia zonder fossiele brandstoffen kunnen. Gas kan dan ook een heel belangrijke rol vervullen: het is goedkoop en – zeker gezien de wereldwijde voorraden aan onconventioneel gas – overvloedig aanwezig. Bovendien is het relatief schoon: in vergelijking met steenkool ligt de CO2-uitstoot bij electriciteitsopwekking tot zo’n 60 procent lager. Door de lage prijs van overvloedig aanwezig gas in de VS zien wij echter een toenemende steenkoolexport vanuit de VS naar Europa. Dit helpt natuurlijk niet bij het behalen van de Europese klimaat- en milieudoelstellingen. Er zou op gas gestookt moeten worden. Bedenk
verder ook dat aardgas dankzij het relatief schone karakter de ideale aanvulling vormt op hernieuwbare, maar niet altijd beschikbare bronnen als wind- en zonne-energie. Aardgas en alternatieve energie zijn partners.’
Concurrentiepositie De bedreigde concurrentiepositie van de omvangrijke Europese chemiesector is volgens Kruithof – naast de genoemde voordelen van gas – een ander goed argument voor het toestaan van onconventionele gaswinning. ‘De chemische industrie in de VS heeft een enorme boost gekregen door de beschikbaarheid van grote hoeveelheden goedkoop gas en grondstoffen. Dat zet de Europese chemiesector onder druk. Om economische redenen is de inzet van onconventioneel gas dus zeer wenselijk.’ Natuurlijk is de situatie in de VS niet een-op-een te vertalen naar Europa, erkent Kruithof. ‘Qua geologische omstandigheden en bevolkingsdichtheid is de situatie in de VS heel anders. Bovendien zijn grondbezitters in de VS – anders dan hier – de eigenaar van het gas in hun bodem, en dat zorgt voor een heel andere dynamiek. Toch zou het jammer zijn als we de boot geheel missen, puur omdat de discussie op verkeerde gronden wordt gevoerd.’ En Kruithof ziet nog een ander aspect. ‘Juist omdat wij in Europa hogere energiekosten hebben zouden regelgevers op nationaal en EU-niveau terughoudender mogen zijn. Nog zwaardere regels op klimaat- en milieugebied jagen de industrie op enorme kosten en bedreigen de concurrentiepositie.’ ■
6 Reflex NR 2 2013
INTERVIEW
Reflex NR 2 2013 7
Bart van de Leemput, directeur Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) over gaswinning in Groningen:
‘NAM zoekt dialoog met bewoners’ Sinds minister Kamp op 25 januari de Tweede Kamer informeerde over nieuwe inzichten aangaande gaswinning en aardbevingen in Groningen, is er zeer veel media-aandacht uit binnen- en buitenland voor dit onderwerp geweest. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM, waarvan ExxonMobil en Shell ieder voor 50% aandeelhouder zijn) – met directeur Bart van de Leemput als boegbeeld – stond en staat in het middelpunt van al deze aandacht. De beving van 16 augustus 2012 nabij Loppersum met een kracht van 3.6 op de Schaal van Richter, was sterker dan eerdere bevingen en heeft bij de bewoners voor veel onrust en angst gezorgd. In februari zijn er nog drie bevingen geweest boven de 3.0, wat in totaal inmiddels tot meer dan 6.000 schademeldingen heeft geleid. De NAM doet er alles aan deze zo zorgvuldig en snel mogelijk af te handelen en probeert de bewoners bovendien zo goed mogelijk van informatie te voorzien over gaswinning en aardbevingen, het liefst via persoonlijk contact.
T
ot nu toe was de gehanteerde maximale kracht van aardbevingen 3.9 op de Schaal van Richter. Volgens de nieuwe inzichten is er meer onzekerheid over de maximale kracht. Wat doet de NAM om de impact van toekomstige bevingen te minimaliseren? ‘Uit tot nu toe gedane onderzoeken is gebleken dat de onzekerheid over de 3.9 inderdaad is toegenomen. We weten echter nog niet wat de maximale sterkte dan wel is; daar wordt momenteel onderzoek naar verricht. Als er meer bekend is over de maximale sterkte, kun je ook beter inschatten waar je rekening mee moet houden en wat je dan moet doen.’ ‘Een van de opties is het preventief versterken van gebouwen. We willen weten wat sterkere bevingen betekenen voor bepaalde
dat er veel behoefte is “Jeaanmerkt informatie: ons wekelijkse spreekuur in het informatiepunt is drukbezocht. ”
woningtypen. Via wetenschappelijk onderbouwde modelberekeningen brengen we dit momenteel in kaart. Zodat we weten hoe we – uiteraard in overleg met de bewoners – bepaalde woningen preventief zouden kunnen versterken. Nu al hanteren we een meer pragmatische aanpak van schade aan woningen, gebaseerd op concrete meldingen. Vinden we bij inspectie van een schadegeval een mogelijk zwakke plek, dan versterken we de constructie waar nodig. Prettig voor de gemoedsrust van bewoners én die van onszelf.’
Naast onderzoek en preventief versterken van gebouwen investeert de NAM volop in het contact met bewoners. ‘Klopt. Zo kunnen verontruste bewoners voor meer informatie over het Groninger gasveld terecht in ons Regionaal Informatiepunt Gaswinning in Loppersum. Je merkt dat er veel behoefte
8 Reflex NR 2 2013
INTERVIEW
11
Elf onderzoeken Volgens het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) vinden er in Groningen jaarlijks tientallen bevingen plaats. In de meeste gevallen zijn ze niet of nauwelijks merkbaar. De bevingen van
is aan informatie: ons wekelijkse spreekuur in het informatiepunt is drukbezocht. En op een onlangs gestarte lezingencycli over gas en gasproductie komen zo enkele tientallen mensen af. Verder luisteren wij via focusgroepen naar wat er leeft en bijvoorbeeld wat de verwachtingen zijn. De feedback die we daar vanuit bewoners krijgen, nemen we weer mee bij het aanpassen van ons communicatiebeleid. Zo ontstaat vanzelf een constante terugkoppeling – en weten we zeker dat ons beleid zo goed mogelijk aansluit bij wat er leeft in de gemeenschap.’
vorig jaar augustus en februari van dit jaar waren echter relatief zwaar en leidden tot veel emotie en schademeldingen (begin april had de NAM in totaal ruim 6.000 meldingen ontvangen). Onderzoeken door het KNMI, Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en de NAM in opdracht van minister Kamp van Economische Zaken, wezen uit dat er meer onzekerheid is over de maximale sterkte en dat aardbevingen in de toekomst mogelijk sterker zouden kunnen zijn dan 3.9 op de Schaal van Richter – de tot nu toe gehanteerde maximumsterkte. Op basis van historische gegevens van de aardbevingen in het Groningen-veld is op dit moment echter niet met voldoende nauwkeurigheid in te schatten hoe sterk toekomstige bevingen maximaal zouden kunnen zijn. Daar wordt nog onderzoek naar gedaan. Ook is er op verschillende manieren gewerkt aan verbetering van de schadeafhandelingsprocedure. Schadeclaims die bij de NAM in behandeling zijn, dienen de vastgestelde procedure te volgen. De NAM heeft de invulling van deze procedure recent aangepast en uitgebreid, gericht op een meer persoonlijke en goede, duurzame afhandeling van de schade. Daarnaast is op verzoek van de Tweede Kamer een ombudsman aangesteld. Deze houdt nauw contact met de NAM over de gemelde klachten en bekijkt niet alleen de afzonderlijke schademeldingen, maar zoekt ook naar eventuele trends. SodM adviseerde de minister om de gaswinning in Groningen ‘zo snel en zo veel als mogelijk en realistisch is’ te beperken. Voordat minister Kamp van Economische Zaken hierover een beslissing neemt, wil hij (mede gelet op het grote economische belang van gaswinning voor de staatsinkomsten en het belang voor de energievoorziening van Noordwest-Europa) eerst meer duidelijkheid over verschillende aspecten die samenhangen met de gaswinning. Daarom heeft minister Kamp opdracht gegeven tot elf onderzoeken. De NAM is als opdrachtgever of
U gaat zelf ook bij mensen langs. ‘Ik heb zelf nog nooit een beving meegemaakt. Van mensen die ik spreek, begrijp ik dat het een behoorlijk indrukwekkende ervaring moet zijn. Daarom vind ik het ook enorm belangrijk om mensen op te zoeken, om het verhaal áchter de feiten te horen te krijgen. Je kunt een aardbeving wel vertalen in kille statistieken en Richterschalen, maar het échte verhaal hoor je van bewoners. De afgelopen maanden ben ik zelf ook bij heel wat verontruste Groningers op de koffie geweest. Vooral om vragen te beantwoorden en misverstanden weg te nemen. De dialoog aan te gaan, zogezegd.’ Wat krijgt u zoal te horen? ‘Mensen maken zich bijvoorbeeld zorgen dat de gasproductie in deze regio de komende decennia nog veel verder omhoog gaat. Terwijl we verwachten de productie vanaf 2020 juist te gaan afbouwen. Intern bij de NAM is dat een bekend feit, maar voor veel bewoners is het wél nieuws. Ander voorbeeld: het woord ‘gasbel’ roept het beeld op van een soort holle ruimte waarop we met zijn allen wonen en werken. Terwijl gas in hele kleine poriën in gesteentes en zandsteen zit. Van instortgevaar van de bodem is dus absoluut geen sprake.’ Welke nieuwe inzichten hebben de bezoeken u opgeleverd? ‘Het bevestigde opnieuw hoe belangrijk het is om een ‘goede’ buur te zijn. Met honderden locaties in Nederland hebben we veel “buren”. Inmiddels zijn veel van onze locaties echter onbemand, en dus is er van nature minder contact dan vroeger. Terwijl heftige gebeurtenissen als een aardbeving wél enorm veel losmaken. We beseffen nu nog meer hoe belangrijk het is om te blijven praten. Ook gaan we coulant om met schademeldingen. Onze instelling is dat we als NAM een fatsoenlijke en ruimhartige oplossing moeten aanbieden.’
uitvoerder nauw betrokken bij een groot deel van die onderzoeken. De studies moeten meer licht werpen op zaken als met welke maximale sterkte van bevingen door gaswinningen in het Groningenveld rekening gehouden moet worden en de mogelijke schade door bevingen sterker dan 3,9. Ook het preventief versterken van gebouwen en de waardedaling van huizen staan op de onderzoeksagenda. Onafhankelijke deskundigen zullen de onderzoeken nauwgezet volgen en de resultaten beoordelen. De onderzoeksresultaten worden zo veel mogelijk betrokken bij het opstellen van een nieuw winningsplan, dat de NAM op 1 december 2013 zal indienen.
Kunnen aardbevingen in het Groningen-veld in de toekomst voorkomen worden? ‘Kijk, voorkomen dat er nieuwe bevingen ontstaan is onmogelijk. Ook kunnen we niet beloven dat er bij een beving geen schade meer ontstaat. Wat we wél kunnen doen, is onveilige situaties zoveel mogelijk helpen voorkomen. Daarom investeren we zoals gezegd, naast voorlichting, in onderzoek en in technische oplossingen boven en onder de grond. Dat doen we overigens – nog afgezien van de samenwerking binnen de Groningse veiligheidsregio – niet alleen. Zo werken we samen met het Upstream Research Center van ExxonMobil in Houston en met instanties als TNO en het KNMI. Ook doen we regelmatig een beroep op de
Reflex NR 2 2013 9
we wél kunnen doen, “Wat is onveilige situaties zoveel mogelijk helpen voorkomen. ” expertise van Arup. Dit consultancybureau, met vestigingen in bekende aardbevingsgebieden als Californië en Japan, is gespecialiseerd in de relatie tussen bouwkunde en aardbevingen. Tot slot maken we gebruik van de knowhow van de Universiteit Groningen op het gebied van omgevingspsychologie. Hoe kunnen we mensen en energiewinning dichter bij elkaar brengen?’
Eind dit jaar moet de NAM een winningsplan voor het Groningen-veld indienen. Wat gebeurt er daarna? ‘Afgesproken is dat wij uiterlijk 1 december een nieuw winningsplan indienen bij minister Kamp van Economische Zaken. Die beslist vervolgens wat er gaat gebeuren met de gaswinning in dit gebied. Wat ik zeker níet kan toezeggen, is dat alle problemen dan zijn opgelost. We blijven continu bijleren over hoe we gasvelden zo veilig mogelijk, en hopelijk met zo min mogelijk voelbare bevingen, kunnen leegmaken. Wat we in elk geval dan wél verwachten te hebben, is meer duidelijkheid. Zodat de minister een gefundeerde keuze kan maken als het gaat om de toekomst van gaswinning in Nederland.’ ■
Bijdragen aan welvaart Al meer dan 60 jaar voorziet de NAM Nederland van eigen aardgas. Als grootste gasproducent in Nederland voorziet de NAM in ongeveer 75 procent van de totale gasproductie in Nederland. Het Groningen-veld is een van de grootste aardgasvelden ter wereld en heeft in de loop der jaren mede bijgedragen aan de welvaart in Nederland. In 2012 produceerde NAM meer dan 60 miljard m3 gas. Veruit het grootste deel van dit gas komt uit het Groningengasveld; de rest komt uit verschillende kleinere velden elders op land en van de Noordzee. NAM probeert met nieuwe technieken, kostenverlaging en slim gebruik van bestaande infrastructuur nieuwe kleine velden in gebruik te nemen en bestaande velden optimaal leeg te produceren.
10 Reflex NR 2 2013
GROOT ONDERHOUD
De raffinaderij van ExxonMobil in Rotterdam is, na succesvol uitgevoerd groot onderhoud, weer klaar voor een nieuwe langdurige periode van veilig en betrouwbaar functioneren.
TURNAROUND 2013
Reflex NR 2 2013 11
tijd, “Opbinnen
budget en vooral veilig.
”
‘D
e onderhoudswerkzaamheden en de uitvoering van de verschillende projecten zorgden voor een verbetering van de milieuprestaties en het concurrerend vermogen van onze site’, concludeert raffinaderijdirecteur Harro van de Rhee. ‘Onze raffinaderij behoort tot een van de modernste in Europa en met dit reguliere onderhoud en voortdurende verbeteringen houden wij dat zo.’
Voorbereiding Tijdens een gepland groot onderhoud, of turnaround, wordt in een korte periode veel werk uitgevoerd door tientallen aannemers en gemiddeld zo’n 2.000 extra mensen. Een turnaround kent dan ook een lange voorbereidingstijd; al anderhalf jaar van tevoren staat vast welke onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Parallel aan het onderhoud van de installaties worden
verschillende verbeterprojecten uitgevoerd. Voor aanvang van de werkzaamheden wordt de planning uitvoerig doorgenomen met de betrokken aannemers; waar nodig wordt de planning van de werkzaamheden tijdens het project bijgestuurd.
Veiligheid Tijdens de turnaround stond uiteraard het welbekende ExxonMobil-motto ‘Nobody Gets Hurt’ centraal. Het doel was van meet af aan een perfect uitgevoerde tunaround, benadrukt Turnaround Manager Cees Bouman: ‘Op tijd, binnen budget en vooral veilig. Teamgevoel, waarbij de aannemers nadrukkelijk werden betrokken, is daarbij heel belangrijk: door elkaar op een positieve manier te benaderen bereik je veel meer. One team, one goal.’ Donaties Het veiligheidsbeleid van ExxonMobil heeft ook invloed buiten de fabriekspoorten. Zes
vrijwilligersorganisaties ontvingen een donatie in het kader van het ‘Charity Initiatief’, waarbij gedurende het project donaties werden gekoppeld aan de behaalde veiligheidsresultaten. Voor medewerkers vormde het een extra stimulans om continu te letten op de eigen veiligheid én die van anderen. ■
12 Reflex NR 2 2013
ENERGY OUTLOOK
Energie De ‘Outlook for Energy’ van ExxonMobil biedt een langetermijnvisie op energie. Hoe zal de wereld er in 2040 uitzien ten opzichte van 2010, en wat zal dat betekenen voor onze energievoorziening? Een aantal belangrijke cijfers: • De wereldbevolking zal gegroeid zijn naar o ngeveer negen miljard mensen; een
toename van 25%.
• Mensen verhuizen steeds meer naar steden. In China zal bijna 75% van de bevolking in
steden wonen.
• De economie blijft groeien: wereldwijd gemiddeld met 2,8% per jaar.
Joost Van Roost
Bill Colton
Bill Colton, Global Vice President C orporate Strategic Planning bij ExxonMobil, kwam dit jaar naar Europa om ExxonMobil’s Outlook for Energy toe te lichten. Op 8 mei kwamen hooggeplaatste vertegenwoordigers uit het Belgische bedrijfsleven, brancheorganisaties en de overheden naar De Warande in Brussel om Bill Coltons presentatie bij te wonen. ’s Middags reisde Colton af naar Rotterdam voor een sessie met belangstellende ExxonMobilmedewerkers. Daarna ging hij naar Den Haag, waar hij de Energy Outlook presenteerde aan de deelnemers van het speciaal hiervoor georganiseerde seminar door het Clingendael Instituut. President-directeur Joost Van Roost behandelde bij beide externe bijeenkomsten belangrijke aspecten van de Energy Outlook voor België en Nederland. ExxonMobil organiseert presentaties als deze omdat het veel belang hecht aan een open dialoog over energie. Als grootste beursgenoteerde internationaal olie- en gasconcern beschikt het over veel informatie die het delen waard is.
Reflex NR 2 2013 13
in 2040 Vraag naar energie neemt toe met
35
%
In 2040 zal de wereldwijde energievraag ongeveer 35% hoger zijn dan in 2010. Niet alleen het aantal huishoudens maar ook de verstedelijking speelt een rol in de stijgende energievraag. Een gemiddelde stadsbewoner verbruikt meer energie dan de gemiddelde bewoner in een buitengebied. De groeiende wereldbevolking, de economische groei en de hogere levensstandaard leiden samen tot een energiebehoefte van ongeveer 700 biljard BTU (British Thermal Unit: 1.000.000 BTU’s = ongeveer 290 kilowattuur). De energievraag zou nog veel hoger zijn als niet overal ter wereld steeds meer inspanningen werden gedaan om energie te besparen (zie grafiek en tekstvak).
Bedrijven en consumenten zullen in 2040 wereldwijd een energiebesparing realiseren van ongeveer 500 biljard BTU. De belangrijkste ‘energiebron’ voor de toekomst is steeds verdergaande energieefficiëntie. Moderne technologieën, methoden voor brandstof- en energie management, nieuwe bouw-, productie- en energieproductieprocessen en efficiëntere voertuigen en machines zullen aanzienlijk bijdragen aan deze energiebesparing. Hierdoor neemt de vraag naar energie in verhouding langzamer toe dan de wereldwijde economische groei en levensstandaard.
Global energy demand Quadrillion BTUs 1250
1000
Energy savings through efficiency gains
750
500
250
0
2000
1250
2020
2040
XOM Energy Outlook 2012
For: GCG Scott Turner/ Brian Wilburn 817-332-4600
1000
File name:
06B 2012 XOMEO-EnergyDemand.ai
For page:
??
Placed file(s):None Updated by:
Last updated:
Carol Zuber-Mallison
10/26/2012
ZM GRAPHICS • 214-906-4162 •
[email protected] (c) 2012 ExxonMobil
750
ENERGY OUTLOOK
14 Reflex NR 2 2013
Vraag naar elektriciteit neemt toe met
85
%
De groeiende vraag naar energie wordt aangedreven door vier sectoren: de industriesector, de residentiële/commerciële sector en de transportsector. Met name de industrie- en residentiële/commerciële sectoren gebruiken in toenemende mate elektriciteit. Omdat het verbruik van electriciteit sterk groeit is het van belang elektriciteitsopwekking als aparte sector te beschouwen (zie grafiek). De wereldwijde vraag naar elektriciteit zal tussen 2010 en 2040 toenemen met 85%, oftewel ongeveer 16.000 terawattuur. In China zal de vraag naar elektriciteit meer dan verdubbelen, in India zal deze ruim verviervoudigen en in Afrika neemt de elektriciteitsvraag toe met 335%.
Energy demand by sector Quadrillion BTUs 300
Electricity Generation Industrial
250
200
Transportation
Electricity demand 100
50
0
2010
2025
2010
2040
2025
2010
2040
191 Transportation 98 122 139 Res/Comm 79 86 83
1/1/2010 1/1/2025 1/1/2040
59 1 1 2
2025
2040
300
For page:
Updated by:
?? Last updated: 10/26/2012 Carol Zuber-Mallison
ZM GRAPHICS • 214-906-4162 •
[email protected] (c) 2012 ExxonMobil
37 52 65
Aanbod van aardgas neemt toe met
Aardgas is momenteel de snelstgroeiende grote brandstofbron. Het wereldwijde aanbod zal tot 2040 met 65% toenemen in vergelijking met 2010; 20% van de productie zal plaatsvinden in NoordAmerika. In 2025 zal aardgas kolen hebben ingehaald als de op een na meest gebruikte brandstof, na olie. In 2040 zal olie nog steeds de grootste energiebron zijn. Wereldwijd is ongeveer 60% van de toename van aardgas afkomstig uit onconventionele bronnen; deze nemen in 2040 ongeveer eenderde van de wereldwijde gasvoorziening voor hun rekening (zie grafiek). Deskundigen schatten dat de wereldwijd aanwezige aardgasbronnen voldoende zijn om nog ruim 200 jaar in de huidige vraag te voorzien.
2010
2040
Data as of 10/19/2012
1/1/2010 1/1/2025 1/1/2040
65
2025
Computers, smartphones,byairconditioning, wasmachines enElecvaatwassers - al deze apparaten hebben elektriciteit nodig. Sector Electricity Generation Demnd 1/1/2010 192 0 XOM Energy Outlook Een van de nieuwste aandrijvers van de wereldwijde vraag naar energie zijn datahuizen. De New2012 York Times meldt dat 1/1/2025 258 0 For: GCG 1/1/2040 292 0 Scott Turner/ Brian Wilburn 817-332-4600 deze datafaciliteiten wereldwijd ongeveer 30 miljard watt elektriciteit verbruiken, ongeveer evenveel als de output van Industrial File name: 09A 2012 XOMEO-EnrgySectDmnd.ai 1/1/2010 153 36 Placed file(s):None 30 kerncentrales. 1/1/2025 188 25 1/1/2040
%
Residential/Commercial
150
250
200 natural gas supply Global Electricity Generation
Billions of cubic feet per day 600
150 Rest of world unconventional
500
100
North America unconventional
400
50
300
0 1/1/2010 1/1/2025 1/1/2040
1/1/2010 1/1/2025 1/1/2040
200
1/1/2010 1/1/2025 1/1/2040
1/1/2010 1/1/2025 1/1/2040
Rest of world conventional
100
0
North America conventional 2010
2025
2040
XOM Energy Outlook 2012 For: GCG Scott Turner/ Brian Wilburn 817-332-4600
600 500 400
File name:
ROW Uncnoventional NA Unconventional ROW Conventional
40A 2012 XOMEO-NatGasSupply.ai
Placed file(s):None For page:
??
Updated by:
Carol Zuber-Mallison
Last updated:
10/16/2012
ZM GRAPHICS • 214-906-4162 •
[email protected] (c) 2012 ExxonMobil
Data as of 09/27/2012
Reflex NR 2 2013 15
Vraag naar aardgas voor elektriciteitsopwekking neemt toe met
85
%
De wereldwijde brandstofmix voor elektriciteitsopwekking (zie grafiek) verandert door een overgang naar meer gas, kernenergie en hernieuwbare energie als gevolg van beleid tegen klimaatverandering. Vergeleken met 2010 zal de vraag naar aardgas voor elektriciteitsopwekking in 2040 met 85% gestegen zijn. Aardgas wordt met een aandeel van 30% wereldwijd de belangrijkste bron voor elektriciteits opwekking, in plaats van kolen. Het aandeel van kernenergie zal verdubbelen en ook het aandeel van hernieuwbare energie (wind-, zonne-, hydro-, biomassa- en geothermale energie) zal toenemen.
Fuel into electricity generation Quadrillion BTUs 300
Renewables
250
Nuclear 200
150
Coal
100
Het toenemende gebruik van aardgas voor elektriciteits opwekking heeft een positieve impact op het milieu. Bij het opwekken van elektriciteit met gas komt tot 60% minder CO2 vrij dan wanneer hiervoor kolen worden gebruikt. Gascentrales kunnen snel worden opgestart en aangepast aan de vraag, ze kunnen sneller en goedkoper worden gebouwd dan kolen- of kerncentrales en hebben minder impact op het milieu. Omdat bij elektriciteitsopwekking met Other OECD gas slechts minimale hoeveelheden zwavel of deeltjes vrijkomen, kan dit in bevolkte gebieden plaatsvinden. Europe OECD
50
Gas North America
0
Oil 2000
2020
2040
XOM Energy Outlook 2012 For: GCG Scott Turner/ Brian Wilburn 817-332-4600
300
File name:
Renewables
For page:
250
Updated by:
Nuclear
200
Coal
150
Gas
29A 2012 XOMEO-ElecGenFuel.ai
Placed file(s):None
?? Last updated: 10/16/2012 Carol Zuber-Mallison
ZM GRAPHICS • 214-906-4162 •
[email protected] (c) 2012 ExxonMobil
Energievraag voor zwaar transport neemt toe met
65
%
De wereldwijde energievraag voor zwaar transport maakt tussen 2010 en 2040 een aanzienlijke groei door van 65%, en vormt in 2040 40% van de energievraag voor de gehele transportsector. De sterkste groei in de enerigevraag voor zwaar transport is te zien in Azië-Pacific (zie grafiek). Voor de gehele transportsector (spoor-, lucht-, zee-, personen- en zwaar vervoer) zal de vraag naar energie tussen 2010 en 2040 met meer dan 40% toenemen.
Millions of oil-equivalent barrels per day 10 10
50
Asia Pacific Asia Pacific
0 1/1/00 1/1/01 1/1/02 1/1/03 1/1/04 1/1/05 1/1/06 1/1/07 1/1/08 1/1/09 1/1/10 1/1/11 1/1/12 1/1/13 1/1/14 1/1/15 1/1/16 1/1/17 1/1/18 1/1/191/1/25 1/1/30 1/1/35 1/1/40 1/1/20
8 8
Oil Gas Coal Nuclear Renewables 1/1/00 12 31 61 27 13 1/1/01 12 32 62 27 13 1/1/02 11 34 64 28 14 1/1/03 11 35 68 27 14 1/1/04 12 37 72 28 15 1/1/05 12 38 76 29 15 1/1/06 11 39 81 29 16 1/1/07 11 41 85 28 17 1/1/08 11 42 85 28 18 1/1/09 11 42 84 28 18 Heavy duty transportation intensity 1/1/10 10 45 88 29 20 Heavy duty transportation intensity 1/1/11 11 47 92thousand 27dollars21of GDP Oil-equivalent barrels per 1/1/12 11 49 27 dollars 22 of GDP Oil-equivalent barrels 91 per thousand 1/1/13 11 50 93 29 23 0.3 1/1/140.3 10 52 94 30 24 1/1/15 10 53 95 32 25 1/1/16 10 55 97 33 26 1/1/17 10 57 98 34 26 0.2 1/1/18 9 59 99 35 27 OECD Non 1/1/190.2 9 60 100 36 29 Non 1/1/20 9 62 101 37 30 OECD 1/1/25 8 69 105 41 34 1/1/30 8 76 104 47 40 0.1 1/1/350.1 7 80 100 52 43OECD 1/1/40 7 84 95 59 48 OECD 0
6 6
North America North America
4
02000
2000
2020 2020
2040 2040
Europe Europe
Latin America Latin America
Middle East Middle East
Rest of world Rest of world
2010 2025 2040 2010 2025 2040
2010 2025 2040 2010 2025 2040
2010 2025 2040 2010 2025 2040
2010 2025 2040 2010 2025 2040
4
2 2
0
utlook for Het volledige ‘O kan worden t Energy’ rappor n: gedownload va nmobil.com http://www.exxo
Oil
Heavy duty transportation demand100by region Heavy duty transportation demand by region Millions of oil-equivalent barrels per day
Data as of 09/27/2012
0 2010
2025 2040 2010 2025 2040
2010 2025 2040 2010 2025 2040
Hoewel aardgas in 2040 een grotere rol zal spelen als brandstof voor transport, blijft het slechts een klein deel uitmaken van de wereldwijde brandstofmix voor transport: 4% in 2040, in vergelijking met 1% in 2010. De twee belangrijkste markten voor aardgas voor transport zijn zwaar transport en zeetransport. In 2040 voorziet gas in ongeveer 6% van de totale brandstofvraag Heavy duty transportation demand by region Heavy duty transportation intensity voor zwaar In de wereldwijde zeevrachtsector neemt aardgas ongeveer 8% vanHeavy de vraag zijn rekening. Heavy verkeer. duty transportation demand by region dutyvoor transportation intensity Millions of oil-equivalent barrels per day Millions of oil-equivalent barrels per day 10 10
Asia Pacific Asia Pacific 8 8
Oil-equivalent barrel per thousand dollars of GDP Oil-equivalent barrel per thousand dollars of GDP 0.3 0.3
0.2 0.2
Non OECD Non OECD
16 Reflex NR 2 2013
POLITIEK BEZOEK
ExxonMobil zoekt graag de dialoog met de politiek op. Zowel in België als in Nederland vinden regelmatig uitwisselingen plaats met politici van nationale en Europese overheden. Vaak levert dat interessante discussies en nieuwe gezichtspunten op.
Blik achter de schermen PvdA-politici bezoeken raffinaderij in Rotterdam De competitiviteit van de Europese raffinagesector, externe veiligheid en de beschikbaarheid van voldoende technisch personeel: het waren slechts enkele van de onderwerpen die aan de orde kwamen tijdens het bezoek van Europarlementariër Judith Merkies en Tweede Kamerlid Jan Vos aan het raffinaderij- en chemiecomplex in Rotterdam, begin maart. Beide leden van de Partij van de Arbeid (PvdA) namen – na een uitgebreide introductie op kantoor – deel aan een rondleiding per fiets over het complex. De onderhoudsstop die op dat moment gaande was, bood een goede aanleiding om het stringente veiligheidsbeleid van ExxonMobil uit de doeken te doen. Daarnaast toonden Merkies en Vos (binnen hun partij verantwoordelijk voor energie- en klimaatkwesties) zich onder de indruk van de energie-efficiëntie die ExxonMobil in Rotterdam bereikt, door de integratie van raffinaderij en chemisch complex.
Judith Merkies en Jan Vos samen met raffinaderijdirecteur Harro van de Rhee (tweede van links) en Rik Cents, Government Relations Advisor bij ExxonMobil (rechts).
ExxonMobil op stage bij Vlaams parlement Een exclusieve blik achter de schermen van het Vlaamse parlement: daar draaide het om tijdens de jaarlijkse stage voor ondernemers van Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen. Namens ExxonMobil Benelux nam Remko Kruithof, Directeur Public Affairs en Communicatie, dit voorjaar deel aan de stage. De deelnemers waren ieder te gast bij een van de politieke fracties en kregen zo een goed beeld van de interne werking van de betreffende partij. Zo was ExxonMobil te gast bij ‘Groen!’. Daarnaast maakten de deelnemers uitgebreid kennis met parlementariërs, partij- en fractievoorzitters en ministers, en woonden ze diverse commissievergaderingen bij.
Remko Kruithof, directeur Public Affairs en Communicatie, nam namens ExxonMobil deel aan de stage.
BEDRIJFSBEZOEK
Reflex NR 2 2013 17
De Nederlandse Gas & Power Marketing-directie bracht samen met GasTerra een bezoek aan ExxonMobil in Houston en Dallas.
Zakelijke banden aangehaald
Nederlandse gasdelegatie bezoekt Texas Een delegatie van GasTerra en ExxonMobil Benelux bracht in maart een bezoek aan de hoofdkantoren van ExxonMobil in Houston en Dallas. ’Dit was een uitstekende gelegenheid om de reeds lang bestaande relatie en verstandhouding van ExxonMobil met GasTerra en zijn aandeelhouders te versterken’, zegt Joost Van Roost, presidentdirecteur van ExxonMobil in de Benelux.
I
n Houston sprak de Nederlandse delegatie met het managementteam en ExxonMobil’s Gas & Power Marketing President over de Nederlandse gasactiviteiten en over recente ontwikkelingen van ExxonMobil op het gebied van vloeibaar aardgas en onconventioneel gas. ‘Aan de hand van voorbeelden uit de Verenigde Staten hebben we laten zien waarom ExxonMobil de ontwikkeling van onconventionele gasbronnen in Europa steunt,’ licht Joost Van Roost toe. ’Vanuit Europees oogpunt is het intrigerend om te zien hoe dynamisch de Amerikaanse markt is’ zei Gertjan Lankhorst, CEO van GasTerra. In 2008 werd er nog nauwelijks gesproken over schaliegas , maar in 2013 zijn de Amerikaanse vooruitzichten voor zowel de olie- als gasproductie dankzij onconventionele technologie drastisch toegenomen. In Dallas bezocht de delegatie het Upstream Research Center van ExxonMobil. Hier kreeg de groep uitleg over de technologische capa-
citeiten en technische ondersteuning van ExxonMobil voor het gasveld in Groningen. ExxonMobil heeft een belang van 25% in GasTerra. Daarnaast is 50% eigendom van de Nederlandse staat en 25% van Shell. GasTerra verkoopt dagelijks ongeveer 226 miljoen kubieke meter aardgas. Dit gas wordt grotendeels gekocht van de NAM. GasTerra begon in 1963 met de verkoop van aardgas. ‘ExxonMobil en GasTerra kijken ernaar uit om in oktober hun 50-jarige succesvolle samenwerking te vieren’, aldus Alex van Veldhoven, Netherlands Joint Venture Lead bij ExxonMobil. ■
Op 8 juli brengen de Nederlandse en Vlaamse eerste ministers Marc Rutte en Kris Peeters een bezoek aan ExxonMobil in Texas. Dit in het kader van de gezamenlijke handelsmissie.
18 Reflex NR 2 2013
MALARIABESTRIJDING
Acties voor jubilerende hulporganisatie Drive Against Malaria
Kwart eeuw strijd tegen malaria In juni 1988 vertrok David Robertson vanuit Engeland naar Afrika voor zijn eerste malariacampagne. Sinds 1999 wordt hij bijgestaan door Julia Samuël. In de afgelopen 25 jaar heeft 'zijn' hulporganisatie Drive Against Malaria, samen met honderden lokale vrijwilligers, ruim 180 projecten in Afrika opgezet in de strijd tegen malaria.
Reflex NR 2 2013 19
E
xxonMobil ondersteunt wereldwijd een groot aantal initiatieven en projecten om de verspreiding van malaria tegen te gaan. Sinds 2000 droegen we meer dan 111 miljoen dollar bij en bereikten we met projecten en activiteiten meer dan 66 miljoen mensen. Drive Against Malaria (DAM) is een van de organisaties die op de steun van ExxonMobil kan rekenen. De DAM-medewerkers bezoeken geïsoleerde gebieden in Afrika waar geen andere organisaties actief zijn. Juist daar vormt malaria een ernstige bedreiging voor het leven en de gezondheid van vooral kwetsbare kinderen. DAM beperkt zich niet alleen tot de distributie van preventieve muskietennetten, maar schenkt ook aandacht aan zaken als malariabehandeling, training voor de lokale bevolking, en het vormen van lokale behandelteams. De hulpverlening vindt vaak plaats onder zeer moeilijke omstandigheden, waarbij de medewerkers niet zelden ook zelf gevaar lopen. De strijd tegen malaria werpt zijn vruchten af: sinds 1988 daalde het aantal dodelijke slachtoffers van ruim 1 miljoen tot 660.000. Gerichte campagnes en acties blijven echter nodig om het aantal slachtoffers verder terug te dringen.
Extra donatie ExxonMobil Benelux greep ook dit jaar Wereld Malaria Dag (25 april) aan om het bewustzijn rond malaria te vergroten. Zo liepen, voor het derde jaar op rij, meer dan 150 medewerkers mee tijdens de Antwerp 10 Miles. De opbrengsten van deze sponsorloop komen geheel ten goede aan Drive Against Malaria. Vanwege het 25-jarig bestaan van Drive Against Malaria wilde ExxonMobil daarnaast nog iets extra’s doen. In april en mei werd daarom op diverse Esso-tankstations in Nederland en België een donateursactie voor Drive Against Malaria gehouden. Met posters, flyers en ander promotiemateriaal brachten de medewerkers de noodzaak van malariabestrijding onder de aandacht van klanten. Daarnaast was er een verkoopactie voor ruitenwisservloeistof, waarbij een gedeelte van de opbrengst eveneens ten goede komt aan DAM. Binnenkort wordt bekendgemaakt welk bedrag ExxonMobil de Drive Against Malaria kan overhandigen. ■
PANORAMA
20 Reflex NR 2 2013
NIEUWS
Opening duurzaam GasTerra-kantoor met koninklijk tintje
Foto’s: Jan Welling
Koning Willem-Alexander opende begin april (nog als kroonprins) het nieuwe duurzame hoofdkantoor van GasTerra*. Het gebouw in de binnenstad van Groningen is volledig gerenoveerd en voldoet nu aan de hoogste eisen op het gebied van duurzaamheid en energieefficiëntie.
Het voormalige pand van ANB Amro stamt uit de jaren tachtig. GasTerra wil dat het pand aan de top staat wat betreft energie-efficiëntie. Daartoe werd met de eigenaar, Triodos Vastgoed, een zogeheten green lease overeengekomen. Daarbij wordt de hogere huur als gevolg van de investeringen in verduurzaming op termijn gecompenseerd door de lagere energiekosten. In dat kader werden onder meer een warmteterugwininstallatie, zonnepanelen, led-verlichting en een warmtepomp geïnstalleerd. Maar niet alleen het energiegebruik van het gebouw is aangepakt. Zo heeft het kantoor een beperkt aantal parkeerplaatsen. Daarmee stimuleert GasTerra alle medewerkers en bezoekers om voortaan te voet, per fiets of met het openbaar vervoer te komen. Nieuw is ook dat niemand meer een eigen werkplek heeft. Er is voor een volledig open en flexibele werkomgeving gekozen. ■ * ExxonMobil is samen met de Nederlandse Staat en Shell aandeelhouder van GasTerra.
Lubes Plant Pernis gaat over naar dubbelwandige barges Met de ingebruikname van vier dubbelwandige barges verhoogt de smeeroliemengfabfriek van ExxonMobil in Pernis dit jaar zijn capaciteit voor het vervoer van smeermiddelen en brandstoffen. De extra capaciteit is onder meer nodig met het oog op de uitbreiding van de Rotterdamse haven. De reeds in gebruik genomen barges Themis en Zeus hebben een capaciteit van 600 ton; de twee barges die later dit jaar
volgen hebben een capaciteit van 1.200 ton. De schepen zijn voorzien van een hoogwaardige dieselelektrische aandrijving op basis van het nieuwe aandrijf- en besturingssysteem Azipod. De dieselelektrische motoren garant voor minimale emissie en maximaal vermogen. Ook is het schip optimaal wendbaar. Uiteraard voldoen de dubbelwandige barges aan de hoogste veiligheidsstandaarden. ■
Reflex NR 2 2013 21
Joost Van Roost
geëerd met Leopoldsorde President-directeur Joost Van Roost van ExxonMobil Benelux mag zich sinds begin dit jaar Commandeur in de Leopoldsorde noemen. Hij ontving deze hoge Belgische onderscheiding vanwege zijn grote verdiensten en activiteiten binnen de in 1772 opgerichte Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVABWK). De Leopoldsorde – de belangrijkste en hoogste Belgische onderscheiding – werd in 1832 ingesteld door koning Leopold I. Het is, naast de Kroonorde en de Orde van Leopold II, een van de drie nationale Belgische orden. Commandeur is binnen de orde een van de vijf hogere graden. ■
Scholieren bedenken school en stad van de toekomst Warmtewinning uit computerservers. Een klaslokaal met muren van gerecycled materiaal. Scholieren uit Nederland en Vlaanderen bogen zich tijdens nationale Sci-Tech Challenges in Antwerpen en Rotterdam over het bouwen van school van de toekomst. Daarbij moesten ze rekening houden met energie- en afval efficiëntie. De winnaars mochten door naar de Europese finale in Milaan. Ook daar deden ze het goed.
Stad van de toekomst Meer dan 60 middelbare scholieren uit negen Europese landen deden mee aan de Europese Sci-Tech Challenge. Zij kregen 24 uur de tijd om met een product, een schema, een dienst of een innovatie te komen die de energieefficiëntie zou kunnen verbeteren in de stad van de toekomst. Enkele deel nemers uit de Benelux vielen in de prijzen: een Vlaamse scholier won met zijn team het goud met efficiënte ideeën voor een ecologische stad. De derde prijs ging naar een team met zowel een Nederlandse als een Vlaamse deelnemer. De Sci-Tech Challenge is een samenwerkingsproject tussen JA-YE Europe en ExxonMobil. Het doel is om jongeren kennis te laten maken met de carrièremogelijkheden die een technische opleiding biedt. ■
22 Reflex NR 2 2013
VRIJWILLIGERSWERK
ExxonMobil is sterk betrokken bij de maatschappij. Zo steunen we medewerkers die vrijwilligerswerk doen. Veel voormalige managers blijven of worden na hun pensionering actief binnen vrijwilligersorganisaties. Zo zet Marc Van Eeckhoudt (62) zich tegenwoordig, na een indrukwekkende carrière die hem door vele geledingen van ExxonMobil voerde, in voor TEJO. Bij deze vrijwilligersorganisatie kunnen Antwerpse jongeren met psychische problemen terecht voor laagdrempelige, kostenloze en anonieme hulp.
Marc Van Eeckhoudt zet zich in voor Therapeuten
‘Iets terugdoen
I
n 34 jaar tijd liet de economisch geschoolde Marc Van Eeckhoudt in diverse managementfuncties een indrukwekkend spoor na binnen de wereldwijde ExxonMobil-organisatie. De rode draad in die loopbaan, die hem naar onder meer Connecticut, Virginia, Praag en Houston voerde: het voortdurend zoeken naar optimalisatiemogelijkheden. ‘Toen ik begon, in 1977, vormden de verschillende ExxonMobil-regio’s nog grotendeels aparte eilandjes binnen het grotere geheel. In diverse functies heb ik me vanaf het begin ingezet voor een grotere doelmatigheid en het efficiënter maken van het kenniswerk binnen bestaande processen en structuren. Zo hanteerde eind jaren zeventig vrijwel elke afdeling nog haar eigen computersysteem. Wij hebben de diverse systemen vergaand geïntegreerd: eerst op regionaal, later op mondiaal niveau. Ook globale contracten hebben we gestandaardiseerd. We wilden voorkomen dat we wereldwijd steeds weer het wiel opnieuw moesten uitvinden.’ Als General Manager Business Support Centers in onder meer Praag had Van Eeckhoudt later in zijn loopbaan de leiding over de verschuiving van enkele duizenden ondersteunende functies naar Oost-Europa, Latijns-Amerika en Azië. ‘Uiteraard speelden economische motieven een rol, maar we kozen ook bewust voor een globale herverdeling van kansen, werk en inkomens. Daarbij hadden we steeds oog voor wat er zou gebeuren met de mensen die de functie bekleedden. Gelukkig slaagden we erin voor vele mensen een goede toekomst te organiseren.’
Gesprekken Zijn laatste functie binnen ExxonMobil (die van General Manager Workplace Optimisation) bracht Van Eeckhoudt uiteindelijk, vlak voor zijn pensioen, terug naar België. Plannen voor verre reizen en museumbezoek, na zijn pensionering in 2011, verdwenen echter alweer snel naar de achtergrond. ‘Tijdens mijn loopbaan al wilde ik
Marc Van Eeckhoudt bestuurslid
iets terugdoen voor de samenleving. Toen ik enkele jaren geleden een interview las met initiatiefneemster Ingrid De Jonghe van TEJO, sprak mij dat meteen aan. Deze op vrijwilligers drijvende organisatie biedt – gratis en anoniem – korte, oplossingsgerichte begeleiding aan jongeren tussen 10 en 20 jaar die kampen met psychische problemen. Bij TEJO kunnen zij terecht voor een aantal gesprekken met jeugdtherapeuten.’
Reflex NR 2 2013 23
voor Jongeren (TEJO)
voor de samenleving’ op ons.’ Het werk van de organisatie is geen overbodige luxe, benadrukt Van Eeckhoudt. ‘De reguliere hulpverlening voor jongeren met psychische problemen in België kampt met lange wachtlijsten. Bovendien is de drempel voor veel jongeren om hulp te zoeken behoorlijk hoog. Terwijl je ziet dat jongeren vaak al flink geholpen zijn met een korte reeks van vier of vijf gesprekken. TEJO helpt hen, op een heel laagdrempelige manier, om de weg naar boven weer te vinden. En in de enkele gevallen waar dat niet afdoende blijkt, verwijzen we hen door naar de reguliere hulp verlening.’
Laagdrempelig Jonge mensen worstelen met diverse problemen, ziet Van Eeckhoudt. ‘De jongeren die bij ons aankloppen zijn vaak op de een of andere manier slachtoffer geworden van hun omgeving. Ze komen bijvoorbeeld uit gebroken gezinnen, met alle gevolgen van dien. Ook allochtone jongeren van de tweede of derde generatie die worstelen met hun identiteit, doen regelmatig een beroep
Social franchising Inmiddels is Van Eeckhoudt secretaris van de Raad van Bestuur en lid van het Dagelijks Bestuur van TEJO. In hoeverre ziet hij parallellen met zijn werk voor ExxonMobil? ‘De materie is uiteraard geheel anders. De afgelopen jaren heb ik een wereld leren kennen waarvan ik het bestaan nooit vermoed had. Tegelijkertijd speelt doelmatigheid ook hier een grote rol. Met TEJO leveren we een bijdrage aan het stroomlijnen en efficiënter maken van de psychische eerstelijnszorg. Uiteraard beperkt de problematiek die TEJO aanpakt zich niet tot de regio Antwerpen. Daarom willen we een social franchising-concept gaan uitrollen. Gezien onze goede ervaringen met de aanpak in Antwerpen, zijn we ervan overtuigd dat ook andere regio’s hun voordeel kunnen doen met dit concept. Langs diverse wegen proberen we nu mensen elders in het land te enthousiasmeren én te voorkomen dat ze opnieuw het wiel gaan uitvinden. Mijn enorme drive voor efficiency komt mij dus ook nu weer goed van pas.’ ■ Kijk voor meer informatie op www.tejo.be en http://vimeo.com/63394577.
24 Reflex NR 2 2013