Aardewerk en porselein
met de tijd mee
Nederlandse Vereniging van Vrienden van Ceramiek en Glas
De Nederlandse Vereniging van Vrienden van Ceramiek en Glas vierde onlangs haar zestigjarig bestaan met een symposium in het Gemeentemuseum in Den Haag. Nadenkend over een thema voor de feestelijkheden realiseerde bestuurslid Jan Willem Put zich dat het verzamelen zelf nooit een onderwerp was geweest. Hij is sinds vijfjaar hoofdredacteur van het verenigingstijdschrift Vormen uit Vuur en als zodanig ook lid van het bestuur. 'We besloten in ons blad een serie te maken over de verzamelingen van leden en het symposium te wijden aan het verzamelen. Daar hebben we het eigenlijk zelden over in de vereniging; de artikelen in Vormen uit Vuur zijn meestal wetenschappelijk van aard en gaan over deelaspecten van de geschiedenis van keramiek en glas.' In het jubileumjaar komt in elk nummer van het kwartaalblad Vormen uit Vuur een lid aan het woord. Verzamelaar Hans van Rossum bijt het spits af; hij wordt geÏnterviewd over zijn verzameling Romeins glas. Aan de enorme breedte van het vakgebied te oordelen kan het een heel verrassende serie worden, met de meest uiteenlopende objecten. Oorspronkelijk was men echter vooral op Nederland georiënteerd. Het beginpunt van de vereniging ligt in 1952, wanneer in het Amsterdamse Museum Willet-Holthuysen een expositie wordt georganiseerd van achttiende-eeuws Nederlands porselein. Of liever gezegd: van porcelein, zoals de spelling toen nog luidde. De organisatie is in handen van Otto Meyer, conservator van de gemeentemusea in Amsterdam. Porselein uit de achttiende eeuw is onbekend en niet populair, maar als Meyer gaat zoeken blijken er toch verzamelaars te bestaan met een collectie, Ook blijkt er nog wel iets te vinden in diverse Nederlandse musea. Meyer pleit ervoor dat er ook een catalogus verschijnt. Tijdens de maanden van geregel die hieraan vooraf gaan komen de verzamelaars en museummedewerkers met elkaar in contact, De catalogus verschijnt, de tentoonstelling opent de deuren en een jaar later richten de betrokkenen de Vereniging van Vrienden van Nederlandse Ceramiek op, want men vindt een focus op slechts porselein te benauwend. Er komt een blad, het Mededelingenblad, dat eruit komt te zien als de catalogus die men net heeft gemaakt. Statutenwijziging Veel is er sindsdien veranderd, en niet alleen in de spelling van 'ceramiek' en 'porcelein'. Gaandeweg verschijnen er in het Mededelingenblad ook artikelen over keramiek uit het buitenland. In 1979 leidt dit tot de 'heroprichting' van de vereniging met een iets gewijzigde naam; vanaf dat moment is men lid van de Nederlandse Verenging van Vrienden van Ceramiek. In 1992 komt na een statutenwijziging het verzamelen van glas ook in de naam terecht, vertelt voorzitter Robert Fock. 'Dat lag voor de hand. Veel keramiekverzamelaars verzamelen ook glas. In veel musea worden keramiek en glas ook gezamenlijk tentoongesteld. En het zijn beide zowel sier- als gebruiksvoorwerpen.' Sindsdien heet de vereniging voluit De Nederlandse Vereniging van Vrienden van Ceramiek en Glas. Kleinkinderen Wat doet deze vereniging Veel, benadrukken Fock en Put. Het kroonjaar is in zoverre bijzonder dat er onlangs een symposium plaatsvond en in november een tweede grote gebeurtenis plaatsvindt, waarin verzamelaars met hun kinderen en kleinkinderen welkom zijn. In het algemeen organiseert men twee keer per jaar een excursie naar een interessante plek in Nederland. De meest recente excursie voerde naar het Rijksmuseum, kort na de heropening in april. Circa 120 leden bezochten een lezing in Hotel Americain over de restauratie van keramiek en liepen mee met de rondleiding die drie conservatoren van het museum verzorgden. Onlangs bezochten leden van de vereniging het Lalique Museum in Doesburg, en wanneer de Lalique tentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum opent, organiseert de vereniging een excursie. De meest recente buitenlandse reis ging naar Keulen en DÜsseldorf. In Keulen was een bijzondere Meissen tentoonstelling te zien, en in DÜsseldorf staat een groot keramiekmuseum. Voor de leden zijn de excursies een gelegenheid om andere verzamelaars te ontmoeten en allerlei nieuwtjes en informatie uit te wisselen. Onderscheidend is het
wetenschappelijk karakter van de publicaties. De professionals in de vereniging kunnen hun wetenschappelijke teksten publiceren in Vormen uit Vuur, maar ook voor leden zonder academische achtergrond in de kunstgeschiedenis, archeologie of erfgoedbeheer staat deze mogelijkheid open. Op de website van de vereniging is het inmiddels zestig jaar teruggaande verenigingsblad ontsloten. Dit register vormt voor de liefhebber een unieke bron van soms zeer specialistische kennis. Incidenteel bekijken de leden elkaars verzamelingen thuis, maar aangezien de meeste leden niet in museale omstandigheden wonen gebeurt dat niet zo vaak en dan slechts in klein gezelschap. In tegenstelling tot sommige andere verzamelaarsorganisaties bezit de Nederlandse Vereniging van Vrienden van Ceramiek en Glas geen museale collectie. Leden hebben in de loop der jaren schenkingen gedaan aan musea, of objecten in bruikleen gegeven, maar tot een gemeenschappelijke collectie kwam het niet. Dit is gezien de enorme breedte van het onderwerp misschien ook niet mogelijk. Verjonging Goed nieuws! De vereniging telt 700 leden en is gestaag aan het verjongen. Elk jaar komen er zo'n 40 nieuwe leden bij. Onlangs meldde zich een lid van 21. De gemiddelde leeftijd van het bestuur is 45; de redacteuren van Vormen uit Vuur zijn gemiddeld 35 jaar oud. Sommige leden richten zich op een zeer specifiek verzamelgebied en wijken daar niet van af, anderen zijn generalist. Zowel vrouwen als mannen zijn lid, maar er zijn ook echtparen lid van wie beide partners verzamelen. Jongere leden zijn vaak generalist. De vereniging kent geen aparte subgroepen of vak- groepen voor bepaalde verzamelgebieden. Dit heeft een inhoudelijke oorzaak: de belangstellingssferen overlappen. Een lid kan Deens keramiek verzamelen van rond 1900, en getroffen worden door de overeenkomsten met achttiende-eeuws Japans keramiek. Vervolgens wordt de Japanse keramiek ook zijn verzamelobject. Er zijn lijnen te trekken tussen hedendaagse keramiek en oude Chinese keramiek, die iemand ertoe aan kunnen zetten om zich op beide verzamelgebieden te richten. Delfts Interessant genoeg blijkt er niet echt sprake te zijn van heldere trends in het verzamelgedrag van de leden. Voorzitter Fock en hoofdredacteur Put benadrukken dat dit ook niet kan, het onderwerp is te breed. Ze kunnen er wel iets over zeggen. Delfts Blauw was een tijdje uit beeld, aangezien alles wat erover bekend is, al is gerubriceerd en gepubliceerd. Aan publicaties in Vormen uit Vuur over Delfts was weinig behoefte - het onderzoek was af en de verzamelaars wisten hun informatie wel te vinden. Tegenwoordig zit de belangstelling voor Delfts weer in de lift: hedendaagse ontwerpers maken nieuw en spannend werk in opdracht, en dat opent perspectieven voor verzamelaars en publicaties. Volgens Fock en Put is er in het algemeen sprake van een verschuiving in waardering, die te maken heeft met de voortschrijdende tijd. Een object dat een generatie geleden als weerzinwekkende wansmaak werd beschouwd die zo snel mogelijk de vuilnisbak in moest, hervindt waardering als er voldoende tijd is verstreken. Heeft dat wellicht iets met nostalgie te maken, zodat vijftigers de glazen waar ze als kind uit hebben gedronken, uit sentimentele overwegingen gaan verzamelen? Fock en Put menen van niet. Het gaat om verschuivende interpretaties van kwaliteit. Fock: 'Alles wat een hoge kwaliteit heeft, belandt uiteindelijk in de Canon. Zo is er nu een herwaardering aan het ontstaan is voor Meissen porselein. Het kan je smaak niet zijn, maar het heeft wel een hoge en constante kwaliteit. Die verloochent zich niet.' Verkooppunten Hoofdredacteur Jan Willem Put heeft een reclame- en marketingbureau in Bussum. Hij vertelt: 'Toen ik vijf jaar geleden werd gevraagd om de hoofdredactie van Vormen uit Vuur over te nemen, heb ik er bij het bestuur op gehamerd dat de vereniging met de tijd moet meegaan. Ik heb gekeken naar de exploitatie van Vormen uit Vuur. Een van de vernieuwingen waar we over praten is het idee om het blad te verkopen op een beperkt aantal verkooppunten, bijvoorbeeld in de museumwinkels.' Het aanbod van artikelen is ook enigszins aangepast. Elk nummer bevat in elk geval artikelen over onderwerpen uit de vier basiscategorieën oud en modern glas en oude en moderne keramiek, Een lid met een bijzondere verzameling kan vroeger of later het verzoek verwachten om een artikel te schrijven. Zo komt er binnen afzienbare tijd een stuk tot stand over de verzameling art deco glas van verzamelaar Lennart Booij. Een redacteur wordt eventueel aan een schrijver gekoppeld. Hiernaast is er ruimte voor een iets minder wetenschappelijke inbreng. Put: 'Ik wil een nuance in de bandbreedte aanbrengen van onderwerpen en de vorm waarin artikelen zijn gegoten. Ter gelegenheid van ons zestigjarig jubileum portretteren we nu in elk nummer de collectie van een verzamelaar. Dat gebeurde voorheen niet.' Onder zijn leiding is er meer aandacht voor
advertentiewerving, bijvoorbeeld onder galeries die keramiek en glas verkopen. Het is niet de enige modernisering in de relatie tussen vereniging, blad en leden. 'Ter gelegenheid van de vorige excursie hebben we een taxatiemiddag georganiseerd, een soort Tussen Kunst en Kitsch, waar leden hun objecten konden laten taxeren door Rob Driessen en Jan Pieter Glerum Dit was een groot succes.' Een andere strategische beslissing is de jaarlijkse stand op de Verzamelaarsjaarbeurs in Utrecht. Oude en nieuwe leden komen daar kennis maken. Andere leden treffen elkaar op de Facebookpagina van de vereniging. Fetishbeeld: Zelf verzamelt Jan Willem Put Afghaanse en Pakistaanse archeologische keramiek, Afrikaanse etnografica en werk van de kunstenaars van de Nul-groep. 'Hoe begin je te verzamelen? Als jongetje zoek je schelpjes op het strand, en de mooiste neem je misschien mee naar huis. Ik leg het beginpunt van mijn verzameling bij het moment dat mijn vriendin mij vertelde dat zij een vakantie naar Afrika voor ons had geboekt, naar Kenia. He bah, Afrika, gedoe en hitte, dacht ik. Maar na twee dagen in Kenia was ik gegrepen door het continent. De geuren, de geluiden, de sfeer, de natuur... ik was verkocht. Ik heb daar een fetishbeeld gekocht bij een handelaar die me bezwoer dat het authentiek was, en na thuiskomst ben ik op zoek gegaan naar meer. Ik liet mijn aankoop zien aan een handelaar, die me meewarig aankeek en een boek in handen drukte met de woorden: 'Ga dit eerst maar eens lezen en kom dan terug'. Dat heb ik gedaan, en inmiddels groeit mijn verzameling gestaag. Gaandeweg zijn mijn specialisaties ontstaan en heb ik bepaalde aankopen ook weer weggedaan. Maar mijn eerste Afrikaanse aankoop heb ik nog steeds thuis. Hij blijft.' Put koopt vooral bij handelaren in Brussel. Het Afghaanse keramiek uit de periode duizend voor Christus tot circa duizend nÁ is heel bijzonder. 'Je kunt daar helemaal los in gaan.' Put publiceerde inmiddels over zijn verzameling Pakistaans keramiek in Vormen uit Vuur. Over een relatief nieuw aandachtsgebied, gezichtsvazen uit Nieuw-Guinea, wil hij binnenkort een artikel schrijven. Theeserviezen Robert Fock werd bij de meest recente ledenvergadering gekozen tot voorzitter van de vereniging. Hij zat hiervoor al twee jaar in het bestuur, Hij houdt zich in het dagelijks leven o.a. bezig met de import van fair trade relatiegeschenken. In dit kader maakt hij afspraken met allerlei glasblazers, houtbewerkers en andere ambachtslieden in met name Aziatische landen. Het praten over vormgeving ligt in het verlengde van zijn verzameling. 'Hoe het bij mij begon? Ik liep een keer op Koninginnedag over de vrijmarkt in Amsterdam en zag een kopje staan met een oranje oortje. Dat heb ik gekocht. In een winkel zag ik een tijd later een soortgelijk kopje, iets anders van vorm, maar ook met een oranje oor. En ergens anders nog eens. Zo breidde mijn verzameling van kopjes met een oranje oor zich uit, Ik begon me in de achtergronden te verdiepen. Mijn verzamelobject is Maastrichts art deco aardewerk, uit de periode 1920-1937. Ik heb me gespecialiseerd in theeserviezen, aangezien je bij een theeservies te maken hebt met gebruiksvoorwerpen die ieder een andere functie en daarom een andere vorm hebben: de theepot, het melkkannetje, het suikerpotje en een theekop. In een theeservies zie je vormgegeven hoe deze afzonderlijke stukken met elkaar te maken hebben. De vormgever heeft hierover moeten nadenken; de afzonderlijke objecten vormen samen één servies. Voor andere serviezen geldt dit minder: het ene ontbijtbord verschilt in vormgeving niet van het andere.' 'In de jaren twintig bestond er op dit verzamelgebied een duidelijk verschil tussen de modernistische smaak van de elite en het meer traditionele serviesgoed dat en masse werd geproduceerd. Ik ben geÏnteresseerd in de periode exact hierna, toen het werk van modernistische ontwerpers in grotere oplagen op de markt kwam en bereikbaar werd voor kopers met een smallere beurs. In de jaren dertig zijn er in Maastricht prachtige theeserviezen gemaakt, in massaproductie. Je kon voor twee gulden negentig een servies kopen. Sphinx, de bekende Fabriek, produceerde in 5, 6 jaar meer dan veertig verschillende serviezen! En niet in kleine oplagen, maar tot honderdduizend stuks! Dat er zo weinig exemplaren bewaard zijn gebleven, komt omdat de smaak na de oorlog zo radicaal veranderde. Art deco serviezen verdwenen. Mensen vonden ze niet langer de moeite waard en deden ze weg.' 25 jaar Fock zocht op beurzen, op veilingen en via Marktplaats naar het jaren dertig serviesgoed. Vormen uit Vuur benaderde Uitgeverij Waanders voor een monografie. Met de publicatie van Maastrichtse serviezen 1917-1937 rondde hij 25 jaar verzamelen af. 'Vervolgens heb ik van mijn verzameling langzaam ook weer afscheid genomen. Ik heb een deel van mijn verzameling geschonken aan musea, en een deel verkocht. Nu verzamel ik alleen nog kennis.' Verzamelen kan niet zonder interesse voor het verleden. Robert Fock: 'Ik interesseer me voor de industriële geschiedenis. Hoe ontstaat vormgeving voor een groot publiek? Het heeft iets
emanciperends.' Jan Willem Put: 'Ik heb objecten gezien uit Pakistan, gedateerd op 2500 jaar voor Christus. Heel fijne keramiek, flinterdun, van een adembenemende schoonheid. Ik wil het verhaal erachter leren kennen, wie de mensen waren die zoiets moois konden maken.' www.vormenuitvuur.nl
AXA Art defining / art insurance Het op deze pagina's afgedrukte artikel over de Nederlandse Vereniging van Vrienden van Ceramiek en Glas is een onderdeel van een serie over verenigingen van verzamelaars. Er zijn voor deze serie een twaalftal verenigingen geselecteerd die passen binnen het concept van ORIGINE. Deze serie wordt mede mogelijk gemaakt door AXA Art, internationaal verzekeraar van kunst, antiek en design voor zowel particulieren, galerieën, kunsthandelaren, veilingen en musea. AXA Art is tevens hoofdsponsor van de TEFAF, Maastricht.
Musea in Nederland Keramiekmuseum Princessehof, Leeuwarden Nationaal Glasmuseum, Leerdam Gemeentemuseum, Den Haag Rijksmuseum, Amsterdam Prinsenhof, Delft Historisch Museum, Arnhem Museum, Gouda Groninger Museum Tegelmuseum Otterlo Stedelijk Museum, 's Hertogenbosch Keramiekcentrum Tiendschuur, Tegelen Keramisch Museum Goedewaagen, Nieuw Buinen Boeken Keramiek
* Marion Van Aken-Fehmer,Titus Eliens en Suzanne Lambooy, Het wonder van Delfs blauw/Delftware WonderWare, Den Haag/Zwolle 2012 128 pp ca 100 foto's in kleur, € 17,95, ISBN 9789491196348
* Christiaan JA Jörg, Famille verte, Chinese Porcelain in green Enamels, Groningen/Schoten(B) 2011 gebonden 191 pp ISBN 978- 908586- 589- 6, € 29,50
* Robert Aronson, Birte Abraham, In the Eye of the Beholder. on Dutch Delftware, Amsterdam 2011, 128 pp., ISBN 978-90782-03-0. €35- verkrijgbaar via internet: shop.aronson.com
* Menno Fitski, Kakiemon Porcelain: A Handbook, Leiden 2011, paperback 24,5 x 9 cm, 176 pp., 236 illustraties, ISBN 978 908 72 8126 7, prijs € 69,95, US$ 59. Tekst in Engels. ,
* Adri van der Meulen en Paul Smeele, De pottenbakkers van Gouda (1570-1940) en hun betekenis voor de Nederlandse keramiek, Primavera Pers Leiden, 296 pagina's, gebonden ISBN 978-90-5997-129-5, € 39,50
* Joop Nobel, kunstaardewerkfabriek Regina- Gouda (1917- 1979), Gouda 2012, 176 pagina's gebonden, € 18,95
* Johan Kamermans, Het Tegel boek. Hoogtepunten uit het Nederlandse Tegelmuseum, Zwolle 2011, ISBN 978-90-400-7770-8, 288 pagina's, gebonden, € 19,95
Boeken glas
* Joan Temminck, Laurens Geurtz, Job Meihuizen (red.), Copier Compleet - Het oeuvre van A.D. Copier (1901- 1991), Rotterdam 2012, 512 pagina's ISBN 978-90-5662-832-1, € 59,50
* Kitty Laméris, A collection of filigrana glass, Amsterdam 2012, 120 pp., afbeeldingen in kleur en zwart/wit, Engels, verkrijgbaar via Frides Laméris Art and Antiques.
* Lennart Booij, Lalique in Nederland, Wezep 2013, 224 pp., ISBN: 978 90 78964 42 1, € 45,-
* Christiaan J.A Jörg, Famille Verte, Chinese Porcelain in Green Enamels, Groningen/Schoten(B) 2011, gebonden, 191 pp, ISBN 978-908586-589-6, € 29,50