1
AANVULLING NAAMLOZE VENNOOTSCHAP HAVO HOOFDSTUK 2 1. SOORTEN AANDELEN Aandelen zijn eigendomsbewijzen van een nv of bv. Naast gewone aandelen zijn er preferente aandelen. De aandeelhouders die preferente aandelen bezitten, krijgen een voorkeursbehandeling op een bepaald gebied. Die voorkeursbehandeling kan betrekking hebben op drie terreinen: 1. de uitkering van het dividend; 2. de uitkering bij liquidatie van de nv en 3. de zeggenschap. Preferentie met betrekking tot de uitkering van dividend Bezitters van preferente aandelen krijgen bij een dividenduitkering voorrang op de gewone aandeelhouders. Bij de uitgifte van deze aandelen wordt een bepaald percentage vastgesteld dat deze aandeelhouders altijd krijgen als er winst beschikbaar is voor een dividenduitkering. Wanneer een nv 10% preferente aandelen heeft uitgegeven met een nominale waarde van € 100,- dan krijgen de bezitters van deze aandelen altijd 10% van € 100,- ofwel € 10,- per aandeel uitgekeerd als dividend. Bovendien krijgen zij het dividend altijd uitgekeerd voordat de gewone aandeelhouders iets krijgen, ze krijgen echter nooit meer dan 10% terwijl de gewone aandeelhouders in goede tijden meer dan 10% kunnen krijgen. De preferente aandeelhouders hebben dus meer zekerheid. OPDRACHT 1:
Stel een nv heeft 1.000 gewone aandelen en 1.000 5% preferente aandelen geplaatst. De nominale waarde van beide soorten aandelen is € 1.000,- per aandeel. De nettowinst van de nv is € 100.000,-. Hiervan wordt € 40.000,gereserveerd en de rest is beschikbaar voor dividenduitkering aan de aandeelhouders. 1. Hoeveel dividend is er beschikbaar voor alle aandeelhouders? 2. Hoeveel dividend krijgt een preferente aandeelhouder op een aandeel? 3. Hoeveel dividend krijgt een gewone aandeelhouder op een aandeel? 4. Wie krijgt er het meest, de gewone of de preferente aandeelhouder en waarom? 5. Noem een voor- en een nadeel van een preferent aandeel voor de belegger. 6. Noem een voor- en een nadeel van een preferent aandeel voor de nv.
Preferentie bij de liquidatie van de nv Wanneer een nv failliet gaat moeten eerst de schulden betaald worden. Indien er na de aflossing van de schulden nog iets overblijft, wordt dit verdeeld onder de aandeelhouders. Preferente aandeelhouders hebben altijd voorrang op gewone aandeelhouders, dat betekent dat zij eerst hun geld terug krijgen. Preferentie met betrekking tot de zeggenschap De voorkeursbehandeling met betrekking tot de zeggenschap wordt gerealiseerd door de uitgifte van prioriteitsaandelen. Houders van prioriteitsaandelen mogen de directie en de Raad van Commissarissen benoemen en hebben dus meer zeggenschap dan gewone aandeelhouders. Naast de gewone en de preferente aandelen zijn er nog de zogenaamde oprichtersbewijzen. Dit zijn een soort 'aandelen' zonder nominale waarde, zonder beursnotering en zonder zeggenschapsrechten die aan de oprichters van een nv gegeven worden voor bewezen diensten. Oprichtersbewijzen geven recht op een aandeel in de nettowinst en zijn daarom eigenlijk een soort dividendbewijzen.
Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
2
Aandelen kunnen op naam staan dan wel aan toonder luiden. Aandelen op naam zijn aandelen waarop de naam van de aandeelhouder staat. Wanneer een aandeelhouder zijn aandelen nog niet volgestort (nog niet betaald) heeft dan staan deze aandelen altijd op naam omdat de nv in zo'n geval natuurlijk moet weten van wie ze nog geld moet krijgen. Aandelen aan toonder zijn aandelen waarop de naam van de aandeelhouder niet vermeld staat. De bezitter van het aandeel kan stemrecht uitoefenen, dividend innen enzovoorts. Certificaten zijn aandelen waar geen zeggenschapsrechten aan ontleend kunnen worden. OPDRACHT 2:
1. Leg uit waarom prioriteitsaandelen altijd op naam zullen staan. 2. Leg uit waarom oprichtersbewijzen altijd op naam zullen staan. 3. Noem een voor- en een nadeel van prioriteitsaandelen voor de belegger. 4. Noem een voor- en een nadeel van prioriteitsaandelen voor de nv.
2. HET DIVIDENDPERCENTAGE Het deel van de nettowinst dat beschikbaar is voor de aandeelhouders wordt dividend genoemd. De nv of bv is verplicht om 15% dividendbelasting in te houden op het dividend. Het dividend vóór aftrek van de dividendbelasting wordt het brutodividend genoemd, terwijl het dividend na aftrek van de dividendbelasting nettodividend heet. Het nettodividend krijgt de aandeelhouder in handen. Nettodividend = brutodividend - dividendbelasting Wanneer men in dagbladen of jaarverslagen spreekt van dividend, heeft men het altijd over brutodividend. Wanneer er in de krant staat dat een nv € 2,- dividend uitkeert op een aandeel met een nominale waarde van € 20,- dan is deze twee euro bruto. Netto ontvangt de aandeelhouder € 1,70 (€ 2,- minus 15% dividendbelasting). Overigens wordt het dividend alleen uitgekeerd op aandelen die geplaatst zijn. OPDRACHT 3:
Een nv heeft een winst gemaakt van € 180.000,-. De nv is 20% vennootschapsbelasting verschuldigd over de winst. De rest van de winst is bestemd voor de aandeelhouders om te worden uitgekeerd in de vorm van dividend. De dividendbelasting bedraagt 15%. 1. Bereken de vennootschapsbelasting. 2. Bereken het brutodividend. 3. Bereken het nettodividend. De nv heeft 20.000 aandelen geplaatst van € 100,- nominaal. 4. Bereken het dividend per aandeel.
In kranten en jaarverslagen kom je ook vaak het begrip dividendpercentage tegen, dat is het brutodividend per aandeel uitgedrukt in procenten van de nominale waarde van een aandeel.
dividendpercentage =
brutodividend per aandeel x 100% nominale waarde van een aandeel
Of anders geformuleerd: dividendpercentage =
totale brutodividend x 100% nominaal geplaatst aandelenkapitaal
Het verband tussen beide formules bestaat hierin: indien teller en noemer van de eerste formule vermenigvuldigd worden met het aantal geplaatste aandelen dan vind je de tweede formule. Dat er vermenigvuldigd moet worden met het aantal geplaatste aandelen spreekt voor zich, immers over aandelen die nog in portefeuille zijn hoeft een nv geen dividend uit te keren. Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
3
Let op: er worden bij de berekening van het dividendpercentage vaak fouten gemaakt. Veel voorkomende fouten zijn: ¾ in de teller wordt het nettodividend gezet in plaats van het brutodividend; ¾ het brutodividend per aandeel wordt uitgedrukt in procenten van de intrinsieke waarde (= eigen vermogen) van het aandeel in plaats van de nominale waarde van het aandeel; ¾ het brutodividend wordt uitgedrukt in procenten van de nettowinst in plaats van de nominale waarde van het geplaatste aandelenkapitaal. OPDRACHT 4:
Bereken het dividendpercentage voor de nv van opdracht 3 op 2 manieren.
OPDRACHT 5:
Een nv heeft op het eind van het jaar een winst van € 100.000,- behaald. 20% van de winst is bestemd voor de vennootschapsbelasting en de rest wordt aan de aandeelhouders beschikbaar gesteld in de vorm van dividend. De dividendbelasting bedraagt 15%. 1. Aan wie krijgt de nv een schuld als gevolg van deze winstverdeling? 2. Bereken de omvang van elke schuld. De nv heeft een maatschappelijk aandelenvermogen van € 1.000.000,-. Alle aandelen hebben een nominale waarde van € 1.000,- per stuk. De nv heeft 250 aandelen in portefeuille. 3. Bereken het dividend per aandeel. 4. Bereken het dividendpercentage.
OPDRACHT 6:
De balans van de NV Korenmarkt luidt per 31 december 2010 als volgt: D activa
Balans na winstverdeling x € 1.000,18.800 aandelenvermogen aandelen in portefeuille
C 10.000 - 2.000
agioreserve algemene reserve hypothecaire lening te betalen vennootschapsbelasting te betalen nettodividend te betalen dividendbelasting bank 18.800
8.000 1.000 3.000 1.500 500 425 75 1.800 18.800
Over de nettowinst uit gewone bedrijfsuitoefening moest in 2010 25% vennootschapsbelasting betaald worden. Daarnaast werd er dividend ter beschikking gesteld aan de aandeelhouders en het restant werd toegevoegd aan de algemene reserve. Op 31 december was er nog geen vennootschapsbelasting en geen dividend betaald. De vennootschapsbelasting, de dividendbelasting en het dividend uit eerdere jaren is volledig betaald. De dividendbelasting is 15%. De nominale waarde van een aandeel bedraagt € 100,-. 1. Bereken de nettowinst vóór aftrek van de vennootschapsbelasting van 2010. 2. Bereken welk bedrag er uit de winst van 2010 werd toegevoegd aan de algemene reserve. 3. Bereken het dividendpercentage
Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
4
3. CASH- EN STOCKDIVIDEND Veelal wordt het dividend in de vorm van geld uitgekeerd aan de aandeelhouders. Daarom spreek je ook wel van cashdividend. Een nv kan het dividend ook uitkeren in de vorm van aandelen, je spreekt dan van stockdividend. Stock betekent in het Engels: effecten. De reden waarom een nv overgaat tot het beschikbaar stellen van stockdividend is vaak een gebrek aan liquide middelen. De uitkering van cashdividend leidt er immers toe dat de liquide middelen (kas/bank) afnemen. Door het dividend uit te keren in de vorm van aandelen raakt de nv alleen maar aandelen in portefeuille kwijt zonder dat de liquide middelen worden aangetast. Wanneer een nv overgaat tot het beschikbaar stellen van dividend in de vorm van aandelen zal ze ook altijd cashdividend beschikbaar stellen, dit omdat over stockdividend ook dividendbelasting verschuldigd is. De fiscus accepteert als betaling geen aandelen; ze wenst altijd betaling in de vorm van geld. De dividendbelasting over het stock- én het cashdividend moet daarom volledig in mindering gebracht worden op het cashdividend. Door het beschikbaar stellen van dividend ontstaat er een schuld op de korte termijn aan de fiscus voor het bedrag van de dividendbelasting over het cash- én stockdividend. Op de balans vind je deze schuld terug onder de naam 'te betalen dividendbelasting'. Het netto cashdividend vind je op de balans terug onder de naam 'te betalen dividend' en het bedrag is gelijk aan het bruto cashdividend minus de dividendbelasting over het cash- én stockdividend. Daarnaast krijgt de nv een schuld in de vorm van aandelen. Omdat het stockdividend in de vorm van aandelen wordt uitgekeerd en niet in de vorm van contanten vind je deze schuld aan de aandeelhouders niet terug onder de post 'te betalen dividend' maar op een aparte balanspost namelijk 'uit te reiken aandelen'. Op de balanspost 'uit te reiken aandelen' staat het bedrag van het bruto stockdividend, immers de dividendbelasting over het stockdividend wordt in mindering gebracht op het cashdividend. Wanneer de aandeelhouders hun stockdividend willen innen, dienen ze net zoals bij gewoon dividend de daartoe aangewezen dividendbewijzen in te leveren in ruil voor de aandelen. De uitreiking van het stockdividend leidt er toe dat de balanspost 'uit te reiken aandelen' verdwijnt van de balans en dat 'aandelen in portefeuille' met hetzelfde bedrag afneemt. Door de uitreiking van het stockdividend neemt immers het geplaatste aandelenkapitaal toe.
Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
5
bruto dividend 15%
bruto stockdividend
+
bruto cashdividend
= netto stockdividend
uit te reiken aandelen
-
dividendbelasting
netto cashdividend
te betalen dividend
te betalen dividendbelasting
In het schema staan de balansposten die veranderen naar aanleiding van de declaratie van het cash- en stockdividend cursief gedrukt. OPDRACHT 7:
Een nv heeft een nettowinst gemaakt van € 40.000,-. De vennootschapsbelasting bedraagt € 10.000,- en de rest is bestemd voor de aandeelhouders. Het dividend zal bestaan uit een stockdividend van € 20.000,- en een cashdividend van € 10.000,-. De dividendbelasting bedraagt 15%. Het nominaal geplaatst aandelenkapitaal bedraagt € 1.500.000,-. 1. Bereken het netto stockdividend. 2. Bereken het netto cashdividend. 3. Bereken het stockdividendpercentage. 4. Bereken het cashdividendpercentage. 5. Bereken hoeveel belasting deze nv moet afdragen naar aanleiding van deze winstverdeling. Al het dividend wordt uitbetaald en uitgereikt. 6. Bereken het geplaatst aandelenkapitaal na de uitreiking van het stockdividend.
Door het ter beschikking stellen en uitreiken van stockdividend neemt het geplaatste aandelenkapitaal toe. Het eigen vermogen (ook wel intrinsieke waarde genoemd) van de nv verandert door de uitreiking van het stockdividend niet, omdat door de uitreiking enerzijds het eigen vermogen toeneemt door de toename van het geplaatste aandelenkapitaal maar anderzijds afneemt doordat een gedeelte van de winst ter beschikking wordt gesteld aan de aandeelhouders. De intrinsieke waarde per aandeel (= eigen vermogen per aandeel) zal echter dalen omdat door de uitreiking het aantal geplaatste aandelen toeneemt, terwijl de intrinsieke waarde gelijk blijft. Omdat de intrinsieke waarde per aandeel afneemt zal ook de koerswaarde van het aandeel op de beurs dalen, althans als de beleggers hun aankopen en verkopen baseren op de intrinsieke waarde per aandeel. Indien de beleggers meer letten op het dividend dat zij op hun aandelen krijgen, zal er door de uitreiking van het stockdividend ook een negatieve werking uitgaan op de beurswaarde van de aandelen. Immers onder gelijkblijvende omstandigheden moet een even groot totaal dividend verdeeld worden over een groter aantal aandelen met als gevolg dat het dividend per aandeel zal dalen en het aandeel dus minder aantrekkelijk wordt. De daling van de koers van het aandeel heeft echter als voordeel dat de verhandelbaarheid van het aandeel op de beurs toeneemt: mensen kopen nu eenmaal liever goedkope dan dure aandelen en zeker als het gaat om kleine beleggers. Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
6
Vaak is het stockdividend op een aandeel lager dan de nominale waarde van een aandeel. In zo'n geval dient de aandeelhouder de dividendbewijzen van meerdere aandelen in te leveren om aan een nieuw aandeel te komen. Het kan voorkomen dat een aandeelhouder te weinig dividendbewijzen heeft om een of meer aandelen te krijgen. In zo'n geval kan hij dividendbewijzen kopen van aandeelhouders die zulke bewijzen over hebben. Het gevolg is dat er in de praktijk een handel is ontstaan in dividendbewijzen, ook wel claims genoemd. Ook hier vindt koersvorming plaats. OPDRACHT 8:
Een nv heeft een stockdividend gedeclareerd van 10% en een cashdividend van 10% van het nominaal geplaatste aandelenkapitaal. De winst bedroeg € 250.000,-. De dividendbelasting bedraagt 15%. Het nominaal geplaatste kapitaal bedraagt € 1.000.000,-. De nominale waarde van een aandeel is € 100,-. Van de winst is € 50.000,bestemd voor de betaling van de vennootschapsbelasting. De rest van de winst is bestemd voor dividend of wordt toegevoegd aan de algemene reserve. 1. Bereken het bedrag dat wordt toegevoegd aan de algemene reserve. 2. Bereken de te betalen dividendbelasting. 3. Bereken het stockdividend per aandeel. 4. Hoeveel stockdividendbewijzen heeft een aandeelhouder nodig om een nieuw aandeel te krijgen? 5. Noem 2 voordelen van het beschikbaar stellen van stockdividend in vergelijking met cashdividend voor de onderneming. 6. Noem 2 nadelen van het beschikbaar stellen van stockdividend in vergelijking met cashdividend voor de aandeelhouders.
OPDRACHT 9:
De balans van de NV Stok luidt per 31 december 2010 als volgt: D x € 1.000,gebouwen 2.000 aandelenvermogen machines 3.000 aandelen in portefeuille inventaris 2.000 effecten 2.800 agioreserve voorraden 4.000 algemene reserve debiteuren 5.000 hypothecaire lening kas 200 te betalen vennoot. belasting crediteuren bank nettowinst 2010 19.000
C 10.000 2.000 8.000 1.000 3.000 1.500 200 1.500 1.800 2.000 19.000
Een kwart van de nettowinst over 2010 wordt beschouwd als te betalen vennootschapsbelasting. Van de nettowinst na aftrek van de vennootschapsbelasting gaat volgens de statuten € 840.000,- naar de aandeelhouders als dividend en de rest wordt toegevoegd aan de algemene reserve. De dividendbelasting bedraagt 15%. De helft van het dividend wordt beschikbaar gesteld in de vorm van stockdividend en de rest in de vorm van cashdividend. De nominale waarde van een aandeel bedraagt € 100,-. De koers van het aandeel op de beurs bedraagt vóór de winstverdeling en het besluit om de helft van het dividend uit te reiken in de vorm van stockdividend € 931,-. 1. Hoeveel procent dividend wordt aan de aandeelhouders uitgekeerd? 2. Bereken het stockdividendpercentage. 3. Bereken het stockdividend per aandeel.
Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
7
4. Bereken welk bedrag aan cashdividend de aandeelhouders op hun bankrekening krijgen overgemaakt. 5. Wat zal er met de beurskoers van het aandeel gebeuren naar aanleiding van het besluit om de helft van het dividend uit te reiken in de vorm van stockdividend? Motiveer je antwoord.
OPDRACHT 10: Door de directie van de NV Kassa wordt aan de algemene vergadering van aandeelhouders onder meer de balans per 31 december 2010 aangeboden.
D gebouwen afschrijving gebouwen
4.000 1.000
machines afschrijving machines
2.000 500
auto's afschrijving auto's
500 100
voorraden debiteuren kas *
x € 1.000,aandelenvermogen aandelen in portefeuille 3.000 agioreserve algemene reserve 1.500 7% hypothecaire lening bank crediteuren 400 te betalen dividendbelasting* 1.050 te betalen dividend* 450 uit te reiken aandelen* 80 te betalen vennootschapsbelasting* 6.480
C 4.000 1.500 2.500 755 750 1.500 300 200 52,5 197,5 100 125 6.480
Deze balansposten zijn ontstaan uit de winstverdeling, daarnaast is uit de winst over 2010 € 25.000,- toegevoegd aan de algemene reserve.
1. Bereken de winst over 2010. 2. Bereken het bruto cashdividend. 3. Bereken het bruto stockdividend. 4. Bereken het percentage vennootschapsbelasting dat deze nv over de winst heeft betaald. Het stockdividend wordt ter beschikking gesteld tegen inlevering van dividendbewijs nummer 26. 5. Bereken hoeveel dividendbewijzen nummer 26 een aandeelhouder moet hebben om een nieuw aandeel te bemachtigen. 6. Bereken de intrinsieke waarde per aandeel van € 1.000,- nominaal nadat het stockdividend is uitgereikt. 7. Wat kan hij doen indien hij te weinig dividendbewijzen heeft?
Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
8
4. HET EIGEN VERMOGEN VOOR EN NA DE WINSTVERDELING Je hebt geleerd dat niet alleen het geplaatste aandelenkapitaal tot het eigen vermogen behoort maar ook alle reserves. Het winstsaldo behoort natuurlijk ook tot het eigen vermogen. In plaats van eigen vermogen spreekt men ook wel van de intrinsieke waarde. Het eigen vermogen vóór de winstverdeling is als volgt te berekenen: maatschappelijk aandelenvermogen - aandelen in portefeuille geplaatst aandelenkapitaal + agioreserve + winstreserves (o.a. algemene reserve) + wettelijke reserves (o.a. herwaarderingsreserve) + nettowinst na aftrek vennootschapsbelasting eigen vermogen (= intrinsieke waarde)
Wanneer een nv een verliessaldo op de balans heeft staan, zal er niet tegelijkertijd een winstsaldo op de balans voorkomen. In zo'n geval zal er dus ook geen winst verdeeld worden en zal de intrinsieke waarde voor en na de winstverdeling dezelfde zijn. Indien er wel winst is, zal de intrinsieke waarde vóór de winstverdeling afwijken van die na de winstverdeling. In een schema ziet de berekening van het eigen vermogen na de winstverdeling er als volgt uit:
maatschappelijk aandelenvermogen - aandelen in portefeuille geplaatst aandelenkapitaal + agioreserve + winstreserves (o.a. algemene reserve) + wettelijke reserves (o.a. herwaarderingsreserve) + uit te reiken aandelen * eigen vermogen (= intrinsieke waarde) *
Het betreft hier de aandelen die nog uitgereikt moeten worden als gevolg van het ter beschikking stellen van stockdividend. Zodra een eventueel stockdividend is uitgereikt aan de aandeelhouders verdwijnt in bovenstaand schema 'uit te reiken aandelen' en neemt het bedrag van de aandelen in portefeuille af en het bedrag van het geplaatste aandelenkapitaal toe.
Het eigen vermogen vóór de winstverdeling is niet zo'n goede maatstaf voor de waarde van een onderneming. Immers wanneer de winst wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders in de vorm van dividend dan neemt het eigen vermogen af.
Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
9
OPDRACHT 11: De balans van de NV Wika per 31 december 2010 is als volgt: D terreinen overige vaste activa afschr. overig vaste activa
C 15.300.000 3.200.000
3.000.000 aandelenvermogen aandelen in portefeuille 12.100.000 1.300.000 3.100.000 2.200.000 1.300.000
grondstoffen eindproducten debiteuren liquide middelen
agioreserve statutaire reserve algemene reserve 8% hypothecaire lening 7% onderhandse lening schulden op korte termijn winstsaldo na aftrek van belasting
23.000.000
15.000.000 5.000.000 10.000.000 2.500.000 1.000.000 2.500.000 1.979.237,54 800.000 2.220.762,46 2.000.000 23.000.000
De nominale waarde van een aandeel is € 100,-. 1. Bereken het eigen vermogen van de NV Wika vóór de winstverdeling. 2. Bereken het aantal geplaatste aandelen. 3. Bereken het eigen vermogen per geplaatst aandeel. Er wordt een cashdividend uitbetaald van € 7,- per aandeel. En er wordt een stockdividend van 10% beschikbaar gesteld. De rest van de winst wordt toegevoegd aan de algemene reserve. De dividendbelasting bedraagt 15%. 4. Bereken welk bedrag wordt toegevoegd aan de algemene reserve. 5. Bereken het aantal aandelen dat uitgegeven wordt i.v.m. het stockdividend. 6. Bereken het bedrag dat aan cashdividend wordt overgeschreven op de bankrekening van de aandeelhouders. 7. Bereken de intrinsieke waarde van één aandeel, na de winstverdeling en na de uitgifte van de aandelen in verband met het stockdividend en de uitkering van het cashdividend.
DOELSTELLINGEN KUNNEN 1. De verschillende vormen van aandelenvermogen kunnen omschrijven: gewoon en preferent aandelenvermogen. 2. Omschrijven op welke terreinen aandeelhouders met preferente aandelen een voorkeursbehandeling kunnen krijgen. 3. Voor- en nadelen van gewoon aandelenvermogen ten opzichte van preferent aandelenvermogen kunnen geven voor de belegger. 4. Voor- en nadelen van gewoon aandelenvermogen ten opzichte van preferent aandelenvermogen kunnen geven voor de onderneming. 5. Aan de hand van een balans kunnen bepalen wat de omvang is van het eigen vermogen zowel voor als na de winstverdeling. 6. Aan de hand van een balans de intrinsieke waarde per aandeel bepalen zowel voor als na de winstverdeling. 7. Berekenen van het cash- en stockdividend. 8. Berekenen van het dividendpercentage en het dividendbedrag per aandeel gesplitst in cash- en stockdividend. 9. Voor- en nadelen noemen van uitkering van stockdividend ten opzichte van cashdividend voor de onderneming en de aandeelhouders.
Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
10
KENNEN maatschappelijk preferent aandelenkapitaal (k) geplaatst preferent aandelenkapitaal (k) preferente aandelen in portefeuille (k) oprichtersbewijzen (k) aandelen op naam (k) aandelen aan toonder (k)
dividend (bruto/netto) (k) dividendbelasting dividendpercentage cashdividend (bruto/netto) (k) stockdividend (bruto) (k) uit te reiken aandelen intrinsieke waarde (per aandeel)
D-TOETS NV HAVO EXTRA 1
1. Geef aan of een stelling of uitspraak juist of onjuist is. I Oprichtersbewijzen worden uitgegeven om de zeggenschap in een nv bij een bepaalde groep aandeelhouders te houden. II Certificaten van aandelen worden uitgegeven om de zeggenschap in een nv bij een bepaalde groep aandeelhouders te houden. a. I en II zijn juist b. I is onjuist en II is juist c. I is juist en II onjuist d. I en II zijn onjuist
2. Geef aan of een stelling of uitspraak juist of onjuist is. I Prioriteitsaandelen worden uitgegeven om de zeggenschap in een nv bij een bepaalde groep aandeelhouders te houden. II Een 5% preferent aandeel geeft recht op een dividenduitkering van 5% van de koerswaarde van het aandeel en altijd voordat de gewone aandeelhouders hun dividend krijgen. a. I en II zijn juist b. I is onjuist en II is juist c. I is juist en II onjuist d. I en II zijn onjuist
3. Geef aan of een stelling of uitspraak juist of onjuist is. I Een prioriteitsaandeel behoort tot het gewone aandelenvermogen. II Een nadeel van gewone aandelen ten opzichte van preferente aandelen voor de onderneming is dat de zeggenschap in een nv niet bij een bepaalde groep aandeelhouders kan worden gehouden. a. I en II zijn juist b. I is onjuist en II is juist c. I is juist en II onjuist d. I en II zijn onjuist
4. Een nv heeft 10.000 gewone aandelen van € 10,- nominaal per aandeel en 1.000 10% preferente aandelen met een nominale waarde van € 20,- per aandeel. Er is € 10.000,- beschikbaar om uitgekeerd te worden als dividend. I Het brutodividend op 1 preferent aandeel bedraagt: a. € 1,50 b. € 2,c. € 8,d. € 1,II Het brutodividend op 1 gewoon aandeel bedraagt: a. € 2,b. € 9,c. € 8,d. € 1,-
Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
11
5. Een nv heeft de volgende balans D balans (x 1.000) C Terreinen 1.000 Aandelenvermogen 4.000 Gebouwen 2.000 Aandelen in portefeuille -1.000 Machines 4.000 3.000 Voorraad 2.000 Agioreserve 1.500 Debiteuren 800 Algemene reserve 1.000 Kas 200 8% Obligatielening 2.800 Crediteuren 1.000 Winstsaldo na belasting 700 10.000 10.000 Van de winst wordt 40% gereserveerd en de rest wordt als dividend ter beschikking gesteld. 40% van het totale dividend wordt uitgekeerd in de vorm van cashdividend en 60% in de vorm van stockdividend. De dividendbelasting bedraagt 15%. I Het totale bedrag aan netto cashdividend bedraagt: a. € 105.000,b. € 189.000,c. € 142.800,d. € 175.000,II Het cashdividendpercentage bedraagt: a. 40% b. 16% c. 3,5% d. 5,6% III Het stockdividendpercentage bedraagt: a. 60% b. 8,4% c. 14% d. 36% IV Het eigen vermogen van deze nv bedraagt ná de winstverdeling: a. € 6.320.000,b. € 6.032.000,c. € 5.780.000,d. € 5.994.200,-
6. De balans van NV De Vries te Epe heeft de volgende balans op 31 december: D balans NV De Vries (x € 1.000,-) C materiële vaste activa 110.000 aandelenvermogen 28.000 afschrijving vaste activa - 44.000 aandelen in portefeuille -12.000 66.000 16.000 voorraden 42.300 agioreserve 7.000 debiteuren 58.700 herwaarderingsreserve 6.000 kas 7.000 algemene reserve 4.000 hypothecaire lening 19.400 bank 32.300 crediteuren 60.100 nettowinst na ven.belasting 8.000 158.000 158.000
I
Er wordt een dividend uitgekeerd van 10%. Het dividendbedrag is: a. € 800.000,b. € 600.000,c. € 1.200.000,d. € 1.600.000,II Dat wat niet van de nettowinst wordt uitgekeerd als dividend wordt gereserveerd door de onderneming. De intrinsieke waarde van deze nv bedraagt na de winstverdeling: a. € 33.000.000,b. € 40.200.000,c. € 39.400.000,d. € 35.400.000,-
Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
12
AANVULLING NAAMLOZE VENNOOTSCHAP HAVO HOOFDSTUK 6 1. HET DIVIDENDRENDEMENT Als beleggers willen nagaan of een belegging in aandelen genoeg oplevert, berekenen ze vaak het zogenaamde dividendrendement: Dividendrendement =
brutodividend per aandeel
x 100%
beurskoers per aandeel
Je moet overigens het dividendrendement niet verwarren met het dividendpercentage want dat bereken je als volgt: Dividendpercentage =
brutodividend brutodividend per aandeel x 100% = x 100% nominale waarde van 1 aandeel nominaal geplaatst aandelenkapitaal
OPDRACHT 1:
Door de raad van bestuur van de NV Pak wordt aan de algemene vergadering van aandeelhouders onder meer onderstaande balans per 31 december aangeboden. D x € 1.000,C gebouwen 4.000 aandelenvermogen 4.000 afschrijving gebouwen -1.000 aandelen in portefeuille -1.500 3.000 2.500 machines 2.000 agioreserve 750 afschrijving machines -500 algemene reserve 750 1.500 7% hypothecaire lening 1.500 auto's 500 bank 300 afschrijving auto's -100 crediteuren 430 400 nettowinst na aftrek ven.belast. 270 voorraden debiteuren kas
1.050 450 100 6.500
6.500
Op de algemene vergadering van aandeelhouders wordt de balans goedgekeurd en het onderstaande voorstel voor de winstverdeling aangenomen: dividend € 250.000,algemene reserve € 20.000,De dividendbelasting bedraagt 15%. De nominale waarde van een aandeel is € 100,-. De beurskoers bedraagt op 31 december € 220,-. Johan Heurter heeft 5 jaar geleden 100 aandelen op de beurs gekocht voor een bedrag van € 18.000,-. 1. Bereken het dividendpercentage. 2. Bereken het dividendrendement (afronden op 1 decimaal). 3. Bereken het dividendbedrag dat overgemaakt wordt naar de bankrekening van Johan Heurter. 4. Bereken de koerswinst die Johan Heurter heeft behaald. 5. Bereken de intrinsieke waarde per aandeel na de winstverdeling.
Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
13
2. HEFBOOMFORMULE Als een onderneming verdient op het vreemd vermogen (RTV > IVV) dan neemt de REV toe wanneer de onderneming meer vreemd vermogen aantrekt. Omdat de verdiensten op het vreemd vermogen worden overgeheveld naar de verschaffers van het eigen vermogen spreek je van het hefboomeffect. Het effect werkt sterker naarmate het verschil tussen RTV en IVV (de interestmarge) groter is en er meer geleend wordt in verhouding tot het eigen vermogen (VV/EV). Dit effect is al aan de orde geweest in paragraaf 6.7. Dit effect kun je ook goed laten zien met de zogenaamde hefboomformule. REV = RTV + (RTV − IVV)
VV EV
(RTV – IVV) noem je de interestmarge,
VV VV noem je de hefboomfactor en (RTV − IVV) het EV EV
hefboomeffect en is gelijk aan REV – RTV. Als RTV > IVV dan zal REV > RTV en is het hefboomeffect positief. Dus als een onderneming op elke euro vreemd vermogen meer verdient dan dat deze kost aan interest (RTV > IVV) dan zullen de verschaffers van het eigen vermogen meer ontvangen dan de verschaffers van het totale vermogen (REV > RTV). De verdiensten op het vreemd vermogen worden overgeheveld naar de verschaffers van het eigen vermogen: het hefboomeffect. Dit effect is groter naarmate de hefboomfactor (VV/EV) groter is en de interestmarge (RTV – IVV) positiever is. In deze lesbrief wordt bij de berekening van het hefboomeffect de vennootschapsbelasting buiten beschouwing gelaten of wordt er gevraagd naar berekeningen vóór aftrek van de vennootschapsbelasting. Dit is gedaan om de berekeningen niet nodeloos ingewikkeld te maken. OPDRACHT 2: Een nv heeft de volgende balans: D balans per 31 december activa 1.000.000,- Eigen vermogen Vreemd vermogen 1.000.000,-
C 400.000,600.000,1.000.000,-
De bedragen op de balans moeten als jaargemiddelden worden beschouwd. De nettowinst vóór aftrek van de vennootschapsbelasting bedraagt € 60.000,-. De interestkosten bedragen € 30.000,-. 1. Bereken REV, RTV en IVV.
Aanvulling NV Havo
2.
Bereken met behulp van de hefboomformule REV.
3.
Bereken de intrestmarge.
4.
Bereken de hefboomfactor.
5.
Bereken het hefboomeffect.
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
14
Bij een positief hefboomeffect lijkt het zeer voordelig om nieuwe activiteiten te financieren met vreemd vermogen. Immers op het vreemd vermogen wordt verdiend (RTV > IVV) en dat komt via het hefboomeffect ten goede aan de aandeelhouders (REV), zo word je slapend rijk. Er zijn echter nogal wat kanttekeningen te plaatsen: • de vraag is natuurlijk of de nieuwe activiteiten, die gefinancierd worden met het nieuw aangetrokken vreemd vermogen, net zo winstgevend zijn als de oude activiteiten; • als je alleen naar de intrestkosten kijkt dan hebben deze een negatief effect op de nettowinst; • hoe meer er geleend wordt hoe meer er betaald moet worden aan rente en aflossing dat gaat ten koste van de liquiditeit; • als er meer geleend wordt dan gaat dat ten koste van de solvabiliteit, hoe groter de hefboomfactor (VV/EV) hoe slechter de solvabiliteit en hoe slechter de solvabiliteit hoe hoger de interestvergoeding is die de verschaffers van vreemd vermogen vragen; • als de rente op de vermogensmarkt stijgt dan kan op den duur een positief hefboomeffect omslaan in een negatief effect en dit effect werkt natuurlijk sterker door indien er verhoudingsgewijs veel gefinancierd is met vreemd vermogen. OPDRACHT 3: Een nv heeft de volgende balans per 31 december. D x € 1.000,vaste activa 1.800 aandelenvermogen voorraden 200 aandelen in portefeuille debiteuren 100 bank 100 algemene reserve hypothecaire lening crediteuren nettowinst na aftrek belasting
C 1.000 -500
2.200
500 200 1.000 300 200 2.200
Alle balansbedragen kunnen als jaargemiddelden worden beschouwd behalve de winst. De winst is gelijkmatig in het jaar opgebouwd. De vennootschapsbelasting over de winst bedraagt € 50.000,De interestkosten bedragen € 130.000,1. Bereken het gemiddeld eigen vermogen. 2. Bereken REV na aftrek van belasting (afronden op 1 decimaal). 3. Bereken REV voor aftrek van belasting (afronden op 1 decimaal). 4. Bereken RTV (voor aftrek van belasting) (afronden op 1 decimaal). 5. Bereken IVV (afronden op 1 decimaal). 6. Bereken met behulp van de hefboomformule REV voor aftrek van belasting (afronden op 1 decimaal). 7. Bereken de interestmarge (afronden op 1 decimaal). 8. Bereken de hefboomfactor (afronden op 3 decimalen). 9. Bereken het hefboomeffect (afronden op 1 decimaal).
Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
15
DOELSTELLINGEN KUNNEN 1. Het dividendrendement berekenen en uitleggen wat deze ratio betekent. 2. De hefboomwerking verklaren en uitleggen welke factoren daarbij een rol spelen. 3. Het hefboomeffect berekenen. 4. De voor- en nadelen van de hefboomwerking omschrijven. KENNEN dividendrendement dividendpercentage
hefboomwerking interestmarge hefboomfactor hefboomeffect
D-TOETS NV HAVO EXTRA 2
1. Geef aan of een stelling of uitspraak juist of onjuist is. I Een stijging van de beurskoers heeft een positief effect op het dividendrendement. II Een toename van het dividendpercentage kan betekenen dat ook het dividendrendement toeneemt. a. I en II zijn juist b. I is onjuist en II is juist c. I is juist en II onjuist d. I en II zijn onjuist
2. Een nv heeft de volgende balans per 31 december. D x € 1.000,vaste activa 2.000 aandelenvermogen voorraden 200 aandelen in portefeuille debiteuren 100 bank 200 agioreserve algemene reserve 5% hypothecaire lening crediteuren nettowinst na aftrek ven.belast. 2.500
C 1.000 - 500 500 200 300 1.000 300 200 2.500
Op de algemene vergadering van aandeelhouders wordt de balans goedgekeurd en het onderstaande voorstel van de winstverdeling aangenomen: dividend € 150.000,algemene reserve € 50.000,De dividendbelasting is 15%. De nominale waarde van een aandeel is € 100,-. De beurskoers bedraagt op 31 december € 150,-. I Het dividendpercentage is: a. 25,5% b. 30% c. 20% d. 3% II Het dividendrendement is: a. € 30,b. 20% c. 30% d. 17%
Aanvulling NV Havo
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011
16
3. Geef aan of een stelling of uitspraak juist of onjuist is. I Het hefboomeffect is groter naarmate een onderneming minder vreemd vermogen ten opzichte van het eigen vermogen gebruikt voor de financiering. II Een negatieve interestmarge betekent altijd een negatief hefboomeffect. a. I en II zijn juist b. I is onjuist en II is juist c. I is juist en II onjuist d. I en II zijn onjuist
4. Geef aan of een stelling of uitspraak juist of onjuist is. I Een grotere hefboomfactor gaat ten koste van de solvabiliteit. II Als REV > RTV dan is RTV > IVV. a. I en II zijn juist b. I is onjuist en II is juist c. I is juist en II onjuist d. I en II zijn onjuist
5. Geef aan of een stelling of uitspraak juist of onjuist is. I Als REV > RTV dan is REV > IVV. II Een negatief hefboomeffect maakt het aflossen van vreemd vermogen extra aantrekkelijk. a. I en II zijn juist b. I is onjuist en II is juist c. I is juist en II onjuist d. I en II zijn onjuist
6. In de volgende tabel staan de cijfers van 3 ondernemingen: NV Rentamix NV Rentixus EV 500 500 VV 1.000 1.000 TV 1.500 1.500 NW voor aftrek belasting 10 50 Intrestkosten 100 100 A I II a. b. c. d.
Geef aan of een stelling of uitspraak juist of onjuist is. Rentixus heeft geen hefboomeffect. Rentevol heeft een hefboomeffect van 6,67% I en II zijn juist I is onjuist en II is juist I is juist en II onjuist I en II zijn onjuist
B a. b. c. d.
De interestmarge van Rentamix is 10% -5,33% 2,67% -2,67%
C a. b. c. d.
De hefboomfactor van Rentixus 0 2 0,5 10%
Aanvulling NV Havo
NV Rentevol 500 1.000 1.500 100 100
© Copyright Uitgeverij Stoffels 2011