Ondernemingsovereenkomst Inleiding De CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg (CAO VVT) is een basis CAO. In de basis CAO zijn de belangrijkste (primaire) arbeidsvoorwaarden opgenomen. Op grond van de CAO VVT kunnen over een aantal secundaire arbeidsvoorwaarden op decentraal niveau afspraken overeengekomen en vastgelegd worden in een ondernemings CAO. De onderwerpen waar het om gaat komen voort uit de voormalige CAO V&V of CAO thuiszorg. Besluitvorming over wijziging van de arbeidsvoorwaarden kan pas plaatsvinden nadat de ondernemingsraad een achterbanraadpleging heeft gehouden en instemming heeft verleend. De gewijzigde ondernemingsovereenkomst arbeidsvoorwaarden is een aanvulling op de ondernemingsovereenkomst arbeidsvoorwaarden zoals deze is afgesloten in november 2008. Uitgangspunt: Bij het wijzigen van arbeidsvoorwaarden wordt bekeken of deze voldoet aan de beleidsvisie van Zorggroep Oude en Nieuwe Land.
Aanvullende ondernemingsovereenkomst arbeidsvoorwaarden d.d. 1 oktober 2010
Ondergetekenden, de ondernemer, te weten de Stichting Zorggroep ONL, vertegenwoordigd door R.J.J. van Soelen Raad van Bestuur, verder aangeduid als de bestuurder en de Ondernemingsraad van Stichting Zorggroep ONL, vertegenwoordigd door J.A.M. Zandbergen Haverkamp, voorzitter Ondernemingsraad, verder aangeduid als de OR in aanmerking nemende dat: CAO-partijen in de CAO voor de Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg (CAO-VVT) een nieuwe cao-structuur zijn overeengekomen, te weten de Basis-cao. In de Basis-cao zijn de belangrijkste (primaire) arbeidsvoorwaarden opgenomen. Als gevolg van de Basis-CAO een aantal secundaire arbeidsvoorwaardenregelingen op ondernemingsniveau tot stand komt, waarmee de zorgorganisatie zich kan onderscheiden op de regionale arbeidsmarkt en regelingen kan treffen die optimaal aansluiten bij de locale wensen en behoeften; Deze overeenkomst een gewijzigde ondernemingsovereenkomst betreft welke een aanvulling is op de ondernemingsovereenkomst van november 2008.
Partijen komen ingevolge artikel 32 lid 2 van de Wet op de Ondernemingsraden (verder: WOR), het volgende overeen: 1. De ondernemer en de OR nemen per 1 oktober 2010 de regelingen uit de voormalige CAO V&V en CAO thuiszorg uit Bijlage A integraal en ongewijzigd op in de ondernemingsovereenkomst als bedoeld in artikel 32 lid 2 WOR. Bijlage A maakt integraal onderdeel uit van deze ondernemingsovereenkomst; 2. Eigen regelingen, die zijn gebaseerd op de bevoegdheid in de voormalige CAO-T respectievelijk CAO-V&V, om in plaats van de CAO-regeling met instemming van de OR een eigen regeling vast te stellen, zijn overeengekomen tussen de ondernemer en de OR en worden daarmee opgenomen in de ondernemingsovereenkomst; 3. De volgende regelingen zijn vervallen omdat ze niet meer passen in de huidige tijd of al opgenomen zijn in bestaand beleid van Zorggroep ONL: - Voormalig CAO Thuiszorg artikelen 38.d. 38.e, 39 lid 5, 30a en b, 61, 6, 7, 76, 40, 44, 8, 50, 35, en alle artikelen over verhuizen, verhuiskosten en inrichtingskosten. - Voormalig CAO V&V artikelen 3.3.5, 3.3.10, 3.1.7 lid 2, 3.2.4 en 5.4.9 Randvoorwaarden voor het overleg tussen de ondernemer en de OR over de (regelingen van) de ondernemingsovereenkomst 4. De ondernemer kan in overleg met de OR vanaf 1 juli 2008 over de onderwerpen die zijn vastgelegd in Bijlage A van de ondernemingsovereenkomst november 2008 eigen regelingen vaststellen, die in de plaats treden van de regelingen als bedoeld in deze ondernemingsovereenkomst; 5. De regelingen uit Bijlage A die de ondernemer in overleg met de OR overeenkomt, gelden voor onbepaalde tijd dan wel voor bepaalde tijd. De ondernemer en de OR komen de duur per regeling overeen. In afwijking van de eerste volzin geldt voor instellingsregelingen die in overleg tussen de ondernemer en de OR vanaf 1 juli 2008 gewijzigd overeen worden gekomen, eenmalig een looptijd tot de einddatum van de CAO VVT, te weten 1 maart 2010, tenzij werkgever en OR voor het aflopen van deze periode overeenkomen de regeling voort te zetten. 6. De per 1 oktober 2010 overeengekomen regelingen zijn opgenomen in bijlage B. Het betreft instellingsregelingen. Aldus overeengekomen en opgemaakt in tweevoud d.d._________________ Namens de Stichting Zorggroep ONL
Namens de OR,
_____________________
_____________________
Bestuurder
Voorzitter
Bijlage A Ondernemingsovereenkomst Basis-CAO VVT Regelingen uit de voormalige CAO-Thuiszorg 1. Scholing/ontwikkeling
! " # !
! #! $! %
#! "
& ( # !
*
# !
, , – – –
' )
! + !
-
# ! #
. . !
/ 0
! #
! 3
#
"11
#! ,# 2 34 ! 6 #! )
) !5 #
#
– "
!
# # . &
(
4. Vergoedingen - dienstkleding # !
# #
!
#!
' # 7 7 "
. 8
9
8 8
6
! !
! 9
#
#
-
!
%$#
! '
:
.
"
#
# $
!
#! ! -
!
#
"
7 7 9
.
!
;
!
!
!! #! %
#
&
#
!
! #
!
%
'
#
&
" #!
#!
#!
# :
()
# ! !
*
$ # $ !
8
!
%
#!
#
!
(
%
#
&
! " #
# ! #
!
# <
!
#
#
#
#
(
#
!
!
!#!
. ! # ! # =
#!
!
.
;
'
# !
=1!
!
#!
Bijlage A Ondernemingsovereenkomst Basis-CAO VVT Regelingen uit de voormalige CAO-Verpleeg- en Verzorgingshuizen 1. Scholing/ontwikkeling - - tegemoetkoming studiekosten
Artikel 7.1 Bij- en nascholing 1. De werknemer heeft recht op en plicht tot scholing. Aan het verzoek van de werknemer zal worden tegemoetgekomen, voor zover dit past binnen het scholingsplan en het scholingsbudget als genoemd in de leden 5 en 6. 2. Aan de werknemer wordt op diens verzoek een tegemoetkoming toegekend in de kosten van een studie en wordt verlof gegeven, voor zover die studie in verband met de uitoefening van de functie of voor het vervullen van een andere functie naar het oordeel van de werkgever voor de instelling van belang is. 3. De werkgever stelt ter uitvoering van dit artikel een regeling studiekosten en studieverlof op. Vaststelling en wijziging van die regeling behoeft de instemming van de OR dan wel de PVT. 4. In deze regeling zal tenminste aandacht worden besteed aan: studies die in opdracht van de werkgever gevolgd worden; de kosten die voor vergoeding in aanmerking komen en in welke mate, met dien verstande dat van studies die in opdracht van de werkgever worden gevolgd de kosten volledig worden vergoed; de tijd waarvoor studieverlof wordt verleend en in welke mate, met dien verstande dat van studies die in opdracht van de werkgever worden gevolgd, de voor het volgen van de lessen en het afleggen van examens benodigde tijd als werktijd wordt aangemerkt; de terugbetaling van reeds verstrekte vergoeding. 5. De uitvoering van deze regeling zal plaatsvinden op basis van een jaarlijks door de werkgever vast te stellen scholingsbudget alsmede op basis van een in overleg met de OR dan wel de PVT vast te stellen scholingsplan. De werkgever maakt het scholingsplan bekend in de instelling. 6. Het scholingsbudget als bedoeld in lid 5 bedraagt tenminste 1% van de loonsom van de instelling. 7. Ingeval van herplaatsing van een werknemer die arbeidsongeschikt is geworden tijdens de uitoefening van zijn functie en voor deze herplaatsing her-, om- of bijscholing noodzakelijk is, wordt er 100% tegemoetkoming in de studiekosten verstrekt. Geen kosten worden vergoed, indien en voor zover de werknemer hiervoor een uitkering kan verkrijgen krachtens de Wet Rea.
Artikel 7.2 Individueel scholingsbudget en loopbaanadvies 1. De werkgever kan, in afwijking van het gestelde in artikel 7.1 lid 2, een regeling treffen waarin aan de werknemer een eigen budget ter besteding aan scholingsactiviteiten wordt toegekend. 2. De werknemer heeft desgewenst eens in de vijf jaar recht op een individueel en onafhankelijk loopbaanadvies. De werkgever kan met de OR dan wel de PVT afspraken maken omtrent een nadere spreiding van de introductie van het loopbaanadvies.
Artikel 7.3 Bijdrage beroepsorganisaties De werknemer, die als lid staat ingeschreven bij een beroepsvereniging, die is aangesloten bij een federatie van verenigingen (koepelvereniging), die namens die beroepsvereniging gemandateerd is om de CAO-Verpleeg- en Verzorgingshuizen af te sluiten, heeft recht op een vergoeding van tenminste 50% van de contributie van die beroepsvereniging. De vergoeding als bedoeld in de vorige zin heeft alleen betrekking op het contributiedeel dat bedoeld is voor specifieke activiteiten die deze beroepsvereniging ontplooit, gericht op beroepsinhoudelijke aspecten en beroepsontwikkeling. De beroepsorganisaties zijn verplicht om tijdig jaarlijks de omvang van het contributiedeel aan het SOV&V aan te geven dat betrekking heeft op specifieke activiteiten die de betreffende beroepsvereniging verricht inzake beroepsinhoudelijke aspecten en beroepsontwikkeling. Bij gebreke van deze informatie vindt geen werkgeversbijdrage plaats. Als zodanig zijn als beroepsvereniging benoemd: - voor wat betreft de FBZ: KNGF, NVE, NVLF, NVPMT, NIP, VGVZ, VHIG, NVD en ter keuze van de werknemer KNMG (hoofdcontributie) dan wel NVVA; - voor wat betreft De Unie Zorg en Welzijn: Agora, Landelijke Beroepsvereniging Vrijwilligerswerk.
Artikel 7.4 Registratiekosten Aan de werknemer worden vergoed de kosten die voortvloeien uit de verplichte (her)registratie in het kader van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Stb. 1993, nr. 655). Tot deze kosten worden tevens gerekend de kosten voor inschakeling van de Wegingscommissie van de Raad voor de Overgangsregeling Gezondheidszorgpsychologen.
5. Verplichtingen werkgever en werknemer Artikel 2.3 Verplichtingen werkgever 1. De werkgever is verplicht al datgene te doen of na te laten wat een goed werkgever in gelijke omstandigheden behoort te doen of na te laten. 2. De werkgever is verplicht het beleid ten aanzien van zorgethische kwesties, voor zover dit voor de functievervulling van de werknemer(s) noodzakelijk is, bekend te maken. 3. De werkgever verschaft de werknemer, na overleg met betrokkene en binnen het raam van de mogelijkheden van de instelling, de benodigde personele, instrumentele en ruimtelijke voorzieningen en voorziet in toegang tot de noodzakelijke vakliteratuur. 4. Voor de werknemer van 45 jaar en ouder die in wisselende diensten werkt en die aangeeft deze diensten niet langer te kunnen vervullen zoekt de werkgever in overleg met de werknemer naar een passende oplossing. 5. De werkgever dient te streven naar een systeem van periodieke functioneringsgesprekken, waarbij onder meer rekening gehouden dient te worden met werktijden, loopbaanbeleid en eventuele zorgtaken van de werknemer.
Regelingen uit de voormalige CAO-Verpleeg- en Verzorgingshuizen Artikel 2.4 Verplichtingen werknemer 1. De werknemer is verplicht de overeengekomen werkzaamheden naar zijn beste vermogen te verrichten en zich daarbij te gedragen naar de aanwijzingen door of vanwege de werkgever gegeven, zulks met inachtneming van hetgeen is neergelegd in een professioneel statuut/beroepscode, zoals dit per beroepsgroep is geformuleerd en door partijen bij deze cao bekrachtigd. Niettemin heeft de werknemer het recht op grond van ernstige gewetensbezwaren het uitvoeren van bepaalde opdrachten te weigeren. In dit geval draagt de directie er zorg voor dat binnen de afdeling van betrokken werknemers zodanige maatregelen worden getroffen dat dit recht effectueerbaar is. De directie draagt zorg voor een juiste informatie aan alle betrokkenen binnen de afdeling. 2. Binnen redelijke grenzen en voor zover zulks direct of indirect voortvloeit uit het belang van het werk of de instelling dan wel indien zich zodanige bijzondere omstandigheden voordoen, dat voorafgaand overleg niet mogelijk is, is de werknemer verplicht in te stemmen met: a. wijziging voor korte tijd en ten hoogste een maand van de aan zijn functie verbonden werkzaamheden; b. wijziging voor korte tijd en ten hoogste een maand in de regeling van zijn arbeidstijd;. c. deelneming aan vormen van aanvullende opleiding en bijscholing voor zover zulks vereist is voor het vervullen van de overeengekomen functie. 3. In geval van het in lid 2 sub c gestelde is altijd voorafgaand overleg met de werknemer vereist.
Artikel 2.5 Belangenbehartiging van werknemer Onverminderd de bevoegdheid van de werknemer persoonlijk zijn belangen bij de werkgever te bepleiten, stelt de werkgever de vertegenwoordiger(s) van de werknemer op een daartoe strekkend verzoek van de werknemer of zijn vertegenwoordiger(s), op korte termijn in de gelegenheid mondeling of schriftelijk de belangen van de werknemer bij de werkgever te bepleiten. De werknemer heeft te allen tijde het recht hierbij aanwezig te zijn. Artikel 2.6 Rechtsbijstand 1. De werkgever voorziet in adequate rechtsbijstand indien de werknemer wordt betrokken in een inof externe klachtenprocedure, inclusief tuchtrechtprocedures, tenzij sprake is van nalatigheid of bewuste roekeloosheid. 2. Indien de nalatigheid of bewuste roekeloosheid niet vaststaat voorziet de werkgever in adequate rechtsbijstand. Blijkt na de (klachten-/tuchtrecht-) procedure dat er sprake is geweest van nalatigheid dan wel bewuste roekeloosheid, dan kan de werkgever besluiten de kosten verbonden aan de verleende rechtsbijstand te verhalen op de werknemer. 3. Dit artikel heeft geen betrekking op strafrechtelijke procedures.
Artikel 9.1.4
Ziekte door derden
Ingeval de ziekte van de werknemer het gevolg is van een gebeurtenis, ter zake waarvan de werkgever rechten tegenover derden kan doen gelden, zal, indien de werknemer dit wenst, de werkgever de mogelijk aan de werknemer tegenover de wettelijk aansprakelijke derde toekomende persoonlijke vorderingen, gelijktijdig met de vordering van de werkgever tegenover deze derde geldend maken.
Bijlage B bedrijfsregelingen voor medewerkers CAO VVT 1. Regeling voor waarneming Doelgroep: medewerkers werkzaam onder CAO VVT Duur regeling: onbepaalde tijd Ingangsdatum 1 oktober 2010 Evaluatie 2011 1. 2.
3.
2.
Wanneer vervanging van een medewerker voor langere tijd dan 1 maand noodzakelijk is wordt eerst volgens het geldende werving en selectiebeleid gezocht naar vervanging. De medewerker, waarmee wordt afgesproken, gedurende langere periode dan 1 maand een functionaris in een hogere salarisgroep geheel of nagenoeg geheel waar te nemen wordt het salaris ontleend aan de salarisgroep van de waargenomen functie. De inschaling wordt toegepast volgens artikel 3.1.9 punt 1 van de CAO VVT. Wanneer er sprake is van gedeeltelijke waarneming maar voor minimaal de helft van de taken wordt een vergoeding betaald na rato welke is gebaseerd op punt 1.
Meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden
Doelgroep: medewerkers werkzaam onder CAO VVT Duur regeling: onbepaalde tijd Ingangsdatum 1 oktober 2010 Evaluatie 2011
Inleiding Maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering en combinatie van arbeid en zorg roepen van de kant van de medewerker behoeften op aan verscheidenheid en maatwerk in de arbeidsrelatie. In de kern komt het neer op het bieden van ruimte aan het individu om de inrichting van de arbeidsrelatie meer op de persoonlijke behoeften af te stemmen, afhankelijk van levensfase en voorkeuren. De deelname aan het Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden (MKSA) staat open voor de werknemers waarop de CAO-VVT van toepassing is. In dit handboek treft u een uitwerking aan van alle regelingen behorende tot het MKA en de benodigde formulieren om een aanvraag te kunnen indienen. De consequenties die bepaalde keuzen voor uw salaris, de sociale zekerheid of de pensioenopbouw van u hebben, staan eveneens beschreven in het handboek. Wat is Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden (MKSA) Op basis van uw persoonlijke voorkeur kunt u de arbeidsvoorwaarden, die u automatisch via de CAO krijgt, uitruilen voor andere arbeidsvoorwaarden. Uiteraard binnen de per regeling geldende grenzen. U kunt zo een persoonlijk pakket arbeidsvoorwaarden samenstellen, dat zoveel mogelijk aansluit bij uw persoonlijke situatie. De deelname aan het MKSA is vrijwillig. U krijgt een aantal keuzemogelijkheden tot uw beschikking: meer vrije tijd voor straks of later, of voor meer pensioen of andere doelen, zoals een fiets of het vakbondslidmaatschap. De keuzemogelijkheden worden in dit handboek nader uitgewerkt.
Algemene Procedure Jaarlijks dient u voor 1 oktober kenbaar te maken welke bronnen u het volgende jaar wilt inwisselen tegen welke doelen. U bespreekt dit tijdens het functioneringsgesprek met uw leidinggevende. Dit betekent ook dat u eventuele wijzigingen in arbeidsvoorwaarden kenbaar dient te maken. Indien het functioneringsgesprek na 1 oktober van een kalenderjaar plaatsvindt, dient u hier overleg over te voeren met uw leidinggevende. Als u besluit één of meerdere tijdbronnen in te willen zetten voor een (aantal) te realiseren doel(en) waarbij tijd gespaard wordt, heeft u hiervoor toestemming nodig van uw leidinggevende. Dit in verband met de planning van de invulling van de tijd die u niet aanwezig bent wanneer u de gespaarde vrije tijd gaat opnemen. Iedere aanvraag zal worden gecontroleerd door de personeels- en salarisadministratie. Uw verzoeken worden getoetst aan de organisatieregelingen en aan de wettelijke, fiscale en pensioenaspecten. De keuze(n) van u worden schriftelijk aan u bevestigd door cluster P&O en opgeslagen in uw dossier of een apart archief.
Aanvraagprocedure
Medewerker maakt voor 1 oktober van enig jaar kenbaar welke bronnen hij/zij tegen welke doelen wil inwisselen. Met uitzondering van de fietsregeling, er kan doorlopend in het jaar een beroep gedaan worden op de fietsregeling.
Medewerker bespreekt de keuze(n) met zijn/haar leidinggevende.
Leidinggevende geeft toestemming voor die doelen waarbij tijd gespaard wordt.
Toetsing van de aanvraag door de personeels- en salarisadministratie aan de organisatieregelingen, wettelijke, fiscale en pensioenaspecten.
De keuze(n) worden schriftelijk bevestigd aan de medewerker door cluster P&O, verwerkt door de personeels- en/of salarisadministratie en opgeslagen in het dossier of een apart archief.
Werkwijze U wilt deelnemen aan het Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden. U heeft al mogelijkheden afgewogen en hebt een keuze gemaakt. Wat moet u nu precies doen om gebruik te maken van het MKSA Hieronder vindt u per onderwerp de stappen die u moet bewandelen. Voor de aanvraag heeft u in elk geval een overeenkomst nodig. Deze treft u aan op Intranet (eventueel via uw leidinggevende op te vragen), Regelingenmap Servicecentrum, Hoofdstuk 4, Arbeidsvoorwaarden. Tevens treft u daar de benodigde formulieren aan. Levensloop 1. Samenloop van spaarloon en levensloop is niet mogelijk. Indien u aan de levensloopregeling wenst deel te nemen en u maakt gebruik van de spaarloonregeling, dient u de spaarloonregeling eerst te beëindigen. 2. U meldt zich aan voor de levensloop bij de bank of verzekeraar naar keuze. 3. Na uw aanmelding kunt u de ‘overeenkomst levensloop’ invullen. Vergeet u vooral niet het rekeningnummer en betalingskenmerk in te vullen (staat op de bevestiging van uw levensloop van de bank of verzekeraar van uw keuze). 4. U stuurt de ingevulde overeenkomst op naar Cluster P&O, t.a.v. de personeelsadministratie. 5. De personeelsadministratie controleert deze in samenspraak met de salarisadministratie, ondertekent deze en u ontvangt een getekende overeenkomst retour. 6. De personeels- en salarisadministratie dragen zorg voor de betaling van de premie levensloop aan de bank of verzekeraar van uw keuze. Spaarverlof 1. U vult de ‘overeenkomst spaarverlof’ in. 2. U laat de ‘overeenkomst spaarverlof’ ondertekenen door uw leidinggevende. Indien de situatie als bedoeld in de regeling spaarverlof, artikel 1 zich voor doet, dient u van te voren overleg over het spaarverlof met uw leidinggevende te voeren. 3. U stuurt de ingevulde overeenkomst op naar Cluster P&O, t.a.v. de personeelsadministratie. 4. De personeelsadministratie controleert de overeenkomst in samenspraak met de salarisadministratie, ondertekent deze en u ontvangt een getekende overeenkomst retour. 5. De personeels- en salarisadministratie dragen zorg voor de uitvoering van de overeenkomst. Scholingsregeling 1. U vult de ‘overeenkomst scholing’ en het ‘aanmeldingsformulier scholing’ in. 2. U laat de ‘overeenkomst scholing’ en het ‘aanmeldingsformulier scholing’ (mede invullen en) ondertekenen door uw leidinggevende. De ‘overeenkomst scholing’ hoeft slechts door uw leidinggevende te worden ondertekend indien uren worden ingezet. 3. U vraagt aan het opleidingsinstituut een verklaring waarin de inhoud van de opleiding staat vermeld. 4. U stuurt de ‘overeenkomst scholing’, het ‘aanmeldingsformulier scholing’ en de verklaring van de het opleidingsinstituut op naar Cluster P&O, t.a.v. de personeelsadministratie.
5. De personeelsadministratie controleert de overeenkomst in samenspraak met de salarisadministratie, ondertekent deze en u ontvangt een getekende overeenkomst retour. 6. De personeels- en salarisadministratie dragen zorg voor de uitvoering van de overeenkomst. Vakbondslidmaatschap/beroepsvereniging/registratiekosten 1. U vult de ‘overeenkomst vakbondslidmaatschap/beroepsvereniging’ in en laat deze ondertekenen door uw leidinggevende (alleen bij inzet van uren). 2. U stuurt de ‘overeenkomst vakbondslidmaatschap/beroepsvereniging’ inclusief een op naam gestelde originele factuur van de contributie voor het betreffende tijdvak op naar Cluster P&O, t.a.v. de personeelsadministratie. 3. De personeelsadministratie controleert de overeenkomst in samenspraak met de salarisadministratie, ondertekent deze en u ontvangt een getekende overeenkomst retour. 4. De personeelsadministratie stuurt een overeenkomst aan de salarisadministratie en deze draagt zorg voor de uitvoering van de overeenkomst. Verkoop vrije dagen 1. U vult de ‘overeenkomst verkoop vrije dagen’ in en laat deze ondertekenen door uw leidinggevende. 2. U stuurt de ‘overeenkomst verkoop vrije dagen’ op naar Cluster P&O, t.a.v. de personeelsadministratie. 3. De personeelsadministratie controleert de overeenkomst in samenspraak met de salarisadministratie, ondertekent deze en u ontvangt een getekende overeenkomst retour. 4. De personeels- en salarisadministratie dragen zorg voor de uitvoering van de overeenkomst. De fietsregeling 1. U koopt bij de dealer van uw keuze een fiets. U betaalt de fiets zelf. 2. U vult de ‘overeenkomst ter zake van de aanschaf van een fiets voor woonwerkverkeer’ en de ‘verklaring mede gebruik voor woon-werkverkeer van de vergoede fiets voor woon-werkverkeer’ in. 3. U laat de overeenkomst mede ondertekenen door uw leidinggevende bij inzet van uren. 4. De factuur van de fiets dient u tegelijk met de ‘overeenkomst ter zake van de aanschaf van een fiets voor woon-werkverkeer’ en de ‘verklaring mede gebruik voor woonwerkverkeer van de vergoede fiets voor woon-werkverkeer’ in bij Cluster P&O. t.a.v. de personeelsadministratie. 5. De personeelsadministratie draagt ervoor zorg, dat de rekening door Cluster F&A aan u betaald wordt. 5. De personeelsadministratie controleert de overeenkomst in samenspraak met de salarisadministratie, ondertekent deze en u ontvangt een getekende overeenkomst retour. 6. De personeels- en salarisadministratie dragen zorg voor de uitvoering van de overeenkomst.
Spaarloon 1. U vult het ‘aanmeldingsformulier van ABN Amro’ en de ‘overeenkomst spaarloon’ in. 2. U laat de overeenkomst mede ondertekenen door uw leidinggevende bij inzet van uren. 3. U stuurt de ‘overeenkomst spaarloon’ en het aanmeldingsformulier op naar Cluster P&O, t.a.v. de personeelsadministratie. 4. De personeelsadministratie controleert de overeenkomst in samenspraak met de salarisadministratie, de salarisadministratie stuurt het aanmeldingsformulier door aan de bank. 5. Zodra de bank uw spaarloonrekeningnummer heeft doorgegeven, ondertekent de personeelsadministratie de overeenkomst en ontvangt u een getekend exemplaar retour. 6. De personeels- en salarisadministratie dragen zorg voor de uitvoering van de overeenkomst. Kopen zes extra vakantiedagen 1. U vult de ‘overeenkomst koop vrije dagen’ in. 2. U laat de overeenkomst mede ondertekenen door uw leidinggevende. 3. De personeelsadministratie controleert de overeenkomst in samenspraak met de salarisadministratie, ondertekent deze en u ontvangt een getekende overeenkomst retour. 4. De personeels- en salarisadministratie dragen zorg voor de uitvoering van de overeenkomst. Reiskosten woon-werkverkeer 1. U vult de ‘overeenkomst aanvullende regeling reiskosten woon-werkverkeer’ in. 2. De personeelsadministratie controleert de overeenkomst in samenspraak met de salarisadministratie, ondertekent deze en u ontvangt een getekende overeenkomst retour. 3. De personeels- en salarisadministratie dragen zorg voor de uitvoering van de overeenkomst.
Levensloopregeling De bronnen
Is de bron voor u beschikbaar?
Brutosalaris
Voor alle medewerkers.
Vakantiebijslag
Voor alle medewerkers.
Eindejaarsuitkering
Voor alle medewerkers.
Gevolgen voor uw inkomen, pensioen en sociale zekerheid Aangezien u geen afstand doet van geldbronnen, maar deze bronnen aanwendt voor de levensloop, heeft dit géén negatieve gevolgen voor uw grondslagen voor sociale verzekeringen, vakantiebijslag en uw pensioen. Aandachtspunten In totaal mag per jaar maximaal 12% van het bruto jaarsalaris ingelegd worden voor de levensloop. Het totaalbedrag wat in de levensloopregeling wordt gespaard, mag niet meer bedragen dan 210% van het bruto jaarsalaris. Deze grens geldt niet voor werknemers die geboren zijn tussen 1 januari 1950 en 1 januari 1955. Met het ingehouden geld wordt een voorziening (‘spaarpotje’) opgebouwd voor de financiering van een periode onbetaald verlof. De lengte van de te financieren verlofperiode wordt uiteindelijk bepaald door het bedrag, dat u daadwerkelijk gespaard heeft. Dit is het totaal van het ingehouden loon en de daarop gekweekte inkomsten, maar ook de hoogte van het doorbetaalde loon tijdens de verlofperiode, het ontvangen bedrag aan Levensloopverlofkorting en de eventueel te ontvangen Ouderschapsverlofkorting (via inkomstenbelasting) is hierbij van belang. Levensloopverlofkorting en Ouderschapsverlofkorting zijn belastingkortingen die bedoeld zijn de deelname aan de levensloopregeling te stimuleren. U mag in beginsel zelf bepalen hoe hoog het doorbetaalde loon tijdens de verlofperiode is. Het doorbetaalde loon mag echter nooit meer bedragen dan het laatstverdiende loon direct voorafgaand aan de verlofperiode. Bij deeltijdverlof is het maximaal door te betalen loon inclusief het reguliere loon dat u geniet, omdat u nog deels blijft werken. Inkomensafhankelijke subsidies zoals de huursubsidie, zorgtoeslag of de tegemoetkoming in de studiekosten worden beïnvloed. Bij uitbetaling vervalt pensioenopbouw, tenzij gekozen wordt voor vrijwillige voortzetting. Voorbeelden U kunt na 4 jaar sparen (12%) een periode van verlof financieren van circa een half jaar tegen 100% van het salaris. Het maximale bedrag van 210% spaart u in circa 17,5 jaar bij elkaar. Bij een gespaard bedrag van 210% van het laatstverdiende loon kunt u een periode van verlof van 3 jaar financieren als u genoegen neemt met doorbetaling van 70% van het loon. Bij 100% loondoorbetaling bedraagt de verlofperiode in beginsel maximaal 2,1 jaar.
Spaarverlof De bronnen
Is de bron voor u beschikbaar?
Bovenwettelijke vakantie-uren
Voor medewerkers die bovenwettelijke vakantie-uren hebben. Voor voltijdsmedewerkers alle uren boven 144 uur per jaar en voor deeltijdwerkers naar verhouding.
Onregelmatigheidstoeslag in tijd
Voor medewerkers die onregelmatige diensten verrichten.
Overwerkvergoeding in tijd
Voor medewerkers die overwerken (voor zover niet binnen een half jaar gecompenseerd).
55+ -uren
Voor medewerkers die op 1 januari 2009 55 jaar of ouder zijn.
Extra uren
Voor medewerkers die extra uren werken (maximaal 192 uren per jaar).
Met spaarverlof spaart u niet opgenomen vakantie-uren en compensatieverlof (bijv. extra gewerkte uren). Deze regeling kan recht geven op betaald verlof tot een maximum van 250 dagen (bij een fulltime dienstverband). Als aan alle voorwaarden is voldaan, wordt belastingen premieheffing over de verlofdag uitgesteld totdat het verlof wordt opgenomen en het loon wordt doorbetaald. De 250 dagen regeling biedt u ook de mogelijkheid verlof op te nemen direct voorafgaand aan uw pensionering (FLEX-pensioen of Ouderdomspensioen). Gevolgen voor uw inkomen, pensioen en sociale zekerheid Het gebruik van tijdbronnen kan gevolgen hebben voor sociale verzekeringen, vakantiebijslag en uw pensioen. Tijdens uw verlof betaalt de werkgever uw salaris van dat moment door onder inhouding van belasting- en premieheffing (‘250 dagen regeling’). Aandachtspunten Komt er een einde aan uw dienstverband terwijl u nog spaarverlof tegoed heeft? Dan kunt u het (resterende) spaarverlof uitbetaald krijgen tegen het dan geldende uurloon onder inhouding van belastingheffing en, indien van toepassing, premieheffing. Als u overlijdt, terwijl u nog spaarverlof tegoed heeft, wordt het aantal verlofuren omgerekend naar uw actuele salaris en aan uw nabestaanden uitgekeerd onder inhouding van belastingheffing en, indien van toepassing, premieheffing. Inkomensafhankelijke subsidies zoals de huursubsidie, zorgtoeslag of de tegemoetkoming in de studiekosten worden beïnvloed.
Scholingsregeling
De bronnen
Is de bron voor u beschikbaar?
Bruto salaris
Voor alle medewerkers.
Vakantiebijslag
Voor alle medewerkers.
Eindejaarsuitkering
Voor alle medewerkers.
Individuele toeslag/gratificatie
Voor medewerkers aan wie de werkgever een individuele toeslag/gratificatie heeft toegekend.
Bovenwettelijke vakantie-uren
Voor medewerkers die bovenwettelijke vakantie-uren hebben. Voor voltijdsmedewerkers alle uren boven 144 uur per jaar en voor deeltijdwerkers naar verhouding.
Onregelmatigheidstoeslag in geld en tijd
Voor medewerkers die onregelmatige diensten verrichten.
Overwerkvergoeding in geld en tijd
Voor medewerkers die overwerken (voor zover niet binnen een half jaar gecompenseerd).
55+-uren
Voor medewerkers die op 1 januari 2009 55 jaar of ouder zijn.
Extra uren
Voor medewerkers die extra uren werken (maximaal 192 uren per jaar).
Drie extra gekochte vakantiedagen
Voor alle medewerkers.
De waarde van de bronnen mag maximaal 15% van het bruto jaarsalaris bedragen. Gevolgen voor uw inkomen, pensioen en sociale zekerheid Door het afstand doen van geldbronnen in het kader van uw deelname aan de scholingsregeling wordt uw inkomen lager en kan dat gevolgen hebben voor uw sociale verzekeringen en uitkeringen (WW en WIA), vakantiebijslag e.d. Het afstand doen van geldbronnen kan eveneens nadelige consequenties voor uw pensioen hebben. Het inzetten van tijdbronnen kan gevolgen hebben voor de grondslagen van andere arbeidsvoorwaarden, sociale zekerheid van uw pensioen. Aandachtspunten
U kunt uw deelname aan de scholingsregeling financieren door afstand te doen van bepaalde door u zelf gekozen geld- en/of tijdbronnen. U komt dan in aanmerking voor een belasting- en premievrije tegemoetkoming in de kosten van uw opleiding. Deze tegemoetkoming komt in waarde overeen met de waarde van de bruto geld- en /of tijdbron(nen) waarvan u afstand heeft gedaan. De opleiding moet worden gevolgd in het kader van de ontwikkeling van uw carrière, het op peil houden van uw kennis of het verbeteren van uw positie op de arbeidsmarkt. Zet u (een) tijdbron(nen) in? Dan wordt de geldwaarde ervan op basis van uw actuele bruto uurloon bepaald. Tenslotte kunnen inkomensafhankelijke subsidies zoals de huursubsidie, zorgtoeslag of de tegemoetkoming in de studiekosten worden beïnvloed. Voorbeeld In verband met de ontwikkeling in de gezondheidszorg wil Jan-Willem zijn vakkennis op peil houden. Hiertoe schrijft hij zich in voor een opleiding. Ter financiering van zijn deelname aan de scholingsregeling doet Jan-Willem afstand van drie bovenwettelijke vakantiedagen in ruil voor een tegemoetkoming in de kosten van de opleiding. Jan-Willem werkt fulltime (gemiddeld 36 uur per week) en verdient € 2400,= bruto per maand. Eén vakantiedag levert Jan-Willem € 110,77 bruto op (€ 2400 : 156 x 7,2). De drie bovenwettelijke vakantiedagen leveren Jan-Willem bruto 3 x € 110,77 = € 332,31 op. Nu JanWillem afstand doet van drie bovenwettelijke vakantiedagen in het kader van deelname aan de scholingsregeling komt hij in aanmerking voor een belasting- en premievrije tegemoetkoming in de kosten van de opleiding voor een bedrag van € 332,31. De netto inkomenspositie van Jan-Willem verbetert door deelname aan de scholingsregeling; hij doet immers afstand van een bruto bron in ruil voor een netto tegemoetkoming.
Vakbondslidmaatschap/beroepsvereniging/registratiekosten De bronnen
Is de bron voor u beschikbaar?
Bruto salaris
Voor alle medewerkers.
Vakantiebijslag
Voor alle medewerkers.
Eindejaarsuitkering
Voor alle medewerkers.
Individuele toeslag/gratificatie
Voor medewerkers aan wie de werkgever een individuele toeslag/gratificatie heeft toegekend.
Bovenwettelijke vakantie-uren
Voor medewerkers die bovenwettelijke vakantie-uren hebben. Voor voltijdsmedewerkers alle uren boven 144 uur per jaar en voor deeltijdwerkers naar verhouding.
Onregelmatigheidstoeslag in geld en tijd
Voor medewerkers die onregelmatige diensten verrichten.
Overwerkvergoeding in geld en tijd
Voor medewerkers die overwerken (voor zover niet binnen een half jaar gecompenseerd).
55+-uren
Voor medewerkers van die op 1 januari 2009 55 jaar en ouder zijn.
Extra uren
Voor medewerkers die extra uren werken (maximaal 192 uren per jaar).
Drie extra gekochte vakantiedagen
Voor alle medewerkers.
Gevolgen voor uw inkomen, pensioen en sociale zekerheid Door het afstand doen van geldbronnen in het kader van uw deelname aan de regeling vakbondslidmaatschap/beroepsvereniging wordt uw inkomen lager en kan dat gevolgen hebben voor uw sociale verzekeringen en uitkeringen (WW en WIA), vakantiebijslag e.d. Het afstand doen van geldbronnen kan eveneens nadelige consequenties hebben voor uw pensioen. Het inzetten van tijdbronnen kan gevolgen hebben voor de grondslagen van andere arbeidsvoorwaarden, sociale zekerheid van uw pensioen. Aandachtspunten U kunt uw deelname aan de regeling vakbondslidmaatschap/ beroepsvereniging/ registratiekosten financieren door afstand te doen van bepaalde door u zelf gekozen geld-
en/of tijdbron(nen). In ruil daarvoor nemen wij de kosten van het vakbondlidmaatschap/ beroepsvereniging/registratiekosten voor onze rekening. Het dient de kosten van een vakbondslidmaatschap/beroepsvereniging/registratiekosten te betreffen en niet de bijdragen aan de personeelsvereniging e.d. Zet u (een) tijdbron(nen) in? Dan wordt de geldwaarde ervan op basis van uw actuele bruto uurloon bepaald. Inkomensafhankelijke subsidies zoals de huursubsidie, zorgtoeslag of de tegemoetkoming in de studiekosten worden beïnvloed. Voorbeeld Gerard kiest ervoor om zijn vakbondslidmaatschap te financieren door afstand te doen van 4 bovenwettelijke vakantie-uren. In ruil hiervoor nemen wij de kosten van het vakbondslidmaatschap voor onze rekening. Gerard werkt fulltime (gemiddeld 36 uur per week) en verdient € 1450,= bruto per maand. Eén vakantie-uur levert Gerard € 9,29 bruto op (€ 1450 : 156). De vier bovenwettelijke vakantie-uren leveren Gerard bruto 4 x € 9,29 = € 37,16 op. Omdat Gerard afstand doet van vier bovenwettelijke vakantie-uren nemen wij de kosten voor het lidmaatschap ten bedrage van € 37,16 voor onze rekening. De netto inkomenspositie van Gerard verbetert door deelname aan de regeling lidmaatschapkosten vakbond; hij doet immers afstand van een bruto bron in ruil voor een nette tegemoetkoming.
Verkoop vrije dagen De bronnen
Is de bron voor u beschikbaar?
Bovenwettelijke vakantie-uren
Voor medewerkers die bovenwettelijke vakantie-uren hebben. Voor voltijdsmedewerkers alle uren boven 144 uur per jaar en voor deeltijdwerkers naar verhouding.
Niet opgenomen vakantie-uren uit voorgaande kalenderjaren
Voor alle medewerkers die (een deel van) hun vakantie-uren uit voorgaande kalenderjaren niet hebben opgenomen.
Gevolgen voor uw inkomen, pensioen en sociale zekerheid In beginsel heeft een incidentele inwisseling van tijdaanspraken in geld geen gevolgen voor de uitkeringsgrondslagen. Voor uw pensioen heeft het verkopen van vakantierechten geen gevolgen. Bij de uitbetaling vinden de reguliere inhoudingen (bruto – netto) plaats. Aandachtspunten De waarde van de vakantierechten die u wilt laten uitbetalen, wordt berekend op basis van uw actuele bruto uurloon. Er kunnen maximaal 6 vrije dagen per jaar verkocht worden. Aandachtspunt hierbij is, dat verlof op te nemen tijdens feestdagen en in verband met bijzondere persoonlijke omstandigheden onderdeel zijn van het verlofrecht opgenomen in de CAO. Met ingang van 1 februari 2001 is de verjaringstermijn van vakantierechten verlengd tot 5 jaar. Na verloop van 5 jaar ‘vervallen’ de vakantierechten en kunt u de verjaarde vakantierechten niet meer opnemen of laten uitbetalen. Inkomensafhankelijke subsidies zoals de huursubsidie, zorgtoeslag of de tegemoetkoming in de studiekosten worden beïnvloed.
De fietsregeling De bronnen
Is de bron voor u beschikbaar?
Brutosalaris
Voor alle medewerkers.
Vakantiebijslag
Voor alle medewerkers.
Eindejaarsuitkering
Voor alle medewerkers.
Individuele toeslag/gratificatie
Voor medewerkers aan wie de werkgever een individuele toeslag/gratificatie heeft toegekend.
Bovenwettelijke vakantie-uren
Voor medewerkers die bovenwettelijke vakantie-uren hebben. Voor voltijdsmedewerkers alle uren boven 144 uur per jaar en voor deeltijdwerkers naar verhouding.
Onregelmatigheidstoeslag in geld en tijd
Voor medewerkers die onregelmatige diensten verrichten.
Overwerkvergoeding in geld en tijd
Voor medewerkers die overwerken (voor zover niet binnen een half jaar gecompenseerd).
55+-uren
Voor medewerkers die op 1 januari 2009 55 jaar of ouder zijn.
Extra uren
Voor medewerkers die extra uren werken (maximaal 192 uren per jaar).
Drie extra gekochte vakantiedagen
Voor alle medewerkers.
Gevolgen voor uw inkomen, pensioen en sociale zekerheid Door het afstand doen van geldbronnen in het kader van uw deelname aan de fietsregeling wordt uw inkomen lager en kan dat gevolgen hebben voor uw sociale verzekeringen en uitkeringen (WW en WIA), vakantiebijslag e.d. Het afstand doen van geldbronnen kan nadelige consequenties voor uw pensioen hebben. Het inzetten van tijdbronnen kan gevolgen hebben voor de grondslagen van andere arbeidsvoorwaarden, sociale zekerheid van uw pensioen. Aandachtspunten Uw deelname aan de fietsregeling kunt u financieren door afstand te doen van door u zelf gekozen geld- en/of tijdbronnen binnen het meerkeuzesysteem. U komt dan in aanmerking
voor een tegemoetkoming in de aflossing van (een deel van) het aankoopbedrag, dat wij u renteloos hebben geleend. Een belangrijke voorwaarde om deel te nemen aan de fietsregeling is dat u minimaal de helft van uw aantal werkdagen op de fiets naar het werk gaat. Als u afstand doet van geld en/of tijdbronnen in het kader van uw deelname aan de fietsregeling, komt u in aanmerking voor een belasting- en premievrije tegemoetkoming die in waarde overeenkomt met de waarde van de bruto bronnen waarvan u afstand heeft gedaan met een maximum van € 749,= (peildatum 01/01/07). Dit wordt vermeerderd met een tegemoetkoming van maximaal € 82,= per jaar in de kosten van de met de fiets samenhangende zaken (regenpak, extra slot, steun voor de aktetas en voorkomende reparaties). Deze kosten dienen op de originele nota vermeld te staan. De kosten van een eventuele fietsverzekering komen eveneens voor een belasting- en premievrije tegemoetkoming in aanmerking. Zet u (een) tijdbron(nen) in? Dan wordt de geldwaarde ervan op basis van uw actuele bruto uurloon bepaald. Inkomensafhankelijke subsidies zoals de huursubsidie, zorgtoeslag of de tegemoetkoming in de studiekosten worden beïnvloed.
Spaarloon De bronnen
Is de bron voor u beschikbaar?
Brutosalaris
Voor alle medewerkers.
Vakantiebijslag
Voor alle medewerkers.
Eindejaarsuitkering
Voor alle medewerkers.
Individuele toeslag/gratificatie
Voor medewerkers aan wie de werkgever een individuele toeslag/gratificatie heeft toegekend.
Bovenwettelijke vakantie-uren
Voor medewerkers die bovenwettelijke vakantie-uren hebben. Voor voltijdsmedewerkers alle uren boven 144 uur per jaar en voor deeltijdwerkers naar verhouding.
Onregelmatigheidstoeslag in geld en tijd
Voor medewerkers die onregelmatige diensten verrichten.
Overwerkvergoeding in geld en tijd
Voor medewerkers die overwerken (voor zover niet binnen een half jaar gecompenseerd).
55+-uren
Voor medewerkers die op 1 januari 2009 55 jaar of ouder zijn.
Extra uren
Voor medewerkers die extra uren werken (maximaal 192 uren per jaar).
Gevolgen voor uw inkomen, pensioen en sociale zekerheid Omdat u geen afstand doet van geldbronnen maar deze bronnen aanwendt in het kader van uw deelname aan de spaarloonregeling heeft dit geen negatieve gevolgen voor uw vakantiebijslag en uw pensioen, maar wel voor de sociale verzekeringen (WW/WIA). Het gebruik van tijdbronnen heeft ook geen gevolgen voor uw inkomen en de sociale zekerheid. Aandachtspunten Onder de spaarloonregeling kunt u vanuit uw bruto salaris sparen tot een jaarlijks maximum van € 613,= (2006). Het door u gespaarde bedrag wordt bijgeschreven op uw persoonlijke spaarloonrekening. In beginsel kunt u niet eerder over het spaartegoed beschikken dan na het verstrijken van een blokkeringperiode van 4 jaar. Deze blokkeringwaarde geldt niet als u uw spaarloon(saldo) besteedt aan bijvoorbeeld scholing, kinderopvang of de aankoop van een woning.
Zet u (een) tijdbron(nen) in? Dan wordt de geldwaarde ervan op basis van uw actuele bruto uurloon bepaald. U kunt niet tegelijk aan de spaarloonregeling en de levensloopregeling deelnemen. Inkomensafhankelijke subsidies zoals de huursubsidie, zorgtoeslag of de tegemoetkoming in de studiekosten worden beïnvloed. Om deel te nemen aan de spaarloonregeling in een bepaald jaar, moet u op 1 januari van dat jaar in dienst zijn. Tevens moet de loonheffing op ‘ja’ staan.
Kopen maximaal zes extra vakantiedagen De bronnen
Is de bron voor u beschikbaar?
Brutosalaris
Voor alle medewerkers.
Vakantiebijslag
Voor alle medewerkers.
Eindejaarsuitkering
Voor alle medewerkers.
Individuele toeslag/gratificatie
Voor medewerkers aan wie de werkgever een individuele toeslag/gratificatie heeft toegekend.
Onregelmatigheidstoeslag in geld
Voor medewerkers die onregelmatige diensten verrichten.
Overwerkvergoeding in geld
Voor medewerkers die overwerken (voor zover niet binnen een half jaar gecompenseerd).
Gevolgen voor uw inkomen, pensioen en sociale zekerheid Door het afstand doen van geldbronnen in het kader van uw deelname aan de regeling aankoop vakantiedagen wordt uw inkomen lager en kan dat gevolgen hebben voor uw sociale verzekeringen en uitkeringen (WW/WIA), vakantiebijslag e.d. Het afstand doen van geldbronnen kan nadelige consequenties hebben voor uw pensioen. Aandachtspunten De waarde van de vakantierechten die u wilt kopen, wordt berekend op basis van uw actuele bruto uurloon. Inkomensafhankelijke subsidies zoals de huursubsidie, zorgtoeslag of de tegemoetkoming in de studiekosten worden beïnvloed.
Aanvullende regeling reiskosten woon-werkverkeer De bronnen
Is de bron voor u beschikbaar?
Eindejaarsuitkering
Voor alle medewerkers.
Gevolgen voor uw inkomen, pensioen en sociale zekerheid Door het afstand doen van geldbronnen in het kader van uw deelname aan de aanvullende regeling reiskosten woon-werkverkeer wordt uw inkomen lager en kan dat gevolgen hebben voor uw sociale verzekeringen en uitkeringen (WW/WIA), e.d. Het afstand doen van geldbronnen in het kader van uw deelname aan deze regeling heeft géén gevolgen voor uw pensioen. Aandachtspunten Door de deelname aan de aanvullende regeling reiskosten woon-werkverkeer wordt de fiscale ruimte van uw bruto eindejaarsuitkering afgetrokken en als onbelaste reiskostenvergoeding uitbetaald. Dus wordt de fiscale jaarruimte van uw bruto eindejaarsuitkering afgetrokken. Inkomensafhankelijke subsidies zoals de huursubsidie, zorgtoeslag of de tegemoetkoming in de studiekosten worden beïnvloed. Voorbeeld Stel: U reist 3 dagen per week van uw woning naar uw werk. De enkele reisafstand bedraagt 23 kilometer. Per jaar mag de werkgever € 1.122,22 (€ 0,19 x 23 x 2 x 214 dagen x 3/5) onbelast vergoeden. U ontvangt echter op bais van de Cao maximaal € 472,64 (12maanden x € 65,62 x 3/5). U hebt dus voor dit jaar € 649,58 (€1.122,22 - €649,58) ruimte om uit te ruilen. Hoe werkt dit nu? Stel: je eindejaarsuitkering bedraagt bruto Af: Omdat je gebruik maakt van de uitruilregeling Eindejaarsuitkering nieuw Af: loonheffing circa 40% Netto eindejaarsuitkering Bij: I.v.m. uitruil reiskosten Totaal netto eindejaarsuitkering
€ 800,00 649,58 € 150,42 60,17 € 90,25 649,58 € 739,83
Wanneer u geen gebruik maakt van de uitruilregeling, en dus kiest voor uw bruto eindejaarsuitkering van € 800,00, dan houdt u hier na afdracht van de loonheffing van circa 40% netto € 480,00 netto over. Door gebruik te maken van de fiscale mogelijkheden houdt u in dit geval dus bijna € 260,00 netto meer over. (Bovenstaande is een voorbeeld, werkelijke bedragen en percentages kunnen afwijken.)