AANVULLENDE INFO VOOR DE TEAMBEGELEIDING
IInfoboekje voor de Teambegeleiding
2
Infoboekje voor de Teambegeleiding
VOORWOORD Je bent leider en/of trainer van één van onze teams. Op de eerste plaats: bedankt. We hebben de ondersteuning van ouders/verzorgers of gewoon van liefhebbers, die een deel van hun vrije tijd willen besteden aan Roda '46, hard nodig. Eén of meer kinderen zijn lid van Roda '46, je hebt zelf een aardig balletje kunnen trappen, je hebt er lol in om met jeugd om te gaan? Welke reden je er dan ook toe bracht om leider of trainer te worden, vanaf nu rekenen we op je. Het aantal leden is momenteel de 1300 gepasseerd. Je hebt er dus meteen een behoorlijk aantal collega's bij, want intussen zijn er wekelijks meer dan honderd trainers en leiders druk in de weer om alle trainingen en wedstrijden goed te kunnen laten verlopen. Alle leden (en de ouders van de jeugdleden) hebben een informatieboekje gekregen over de gang van zaken bij Roda ’46. Voor de teambegeleiding komt er nog veel meer kijken. In dit boekje voor de teambegeleiding staat informatie, speciaal voor de leiders en trainers van Roda teams. Ook wordt duidelijk gemaakt wat er van ze wordt verwacht. Roda '46 vervult een maatschappelijke en sociale functie. Het jeugdkader heeft daarin speciale verantwoordelijkheid. Naast het opleiden van jeugdvoetballers in de voetbaltechnische zin heeft de leider/trainer ook een verantwoordelijkheid voor de bredere ontwikkeling van de jongeren. Het begeleiden van een voetbalteam geeft over het algemeen veel plezier. Het is een dankbare klus. We hopen dat deze hobby je veel voldoening zal geven. Hopelijk kunnen we met z'n allen bijdragen aan een leuk en sportief seizoen bij Roda '46. We wensen je veel succes en plezier. John Groenevelt Voorzitter Jeugdbestuur Roda ‘46
3
IInfoboekje voor de Teambegeleiding
INHOUD
4
1. ALGEMEEN
5
2. DE TRAINING
7
3. DE WEDSTRIJD
13
4. TOERNOOIEN
20
5. NORMEN EN WAARDEN
22
6. BLESSURES
24
Infoboekje voor de Teambegeleiding
1. ALGEMEEN 1.1 DE TEAMBEGELEIDING Elk Roda team heeft een teambegeleider (leider) en een trainer/coach. Soms is dit dezelfde persoon. Soms verdeelt men de taken iets anders en zijn er meerdere begeleiders bij een team betrokken. Onderling regelen de trainer/coach en de teambegeleiding de taakverdeling. Bespreek dit even met elkaar voor het seizoen. Het moet duidelijk zijn wie de opstelling maakt of de reservebeurten bepaalt. Samen zorg je voor een leuke sfeer in het team.
1.2 TAKEN TEAMLEIDER •
Begeleidt de spelers van zijn/haar team bij thuis- en uitwedstrijden, alsmede andere activiteiten. • Is verantwoordelijk voor (administratieve) zaken voor, tijdens en na de wedstrijd, zoals: • Fungeert als afmeldpunt voor spelers die verhinderd zijn aan de wedstrijd deel te nemen. • Regelt (eventueel in overleg met de coördinator) vervanging van spelers bij eventuele tekorten • Informeert de spelers in geval van afgelasting • Regelt vervoer naar uitwedstrijden in overleg met de ouders • Vult wedstrijdformulieren in • Draagt zorg voor de spelerspassen • Bepaalt de opstelling en verzorgt de wissels • Ziet er op toe dat de spelers zich voor, tijdens en na de wedstrijd correct gedragen. • Houdt toezicht op de kleedkamers (leeg en schoon opleveren). • Is contactpersoon tussen spelers/ouders en afdelingscommissie (coördinator, trainer, zaterdag-, zondag of jeugdcommissie).
1.3 KLEDING BEGELEIDING Aan alle jeugdleiders en -trainers worden “coachjassen” in bruikleen uitgereikt. Ook de begeleiders van gesponsorde seniorenteams hebben vaak coachjassen. De begeleiding van een team is verplicht deze jassen te dragen tijdens thuis- en uitwedstrijden, alsmede andere evenementen, waarbij Roda '46 wordt vertegenwoordigd (toernooien, e.d.). Redenen: • Uitstraling • Herkenbaarheid • Afspraken met de sponsor van de coachjassen Het is niet de bedoeling dat je de coachjas tijdens je privé-activiteiten draagt.
5
IInfoboekje voor de Teambegeleiding Jeugdleiders/trainers die nog geen coachjas hebben kunnen contact opnemen met hun coördinator in de jeugdcommissie
1.4 MATERIAAL De leiders en trainers krijgen voor het begin van het seizoen de beschikking over ballen, hesjes, pionnen, hoedjes en een ballennet. Bovendien krijgen de jeugdleiders en -trainers, een coachjas uitgereikt. Ook de begeleiding van gesponsorde teams krijgt coachjassen. Al deze spullen worden in bruikleen uitgegeven. Alle teamleden zijn verantwoordelijk voor het verkregen materiaal. Aan het einde van het seizoen worden de spullen weer ingenomen. Dit om het materiaal na te kijken, schoon te maken en eventueel te repareren, zodat we aan het begin van het daaropvolgende seizoen weer kunnen beschikken over voldoende en goede spullen.
1.5 BEOORDELEN VAN JEUGDSPELERS Twee keer per jaar beoordeelt de begeleiding van een jeugdteam de ontwikkeling van alle spelers van het team. Daartoe ontvangt hij/zij speciale “beoordelingsformulieren”. Na invulling wordt de beoordeling besproken met de technisch manager en de coördinator van de leeftijdscategorie. Bovendien worden alle spelers vaak bekeken door de scout van Roda '46, de technisch manager en de hoofdtrainer van de afdeling. Voorts kunnen er speciale wedstrijden worden georganiseerd, waarin spelers nogmaals worden beoordeeld. De ontwikkelingen van de spelers worden vastgelegd in een database.
6
Infoboekje voor de Teambegeleiding
2. DE TRAINING 2.1 CURSUSSEN Roda '46 stimuleert trainers en leiders cursussen te volgen. Jaarlijks worden trainersopleidingen georganiseerd. Vaak worden deze opleidingen bij Roda '46 gegeven. Er zijn ook externe cursussen (bijvoorbeeld bij de KNVB).
2.2 TRAININGSTIJDEN Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de trainers en leiders. Een (concept) trainingsschema wordt regelmatig opgenomen in Rodactueel en op de website www.roda46.nl. Als je niet kunt trainen op het in het schema vermelde tijdstip, of als je op een andere tijd wil oefenen, neem dan contact op met je vertegenwoordiger in het bestuur. Er zal dan bekeken worden of er een mogelijkheid is om aan de wens te voldoen.
2.3 UITGANGSPUNTEN VOOR DE TRAINING 2.3.1 Het leren voetballen De uitgangspunten van de club ten aanzien van het leren voetballen en coachen van jeugdspelers zijn: • plezier staat voorop • de jeugdspeler leert voetballen • discipline en respect zijn belangrijk • vaste speelwijze • rekening houden met leeftijdskenmerken • respectvol omgaan met elkaar 2.3.2 Zeister visie Roda '46 onderschrijft de zogenaamde Zeister Visie ten aanzien van de training. • voetbaleigen bedoeling • veel herhalingen • rekening houden met de groep • juiste coaching/beïnvloeding 2.3.3 Het coachen van jeugd Bij de selectieteams stelt Roda ‘46 trainers aan die in staat zijn spelers op de juiste manier te beïnvloeden. Om het optimale uit de jeugdspelers te halen dienen de jeugdleiders en -trainers de kinderen op hun niveau aan te spreken. Ook is het belangrijk dat de kinderen op hun eigen niveau kunnen voetballen. De begeleiders dienen de (jeugd-)spelers altijd positief te benaderen. De coaching moet er op gericht zijn het plezier dat voetballen kan brengen zo groot mogelijk te 7
IInfoboekje voor de Teambegeleiding maken en de ontwikkeling van de speler, zowel individueel als in teamverband zo goed mogelijk te ondersteunen.. Bij coaching hoort soms ook het corrigeren van spelers, het toespreken van een speler en soms ook het treffen van disciplinaire maatregelen. Een disciplinaire maatregel dient te leiden tot een gedragsverbetering van de speler. Hierbij geldt echter ook dat begeleiders spelers met respect behandelen, zoals dat van de spelers naar de begeleiders ook wordt verwacht. Stuur mini’s, kiddy’s of pupillen nooit voortijdig naar huis. Ook als ze lastig zijn en niet willen luisteren. Beter kan je ze voor straf rondjes laten rennen of de ballen laten bewaken. Realiseer je dat je een voorbeeldfunctie hebt!
2.4 LEEFTIJDSTYPISCHE KENMERKEN De trainer moet er rekening mee houden dat elke speler anders is en dat de accenten die getraind moeten worden in de verschillende leeftijdsklassen anders zijn. Zo ziet de training van een E-pupil er anders uit dan van een B-junior. 2.4.1 Mini’s (4 en 5 jaar) De Mini’s zijn de allerjongste voetballers van Roda ‘46. Jongens en meisjes in de leeftijd van 4 tot 5 jaar, die tijdens het seizoen iedere week trainen en voetballen. De training vindt plaats op woensdagmiddag. Natuurlijk staat voetbal voorop en de hele training dient prettig te verlopen, veel in spelvorm. Uitgangspunten: • Mini’s bewegen veel. Elke speler heeft een bal. Zowel aandacht voor de linkerals de rechtervoet. • Mini’s krijgen zogenaamde circuittraining Tijdens de training krijgen ze meerdere spelvormen aangeboden. Ze oefenen zoveel mogelijk in kleine groepjes. Ze zijn veel met de bal bezig. Ouders worden betrokken tijdens de training van hun kinderen. • Plezier hebben en behouden in het voetbal staat op de eerste plaats. 2.4.2 Kiddy’s (6 jaar) De Kiddy’s bij Roda '46 zijn jongens en meisjes van 6 jaar. 8
Infoboekje voor de Teambegeleiding
Uitgangspunten: • Kiddy’s kunnen niet lang geconcentreerd blijven. • Kiddy’s doen dingen enkel om het plezier. • Kiddy’s willen heel graag voetballen. • Kiddy’s zijn erg speels en worden snel afgeleid. • Kiddy’s zijn sterk op zichzelf gericht (egocentrisch). Voor • • • •
zowel de Mini’s als de Kiddy’s geldt: Voor kinderen dient er een veilige situatie te zijn waarin geleerd kan worden Kinderen leren voetballen door veel dezelfde voetbalhandelingen te oefenen. Kinderen leren voetballen door de spelbedoelingen zelf uit te vinden De coach helpt kinderen om het voetbalspel te ontdekken
2.4.3 F-Pupillen (7 tot 8 jaar) Snel afgeleid. Kan zich niet lang concentreren. Te speels om zo te voetballen als ouderen dat wel van hem/haar verlangen. Is individueel gericht: heeft vaak nog geen gevoel om dingen samen te doen. Bijna iedereen is op en om de bal. Een uitzondering vormen de keepers en één of twee jochies die bij herhaling worden gemaand achter te blijven. Van voetbal is nauwelijks sprake. De bal wordt soms half of helemaal niet geraakt. De bal wordt door een rennende en schoppende horde voortbewogen. Een kluwen enthousiaste spelertjes achter een bal aan. Als de jongens en meisjes al langer op de club zijn, worden de eerste vormen van samenspel zichtbaar. De balbehandeling is gerichter. Niettemin beperkt het zich veelal tot aannemen, dribbelen, een trap naar voren en een schot op het doel. 2.4.4 E-Pupillen (8 tot 10 jaar) Al veel meer bereid deel uit te maken van het team. Ziet het verschil tussen wie goed en minder goed kan voetballen. Kan het opbrengen om wat langer een en dezelfde oefening uit te voeren. De balbehandeling begint erop te lijken. De ideale leeftijd om de basisvaardigheden onder de knie te krijgen. 2.4.5 D-Pupillen (10 tot 12 jaar) Meer geneigd zich te meten met anderen. Kan het aan om in teamverband een doel na te streven. Beheerst de eigen bewegingen en is bewust bezig zijn prestatie op te vijzelen. Jongens D-pupillen spelen 11 tegen 11. De basis van het leren van technische vaardigheden is achter de rug, het gaat nu vooral om het ontwikkelen van het inzicht in het spel. In de wedstrijd moeten ze leren omgaan met de grootte van het speelveld, de spelregels (buitenspel), het spelen in een opstelling (4-3-3) en vooral de belangrijkste principes bij balbezit en balbezit tegenpartij. 2.4.6 C-Junioren (12 tot 14 jaar) Vermogen tot beoordelen groeit en een eigen mening ontwikkelt zich. Geldingsdrang en de drang zich te vergelijken met anderen nemen toe. In deze leeftijd kan zich een groeispurt voordoen en kondigt zich het begin aan van de puberteit. Meisjes komen gemiddeld eerder in de puberteit. Zij kunnen daardoor in betrekkelijke korte periode 9
IInfoboekje voor de Teambegeleiding ineens een stuk zwaarder worden. De C-speler is voornamelijk bezig met wat zich bij de pupillen begon te ontwikkelen: vrijlopen en samenspelen. 2.4.7 B-Junioren (14 tot 16 jaar) Groei in de lengte bij de jongens zet door. Minder controle over ledematen lijkt daarvan het gevolg. Meisjes zijn over het algemeen al uitgegroeid. Alle kenmerken van de puberteit, zoals lusteloosheid, onredelijkheid en humeurigheid komen zowel bij jongens als meisjes voor. Niettemin is voor jongens winnen belangrijker dan ooit, daar waar meisjes het winnen lijken te relativeren. Een soms te fanatieke houding heeft ermee te maken dat hij/zij op zoek is naar de eigen grenzen. De B-junior is nog meer in staat echte wedstrijdsport te beoefenen. Hij waagt zich aan acties die voor het team weinig rendement hebben. Zijn soms te laat ingezette sliding en de wijze waarop hij buitenkant voet speelt hebben meer te maken met het feit dat hij zichzelf wil bewijzen. Het tempo is hoger, hij moet leren onder druk te spelen en dat gaat hem soms minder goed af. Zijn individuele mogelijkheden moeten meer rendement voor het team gaan opleveren, hier moet hij in leren. 2.4.8 A-JUNIOREN (16 tot 18 jaar) Zowel lichamelijk als geestelijk op weg naar meer evenwicht. Een fysieke groei in de breedte en een zakelijkere benadering van de gebeurtenissen zijn kenmerkend. In deze leeftijdsfase wordt meestal de keus gemaakt voor prestatieve of voor gezelligheidssport. Beter bestand tegen de moeilijkheden die het met zich meebrengt in de kleine ruimte te spelen. Zonder te beweren dat een A-junior volleerd is kan worden gesteld dat het anderszins een kwestie is van rijpen. Het onrustige dat zo kenmerkend is voor de B-junior maakt plaats voor een beheerster optreden. Er wordt ook door de spelers onderling gelet op het spel van elkaar. Er ontstaat een zekere eigen controle. Dit alles brengt met zich mee dat jeugdleiders en -trainers rekening moeten houden met de typische kenmerken van de verschillende leeftijdsfasen om te kunnen beoordelen wat men wel en wat men niet van ze kan verwachten.
2.5 WARMING-UP In het kader van het voorkomen van blessures is een goede warming-up zeer belangrijk. Door een goede warming-up zorgt de speler ervoor dat hij/zij zich zowel lichamelijk als geestelijk voorbereid op de training of wedstrijd, waardoor er vanaf het begin goede prestaties geleverd kunnen worden en hij/zij minder kwetsbaar is. De warming-up moet daarom als een verplicht onderdeel worden gezien voor iedere training of wedstrijd. De warming-up bestaat uit: • Warmdraaien • Voetbalspecifieke oefeningen
10
Infoboekje voor de Teambegeleiding
2.5.1 Warmdraaien Met warmdraaien wordt bedoeld het losjes inlopen in trainingspak gedurende 5-10 minuten met verschillende lichte bewegingsvormen van de armen, benen en de romp (zwaaien, slingeren, huppelen). Tevens kan men het tempo en de looprichting variëren. 2.5.2 Voetbalspecifieke oefeningen Na het warmdraaien volgen de voetbalspecifieke oefeningen, die geleidelijk aan wat vorm en intensiteit betreft, steeds meer overeenkomsten met voetbal gaan vertonen. De loopsnelheid gaat omhoog tot voluit sprinten. Daarna komt de bal tevoorschijn en worden oefeningen gedaan die de belasting van alle spieren langzaam opvoeren. Zo wordt de bal in eerste instantie rustig over een kleine afstand verplaatst en wordt dat langzaam opgevoerd tot een steeds grotere afstand, hogere snelheid en harder/strakker ingespeelde bal. Daarnaast kan de leider/trainer bijvoorbeeld met een paar spelers nog snel even aandacht besteden aan een vrije trap of schijnbewegingen. Binnen dit onderdeel kan er dus een verschil zijn tussen de warming-up van de spelers en de keeper. De totale duur van een goede warming-up kan per groep/persoon verschillen, maar men moet zeker aan 15 minuten denken. Het maximale profijt van een warming-up heeft men als tussen het eind van de warming-up en het begin van de wedstrijd niet langer zit dan 5-10 minuten. Zeker bij lagere teams wil men de warming-up wel eens overslaan, maar het is duidelijk dat dit niet verstandig is. Denk aan het voorkomen van blessures! Vervang het “knallen op goal” door een goede warming-up. Zorg er ook voor dat de ballen pas in tweede instantie aan de spelers ter beschikking worden gesteld. Dat voorkomt spierblessures bij de allereerste balcontacten. 2.5.3 Oprekken (stretching) Volgens de laatste inzichten is het oprekken van bepaalde spiergroepen voor intensieve sporten als voetbal niet verstandig. Doe het in ieder geval nooit aan het einde van de warming-up.
2.6 TRAINEN IN DE ZAAL In de winter (bij slecht weer) is trainen in de zaal een alternatief. • In de gemeente Leusden zijn verschillende gymzalen, waarin kan worden getraind. • Leusden Actief regelt in Leusden het verhuren van de gymzalen. • Aan het trainen in de zaal zijn kosten verbonden. Roda ’46 vergoedt voor elk team één keer de kosten van een uur trainen in de zaal. • De kosten van de overige zaalhuur zijn voor rekening van het team zelf. • Als een gymzaal via Roda ’46 wordt gehuurd gaat dat volgens het verenigingstarief. Dat is goedkoper dan dat er door individuen wordt gehuurd. 11
IInfoboekje voor de Teambegeleiding
• •
Het huren van een gymzaal dient te worden geregeld via de coördinator van je afdeling. Ook als het team zelf de kosten betaalt. Het ophalen en inleveren van de sleutel van de zaal dient te gebeuren bij Leusden Actief en valt onder verantwoording van de leider/trainer. Laat de zaal netjes achter.
2.7 VRAGEN/PROBLEMEN Heb je vragen over de training of loop je tegen problemen aan met betrekking tot de training schroom niet contact op te nemen met de selectietrainers, of de coördinator van de afdeling.
12
Infoboekje voor de Teambegeleiding
3. DE WEDSTRIJD 3.1 WEDSTRIJDSECRETARIAAT Op wedstrijddagen, wanneer er (jeugd-)wedstrijden zijn gepland, is bij Roda '46 op het podium in de kantine een wedstrijdsecretariaat ingericht. Het dienstdoende bestuurslid is wedstrijdcoördinator (hij/zij is op dat moment een KNVB-functionaris) en is verantwoordelijk voor de veiligheid van scheidsrechters en spelers en regelt alles wat daarvoor nodig is. Op het wedstrijdsecretariaat wordt verder gezorgd voor: • ontvangst van leider/coaches van de tegenpartijen • ontvangst van scheidsrechters • de indeling van speelvelden en kleedruimten • de uitslagen van de wedstrijden op die dag • het op de juiste manier invullen en inleveren van de wedstrijdformulieren (zie ook 3.4) • alle regelende taken om de door- en voortgang van de wedstrijden zo goed mogelijk te laten verlopen. Op de wedstrijddagen hangt in de kantine en in de gang van de kleedkamers een overzicht van alle wedstrijden die dag met de indeling van de speelvelden en kleedkamers. N.B.: Het wedstrijdsecretariaat is bestemd voor leiders, coaches en scheidsrechters; niet voor spelers of ouders.
3.2 AANMELDEN BIJ HET WEDSTRIJDSECRETARIAAT Zowel bij thuis- als uitwedstrijden meldt de leider/trainer zich ruim voor aanvang van de ontmoeting aan bij het wedstrijdsecretariaat. Bij het wedstrijdsecretariaat verneemt hij op welk veld de wedstrijd wordt gespeeld en in welke kleedkamer het team zich kan omkleden. Bij sommige verenigingen moet borg worden betaald voor de kleedkamersleutel. Vanaf de D-pupillen moet door de leider een zgn. wedstrijdformulier worden ingevuld (zie punt 3.4).
3.3 SPELERSPAS Vanaf het seizoen 2006/2007 moeten alle spelende KNVB-leden vanaf de D-pupillen in het bezit zijn van een spelerspas. Controle van de passen gebeurt voor de wedstrijd door scheidsrechters in het bijzijn van de aanvoerders/leiders. Bij twijfel kan de scheidsrechter, in het bijzijn van beide aanvoerders/leiders, controleren of de foto's op de spelerspassen overeenkomen met de betreffende spelers.
13
IInfoboekje voor de Teambegeleiding De scheidsrechter en de aanvoerders kunnen met behulp van de spelerspas van de voetballers een aantal belangrijke zaken controleren: • De identiteit van de speler • Of de speler lid is van de KNVB • Of de speler geregistreerd staat als spelend lid van de voetbalvereniging die is aangesloten bij de KNVB • Of de speler in de betreffende leeftijdsklasse mag uitkomen. Doet er bijvoorbeeld geen B-junior mee bij C? • Of het wedstrijdformulier correct is ingevuld. Komen de gegevens op het formulier overeen met de gegevens op de spelerspassen en staan de juiste spelers op het veld? De spelerspassen van alle jeugdspelers zijn bij Roda ’46 opgeslagen. Voor elk team is een speciaal mapje met daarin de pasjes van dat team. Als je naar een uitwedstrijd gaat neem je de passen van je teamleden mee. Na afloop zorg je dat de spelerspassen weer bij Roda terug komen. Geen pas = niet spelen!
3.4 WEDSTRIJDFORMULIER De E- en F-pupillen hebben geen wedstrijdformulieren. Hier wordt gewerkt met zgn. uitslagenlijsten, die door de thuisspelende vereniging worden verzorgd. Vanaf de D-pupillen moet vóór elk competitie- of bekerduel een wedstrijdformulier worden ingevuld. Het thuisspelende team moet de formulierenset leveren. Deze formulieren liggen bij het wedstrijdsecretariaat. Zowel de thuisspelende club als de bezoekers moeten het formulier volledig invullen (het KNVB-nummer van Roda '46 is BBCC78M). Vul ook de regel bij assistent-scheidsrechter in. Als de assistent-scheidsrechter geen eigen KNVB-nummer heeft moet ook hier BBCC78M worden neergezet. Hierna gaat het setje naar de scheidsrechter die op zijn beurt de ingevulde spelers en wisselspelers controleert aan de hand van de spelerspassen. Als de wedstrijd is afgelopen, vult de scheidsrechter de uitslag in. Ook controleert hij de ingevallen wisselspelers en de spelers die rode of gele kaarten hebben gekregen. Nadat de scheidsrechter en de aanvoerders van beide ploegen de formulierenset hebben ondertekend, krijgt de bezoekende vereniging een exemplaar. De thuisclub dient zorg te dragen voor verzending naar de KNVB. Na een uitwedstrijd dient het ontvangen exemplaar van het wedstrijdformulier nog dezelfde dag ingeleverd te worden bij het wedstrijdsecretariaat van Roda. Let op: Als een vakje of regel op het formulier niet of onjuist is ingevuld leidt dat tot een boete voor Roda ’46.
14
Infoboekje voor de Teambegeleiding
Een dringend verzoek aan de leiders/coaches en aanvoerders: vul het wedstrijdformulier juist en compleet in. De wedstrijdsecretaris kan achteraf geen correcties uitvoeren.
3.5 CORNERVLAGGEN Het Roda-team dat op wedstrijddagen de eerste ontmoeting op een (heel) veld speelt moet de cornervlaggen meenemen naar dat terrein. De cornervlaggen staan klaar in de gang bij de kleedkamers. Het team van Roda ’46 dat als laatste van een speelveld gebruik maakt dient de cornervlaggen weer mee terug te nemen naar de gang van de kleedkamers. Op het opgehangen “overzicht van wedstrijden en kleedkamers” is aangegeven welke elftallen de cornervlaggen moeten meenemen en terugbrengen.
3.6 MATERIAAL Behalve de waterzak met de spons en enkele bidons met water wordt aangeraden twee of drie goede trainingsballen mee te nemen naar de wedstrijd. Deze kunnen door de spelers tijdens de warming-up gebruikt worden. Bij thuiswedstrijden kunnen deze ballen tevens dienst doen als reserveballen (bijvoorbeeld als de bal in de sloot belandt). Laat de wedstrijdbal wel door wisselspelers terughalen.
3.7 SCHEIDSRECHTERS De afdelingscommissie probeert elke wedstrijddag zo veel mogelijk scheidsrechters aan te stellen. Het kan echter gebeuren dat er voor je ontmoeting geen arbiter beschikbaar is. Wellicht is er dan een ouder aanwezig die de wedstrijd kan leiden. Eventueel verzoeken wij de leider/trainer om te fluiten. We begrijpen dat dit vervelend is. Bedenk dat we met z’n allen vrijwilliger zijn en het uiterste doen om alles zo goed mogelijk te laten verlopen. We proberen het echt tot een minimum te beperken. Bij het wedstrijdsecretariaat zijn fluitjes te leen. Tip: Wanneer je als leider een ontmoeting fluit, geef dan geen aanwijzingen tijdens de wedstrijd. We begrijpen dat dit moeilijk is, maar het wordt door de tegenstander en toeschouwers als bijzonder irritant ervaren.
15
IInfoboekje voor de Teambegeleiding
3.8 ASSISTENT SCHEIDSRECHTERS (GRENSRECHTERS) Niet voor niets heeft de KNVB een paar jaar geleden besloten om de grensrechter om te vormen tot assistent-scheidsrechter. De assistent ondersteunt de scheidsrechter. Hij staat hem bij en helpt hem. Behalve bij de Mini’s en Kiddy’s is elk team dat een wedstrijd speelt verplicht een assistent-scheidsrechter te leveren; ook bij duels op een half veld! Vooral bij wedstrijden op een half veld zien we nogal eens dat de vlaggen aan de kant liggen, omdat de leiders/trainers het onzin vinden. Tegenover de spelers en toeschouwers is het echter belangrijk dat de scheidsrechter door assistenten wordt ondersteund. Laat dit werk dus door een ouder doen, of vlag zelf. En doe het altijd serieus!
3.9 TIJDENS DE WEDSTRIJD • • • • •
De leider/trainer heeft een voorbeeldfunctie. Hij bevordert sportief en correct gedrag. De leider/trainer en de spelers laten de scheidsrechter, tegenstanders en eigen spelers te allen tijde in hun waarde. De leider/trainer geeft zijn spelers tijdens de wedstrijd aanwijzingen. In de rust en na afloop wordt de wedstrijd geëvalueerd. De leider/trainer en de spelers van het team bedanken de scheidsrechter na afloop en schudden handen met de tegenstanders. Langs de lijn rookt de begeleiding niet, gebruikt geen drugs en drinkt geen alcohol.
3.10 INVALLERSBEPALINGEN
16
•
Bij wedstrijden van de A-, B- en C-junioren in de categorie A zijn maximaal vijf wisselspelers (inclusief de doelman) toegestaan. Een speler die eenmaal is gewisseld mag niet meer deelnemen aan de wedstrijd.
•
Bij duels van de A-, B- en C-junioren in de categorie B is het doorlopend wisselen van maximaal vijf wisselspelers toegestaan. Dat betekent dat hier een eenmaal gewisselde speler weer terug mag in het veld.
•
Bij wedstrijden in het gehele pupillenvoetbal (categorie A en B) en bij de meisjes is doorlopend wisselen van maximaal vijf wisselspelers toegestaan. Dat betekent dat hier een eenmaal gewisselde speler weer terug mag in het veld.
Infoboekje voor de Teambegeleiding
3.11 ONGEREGELDHEDEN Als zich ongeregeldheden voordoen, houdt de begeleiding zich aan de volgende regels: • Haal spelers die opzettelijk onsportief spelen onmiddellijk naar de kant en laat ze daar. • Roep bij ongeregeldheden je team bij elkaar en zorg ervoor dat iedereen zich onthoudt van verkeerde daden. Houd ze allemaal goed in de gaten. • Ga geen discussies aan met scheidsrechter, tegenspelers of begeleiders en toeschouwers van de tegenpartij. • De beslissingen van de scheidsrechter zijn geldig en kunnen niet worden teruggedraaid. Protesten en klachten daartegen hebben geen enkele zin. • Meld ongenoegens bij het wedstrijdsecretariaat en bij niemand anders. • Probeer onverkwikkelijkheden (uit en thuis) altijd onder regie van het wedstrijdsecretariaat te brengen. Als er discussies ontstaan, moet de vaste boodschap zijn: "Laten we het even bespreken bij het wedstrijdsecretariaat". Meld ongeregeldheden (ook bij uitwedstrijden) altijd bij je afdelingscommissie. Eventueel wordt contact opgenomen met de tegenpartij. Zonodig wordt er bij de andere vereniging aangedrongen dat er maatregelen worden getroffen.
3.12 GELE EN RODE KAARTEN 3.12.1 Afhandeling Naarmate spelers in oudere leeftijdsgroepen gaan spelen, worden ze vaker geconfronteerd met gele en rode kaarten. Deze worden op het wedstrijdformulier genoteerd door de scheidsrechter, met een code die de aard van de overtreding aangeeft. Op zo'n vermelding volgt een boete en (afhankelijk van de aard van de overtreding en strafblad) één of meerdere wedstrijden schorsing. Hierbij gelden de volgende richtlijnen: • Marchandeer hierover niet. Als een kaart ten onrechte is gegeven, kan dat naderhand aangegeven worden in een verklaring. Het systeem van gele en rode kaarten geeft duidelijke signalen naar spelers, vereniging en KNVB. • Bij een gele kaart (en bij 2x geel = rood) zijn er verder geen handelingen vereist. Bij direct rood moeten zowel de bestrafte speler, de betrokken tegenstander als de scheidsrechter een verklaring bij de KNVB inleveren. Standaard formulieren zijn bij elke vereniging aanwezig. Hierop dient zowel de speler als de leider een toelichting te geven. Deze formulieren dienen binnen drie werkdagen bij de voetbalbond te zijn. • Neem bij een rode kaart altijd direct (op de dag van de wedstrijd) contact op met de betrokken afdelingscommissie van Roda ‘46. Deze zorgt voor de juiste en tijdige afwikkeling van de formaliteiten. • Als een tegenstander een rode kaart heeft gekregen dient ook Roda '46 daarover een verklaring af te leggen.
17
IInfoboekje voor de Teambegeleiding • • •
Op een rode kaart van een Roda-speler volgt, volgens de reglementen van de KNVB, onmiddellijk een voorlopige schorsing van één bindende wedstrijd, ook voordat de KNVB uitspraak heeft gedaan. De teamleiding handhaaft de schorsing, ook bij ernstige spelerstekorten. De boetes worden in rekening courant geïnd door de KNVB. De speler betaalt de boete aan Roda '46.
3.12.2 Nieuwe regel gele kaarten Tot en met het seizoen 2006/2007 was het zo dat een speler die drie hele registraties achter zijn naam had staan, voor één duel werd geschorst. Pas na zes keer commentaar op de leiding werd een amateur-voetballer geschorst. Vanaf augustus 2007 heeft de KNVB deze eerder genomen maatregel teruggedraaid. De voetbalbond wil dat er meer respect komt voor de arbitrage en is het gezeur en gescheld op de scheidsrechters beu. Op dit moment wordt dertig procent van de gele kaarten uitgedeeld wegens 'commentaar' op de leiding. Daarom wordt vanaf het nieuwe seizoen een zware tackle op de tegenstander net zo zwaar bestraft als het verbaal bejegenen van de man in het zwart. De nieuwe regel houdt nog een verandering in. Voetballers worden het komende seizoen niet meer bij hun derde, maar pas na de vierde gele kaart voor het eerst geschorst. Ook lopen de straffen niet meer op bij een groot aantal boekingen. Tot augustus 2007 werd een amateur-voetballer na zijn vijfde gele prent voor twee wedstrijden geschorst en na zijn zesde zelfs voor drie. Vanaf seizoen 2007/2008 wordt er voor de vierde, vijfde en elke opvolgende kaart slechts een schorsing voor één competitie- of bekerwedstrijd uitgedeeld. Pas bij de elfde boeking wordt een amateur-voetballer voor twee wedstrijden geschorst.
3.13 DUEL GESTAAKT • • •
18
Alleen de scheidsrechter kan een wedstrijd staken. De arbiter geeft de reden van staking door aan de KNVB. De KNVB vraagt inlichtingen bij de betrokken clubs en een verklaring. Deze verklaring (geen standaard formulier) moet binnen drie werkdagen bij de voetbalbond zijn. Als een duel wordt gestaakt omdat een van de teams weigert verder te spelen en de scheidsrechter is het daarmee niet eens, volgt voor dat team nagenoeg altijd een boete en punten in mindering. Het heeft dus vrijwel zeker een heel negatief effect als je met jouw team van het veld loopt omdat je het niet eens bent met de wijze waarop de scheidsrechter de wedstrijd leidt of met de beslissingen die de scheidsrechter heeft genomen. Je bereikt er niet mee dat een signaal wordt afgegeven naar de betreffende scheidsrechter en/of de vereniging, maar dupeert jouw eigen team.
Infoboekje voor de Teambegeleiding
3.14 TEAMBIJEENKOMST De vergaderruimtes/bestuurskamers kunnen in overleg met de betrokken afdelingscommissie en de horecacommissie gebruikt worden voor een vergadering.
3.15 BEGELEIDING HOORT LANGS DE LIJN Vooral bij wedstrijden van de Mini’s en Kiddy's, alsmede bij pupillenwedstrijden op een half veld zie je nog wel eens dat leiders en trainers ver in het speelveld staan. Ze voetballen bijna mee. Ze doen dit natuurlijk met de beste bedoelingen, maar het is bijzonder irritant. Zowel de scheidsrechter, de tegenstanders als de eigen spelers ergeren zich aan dit gedrag. De voetballers worden er niet door geholpen, maar worden er juist onzeker van. Doe dit dus niet! Blijf gewoon buiten het speelveld. Louis van Gaal staat ook niet binnen de lijnen. Bij Mini’s en Kiddy's ligt het toepassen van de spelregels in de hand van de spelleider. De spelleider beweegt zich bij het begeleiden van 4 tegen 4 aan de zijlijn (dus niet in het veld). Op het veldje bevinden zich alleen spelers. Coaches, begeleiders en anderen mogen zich dus niet tijdens de wedstrijd tussen de spelers begeven. Laat ook geen publiek achter de doelen staan. Dit stoort de spelers (en vooral de keeper) enorm.
19
IInfoboekje voor de Teambegeleiding
4. TOERNOOIEN email:
[email protected]
4.1 COMMISSIELID TOERNOOIEN Roda '46 heeft in de jeugdcommissie een Commissielid Toernooien. Hij regelt alle zaken met betrekking tot de te bezoeken toernooien.
4.2 TOERNOOIWENSEN De leider/trainer inventariseert zo vroeg mogelijk de wensen van de teamleden en hun ouders op het gebied van toernooien. Dat kunnen verlangens zijn over toernooidata (vakanties), meerdaagse toernooien, wel of niet spelen op zondag, afstand, enz. Geef deze wensen door aan het Commissielid Toernooien. Tip: Geef je emailadres door aan het Commissielid Toernooien, zodat hij je gemakkelijk kan bereiken.
4.3 INVENTARISATIE BEHOEFTE In het begin van elk seizoen informeert het Commissielid Toernooien bij de begeleiding van elk team hoeveel toernooien ze willen bezoeken en wanneer de ploeg beslist niet naar een toernooi kan of wil. Blijkt er op een later tijdstip nog behoefte te zijn aan een toernooi, meld dit dan zo spoedig mogelijk bij het Commissielid Toernooien.
4.4 TOERNOOIMARKT Het Commissielid Toernooien bezoekt in september een toernooimarkt. Hij probeert daar voor alle teams een toernooi vast te leggen. Hij informeert hierover de begeleiding van de betreffende ploeg.
4.5 UITNODIGING VOOR TOERNOOIEN Gedurende het seizoen ontvangt het Commissielid Toernooien veel uitnodigingen. Aan de hand van de inventarisatie bekijkt hij in overleg met de teambegeleiding welke ploegen naar deze toernooien gaan. Soms wordt een team rechtstreeks uitgenodigd voor een toernooi. Informeer hierover zo spoedig mogelijk het Commissielid Toernooien.
4.6 AANMELDING Aanmelding voor een toernooi geschiedt altijd door het Commissielid Toernooien. Ook als het team rechtstreeks is gevraagd voor een toernooi dient de opgave door tussenkomst van het Commissielid Toernooien te gebeuren.
4.7 TOERNOOISCHEMA Vrijwel elke week wordt het toernooischema geplaatst in het clubblad Rodactueel en op de website (www.roda46.nl).De leider/trainer informeert de ouders, want het blijkt dat zij zelden op de hoogte zijn van de toernooien. 20
Infoboekje voor de Teambegeleiding
4.8 TOERNOOIBOEKJES Enkele weken voor het toernooi ontvangt het Commissielid Toernooien informatie over het toernooi (programma, reglement, etc.). Hij zorgt er voor dat deze informatie bij de begeleiding van het betreffende team terechtkomt Mocht je rechtstreeks informatie over het toernooi ontvangen, geef dit dan door aan het Commissielid Toernooien. Sommige verenigingen zijn heel laat met het aanleveren van de toernooiboekjes. Neem niet zelf contact op met de betreffende vereniging, maar stel vragen via het commissielid toernooien.
4.9 ANNULEREN/AFZEGGEN Het organiseren van een toernooi kost veel inspanningen, tijd en geld. Ver van tevoren worden de deelnemende ploegen uitgenodigd. Aan de hand van de aanmelding worden door de organisatie poule-indelingen gemaakt. Het Commissielid Toernooien van Roda '46 stelt de begeleiding van de betreffende Roda teams zeer tijdig op de hoogte. Afzeggen is uit den boze! Aanmelden voor een toernooi betekent deelnemen!
4.10 TEAM NIET COMPLEET Het kan gebeuren dat een team voor een toernooi niet compleet is. De volgende stappen worden dan gezet: • De begeleiding stelt het Commissielid Toernooien op de hoogte. • De begeleiding vraagt spelers uit een ander team, nadat de teamleider van dat andere team is geïnformeerd. • De begeleiding zoekt eventueel een ander team, dat aan het toernooi wil deelnemen. • De begeleiding informeert het Commissielid Toernooien over het resultaat.
4.11 KOSTEN Aan deelname aan toernooien zijn kosten verbonden. Soms is sprake van inschrijfgeld. Bij toernooien verder van Leusden kunnen naast reiskosten ook verblijfkosten een rol spelen. Roda ’46 onderschrijft het plezier dat toernooien kunnen leveren, maar ondersteunt deelname aan toernooien niet financieel. De kosten worden door de deelnemende teams zelf gedragen. In principe worden de kosten gelijkelijk verdeeld over alle deelnemende spelers.
4.12 EVALUATIE Het commissielid Toernooien houdt bij hoe de bezochte toernooien zijn verlopen. Aan de hand hiervan wordt bekeken of het toernooi het daaropvolgende jaar opnieuw wordt bezocht door een team van Roda '46. De leiders/trainers informeren het Commissielid Toernooien dus over het bezochte toernooi (organisatie, begeleiding, verzorging, prijzen, poule-indeling, enz.).
21
IInfoboekje voor de Teambegeleiding
5. NORMEN EN WAARDEN Van de leider/trainer wordt verwacht dat hij/zij zich houdt aan de algemeen geldende regels en de normen en waarden bij Roda '46. Deze zijn beschreven in het Infoboekje dat elk lid heeft ontvangen. Een trainer/leider die binnen Roda '46 zijn/haar taak verricht draagt daarvoor verantwoordelijkheid. Van vrijblijvendheid mag geen sprake zijn.
5.1 OMGANG VAN BEGELEIDING MET SPELERS 5.1.1. SEKSUELE INTIMIDATIE Onder seksuele intimidatie wordt verstaan elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering die door de persoon die het ondergaat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren. Het kan daarbij gaan om verbaal, non-verbaal en fysiek gedrag, bijvoorbeeld grappen over je lijf, dubbelzinnige grappen of zoenen die je niet wilt. Bedenk daarbij dat een grap door de één gewaardeerd wordt terwijl de ander zich erdoor geïntimideerd voelt. “Mag er dan niets meer?” horen we je als begeleider vragen. Worden de begeleiders meteen tot zondebokken verklaard? Nee, dat zeker niet. We moeten met elkaar voorkomen dat we de fout ingaan. Om dat te kunnen moeten we weten waar de risico's liggen, moet helder zijn waar de grenzen liggen en wat dus bedoeld of onbedoeld grensoverschrijdend gedrag is en wat de gevolgen zijn van dat ongewenste gedrag. 5.1.2. GEDRAGSREGELS De gedragsregels zijn van belang voor iedereen. Ze zijn vooral bedoeld om alle begeleiders van sporters en van sportactiviteiten een richtlijn te geven ten aanzien van welk gedrag wel en niet is toegestaan. Het naleven van de gedragsregels is een verantwoordelijkheid van de begeleider, niet van het kind. •
•
•
22
Een trainer of leider verblijft niet in de kleedkamer op het moment dat er door de spelers wordt omgekleed en gedoucht. Heb je na de training of wedstrijd nog wat te zeggen ga dan mee de kleedkamer in en doe je zegje, waarbij aan de spelers wordt medegedeeld dat zij nog even wachten met douchen en omkleden. Indien toezicht door omstandigheden noodzakelijk is, zorg dan voor aanwezigheid van een 2e begeleider/volwassenen. Lichamelijk contact met spelers is ongewenst. Uiteraard is een schouderklopje of ondersteuning bij blessure mogelijk maar overdrijf het niet. Dit om te voorkomen dat anderen foute/onterechte conclusies trekken. Buiten de training en wedstrijden om worden er alleen extra activiteiten georganiseerd met spelers als er andere trainers en/of leiders/begeleiders bij
Infoboekje voor de Teambegeleiding
•
•
aanwezig zijn. Hierbij dienen, in geval van jeugd, ook ouders/verzorgers te worden betrokken. Er vinden geen 1 op 1 gesprekken plaats (zoals correctie- of beoordelingsgesprekken). Zorg dat er altijd een tweede trainer, leider of commissielid bij aanwezig is en geef, in geval van jeugd, bij aanvang van het seizoen bij ouders aan dat deze gesprekken worden gehouden, met uitleg van de redenen. Maak tevens ruim van tevoren duidelijk aan ouders bekend, wanneer deze gesprekken plaats vinden (A, B junioren indien op verzoek van ouder(s)/verzorger(s)). Zorg voor een duidelijke structuur (gelijkheid) in de benadering van spelers. Bij een speler mag geen mogelijkheid tot onrust ontstaan omdat hij of zij denkt anders behandeld te worden.
Bij waarneming van overtreding van deze regels wordt van een ieder geëist dit te melden aan commissie- en/of bestuurslid 1). Betrokken commissie– en/of bestuursleden zorgen voor passende vervolgactie. Terugkoppeling aan de melder dient binnen 4 weken plaats te vinden. 1
) Het geniet de voorkeur binnen Roda ’46 over een vertrouwenspersoon te beschikken, Bij afwezigheid hiervan moeten commissie- en/of bestuursleden deze taak invullen.
23
IInfoboekje voor de Teambegeleiding
6. BLESSURES Voetbal is een contactsport waardoor de mogelijkheid van het oplopen van een blessure aanwezig is. Voor een leek op medisch gebied is het uiteraard moeilijk de ernst van een blessure op de juiste wijze in te schatten. Niemand kan je het verwijt maken dat je geen diagnose kunt stellen. Enige basiskennis kan echter goed van pas komen.
6.1 HERKENNEN VAN ERNSTIGE BLESSURES In veel gevallen is de leider/coach degene die eerste hulp bij een sportongeval verleent. Het is belangrijk om te weten wat te doen, maar minstens zo belangrijk om te weten wat in ieder geval niet te doen. • Vraag aan het slachtoffer of aan omstanders of er een krakend geluid te horen is geweest of dat er een knappend gevoel is waargenomen. In dat geval is stoppen het enig juiste advies. • Niet de pijn maar zwelling geeft betrouwbare informatie over de ernst van een blessure. De hoeveelheid zwelling, maar vooral de snelheid waarmee zwelling ontstaat, is van belang voor een juiste inschatting van weefselbeschadiging. In het algemeen geldt dat een speler die op het veld ligt of naar de kant komt met een reeds zichtbaar gezwollen enkel een behoorlijke beschadiging heeft opgelopen en onmiddellijk de sportactiviteit dient te staken. Let wel: geen directe zwelling betekent niet automatisch dat er geen ernstig letsel is ontstaan. • Beoordeel of een sporter na het ontstaan van een blessure nog “normaal” kan lopen. Iemand die na enkele minuten nog steeds afwijkend loopt kan beter naar de kant worden gehaald. Doorgaan is op dat moment een risico. • Indien een speler een getroffen lichaamsdeel in het geheel niet meer kan bewegen of niet meer op een been kan staan, hoeft de begeleiding het slachtoffer waarschijnlijk niet meer te adviseren te stoppen. • Als de leider/trainer ondanks alle informatie en eigen kennis niet weet wat de ernst is van een blessure en wat hij er mee moet doen, neem dan geen enkel risico met de handelingen. Blijf altijd rustig, stel het slachtoffer op het gemak, blijf met hem praten, probeer afkoeling te voorkomen (leg niet alleen een jas of deken over maar vooral ook onder de persoon) en zorg dat zo snel mogelijk deskundige hulp ter plekke komt. • Een speler moet in ieder geval uit het veld worden gehaald en verwezen worden voor medische observatie als hij of zij (tijdelijk) het bewustzijn heeft verloren. Ook als hij of zij één van de onderstaande symptomen heeft, is het goed de speler uit het veld te halen en door te sturen naar een dokter. oriëntatiestoornis in plaats en tijd hoofdpijn misselijkheid wazig zien, sterretjes zien of dubbel zien geheugenverlies voor het gebeurde coördinatiestoornis abnormale pupilgrootte en reactie op het licht 24
Infoboekje voor de Teambegeleiding
6.2 HULP De teambegeleiding (of een hulpverlener) beoordeelt of er professionele hulp opgeroepen moet worden. Eerst belt de leider/trainer (of omstander) het alarmnummer 112. Vervolgens wordt contact opgenomen met wedstrijdsecretariaat (bij Roda: 033-4940689). Het dienstdoende commissielid bij Roda '46 zorgt dat het toegangshek rondom het sportpark wordt geopend, zodat de ambulance het slachtoffer kan bereiken. Neem tevens contact op met de ouders/verzorgers of familie van de speler. Blijf rustig, stel de gewonde op het gemak, blijf met hem of haar praten, probeer afkoeling te voorkomen (leg niet alleen een jas of deken over maar vooral ook onder de persoon). Laat iemand met het slachtoffer mee gaan naar het ziekenhuis of dokter. Het liefst is dat natuurlijk een ouder/verzorger of familielid van het slachtoffer, maar het kan ook de leider/trainer zijn of een bekende. Bij zeer ernstige blessures kan de leider/trainer met de scheidsrechter overleggen om de wedstrijd te staken. De beslissing over al dan niet definitief staken ligt bij de scheidsrechter.
6.3 BEGELEIDING BIJ HET HERSTELPROCES Bij een blessure is een goede verzorging van groot belang. Roda ’46 werkt samen met een aantal fysiotherapeuten en sportmasseurs in de regio. Op de maandag na het oplopen van de blessure dienen selectiespelers van de senioren, de A-, B-, C-junioren, alsmede de selectiespelers van de D-pupillen de fysiotherapeut van de vereniging te bezoeken. De fysiotherapeut van Roda ‘46 adviseert hoe, waar en wanneer de behandeling van de blessure kan plaatsvinden en binnen welke termijn verwacht wordt dat de speler fit is om aan de training of wedstrijd deel te nemen. In het belang van het herstel doen de spelers er verstandig aan het advies op te volgen. De trainers en leiders van de selectieteams bespreken met de fysiotherapeut de voortgang van de blessurebehandeling. De verzorger kan de trainer of leider aanwijzingen geven over aangepaste training en de mate van belasting, en begeleidt dus het herstelproces. De leider/trainer volgt de aanwijzingen van de fysiotherapeut. 25
IInfoboekje voor de Teambegeleiding
AANTEKENINGEN
26
Infoboekje voor de Teambegeleiding
Dit boekje bevat samenvattingen van reglementen en andere publicaties. We zijn uiterst zorgvuldig te werk gegaan. Niettemin kunnen er aan het gestelde geen rechten worden ontleend. Roda '46 is niet aansprakelijk voor eventuele gevolgen van het handelen op grond van de informatie en/of adviezen die in dit boekje worden aangetroffen.
De jeugdcommissie van Roda ‘46 aug 2007 27
IInfoboekje voor de Teambegeleiding
28