ÇfConsuIt
Doorkiesnummer 88872
Het College van Gedeputeerde Staten van Fryslân afdeling Landelijk gebied Postbus 20120 8900 HM Leeuwardem
Ons kenmerk JOH Betreft: Aanvraag Nb-vergunning Geachte mevrouw, mijnheer
OVE FRy$LIN
cP vi ‘1
afgodaap
0 OKT 213
anenm3’./to
Cfass. nr.: Ingek.: 1 Beh. dr: .‘uQ
Datum 9 oktober 2013
Namens de VOF Kraak Krompad 2 8539 RN Echternerbrug, ontvangt u hierbij een aanvraag voor de Natuurbeschermingswet.
L\e ]sST 1 i
De aanvrager heeft een bedrijf met melkkoeien. Hebt u nog vragen en/of heeft u meer gegevens nodig om deze aanvraag te kunnen beantwoorden dan hoor ik dat graag van u. Bij voorbaat onze hartelijke dank. Met vriendelijke groet,
J.A.G. Oude Hengel ForFarmers afd. FarmConsult Sluisstraat 24 7491 GA Delden jan.oudeher
0
AANVRAAG VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET
AANVRAG ER VOF Kraak Krompad 2 8539 RN Echternerbrug
DATUM September 2013
ADVISEUR Dhr. J. Oude Hengel
provinsje fryslân provincie frysian b
BerenmtambIt1e
/JConsu/t
-
0
n
Procedurenummer:
provincie fryslân
provin.sje fryslân
Aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet 1998 (N B-wet) Vergunningaanvraag ex art. 19d
Door provincie in te vullen Behandelend ambtenaar Objectnummer : Stempel
Dit aanvraagformulier is nodig om een Natuurbeschermingswet (NB-wet) vergunning aan te vragen. Dat moet als het gaat het om een activiteit (plan of handeling) die een negatief effect kan hebben op (één van) de beschermde natuurgebieden in Fryslân. Let If
FT E
E
op! Voordat u de aanvraag indient, verzoeken wij u nadrukkelijk om contact op te nemen met de provincie over de voorgenomen activiteit. Dat kan via telefoonnummer: 058-292 50 76 of via de website www.fryslan.nl/nb-wet. Gebruik bij het invullen van dit formulier de beschikbare gebiedsinformatie. U vindt de gebiedsinformatie (ook) op www.fryslan. nl/nb-wet. Verstrek alle gegevens in de Friese of Nederlandse taal. Als u het formulier met pen invult en het antwoord past niet op het formulier, dan kunt u het antwoord op de betreffende vraag als bijlage meesturen. Geef duidelijk aan dat de bijlage bij de aanvraag hoort: voorzie de bijlage van de naam van de aanvrager, de naam van het gebied, de naam van de activiteit en het nummer van de betreffende vraag. Lever het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen en kaarten, in A4formaat aan. Lever de (uitgeprinte) aanvraag en alle bijbehorende stukken in 5-voud aan (tenzij met de behandelend ambtenaar anders is afgesproken). Mogelijk is het ministerie van LNV bevoegd om over uw aanvraag te beslissen. Als dit zo is, dan stuurt de provincie uw aanvraag door en krijgt u daarover bericht. Deze aanvraag is via de website www.fryslan.nl/nb-wet elektronisch beschikbaar voor tekstverwerking met Word (met behulp van de Tab-toets kan van het ene tekstveld naar het andere worden gesprongen).
.
1
provincie Fryslân
Heeft u vragen bij het invullen? Als u hulp nodig heeft bij het invullen of een nadere toelichting wenst, kunt u contact opnemen met de provincie Fryslân. Dat kan via telefoonnummer: 058-292 50 76 of via de website www.frvslan nY/nb-wet.
Vergunningaanvraag NB-wet
1.
Algemene gegevens
VOF Kraak
Aanvrager:
Organisatie: Kraak
1.1
Naam: Adres: (straat, huisnummer) Krompad 2 8539 RN Echternerbrug
06-53961981
(postcode en plaats) Telefoonnummer: Faxnummer:
[email protected]
man
vrouw
Ejman
vrouw
Gebruiker (Indien de aanvrager niet de gebruiker is van de vergunning):
E-mailadres:
1 .2 Organisatie: Naam: Adres: (straat, huisnummer) (postcode en plaats) Telefoonnummer: Faxnummer:
Locatie van de door u voorgenomen activiteit:
E-mailadres:
1.3
Adres: (straat en huisnummer) Krom pad 2 8539 RN Echternerbrug
(indien locatie niet is gekoppeld aan een huisadres):
(postcode en plaats Omschrijving
Kadastrale gegevens: Sectie L nr813 Gemeente(n) waar locatie is gelegen: Lemsterliand
2
provincie Fryslân
Naam van het natuurgebied(en) waar de activiteit is gepland, of het dichtst bijgelegen
Voeg als bijlage een topografische kaart toe, zie 4.1 1.4
Vergunningaanvraag NB-wet
-
[ EI El —S-’
(-S’,’
[ E
E [
r gebied(en):
1
Korte omschrijving van de activiteit op hoofdlijnen. Voeg als bijlage een situatietekening toe, zie 4.2
Naam gebied: Rottige Meente
1.5
Kruis aan wat voor soort NB-wet vergunning wordt aangevraagd:
Melkveehouderij bedrijf
1.6
Nieuwe activiteit, waarvoor niet eerder NB-wet vergunning is verleend.
Vermeld de laatst verleende NB-wet vergunning voor deze activiteit (naam activiteit, datum en nummer):
Bestaande activiteit, waarvoor eerder een NB-wet vergunning is verleend.
Ga door naar vraag 1.9
Bestaande activiteit, waarvoor niet eerder NB-wet vergunning aangevraagd.
Ga door naar vraag 1.9
J
j
1.7
Naam activiteit: Datum vergunning: Nummer vergunning:
3
provincie Fryslân
Maak hiervoor gebruik van de beschikbare gebiedsinformatie. Bijvoorbeeld via: www.fryslan.nllnb-wet
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van eerder verleende NB-wet vergunningen, zie 4.3
1
Vergunningaanvraag NB-wet
1.8
Geef voor een bestaande activiteit aan wat er verandert ten opzichte van de laatst verleende vergunning:
Er been milieuvergunning voor dit bedrijf van 180 melkkoeien met 1 Oüstuks jongvee verleend op 21 februari 1996. De VOF wil deze locatie alleen bestempelen voor melkkoeien. De aanvraag bevat dus 193 melkkoeien A1.100.2 en 52 melkkoeien A1.100.1. Het jongvee gaat naar de aangekochte locatie Krompad 12. Hier zullen 140 stuks jongvee gestald worden.
1.9
tot
Geef aan of een vergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd wordt aangevraagd. Indien de activiteit waarvoor de NB-wet vergunning wordt aangevraagd voor een bepaalde tijd is, vermeld dan de periode waarvoor de NB-wet vergunning wordt gevraagd. Onbepaalde tijd Bepaalde tijd, periode: van
Geef in onderstaande tabel aan welke andere vergunningen u aanvraagt of gaat aanvragen voor de activiteit. Bijvoorbeeld: bouwvergunning, aanlegvergunning, milieuvergunning, vergunning in gevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo), ontheffing Flora- en faunawet, etc. Vermeld de soort vergunning en de betreffende overheidsinstantie waarbij de vergunning is / wordt aangevraagd.
Datum (dd-mm-jjjj)
(organisatie
+
afdeling)
provincie Fryslân
Aangevraagd 1 Aan te vragen bij
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit. Zie 4.4
Soort vergunning
01-09-2013
4
Omgevingsvergunning milieu
1.10
1
-
--
-
5
Vergunningaanvraag NB-wet
t [
r [ E
cE Ld
1! t: LE t: c LE LE IZ LE LE LE 1ï 1
2. 2.1
Beschrijving van de (effecten van de) activiteit Voor de beoordeling van uw aanvraag is het nodig om de effecten van uw activiteit op het betreffende natuurgebied inzichtelijk te maken. Wij vragen u daarom een gedetailleerde beschrijving te geven van de voorgenomen activiteit. Benoem daarbij de aspecten van de activiteit die effect kunnen hebben op het gebied (habitattypen) en aanwezige relevante soorten. Maak bij de beschrijving, indien relevant, onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikkelen en voorbereiden van de ‘activiteit’ (de aanlegfase) en de fase waarin de ‘activiteit’ wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase).
Besteed in a) b) c) d) e) f) g) h) i)
j) k) 1) m)
5
provincie Fryslân
ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen, indien ze van toepassing zijn: Heeft de activiteit effect op de omvang (ruimtebeslag) van het natuurgebied? Wordt het gebied door de activiteit verdeeld in meerdere (losse) gebieden (versnippering)? Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en! of kwantiteit van het grondwater, zoals wijzigingen in grondwaterstanden of veranderingen in de stroming van het water? Heeft de activiteit effect op de kwaliteit en! of kwantiteit van het oppervlaktewater, bijvoorbeeld verlaging van het waterpeil? Wordt het gebied door de activiteit verstoord als gevolg van verkeersbewegingen? Bijvoorbeeld door parkeren, (toename van) recreatiedruk, wegafsluitingen, omleidingen, etc. Wordt er bij de activiteit gebruik gemaakt van machines of andere apparatuur, zoals bulldozers, kranen, vrachtwagens, etc.? Welke werktijden of uitvoeringstijden horen bij de activiteit? Zijn deze werktijden bijvoorbeeld dagelijks en! of seizoensgebonden? Is er sprake van geluidsbelasting in het gebied door de activiteit? Heeft de activiteit invloed op huidige verlichting en duisternis in het gebied? Bijvoorbeeld door het plaatsen van lichtmasten. Is het (bedrijfsmatig) houden van dieren onderdeel van de activiteit? Zo ja, welk effect heeft dit op het gebied? U kunt bijvoorbeeld denken aan verzuring of verontreiniging. Is er sprake van ontgronding, egalisering of andere ingrepen in de bodem? Ontstaan er trillingen in de bodem door de uitvoering van uw activiteit? Hoe past u het uiterlijk en! of de fysieke omvang van de activiteit in het landschap in?
Vergunningaanvraag NB-wet
De effecten die hier genoemd worden zijn niet van invloed op deze locatie. Wel worden er dierenen gehouden. Middelds de Aagrostacks berekening wordt aangetoond dat de depositie niet toeneemt tov de referentiedatum 7 dec 2004
2.2
6
provincie Fryslân
Geef in onderstaande tabel aan op welke soorten natuur (habitattypen, zoals Vochtige Heiden of Blauwgraslanden) en! of aanwezige relevante soorten in het gebied (zie gebiedsinformatie) de voorgenomen activiteit mogelijk een verstorend effect heeft. U kunt de tabel invullen met behulp van informatie op de website: www. minlnv. nI/natuurwetgeving. Deze site geeft per natuurgebied (Natura-2000 gebieden) informatie over de effecten waarvoor aanwezige habitattypen en soorten gevoelig zijn én in welke mate.
Vergunningaanvraag NB-wet
F E E [ rE dE
[E 1: t: IE t: IZ
L IE 11 Ei
1
G G G G ZG
G G G G G
ZG NG G NG ?
NVT NVT NVT NVT NVT NVT
NG
NVT NVT N\/T NG ?
Gevoelig voor deze storende factor Zeer gevoelig voor deze storende factor Niet gevoelig voor deze storende factor Niet voldoende informatie om hierover een uitspraak te doen Deze storende factor is op deze natuurwaarde niet van toepassing
G ZG
G ZG NG ? NVT
Voorbeeld Habitattypen Drijvende waterweegbree 2310 ‘heide’ 3130 ‘stilstaande water’ Soorten IJsvogel Rivierdonderpad
2.3
Het is mogelijk dat er in een gebied meer activiteiten zijn of worden uitgevoerd. Dit kan de (negatieve) effecten op het gebied versterken omdat ze zich opstapelen (cum ulatie). Geef aan of én in welke mate er sprake is van een stapeling van negatieve effecten op de habitattypen en op de aanwezige relevante soorten.
Bij de beoordeling van uw aanvraag wordt (alleen) uitgegaan van voorgenomen of reeds uitgevoerde activiteiten in of nab(j het betreffende gebied waarover een formeel besluit genomen is. Voor informatie hierover kunt u vaak terecht bij de gemeente. Door de aanvrager vinden geen activiteiten plaats in dit gebied Er is geen sinificant effect en ook geen stapeling van effecten.
2.4
Welke maatregelen kunt u binnen de uitvoering van uw activiteit ondernemen om eventuele schade en/of verstoring te beperken (mitigatie)? Geef aan op welke wijze deze maatregelen de negatieve effecten op het gebied (habitattypen) en/ of aanwezige relevante soorten verminderen. Maak bij de beschrijving onderscheid in de fase die nodig is voor het ontwikkelen en voorbereiden van de ‘activiteit’ (de aanlegfase) en de fase waarin de ‘activiteit’ wordt gebruikt of uitgevoerd (gebruiksfase). Let op! Maatregelen kunnen door u zelf meegenomen worden binnen de opzet van uw activiteit en/of opgelegd worden via de voorwaarden die verbonden zijn aan de verleende vergunning.
7
provincie Fryslân
Voorbeelden van mitigerende maatregelen: o het t(/dsschema (timing en duur) van de uitvoering. Bijvoorbeeld geen werkzaamheden tijdens het voortpiantingsseizoen van een bepaalde soort; Vergunningaanvraag NB-wet
(IeWK Ii III UdL
ylvdI VU(IWL IKIL U
(4). flIL U VUUr
r:ei
IIIUIWIWJ VdII UW
Voorwaarden en verplichtingen bij de aanvraag NB-wet
de wijze van uitvoering (in termen van werkzaamheden) en het gebruikte o materieel. Bijvoorbeeld het gebruik van een bepaald type baggermachine op een overeengekomen afstand van de oever; alternatieve bouwtechnieken. Bijvoorbeeld boren in plaats van heien, o afscherming van geluid, licht en andere verstoringsbronnen. o o afbakening van delen van het gebied die in geen geval mogen worden betreden. Gezien de afstand tot het Natura 2000 gebied zal het niet nodig zijn om migrerende maatregelen toe te passen.
3. provii,ie
aanvraag vragen over het uitvoeren van een eventuele ‘passende beoordeIing’, dan adviseren wij u om zelf contact op te nemen met de provincie Fryslân!
3.3
3.2
3.1
dat de aanvrager alle gewenste inlichtingen met betrekking tot de voor de beoordeling en controle benodigde gegevens ter stond en naar waarheid zal verstrekken aan de met behandeling en controle van de aanvraag en vergunning belaste ambtenaren;
bekend te zijn met het feit dat bij wijziging in de omstandigheden die van belang zijn voor de beoordeling van de vergunningaanvraag, dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de provincie Fryslân onder vermelding van het nummer waaronder de aanvraag in behandeling is;
alle gegevens naar waarheid te hebben verstrekt.
De aanvrager verklaart:
3.4
ermee bekend te zijn, dat de vergunning meteen wordt ingetrokken indien hij/zij één of meer uit zijn/haar vergunning voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, dan wel in het kader van de aanvraag van deze vergunning onjuiste gegevens heeft verstrekt; voorts dat de vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken als de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat deze niet verleend zou zijn op het tijdstip waarop de vergunning is verleend;
:
13 september 2013
Echternerbrug
provincie Fryslân
Ondertekening Ondergetekende, de aanvrager of degene die bevoegd is namens de aanvrager te handelen via machtiging, verklaart deze aanvraag en de daarbij behorende bijlage(n) naar waarheid te hebben opgesteld. Plaats
:
8
Datum
Vergunningaanvraag NB-wet
-
[ Ii 13
Ii
c n
Naam ondertekenaar Adviseur
J. Oude Hengel FarmConsult
9
Functie / hoedanigheid ondertekenaar Machtiging (bijvoegen indien de aanvraag niet door de aanvrager zelf is ondertekend): Handtekening
Vergunningaanvraag NB-wet
provincie Fryslân
4.
3.
2.
1.
Voeg indien van toepassing een afschrift toe van het Milieu-effectrapport / de Strategische milieubeoordeling.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van (een aanvraag om) andere vereiste vergunningen voor de voorgenomen activiteit.
Voeg zo mogelijk een afschrift toe van eerder verleende NB-wet vergunningen voor de voorgenomen activiteit, indien sprake is van een bestaande activiteit.
Voeg een situatietekening toe. Besteed daarbij tenminste aandacht aan de volgende aspecten: a. schaal 1:1000 (zo mogelijk); schaal en noordpijl aangeven op tekening; b. c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen.
Voeg een topografische kaart toe waarop de ligging van de door u voorgenomen activiteit in de ruimere omgeving is aangegeven. Deze kaart moet voldoen aan de volgende aspecten: a. minimaal schaal 1:25.000; b. schaal en noordpijl aangeven op kaart; c. locatie activiteit arceren of duidelijk omlijnen; d. afstand van de gevraagde activiteit tot de rand van het gebied(en). (Indien de activiteit buiten het natuurgebied valt)
Overzicht van bijlagen en checklist
5.
Voeg eventueel een verklaring van geen bezwaar van een gebiedsbeheerder toe omtrent de voorgenomen activiteit.,
4.
6.
Checklist bij het aanvraagformulier Heeft u
10
provincie Fryslân
alle vragen in de aanvraag beantwoord? Aanvraagformulieren die niet volledig zijn ingevuld, worden niet in behandeling genomen. de bijgevoegde tekeningen voorzien van een duidelijke legenda met verklaring van alle nummers, tekens en afkortingen? op alle bij lagen aangegeven dat ze behoren bij de aanvraag? het aanvraagformulier en de bijlagen, behalve tekeningen, in A4 formaat aangeleverd? de (uitgeprinte) aanvraag en alle daarbij behorende stukken in 5-voud aangeleverd? het aanvraagformulier gericht aan: Het college van Gedeputeerde Staten van Fryslân Afdeling Landelijk Gebied Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden (Het bezoekadres van de provincie is Tweebaksmarkt 52 te Leeuwarden)
vergunningaanvraag NB-wet
0
L
[ [
IJ L 1’
MACHTIGING
€
5
2.
Bij deze machtigen wij de heer J.Oude Hengel van ForFarrners Afd. FarmConsult om de procedure voor natuurbeschermingswet te behartigen en wanneer nodig aan te vullen! te corrigeren. Tevens geven wij tekeningsbevoegdheid in het kader van deze procedure.
VOF Kraak Krompad 2 8539 RN Echtenerbrug
datum : September2013
Voor akkoord,
Lc)
Projectomschrijving
Ei
r t t L t t t [1
t:
t t 1; t t t
Projectomschrijving De VOF Kraak heeft een meikveebedrijf aan de Krompad 2 te Echtenerbrug. Het bedrijf heeft een milieuvergunning uit 1996. De VOF wil voor deze huidige situatieen NB vergunning aanvragen. Voor de NB aanvraag worden meer dieren aangevraagd dan in 1996 zijn vergund. Hiervoor is een nieuwe tekening van de aangevraagde situatie bijgevoegd. Het bedrijf vraagt een NB wet vergunning aan waarbij er geen toename is van de depositie op een Vogelrichtlijngebied met vergunde situatie 10juni 1994 en 24 maart 2000 en een Habitatrichtlijngebied met vergunde situatie 7 december 2004.
Stal nr. A B
100
‘
3,9
11
390,0
1.980,0
3,9
9,5
390,0
1.710,0
max emissie emissie emissie maximale Aantal -_factor kg NH3 waarde emissie 180
Totaal ammoniak
Om de nieuwe situatie vergund te krijgen heeft het bedrijf ammoniak aangekocht van Krompad 2
-132,5
Bedrijfsoverzicht ammoniak Krompad 2 Krompad 12 2370 678,5 2617 546 247
Echtenerbrug. Een overeenkomst overdracht ammoniak is bijgevoegd.
2004 Aanvraag Aankoop netto Verkoop bruto
De meest nabij gelegen Natura 2000 gebied betref de Rottige Meente
Bedrijfsoverzicht Krompad 2
-
Hieronder volgt een weergave van de vergunde situatie 1994-2004:
emissie :
Ammoniak emissie: 2370 kg Maximale emissie: 2100 kg Geuremissie: 0 ou Elsec 30440 gr per jaar
PMIO
melk- en kaifkoeien ouder dan 2jaar
Vergund
‘‘rouweljkjongveetot2jaar
Diersoort
RAV code A1.100.2 -
A3
Hieronder volgt een weergave van de aangevraagde situatie aan Krompad 2:
Bedrijfsoverzicht Krompad 2
Ammoniak emissie: 2617kg Maximale emissie: 2327,5kg Geuremissie: 0 ou Elsec PMIO emissie: 34700 gr perjaar
melk- en kaifkoeien ouder dan 2jaar
Diersoort B
A
Stal nr. 52
193 95
11 4940
2.123,0 95
9,5 494 0
1.833,5
Aangevraaad max RAV code melk en kalf koeien ouder dan 2 jaar
emissie emissie emissie maximale factor kg NH3 waarde emissie
A1.100.2
Aantal
Al 100 1
Bedrijfsoverzicht Krompad 12
40
55
3,9
9,5
156,0
522,5
3,9
9,5
156,0
522,5
max emissie emissie emissie maximale Stal &ni nr. punt Aantal factor kg NH3 waarde emissie
—
Hieronder volgt een weergave van de vergunde situatie 2004:
Ammoniak emissie: 678,5kg Maximale emissie: 678,5 kg Geuremissie: 0 ou EJsec PMIO emissie: 8010 gr per jaar
melk- en kalf koeien ouder dan 2 jaar overige huisvestingssystemen bew eiden vrouwelijk jongvee tot 2 jaar
Diersoort
Vergund RAV code A1.100.1 A3
t-: f3 12 12 12 eE
1ï IZ II
L L L L [1
vrouweljkjongveetot2jaar
Diersoort -
de
3,73
de
aangevraagde situatie
aangevraagde situatie niet hoger is dan
12 na saldering
depositie in
vergunning voor
kan
depositie op
max Stal Emi emissie emissie emissie maximale nr. punt Aantal factor kg NH3 waarde emissie 1 140 3,9 546,0 3,9 546,0
Hieronder volgt een weergave van de situatie “over na verkoop”: Krompad 12
Ammoniak emissie: 546 kg Maximale emissie: 546 kg Geuremissie: 0 ou Elsec PMIO emissie: 5320 gr perjaar
RAV code
Aanvraag
A3
12
de De
de
Op basis van de vergunde en aangevraagde situaties komen we tot de volgende deposities:
2 542 607
dat
samen voor saldering
Depositie Krompad
187 214
blijkt
en Krompad
en Krompad
Veenmosrietland
2
tabel
Depositie Krompad
Uit voorgaande het moment van aanwijzing van het Habitatgebied. derhalve verleend worden.
Topografische kaart bedrijf
(
[
r 1 1 E t 1: E [ t:
1 L L L t
t
1
‘>_‘
1
t,;, /
/‘
-
/
I
—
,/
:
M
/\
// /
-
6
:7 ‘1.’
fl1
/
rn
r,
1—
r—
1:i
fl1
—1
?J)
ru
-
-
::, ji
-
-t /
/
/
/ ./ ./
--
r.1
1
n
D
L
Aagro-stacksberekeningen
î 1 E
1*
L [ t. t
L L 1*. 1:
r
J
1
Gegenereerd op: 12-09-2013 met AAgro-Stacks Versie 1.0
8:49:05
Naam van de berekening: 201 3-9-9 Bestaand Krompad 2 en 1 Gemaakt op: 9-09-2013
Zwaartepunt X: 185,100 Y: 542,200 Cluster naam: Kraak Krompad 2 Echternerbrug Berekende ruwheid: 0,05 m
BroniD 184 842
X-coord.
542 356
542 358
Y-coord.
1,5
1,5
1,5
Hoogte
4,5
4,1
4,8
Gem.geb. hoogte
0,5
0,5
0,5
Diam.
0,40
0,40
0,40
679
390
1 980
Emissie
Stal 1 184 812 541 822
Uittr. snelheid
Stal 2 185 581
Emissie Punten: Volgnr.
2 stal 1 Krompad 12
Details van Emissie Punt:
Stal 2
Stal 1
(18100)
(18099)
Gevoelige locaties:
Details van Emissie Punt:
_
Type
Aantal
Emissie
Totaal
‘-
-
rO -
-
co -
Gegenereerd op: 12-09.2013 met AAgro-Stacks Versie 1.0 Details van Emissie Punt: stal 1 Icrompad 12 (18138) Code
r.. co
Volgnr.
-
522.5
-
C c eo
9.5
‘-
o
55
-
Melkkoeiein
-
ir
A1.100.1
‘-
o
1
o
c r r co
156
o
3.9
o
40
‘-
1
Jongvee
-
O ‘-
‘-
A3
-
2
547200 546695 546190 545685 545180 544675 544170 513665 543160 542655 542149 541644 541139 540634 540129 539624 539119 538614 538109 537604 ‘-
‘-
r r EE [ EE IE EE EE
r EE 0 1E!
EE
Gegenereerd op: 12-09-2013 met AAgro-Stacks Versie 1.0
Naam van de berekening: 201 3-9-12 Nileuwe opzet(3) Gemaakt op: 12-09-2013 16:43:45 Zwaartepunt X: 185,100 Y: 542,200 Cluster naam: Kraak Krompad 2 Echternerbrug Berekende ruwheid: 0,05 m
Stal 1
BronID
184 812
184 842
X-coord.
541 822
542 356
542 358
Y-coord.
1,5
1,5
1,5
Hoogte
4,5
4,1
4,8
Gem.geb. hoogte
0,5
0,5
0,5
Diam.
0,40
0,40
0,40
Uittr. snelheid
546
494
2 123
Emissie
Emissie Punten:
1 Stal 2 185 581
Volgnr.
2 stal 1 Krompad 12
Naam 187 214
X coordinaat 542 607
Y coordinaat
Type 193
Aantal 11
Emissie
2123
Totaal
Type
0
Aantal
9.5
3.9
Emissie
494
0
Totaal
3,73
Depositie
3
Volgnummer Veenmosrietland
Gevoelige locaties:
1
Code Melkkoeien
(18099)
Volgnr. A1.100.2
Stal 1
1
j’Details van Emissie Punt:
]
Code
Jongvee
52
(18100)
Volgnr. A3
Melkkoeien
Stal 2
1 A1.1001.1
Details van Emissie Punt:
2
Code Type
Aantal 9.5
Emissie 0
Totaal
1’-
-
I) -
-
‘-
‘-
-
Gegenereerd op: 12-09-2013 met AAgro-Stacks Versie 1.0 stal 1 Krompad 12 (18138)
Details van Emissie Punt: Volgnr. 0
-
-
Melkkoeiein
L -
A1.100.1
-
cooco
1
‘-
546
-
3.9
-
c) c
140
N -
-
‘-
-
Jongvee
‘-
C CJ
A3
‘
2
547200 546695 546190 545685 545180 544675 544170 543665 513160 5-12655 542149 541644 541139 540634 510129 539624 539119 538614 538109 537604
-
‘CO ‘-
E
r r [ [ r.
t [ EE! [ iE3 L L L t. L t
[1 F F1 9 1
1
1j j j —4
‘1
•1
Overeenkomst NH3 overdracht
f6rmConsuIt
Kraak V.O.F. Krompad 2 8539 RN Echtenerbrug
Kraak V.O.F. Krompad 12 8539 RN Echtenerbrug
OVEREENKOMST INZAKE OVERGANG VAN EEN HOEVEELHEID AMMONIAKPRODUCTIERUIMTE DE ONDERGETEKENDEN: 1. naam: adres: woonplaats: telefoon: bankrekeningnummer: BTW nummer verder te noemen: verkoper”, ene,zjjds, 2. naam: adres: woonplaats: telefoon: bankrekeningnummer: BTW nummer: verder te noemen: “koper”, andetzljds,
Verder gezamenlijk te noemen: “partijen”
de verkoper eigenaar/pachter/zakelijk gerechtigde Is van het bedrijf gelegen aan de Krompad 12 te Echtenerbrug. Welk bedrijf beschikt over een onherroepelijke milieuvergunning / melding besluit landbouw als bedoeld In artikel 8.1 wet mili eubeheer; de bedrijven van partijen zijn gelegen in de provinde Friesland. partijen overeenstemming hebben bereikt over de overdracht van een hoeveelheid, aan de locatie van verkoper verbon den, ammoniakproductierechten.
IN AANMERKING NEMENDE DAT:
a. b. c. VERKLAREN TE fIN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikeli 0vERDRAc,LIrH0EVEaHEID De verkoper heeft zich bereid verklaard om door overdracht van 132,5 kg ammoniakproductieruimte, mee te wer ken aan het verkrijgen van een Natuurbeschermingswet vergunning (hierna ‘NB Vergunning) voor Kraak V.O.F. gemeente Lemsterland. De overdracht vindt plaats op basis van Crisis en Herstelwet. AitikeI2 VER6OEDIN& EN 8ETAUNG In verband met vorenbedoelde overdracht (verplaatsing) van ammoniakproductierulmte zal door de koper aan de verko1. per een vergoeding worden betaald van € 0,- per kg overgedragen ammonlakproductieruimte. Het totale bedrag is der halve 132,5 kg x € 0,- = €0,- (hierna: ‘koopsom’). Dit bedrag is exciusief eventueel daarover verschuldigde omzetbelas ting.
2.
Boeren met ambitie
-
De koopsom (vermeerderd met eventueel verschuidigde omzetbelasting) dient door de koper te worden voldaan binnen 10 dagen na ondertekening van deze overeenkomst door storting op rekeningnummer NL7OABNAO6L35.88.223 ten name van “Stichting Beheer Derdengelden ForFarmers” te Lochem. Onder vermelding van “ammonlakproductieruimte Kraak V.O.F./Kraak V.O.F.”.
r
Verkoper verklaart geen deelnemer te zijn van de Landbouwregellng, als bedoeld in de Wet op de Omzetbelasting.
1
3.
Page 1 of 3 FarmConsult Is onderdeI van ForFarrners Hendrix BV I(vK 0B207868, BTW NL8213.49.259, ABN AMRO NL53A5NA0513437985 —_
1* t: [
4
1)
1
t: IL
7rmConsuIt De verkoper verplicht zich om binnen 8 weken na ondertekening van deze overeenkomst een verzoek In te dienen bij het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Lemsterland, inhoudende een gedeel telijke of gehele intrekking van de aan hem verleende niiiieuvergunning, zodat aan de koper een hoeveelheid ammoniakproductieruimte van 132,5 kg NI-f3 kan worden overgedragen. Op de intrekking zal worden verklaard dat; vrijkomende, over te dragen, ammoniak zal worden overgedragen aan: Kraak V.O.F., Ki-ompad 2 te Echtenerbnig gemeente Lemsterland.” De köper verplicht zich om zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 9 weken na het ontvangen van de beschikking van de (gedeeltelijke) intrekking van de milieuvergunning van verkoper eën NB vergunning aan te Vragen.
ArtikeI3 MNV/Z4»46: WIJZIGING EIIJEUVERGUNNING DOOR DE VERKOPER/MNVRAAG NATUURBESCHERMINGS WETVERGIJ!VNING DOOR DE KOPER
1.
2. Artikel 4 ONTBINDING
1. 2.
Deze overeenkomst wordt ontbonden indien de provincie niet in kan stemmen met genoemde overdracht. Wetswijzigingen welke de overdracht teniet kunnen doen, of waardoor koper geen voordeel ondervindt van deze aankoop, alvorens het moment, dat het besluit van de provincie Inzake NB vergunning van de koper onherroe pelijk Is, zijn reden tôt ontbinding van deze overeenkomst
Artikel 5 UiTBETALING KOOPSOM 1.
2.
Koper machtigt verkoper, of een door de verkoper aan te wijzen derde, namens de koper, de Stichting Beheer Derden Gelden ForFarmers te verzoeken de koopsom aan verkoper uit te betalen. Na onherroepelijk worden van de NS vergunning van de koper, wordt de koopsom binnen 10 werkdagen aan de verkoper uitbetaald.
Betaling zal plaatsvinden: Na ontvangst van de koopsom op bovenvermelde bankrekening van de Stichting Beheer Derden Gelden ForFar mers, zodra het besluit van de provincie Inzake de NB vergunning van de koper onherroepelijk is.
3.
Rente (creditrente op rekening-courant) wordt berekend over de koopsom vanaf de valutaclatum van ontvangst op voornoemd bankrekeningnummer tot de dag van uitbetaling en komt ten gunste van de koper. Koper betaalt de kosten Voor het opmaken van de overeenkomsten.
VERPIJCHTINGEN PARTIJEN
Artikel 6 Partijen verplichten zich over en weer alle mogelijke medewerking te verlenen aan het invullen van de benodigde bescheiden, en de ondertekening hiervan, het verstrekken van informatie en documentatie en anderszins datge ne wat nodig is om de overdracht van bedoelde ammonlakproductieruimte naar het bedrijf van de koper of een door koper aan te wijzen derde mogelijk te maken, Alle informatie die bekend wordt na het ondertekenen van deze overeenkomst zal door partijen onverwijid over en weer worden doorgegeven. Artikel 7 GARANTIES VAN DE VERKOPER
1.
1
De verkoper garandeert: a. dat hij bevoegd is tot het sluiten van deze overeenkomst en tot overdracht van bedoelde ammoniak productieruimte; b. dat hij geen handelingen heeft verricht of zal verrichten welke tot gevolg kunnen hebben dat de over te dragen ammoniakproductieruimte wordt verminderd, teniet worden gedaan of een derde aanspraak kan maken op bedoelde ammoniakproductieruimte, behoudens vermindering als gevolg van wijziging in de wet en regelgeving.
Page 2 of 3 FarmConsult Is onderdee’ van ForFarmers Hendrlx BV KvI( 08207868, BTW NL8213.49259, ABN AMRO NL53A8NA0513437985
oeren met ambitie
—
iConsuIt 1.
Indien een der partijen, na In gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen nalatig blijft In de nakoming van cle uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, zal deze overeenkomst van rechtswege zijn ontbonden, tenzij de wederpartij alsnog uitvoering van de overeenkomst verlangt.
Ai-tikel8 JNGEBREKESTELLIN6, ONTBINDiNG EN BOETE
2.
In beide gevallen zal de nalatige partij ten behoeve van de wederpartij een zonder In gebreke stelling o rechter lijke tussenkomst opelsbare boete van 25% van de koopsom verbeuren, onverminderd het recht op volledige schadevergoeding en vergoeding van kosten van verhaal.
Artikel 9 TOEPASSEIJJK RECHT Op deze overeenkomst Is Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen, van welke aard, op enigerlei wijze verband houden met deze overeenkomst, worden bij de bevoegde Nederlandse rechter aanhangig gemaakt.
-. ••
koper
Aldus overeengekomen en ondertekend te Echtenerbrug / Echtenerbrug op 24 september 2013
ver oper
Page 3 of 3 Farinconsult Is onderdeel van ForFarmers Hendrb BV KvI( 08207868, BTW NLBZ13,49.259, ABN AMRO N153A8NA0613437985
[
r
c [ IZ [ [ [ EZ
tz L
L
E E [ [ ci
j F1 j
2
2
1 2 1
Gegevens Krompad 12 Echternerbrug
Ons kenmerk: Behandeld door:
“F3”
“F2”
“F1”
DdV
Sektor: VROM Doorkiesnr.: 7533
LEMMER, 7 december 1992. Verzonden d.d.:
AAN
GEMEENTE_LEMSTERLAND
Uw kenmerk: Uw brief/fax d.d.:
Onderwerp: Melding AMvB meikrundveehouderij.
Geachte “F4”,
In de afgelopen periode is door een ambtenaar van de sektor VROM een bezoek gebracht aan uw bedrijf.
—
—
—
-
—
korrespondentie-adres: postbus 2 8530 AA Lemmer
banken: NV. Bank voor Nederlandsche Gemeenten rek.nr. 2850.04.948 Rabobank, rek.nr. 33.70.04.994 Postgirorek.nr. 844522
Tijdens dit bezoek is nagegaan of op uw bedrijf het AMvB nielkrundveehoude rijbedrijf Hinderwet van toepassing is. Gebleken is dat dit het geval is. Dit betekent dat u op grond van artikel 4 en 5 van dit besluit verplicht bent een kennisgeving te doen. Hieraan heeft u echter nog niet voldaan. Wij verzoeken u dan ook dit alsnog te doen en wel v66r donderdag 24 decem ber 1992. Hiervoor kunt u gebruik maken van bijgaand formulier. Wij wijzen u er op dat bij de kennisgeving een plattegrond van de meikrund veehouderij moet worden overgelegd met een schaal van tenminste 1:250. De schaal mag dus bijvoorbeeld ook 1:100 of 1:200 zijn. Voor het maken van deze tekening kan eventueel gebruik worden gemaakt van een tekening die is gebruikt bij de aanvraag van de bouwvergunning. De te overleggen platte grond mag eenvoudig zijn en kan in principe zelf worden vervaardigd. Op de tekening moet tenminste zijn aangegeven: de grenzen van de inrichting; de ligging en omvang van de opslagen van mest en kuilvoer; de bestemming van de aangrenzende percelen; de ligging en de indeling van de gebouwen; de bestemming van de werkruimten; de bestemming van de tot de inrichtIng behorende terreinen; de ligging van de brandstoftanks.
-
-
kantooradres Burg. Krijgerplein 7 8531 EA Lemmer telefoon 051464575 telefax 05146-4635
1
12
t:
H.
2
Lassche,
vragen hebben dan kunt u zich in doorkiesnummer Boer, sektor VROM,
Hoogachtend,
hoofd sektor VROM.
Burgemeester en wethouders van Lemsterland, namens hen,
Mocht u omtrent het bovenstaande nog J.J. de verbinding stellen met dhr. 05146—7549.
Bij1agen meldingsformulier Typ: DdV/TZ Coli. :
‘î’ /Z4’
f
Kennisgevingsformulier Besluit meikrundveehouderijen Hinderwet
—
-
/ -./*-.
Aan: Burgemeester en wethouders van de gemeente
0 oprichten van en rnetkruhdveehouderij) voorgenomen tijdstip van inwerkingtreding van de metkrundveehouderij:
—
—
Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijlçe Ordening en Milieubeheer
—
Sireepje is: hier invullen wat gevraagd O Aankruisen wat van toepassing is 1 Naam
Adres en telefoonnummer Postcode en plaats 2. Geeft kennis van het
voorgenomen tijdstip waarop de uitbreiding, wijziging of verandering van de werkwijze tot stand komt:
O uitbreiden of wijzigen van een melkrundveehouderij), dan wel het veranderen van de gebezigde werkwijze
—
—
/iz44
CI 39
/
.
—
) »Ii-i
.I/’/
/ ?/‘
4.11
4.10
4.9
4.8
4.7
4.6
4.5
4.4
4.3
4.2
4.1
a. Is een ondergrondse tank voor de opslag van gasolie en lichte stookolie vaneen ander materiaal dan staat gemaakt? b. Is een ondergrondse tank voor de opslag van gasolie en lichte stookolie onder een gebouw gelegen? c. Bedraagt de ondergrondse opslag van gasotie en lichte stootrolie meer dan 20.000 liter? Worden 1(1- of K2-vloeislolfen in ondergrondse of bovengroncise tanks opgeslagen?
warmwatervoorziening gebruikt? Is propaan aanwezig in een stationair reservoir waarop het Besluit opslag propaan Hinderwet NIET van toepassing is?
Wordt in de inrichting een andere brandstof dan gas, gasolie, ol lichle stookolie voor ruimteverwarming of
Wordt elektriciteit voor elektrische installaties betrokken van andere bronnen dan hel openbare elektriciteitsnet?
Zijn meer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen aanwezig?
Wordt dunne mest opgeslagen in: a. bsssins met een groter oppervlak dan 750 rn 2 b. bassins met een grotere inhoud dan 2500 m 3 c. bassins waarin wordt belucht of geforceerd gegist Zijn andere nilraathoudende kunstmeststolten aanwezig clan die van de klasse C?
Worden meer dan 100 stuks meikrundvee gehouden?
Worden meer dan 50 konijnenvoecisters gehouden?
Worden pelsctieren bedrijfsmatig gehouden?
Worden meer dan 50 geiten gehouden?
Worden meer dan 50 mestvarkeneenheden gehouden, 50 schapen gedurende de atlamperiode niet meegerekend
0
0
0 0 0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
91
91
91
91
-7
—
van Loepassing worden van het BesluiL metkrundveehouderijen Hinderwet op een reeds opgerichte melkrundveehouderij). 3 Plaats waarde meikrundveehouderij is of zal worden gevestigd Adres en telefoonnummer Postcode en gemeente
4.13
Bedraagt de bovengrondse opslag van gusolie en lichte stookolie meer dan 5000 liter?
0
Nee
4.14 Worden molorbrandstolfen aan derden afgeleverd?
0 91
Ja
4i5
tiinde ligging van een mestbassin een vergunning vereist? (zie toelichting)
0
Nee
4 Gegevens met betrekking tot het van toepassing zljn”,an heUbesluit (lees eerst de toelichting bij deze rubriek)
4.16
Is i.vm. de ligging van de inrichting ten opzichte van slankgevoelige objeclen een vergunning vereist? (zie toelichting)
Ja 0
91
5. Nadere gegevens
0
0
91
l
4.18 In i.v.m. de ligging van de inrichting ten opzichte van voor verzuring ge oeÏÏii gebieden een verguning vereist? (zie toelichting) indien één van de bovenstaande vragen met JA is beantwoord, is voor de rneikrundveehouderij een vergunning vereist. Indien u nog geen vergunning heeft, dient u deze zo snel mogelijk aan te vragen.
4.17
Ligt een bestaande opslag voor vaste diertijke mest op minder dan 50 m van woningen?
0
0
5.1
Ligt een bestaande kuitvoeropslag voor gras of snijmais op minder dan 25 m van woningen?
0
-
5.2
Ineen mestsilo, gebouwd voor 1juni1987, aanwezig?
0
4.12
5.3
Ineen toliebassin, gebouwd voor 1juni1987, aanwezig? Handtekening
5.4 ,‘.g
Voor een meikrundveehoucterij geldt ondermeer dat deze fôt een in het Hinderbesluit aangewezen categorie behoort en uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is voor het bedrijfsmatig houden van metkrundvee.
Datum
)
1_
j
E
t
[I
E1 1:
LJ
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
—
::‘
.,.....2’
Kennisgevlngslormulier Besluit meikrunctveehouderijen Hinderwet Dit exemplaar zelf bewaren
ictrten van rr rnelkrundveehouderij) voorgenomen tijdstip van inwerkingtreding van de melkrundveetlouderli:
Streepje is: hier invullen wat gewaagd wordt D Aankruisen wat van toepassing is 1 Naam Adres en telefoonnummer Postcode en plaats 2. Geeft kennis van het en melkrundveehouderij), dan wel het veranderen van de geherigde werkwijze D uitbreiden of wijzigen voorgenomen tijdstip waarop de uitbreiding, wijziging of verandering van cle werkwijze tot stand korril:
Ja C
0
Nee 0
4.7
4.6
4.5
Zijn weer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen, aanwezig?
Vordt dunne mest opgeslagen in: 2 a. bassins met een groter oppervlak dan 750w 3 b. bassins met een grotere inhoud dan 2500 m c. bassins waarin wordt belucht of geforceerd gegist Zijn andere nitraathoudende kunstmestsloften aanwezig dan die van de klasse C?
Worden ‘neer dan 100 stuks melkrundvee gehouden?
0
0
0
D 0 0 [1
D
0
0
0
0
0
0
4.12
0
o
0
Q
0
Ja 0
0
0
0
Nee 0
—
0
—
D van toepassirden van het Besluit meikrundveehouderiten Hinderwet op een reeds opgerichte melkrundveehoucferij). 3 Plaats waarde meikrundveehouderij is of zal worden gevestigd .
D ïcode en gemeente
Worden meer dan 50 meslvarkeneenheden gehouden, 50 schapen 0
0
4 Gegevens met betrekking tot het van tdpuiing zijn van liet besluit (lees eerst cle toelIchting 4.1 Worden
0
0
k
4.2 VJpelsdïeren bedrijfsmatig gehouden?
0
4.8 Wordt elektriciteit voor elektrische installaties betrokken van andere bronnen
0
0 0 0 0
dan 50 geiten gehouden?
43 Worden moer dan 50 konijnenvoedsters gehouden?
4.9
Wordt in de inrichting een andere brandstof dan gas, gasotie, of lichte stookolie voor ruimteverÏnT’’ warmwatervoorziening gebruikt? Is propaan aanwezig In een stalionair reservoir waarop het Besluit opslag propaan Hinderwet NIET van toepassing is?
0 0 0 0
0
._
—
0 0
410
a. Is een ondergrondse tank voor de opslag van gasolie en lichte stookolie van een ander materiaal dn staal gemaakt?”’ b. Is een ondergrondse tank voor de opslag van qasotie en lichle stookolie onder een gebouw gelegen? c. Bedraagt de ondergrondse opslag van gasolie en lichte stookolie moer dan 20.000 liter? Worden 1(1 of K2-vtoeistoften in ondergrondse of bovengrondse tanks opgeslagen?
0
0
—
Tiet openbare ulektricileilsriet?
4.13
Bedraagt de bovengrondse opslag van gasolie en lichte stookolie meer dan 5000 titeT
0
El
meer
4,4 p
Adres en telefoonnummer
-
/ Cr
“
fl
3 1
r
1 -j
4.14
Worden molorbrandstoffen aan derden afgeleverd?
El
411
4.15
Ei v.m. de ligging van een mestbassin een vergunning vereist? (zie toelichting)
0
-
4.16
0
— .. -.
.
.“
—
....
Is v.m. de ligging van de inrichting ten opzichte van stankgevoelige objecten een verguriiereisl? (zie belichting)
.
iinder dan 25 m varjy
—
4.17
Ligt een bestaande kuilvoeropslag voor gras of snijmais
‘
,
4.18 is i.v.rn. de ligging van de inrichting ten opzichte van voor verzuring gevoelige gebieden een verguning vereist? (zie toelichting) Indien één van de bovenstaande vragen met JA Is beantwoord, Is voor de rnelkrundveehoudertj een vergunning vereIst. lndienunog geen vergunning heeft, dIent ci deze zo snel mogelijk aan te vragen. 5. Nadere gegevens
5.2
Is een mestsilo gebouwd voor 1 un 1937 aanwezig’
Lgreen bestaande opslag voor vaste dierlijke mest op minder dan 50 rn van woninge?m-.
53
Is een foliebassiri, gebouwd voor 1 juni1987, aanwezig? Handtekening
Voor een rnelkrundveehouderil geldt ondermeer dat deze tot een in het Hincierbesluit aangewezen categorie behoort en uitsluitend ot in hoofdzaak bestemd Is voor het bednilfsmahg houden van rnelkrundvee.
Dalum
‘)
1 II 1 1
1
1 ]
1 1
1 uU\
1\
—
Ul j
—
)( ;i
is
-i
—-—- —-—,
r
9< D 9. 2
1
i j
2
W
Ministerie van Volkshuisvesting Ruimteljke Ordening en Milieubeheer
9
Checki ist Melkrundveehouderijen Hinderwet ,
L .
H,
i’
Inhoud tmr)
.Z.
.E.
Misterie van Volkshuisvesting. Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Bedrijlsgegevens Naam Adres Pcstcode en Olaatsneam Cor.tactpe’scon Teletoon
f1 ergunningen/meldingen Datum Hinderwetvergunr.ina
Datum meldingen
AMvB Propaan
i\MvB Mestbssins
Ondergrondse tanks Tank nr,
Nadere eisen Voorschrift Onderwerp
O 2.3
1.3.15
Afdekking kuilvoeropstag
Constructie Ioliebassin
Omvang mesiptaatlrequenhie afvoer
0
Kuitvoeropstag van gras voorkomen van stankhinder)
11.10
0 2.5 Buitengrenswaarden
Constructie mestbassin
0 6.2 Vaststelling retereritrepunt
12.13
0 6.6
Akoestiscne voorzienngen: gedragsregels
0
06.7
Ligging vupunt cnøergrondse tunkisi
ae v’- v’v
raflR
0 12.8
Paats c’:
B :e ec’
-
Ejier ceb’u sre:’e’
LçgngUI9JflOSej,_____
139
r; c
0 13.11
: : —
2j;.rc,.v’.vv..
.
—
Speciale kenmerken
Checklisf Melkrundveehouderil Hinderwet
-
—
Numnierbesluk
Inslaltatiedatunr
-
Buttengrenswaarde voor reeds opgerichte inrichting Spoetwaleratvoer dicht dci. Mestptaat dci.
doekconsiructie binneriatdichtirrgstolie kruinstab overig
-.
-
—
—
—
—
—
—
—
—
Datum besluit
beton. hout, staal, metselwerk
Einde relerentieperiode mestsito: -
-
-
-
Product
Ccr’roteur
dBlAt
E
E
t:
[ [ t: (
Iz [ El
[
1
Ei t
-
-
-
-
Werkingssfeer -
-
-
-
-
-
de ondergrondse opslag van gasotie en lichte stookolie meer dan 20.000 liter? Worden K1 of K2-vtoestoffen in ondergrondse 01 bovengrondse tanks opgeslagen? Bedraagt de bovengrondse opslag van gasolie en lichte stookolie meer dan 5000 hIer? Worden motorbranclstotten aan derden afgeleverd?
2
ja
oppervlakte
groter dan 350 m
nee
ta
nee[
s:
Ontbreekt vergunning voor die toename
nee
.et’uce’
ja
ja
1
Ja [3 [3 t: [3
[3 [3
[3 [3 [3 [3 [3 [3 [3
[3 [3
0 0 [3
[ord op de vraag NEE
antwoord op de vraag JA
antwoord op de vraag JA antwoord op de vraag NEE
antwoord op de vraag JA antwoord op de vraag NEE
u-’:zoc,rrt Do ce
vraag NEE
antoord op cle vraag JA
iagNEE
antwoord op de vraag JA
antwoord op de vraag JA
_4ntwoord op de vraag NEE
1
g
a.’L-z-c r:-Szv”rnna:vsz”’,’:cEna
ja
oord op de vraag JA
ja
antwoord op de vraag NEE
ord op de vraag JA
4 antwoord op de vraag NEE
(zie schema 3)
atstand lot woning veehouder kleiner dan 50 m of
afstand tot andere woning kleiner dan 100e, nee
ot
afstand tot woning veehouder kleiner dan 25 m
meter
atstand tot andere woning kleiner dan 50 m
nee ldeiner dan 50 nee
and tol woning kteiner dan 25 meter
nee
afstand tot wonïng kleiner dan 50 meter
Jand tot woning
_f
nee
nee
i deoositie meer dan 15 mol
ja
........4depositie meer dan 30 mol
:oegesane 00 31- 1 286
hzaoe Oeposrtie weer dan feitelijke nee
“ee z-’:”’:
c.n:bree: •ergunnrng voor o-e :oersrre
_.:‘
antwoord op de vraag JA
Worden meer dan 50 wes:varkeneerrnecè’r oeho,den. 50 scr’apen aedurenae de allampenode niet n:eeaereker,d? Worcen meer cair 50 ge;en genounen? Worden pelsdicren bedrijfsmatig gehouden? • Woroen meer aan 50 konlnenvoeos:ers ae”orjoen? Woroen ‘neer aan 100 stuks ‘reikrrjnaee geboorten? Worm Ounne roes; opgeslagen in S bassins roer een groter 000erviak dan 750 mb. bassins roet een gmrere nneuo dan 2500 iv c. OassnS waarin worat Oelucm of oelcrceerd gegis; • Zijn andere nitraalhouderrde kuns;nres;stoften aanwezig dan we van klasse C? • Zjrr meer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen aanwezig? Wordt elektricitart voor elektriscne installaties betrokken van andere bronnen dan het openbare elektricjteitsnet? Wordt in de inrich:irig een andere brandstof dan gas. gasolie of lichte stookolie voor ruimteverwa rming of warmwatervoorziening gebruikt? Is propaan aanwezig in een stalionair reservoir waarop het Besluit opslag propaan Hinderwet NIET van toepassing is? a. Is een ondergrondse tank voor de opslag van gasotie en lichte stookolie van een ander materiaal dan staal gemaakt? b. Is een ondergrondse tank voor gasolre en lichte stookolie onder een gebouw gelegen? c. Bedraagt
-
-
-
-
-
-
schema
of toegestane decostie 2-86 “eer dan 30 rrol
ja
Is i.v.m. de ligging van een meslbassrn een vergunning vereist? luie schema 1) • Is i.vm. ligging van de inrichting de ten opzichte van stankgevoeli ge objecten een vergunning vereist? (zie schema 2) • Is i cm. de ligging van de inrichting ten opzichte van voor verzuring gevoeljge objecten een vergunning vereist? Schema 1 1juni t987
mestbassin opgericht
[ nee LET OP: mestbassrns ouder
in
dan 1-6-87 worden als onderdeel van het bedrijl getoetst
Schema 2 ja
Is
dan 50 stuks metkrundvee aanwezig
nee
bedrill opgericht na 1 augustus 1991
F meer
Schema 3
nee
Ïbedrijf opgericht na 1 augustus 1991
-
oprichting aan wel herves t ig ing 31 de::mber 1986
r to 31
“ee
.e’t:v’t.vt”ir’.
ce cencs e ivee dan 30 To
es
1
-J
1 1 1
1
—.
Opslag mest ‘BC
.BC
3,_”re r”es: en
—
ctier ii’
——
mes:acre s 3Oruime
TiFoo’:ecncen gvieî rs:a’
3 as:
-
esiEe
‘;c;cnne 01-08-91 en oeeee of pedeeltelijk onder Gebouw. is .:ec’niscne R;ch:’ n 1990 van :oepassir.o 11 B ;‘e’rsiicerna an mest en ge’ omGeving net verontrenac
ranolger lankwager Sû’i- é OpsIgruimle voor dunne mesT opslag vs Gesloten leiding 1/oor bestaande inrichtingen pas nu 01-06-’9
plaat met opslaande iand”
Uttzakkend vocht we: van rneslplaat
Buitanopslan vaste mest oprvestdich:e
dc Vocht van mestat via gesloten leiding naar opslag dunne mest -
Afstand woning ver’ derden of gevig obiecl lot opslag van vaste mest> 50 rn
vaste mest> 10Cm
d’orschrift 1 1 7 voor bestaande opdagen van vaste me”s na 01-08-91
AS
-
—
AS
Constructie vloeistofdichtheid .
Bestaande opslag van vaste mes: indien verplaatsing niet of nauwelijks mogelijk is. dan andere afstand dan in voorsc!irilt 1.1.9 door middel van nadere eis omtrent omvang mestplaat en de frequentie van de afvoer van mest minimum afstand tot woning al gevoelig object ten minste 25mf
NADEREEIS
AS Bestand tenen UV-licht. kou en mest
Mestsilo (opgericht voor 1-61987)
AS Leidingen beschermd tegen bevriezen na 01 -08-94
01-08-94
In leiding onder druk door silo-inhoud ten minste 2 afsluiters, waarvan buitenste met slotte borgen na
Bij mogelijke hevelwerkirig atsluiters of onlluchlingsvoorzieningen inleidingen na 01-08-94
AS AS Construclie beschermd tegen aanritden
‘
-
NADERE EIS betreft voorschrift nr. Bordes of brug ten minste 0.70 1<1.00 m. voorzien van leuning met twee regels. voetstootlijsl
“ngaer
iv
:ei’
rrins:e 0.6
Y
0 6 rr een cce. ccv voorzeciccen :ege’r covoong gas
SCooccare vas: aievki,ig ..c
.
:s
cv::»
:,.:
iv ceir ce r s oo coen op’» ive 4 ceivouwoe ‘omr en zonder a’oekk-nci ,
u:vv
t 0
.«-
‘
Ruimte boven n so rre: niet a’lnenae afdekkirig in open verb:nding met buitenlucfrt op hoogste Cent t> tO 000 r’rr’. en nso; afdevino eirr:e’oo, en “es: 5:0 in verbinding met Ouilen’ucf’I
Als silo niet veilig is afgedekt of rand ten minste 2.50 nr boven begaanbare grond dan afrasfening tot ten minste 1 .80 in boven begane grond Alstand iountldraden mestsio-alrastening niet groter dan 250 mm en afstand onderste draadsitOwartd niet gro:er dan 100 mrr en niet ri’eer dan 100 n’n’. Over de rand slekend
—
Bij gelijkwaardige voorschrIften uit vergunningen blijven 1.2.6 t/m 1.2.12 buiten toepassing; nadere eisen indien uitsluitend alternatieve voorzieningen mogelIjk zijn
AS
W’
-
fl”’ Vasle ladder aan buitenkant ten minste 2 m boven begane grond beginnen
AS
AS
AS
S
no Lr’ nene,e me “cc coere”.vJ’i.9G ‘“rrCe’ .35r
_n’cn ,vs:s:e.er’
-
In orce
‘
0 13 13 cl
SInt n cme ‘-.-
13
‘
0
-
N vs
13
13
-
t 11
cl
cl
cl
cl
cl
0
0
cl
Ö’
cl
Ei
cl
cl
El
13
0
c
cl
cl
cl
cl
cl
cl
cl
cl
13
0
cl
o
cl’
o
1.28
1.2.8
1.2.7
1.2.6
1.2.13
1.2.5
1.2.4
1.2.4
1 ,2.
1.2.2
1.1.10
—
—
‘“‘
Voorschrift
.3
1.11
t 1 1. 1 :15 t 6
117 1.17
fT
‘
0
1.i.9
cl
13
1.2.10
0
0
El
13 cl
1.2 11
0
— —
.0
13
cl
1.2,12
-
0
cl
El
1 2.1$
1.2.9
13
13
0
1215 t 2.16 t’2.17 t
-—
13
-
E
-
:
:
:
:
E [
L
_,
F
3
2 -j
_r
a
Geen scheuren of lekken
ci
ci
ci
ci
Ei
0
ci ci
ci
ci
Ei
Ei
El
Ei
Ei
Ei
Ei
I3
In orde
ci
0
ci
0
ci
ci
ci
0
Ei
ci
ci
El
ci
ci
ci
Ei
Ô
ci
ci
ci
Ei
Ei Ei
ci
ci
Ei
ci
ci,
ci
ci
ci ci
Niet in orde
ci
ci
ci
ci
ci
ci
Ei
ci
N.v.t.
1.3.20 1.3.20 1.3,20 1.3.20
1.3.19
1.3.16
1.3.14
1.3.13
1.3.12
1.3.11
1.3.10
1.3.16 1.3.10
1.3.9
1.3.8
1.3.7
1.3.5
1.3.5
1.3.5
1.3.4
1.3.4
132
1.2.19
1.2.19
ioorschrilt
Folibassiris (op(cht voor 1 Td
asr gernontoero
kou, mest en UV-slrahng
Fol:e en talud niet beschadigd bi 1 rondpompen
AS
AS
Folie beschermd legen beschadiging door mixer
Wortelgroel mag geen beschxdrging geven
AS
Miner voorzien van bescherrnkooi
en 0,50 m) en stootrand van 0.30 mis aanwezig Ruimte hoven in silo met niet drijvende afdekking in open verbinding met buitenlucht op hoogste
NADERE EIS betreft voorschrift nr. Hek aanwezig. ten minste 1.80 st hoog
Bij gelijkwaardige voorschriften uit vergunningen blijven 1.3.10 tJm 1.3.14 buiten toepassing; nadere eisen indien uitsluitend allernatleve voorzieningen mogelIjk zijn
AS
AB
AS AS AS
Vulling lot maximaal 20 cm onder rand indien geen atdekhing
boerenwoning. minder dan 200 m van andere woning en gevoelig object of minder dan 350 m van bebouwde kom en zonder aldekking C
Reterentiepenrode nieuw kruinslab ren minste 5 jaar
opgestuurd naar bevoegd gezag fleferentieperiode nieuw aldichtingsfotie len minste 10 jaar
Nieuw aldichtingstolie en kruinslab moet voldoen aan ‘Bouwtechnische richtlijnen’t verklaring
-
-
-
AS
AS AS AS -
—
—
——
-
Bestaande cosag van i.ivoer r’cerr aerolaatsing niet of nauwelijks mogelilk is. dan andere ais:ano 5n r. ,ocrsc’ni: 22 ccc’ nddet van nadere eis rtn;nimvjrtn afstand tot woning of gevc.eg coen: :e— rin5te 0
oevceiig oo;eCi
ande vuiloosiag van gras of snirrais na 01-08-94 op ten minste 25 m van woning of
Nieuwe kuiloosixg van gras oF snilmais op ten minste 25 m van woning ot gevoelig oblect
Opslag veevoeder (niet In torenslio)
AS
AS
—_________
AS
AS
Atdictrlingstolie door geaccepteerde deskundige gecontroleerd op mestdichthei d 1 vermoeden van beschadiging bi binnen elke periode van 5 jaar voor 01-08-92 als liet folie langer dan 5 jaar in gebruik is Sewijs van de beoordeling overgelegd bij bevoegd gezag
AS
ihcaat noor voldoen aan ‘Bouwtechnis
S Lenuingen en aooendaoes Destemd tegen
ci
ci
ci ci
no
AS
Leidingen’
ci
ci ci ci ci
ci
1.3.21! 1.3.22 1 3.21
r
AS
ci
iiing onder Druk door silø-inhouo ten minste 2 afsluiters, waarvan buitenste met slot te borgen Ei na 01-08-94 Bi mogeInke hevelwerkino afsiunters of ontluchlingsvoorzienirigen in leidingen na 01 -08-’94 Ei
Leidingen bescnermd tegen bevriezen na 01 -08-94
ci ci
ci
Ei
1.3.22
AS
A
Hek afgesloten als er geen toezicht is
ci
ci
ci
fo€ •oor binrrenafdtrng ten minste 10 jaar (certificaatl
AS
Op talud om elke 6 rrn klimvoorzieningen
ci
ci
22
critlijn Relerenhietreriode voor
ASC
Opril trekker eindigt iangs basisrand met hekwerk, voorzien van twee teuningen (hoogte 1,10 m
ci
ci ci
2.3
AS
AS
1> 10.000 mrnr) en nabij afdekking Indien drijvende afdekking uit èén deel is dan voorzieningen tegen ophoping gas
151
ci
Ei Ei
2.
2.2
1.3.17/ 1.318
1.16
AS
Vullen van loliebassin uitsluitend door middel van vaste vulleiding tenzij bescherming tegen beschadiging Vulling onalgedekte mestsito op/nabij bodem indien mestsilo gelegen op minder dan 100 m van
1
Ei Ei
ci
=
NADERE ES ‘e: ov:’en ‘n :di a!cer.o -
. .:enn-:zo uc ;ar o’aa u sn.xj5 of van voece’prOOx C:efl anders dan knol. wortelpewassen .as:e s:o o’ivenc afgedekt me: uns:s:ofloie rdier n’wdc’ dan coen znjde :oeges:ain
ce.:ge nrDen:en b’ eNoeoerrg s
co’ rar 00’
AC
—.
-
—.
—
Onderstaande voorschriften zijn van toepassing bij: kuilvoederopslag van gras minder dan 50 m van woning of gevoelig object
-
-
ien kuilvoei uilsiulend voor 12 Uitnehaald kulvoer Direct naar stal. afoesloten ruimte 01 afgedekt
0
liiorcfe
0
Niet in orde
0
0
Nv.l
2.5
2.5
Voorschrift
—
0
0 2.5 2.5
0
0 2.5
11
El
Ei
El
El
El
El
5.1
3.4
33
3.2
3.2
7.1
—
0 0 0
2.6
0
0 2.6
0
0 El
26
——
El El
2.6
/
El El -
El
El
4.1
3.1
0
-
El
0
4.2
El
El
El
4.3
J.
El
li(
El
2’
93
9.2
91
91
8.1
7.1
El
o
—
Ö’—
:
——
El
4.5
4.4
4.3 1.
El 0
E
El
j,’
—
il onrmodelliv na uithalen kuilvcer aldekken door kunststof folie vastgelegd met zandslurlen of Restanten kuift’oer Onmiddellijk alvoeren of stankvrij opslaan
gelukwaardig
ABC NADERE EIS ter voorkoming an stankhinder
ABC
AS
—-
Worden geen afvalstoffen
:v::
0
Maatregifian 2.5 niet nodig als afstand tot woning of gevoelig object meer is dan 25 men analyserapport aanwezig is Eisen analyserapponi
Uitgevoerd door Stichting Sedrijfslaborafonium in Oostereek of Leeuwarden
vaste stof
AS
in
Arnrnoniaktractie lager dan 25
Minder dan 2.5% boterzuur
Droge stof hoger dan ao
AB
AS
—
-
-
Goedgekeurde flessen aanwezig 1 ingeponste datum)
Gebruik gasflessen AB aulogas
Geen autogaslanka anders dan voor fractie
met
AS Flessen en afsluiters goed bereikbaar
itessen gevuld
ASC Flessen opgesteld nabij brandgevaarlijke stotfen
ABC Niet weer gasflessen aanwezig dan noodzakelijk
niet
AS
C
Afvalstoffen niet binnen inrichting verbrand (tenzij toestemming in gemeentelijk e verordening)
Afvalstoffen en bodemverontreiniging
ABC Afvalstoffen, behalve snoeihoul en dergelijke niet in de bodem
de bodem geloosd
ASC Afvalstoffen, behalve snoeihout en dergelijke regelmatig afgevoerd
Riolevloeistofdicht
Afvalstoffen opgeslagen zonder geurhinder
in
BC
Afvoer afvalstoffen zodanig dat geen alval buiten de nrictiling wordt verspreid —
SC SC A
Etetrische installatie in goeds staal
Eletrische inslallatie voldoet aan NEN 1010
Elektrische installatie
S
Gasdrukregel- en meetinstallatte en aardgasgestookte installatie Gasbrukregel- en rreetristallatre, aardgasirtstallatie. alsmede de ruimte waarin deze installaties zin_opgesteld_voldoen_aan de_Aansluilingsvoorwaarden_Gas 1979 van het VEGIN Bewaren van bestrijdingsmiddelen 1(1- K2- en K3-vfoeistoflen en chemicaliën in embali age
bes:enOig
Veroakking dicht
en
S
aarplua:soevaaruke stoffen
in vluchtwegen (gangent
AS
ie: ‘neer K1. X. K3-v’oeis:offen en andere chemicaliën aanwezig dan noodzaketiik
nCt
A6’
:,ez:e,E’a.
5eszvr’na:n ‘vr ceoe’ e :cn:’c:e
Bewaring bestrijdingsmiddelen
-
E [
:3
1,-..,
—,
j.
AS
AB AS AS
Elektrische inslaDlie bes andten chemische invloeden Toegang met slot en sleutel gdslolen
-
‘AS
A
A
A
C
C
SC
Vulpunl beschermd tegen aanrijding
Onmiddellijke omgeving tank vrij van beplanting
Extra voorzieningen l.g.’.r
Bij meer tanks, onderlinge alstanct > 113 cl grootste tank doch minimaal 0.5 rn
Afstand tank-muur gebouw > 0,75 m
Tijdens vullén van voedersilo’s geen stofoverlast
Indien nodig ongedierlebeslrijding
Inrichting schoon en goed onderhouden
:
NADERE EISEN
.
‘AS Bijgewerkte plallegrond niet tanks, leidingen, appendages
(lanknr. bij niet in orde
ÏÏigheidstekens op de bestridin ddelen’. verboden toegang voor onbevoegdee’. eventueel ‘rookverbod Drukslarrghaspel in de nabitheid bewaarplaats
Bodemverontreiniging nieldi,’uimen
Gedragsvoorschritten AC Ongewone voorvallen melden en maatregelen Irelten
‘AS NADEF1E EISEN
Afgewerkte Olie (al dan niet bewerkl( mag niet als brandstof worden gebruikt
‘AS Vulpunt friet binnen gebouw
—
‘AS Afstand vulpunl tol tank neer dan 2 rn
AS
‘AS Ontluctrlingsleiding 3 m -1-; uitmonding op veilige plaals
zwaar verkeer
ASC
‘AS Beveiliging legen overvulling aanwezig
‘
‘A
Verklaringen certificaten enz. ondergrondse tanldnstallatles Nieuwe tanks KIWA-keurverklaring vr plaatsen tank (dichtheid, NEN 3350) KIWA-bodemweerslandsrapportvôôr ingebruikname KIWA-controlerapport 1(8 binnen 3 maanden KIWA-controlerappori KB jaarlijks KIWA-instatlaliéceltiltcaat vöôr ingebruikname (dichtheid en bekleding tanks en leidingen) KIWA-h.erkeuringsbewits na vervanging onderdelen, reparatie enz. KlWA-bewis la.arhlkse bekledingsconirOte (sloomdrukproeI en bodemweeislandsmeling voor nalallaf les zonder KBI Bestaande tanks
KIWA-keurverklaring of KIWA=garanliemerkverklaring KIWA-.nstatlatecertificaal oichtlreid en bekleding tanks en leidingen KIWA.rlstauia:iecerlilicaa: bB (indien nodigt KItVA-controeraopor: KR aarilks Indien nodigi nctien eer of weer cei::fics:en on!b’eken binnen 6 maanden beoordeling tam en leidingen.
ii,;WA.0ems run oexordeling Enen S ‘axnder na OeDOroeing KiWA-hewis nat nsatlalle aan O0’Sren cocoet
‘-‘ceucoBccD Orre3.x:vnÎ,’/A.C,’.:s-.5nEorte
0
0
El
EI
Niet in orde El
5.2
93
9.3
9.3
El
0
10.3
10.2
10.1
9.3
Voorschrift
El 0
El
11.1
0
N.v.t.
El
EI
o
In orde
.8,3
o
f. 10.4
12.2
12.2
3
12.2
El
El
12.10/13.3
0
12.9/1 3.12
12.8/13.11
El
12.9/13.12 14.2
0 El El
0
0
o
0
0
12.5
12.4
12.3
151.2
El
EI
El
0
El
12.7
15.2.1
15.1.4
El
0
15.1.1 0
0
El
El
El
El
Ei
0
0
CI
‘f3
El
El
0
‘3:4
134
13.4
12.4
0
0
15.2.1
0
El
0
13.5
El
El
El
139
13.9
El
—t
tanks (200
-
2000 t)
-_____ ____
AS
AS
AS
AS
Seveiligde vloeistotstandaanivijzer
Ontluctitirtgsleiding mondt buiten uit
Onltuchtingsteiding tegen inregenen beschermd
Oottuchtingsielding inwendige rniddellijn > 30 mm
Afstand tussen tanks voldoende groot t bv. inspectie en onderhoud
—
Ei
Ei
Ei
Ei
Ei
In orde
Ei
Ei
Ei
Ei
0
Niet in orde
Ei
Ei
Ei
El
Ei
N.rI. ‘oorschriIt f5.
16.2.1
—
Ei 16.2.12
Ei
16.2.2
16.2.2
Ei
16.2.4
16.2.4
16.2.4
16.2.3
16.2.3
16.2.3
Ei
Ei
“‘
Ei
Ei
—
—
Ö— Ei
“
G1
Ei Ei
lt’ ‘
Ei .13
16.2.5
16.2.7
F1
Ei
Te
Ei
Ei Ei
16.2.97” 16.2.10 16,2,11
Ei
‘tEl
Ei
Ei
Ei
F1
Ei
16.2.16
F1
—
16.2.11 Ei ‘
Ei F1
Ei
Ei
Ei
BI
Ö”
Ei
Ei
Ei
17.7
iT’
17.3;17.5
16.2.17
Ei
Ö’””
17.13
17.12
17.9
17.9
17.1
16.2.17
Ei
[3
[]
Ei
Ei
c
Ei
Ei
Ei
3’
Ei
Ei
151
lanlKnr. bij niet in orde
—
—
‘““
——
—
_______
__________
—________
—
KIWA-herkeur,nosbewijs na VervanginG onderdelen, reparatie enz. KlWAi rlijkse hoc’, installaties zonder KSi Buiten gebruik gesteld d.d. Gemeld aan bevoegd gezag d.d. E’oon aernaaktverwrtderevuld
e
gronds
Hernalirig beoordeling na 15 tast Boven
‘‘
Stijtheid en sterkte voldoende
Ondersteuning van oribrandbaar male,iaa’
AS
—
A
AS Doelmalige tundatie (Lv.rn. verzakkingen) .
AS
AS Metalen afsluiters in leidingen nabij tankwand
,
AS
AS Uitwendige bescherming tank en leidingen tegen corrosi e
AS
AS Leidingen bovengronds gelegd
peilinrichting
AS
0)
AS
Afvoer hernetwater via afsluiler zo dicht mogelijk bij bak
Voldoende slerke metalen teidingen en flexibele verbindingss tukkerr
—
Automatische afslag vulatsluiter (loslaten/volle tank/valtenl Elekl’ische installatie explosievri uitgevoerd 1 hooldschakel}inctie en stand aangegeven B wandconractdozen aan porni””’ Geen eiekriscne schakelaar aan slang nf vuilatstuiter edsiekeil ‘Voertugmolor afzetten, roken en vuur verboden’ erousser ren minste 6 kg of k 1 ae waardi li g aanwezig
.
Afstand buiten opgestelde tank- gebouw ot bewaarptaals brandgevaarlijke sloffen > 3 m tenzij brandwerendheid wand ten minste 60 min, is Atsland tank tot erlscheiding > 3 m ‘
Vloeistof dichtheid aangetoond vôör ingebruiknam e en/of reparaties
-
Voldoende sterke vloeistofdichte bak mei opname capaci teil: 1 tank totale inhoud. bij meerdere inhoud grootste tank ÷ 10% overige Af dak boven vloeistoldichte bak
AS AS
AS Omgeving tank vrij van brandgevaartijke slotten
Vulling maximaal 95%
AS In de omgeving van de tank begroeiing kOrt
AB
AS
-.
Opstelting buileri
Afleverpompen voor motorbrandstoffen AS
‘‘
“““
AB AS .‘——
E [
—
[
L
)
i
_
-
mItI ,_-__
—.
—
1-.
J*
‘t
s..,
‘
_1
‘*
-
-
-
.—
-‘
1
--;t
—
,-.‘ t
*
.,‘
‘4
:1
-•-
:1
•1
Vergunning verleden met tekening
[ C E [ [ E c t [ [
IE IE [ IE
r
•
1_,,
Iii
TLJ 1fl 1
‘‘is Ji
‘LL
Lemmer, 12 februari 1996. Kenmerk: 95-17
GEMEENTE LEMSTERLAN]) WET MILIEUBEHEER Vergunning
AANVRAAG Op 26 april 1995 hebben wij van Maatschap H. en M. Kraak te Echtenerbrug een aanvraag ontvangen voor een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer. Het betreft het uitbreiden van het meikrundveehouderijbedrijf met een windturbine op het perceel plaatselijk bekend Krompad 2 te Echtenerbrug (Kadastraal gemeente Oosterzee, sektie B, nr. 4250).
BESCHRIJVING BEDRIJF Het betreft een vergunningplichtig agrarisch bedrijf, dat wordt uitgebreid met een windturbine voor het omzetten van windenergie in elektrische energie. Het vermogen van de generator is 80 kW.
PROCEDURE Met betrekking tot deze vergunningaanvraag wordt de in afdeling 3.5 van de Algemene Wet Bestuursrecht en Hoofdstuk 13 van de Wet milieubeheer voorgeschreven procedure gevolgd, De ontvangst van de aanvraag is door ons bij brief van 28 april 1995 bevestigd. Tevens is een exemplaar van de aanvraag verzonden aan de wettelijke adviseurs. De ontwerp-vergunning heeft van 5 oktober tot 2 december 1995 ter inzage gelegen. Er is geen openbare zitting gehouden, aangezien daarom niet is verzocht. Naar aanleiding van de ontwerp-vergunning zijn geen adviezen gegeven.
BEDENKINGEN Van de mogelijkheid om tijdens de periode van de ter inzagelegging van de ontwerp-vergunning bedenkingen te uiten is geen gebruik gemaakt.
-
-
-
-
OVERWEGINGEN In artikel 8.8 van de Wet milieubeheer wordt aangegeven dat door het bevoegd gezag bij de besluitvorming in ieder geval wordt betrokken: de bestaande toestand van het milieu, voorzover de inrichting daarvoor gevolgen kan veroorzaken; de gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken; ingebrachte adviezen en bedenkingen; de mogelijkheden tot bescherming van het milieu. Daarnaast dient het bevoegd gezag rekening te houden met het voor haar geldende milieubeleids plan alsmede de van toepassing zijnde richtlijnen. Tevens dient het bevoegd gezag bij de beslissing onder meer de geldende grenswaarden en de geldende instruktieregels in acht te nemen.
2
Voorts dient het bevoegd gezag er voor zorg te dragen dat er bij de beslissing op de aanvraag geen strijd mag ontstaan met de regels van de Wet milieubeheer dan wel regels die gesteld zijn krachtens andere wetten als bedoeld in artikel 13.1 van de Wet milieubeheer. Van de inrichting kan ons inziens de volgende milieubelasting worden verwacht. In verband met de aard van de aktiviteiten in de inrichting moet rekening worden gehouden met een emissie van geluid. De gevolgen van het in werking zijn van de inrichting, die gelegen is in het buitengebied van de gemeente Lemsterland, zullen naar verwachting beperkt blijven tot de direkte omgeving van de inrichting. In de vergunning is geëist dat de zogenaamde gedempte versie windturbine wordt toegepast, opdat geluidhinder bij woningen in de omgeving wordt voorkomen. Ter bevordering van de energiebesparing dient een zo groot mogelijk deel van de opgewekte elektrische energie binnen de eigen inrichting te worden benut.
KONKLUSIE Wij zijn van mening dat de door het bedrijf te veroorzaken milieuverontreiniging in voldoende mate kan worden tegengegaan en voorkomen door het stellen van voorschriften en er geen reden is in het belang van de bescherming van het milieu de vergunning te weigeren.
f 2.162,65
/
4. MaarlevekL..
J-
/osa----—-—--—--—-—--———----—---—_.......
Burgemeester en wethouders van Lemsterland, de sekretaris, de bu.rgemeest.
BESLUIT Burgemeester en wethouders hebben, gezien het voorgaande en gelet op de Wet milieubeheer en de Algemene Wet Bestuursrecht, besloten de gevraagde vergunning te verlenen onder de bij dit besluit behorende en gewaarmerkte voorschriften, tekeningen en overige bescheiden.
Leges:
• De nota zal u op korte termijn worden toegezonden.
[ [
L
E [ L [
CONCEPT VOORSCHRIFTEN behorende bij de Wet milieubeheervergunning van
Maatschap EI, en M Kraak. Krompad 2 8539 RN ECHTENERBRUG ten behoeve van een Veehouderij bedrijf
INHOUDSOPGAVE
8
7
6
5
4
3
2
1
DE OPSLAG VAN VEEVOER
HET HOUDEN VAN DIEREN EN DE OPSLAG VAN MEST
AFVALSTOFFEN
BEWARING VAN BESTRIJDINGSMIDDELEN, BRANDBARE VLOEISTOFFEN EN CHEMICALIËN IN EMBALLAGE
BRANDPREVENTiE EN BRANDBESTRIJDING
GELUID
BODEM- EN GRONDWATERBESCHERMING
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
16
16
14
12
12
11
11
10
7
2
9
OPSLAG VAN DIESELOLIE IN EEN BOVENGRONDSE STALEN TANKS MET EEN INHOUD VAN 8000 EN 2000 LITER
18
BEGRIPPENLIJST
10
VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT DE INSTALLATIE VOOR AFLEVERING VAN BRANDSTOF
19
1
NAZORG
-
11
WM-ergunning Maatschap J. en M. Kraak
Deze bijlage bevat 20 pagina’s exclusief voorblad en figuur 1.
-
L [
r [
r
-
[ Ii L 1Z [ 1
BEGRIPPENLIJST In de bij deze vergunning behorende voorschriften wordt verstaan onder: AFGEWERKTE OLIE Smeer- en systeemolie die hetzij door vermenging met andere stoffen, hetzij op andere wijze onbruikbaar is geworden voor het doel waarvoor zij oorspronkelijk was bestemd. Afgewerkte olie moet worden beschouwd als een gevaarlijke afvalstof (afgewerkte boor-, snij-, slijp- en walsolie of emulsies daarvan worden niet beschouwd als afgewerkte olie, wel als gevaarlijke afvalstof). BAGA Het ‘Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen” (Staatsbiad 1993, nr 617), houdende regels met betrekking tot de aanwijzing van gevaarlijke afvalstoffen. BESLUIT INZAKE STOFFEN DIE DE OZONLAAG AANTASTEN Besluit van 5 november 1992, betreffende de implementatie van de door de Raad van de Europese Gemeenschap vastgestelde verordening 594/91/EEG, betreffende stoffen die de ozonlaag aantasten (Staatsblad 1992, nr 599). BEVOEGD GEZAG Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lemsterland. CPR Een door de Commissie Preventie van Rampen door Gevaarlijke stoffen uitgegeven publicatie.
-
CPR 9-6 De richtlijn “Vloeibare aardolieprodukten Buiten-opslag van k3-producten in bovengrondse stalen tanks (tot 150 m )”, opgesteld door de Commissie Preventie van Rampen 3 door Gevaarlijke Stoffen. CPR 15-1 De richtlijn “Opslag gevaarlijke stoffen in emballage: Opslag van vloeistoffen en vaste stoffen (0-10 ton)”, opgesteld door de Commissie Preventie van Rampen door Gevaarlijke Stoffen (2de druk 1990). DIN Een door het Deutsches Institut für Normung e.V. (DIN) uitgegeven publicatie. DRAAGBAAR BLUSTOESTEL Toestellen die voldoen aan het “Besluit draagbare blustoestellen” (Staatsblad 1986, nr 553).
WM-vergunning Maatschap J. en M. Kraak
-
2
EMBALLAGE Glazen flessen tot 5 liter, kunststof flessen en vaten tot 60 liter, metalen bussen tot 25 liter, stalen vaten en kunststof drums tot 300 liter, papieren en kunststof zakken en laadketels.
-
ENERGIENED De VEGIN (Vereniging van Exploitanten van Gasbedrijven in Nederland), het VEEN en VESTIN zijn in 1992 samengegaan onder de nieuwe naam EnergieNed. EQUJVALENT GELUIDSNIVEAU (LAeq) Het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid, vastgesteld overeenkomstig de “Handleiding meten en rekenen industrielawaai, IL-HR-13-01” van maart 1981. GELUIDSNIVEAU IN dB(A) Het niveau van het ter plaatse optredende geluid, uitgedrukt in dB(A), overeenkomstig de door de Internationale Electrotechnische Commissie (IEC) ter zake opgestelde regels, zoals neergelegd in de JEC-publicatie no. 651. GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN In het “Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen” (Staatsbiad 1993, nr 617) als zodanig aangewezen afvalstoffen (de kategorie gevaarlijke afvalstoffen omvat onder meer de afvalstoffen die voor 1 januari 1994 als chemische afvalstoffen werden aangeduid). GEVOELIGE OBJECTEN Woningen van derden, bedrijven uit de voedings- en genotmiddelenindustrie, detailhandel in voedings- en genotmiddelen en hotels en restaurants, ziekenhuizen en sanatoria, zwembaden en campings. GIVEG Keurmerk van de Gezamenlijke Installatiebedrijven van Elektrische en Gasinstallaties, uitgegeven door het VEG-GASINSTITUUT NV. te Apeldoorn. Ki -VLOEISTOF Een brandbare vloeistof waarvan het vlampunt lager is dan 21°C, bepaald volgens NEN 3204, en die bij 37,8°C een dampspanning heeft van ten minste 35 kPa en ten hoogste 100 kPa, bepaald volgens NEN 928, of een verfproduct waarvan het vlampunt lager is dan 21°C, bepaald volgens NEN-EN 53. Voorbeelden van Ki-vloeistoffen zijn: benzine, methanol, ethanol, petroleumether en tolueen. K2-VLOEISTOF Een brandbare vloeistof waarvan het vlampunt is gelegen tussen 21°C en 55°C, bepaald volgens NEN 3204, of een verfproduct waarvan het vlampunt is gelegen tussen de 21°C en 55°C, bepaald volgens NEN-EN 53. Voorbeelden van K2-vloeistoffen zijn: azijnzuur, butanol, ethyleenglycol, petroleum, thinner, terpentine en styreen.
-
3
K3-VLOEISTOF Een brandbare vloeistof waarvan het vlampunt hoger is dan 55°C, bepaald volgens NEN-ISO 2719, of een verfproduct waarvan het vlampunt hoger is dan 55°C, bepaald volgens NEN-EN 53.
WM-vergunning Maatschap J. en M. Kraak
KIWA Het Keuringsinstituut voor Waterleiding artikelen N.V. gevestigd te Rijswijk.
-
1 [
(L
[ (i
[ fl
L E
LEKI3AK Een vloeistofdichte vloer die tezamen met aanwezige drempels en muren een vloeistofdichte bak vormt dan wel een apart gecreëerde vloeistofdichte bak van Steen, beton, staal of kunststof-materiaal. De lekbakconstructie moet bestand zijn tegen de als gevolg van lekkage optredende plotselinge vloeistofdruk, alsmede de inwerking van de opgeslagen vloeistoffen en een inhoud hebben ten minste gelijk aan de totale hoeveelheid erin opgeslagen vloeistoffen, tenzij in het desbetreffende voorschrift anders is aangegeven. De lekbakconstructie moet inpandig zijn, dan wel in de open lucht voorzien van een afdak voor de vering van hemelwater. NEN-EN Een door het Comitée Européen de Normalisation opgestelde en door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) als Nederlandse norm aanvaarde en uitgegeven norm. NEN-ISO Een door de International Organization for Standardization opgestelde en door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) als Nederlandse norm aanvaarde en uitgegeven norm. NEN Een door het Nederlandse Nonnalisatie Instituut (NNI) uitgegeven norm. NEN 1010 Nederlandse norm NEN 1010, getiteld: “Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstalla ties”. NEN 1078 Nederlandse norm NEN 1078, getiteld: “Voorschriften voor aardgasinstallaties: Deel 1: Algemeen” (GAVO 1987). NEN 2559 Nederlandse norm NEN 2559, getiteld: “Controle en onderhoud van draagbare blustoestellen”. NEN 2678 De Nederlandse norm NEN 2678, getiteld: “Losse kasten voor de opslag van brandbare vloeistoffen: Algemene eisen en beproevingsmethode ten aanzien van het brandgedrag”. NEN 3028 Nederlandse norm NEN 3028, getiteld: “Veiligheidseisen voor centrale-verwarmings installaties” (met correctieblad oktober 1986). NEN 5658 De Nederlandse norm NEN 5658, getiteld: “Rubber slang zonder inlagen voor butaan- en propaangas en aardgas met een werkdruk beneden 0,05 bar” (1971).
VM-vergunning Maatschap J. en M. Kraak
-
4
NPR 5741 Nederlandse Praktijk Richtlijn, getiteld: “Boorsystemen en monsternemingstoestellen voor grond, sediment en grondwater” (1990).
-
1.1
1 De volgende stukken maken tevens deel uit van de vergunning: aanvraagformulier milieuvergunning; tekening aanpassing milieuvergunning 1: 200.
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
-
1.8
1.7
1.6
1.5
1.4
1.3
1.2
Verbrandingsmotoren moeten zodanig zijn afgesteld dat de uitlaatgassen nagenoeg roet- en rookloos zijn; de verbrandingsmotoren moeten zijn voorzien van een doelmatige geluiddemper in de uitlaat.
Het aantrekken van insecten, knaagdieren en ander ongedierte moet worden voorkomen. Zo vaak de omstandigheden daartoe aanleiding geven, moet doelmati ge bestrijding van insecten, knaagdieren en ander ongedierte plaatsvinden.
Het is verboden; in de inrichting benzine of andere vloeistoffen met een vlampunt lager dan 21°C voor reinigingsdoeleinden te gebruiken; milieubelastende stoffen op het open terrein te laten uitvloeien; oliën, vetten en andere milieubelastende stoffen van de vloeren van de bedrijfsruimte naar buiten te vegen of te schrobben.
De gehele inrichting, inclusief het buitenterrein, moet ordelijk worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren.
De vergunninghouder is verplicht in de inrichting werkzame personen te instrueren omtrent de voor hen van toepassing zijnde voorschriften van deze vergunning.
Degene die de inrichting drijft is gehouden te doen en na te laten hetgeen redelij kerwijs gevergd kan worden om nadelige gevolgen voor het milieu als gevolg van de inrichting te voorkomen of te beperken.
De inrichting moet in werking zijn overeenkomstig de aanvraag met alle ingedien de stukken, tenzij in enig voorschrift van deze vergunning anders is bepaald.
-
1.9
Per 1 januari 1993 is op grond van de Wet milieugevaarlijke stoffen het “Besluit inzake de stoffen die de ozonlaag aantasten” in werking getreden. Ook wel het “CFK-besluit” genoemd. De koelinstallatie van de melktank moet aan dit besluit te voldoen.
-
-
-
1.10
7
Uitmondingen in de buitenlucht van afvoeren van ventilatiesystemen, luchtbe handelingsinstallaties of afzuigsystemen, ten aanzien waarvan in deze vergunning geen andere voorschriften zijn gesteld, moeten zodanig zijn gesitueerd dat van de hierdoor uittredende lucht en de daarin aanwezige stoffen geen nadelige milieuge volgen worden ondervonden buiten de inrichting.
-
1.11
WM-vergunning Maatschap J. en M. Kraak
In de werktuigenberging mogen geen werkzaamheden plaats vinden waarbij oliën, vetten of andere milieubelastende stoffen vrij kunnen komen, tenzij hierin een vloeistofdichte en oliebestendige vloer is aangebracht.
-
1 L [
[
L
De elektrische installatie moet voldoen aan de voorschriften, zoals aangegeven in de norm NEN 1010.
1.12 In de werktuigenberging moet voldoende absorptiemateriaal aanwezig zijn om eventueel gemorste of gelekte vloeistof op te nemen.
1. 13
De elektrische installatie mag geen storing in de radio-, televisieontvangst enlof telecommunicatie-apparatuur veroorzaken.
Elektrische installatie
1.14
1.16
1.15
Laskabelisolaties van elektrische lasapparatuur moeten regelmatig, doch ten minste 1 maal per jaar worden gecontroleerd op slijtage.
Binnen een afstand van 10 meter van de laswerkzaamheden mogen zich geen licht ontvlambare materialen bevinden.
Laswerkzaamheden
1. 17
Ongewone voorvallen
Laskabels van elektrische lasapparaten die beschadigd zijn, moeten terstond worden vervangen.
1.18
Ten aanzien van ongewone voorvallen binnen de inrichting en de naar aanleiding daarvan uit te voeren maatregelen is hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer van toepassing. Hieronder zijn de relevante artikelen uit de Wet milieubeheer weergegeven;
WM-vergunning Maatschap J. en M. Kraak
-
8
Artikel 17.1 Indien zich in de inrichting een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan, waardoor nadelige gevolgen voor het milieu zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, moet degene die de inrichting drijft onmiddellijk die maatregelen treffen die redelijkerwijs van hem kunnen worden verlangd om de gevolgen van die gebeur tenis te voorkomen of, voor zover de gevolgen van die gebeurtenis niet kunnen worden voorkomen, zoveel mogelijk te beperken en ongedaan te maken.
-
Artikel 17.2 Indien zich een ongewoon voorval zoals bedoeld in het Vorige voorschrift voordoet of heeft voorgedaan, moet dit zo spoedig mogelijk worden gemeld aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lemsterland. Bij deze melding moeten tevens gegevens worden verstrekt die betrekking hebben op: a de oorzaken van het voorval en de omstandigheden waaronder het voorval zich heeft voorgedaan; b de ten gevolge van het voorval vrijgekomen stoffen en hun eigenschappen; c andere gegevens die van belang zijn om de aard en de ernst van de gevol gen voor het milieu van het voorval te kunnen beoordelen; d de maatregelen die zijn genomen of worden overwogen om de gevolgen van het voorval te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken; e de maatregelen die worden overwogen om te voorkomen dat een zodanig voorval zich nogmaals kan voordoen.
1.19
De inrichtinghouder is gehouden die energie- en waterbesparingsmaatregelen te treffen die redeljkerwijs van haar verlangd kunnen worden. Bij renovatie en/of vervanging dient de vergunninghouder die voorzieningen en/of maatregelen te treffen die rekening houdend met de economische aspecten, de grootste reductie in energie- en waterverbruik bewerkstelligen.
Milieuzorg
1.20
Grond- en huipstoffen die, om welke reden dan ook, niet meer in de inrichting worden toegepast moeten zo spoedig mogelijk uit de inrichting worden verwijderd. Voor verwijdering van deze stoffen moet onderzocht worden of nuttige toepassing van deze stoffen elders nog mogelijk is.
1.21
Er moet een milieulogboek worden bijgehouden, waarin vanaf het van kracht worden van de beschikking regelmatig alle milieurelevante handelingen worden aangetekend
Milieulogboek
1.22
9
Het milieulogboek moet te allen tijde beschikbaar zijn voor inzage door een door het college van Burgemeester en Wethouders van Lemsterland aangewezen toezichthoudend ambtenaar.
-
-
1.23
-
-
WM-vergunning Maatschap J. en M. Kraak
In het milieulogboek moeten ten minste de volgende zaken worden opgenomen; datum, tijdstip en alle van belang zijnde gegevens (zoals tijdstip, tijdsduur, aard, hoeveelheid, oorzaak, plaats en windrichting) van voorgevallen incidenten die van invloed zijn op het milieu, met vermelding van de genomen maatregelen; registratie van het jaarlijkse energieverbruik; de registratie van gevaarlijke afvalstoffen over een periode van ten minste 5 jaar; de registratie moet geschieden naar aard en samenstelling; tevens moet de datum van afvoer van de betreffende partij afval, de hoeveelheid, de naam van de transporteur en de uiteindelijke bestemming worden geregis treerd.
-
r [
[ [
[ L
2.5
2.4
2.3
2.2
2.1
2
Stoffen moeten zodanig worden bewaard en gebezigd dat geen verontreiniging van de bodem kan optreden.
De termijn waarbinnen en de wijze waarop de verontreinigde grond en/of grond water moet worden gesaneerd, moet, afhankelijk van de mate van verontreiniging, in overleg met het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lemsterland of het college van Gedeputeerde staten van Friesland worden vastge steld.
Direct na een in het vorige voorschrift bedoelde melding dient de bodem enlof het grondwater te worden onderzocht; het onderzoek dient te worden uitgevoerd conform de Nederlandse voornorm 5740 (NVN 5740), uitgave 1991 en de NPR 5741, uitgave 1990; de onderzoeksstrategie dient in overleg met of namens het college van burge meester en wethouders van de gemeente Lemsterland te worden vastgesteld; de resultaten dienen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 3 maanden na afronding van het onderzoek te worden overlegd aan het college van burgemeester en wethouders.
Indien blijkt dat de bodem is verontreinigd of aangetast, anders dan ten gevolge van een ongewoon voorval in de zin van artikel 30 Wet bodembescherming (Stb. 1994, 331), dient degene die de inrichting drijft, dit onverwijid te melden aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lemsterland. Er moeten in deze gevallen onverwijid maatregelen worden genomen teneinde de verontreini ging, de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken.
Het is verboden vloeistoffen definitief in de bodem te brengen, met uitzondering van oppervlaktewater, hemelwater of drinkwater, indien daaraan geen verontreini gende stoffen zijn toegevoegd, de concentratie verontreinigde stoffen niet door een bewerking van het water is toegenomen en daaraan geen warmte is toegevoegd.
BODEM- EN GRONDWATERBESCHERMING
-
-
2.6
Vaatwerk bestemd voor het aftappen van vloeistoffen die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken moet in vloeistofdichte lekbakken zijn geplaatst.
10
2.7
-
Een riolering voor de afvoer van afvalwater en/of regenwater moet, met inbegrip van alle daarop aangesloten afvoerroosters, schrobputten en afscheiders en bijbeho rende verbindingen en afsluiters, vloeistofdicht zijn uitgevoerd. Onderdelen moeten blijvend vloeistofdicht op elkaar aansluiten. De gebruikte materialen moeten bestand zijn tegen het af te voeren afvalwater.
WM-vergunnng Maatschap J. en M. Kraak
6. 11
6.10
6.9
6.8
6.7
6.6
6.5
6.4
Gevaarlijke afvalstoffen moeten zo vaak als nodig en ten minste 1 maal per jaar uit de inrichting worden afgevoerd.
In de inrichting mogen niet meer dan 100 kg of liter gevaarlijke afvalstoffen worden opgeslagen.
In de inrichting ontstane gevaarlijke afvalstoffen mogen niet met andere catego rieën gevaarlijke afvalstoffen of met andere stoffen worden vermengd of gemengd.
Gevaarlijke afvalstoffen moeten, in afwachting van vervoer uit de inrichting, gescheiden naar soort worden bewaard in goed gesloten doelmatige verpakking.
Kunststoffolie, (afval)landbouwplastic, autobanden, jerrycans en sjorbanden, welke niet direct worden gebruikt voor de aanwezige kuilvoeropslag, moeten worden opgeslagen op een afstand van minimaal 3 m vanaf de erfgrens, en moeten zodanig zijn vastgezet dat het opgeslagen materiaal niet buiten de inrichting kan geraken.
Bij warm weer moeten ten aanzien van de kadavers doelmatige maatregelen worden genomen om stanlcverspreiding te voorkomen.
Kadavers van dieren en afvalstoffen van dierlijke aard mogen niet op het terrein van de inrichting worden begraven. Kadavers van dieren en afvalstoffen van dierlijke aard moeten, in afwachting van afvoer uit de inrichting naar een daartoe ingerichte verwerkingsinrichting, deugdelijk worden afgedekt.
Het in de inrichting vrijkomende vaste bedrijfsafval moet worden bewaard in doelmatige, goed gesloten afvalcontainers. Indien de aard Van de afvalstoffen daartoe aanleiding geeft (papier, karton, hout e.d.) moet de container zijn vervaar digd van onbrandbaar materiaal. De afvalcontainers moeten, telkens wanneer deze vol zijn, worden afgevoerd en onmiddellijk worden vervangen door lege afvalcon tainers, dan wel moeten worden geleegd waarna de inhoud door middel van een daartoe geschikt gesloten transportmiddel uit de inrichting moet worden afgevoerd. Het afvoeren moet zodanig geschieden dat zich geen afval in of buiten de inrichting kan verspreiden.
[
L
t F
6.12
Al dan niet bewerkte afgewerkte olie, in de zin van het ‘Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen’ (BAGA, Staatsblad 1993, nr 617), mag niet worden gebruikt als brandstof.
I2
fl
L
6.13
13
De afgiftebonnen dan wel omschrijvings- of meldingsformulieren die betrekking hebben op het afvoeren van gevaarlijke afvalstoffen (inclusief afgewerkte olie) moeten gedurende 5 jaar worden bewaard. Deze documenten moeten te allen tijde in de inrichting voor een controlerend instantie ter inzage liggen.
-
6. 14
WM-vergunning Maatschap J. en M. Kraak
Spoel- en afvalwater mag uitsluitend in de mestkelder of in een hiervoor bestemd vloeistofdicht opvangbassin worden geloosd.
-
7.13
7. 12
7.11
De mestsilo en de leidingen, afsluiters en andere appendages moeten voldoende bestand zijn tegen de corrosieve invloeden van het mestmilieu, UV-licht en lage temperaturen.
De constructie van de mestsilo moet in zijn geheel en in alle delen afzonderlijk zodanig zijn uitgevoerd dat geen verlies van mest door lekkages, scheuren of anderszins optreedt.
-
-
-
Van de mestsilo; moeten leidingen tegen beschadiging door bevriezen zijn beschermd; moeten in een vul-aftapleiding, die onder druk staat van de inhoud van de mestsilo ten minste twee afsluiters aanwezig zijn; moet de buitenste afsluiter met een veiligheidssiot geborgd kunnen worden; moeten in leidingen waarin hevelwerking kan optreden afsluiters of ontiuch tingsvoorzieningen zijn aangebracht.
7.15
7.14
Vaste klimvoorzieningen aan de buitenzijde van de mestsilo mogen niet lager dan 2 m boven de begane grond aanvangen.
Een bordes of brug voor het verrichten van werkzaamheden, geplaatst aan de rand van of boven de mestsilo, moet deugdelijk zijn uitgevoerd en bevestigd en moet ten minste 0,70 m x 1,00 m groot zijn. Het bordes of de brug moet zijn voorzien van een leuning met regels op 1,10 m en 0,50 m hoogte en een voetstootlijst van ten minste 50 mm boven de vloer. De vloer van een aan de silowand gemonteerd bordes moet zich ten minste 1,10 m beneden de bovenrand van de silowand bevinden.
Rondom de mestsilo moeten zodanige voorzieningen zijn aangebracht, dat de constructie op kwetsbare plaatsen niet door langs rijdende of bij de mestbehan deling in gebruik zijnde voertuigen kan worden aangereden.
-
7.16
Aan de binnenzijde van de silowand moet een vaste ladder zijn aangebracht.
15
7.17
-
7.18
WM-vergunning Maatschap J. en M. Kraak
Een mestsilo met een beloopbare vaste afdekking moet zijn voorzien van ten minste twee mangaten. Een mangat moet ten minste 600 mm x 600 mm groot zijn en zijn voorzien van een voldoende draagkrachtig en duurzaam deksel, dat tegen verschuiven is geborgd. De mangaten moeten enerzijds zo dicht mogelijk zijn aangebracht bij een plaats waar reparatiewerkzaamheden te verwachten zijn en anderzijds zo functioneel mogelijk zijn gesitueerd, om ventilatie véér betreding mogelijk te maken.
-
-
8.4
8.3
8.2
8.1
8
Het voer, met uitzondering van ruwvoer, moet worden bewaard in uitsluitend voor dit doel gebezigde bewaarplaatsen, die rat- en muiswerend zijn.
Een kuilvoeropslag van gras of snijmais moet zijn gelegen op ten minste 25 meter afstand van een woning van derden of een gevoelig object.
Het uitgehaalde kuilvoer moet direct in de stal, dan wel in een afgesloten ruimte worden geplaatst, of op een zodanige wijze worden afgedekt dat geen stankoverlast kan ontstaan. Direct na het uithalen van het kuilvoer moet de kuil door middel van kunststoffolie, vastgelegd met zogenaamde zandsiurven of een hieraan tenminste geljkwaardige voorziening, worden toegedekt. Eventuele restanten van het kuilvoer moeten direct van het terrein van de inrichting worden afgevoerd, dan wel op een zodanige wijze worden opgeslagen dat geen stankoverlast kan ontstaan.
De kuilvoeropslag van gras of snijmais, moet zoveel mogelijk blijvend zijn afgedekt met een kunststoffolie, behoudens tijdens het uithalen van het product. Bij een kuilvoeropslag mag de afdekking aan de zijde waar zeifvoedering plaatsvindt, ontbreken. Eventuele beschadigingen aan het afdekfolie moeten zo spoedig mogelijk worden hersteld. Bij aanhoudende klachten over stank moet de kuil blijvend worden afgedekt.
DE OPSLAG VAN VEEVOER
-
-
-
7.19 Tenzij een beoordeling door of namens een door de Raad Voor Certificatie voor dit werk erkend instituut, door het bevoegd gezag of een door het bevoegd gezag geaccepteerde deskundige uitwijst dat de mestsilo voor de duur van een volgende referentieperiode kan worden gebruikt, moet de mestsilo of delen ervan worden vervangen véér het verstrijken van de geldende referentieperiode, die bedraagt; 20 jaar voor betonnen, houten, stalen of gemetselde constructies; 10 jaar voor doekconstructies; 10 jaar voor binnenafdichtingsfolies; 10 jaar voor overige constructies. Een bewijs van de beoordeling, afgegeven door of namens degene die de beoorde ling heeft uitgevoerd, moet aan het bevoegd gezag worden overgelegd. In dit bewijs wordt voor de beoordeelde delen van de mestsilo een nieuwe referen tieperiode aangegeven.
8.5
Hinderlijke stofverspreiding bij het vullen van een voedersilo moet worden voorkomen door het via de ontiuchting ontwijkende stof op doeltreffende wijze op te vangen.
9
16
OPSLAG VAN DIESELOLIE IN EEN BOVENGRONDSE STALEN TANKS MET EEN INHOUD VAN 8000 EN 2000 LITER.
-
9.1
WM-vergunning Maatschap J. en M. Kraak
De stijfheid en sterkte van de tanks moeten voldoende zijn om schadelijke vervor ming als gevolg van overdruk bij vulling of overvulling te voorkomen terwijl de dichtheid onder alle omstandigheden moet zijn verzekerd.
-
F
ii
(sj
[ [ t.
t:
9.10
9.9
9.8
9.7
9.6
9.5
9.4
9.3
9.2
Een tank mag slechts voor 95% worden gevuld.
Het vullen van of aftappen uit een tank moet zonder morsen geschieden.
De gehele installatie van de tank en de leidingen moet vloeistofdicht zijn, hetgeen na een grote reparatie, door een beproeving moet worden aangetoond; deze be proeving moet geschieden door de tank en de leidingen geheel met water te vullen of door de tank en de leidingen af te persen met een overdruk van 30 kPa met lucht of 200 kPa met water;indien bij de beproeving een lekkage of een andere ongerechtigheid wordt geconstateerd mag de tank niet in gebruik worden gesteld; voor de beproeving moet tijdig kennis worden gegeven aan het kollege van burgemeester en wethouders van de gemeente Lemsterland, zodat er gelegenheid is om bij de beproeving aanwezig te zijn.
De vloeistofdichte bak moet door middel van een dak tegen inregenen zijn beschermd. Eventueel in de opvangbak opgevangen regenwater moet als gevaarlijk afval worden afgevoerd.
Tanks moeten zijn geplaatst in een vloeistofdichte bakken; de inhoud van de vloeistofdichte bak moet ten minste gelijk zijn aan de inhoud van de tank; de bak moet voldoende sterk zijn om weerstand te kunnen bieden aan de als gevolg van een lekkage optredende vloeistofdruk. Wanneer de twee tanks in één bak worden geplaatst dan moet de bak een inhoud hebben van ten minste de grootste tank ver meerderd met 10% van de inhoud van de overige tank(s).
Het uitwendige van de tanks en de leidingen moet afdoende tegen corrosie zijn beschermd.
Indien een niveau of peilinrichting is aangebracht, moet deze zodanig zijn ingericht dat het uitstromen van vloeistof uit de tank, ook door verkeerde werking of door breuk, onmogelijk is.
De tanks moeten zijn voorzien van een ontluchtingsleiding met een inwendige middellijn van ten minste 30 mm; de ontluchtingsleiding moet buiten uitmonden en tegen inregenen zijn beschermd.
De tanks moeten ten minste 3 meter van een bewaarplaats van brandgevaarlijke stoffen zijn verwijderd, tenzij de wand van de bewaarplaats een brandwerendheid heeft van ten minste 60 min; De afstand tussen een tank en de erfscheiding moet ten minste 3 m bedragen.
De ondersteunende constructie van de tank moet uit onbrandbaar materiaal bestaan; op plaatsen waar kans op verzakking bestaat, dient een doelmatige fundatie te zijn aangebracht.
17
9.11
-
9.12
WM-vergunning Maatschap i. en M. Kraak
Onmiddellijk nadat de vloeistof in een tank is overgebracht en de losslang is afgekoppeld, moet de vulopening of vulleiding met een goed sluitende dop of afsluiter worden afgesloten.
-
*
t t:
rr L L;
rr )
L
Gebouwl
Gebouw 1
Rundveesfa!
II
II
II
Gebouw 2
Gebouw2 :esfaI
WIIWH’WHIIIH
L
-
Doorsnede B B
1
1 Gebouw 3
.I[ijiHWWW
‘t
-
Doorsnede A A
T
—
Gebouw 3
-
Doorsnede C C
—
Werkfuigenberging
/7
-
/
Tofaenbednjf
/
// //
0 0
LJ 0
0
REN VOOI
ConsuIt
hWkUiek.,i,,g
Oh,. *L Kraak Krampad2 8539 KN EahWe!b?ug
12-245- Ml
BOIJWBUREAU
JANSMAN BV
/
L
,
1
1’
1
7) -
]
,_.—_,
1
3
1
1
—
4 -
t)S
r — $*wv,c.
-
i,,4
t
‘:
-4
4,
‘-1 L Ss.
LL “
i
.,j
1-•
-
-
F -v
r
-
L-. 4
Ii
3 1
1-
:1
-r 4
-,
t
i t:
-
:
;4
i_ 4
T-;
11
‘-.4
E-
---.
;±
1
r
L
[
CE,
[
r
[1
[J
r t ç
[
[1
L L