Raad Onderwerp:
V2008011643 Aanvraag verklaring van geen bezwaar voor 11 zorgappartementen Torenstraat Drunen
Raadsvoorstel Inleiding: De initiatiefnemer Stichting Woonveste verzoekt om vrijstelling op grond van artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor de bouw van 11 zorgappartementen voor mensen met een verstandelijke beperking aan de Torenstraat te Drunen.
Feitelijke informatie: Het plan betreft de herontwikkeling door Stichting Woonveste van de percelen aan de kruising Torenstraat-Statenlaan te Drunen, waar in het verleden vier twee-onder-een-kap woningen hebben gestaan. Deze woningen zijn gesloopt en Stichting Woonveste wil hier nu een appartementencomplex ontwikkelen met 11 zorgappartementen met gemeenschappelijke voorzieningen in vier bouwlagen. Het betreffende perceel ligt in bestemmingsplannen “Bestemmingsplan Venne-Oost” en “Bestemmingsplan Venne-West” die zijn goedgekeurd door GS op 9 maart 1982 resp. 30 november 1982. Doordat de bestemmingsplannen ouder zijn dan 20 jaar is het verlenen van de medewerking slechts mogelijk op basis van een vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Gevoerde procedure Het aanvraagformulier voor de ZPP procedure en de daarbij behorende stukken hebben vanaf 6 mei 2008 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is een zienswijze ingediend door de heer H.J.M. Schreuder, Obrechtstraat 4 te Drunen, mede namens de bewoners van Obrechtstraat 2 t/m 8. Deze zienswijze is tijdig ingediend en ontvankelijk. Op 18 augustus 2008 vond een gesprek met de bewoners van de Obrechtstraat 2 t/m 8 plaats. Deels ter nadere toelichting van de plannen, deels ter toelichting van de door hen ingediende zienswijze. De ingediende zienswijze bevat de volgende punten: 1 publicatie te onopvallend De bewoners waren verrast door de vorm van de publicatie. Men had een uitgebreidere toelichting verwacht op de gemeentepagina. 2 plan voldoet niet aan het welstandskader. De bewoners vinden, dat het pand niet past binnen het nieuwe welstandskader en dat het plan daar op belangrijke onderdelen van afwijkt. Het huidige voorstel wijkt in hun visie met name af in de vormgeving van de vierde verdieping. Die zou een terugliggende vorm moeten hebben. De bouwmassa is groter. 3 de hoogte van het appartementengebouw is een verdieping te hoog De bewoners vinden het voorgestelde plan te hoog en niet passend binnen de woonkern van Drunen. 4 bewoners vrezen verlies van bezonning De bewoners, met name degenen, die naast het appartementencomplex wonen, vrezen verlies van zonlicht.
1/6
Raad Onderwerp:
V2008011643 Aanvraag verklaring van geen bezwaar voor 11 zorgappartementen Torenstraat Drunen
5 uitzicht vanuit de tuin wordt nadelig beïnvloed De bewoners vinden, dat er vanuit de tuin na de bouw van het appartementencomplex geen vrij uitzicht meer is. Men kijkt straks tegen een gebouw aan. 6 verlies van privacy door ramen De bewoners vrezen verlies van privacy in hun tuin vanuit het raam in de oostgevel. 7 vuilcontainers worden naast de perceelsgrens geplaatst In het plan is voorzien dat mobiele vuilcontainers direct naast de tuin van de buren geplaatst worden. Bewoners verzoeken of dat op een andere plek kan. 8 er zijn te weinig parkeerplaatsen in het plan De bewoners vrezen, dat er door de komst van de 11 appartementen parkeeroverlast zal ontstaan, met name in de avonduren en in het weekend. 9 verkeerde informatie gekregen Bewoners van een onlangs gekochte woning hebben van de makelaar en woningbouwcorporatie verkeerde informatie gekregen over het karakter van de bebouwing, die op de hoek van de Torenstraat-Statenlaan zou komen. Hen is verteld, dat er soortgelijke bouw zou komen, als datgene wat er gestaan heeft (vier twee-onder-een-kapwoningen). 10 er treedt mogelijk planschade op. De bewoners van de Obrechtstraat vrezen, dat door een inbreuk op hun privacy, minder zonlicht/lichtinval, geluids/stankoverlast en beperking van de parkeermogelijkheden een waardevermindering van hun woningen zal optreden. Ad 1 Publicatie te onopvallend Het voornemen van het college om medewerking te verlenen aan dit initiatief is volgens de normale procedure en met de gangbare tekst gepubliceerd. Deze zienswijze is daarom ongegrond. Ad 2 Welstandsadvies In mei 2006 is in opdracht van de gemeente door de Grontmij een stedenbouwkundige visie voor de hoek Torenstraat-Statenlaan opgesteld. Daarin stond, dat er een markant gebouw mogelijk was op de hoek van de Torenstraat en de Statenlaan. Het gebouw zou afwijkend van zijn omgeving mogen zijn (“eruit-springend”), prominent, buiten de aanwezige rooilijnen, architectuur strak/modern, plat dak en een hoogte van 4 bouwlagen (ca. 12 meter). Op basis van deze visie heeft de architect een eerste ontwerp gemaakt en voorgelegd aan de welstandscommissie. Het advies van welstand was “aanhouden”, omdat de commissie vond dat de stedenbouwkundige visie en dus ook het ontwerp in conflict was met de welstandsnota. In deze nota waren de voorwaarden voor de locatie toegeschreven op de toen bestaande situatie van de oorspronkelijke woningen. De commissie adviseerde de gemeente dan ook om de welstandsnota voor deze locatie aan te laten passen. De gemeente heeft dit verzoek ingewilligd en gaf Bureau Croonen (de oorspronkelijke opsteller van de welstandsnota) hiertoe opdracht. Bureau Croonen stelde op basis van de stedenbouwkundige visie nadere voorwaarden op voor de architectuur op deze locatie. De voorwaarden dienden vervolgens als toetsingskader voor de welstandcommissie. Op basis hiervan heeft de architect een nieuw ontwerp gemaakt. Dit ontwerp is door zowel Bureau Croonen als door de welstandscommissiebeoordeeld en goedgekeurd. Deze zienswijze is daarom ongegrond.
2/6
Raad Onderwerp:
V2008011643 Aanvraag verklaring van geen bezwaar voor 11 zorgappartementen Torenstraat Drunen
Ad 3 de hoogte van het appartementengebouw is een verdieping te hoog
In de stedenbouwkundige visie, en de welstandskaders voor deze locatie wordt aangegeven, dat er op de hoek van de Torenstraat en de Obrechtstraat ruimte is voor een markant pand. Het initiatief van Woonveste voldoet hieraan. Deze zienswijze is daarom ongegrond. Ad 4 bewoners vrezen verlies van bezonning Voor de nieuwe situatie zijn berekeningen en tekeningen gemaakt van de schaduwwerking van het nieuwe complex. Daaruit blijkt, dat er alleen een beperkt verlies van zonlicht optreedt aan de westzijde van de naastgelegen woning in de Obrechtstraat in de wintermaanden. Er zal geen verlies optreden van daglichttoetreding. Er treden geen onaanvaardbare nadelige gevolgen op. Deze zienswijze is daarom ongegrond. Ad 5 uitzicht vanuit de tuin wordt nadelig beïnvloed Het gebouw wordt niet tegenover de tuinen gebouwd, maar in dezelfde rij als de woningen van de bewoners aan de Obrechtstraat. Alleen als men zijdelings kijkt zal men het appartementencomplex kunnen zien. Woonveste heeft aangeboden om op eigen terrein bomen te plaatsen om het zicht op het gebouw te verminderen. Dit heeft wel als nadeel, dat hierdoor ook meer verlies van avondzon zal optreden. Deze zienswijze is daarom ongegrond. Ad 6 verlies van privacy door ramen De ramen in de oostgevel worden verplaatst naar de zuidgevel, zodat er vanuit deze appartementen geen zicht meer mogelijk is op de tuinen van de woningen aan de Obrechtstraat. De woningen zijn verder georiënteerd op de Statenlaan, waardoor de bewoners van de appartementen vooral in deze richting zullen kijken. Deze zienswijze was gegrond, maar het plan is op dit punt aangepast zoals hiervoor beschreven. Ad 7 vuilcontainers worden naast de perceelsgrens geplaatst Er is een andere plek voor de vuilcontainer gevonden, waardoor deze niet meer direct naast de tuin van de aanliggende percelen komt te staan. Deze zienswijze was gegrond, maar het plan is op dit punt aangepast. Ad 8 er zijn te weinig parkeerplaatsen in het plan In het plan wordt gerekend met 0,7 parkeerplaats per appartement. Dat is 7,7 parkeerplaatsen in totaal. Er worden 8 parkeerplaatsen aangelegd. Deze zijn vooral voor verzorgenden en het bezoek bij de bewoners, want de bewoners zelf zullen gezien hun beperkingen geen auto rijden. Verder heeft de gemeente de afgelopen weken tellingen verricht naar het aantal vrije parkeerplaatsen in de avond en in het weekend in de directe omgeving. Hieruit blijkt, dat er gemiddeld 15 vrije parkeerplaatsen zijn in de directe omgeving van de locatie. Deze zienswijze is daarom ongegrond. Ad 9 verkeerde informatie gekregen De gemeente betreurt het, dat de bewoners mogelijk door de makelaar en Woonveste verkeerd geïnformeerd zijn. De gemeente is echter niet verantwoordelijk voor de informatie, die door deze organisaties wordt afgegeven. Deze zienswijze is derhalve niet ontvankelijk. Ad 10 er treedt mogelijk planschade op Waardevermindering van eigendommen als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling is geregeld in artikel 6 lid 1 en verder van de Wro. Een dergelijke zienswijze kan niet worden meegenomen in de beoordeling omtrent het verlenen van een eventuele vrijstelling. Indien
3/6
Raad Onderwerp:
V2008011643 Aanvraag verklaring van geen bezwaar voor 11 zorgappartementen Torenstraat Drunen
indieners van de zienswijze van de mening zijn dat zij schade lijden door dit plan, kunnen zij een beroep doen op het eerdergenoemde artikel 6 lid 1 en verder van de Wro. Deze ingediende zienswijze is daarmee niet ontvankelijk binnen deze procedure. Naar aanleiding van de ingediende zienswijze is het plan op een paar punten aangepast. Voor het overige geeft de ingediende zienswijze geen aanleiding om de initiatiefnemer te verzoeken het plan te wijzigen of om af te zien van verdere medewerking. Het plan past binnen het provinciale en gemeentelijke beleid.
Afweging: Voor het plan is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld. Aan de hand van deze ruimtelijke onderbouwing voert de gemeente de ruimtelijke toetsing van het plan uit. Het initiatief wordt gesitueerd op een daarvoor geschikte locatie en past binnen het vigerend beleid. Gezien het volkshuisvestingsbeleid is het een gewenste ontwikkeling. Uit het bodemonderzoek blijkt dat de ondergrond licht verontreinigd is. Voor de locatie zal een saneringsplan worden opgesteld. Voor het plan zijn akoestische berekeningen uitgevoerd. Voor alle bouwlagen wordt de voorkeurswaarde van 48 dB overschreden. Het terugbrengen van de geluidsbelasting tot deze voorkeurswaarde stuit op bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke en/of financiële aard. Voor de locatie is een procedure gevoerd om een hogere grenswaarde voor geluid vast te stellen.
Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel
Risico's: Voor het plan is een planschaderisico-inventarisatie opgesteld, waaruit blijkt dat er mogelijk beperkte verzoeken tot planschade zullen worden ingediend. Met Stichting Woonveste is een planschaderisico-overeenkomst aangegaan.
Procedure: vervolgstappen Omdat het een verzoek betreft dat is ingediend vóór de inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (1 juli 2008) geschiedt de afhandeling op basis van de procedure van de voorheen geldende Wet op de Ruimtelijke Ordening. Op grond van artikel 19, lid 1 van deze wet (ZPP) kan ten behoeve van de verwezelijking van een project vrijstelling worden verleend van het geldende bestemmingsplan, mits het project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing en vooraf van GS de verklaring is ontvangen. De provincie geeft hiermee aan, dat zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar heeft. Het voorstel is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing, die zes weken ter inzage heeft gelegen. De ingediende zienswijzen leiden niet tot onoverkomelijke bezwaren. Het plan is op onderdelen aangepast. Daarom stellen wij voor om de verklaring van geen bezwaar aan te vragen bij de provincie Noord-Brabant. Na ontvangst van de verklaring van geen bezwaar van de provincie beslist ons college over de vrijstelling.
4/6
Raad Onderwerp:
V2008011643 Aanvraag verklaring van geen bezwaar voor 11 zorgappartementen Torenstraat Drunen
Voorbereidingsbesluit Een vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1 WRO is niet mogelijk, indien het project wordt uitgevoerd in een gebied, waarvoor het bestemmingsplan niet tijdig is herzien, dan wel waarvoor geen vrijstelling van de actualiseringsplicht door Gedeputeerde Staten is verleend, tenzij voor het gebied een voorbereidingsbesluit geldt of een ontwerp voor een herziening van het vigerende bestemmingsplan ter inzage is gelegd. Voor het onderhavige gebied gelden bestemmingsplannen die ouder zijn dan 20 jaar. Uw raad dient daarom ook een voorbereidingsbesluit te nemen voor de locatie.
Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven
de burgemeester, drs. H.P.T.M. Willems
Naar aanleiding van de informatievergadering:
BIJLAGEN:
Ruimtelijke onderbouwing Kaarten bij ruimtelijke onderbouwing Zienswijze bewoners Obrechtstraat
TER INZAGE:
Diverse onderzoeksrapporten
5/6
Raad
V2008011643
Onderwerp:
Aanvraag verklaring van geen bezwaar voor 11 zorgappartementen Torenstraat Drunen
BESLUIT De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 3 februari 2009; gezien het voorstel van het college van 9 december 2008, doc.nr. V200801163; gelet op WRO artikel 19 lid 1; besluit: -
de Verklaring van Geen Bezwaar aan te vragen bij de Provincie Noord-Brabant voor de bouw van een appartementencomplex met 11 zorgwoningen aan de Torenstraat te Drunen;
-
te verklaren -
dat een wijziging van de bestemmingsplannen “Bestemmingsplan Venne-Oost” en “Bestemmingsplan Venne-West” wordt voorbereid voor een locatie aan de Torenstraat in Drunen op het perceel kadastraal bekend als gemeente Drunen, sectie L, nummer 4681;
-
dat dit besluit in werking treedt op 5 februari 2009.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. H.P.T.M. Willems
6/6
)272·620*(9,1*
BETON, wit naturel KOZIJNEN, aluminium RAL9007
METSELWERK, bruin-beige
STALEN BUIS, RAL 9007
STALEN BUIS, RAL 9007
BETON, wit naturel
PANEEL, Colorbel nr. 74
PANEEL, Colorbel nr. 74
KOZIJNEN, aluminium RAL9007
KOZIJNEN, aluminium RAL9007
KOZIJNEN, aluminium RAL9007
BETON, wit naturel
BETON, wit naturel
STALEN KADER, UNP-profiel RAL9007
STALEN HEKWERK RAL9007, met helder glas
STALEN HEKWERK RAL9007, met helder glas
METSELWERK, grijs-beige
METSELWERK, grijs-beige
STALEN KADER, UNP-profiel RAL9007
STALEN BUIS, RAL9007
FRAME, RAL9007 BEGROEING DRAAIPOORT TUIN, RAL9007
MEMORANDUM
Aan:
Leden van de raad
Van:
College van Burgemeester en wethouders
Datum:
20 januari 2009
Onderwerp:
aanvullende informatie 11 zorgappartementen Torenstraat te Drunen
Geachte leden van de raad, In de clustervergadering Ruimtelijke Ordening van 14 januari jl is door Wethouder Groen de volgende toezegging gedaan: Aanvraag verklaring van geen bezwaar 11 zorgappartementen Torenstraat Drunen: Wethouder Groen zegt toe dat relevante stukken uit voorgeschiedenis via griffie ter kennisname worden gesteld aan raadsleden. In dit memorandum wordt antwoord gegeven op de toen gestelde vragen. 1 De tekeningen zijn naar aanleiding van de ingediende zienswijzen veranderd. Deze tekeningen staan niet op het web. Antwoord: De veranderde tekeningen zijn bijgevoegd als bijlage bij dit memorandum. De betreffende tekeningen zijn nu ook bij het dossier op het web gevoegd. 2 In het plan is nu sprake van vier woonlagen. Is dit terug te brengen tot vier woonlagen, waarbij de vierde woonlaag de vorm heeft van een schuin dak? Antwoord: Woonveste heeft indertijd aan de gemeente (weth Klijs) aangegeven de 4 bestaande woningen te willen slopen op voorwaarde dat de gemeente meewerkt aan een nieuwbouwplan.Vervolgens heeft de gemeente aan Woonveste schriftelijk de randvoorwaarden aangegeven waarbinnen het nieuwbouwplan moest worden vormgegeven. Eén van de voorwaarden was een markant en stevig gebouw, waarbij er in vier bouwlagen gebouwd mocht worden. De geschiedenis van het ontwerp is u bekend: er was een ontwerp, dat het niet heeft gehaald. Vervolgens zijn er voor de locatie nieuwe welstandseisen geformuleerd en nu ligt er een ontwerp, dat past binnen deze welstandseisen. Het huidige ontwerp is duur in relatie tot de financiële mogelijkheden van de doelgroep. Woonveste is vanuit haar maatschappelijke taak desondanks bereid het project te realiseren. Werken met een schuin dak op de vierde woonlaag (derde verdieping) gaat ten koste van de gebruiksoppervlakte, verhuurbare ruimte, en de woonkwaliteit (licht, uitzicht) van de reeds kleine appartementen. De bovenste verdieping weglaten is ook geen optie: daardoor wordt het resterende plan nog duurder. Ook Prisma zal daardoor geschaad worden: hun personele ondersteuning moet dan gericht worden op een te kleine groep bewoners, waardoor ook de exploitatie van de locatie in gedrang komt.
1/2
3 In het verleden zijn aan de Torenstraat zorgwoningen gebouwd op nummer 94-96. Die woningen zijn eerst gebouwd en er zijn toen toezeggingen gedaan door het college over de vormgeving van de rest van de locatie, zijnde de huidige zorgappartementen. Antwoord: Op uw verzoek zijn de raadstukken van de betreffende woningen opgezocht en nagekeken. Hierin zijn geen aanwijzingen te vinden voor de overige bouw op de huidige locatie. Verder zijn de notulen van de clustervergadering op14 februari 2003 nagelopen. Ook hierin zijn geen aanwijzingen te vinden voor de rest van de locatie. De notulen van de raadsvergadering van 1 april 2003 vermelden dat de raad unaniem conform advies heeft besloten. Het volledige dossier is in te zien via de griffie. Dit is inclusief de stukken betreffende de zorgwoningen aan de Torenstraat 94-96 in 2003. U kunt hiervoor een afspraak bij de griffie maken.
2/2
Punten voor de informatie vergadering 14/1/2009 Voorzitter ,dames en heren., dank u voor de mogelijkheid om wat stand punten naar voren te brengen Bij u is bijna alles ongegrond , maar !!! Ad.1 Dit is na de klacht van mevr Loos, pas goed begeleid door mevr Saskia Duives die dat correct heeft gedaan. 1,: De door ons als bezwarende punten zijn aangegeven, zoals het verlies van privacy in de achtertuinen, is door u aangepast door de ramen naar de zuidgevel te verplaatsen ,ik neem aan ook de ramen ,op de bovenste verdieping het aan de zuidkant liggende appartement, de als zodanig als ramen staan aangegeven , maar ik neem aan dat het panelen zijn. De tekeningen zijn op de side nog niet aangepast, maar dat zal neem ik aan nog gebeuren. 2. Ook het verplaatsen van vuilcontainer is gehonoreerd.. 3. Dan blijft over de hoogte van het gebouw 12m die samen met de liftopbouw, die laag is aangegeven zonder maat , maar zeker 2.50m zal zijn, zwaar over komt, als u zegt dat is ook de bedoeling, dan herinner ik u bij het aantreden van de heer Groen als wethouder, zijn woorden waren “ de woningen aan de Hollandlaan zijn te hoog dat past niet in Drunen dat moet niet meer gebeuren” en dit is al de tweede aanval de eerste bij schoolstraat in de buurt en nu hier. Als u zegt ja maar dat is een politieke uitspraak die moet met korreltje zout nemen, waar blijf je dan. ik was al verheugd toen er een wethouder kwam die de schaalmaat van Drunen in de gaten hield. Er is geen ruimtelijke onderbouwing om een dergelijk markant gebouw van vierverdiepingen met een platdak wat niet in directe omgeving voorkomt. Gaat u eens op de kruising staan en bedenk eens hoe zwaar dit zal leunen op de directe omgeving. Het mag best markant zijn maar wel die lager is en met een kap die in de omgeving past, Wij stonden dan ook verbaast te kijken toen wij dit ontwerp zagen we hadden de stijl van de bestaande gebouwen verwacht. Zoals overeenkomstig de voorlichting toen de fam van Obrechtstraat 4 het pand kocht. De 12 m , en de plaatselijke verhoging van de dakopbouw ,die ook niet in de bezonning is meegenomen, is daar door te fors ten opzichte van zijn omgeving. Voor dit gebouw zal geheid moeten worden, vindt er een schouwing plaats voor de woningen? Of wordt er voor geboord..Is dit een technisch punt en moet in overleg met woonveste worden gedaan?
Namens de bewoners: Obrechtstraat 2-4-6-8 J.Bethlem Obrechtstraat 2
BILAN RAPPORT 2008/extern concept Heusden (NB) – Drunen, Statenlaan Torenstraat Archeologisch booronderzoek (karterende fase)
in opdracht van AS Architecten namens Stichting Woonveste
Rapport-ID Titel
Heusden (NB) – Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase)
ISSN
1572-3194-2008/extern concept
Rapportnummer
2008/extern concept
Aantal pagina's
34
Opdrachtgever
AS Architecten namens Stichting Woonveste
Contactpersoon opdrachtgever
Dhr. C. van Stegeren
Onderzoekskader
Nieuwbouw
Projectleider BILAN
Mw. E. de Boer
Auteur(s)
Mw. E. de Boer
Kaarten en afbeeldingen
Dhr. R. van Breugel
Datum concept
11-11-2008
Digitale versie
ja
Verzending concept aan
Opdrachtgever
Akkoord BILAN
Dhr. C. Witteveen Directeur
Dhr. C. Verbeek Seniorarcheoloog
BILAN B: P: T: F: E: W:
Fontys Hogescholen, Mollergebouw Prof. Goossenslaan 1-01, ruimte A 1.16, Tilburg Postbus 90903, 5000 GD TILBURG 0877 876322 013 5360051
[email protected] www.bilan.nl © BILAN 2008
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch databestand of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave dient men zich tot de uitgever te wenden.
Inhoudsopgave Samenvatting ........................................................................................................................................................... 7 1
2
Inleiding.............................................................................................................................................................. 9 1.1
Administratieve gegevens project ......................................................................................................... 9
1.2
Ligging van het plangebied ................................................................................................................. 10
1.3
Huidig en toekomstig gebruik............................................................................................................. 11
Bureauonderzoek............................................................................................................................................. 12 2.1
Inleiding ................................................................................................................................................ 12
2.2
Archeologische verwachting................................................................................................................ 12
3
Vraagstelling .................................................................................................................................................... 13
4
Inventariserend veldonderzoek ...................................................................................................................... 14 4.1
Onderzoeksmethode ............................................................................................................................ 14
4.2
Resultaten van het veldonderzoek...................................................................................................... 14
4.3
Archeologische indicatoren ................................................................................................................. 16
5
Toetsing en beantwoording............................................................................................................................ 16
6
Conclusie en selectieadvies.............................................................................................................................. 17
7
Literatuur.......................................................................................................................................................... 19
Bijlage 1: Plan van Aanpak.................................................................................................................................... 21 Bijlage 2: Administratieve gegevens en lijst met afkortingen conform ASB ..................................................... 29 Bijlage 3: Boorstaten ............................................................................................................................................. 31 Bijlage 4: Overzicht archeologische perioden...................................................................................................... 33 Bijlage 5: Overzicht geologische perioden........................................................................................................... 34
Figuren Fig. 1:
Ligging van het plangebied in de regio.............................................................................................. 10
Fig. 2:
Huidig grondgebruik in plangebied en omgeving............................................................................. 11
Fig. 3:
Ligging van het plangebied met boorpunten en NAP-hoogten. ...................................................... 15
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Samenvatting Op 31 oktober 2008 verleende AS Architecten namens Stichting Woonveste aan BILAN opdracht voor een archeologisch booronderzoek (karterende fase) voor het plangebied ‘Statenlaan - Torenstraat’ in Drunen in de gemeente Heusden (provincie Noord-Brabant). Uit het bureauonderzoek, dat in februari 2008 door BAAC was uitgevoerd, is gebleken dat het gebied ligt op een vlakte van verspoelde dekzanden of de flank van een dekzandrug die door veen overgroeid is geweest en waar later een hoge zwarte enkeerdgrond is gevormd. Op basis van de ouderdom van het landschap en archeologische vondsten in de omgeving bestaat een hoge kans op het aantreffen van vondsten en/of sporen uit de periodes vanaf het laatpaleolithicum tot de vroege Middeleeuwen. Op basis van het ontbreken van archeologische waarnemingen of monumenten en op basis van de natheid van het plangebied tot de ontginning in de late Middeleeuwen geldt een lage trefkans op het aantreffen van archeologische resten uit de vroege Middeleeuwen. Deze verwachting kon tijdens het veldwerk niet bevestigd worden. Uit het booronderzoek bleek dat de bodem in het plangebied door recente antropogene ingrepen sterk is verstoord. Er werden geen relevante archeologische indicatoren aangetroffen. Op basis van deze gegevens wordt aan het plangebied een lage verwachting toegekend voor onverstoorde archeologische waarden en wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd. Dit selectieadvies moet, voordat bodemverstorende activiteiten plaatsvinden, door de verantwoordelijke overheid worden beoordeeld en onderschreven in een selectiebesluit. De aanwezigheid van archeologische resten of sporen kan op basis van het uitgevoerde onderzoek nooit geheel worden uitgesloten. Bij het aantreffen van archeologische vondsten of structuren, dient men, conform de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz), hiervan zo spoedig mogelijk melding te maken bij de bevoegde instanties.
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 7
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 8
BILANRAPPORT 2008/extern concept
1
Inleiding
Op 31 oktober 2008 verleende AS Architecten namens Stichting Woonveste aan BILAN opdracht voor een archeologisch booronderzoek (karterende fase) voor het plangebied ‘Statenlaan - Torenstraat’ in Drunen in de gemeente Heusden (provincie Noord-Brabant). De aanleiding voor dit onderzoek was de voorgenomen nieuwbouw op de locatie. Hierbij zullen bodemverstorende activiteiten plaatsvinden waardoor een archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Voorafgaand aan het booronderzoek was in februari 2008 door BAAC bv een bureauonderzoek uitgevoerd. Doel van het onderhavige onderzoek was het specificeren van de archeologische verwachting, die op basis van het bureauonderzoek was opgesteld, de (intactheid van) het bodemprofiel en de aan- of afwezigheid van archeologische indicatoren. Voorafgaand aan de veldfase waren de eisen waaraan het booronderzoek moest voldoen (vraagstelling, methode en werkwijze), vastgelegd in een Plan van Aanpak (bijlage 1). Het veldonderzoek werd op 3 november 2008 uitgevoerd. De projectleiding was in handen van mw. E. de Boer. De verantwoordelijke overheid was de gemeente Heusden. Het onderzoek werd uitgevoerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA 3.1).
1.1
Administratieve gegevens project
Datum gunning
31 oktober 2008
Opdrachtgever
AS Architecten namens Stichting Woonveste
Uitvoerder
BILAN
BILAN projectcode
B1607
Provincie
NB
Gemeente
Heusden
Plaats
Drunen
Straat
Statenlaan - Torenstraat
Coördinaten hoeken
NW: 137.249/ 410.222
NO: 137.282/ 410.220
ZW: 137.247/ 410.198
ZO: 137.280/ 410.195
2
Oppervlakte plangebied
810 m
Kaartblad
44H
CIS meldingnummer
31910
KLIC meldingnummer
08G190971
Verantwoordelijke overheid
gemeente Heusden (contactpersoon: mw. Van de Wiel)
KNA-versie
3.1
Beheer en plaats van documentatie
BILAN1
1
Binnen twee jaar na afronding van het veldwerk zal de onderzoeksdocumentatie, conform de eisen van het depot, worden overgedragen aan het Depot Bodemvondsten Noord-Brabant.
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 9
BILANRAPPORT 2008/extern concept
1.2
Ligging van het plangebied
Het plangebied ligt in de bebouwde kom van Drunen in de gemeente Heusden (provincie Noord-Brabant) en heeft een oppervlakte van circa 810 m2. Het plangebied ligt op de hoek van de Statenlaan – Beethovenlaan (in het noorden) en de Torenstraat (in het westen).
Fig. 1:
Ligging van het plangebied in de regio.
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 10
BILANRAPPORT 2008/extern concept
1.3
Huidig en toekomstig gebruik
Het plangebied ligt braak. In de toekomst wil men in het plangebied een appartementencomplex realiseren. De verstoringsdiepte zal naar verwachting circa 1 m –mv bedragen met plaatselijk (o.a. ten bate van de lift) diepere verstoringen tot maximaal 1,65 m –mv.
Fig. 2:
Huidig grondgebruik in plangebied en omgeving.
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 11
BILANRAPPORT 2008/extern concept
2 2.1
Bureauonderzoek Inleiding
In februari 2008 is door BAAC bv voor het plangebied een bureauonderzoek2 uitgevoerd. Het hierbij opgestelde verwachtingsmodel is in de onderstaande paragraaf overgenomen. Op basis van het bureauonderzoek is voorafgaand aan het veldonderzoek een PvA opgesteld, waarin de veldwerkmethode en onderzoeksvragen zijn vastgelegd (zie bijlage 1).
2.2
Archeologische verwachting
2.2.1
Algemeen
“Het plangebied ligt op een vlakte van verspoelde dekzanden of de flank van een dekzandrug die door veen overgroeid is geweest en waarop later een hoge zwarte enkeerdgrond is gevormd. Enkeerdgronden liggen vaak nabij oude nederzettingen of hoeven en in het algemeen is de kans op het aantreffen van vindplaatsen op deze gronden zeer hoog. Archeologische vondsten en bewoningssporen kunnen bij een enkeerdgrond op dekzand worden verwacht aan de basis van het plaggendek en in de top van een eventueel daar onder begraven bodemprofiel. Door het ontvenen in het verleden en ploegen zijn de Ehorizont en de top van de B-horizont (de top van het dekzand) echter mogelijk verdwenen en opgenomen in de bouwvoor”3.
2.2.2
Verwachting Paleolithicum tot Vroege-Middeleeuwen
“Op basis van de ouderdom van het landschap en archeologische vondsten binnen een straal van 2 km van het plangebied die zijn te dateren in de periode vanaf het Midden-Paleolithicum tot in de Romeinse Tijd bestaat een hoge kans op het aantreffen van vondsten en/of sporen uit de periodes vanaf het LaatPaleolithicum tot de Vroege-Middeleeuwen. Uit de periode Midden-Paleolithicum – Neolithicum worden met name vondststrooiingen van vuurstenen artefacten, houtskoolpartikels of vondstconcentraties behorende tot tijdelijke kampementen van mensen uit de jagers-verzamelaarscultuur verwacht. In de periode na het Neolithicum gingen mensen sedentair leven. Vanwege de natte landschappelijke situatie worden echter geen sporen van nederzettingsterreinen bestaande uit individuele huis- of boerderijplaatsen met erf en aardewerkstrooiing verwacht. Ook uit de periode Bronstijd – Romeinse Tijd worden geen sporen van permanente bewoning verwacht. Nederzettingsterreinen werden voornamelijk aangelegd op de naburige hogere en drogere dekzandruggen. Losse vondsten kunnen wel verwacht worden”4.
2.2.3
Verwachting Vroege-Middeleeuwen tot heden
“De dekzandvlakte is gedurende de Vroege-Middeleeuwen bedekt geweest met een veendek. Onzeker is in welke periode het veendek is ontstaan. Gezien de vondst van een stenen werktuig op circa 300 m ten noorden van het plangebied, is het echter zeer aannemelijk dat het gebied tussen het Neolithicum en de Romeinse tijd dusdanig is vernat dat veengroei kon plaatsvinden. Op basis van het ontbreken van archeologische waarnemingen of monumenten en op basis van de natheid van het plangebied tot de ontginning in de Late Middeleeuwen geldt een lage trefkans op het aantreffen van archeologische resten uit de Vroege Middeleeuwen. Bij het ontginnen van het veengebied is het betreffende gebied in zuidelijke 2 3 4
Bergman, W.A. & J.S. Krist 2008. Bergman, W.A. & J.S. Krist 2008. Bergman, W.A. & J.S. Krist 2008.
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 12
BILANRAPPORT 2008/extern concept
richting ontgonnen, waarbij direct ten noorden van het plangebied een nieuwe achterkade is ontstaan. Met name de achterkades zijn archeologisch gezien relevant omdat dit potentiële woonlocaties waren. Tussen de achterkades in ontstond een strokenverkaveling. Dit patroon is deels in de loop van de tweede helft van de 19e eeuw verdwenen, vermoedelijk door het ophogen van het gebied met grond van elders en het terugstorten van de oorspronkelijke bolsterlaag (veraard veen). Sporen van de middeleeuwse sloten zijn echter nog in de ondiepe ondergrond aanwezig. Deze zijn echter archeologisch gezien minder relevant. Er zijn geen aanwijzingen voor bebouwing van voor 1900 in het plangebied.”5
3
Vraagstelling
Een inventariserend veldonderzoek (karterend booronderzoek) is noodzakelijk om inzicht te krijgen in (de intactheid van) het bodemprofiel en de aan- of afwezigheid van archeologische waarden. Het veldonderzoek dient antwoord te geven op de volgende onderzoeksvragen: •
Welk type bodem wordt aangetroffen in het plangebied?
•
Is deze bodem onverstoord sinds de vorming ervan?
•
Zijn archeologische indicatoren aanwezig in het plangebied?
•
Zo ja, wat is de aard en ouderdom van deze indicatoren?
•
Wijzen deze indicatoren op een vindplaats?
•
Zo ja, is een begrenzing van de vindplaats mogelijk?
•
In hoeverre wordt de vindplaats bedreigd door de toekomstige planontwikkeling?
Het onderzoek dient plaats te vinden volgens het in bijlage toegevoegde Plan van Aanpak (zie bijlage 1).
5
Bergman, W.A. & J.S. Krist 2008.
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 13
BILANRAPPORT 2008/extern concept
4 4.1
Inventariserend veldonderzoek Onderzoeksmethode
Het veldonderzoek bestond uit een karterend booronderzoek. Dit houdt in dat het terrein systematisch wordt beboord waarbij gelet wordt op de bodemopbouw en de aanwezigheid van archeologische indicatoren, zoals houtskool, vuursteen, aardewerk, baksteen en verbrande leem. Hieruit kan blijken of de bodem al dan niet verstoord is, welke ontstaansgeschiedenis de bodem heeft en of eventuele archeologische lagen bewaard zijn gebleven. De aanwezigheid van archeologische indicatoren in de boorkernen kan inzicht geven in de aard en ouderdom van het bodemarchief. Indicatoren kunnen wijzen op (oudere) archeologische lagen onder de bouwvoor of op de aanwezigheid, ter plaatse of in de nabijheid, van een archeologische vindplaats. De spreiding van vondsten kan een indicatie geven van de omvang van de vindplaats. De eisen waaraan het veldonderzoek moest voldoen, waren vastgelegd in een Plan van Aanpak (PvA; zie bijlage 1). Uiteindelijk werden, conform PvA, vijf boringen gezet met een Edelmanboor met een diameter van 15 cm. Twee boringen stuikten, ondanks het gebruik van een puinboor met een diameter van 7 cm, op een diepte van 60 à 110 cm –mv op puin. De boringen werden zo goed mogelijk verdeeld over het beboorbare oppervlak. Er werd tot minimaal 70 en maximaal 110 cm –mv geboord. De opgeboorde sedimenten werden beschreven conform de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode6 en gezeefd op een maaswijdte van 4 mm, waarna het zeefresidu werd geïnspecteerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. Alle boorpunten werden relatief ten opzichte van gebouwen en perceelsgrenzen in het terrein ingemeten en gekoppeld aan het Rijksdriehoekstelsel. Met behulp van een waterpasinstrument werd de relatieve hoogte van de boorpunten bepaald. Op basis van het AHN werd de absolute hoogte ten opzichte van NAP van de het wegoppervlak van de Statenlaan 7, waarna de absolute hoogte van de boorpunten is doorgerekend.
4.2
Resultaten van het veldonderzoek
Uit de hoogtemetingen van de boorpunten en de veldinspectie bleek dat het plangebied vrij vlak is en lager ligt dan de omringende wegen. Het plangebied helt licht in noordwestelijke richting af, waarbij de hoogte van de boorpunten varieerde van 3,05 tot 3,11 m +NAP.
6 7
Bosch, J.H.A. 2005. AHN 2008.
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 14
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Fig. 3:
Ligging van het plangebied met boorpunten en NAP-hoogten.
In het westelijke deel van het plangebied werd een 35 tot 73 cm dikke, zwak humeuze, bruingrijze bovengrond (zwak siltig, matig grof zand) aangetroffen met een sterke bijmenging van puin en brokken geel materiaal. Deze A-horizont was in het zuidwestelijke deel dikker (73 cm) dan in het noordwestelijke deel (35 à 43 cm). Direct onder de A-horizont werd de C-horizont aangetroffen, die bestond uit (wit)geel, zwak siltig matig grof zand dat met toenemende diepte witter werd. De overgang van de A- naar de Chorizont was scherp. In het oostelijke deel van het plangebied stuikte de boor, ondanks het gebruik van een puinboor met een kleinere diameter, op puin. In het zuidoostelijke deel van het plangebied werd onder een 90 cm dikke, zwak tot matig humeuze, (donker)bruingrijze bovengrond met gele brokjes, een 10 cm dikke laag witgeel, zwak siltig, matig grof zand aangetroffen, met daaronder een sterk humeuze, grijszwarte laag met puin, die sterk rook en waarin de boor stuikte. In het noordoostelijke deel werd totdat de boor stuikte op circa 60 cm –mv een laag, zwak humeus, bruingrijs zand met sterke bijmenging van grind, puin en brokken geel materiaal aangetroffen. Samengevat is de bodem door de bouw- en recente sloopwerkzaamheden van de bebouwing uit het begin van de twintigste eeuw8 sterk verstoord geraakt. Het oorspronkelijke bodemprofiel is afgetopt, waarna een
8
Topografische kaart 1936, Bonneblad 1928.
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 15
BILANRAPPORT 2008/extern concept
sterk puinhoudende, humeuze toplaag over het plangebied is uitgespreid. De dikte van de recente antropogeen opgebrachte laag varieert sterk binnen het plangebied.
4.3
Archeologische indicatoren
Onder archeologische indicatoren vallen zowel artefacten als mogelijk-antropogene objecten. Met artefacten worden alle mobiele door de mens gemaakte objecten bedoeld, zoals aardewerk, bot en vuursteen. Mogelijk-antropogene objecten zijn voorwerpen, zoals houtskool en natuursteen, die als nevenproduct van een menselijke activiteit ontstaan. In het plangebied werd in de bovengrond een sterke bijmenging van recent antropogeen materiaal aangetroffen. Er werden geen relevante archeologische indicatoren gevonden.
5
Toetsing en beantwoording
Het veldwerk diende antwoord te geven op de volgende onderzoeksvragen: Welk type bodem wordt aangetroffen in het plangebied? Is deze bodem onverstoord sinds de vorming ervan? De bodem is door recent antropogeen ingrijpen dermate sterk verstoord, dat deze niet meer bodemkundig is te classificeren. De oorspronkelijke bodem in het plangebied is mede als gevolg van de bouw- en sloopwerkzaamheden van de bebouwing uit het begin van de twintigste eeuw afgetopt, waarna het gebied bedekt is geraakt met een puinhoudende bovengrond van variabele dikte. Zijn archeologische indicatoren aanwezig in het plangebied? Er werden geen relevante archeologische indicatoren aangetroffen. Zo ja, wat is de aard en ouderdom van deze indicatoren? Niet van toepassing. Wijzen deze indicatoren op een vindplaats? Niet van toepassing. Zo ja, is een begrenzing van de vindplaats mogelijk? Niet van toepassing. In hoeverre wordt de vindplaats bedreigd door de toekomstige planontwikkeling? Niet van toepassing.
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 16
BILANRAPPORT 2008/extern concept
6
Conclusie en selectieadvies
Het plangebied had vanwege de landschappelijke en bodemkundige ligging een hoge verwachting voor archeologische waarde van het laatpaleolithicum tot vroege Middeleeuwen. Deze verwachting kon tijdens het veldwerk niet bevestigd worden. Uit het booronderzoek bleek dat de bodem in het plangebied door recente antropogene ingrepen sterk is verstoord. Er werden geen relevante archeologische indicatoren aangetroffen. Op basis van deze gegevens wordt aan het plangebied een lage verwachting toegekend voor onverstoorde archeologische waarden en wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd. Dit selectieadvies moet, voordat bodemverstorende activiteiten plaatsvinden, door de verantwoordelijke overheid worden beoordeeld en onderschreven in een selectiebesluit. De aanwezigheid van archeologische resten of sporen kan op basis van het uitgevoerde onderzoek nooit geheel worden uitgesloten. Bij het aantreffen van archeologische vondsten of structuren, dient men, conform de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) 9, hiervan zo spoedig mogelijk melding te maken bij de bevoegde instanties.
9
Wamz 2007, artikel 53: ‘Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is, meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij Onze Minister ‘ (Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) in Amersfoort).
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 17
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 18
BILANRAPPORT 2008/extern concept
7
Literatuur
Bergman, W.A. & J.S. Krist. 2008. Gemeente Heusden. Statenlaan/ Torenlaan te Drunen. Archeologisch Bureauonderzoek. BAAC rapport V-08.0045. Bonneblad No. 586 Elshout, 1928, http://watwaswaar.nl. Bosch, J.H.A.. 2005. Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode. Archeologie Leidraad 3. SIKB. Google Earth, recente luchtfoto’s; 3 november 2008. Topografische kaart 44H 1:25.000, 1936, http://watwaswaar.nl.
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 19
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 20
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Bijlage 1: Plan van Aanpak
BILAN Postbus 90903 5000 GD Tilburg t: 0877 876322 f: 013 5360051 e:
[email protected] I: www.bilan.nl
Plan van Aanpak Inventariserend veldonderzoek (karterende fase)
Heusden (NB) – Drunen, Statenlaan Torenstraat
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 21
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 22
BILANRAPPORT 2008/extern concept
LOCATIE
Heusden (NB) – Drunen, Statenlaan - Torenstraat
PROJECT
Heusden (NB) – Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase).
PLAATS BINNEN ARCHEOLOGISCH PROCES Archeologisch vooronderzoek (IVO): karterend booronderzoek OPSTELLER Auteurs
Projectleider (senior archeoloog)
Naam, adres, telefoon, e-mail BILAN Drs. E. de Boer Postbus 90903/ 5000 GD Tilburg Tel. 0877-876322 /
[email protected] BILAN Drs. C.Verbeek Postbus 90903 / 5000 GD Tilburg Tel. 0877-876322 /
[email protected]
datum paraaf 03/11/2008
03/11/2008 CV
Mede-opstellers OPDRACHTGEVER
Naam, adres, telefoon, e-mail AS Architecten namens Stichting Woonveste Contactpersoon: dhr. C. van Stegeren Dunantstraat 1d / 5017 KC Tilburg Tel. 013-5800485/
[email protected]
datum
paraaf
BEVOEGD GEZAG Gemeente
Naam, adres, telefoon, e-mail Gemeente Heusden Contactpersoon: mw. Van de Wiel Postbus 41 / 5250 AA Vlijmen Tel. 073-5131789
datum
paraaf
Provincie Overig / onbekend (toelichten) ROB (beschermd monument / projectvergunning / grote projecten) UITVOEREND BEDRIJF / INSTELLING Naam BILAN Contactpersoon Drs. E. de Boer Telefoon / e-mail Tel. 0877-876322 /
[email protected] DATUM ONDERZOEK Start Duur
Na opstellen PvA
BASISGEGEVENS Projectnaam Provincie Gemeente Plaats Toponiem Gemeente code Kaartblad X-coördinaat Y-coördinaat Kadaster-nr. CMA/AMK-status CAA-nr. CMA-nr. ARCHIS-monument-nr. ARCHIS-waarnemings-nr. CIS-code (onderzoeksmeldingsnummer) Oppervlakte plan- of onderzoeksgebied Huidig grondgebruik PERIODE(N) Vroege prehistorie (paleo/meso/neo) Late prehistorie (brons/ijzer) Romeinse tijd
Heusden (NB) – Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (karterende fase). Noord-Brabant Heusden Drunen Statenlaan, Torenstraat 44H 137.267 410.208 Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt. 31910 810 m2 braak COMPLEXTYPE(N) Onbekend Onbekend Onbekend
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 23
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Middeleeuwen (vroeg/laat/NT) 1. Doel en reden van het onderzoek Doel Reden Selectiebesluit (alleen na IVO)
Onbekend
Het vaststellen van het bodemprofiel en de aan- of afwezigheid van archeologische waarden in de ondergrond. Bestemmingsplanwijziging i.v.m. toekomstige nieuwbouw
2. Resultaten van het tot dusver uitgevoerde onderzoek Administratieve gegevens Bureauonderzoek Uitvoerder Uitvoeringsperiode Publicatie Overig onderzoek Uitvoerder Uitvoeringsperiode Uitvoeringsmethode Publicatie
BAAC bv Februari 2008 Bergman, W.A. & J.S. Krist. 2008. Gemeente Heusden, Statenlaan/ Torenstraat te Drunen. Archeologisch bureauonderzoek. BAAC rapport V-08.0045. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt.
Bewaarplaats van vondsten en documentatie Nvt. Resultaten: landschappelijke en aardwetenschappelijke context Huidig grondgebruik; (sub) recente Braak (voorheen bebouwd) ingrepen en verstoringen NAP-hoogte maaiveld 3,5 m +NAP Grondwatertrap VII Fysiek-landschappelijke, geologische, Het onderzoeksterrein ligt in het noordelijke deel van het Zuid-Nederlandse geomorfologische en bodemkundige zandgebied, in het overgangsgebied van het Maasdal naar de hoger gelegen kenmerken Pleistocene zandgronden. Het plangebied is vanwege de ligging in bebouwd gebied niet gekarteerd voor de geomorfologische kaart. Het gebied direct ten westen van het plangebied is wel gekarteerd, hier komt een vlakte van ten dele verspoelde dekzanden voor (vormeenheid 2M9). Op circa 150 m ten zuidwesten van het plangebied komt een dekzandrug voor (vormeenheid 3K14). Het plangebied is op de bodemkaart vanwege de ligging in bebouwd gebied niet gekarteerd. Op grond van het bodemtype ten westen van het plangebied kan een zwarte enkeerdgrond met grondwatertrap VII verwacht worden. Cultuurlandschappelijke en historisch- De eerste mensen vestigden zich op de hogere stroomruggen langs de Maas op geografische kenmerken meer dan 6 km ten noorden van het plangebied en in de droge zandgebieden enkele kilometers ten zuiden van het plangebied (Harbers 1990). Vanaf de woonplaatsen langs de Maas werd vanaf het begin van de Late-Middeleeuwen een begin gemaakt met de ontginning van het zuidelijk daarvan gelegen veengebied, de Langstraat. Door sloten te graven werd het veen ontwaterd en geschikt gemaakt voor de akkerbouw. Het cultuurland werd omgeven door kaden: een kade aan de voorzijde tegen overstromingswater van de rivier, zijkades tegen water van de aangrenzende veenontginningen en een achterkade tegen water van het hoger gelegen veen- en zandgebied aan de achterzijde. De achterkade werd meerdere keren verlegd. De huidige Beethovenlaan is gesitueerd op een voormalige achterkade. Ook de bewoning verplaatste zich. In de Langstraat waren oeverwallen en stroomruggen van verschillende rivierlopen overgroeid geraakt met een veendek. Al naar gelang een oeverwal zichtbaar was in het landschap, speelde deze een rol bij de ontginning van het gebied. Oeverwallen die niet door veen overgroeid waren, vormden natuurlijke voor bewoningslinten. Oeverwallen die onder het veen verdwenen waren, waren alleen van belang als ze in de loop van de tijd door een ontginning of ontwatering verlagend (oxiderend) veendek heen kwamen. In zo’n geval verplaatste een nederzetting zoals Drunen zich naar deze nieuwe natuurlijke hoogte. Het plangebied is sinds de ontginning in gebruik geweest als landbouwgebied en bevindt zich op een kavel enkele tientallen meters ten zuiden van een achterkade. Bebouwing concentreerde zich op de hoger gelegen achterkades en niet op de tussengelegen strokenverkaveling. Op de eerste kadastrale kaart uit circa 1832 en een kaart halverwege de 19e eeuw is de oude noord-zuid gerichte strokenverkaveling nog goed zichtbaar. De weg direct ten noorden van het plangebied betreft een achterkade. Ten westen van het plangebied loopt een voorloper van de huidige Torenstraat. Op de kadastrale kaart uit 1832 wordt deze aangegeven als de Weg naar Giersbergen. Aan deze weg en de achterkade is in de nabijheid van het plangebied geen bebouwing zichtbaar. De eerste bebouwing aan de achterkade concentreert zich oostelijk van het plangebied en dateert van na 1857. Dit is zichtbaar op een kaart uit
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 24
BILANRAPPORT 2008/extern concept
1902. Op deze kaart is ook zichtbaar dat sloten gedempt zijn en aaneengesloten percelen bouwland zijn ontstaan. Resultaten: perioden en sites Regionale archeologische context
De archeologische verwachting voor het plangebied is op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Noord-Brabant en op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) niet bekend vanwege de ligging in bebouwd gebied, maar door de verwachting uit het belendende gebied ten westen van het plangebied te extrapoleren geldt voor het hele plangebied een middelhoge tot hoge kans op het aantreffen van archeologische resten. Op de Archeologische Monumentenkaart staan terreinen vermeld die door de RACM en de provincie zijn geselecteerd vanwege hun archeologische waarde. Een aantal van deze terreinen heeft eveneens de beschermde status van archeologisch monument. In de directe omgeving van het plangebied (straal van 2 km) bevinden zich geen archeologische monumenten. Het plangebied valt binnen gebied waar een bureauonderzoek is uitgevoerd ten behoeve van de voorgenomen herinrichting van een gebied dat vrijwel geheel zuid Drunen omvat (onderzoeksmelding 23718). Het advies uit dit onderzoek is het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek middels boringen. In het plangebied zelf en binnen een straal van 500 m rond het plangebied zijn geen waarnemingen bekend. Volgens Hagens en van der Zee (2007) is op circa 300 m ten noorden van het plangebied een stenen werktuig uit de periode Neolithicum – IJzertijd gevonden. Deze is niet gemeld in de Archis database en is gevonden op dezelfde vermoedelijke geomorfologische vormeenheid als het plangebied. Binnen een straal van 2 km rond het plangebied zijn artefacten gevonden die dateren uit het Midden-Paleolithicum tot in de Romeinse tijd. Bij de oude lintbebouwing ten noorden van het plangebied zijn artefacten uit de Late-Middeleeuwen en Nieuwe tijd aangetroffen. Volgens de heer B. Geerts van de heemkundekring Onsenoort is voor het plangebied geen nadere archeologische informatie beschikbaar. De vondst van het hierboven genoemde werktuig wordt wel bevestigd. Aard en ouderdom van de vindplaats Onbekend; op basis van de landschappelijke ligging en de bekende archeologische waarden kunnen archeologische waarden vanaf het laatpaleolithicum tot vroege Middeleeuwen. Gaafheid en conservering (structuren, Onbekend sporen, vondsten, paleo-ecologische resten) Begrenzingen en oppervlakte van de Nvt. totale vindplaats (dus ook buiten het plangebied) Begrenzing en oppervlakte van (het Nvt. deel van) de vindplaats binnen het plangebied Archeologische stratigrafie en diepte Onbekend. van vondstlagen Archeologische verwachting op basis van het vooronderzoek Structuren en sporen Onbekend Artefacten: anorganisch Onbekend Artefacten: organisch Nvt. Paleo-ecologische resten Nvt. Complexiteit Nvt. 3. Vraagstelling Onderzoekskader, relatie synergie Onderzoeksvragen
met NOA, Nvt. Welk type bodem wordt aangetroffen in het plangebied? Is deze bodem onverstoord sinds de vorming ervan? Zijn archeologische indicatoren aanwezig in het plangebied? Zo ja, wat is de aard en ouderdom van deze indicatoren? Wijzen deze indicatoren op een vindplaats? Zo ja, is een begrenzing van de vindplaats mogelijk? In hoeverre wordt de vindplaats bedreigd door de planontwikkeling?
toekomstige
Aanbevelingen Beperkingen 4. Veldwerk Strategie
Methoden en technieken
Karterend booronderzoek om inzicht in de bodemopbouw, eventuele verstoringen en de aan- of afwezigheid van archeologische indicatoren binnen het plangebied vast te stellen. Karterend booronderzoek conform ASB. 16 boringen per hectare, met een minimum van 4 boringen, zijnde 4 boringen
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 25
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Bemonstering Artefacten: anorganisch Artefacten: organisch Paleo-ecologische resten Beperkingen
(Edelman diameter 15 cm) in het plangebied minimaal tot 25 cm in de Chorizont, zo goed mogelijk verspreid over het beboorbare oppervlak, maar bij voorkeur in een regelmatig verspringend grid. De opgeboorde sedimenten moeten worden gezeefd (4 mm zeef) en geïnspecteerd op de aanwezigheid van archeologische waarden. Nvt. Nvt. Nvt. Nvt.
05. Uitwerking en conservering Analyse fysische geografie
De stratigrafie in de boorstaten dient gekoppeld te worden aan de fysische geografie. Structuren en grondsporen Nvt. Artefacten: anorganisch Artefacten dienen verwerkt te worden door een KNA-archeoloog. Artefacten: organisch Nvt. Paleo-ecologische resten Nvt. Beeldrapportage (objecttekeningen, Conform KNA 3.1. foto’s, kaarten, e.d.) Conservering geselecteerd materiaal Nvt. (zie CvAK-leidraad nr. 1) Beperkingen Nvt. 6. Eindproduct: rapportage en deponering Te leveren product Eindrapport conform KNA 3.1 en de minimumeisen van de provincie van Noord-Brabant. Bij het eindproduct hoort een bewijs (af te geven door de ontvangende instantie) van overdracht van vondsten en documentatie. Inhoud eindrapport Eindrapport conform KNA 3.1. Verschijning en oplaag eindrapport Het rapport dient binnen 4 weken na de afronding van het veldwerk in conceptvorm gereed te zijn. Het eindrapport dient in één (analoog) exemplaar aan de opdrachtgever, het RACM en het bevoegd gezag te worden aangeleverd. Deponering Vondsten en documentatie conform KNA 3.1 en de richtlijnen van het Provinciaal depot voor bodemvondsten van Noord-Brabant. Beperkingen 7. Randvoorwaarden Personele randvoorwaarden
Uitvoeringsperiode opleveringstermijn veldwerk Uitvoeringscondities veldwerk
Het onderzoek moet verricht worden door een door het SIKB gecertificeerd archeologisch bedrijf en conform de KNA 3.1. Het onderzoek moet uitgevoerd worden door een veldteam dat minimaal bestaat uit een prospector. en Het veldwerk dient in 1 werkdag uitgevoerd te zijn.
De toegankelijkheid, betredingstoestemming en het milieurapport wordt door de opdrachtgever geregeld. De opdrachtnemer dient zich in kennis te stellen van kabels en leidingen door middel van een KLIC-melding. Kwaliteitsbewaking, toezicht, overleg, Nvt en evaluatie Selectieprocedure tijdens het veldwerk Nvt (i.h.b. bij archeologische begeleiding) Uitvoeringsperiode uitwerking; Conceptrapport binnen 3 weken na de uitvoering van het veldwerk. opleveringstermijn (concept) Eindrapport na goedkeuring door de opdrachtgever met een eindtermijn van eindrapport drie weken na het verschijnen van het conceptrapport. Termijn overdracht van vondsten, Uiterlijk 4 weken na inzending van het standaardrapport, conform specificatie monsters en documentatie aanleveren vondsten en monsters (KNA 3.1). Procedure toetsing eindproduct door De uitvoerder overhandigt na goedkeuring van het conceptrapport aan het bevoegd gezag bevoegd gezag het eindrapport en de bewijzen van overdracht van vondsten en documentatie. Het eindrapport dient altijd binnen twee jaar na afronding van het veldwerk opgeleverd te worden. 8. Wijzigingen na evaluatie Wijzigingen tijdens het veldwerk Nvt. Procedure van wijziging na de Nvt. evaluatiefase van het veldwerk Procedure van wijziging tijdens Nvt. uitwerking en conservering 9. Literatuur en bijlagen Literatuur
Bergman, W.A. & J.S. Krist. 2008. Gemeente Heusden, Statenlaan/ Torenstraat te Drunen. Archeologisch bureauonderzoek. BAAC rapport V-08.0045.
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 26
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 27
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 28
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Bijlage 2: Administratieve gegevens en lijst met afkortingen conform ASB Kenmerkcode ABM SB CIS CS CSD XCO en YCO
LOB RV MA MAB DB UIT BM BDM OPD VTW OBL BL
Beschrijving Algemene beschrijvingsmethode Soort boringen CIS-code Coördinatensysteem Coördinatensysteemdatum X- en Y-coördinaten
Gegevenstype ASB BAR 31910 RD2000 ETRS89 Boring 1 Boring 2 Boring 3 Boring 4 Boring 5 Locatiebepaling LT10 Referentievlak NAP Maaiveldhoogte 305 tot 311 cm +NAP Bepaling maaiveldhoogte MGOV Datum boring 03/11/2008 Uitvoerder BILAN Boormethode EDM Boordiameter 15 cm Opdrachtgever AS Architecten namens Stichting Woonveste Vertrouwelijkheid OPENBAAR Organisatie beschrijver lithologie BILAN Beschrijver(s) lithologie Boer, E. de
Toelichting Archeologische Standaard Boorbeschrijving Archeologische boring Rijksdriehoek stelsel European Terrestrial Reference System 1989 137.258 410.218 137.276 410.218 137.269 410.204 137.268 410.213 137.256 410.201 Gemeten t.o.v. perceelsgrenzen Normaal Amsterdams Peil Waterpastoestel
Edelmanboring
Afkortingen AWX Aardewerk BAR Archeologische boring BG Bijmenging grind BH Bijmenging humus BOT Botresten BST Baksteen CA Kalkgehalte FFEC IJzerconcreties FOV Fosfaatvlekken GD Grondsoort GLS Glas GMK Grindmediaanklasse GWB Grondwaterstand na beëindiging boring HK Hoofdkleur HKB Brokken houtskool HKF Fijn verdeelde houtskool HO Hout IK Intensiteit kleur LDO Onderdiepte laag LHU Huttenleem MSL Metaalslak PLH Plantenresten hoeveelheid ROV Roestvlekken SCH Schelpmateriaal SVU Vuursteen SXX Natuursteen TK Tweede kleur ZM Zandmediaan ZMK Zandmediaanklasse
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 29
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Kleurcodes boorstaten bl blauw br bruin do donker ge geel gn groen gr grijs li licht ol olijf or oranje pa paars ro rood rz roze wi wit zw zwart
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 30
BILANRAPPORT 2008/extern concept
110 50 90 100 110
zs1 zs1 zs1 zs1 zs1
3
60
4
2
5
mg mg mg mg mg
h3
zs1 mg g3
h1
br
gr
35 40 60 43
zs1 zs1 zs1 zs1
h1
br
h1
ge br
gr ge wi gr
70
zs1 mg
wi
ge
C
mg mg mg mg
opmerkingen
NAP-hoogte
vondst
SXX
SVU
AWX
BOT
LHU
MSL
HKB
HKF
GLS
BST
PLH
ROV
FOV
C Aa A/C Ca Aa
FEC
ge gr gr ge zw
wi br do br wi gr
h1 h2
HO
A/C
SCH
gr
CA
BHN (BH…)
br
GWB
iK
BH h1
HK
zs1 mg
BG
ZMK
73
TK (T…)
1
GD
BAR
LDO
Bijlage 3: Boorstaten
3
311
braak, 15cm boor, 4mm zeef, sterk vs met ge en puin, scherpe overgang
1 3
311
braak, 15 cm boor, 4 mm zeef heterogeen; ge brokjes
1 1
310
Aa
2
305
C A/C
1
1
306
indus wit scherven, stuikt op 110 cm -mv braak, 15 cm boor, 4 mm zeef, vs met ge, glas, puin, stuikt braak, 15 cm boor, 4 mm zeef, puin
braak, 15 cm boor, 4 mm zeef, vs met ge en puin
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 31
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 32
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Bijlage 4: Overzicht archeologische perioden Periode
Code
Paleolithicum Paleolithicum Vroeg Paleolithicum Midden Paleolithicum Laat
Tot 8800 vC Tot 300.000 C14 300.000 - 35.000 C14 35.000 C14 – 8800 vC
PALEO PALEOV PALEOM PALEOL
Mesolithicum Mesolithicum Vroeg Mesolithicum Midden Mesolithicum Laat
8800 – 5300 vC 8800 – 7100 vC 7100 – 6450 vC 6450 – 5300 vC
MESO MESOV MESOM MESOL
Neolithicum Neolithicum Vroeg Neolithicum midden Neolithicum Laat
5300 – 2000 vC 5300 – 4200 vC 4200 – 2850 vC 2850 – 2000 vC
NEO NEOV NEOM NEOL
Bronstijd Bronstijd Vroeg Bronstijd Midden Bronstijd Laat
2000 – 800 vC 2000 – 1800 vC 1800 – 1100 vC 1100 – 800 vC
BRONS BRONSV BRONSM BRONSL
IJzertijd IJzertijd Vroeg IJzertijd Midden IJzertijd Laat
800 – 12 vC 800 – 500 vC 500 – 250 vC 250 – 12 vC
IJZ IJZV IJZM IJZL
Romeinse Tijd Romeinse Tijd Vroeg Romeinse Tijd Midden Romeinse Tijd Laat
12 vC – 450 AD 12 vC – 70 AD 70 – 270 AD 270 – 450 AD
ROM ROMV ROMM ROML
Middeleeuwen Middeleeuwen Vroeg Middeleeuwen Vroeg A Middeleeuwen Vroeg B Middeleeuwen Vroeg C Middeleeuwen Vroeg D Middeleeuwen Laat Middeleeuwen Laat A Middeleeuwen Laat B
450 – 1500 AD 450 – 1050 AD 450 – 525 AD 525 – 725 AD 725 – 900 AD 900 – 1050 AD 1050 – 1500 AD 1050 – 1250 AD 1250 – 1500 AD
XME VME VMEA VMEB VMEC VMED LME LMEA LMEB
Nieuwe Tijd Nieuwe Tijd A Nieuwe Tijd B Nieuwe Tijd C
1500 – heden 1500 – 1650 AD 1650 – 1850 AD 1850 – heden
NT NTA NTB NTC
Onbekend
XXX
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 33
BILANRAPPORT 2008/extern concept
Bijlage 5: Overzicht geologische perioden
Perioden Laat-Holoceen
Subatlanticum Subboreaal
Midden-Holoceen Holoceen
Atlanticum Boreaal Vroeg-Holoceen Preboreaal Jonge Dryas Allerød Laat-Weichselien (Laat-Glaciaal) Oude Dryas Weichselien Laat-Pleistoceen
Bølling Midden-Weichselien (Pleniglaciaal) Vroeg-Weichselien (Vroeg-Glaciaal)
Kwartair Eemien Saalien Pleistoceen
Holsteinien Midden-Pleistoceen Elsterien Cromerien Bavelien Menapien Waalien Vroeg-Pleistoceen Eburonien Tiglien Pretiglien
Plioceen Mioceen Tertiair
Oligoceen Eoceen Paleoceen
* in o.a. C14-jaren. Bron: Berendsen 2004.
Heusden - Drunen, Statenlaan - Torenstraat. Archeologisch booronderzoek (karterende fase), p. 34
Ouderdom* 0 2.900 5.000 8.000 9.000 10.150 10.950 11.900 12.100 12.450 73.000 115.000 130.000 370.000 410.000 475.000 850.000 1.100.000 1.200.000 1.500.000 1.800.000 2.450.000 2.600.000 5.300.000 23.000.000 34.000.000 56.000.000 65.000.000