Nieuwsbrief van d.d. 10-06-2009 Nummer: 12—2009
Verzoek Loonheffingen Verklaring geen privé-gebruik auto Een verklaring aanvragen Als u een auto van uw werkgever ter beschikking heeft, kunt u met dit formulier een verklaring van de Belastingdienst aanvragen waardoor geen bijtelling op het loon plaatsvindt van het voordeel van het privé-gebruik van deze auto. Onder een auto wordt ook een bestelauto verstaan. Let op! U hoeft geen verklaring aan te vragen in de volgende situaties: – Uw werkgever heeft een collectieve afspraak gemaakt met de Belastingdienst. – U rijdt in een bestelauto die u buiten werktijd niet kunt gebruiken, omdat u bijvoorbeeld de bestelauto buiten werktijd op een afgesloten bedrijfsterrein plaatst en dat controleerbaar is. – U rijdt in een bestelauto waarvoor een schriftelijk verbod van uw werkgever op privé-gebruik geldt. Uw werkgever controleert dat en past een passende sanctie toe bij niet-naleving. – U gebruikt voor uw werk een bestelauto doorlopend afwisselend samen met één of meer collega's waarbij het privé-gebruik per collega
moeilijk is vast te stellen en waarbij uw werkgever eindheffing toepast. Nadere informatie kunt u opvragen bij uw werkgever. Waarom een verklaring? Uw werkgever stelt u een auto ter beschikking die u ook voor privédoeleinden mag gebruiken. Het voordeel dat u daarmee heeft, wordt vanaf 2006 aangemerkt als loon. Dit voordeel wordt op kalenderjaarbasis gesteld op minimaal een bepaald percentage van de catalogusprijs van de auto. Uw werkgever telt per loonperiode een evenredig deel bij uw loon. Hierop houdt hij loonbelasting/premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet in. Als u de auto naar verwachting voor niet meer dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis voor privé-doeleinden gaat gebruiken, kan de bijtelling voor het privé-gebruik achterwege blijven. Als dat het geval is, kunt u een verklaring voor onbepaalde duur van de Belastingdienst krijgen. Een afschrift van deze verklaring levert u in bij uw werkgever. Voorbeeld Een auto staat drie maanden ter beschikking. In deze drie maanden wordt 300 km privé gereden. Op kalenderjaarbasis geldt dan een privé-gebruik van 12/3 x 300 km = 1.200 km. Er vindt dan een bijtelling plaats. De hoogte van de bijtelling is 1/12 x % x catalogusprijs auto gedurende drie maanden. Bewijslast U moet overtuigend kunnen bewijzen dat u de auto van uw werkgever voor niet meer dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis voor privé-doeleinden gebruikt. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van een sluitende rittenregistratie. Het is raadzaam om onder andere uw rittenregistratie te bewaren. De Belastingdienst kan om het bewijs vragen. Let op! Als u deze verklaring aanvraagt, maar u het bewijs niet kunt leveren dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privé-doeleinden wordt gebruikt, worden de loonbelasting/ premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke
bijdrage Zorgverzekeringswet bij u nageheven. Eventueel moet u ook een boete en heffingsrente betalen. Uw werkgever is niet verplicht de nageheven inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet te vergoeden. Het formulier invullen en terugsturen Als u voor een verklaring in aanmerking komt, vul dan het formulier volledig in en onderteken het. Als u niet in een vaste auto rijdt, kruis dan aan Wisselende auto’s, behalve als sprake is van een bestelauto waarvoor uw werkgever eindheffing toepast. Voeg geen bijlagen of specificaties bij. Als de Belastingdienst meer informatie nodig heeft, wordt er contact met u opgenomen. Stuur het formulier naar: Belastingdienst Antwoordnummer 403 7100 WB Winterswijk Vanaf 1 juni 2009 wijzigt het adres voor de aanvraag of wijziging van een Verklaring geen privé-gebruik auto. Het nieuwe adres is: Belastingdienst CI/CFD Postbus 2538 6401 DA Heerlen Binnen acht weken ontvangt u de verklaring. Meer informatie Meer informatie over privé-gebruik auto vindt u op www.belastingdienst.nl. U kunt ook bellen met de BelastingTelefoon: 0800 - 0543, bereikbaar op maandag tot en met donderdag van 8.00 tot 20.00 uur en op vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.
Auto van de zaak blijft in beweging
De staatssecretaris van Financiën heeft aangekondigd dat met ingang van 1 januari 2010 de bijtelling voor elektrische auto’s wordt verlaagd naar 10%. Door de lage bijtelling hoopt de staatssecretaris dat de elektrische auto binnen afzienbare tijd voor iedereen een betaalbaar alternatief wordt. Gelet op de catalogusprijs van een elektrische auto (die is relatief hoog) zal het voordeel van de lagere bijtelling in ieder geval voorlopig nog beperkt zijn. Op 1 januari 2010 gaat de bijtelling voor een ‘oldtimer’ daarentegen omhoog.
Op dit moment geldt voor een auto die meer dan van 15 jaar in gebruik is genomen nog de waarde in het economische verkeer als grondslag voor de bijtelling. Vanaf 1 januari 2010 wordt de grens van 15 jaar opgetrokken naar 25 jaar waardoor bij een auto van bijvoorbeeld 20 jaar oud de oorspronkelijke cataloguswaarde als grondslag voor de bijtelling dient te worden gehanteerd. Dit zal in de praktijk in vrijwel alle gevallen resulteren in een hogere bijtelling.
De auto van de zaak blijkt ook in de praktijk nog om andere redenen een heet hangijzer. De Belastingdienst heeft aangekondigd de controles op het achterwege laten van de bijtelling en toch privé rijden, te intensiveren. Ook bij loonbelastingcontroles krijgt de auto van de zaak steeds meer aandacht. Gebleken is namelijk dat een gebrek aan kennis bij werkgevers vaak er toe leidt dat ten onrechte geen bijtelling plaats vindt (bijvoorbeeld als de werknemer de auto slechts een deel van het jaar privé rijdt, of van auto wisselt en op dat moment niet meer of juist wel privé gaat rijden).
Commentaar: Belastingboeken gaan steeds meer op autoboeken lijken.
Nog steeds gedoe rond de mobiele telefoon In de praktijk blijkt de belastingdienst bij looncontroles over de jaren tot 2007 nog steeds na te willen heffen over de mobiele telefoon. Naar het zich laat aanzien ten onrechte. In navolging van de rechtbank en het hof heeft nu ook de Advocaat Generaal in een bepaalde rechtszaak geoordeeld dat het zomaar bijtellen van € 22,69 per telefoon over de jaren tot en met 2006 niet door de beugel kan. De Advocaat Generaal adviseert de Hoge Raad om het beroep in cassatie van de staatssecretaris te verwerpen. De discussie gaat over de jaren tot en met 2006. Vanaf 2007 geldt dat de mobiele telefoon al bij een zakelijk gebruik van meer dan 10% onbelast is. Commentaar:
Bij looncontroles levert de mobiele telefoon wat dat betreft dus minder discussies op. Er zijn echter wel nog steeds discussies. Namelijk in die gevallen waarin de provider voor de (mobiele) telefoon, internet en een tv-abonnement één totaalbedrag in rekening brengen. Dan is de vraag welk deel van het abonnement belastingvrij te vergoeden is.
Opnieuw uitstel van invoering wetsvoorstellen Personenvennootschappen Voor de invoering van het wetsvoorstel Personenvennootschappen (nr. 28 746) en de bijbehorende Invoeringswet (nr. 31 065) zal naar alle waarschijnlijkheid ook de datum van 1 januari 2010 niet worden gehaald. Ditmaal wordt de vertraging veroorzaakt door de brandbrief van werkgeversorganisatie VNO-NCW en MKB-Nederland aan de leden van Tweede Kamer. Zij wijzen daarin op de enorme toename van de administratieve lastendruk en de praktische problemen, waartoe de invoering van de nieuwe regels voor personenvennootschappen zal leiden. Een aantal fracties in de Tweede Kamer, waar de Invoeringswet nog steeds in behandeling is, hebben hierover nu vragen gesteld aan de Minister van Justitie. De geplande behandeling van volgende week is tot nader order uitgesteld. Commentaar: De verwachting is nu dat de invoering van de nieuwe regels voor personenvennootschappen tot tenminste medio 2010 wordt uitgesteld.
Opnieuw forse verlaging van heffings- en invorderingsrente Nadat de heffings- en invorderingsrente in het eerste (van 5,45% naar 4,90%) en tweede kwartaal (van 4,9% naar 3,5%) fors is verlaagd, gaat dat ook in het derde kwartaal gebeuren. Het percentage wordt dan namelijk verlaagd van 3,5% naar 2,75%. De forse verlaging hangt ook nu samen met de renteverlaging bij de Europese Centrale Bank
Opzegging in de proeftijd in strijd met goed werknemerschap? Werkgevers die worden geconfronteerd met werknemers die al opzeggen voordat de proeftijd begint, pogen nogal eens gemaakte kosten op deze werknemers te verhalen. Uit de lagere rechtspraak valt soms een kleine overwinning te registreren, maar dit kan
als kruimelwerk worden betiteld. Maar hoe zit dit als een werknemer kort na indiensttreding (tijdens zijn proeftijd) al opzegt? De Hoge Raad (nr. C07/178HR/LJN: BG1213) heeft onlangs een beslissing genomen in een zaak, waarbij de werknemer in dienst treedt bij een werkgever bij wie hij in het kader van zijn werkzaamheden op bezoek ging om acquisitie te verrichten. De oude werkgever bij wie hij nog in zijn proeftijd zat, vordert van de werknemer gederfde winst en de kosten vanwege de selectieprocedure. De gederfde winst wordt afgewezen omdat uit een verklaring van de nieuwe werkgever blijkt dat er geen kans bestond dat de opdracht zou worden gekregen. Aangezien het de werknemer immers vrij stond om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, kunnen de kosten van de selectieprocedure niet op hem worden verhaald. Commentaar: Kortom uit deze Hoge Raad uitspraak blijkt dat de werknemer in de proeftijd zo vrij als een vogel is.
Geen inhoudingen meer bij kleine baantjes Als het aan het kabinet ligt, worden zogeheten kleine baantjes met ingang van 1 januari 2011 buiten de heffing van loonbelasting/premie volksverzekeringen en premies werknemersverzekeringen gehouden. Dit moet het bedrijfsleven een flinke administratieve lastenverlichting opleveren.
Wat precies als kleine baantjes gaan kwalificeren is nog niet duidelijk. Gedacht kan worden aan geringe arbeid, bijvoorbeeld waarbij een bepaalde leeftijdsgrens nog niet is bereikt (zoals 23 jaar) én een loon wordt betaald dat onder een bepaalde loongrens uitkomt (zoals 30% van het wettelijk minimumloon) en aan incidentele arbeid, bijvoorbeeld baantjes van zes tot acht weken. Staatssecretaris De Jager van Financiën en minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid willen voor de zomer een wetsvoorstel voor de aanpassing hebben opgesteld. Commentaar: Overigens heeft genoemde vrijstelling van de inhoudingsplicht als consequentie dat de betreffende werknemers hun inkomsten dan wel in hun aangifte inkomstenbelasting moeten opgeven
Hoogachtend,
R.A.M. van der Velden b.v. Oostveenseweg 7-b 2636EC Schipluiden k.v.k. nummer 27231863 telf. nr. 015-3808141 fax. Nr. 015-3808095 Hoewel aan de inhoud van deze nieuwsbrief de uiterste zorg wordt besteed, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onverhoopte onjuistheden. Aanmelden nieuwsbrief, c.q. afmelden en e-mailadres wijzigen:
[email protected]