Verslag Vanenburg Bestuurdersoverleg Woningcorporaties, 9 oktober 2014
Het Vanenburg Bestuurdersoverleg Woningcorporaties, 9 oktober 2014
Aanpassen en meebewegen Met elkaar praten en daarna samen doen, dàt is de opdracht van deze tijd, zei cultureel ondernemer Floor Ziegler in haar lunchspeech op het Vanenburg Bestuurdersoverleg Woningcorporaties van 9 oktober 2014. Woningcorporaties zullen veel meer moeten samenwerken met hun bekende en met nieuwe partners, om hun sociale ambities te realiseren. Daar is nog steeds ruimte voor, ook onder de nieuwe strenge regels, zo bleek tijdens de discussies.
Vastgoed komt pas tot leven door de mensen Toen Floor Ziegler in Amsterdam Noord kwam wonen, trof ze een slecht gebruikt park aan. Ze zag potentie om juist in dat park activiteiten te organiseren die de buurtbewoners dichter bij elkaar zouden brengen en ging daar zelf mee aan de slag. Het bleek een lang traject, vertelt ze in haar lunchspeech. Maar na een jaar had ze een paviljoen in het park en kon ze beginnen met het programmeren van kunst en cultuur in deze Noorderparkkamer. Niet voor de bewoners, maar mèt hen: “Ik heb een half jaar lang gepraat met iedereen.” Uiteindelijk rolde daar een programma uit waar bewoners echt bij betrokken raakten. Zodat nu de meest uiteenlopende groepen de Noorderparkkamer en alle activiteiten in het park als van hun beschouwen. “De alcoholisten letten ’s nachts op de bar, de scholieren van de nabijgelegen vmbo helpen met het onderhoud van het park.” En dat dankzij de intensieve communicatie met al deze groepen en de inzet van kunstenaars. “De kracht van kunstenaars is dat zij in elk mens een talent kunnen aanspreken. Als dat gebeurt, dan krijgen mensen ook meer oog voor veiligheid en voor elkaar.” Inmiddels is het initiatief uitgebreid met talloze activiteiten in het park, waar ze van de gemeente een parapluvergunning voor kregen: voor evenementen tot 500 bezoekers hoeven ze geen aparte vergunning meer aan te vragen.
1
Verslag Vanenburg Bestuurdersoverleg Woningcorporaties, 9 oktober 2014
Boze bewoners op drumles Naast de Noorderparkkamer startte Ziegler ook activiteiten in de omliggende wijken. Er kwamen ‘broedstraten’: straten waar een kunstenaar zichtbaar in een pand werkt en de straat actief betrokken wordt. “We kennen wel broedplaatsen, maar daar is niet altijd veel uitstraling naar de wijk. In de broedstraten gebeurt dat wel. Belangrijk is dat elke straat zijn eigen kwartiermaker heeft die dingen organiseert en dat elke straat een thema heeft.” Zo is er een modestraat en een muziekstraat, waar met bewoners activiteiten rond dat thema worden opgezet. “De boze bewoners die eerst tegen waren, hebben we bijvoorbeeld drumles aangeboden. Nu zijn ze fel voorstander van hun broedstraat.” Dit werkt overigens in alle wijken goed, zegt ze: “We richten ons juist op boze bewoners, want daar zit de energie die je wilt hebben.” Inmiddels deelt Ziegler haar ervaringen met andere steden in Nederland. Anderen kunnen dit overnemen, met als belangrijkste ingrediënten: een fysieke plek om activiteiten te organiseren en een “motor”, iemand die met alle betrokkenen gaat praten en die kan verbinden.
Marketingtool De steun van woningcorporaties is essentieel voor dit soort initiatieven, vertelt Ziegler. Onder meer voor het ter beschikking stellen van een fysieke plek. Ze noemt het “verschrikkelijk” als corporaties hier niet meer aan mee mogen doen. “Ik vind het ook onlogisch, want ik geloof niet dat je dit kunt scheiden. Vastgoed komt pas tot leven door de mensen.” Ymere was vanaf het begin bij de Noorderparkkamer betrokken en zag door het initiatief de sociale samenhang en leefbaarheid in de omliggende wijken verbeteren. Dit roept aan het eind van deze lunchspeech de vraag op of initiatieven zoals de Noorderparkkamer straks nog wel mogelijk zijn. Thom Aussems, bestuurder van woningcorporatie Trudo, meent van wel: “Het kan nog steeds, als je een andere invalshoek kiest. Noem het niet het organiseren van culturele activiteiten, maar gebruik ze als marketingtool om een gebied te vermarkten. Dat doen wij in Strijp-S, na een half jaar discussie is het ministerie hier nu mee akkoord.”
Tehuis voor bejaarde kunstenaars Vincent Gruis, hoogleraar Housing Management aan de TU Delft en middagvoorzitter, stelt in zijn welkomstwoord helaas nog niets te kunnen melden over de bevindingen van de parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties, die eind deze maand bekend worden. “Maar u kunt wel alvast nadenken over de vraag ‘wat wil ik kunnen doen straks? Waar wil ik nog wel van zijn?’ Wat is de missie van uw instituut?” Vier bestuurders stellen vervolgens 2
Verslag Vanenburg Bestuurdersoverleg Woningcorporaties, 9 oktober 2014
hun prangende vraag, waar de aanwezigen in aansluitende rondetafeldiscussies een antwoord op zoeken. Hans Kokke, wethouder WMO, gemeente Tilburg, stelt dat het “goed is als mensen zo lang mogelijk thuis wonen, maar hoe pakken we dit concreet aan?” Hij vertelt over een “schitterend pand” in zijn gemeente, dat uiteindelijk dankzij een burgerinitiatief een bejaardentehuis voor kunstenaars werd. “We hebben met alle partijen onderzocht of we dit mogelijk konden maken. Wat kunnen we als gemeente faciliteren, wat doet de woningcorporatie? Toen is het gelukt. Wat mij brengt tot de vraag: we zeggen te snel ‘nee’ tegen burgerinitiatieven, moet het antwoord altijd ‘ja’ zijn?” Jop Fackeldey, wethouder Wonen, gemeente Lelystad, stelt zijn vraag over het thema duurzaamheid. Duurzaamheid wordt gestimuleerd vanuit de Rijksoverheid, maar de praktijk blijkt lastiger dan de theorie. Wat doe je bijvoorbeeld met straten waarin een deel van de rijtjeswoningen van particulieren zijn, die geen geld hebben om te investeren? Die vraag legt hij aan de deelnemers voor. Kitty de Laat, voorzitter bestuur Verdiwel, gaat in op het thema leefbaarheid. ‘Talent’ is een sleutelbegrip, zegt ze. “Het is belangrijk bij je eigen mensen en bewoners die talenten op te sporen en te laten gebruiken. Adaptief zijn betekent niet je aanpassen aan de wet, maar te kijken naar de talenten om je heen. Spoor ze op, verbind ze en realiseer daarmee je doelen. Zowel van medewerkers als van bewoners.” Taco Kuiper, wethouder Wonen, gemeente Zoetermeer, stelt een heel concrete vraag: “Hoe kunt u er voor zorgen dat mijn opgave als wethouder wordt vervuld in Zoetermeer? Hoe lossen we samen dit probleem op en wat heeft u van de gemeentelijke overheid nodig?”
Wilde ideeën Tijdens de rondetafeldiscussies blijkt hoe breed de huidige vraagstukken van woningcorporaties, zorginstellingen en gemeenten zijn. Meer samenwerken met burgers is een rode draad. Zo vertelt Bart Moesbergen, directeur Vastgoed & Strategie bij Haag Wonen, dat de Marokkaanse gemeenschap vroeg om een eigen tehuis voor ouderen. “Daar zat voor ons geen verdienmodel achter, maar deze groep mensen betaalt wel netjes de huur. Door samen af te spreken wie wat doet en hen ook veel zelf te laten doen, kon het toch mogelijk worden.” Het ontlokt Dick van Ginkel, vicevoorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting Thuiszorg Midden-Gelderland, de uitspraak “zoals we het deden, voor iedereen hetzelfde, kan niet meer. Dat betekent dat we los moeten laten en op zoek moeten naar nieuwe partners, om samen te werken en veel meer diversiteit te krijgen in het aanbod”. Aan de tafel over betaalbare woningbouw worden diverse praktische oplossingen 3
Verslag Vanenburg Bestuurdersoverleg Woningcorporaties, 9 oktober 2014
besproken. Daar vertelt Karel van Berk, directeur-bestuurder Woningstichting Gouderak, te overwegen om casco te gaan verhuren. “Wij doen alleen de buitenkant, de huurders mogen de binnenkant zelf uitzoeken en onderhouden. De gedoefactor maak je daar een stuk kleiner door.” De deelnemers aan de tafel over leefbaarheid hebben het over talenten in plaats van problemen en stellen dat “de angst voor de huurder nu overheerst, wat woningcorporaties belemmert om het eigenaarschap van huurders aan te spreken en te ontwikkelen”.
Veranderverhaal Wat kunnen we leren van veranderingen in andere sectoren? Daar gaat Marcel Veenswijk, hoogleraar Management van Cultuurverandering aan de Vrije Universiteit, in zijn inleiding op in. Hij noemt de infra- en bouwwereld na de parlementaire enquête, die zichzelf als het ware opnieuw moest uitvinden omdat oude samenwerkingsmodellen en cultuur hadden afgedaan. Uiteindelijk ontstond een nieuwe samenwerkingscultuur. Eenzelfde weg kan de woningcorporatiesector nu gaan, stelt hij. In zijn betoog gaat hij verder in op verandering. Die kent drie pijlers: de ‘triggers for change’, de ‘reason of being’ van de verandering en de vraag hoe het verhaal van de verandering tot leven komt. Deze lijn volgend, ziet Veenswijk nog wel wat uitdagingen voor de corporatiesector. “Ik stelde aan de twee rondetafeldiscussies waar ik net aan deelnam de vraag waarom verandering nodig is, wat het dragende verhaal is. Daar raakte men een beetje van in de war. Je zult zien dat als er geen duidelijk en gedragen verhaal is van verandering, dat de verandering alle kanten op gaat. Dat kan mooie consequenties hebben, maar de boel ook ernstig frustreren.” Veenswijk was als juryvoorzitter in de ochtend bij de Meet & Greet van de Vanenburg Corporatie Award 2014, waar uit vijf genomineerde projecten drie werden gekozen die doorgaan naar de finale. “De genomineerd partijen van vanochtend hadden een stevig verhaal over hun initiatief in het licht van innovatie. Dat is heel belangrijk.”
Rivaliserende krachten Organisaties die veranderen, krijgen te maken met twee basale, rivaliserende krachten, vertelt Veenswijk. Grofweg zijn die te onderscheiden in een fixatie op vergaande standaardisatie tegenover een beweging die diversiteit en eigenheid wil. “Dit spanningsveld speelt in bijna elke sector. Deze krachten worden gereguleerd als jullie als sector in staat zijn om een verbindend verhaal te maken. Als dat er niet is, dan hebben die krachten de vrije hand.” De sector zal voor zichzelf duidelijk moeten krijgen waarom verandering nodig is, want dat geeft urgentie en zingevende waarde, zegt hij. “Dat heb je bovendien nodig om de 4
Verslag Vanenburg Bestuurdersoverleg Woningcorporaties, 9 oktober 2014
andere actoren, je partners, mee te kunnen nemen.” Tot dusver ziet Veenswijk die eensgezindheid niet: “Ik denk dat jullie hier nog een redelijke weg te gaan hebben.” Maken de onderlinge verschillen van corporaties en de vele verschillende partners waarmee ze samenwerken het niet onmogelijk om zo’n eenduidig verhaal te vertellen? In de infra- en bouwwereld was dat niet anders, zegt Veenswijk. “We hebben daar gezien dat je de uitkomsten van de parlementaire enquête ook in je voordeel kunt gebruiken. Ook de bouwwereld is een lappendeken, daar werden een aantal platforms gebruikt om het verhaal van de verandering stevig te agenderen. Voor de corporatiesector kan het platform zoals dit Vanenburg Bestuurdersoverleg eenzelfde rol spelen. Je kunt er elkaar informeren en ideeën trechteren. Je hebt een paar van deze platforms nodig om de discussie over deze verandering te agenderen, daar moet een zekere vorm van regie op komen vanuit een groep die eigenaarschap claimt. Zoals jullie hier samen. Dan zie je op een moment consensus ontstaan over een aantal normen.”
Talent Als na een volgende ronde de tafelvoorzitters de belangrijkste bevindingen van hun tafels terugkoppelen, blijkt weer hoe groot de diversiteit aan ideeën is. Dick van Ginkel haakt aan bij het betoog van Veenswijk en zegt dat “we nu de ‘reasons of being’ moeten formuleren, want dan komen er onverwachte mogelijkheden en overlappingen waar financieringsarrangementen elkaar raken. Niet alleen tussen corporatie, zorg en gemeente, maar ook met beleggers en zorgverzekeraars”. Pierre Sponselee, directeur-bestuurder Woonwaard en lid van De Stroomversnelling, vertelt dat aan zijn tafel een mogelijk antwoord is gevonden op de vraag van wethouder Fackeldey over het versnipperd eigendom in een straat. “In energiecoöperaties kunnen eigenaren wel meedoen.” Een conclusie van zijn tafel is dat voor verduurzaming van de woningvoorraad veel verschillende oplossingen tegelijkertijd nodig zijn. “Eén oplossing is er niet.” Van de tafel over leefbaarheid koppelt Barbara Geurtsen, programmamanager bij BlomBerg Instituut, de belangrijkste bevindingen terug. Het ging aan haar tafel vooral over het “onderkennen en inzetten van talent”, bij medewerkers en huurders. “Talent opsporen en slim verbinden, zoals Floor Ziegler doet.”
Doorstromen Flexibel bouwen was een onderwerp dat aan de tafel over de woningvoorraad werd besproken. Tafelvoorzitter Vincent van Oordt, directeur-bestuurder De Woonmensen, stelt dat hier nieuwe financieringsarrangementen voor nodig zijn, omdat ze niet in het reguliere aanbod passen. Ook werd aan deze tafel besproken dat het bevorderen van doorstroming meer aandacht verdient: “Er zijn innovatieve manieren om mensen te verleiden te 5
Verslag Vanenburg Bestuurdersoverleg Woningcorporaties, 9 oktober 2014
verhuizen, zodat anderen een kans krijgen. Kleine projecten zijn hierin tot nu toe het meest succesvol, het is de kunst om dit op te tillen naar een gemeentelijke woonvisie.” Tot slot concludeerde zijn tafel dat corporaties “lang genoeg te dure woningen hebben gebouwd die hun klanten niet kunnen betalen. Laten ze vanaf nu betaalbare huurwoningen bouwen en andere partijen de duurdere woningbouw laten ontwikkelen voor mensen met een hoger inkomen. Zo kom je toch tot gemengde wijken, waarin het er niet om gaat wie wat doet, maar om het doel dat je samen bereikt.” Aan de tafel van Harro Zanting, directeurbestuurder Dudok Wonen, werden diverse wilde en minder wilde plannen gesmeed voor betaalbare woningbouw. Een conclusie was om het vermogen van corporaties veel meer te gaan inzetten voor goed en betaalbaar wonen.
Tot slot Vincent Gruis maakt de balans van de middag op. “We zijn dit Vanenburg Bestuurdersoverleg Woningcorporaties drie jaar geleden begonnen met de vraag wat onze visie is, waar we als corporaties van zijn. Die vraag is nog steeds actueel, zo bleek vandaag ook weer. Nu kunnen we deze vraag stellen in het licht van de verandering en daar maak je het krachtiger door.” Karel van Berk concludeert: “We zijn in deze sector allemaal een soort vastgoedbedrijven geworden, die zijn losgezongen van hun oorsprong, waar het honderd jaar geleden om begon. Ik wil dat anker weer zoeken, zeker in deze tijd. Daarom ga ik het gesprek aan met onze huurders.” En daarmee sluit hij aan bij wat Floor Ziegler in het begin van dit overleg zei: met elkaar praten om vervolgens samen te doen is dè opdracht van deze tijd.
6
Verslag Vanenburg Bestuurdersoverleg Woningcorporaties, 9 oktober 2014
Enkele tweets van de Kennispartners van het Vanenburg Bestuurdersoverleg Woningcorporaties: Wobbe van der Meulen @BMCadvies Om te veranderen moet je dezelfde taal spreken. En veranderen lukt alleen als het #verhaal klopt. #VBOverleg #BlomBergInstituut Justus Temme @WoningNet #Verbindingen leggen en buiten de kaders denken. Daar gaat het om. #woningcorporaties #BlomBergInstituut Flip Goudsmit @cegekadsa Er zijn te veel regels. Laat meer aan de mensen over: aan medewerkers, aan bewoners, aan bouwers. #woningcorporaties Erik Schijvens @BDO De samenleving organiseert zich in #netwerken, #woningcorporaties zijn nog steeds klassiek georganiseerd. Hoe vormen zij zich om tot #netwerkorganisaties? Ernst van der Leij @BrinkGroep Laten we niet bedenken hoe het moet, maar laten we het vragen. #huurders #woningcorporaties
7