Aanleiding - Kavel - Tekeningen - Materialen - Financiering - Worsteling - Bouw - Gemeente Zonnepanelen - Verhuur - Gevolg
het bouwproces van De Groene Leguaan DE STRIJD VAN EEN DUURZAME BOUWER Hendrik Gommer Koos Dijksterhuis Internetpublicatie Shareware Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteur. Wel is het toegestaan deze tekst in zijn geheel, dus inclusief dit blad, te vermenigvuldigen en de verspreiden. Per exemplaar gaarne een bedrag van 5.- storten op giro 8200236 t.n.v. Stichting De Groene Leguaan te Stavoren. De uitgeprinte tekst is te bestellen door 25 gulden over te maken op hetzelfde gironummer. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. tekst: Hendrik Gommer bewerking & redactie: AABC / Koos Dijksterhuis Fotografie: Hendrik Gommer © 2000 De Groene Leguaan Middelweg 51, 8715 EV Stavoren. Tel.: 0514-682452 Fax: 0514-682458 E-mail:
[email protected]
Website: www.leguaan.com 'In de lege ruimte zag ik de blauwe aarde verschijnen. Met een enorme vaart kwam de bol dichterbij, waarbij het prachtige blauw verkleurde naar grijs. Het leek of ik door een rookgordijn dook. De rook bleek afkomstig van miljarden pijpen, die hun gif de ruimte inbliezen. Het verbaasde mij dat mensen dit konden toelaten.' Uit: De openbaring van Job, Hendrik Zwirda Dit verhaal berust op waar gebeurde feiten. De aaibaarheid van duurzaam bouwen 'Nei de stream fan foarbyldprojekten moat it no mar ris normaal wurde' stelt de gedeputeerde Sicko Heldoorn in de Friese provinciale commissie Ruimtelijke Ordening (Leeuwarder Courant 1 december 1999). Hij bedoelt daarmee dat het duurzaam bouwen na projecten als de Leguanen van Stavoren nu maar eens zonder hulp van de provincie uit de klei getrokken moet worden. Begin 1997 ben ik het nog met de gedeputeerde eens. Het milieuvriendelijk bouwen zou in 2000 normaal moeten zijn. Zo normaal dat alle huizen in dat jaar echt duurzaam gebouwd zouden moeten kunnen worden, zonder dat er nog maar een cent subsidie aan te pas hoeft te komen. Mijn partner Elsa en ik menen ook dat dat kan en zijn vastbesloten dat aan te tonen. Inmiddels hebben we de Leguanen van Stavoren gebouwd en is de bouw van een Leguaanwoning in Deventer zonder subsidie en zonder veel meerkosten van start gegaan. 'De provincie dient ervoor te waken om enthousiast achter het onderwerp Duurzaam bouwen aan te blijven rennen allinnich fanwege de hege aaibaarheidsfaktor,' vindt Heldoorn. 'Het wordt nu tijd dat particulieren zelf duidelijk maken wat zij over hebben voor duurzame bouw.' Met andere woorden: Wij vinden dat wij genoeg hebben gedaan als provincie, we hebben er geen zin meer in.
Dagvaarding Duurzaam bouwen zou doodgewoon moeten zijn, maar dat is het niet. Nog lang niet; dat hebben wij wel gemerkt toen we de Leguanen bouwden. Voordat het zover is, moeten opdrachtgevers, aannemers, uitvoerders en architecten weten wat duurzaam bouwen is, hoe je het doet, waar je hoogwaardige, milieuvriendelijke materialen vandaan haalt. Als een overheid echt wil dat duurzaam bouwen gewoon wordt, dan moet ze juist niet het bijltje erbij neergooien. Dan moet ze het goede voorbeeld geven. De provincie Friesland loopt landelijk gezien zelfs achter op het gebied van duurzaam bouwen, ondanks ons project. Nu is mij regelmatig de moed in de schoenen gezonken tijdens de bouw van de Leguanen. De vele tegenwerking en tegenslag hebben me regelmatig tot wanhoop gebracht. Hoe vaak heb ik niet gedacht: 'Ik stop ermee, ze zoeken het maar uit.' Maar telkens beuren mensen me weer op met de verzekering dat we al veel bereikt hebben. Dat we ons niet voor niets inspannen. Ik kan me best voorstellen dat ook een gedeputeerde wel eens de moed verliest. Vandaar dat ik Heldoorn, middels een brief in de voor mij niet uitzonderlijke strijdbare toon, heb uitgenodigd naar de Groene Leguaan te komen, om in een echte voorbeeldwoning en in een gemoedelijke sfeer met elkaar van gedachten te wisselen. Mijn brief is slecht gevallen, zo mag ik concluderen uit zijn antwoord: 'Graag had ik eens een werkbezoek aan uw project willen brengen, aangezien ik regelmatig in Stavoren kom. Uw brief van 1 december jl. die meer de vorm van een dagvaarding dan een uitnodiging heeft, doet mij daar vanaf zien.' Onmiddellijk heb ik hem een spijtbetuiging geschreven over de verkeerde toon, die
voortkomt uit mijn betrokkenheid bij het milieu en bij duurzaam bouwen. En misschien druk ik me wat al te strijdbaar uit. Een antwoord daarop heb ik nooit ontvangen. De provinciaal verantwoordelijke voor Ruimtelijke Ordening wil niet meer praten met de initiatiefnemer, projectleider en eigenaar van het enige echt duurzame bouwproject dat de provincie in december 1999 rijk is. Hij zou hier kunnen zien hoe ver duurzaam bouwen kan gaan en welke beperkingen er zijn. Een project dat met steeds andere vernieuwingen in het nieuws komt, bijvoorbeeld omdat er maar liefst 14 verschillende systemen voor opwekking van zonne-energie met elkaar vergeleken worden, iets wat nergens anders in de wereld op dezelfde schaal plaatsvindt! Een project dat nieuwsgierigen uit binnen- en buitenland trekt. Dat op televisie verschijnt in Zwitserland, Duitsland, Italië en Frankrijk. Maar de gedeputeerde van ruimtelijke ordening wil dat niet zien omdat de eigenaar onaardig is geweest. Gemiste kans Steeds meer verbaas ik mezelf over het feit dat er in Stavoren negen zeer milieuvriendelijke woningen staan, voorzien van 375 vierkante meter aan zonnepanelen. De Leguanen van Stavoren zijn binnen 1 jaar gerealiseerd: van eerste plan, via de tekeningen en onderhandelingen met gemeente en aannemer, tot de oplevering. Zelfs voor een willekeurig nieuwbouwproject is dat razendsnel. Hoe dat in vredesnaam is gelukt, begrijp ik inmiddels al nauwelijks meer. Zou ik er, terugkijkend op dat hectische jaar, opnieuw aan beginnen? Misschien wel. Ondanks alles blijf ik een onverbeterlijke optimist, een naïeve idealist misschien zelfs. Mijn naïviteit blijkt wel uit mijn verwachting drie jaar geleden dat met de Leguanen de toon gezet zou zijn voor duurzaam bouwen, en dat vele écht duurzame bouwprojecten zouden volgen. Vanzelf, zonder dat we er iets voor hoeven te doen. Inmiddels denk ik een stuk cynischer over de praktijk van het duurzaam bouwen. Nog steeds worden complete woonwijken en bedrijventerreinen uit de grond gestampt met slechts een marginale aandacht voor milieuvriendelijke materialen en technieken. Huizen die 100, misschien wel 200 jaar blijven staan. Wat een ramp dat bij deze woningen niet eens rekening wordt gehouden met het plaatsen van zonnepanelen, door er ruimte voor te reserveren op de zuidkant van het dak. Wat een gemiste kans! Dat de gedeputeerde van milieu aan de illusie vasthoudt dat het allemaal vanzelf wel goed komt is jammer, erg jammer. Duurzaam bouwen is helemaal niet zo aaibaar als de gedeputeerde denkt. Het heeft geen aai over de bol, maar een flinke duw in de rug nodig. Want dat verregaand duurzaam bouwen mogelijk en betaalbaar is, bewijzen de Leguaanwoningen wel. Wie Stavoren uit Warns nadert, ziet de Leguanen al liggen. Een bedrijfswoning en acht vakantiehuizen. Van hout. In de kleuren rood, blauw, geel en groen. Ze liggen er vredig bij. Maar wat daar niet aan vooraf is gegaan! Hoofdstuk 1 Milieuvriendelijk bouwen? Geen probleem! Een milieuvriendelijke woning bouwen? Eerst loop je tegen het gebrek aan
bouwgrond aan. Als particulier kun je moeilijk grond krijgen, waar je je idealen zou willen verwezenlijken. De grond is vergeven aan projectontwikkelaars en aannemers, die zo snel mogelijk, met zo weinig mogelijk moeite zo veel mogelijk huizen willen bouwen. En als je een lapje grond vindt, dan mag daar geen houten huis op staan, moeten de woningen wit zijn of juist rood, mag de vorm niet afwijken van de traditioneel gebouwde panden in de buurt. Of het duurt eeuwen voor de grond ter beschikking komt. In de winter van 1996/'97 besluiten we te verhuizen. Onze boerderij in Cornwerd is te vochtig en te tochtig voor Elsa, die twee jaar geleden een zware operatie heeft ondergaan vanwege darmkanker. We kijken dus uit naar een warm en comfortabel huis. Zoekend in Friesland komen we steeds nieuwbouw tegen, die doet denken aan de kleuterschooltekeningen van onze dochter van 5: een wit vierkant met een oranje driehoek erop. Het lijkt of er geen visie meer achter woningbouw zit, of het moet zijn: onderhoudsvrij, rechtlijnig, goedkoop en nietsontziend. Met het milieu wordt al helemaal nauwelijks rekening gehouden. Als wij melden dat we wat anders zouden willen, blijkt daar een fors prijskaartje aan te hangen. En vaak is op een kavel maar een beperkt aantal types mogelijk.
ook wel 'witte schimmel' genoemd.
Witte vierkantjes met oranje daken,
Een Finnlog-huis lijkt ons wel wat. Dat is een woning van vierkante houten balken die je kunt opstapelen, zonder houten skelet. De woonkamer zou op de eerste etage moeten komen. Maar als we zoiets willen, moeten we zelf een huis bouwen. Op zoek dus naar een kavel. Het liefst in Makkum, waar Elsa werkt als onderwijzeres. Daar komen kavels vrij, maar dat duurt nog een paar jaar en die blijken bestemd voor projectontwikkelaars. Vriesland Een koude schuur bevroren gras dat knispert bij het lopen de sloten nergens open en buiten is het guur.
In de kachel knapt het hout
het dakraam vol met sneeuw de vroegste winter van de eeuw op de weg geen zout.
Anders is het in de stad, zelfs des nachts is daar licht geen gracht ligt er dicht benzinedampen zat.
Cornwerd, November 1994, Hendrik Gommer
Eind februari bezoeken we de beurs Huis '97 in Leeuwarden. Misschien dat we daar wijzer worden. Op de stand van de Vereniging voor biologische architectuur VIBA leer ik wat bij over vlasisolatie en natuurlijke kookverf. Bij de kraam van nuon, het energiebedrijf, vertelt een medewerker dat de warmtepomp rendabel is voor particulieren. Daarmee kun je aardwarmte oppompen om je huis te verwarmen. Dat maakt ons nog enthousiaster. Een milieuvriendelijke woning met een warmtepomp, draaiend op zonne-energie; we zien het al voor ons. Niet alleen gebouwd van uiterst milieuvriendelijke materialen, maar ook nog eens zuinig met energie. Meteen maar even geïnformeerd bij de aannemers op de beurs. Milieuvriendelijk bouwen? Geen probleem! Na de beurs vragen we overal informatie over het bouwen van milieuvriendelijke huizen. De keuze blijkt overweldigend. Vrijwel iedereen zegt milieuvriendelijk te bouwen. Het goedkoopste huis is van beton en het duurste? Ja hoor, het duurste is uitgerekend dat wat wij op het oog hebben: een woning van houten logs. Rommel We vinden een mooi kavel, in Workum. Op het kavel ligt al een optie van een aannemer. Maar volgens de makelaar is ook deze aannemer graag bereid duurzaam te bouwen. 'Wij willen geen rommel rond de bouwplaats,' is zijn reactie als ik meld dat we graag een bio-ecologisch huis willen. Mijn enigszins sjofele uiterlijk zal hem afgeschrikt hebben. Ik draag geen pak, geen stropdas, maar een sweater en een leren jas, er zit verf op mijn schoenen. Vervolgens dreigt hij dat ik op zo'n 20 procent meerkosten moet rekenen. Later ontdek ik dat dat de slogan is zodra je over duurzaam bouwen begint. Men heeft daar geen verstand van en rekent voor de zekerheid een stuk meer. Cellulose is duurder dan steenwol, polybutyleen en pp zijn duurder dan pvc, een grasdak is duurder dan een balkon. Dat lariks goedkoper is dan tropisch hardhout, daar hoor je nooit iemand over. De derde kanttekening die de aannemer opsomt, is dat we slechts kunnen kiezen uit vier vastgestelde typen, oplopend in prijsniveau. Overal kom je die vastgestelde typen tegen. Gewone huizen met een enkele aanpassing ten bate van het milieu: geen steenwol maar glaswol,
kalkzandsteen in plaats van baksteen. Meer niet. Een huis gericht op de zon, weinig glas op het noorden, voldoende oppervlak voor zonnepanelen, afsluitbare serre? Nooit van gehoord. Toch nemen we een optie op de grond, want de kavel is mooi gelegen. Drie weken later trekken we de optie weer in. Met duurzaam bouwen heeft dit niets te maken; de aannemer weet nauwelijks dat het woord 'duurzaam' twee kanten heeft. Hij weet niet waar je cellulose moet bestellen, hoe je een groendak aanlegt, wat een warmtewand is. Leem? Kan een stukadoor dat? Wij bouwen altijd met cellenbeton, is dat niet goed dan? Milieuclassificatietoets? Wat is dat? Is purschuim niet milieuvriendelijk? pur is nota bene een van de schadelijkste materialen!
Duurzaam bouwen (?) Makkum Anno 2000, hardhouten kozijnen, PUR, beton, stalen latei en PS-isolatie. Help!
Het plan is geboren Als aannemers geen verstand hebben van duurzaam bouwen, zal ik dat zelf moeten uitzoeken. Dat zal een tijdrovende studie vergen: praten met milieu-organisaties, boeken over bouwtechniek lezen, milieu-analyses van bouwmaterialen verzamelen, uitzoeken welk materiaal degelijk, milieuvriendelijk en betaalbaar is en waar je het kunt kopen. Misschien kan ik te zijner tijd anderen over duurzaam bouwen adviseren. Dan hoeft men niet datzelfde wiel opnieuw uit te vinden. Want om nou al die moeite alleen voor ons eigen huis te doen? We zouden er een voorbeeldwoning van moeten maken! Ook Elsa is daarvoor te porren. Een zeer milieuvriendelijk gebouwde en energie-zuinige woning op een opvallende plaats. Misschien kunnen we naast het huis een gastenverblijf maken, of een vakantiewoning. Zodat je gasten kunt huisvesten en cursussen of demonstraties kunt geven. Het plan is geboren. In de gemeente Wûnseradiel is een recreatiepark in aanbouw, waar nog genoeg kavels vrij zijn. Begin april 1997 praat ik met de directeur van dat Villapark Makkumerstrand. De man is enthousiast over mijn voorstel voor houten bungalows. Hij heeft nog wel een hectare braak liggen. Daar passen ruim 16 huizen
op! Ook nuon ziet wel iets in een voorbeeldwijk met warmtepompen en photovoltaïsche (PV) zonnepanelen. Houtlogbouwer Finnhouse wil maar wat graag de huizen bouwen. Vol vertrouwen op de goede afloop stap ik in de onderhandelingen. Nou ja, vol vertrouwen. Ik deponeer ons idee nog wel even bij de belastingdienst. Dan kan een ander niet zomaar mijn plan overnemen zonder dat ik er mee instem. Later zal iemand uit onverwachte hoek inderdaad proberen met mijn woning-idee aan de haal te gaan en dan blijken we mede dankzij die registratie het plagiaat aan te kunnen tonen.
Eerste schets, april 1997
Eind april staan mijn geplande woningen en een ontvangstruimte, eventueel verwerkt in een bedrijfswoning, geregistreerd onder de naam Bever. De bever bouwt zijn woning van hout en aarde, met een ondergrondse watervoorziening. Belangrijke grondstoffen voor onze Bever-woningen zijn ook hout en aarde (voor het groendak en in de vorm van leem), terwijl het regenwater in een ondergrondse opslag opgevangen wordt voor huishoudelijk gebruik. Bever is een afkorting van Biologisch
Zoveel mogelijk natuurlijke materialen, waarbij gelet wordt op de gezondheidseffecten op de mens.
Ecologisch
Minimale aanslag op het milieu.
Vormefficiënt
Zo efficiënt mogelijk gebruik van zon, ruimte en materiaal. Oriëntatie op het zuiden, weinig ramen op het noorden, weinig uitstulpingen.
Energieneutraal
(Mogelijkheid) tot energie-zelfvoorziening. Isolatie, warmtepomp, warmtemuur, passieve en actieve zonne-energie.
Regenererend -
Grond-oppervlak grotendeels teruggeven aan de natuur door groene daken. Hout dat in cycli is geteeld (Scandinavisch grenen en vuren). Warmteverlies zoveel mogelijk terugwinnen.
Doorsnede Leguaan-wand. Fermacell, bouwpapier, cellulose, vuren, houtvezel en lariks. Helemaal ademend. Gezonde omgeving In bio-ecologisch bouwen wordt niet alleen rekening gehouden met energieverbruik en milieu, maar ook met een gunstig binnenklimaat. Dankzij de ademende schelpenvloer en de wanden van leem en cellulose kan het vocht uit de woning ontsnappen. Dat verkleint het risico op vochtproblemen. Te droog zal het evenmin gauw worden, omdat leem, cellulose en schelpen vocht opnemen bij een hoge en afstaan bij een lage vochtigheidsgraad. Hout heeft een positieve invloed op de ionenbalans in de woning, goed voor de lichamelijke afweer. Schadelijke radonstraling is er minder dan in gangbare woningen doordat een kruipruimte ontbreekt, waar radonstraling zich ophoopt. Er is geen giftig formaldehyde in de woning gebruikt, dat het zogenoemde sick building syndrome veroorzaakt: hoofdpijn en concentratiegebrek. De warmtewanden stralen warmte uit zonder eerst de lucht op te warmen. Daardoor krijg je een aangename warmte die als de zon loodrecht op je
lichaam straalt.
Ik loop met mijn kop in de wolken te dromen over de Bever-woningen. Ik hoop zo vurig dat ze er komen, dat ik magische aanwijzingen ga zoeken die me zekerheid geven over de toekomst. Zoals een verliefde jongen bloemblaadjes telt om er achter te komen of het meisje van zijn dromen ook wat voor hem voelt, zo zoek ik naar tekenen. Er is deze maand aan de noordelijke hemel elke avond een komeet te zien. Zou dat een voorteken zijn? Een positief teken? Een nieuw begin? Er staat iets te gebeuren en ik zit op het goede spoor. Elsa en ik praten avond aan avond over de kansen op de verwezenlijking van ons project. Ik leg de directie van het Villapark een eerste plan voor. Zo wijs ik erop dat de woningen niet te dicht op elkaar kunnen staan, om ook 's winters gebruik te kunnen maken van passieve zonne-energie. Dat betekent dat de zon naar binnen kan schijnen, wat juist 's winters aangenaam is en in de stookkosten scheelt. Ze zouden wat dichter bij elkaar kunnen staan als de noordgevel laag gehouden wordt. Bovendien moeten alle woningen op het zuiden georiënteerd zijn. Voor de actieve zonne-energie (photovoltaïsche zonnepanelen) is op het dak minimaal 40 vierkante meter ruimte nodig met een helling van 35 á 40 graden. Verder zullen we bij het aanleggen van nutsvoorzieningen rekening moeten houden met milieuvriendelijke toepassingen, zoals rioolbuizen van pp of keramiek en geen pvc, straatverlichting op zonne-energie, milieuvriendelijke bestrating. Waarschijnlijk loop ik te hard van stapel voor de grote jongens van nuon, Finnhouse en Villapark. Belangrijke mensen hebben hun agenda boordevol staan en wat ik in een dag uitzoek, daar hebben zij een maand voor nodig. Voor je kunt bouwen moet je uiteraard weten waar welk huis komt. Daarom hebben we op de eerste bijeenkomst in april afgesproken dat de vertegenwoordiger van nuon de verkaveling zal uitzoeken. Daar heeft hij een maand voor nodig, zodat de tweede vergadering in mei plaatsvindt. Maar zelfs die maand blijkt niet genoeg: de nuon-medewerker is vergeten de verkaveling uit te zoeken. Wel heeft hij een prachtige bouwtekening meegenomen die hij ook wel wilde bouwen op de betreffende kavels. Dan zouden er vier woningen van ons komen en 12 nuon-woningen. Ik vind alles best, als daarmee mijn Beverwoningen mogelijk worden. Later zal blijken dat het initiatief van die nuon-woningen van die medewerker persoonlijk is en niet gewaardeerd wordt door de directie. Daar zal dus nooit wat van terecht komen. Maar dat weet ik nu nog niet. Het is eind mei en ik wacht op een voorstel voor de opzet van een wijk. De verkaveling wordt alsnog gemaakt. Zoek de graal! Deze wachttijd geeft me een adempauze na de wervelwind van de oriëntatiefase, maar is ook een periode van knagende onzekerheid. Zal het lukken of loopt het vast? Een complete wijk bouwen is wat anders dan één of twee huizen. Bovendien heb ik nu niet meer alles in eigen hand. Ieder heeft zo zijn wensen en ik vraag me af of er van onze plannen genoeg overblijft. Kan ik mij bovendien wel handhaven tussen die grote jongens?
Ik heb nu tijd om na te denken, bijvoorbeeld over alternatieven. Een idee voor als dit alles niet lukt, ligt al klaar in één van de vele kamertjes in mijn hoofd. Vooralsnog een geheim kamertje, alleen toegankelijk voor mij en Elsa. Ondertussen hebben we een bod gehad op onze boerderij: te laag. Dat blijkt al niet zo'n groot probleem meer te zijn, want ook zonder de opbrengst ervan lijkt het plan door te kunnen gaan. Volgens mijn berekeningen kan het plan zichzelf bedruipen. Ik heb ruzie met een vriend die vindt dat ik te veel over geld praat. Daardoor wil hij over mijn bouwplannen niets meer horen. Blijkbaar remmen niet alleen aannemers en gedeputeerden een enthousiast duurzaam bouwer af. Ook persoonlijke vrienden kunnen tegenwerken. In mijn jeugd werd ik door mijn vrienden al uitgemaakt voor gierigaard. Ik heb mijn geld nooit willen uitgeven aan luxe en brasserijen. Geld stoppen in bier en sigaretten zag en zie ik als verspilling. Ik wil het efficiënt gebruiken, ergens in investeren wat het waard is en waarmee het zich op den duur terugverdient. De vriend wil alleen mijn idealistische kant kennen en verafschuwt het pragmatische in mij. Het verhuren van appartementen, beleggen in aandelen of bouwprojecten heeft voor hem een vieze smaak. Dat zijn volgens hem maar oppervlakkige zaken, die je afhouden van je talenten. Eerst schreef ik tenminste een geagiteerd boek. Dat was nog eens wat. Ja ja, een boek schrijven is interessant. Maar de meeste boeken zijn weinig vernieuwend, al zie je dat niet aan het kaft. Een apart huis daarentegen springt onmiddellijk in het oog. De meeste woonwijken zijn zo saai. Laat ik liever een opvallend huis bouwen! Een huis dat tegelijk een verhaal is, toch een soort boek is. Waarin realiteit en droom, het alledaagse en mythische verenigd zijn, cultuur en geld. Want zonder droom kan ik niet leven, maar in de bouw worden de financiële belangen nauwkeurig afgewogen. Ik droom dus verder en tel uit hoeveel de verwezenlijking ervan gaat kosten. Waar zouden we zijn zonder dromen? Je kunt je blindstaren op alle ellende in de wereld en er depressief van worden, maar wat bereik je ermee? Nog meer verdriet. De mensen in je omgeving laten je links liggen, omdat ze niet vrolijker van je worden en zelf word je alleen maar ongelukkig. Of cynisch. Ik ben cynisch geweest, ben het nog. Maar, ik ben mijn idealisme aan het terugvinden. De mensen waar ik mee samenwerk, helpen daarbij. Velen van hen zijn idealist gebleven, ondanks alle tegenslagen. Het lijkt soms wel alsof ze me een zetje willen geven, alsof ze willen zeggen: Ga door, jongen, zoek de graal! Openbaring Waar ik in het verleden niemand kon overtuigen, ontmoet ik nu slechts enthousiasme. De leveranciers, de overheden, de financiële instellingen, de toekomstige medewerkers, vrienden, mijn gezin, ze zijn allemaal blij voor mij en willen graag meewerken. Logisch zou je zeggen, want de filosofie erachter staat als een huis. Maar voor mij is dat anders. In het verleden heb ik dat vaker gedacht en telkens kreeg ik de kous op de kop. Niemand zit te wachten op vernieuwing. Als docent levensbeschouwing word ik weggehoond. Twee dagen per week geef ik dat vak in Den Haag. Dan reis ik op en neer uit Friesland. Ik heb het vak van een ouderwets soort godsdienst veranderd in echte levensbeschouwing, met ruimte voor
alle religies, filosofieën, psychologie, zelfs biologie. De leerlingen zijn enthousiast. Ik vind dat het vak serieus hoort mee te tellen bij de beoordeling. Maar de schoolleiding en het bestuur willen geen verandering. Ik overweeg mijn ontslag in te dienen. Op een ingezonden artikel in Trouw, waarin ik mijn zorgen uit over milieuvervuiling, komt een handjevol reacties. Mijn boek De openbaring van Job ligt in ongelezen stapels in de schuur. Geen uitgever heeft belangstelling. Ik heb het dus maar in eigen beheer uitgegeven, het krampachtig geprobeerd te slijten. De hoofdpersoon Job stelt zich de grote levensvragen. Als hij een ongeluk krijgt en op het randje van de dood zweeft, krijgt hij een openbaring over de verwoesting van de aarde. Hij keert op aarde terug in een poging de mensheid te redden. Maar het lukt ook Job niet zich tot het niet-egoïstische, duurzame pad te beperken. Tijdens het schrijven heb ik maanden in een droomwereld geleefd. Nu trekt de mist in mijn hoofd langzaam op. Het schrijven heeft een brug gevormd van een oud naar een nieuw leven. Het boek spoort me aan tot grotere daden en geeft me daar de energie voor. Met het Bever-project kan ik mijn verhaal op een andere manier vertellen. En dit keer zijn er genoeg mensen die luisteren. Ik zal ermee laten zien dat Jobs openbaring geen onzinnige fantasie is. De mensheid zit echt op de verkeerde weg, terwijl dat helemaal niet nodig is. Te duur? Een idee is één ding, het moet nog wel zijn vorm krijgen in de werkelijkheid en die is weerbarstig. De huizen die ik wil bouwen zijn nauwkeurig beschreven, ik heb tekeningen gemaakt. Maar nu blijkt dat de constructie toch een aantal eisen stelt, waardoor het ontwerp gewijzigd moet worden. In slaapkamers moeten plafonds een bepaalde minimumhoogte hebben, andere dan standaard dakvormen zouden te duur zijn en zo zijn er nog talloze voor mij onbekende bouwvoorschriften. De adempauze is voorbij. De kosten vallen hoger uit dan gepland. Naast bouwmaterialen heb ik arbeidskrachten nodig, want in mijn eentje red ik het niet. Regenwateropvang, warmteopslag, warmtewanden, zonnepanelen... alleen al een eenvoudig grasdak voor de noordzijde kost 10.000 gulden per huis. Te duur! De ing-bank lijkt toeschietelijk, maar wil bij nader inzien geen geld lenen. Ze vinden de aanvraag niet genoeg onderbouwd. Er moet een gedetailleerd projectplan komen, met financiële onderbouwing van een accountant. Moeten we er niet mee stoppen? Laat iedereen het maar uitzoeken. Waarvoor zou ik al die moeite doen, als een bank me al niet eens vertrouwt? Waarom zou ik me inzetten voor een betere wereld als mensen er niet in geïnteresseerd zijn? Het zou zo makkelijk zijn om alleen een gewoon huis voor onszelf te bouwen. Elke avond bekruipen me zulke gedachten, maar 's morgens begin ik toch weer te bellen. Misschien is er iets van de prijs af te krijgen, misschien vallen de subsidies wel mee, misschien kan de overheid mij een borgstelling verlenen. Of zou de ingbank alsnog te overtuigen zijn?
Gisteren reed ik nog door een nieuwbouwwijk. Dan denk ik aan mijn eigen plan. Wat zou het zonde zijn als ik het niet voor elkaar kon krijgen! Goedbetaalde directeursbaan De klad zit er in. Ik weet niet of ik nog door kan gaan. De directeur van het Villapark wil dat ik directeur word van een BV binnen het park. Dat zou om subsidieredenen verkiesbaar zijn boven een aparte onderneming. Ik moet aandelen kopen van het Villapark, dat dan op zijn beurt geld stopt in mijn project. Ik kom dan wel onder de directeur van het Villapark en de aandeelhouders te staan. Zonder deze opzet ziet hij weinig mogelijkheden voor het project. Although we see them as the crazy ones, It's the people who are crazy enough to think they can change the world, who actually do.
Na een nacht slapen, een paar kilometers hardlopen en diepgaand overleg met Elsa concludeer ik dat deze opzet niet aanvaardbaar is. Ik zou dan in een bestaande organisatie gaan meedraaien, waar ik maar heel weinig invloed op kan hebben. En ik heb juist zo'n behoefte aan onafhankelijkheid. Met opzet heb ik aanvankelijk voor vier naast elkaar liggende kavels gekozen, omdat ik op die manier een kleinschalig project had zonder al te grote invloed van derden. Langzamerhand raak ik mijn grip op het geheel kwijt. Van mijn eenmansbedrijfje is weinig meer terug te vinden. Het is niet meer dat frisse, heldere initiatief van vier maanden terug. De directeur hamert er nu al voortdurend op dat het project niet meer mag kosten dan de eerste raming. Je zult zien dat ze de ene concessie na de andere doen als duurzame materialen of technieken duurder blijken te zijn. En dan heb ik geen beslissingsrecht meer.
en hellend dak op oosten. Een energetisch gedrocht.
Woning met glaswand op westen
Nee, misschien zou het Villapark me ooit een goedbetaalde directeursbaan opleveren, maar dat is nooit mijn ambitie geweest. Geld is voor mij een middel om
idealen te bereiken, niet een doel op zich. De afgelopen weken ben ik meer bezig geweest met geld dan met huizen. Spelen met geld is leuk, maar het mag mijn leven niet beheersen. Daarin moet ik de vriend met wie ik ruzie had wel gelijk geven. Terug bij af. We zouden eerst vier woningen in Makkum bouwen, even later waren het er al zestien en nu is het weer helemaal nul. Finnhouse is de laatste vergadering niet eens meer op komen dagen. Ze vinden Makkum te ver weg. Tenslotte laat de gemeente het afweten. Ze zeggen dat houten huizen met verschillende kleuren niet passen bij een villapark van witte huizen met oranje daken. Ze stellen een andere plek in Makkum voor. Die grond zal begin 1999 bouwrijp zijn. Begin 1999? Dan moet duurzaam bouwen al ingeburgerd zijn! En is er geen voorbeeldproject meer nodig. Ik heb sterk overwogen het hele project aan de wilgen te hangen. Maar ik laat me niet meer uit het veld slaan, ergens zal wel een mogelijkheid opduiken. Dat kan niet te lang duren, want intussen is de boerderij verkocht. Ik kan een Bever-project nu zelf financieren, met subsidies en familiegeld. Bovendien heeft nuon beloofd mij te helpen zoeken naar een andere lokatie. Een paar weken later wijst de nuon-medewerker ons op Stavoren. En warempel; daar is een recreatiepark gepland: het Ecoplan. De landtongen en waterpartijen zijn al uitgegraven, maar wegen, riolering, waterleiding- en elektriciteitsnet zijn er nog niet. Stavoren is een prachtige vakantieplaats, er is juist dit jaar een strand aangelegd, het ligt dicht bij de bossen van Gaasterland, het heeft vele havens en twee sluizen, er zijn veel fietspaden, het heeft een station en een bootdienst naar Enkhuizen. Stavoren wordt wel het zonnigste plekje van Nederland genoemd, leuk voor de gasten en goed voor zonnepanelen. Daarbij liggen de kavels prachtig aan de rand van een natuurgebied. Je bent gek als je daar niet een huis wil hebben... De verkoper van de grond en de architect kunnen aan al mijn eisen tegemoet komen. Architect Fokke de Boer heeft verstand van duurzaam bouwen en wil ecologische vakantiehuizen neerzetten. Hij werkt mijn ontwerp verder uit... Eindelijk een plek. Nu kunnen we de vaart erachter zetten. Bouwen die Bevers. Maar eerst de bouwtekeningen.... Hoofdstuk 2 De tekeningen In de tekenfase loopt men ten eerste tegen ruimteproblemen op. Passen alle woonfuncties wel in de woning? Liggen boiler, badkamer en keuken wel dicht bij elkaar. Maar daarnaast heeft de welstandscommissie ook ondoorgrondelijke verlangens. Waar elders juist kleur gevraagd wordt, blijkt op jouw kavel juist kleur ongewenst te zijn. Zelfs kan het gebruik van hout als probleem opgevat worden. En natuurlijk de vorm, die wil nog wel eens anders zijn dan men verwacht. Eind juni 1997. Het basisontwerp heb ik allang klaar. Daar kan een architect volgens mij niks aan toevoegen. Finnhouse maakt in juni voor 700 gulden een schetsontwerp
aan de hand van onze wensen. De tekenaar somt de onmogelijkheden van mijn ontwerp op. De woning is te duur en past niet in het bouwbesluit. Daarin staat bijvoorbeeld dat er geen wasmachine-aansluiting in de keuken mag zitten. Hoe het dan wel moet weet de tekenaar van Finnhouse ook niet direct. Dus toch naar de architect. Mijn inmiddels verbeterde ontwerp is goed, maar hij wil het wat verfraaien. De dichte noordzijde zou door de welstandscommissie niet geaccepteerd worden. Bomen op die plaats? Die worden niet meegeteld in de beoordeling. Een balkon wordt toegevoegd, een afdakje, de serre niet over de hele zuidzijde maar iets kleiner, het dak iets opgetild, een uitbouwtje aan de achterkant. Kost dat niets? Nee hoor, de aannemer rekent naar kubieke meters. De welstandscommissie eist ook een volstrekt zinloze deur in de noordgevel van een verbindingsruimte tussen twee woningen. Die deur kost wel een lieve duit en zal later altijd op slot zitten. Fokke de Boer ontwerpt de Bever-woningen en maakt er een prachtige kleurendruk van. Daarmee kan ik me presenteren bij leveranciers en de bank. Ik deponeer het merk Bever bij het Benelux Merkenbureau. Prompt komt er een boze brief van automatiseringsbureau Bever. We mogen die naam niet gebruiken op straffe van een gerechtelijk dwangbevel. Dat is even slikken, Bever is zo'n goede naam en ik ben er zo aan gewend. Ik ben de hele dag chagrijnig, totdat ik 's avondseen andere naam bedenk. Een veel betere naam zelfs: Leguaan. Every crisis is an opportunity! Volksgeloof Leguanen houden zich op bij het water, zijn vreedzaam van aard en meestal vegetarisch. Ze zijn koudbloedig en moeten hun lichaamswarmte uit een zonnebad halen. Bepaalde uitsteeksels gebruiken ze om het instralingsoppervlak van de zon te vergroten. Als zonnepanelen. Verschillende leguanensoorten worden met uitsterven bedreigd. Daardoor leent de naam zich voor deze huizen, die een weg uit de vernietiging van natuur en milieu willen wijzen. De leguaan wordt wel met licht- en zonnegoden in verband gebracht. Op het eiland Samoa wordt hij zelfs met de hoogste god geïdentificeerd. Hij symboliseert tevens de dood en wederopstanding en zodoende ook de kringloop in het leven. De ziel van de gestorvene kan volgens het volksgeloof in de leguaan herleven. Leguanen hebben evenals de negen woningen prachtige kleuren. Vandaar dat we de huizen vernoemen naar negen leguanensoorten.
Er zit schot in de zaak. De architect is druk bezig met tekenen van de drie types en de kleuren zijn vrijwel vastgelegd. De verwachte huuropbrengsten zijn bevestigd door het reisbureau waarmee we in zee gaan. Dat vergroot de kans op bankleningen. ingen asn zijn dat aan het overwegen. Onbegrijpelijk vind ik, gezien het bijzondere van het project en het kleine risico. Als onderpand hebben ze een stel prachtige huizen en nog doen ze moeilijk. Niettemin breekt ook bij mij het angstzweet herhaaldelijk aan alle kanten uit. 's Avonds heb ik tijd om te tobben: als het nu eens te duur wordt, als de opbrengsten
tegenvallen? Zal dit ons failliet betekenen? Kan ík het wel? Heb ik de juiste aannemer, de juiste installateur? Ik heb Elsa zelfs voorgesteld om een wereldreis van ons geld te gaan maken, maar ze wil daar niet van horen. 'Die woningen moeten er komen', vindt ze, 'het is een enorm goed plan en daarmee uit.' Vloeken en tranen Ik heb helemaal geen tijd voor getob en getwijfel. De grondeigenaar zwaait al met een koopcontract. Durf ik? Financiering, offertes en subsidies zijn nog niet rond. De tekeningen van de huizen zijn nog niet eens klaar. Maar als ik nu teken, kan de bouw rond 1 oktober beginnen. Ik teken het koopcontract, met een paar ontbindende voorwaarden. We zitten er niet aan vast als we geen bouwvergunning krijgen of als we de financiering niet rond krijgen. De eerste schetsen komen binnen over de post. Om de kostprijs acceptabel te houden, heeft De Boer de woning iets verkleind. Wat? Van de geplande 10 slaapplaatsen per woning zijn er maar 6 over? Onmogelijk! De architect weet toch dat die 10 slaapplaatsen noodzakelijk zijn? Anders wordt het project nooit exploitabel! Vloekend en met tranen in mijn ogen sluit ik me op in mijn studeerkamer. Na een half uur pak ik een potlood, teken de buitenwanden van de woning over en begin te schuiven. Zes uur later heb ik de indeling van beide woningtypen klaar, met ruimte voor 10 bedden. Bedden van 80 centimeter breed; dat wel. Maar waar moeten boiler en warmtepomp? Die zullen wel in de trapkast passen. Dat is ook de mening van de nuon-medewerker die het hele energiesysteem zal verzorgen. Op mijn vraag of nuon het energiesysteem op deze woning kan afstemmen, stelt men mij gerust: 'het energiesysteem komt in orde'. Het zullen prachtige woningen worden en perfect ingedeeld. En met een perfecte naam. Het aardige is namelijk dat de bedrijfswoning nu wat langgerekter wordt. Eerder de vorm van een hagedis dan van een bever. Architecten hebben nou eenmaal andere drijfveren dan energiezuinigheid en minimaal grondstofverbruik. De architect wil een kunstwerk afleveren. En een kunstwerk is al gauw een stuk duurder dan een functionele woning zonder versiering. Mijn basisontwerp van de Leguaan was eenvoudig en dus goedkoop. In Stavoren worden balkonnetjes en afdakjes aangebracht die, ondanks 's mans aanvankelijke ontkenning, later een aardige meerprijs met zich meebrengen. Maar al doet de architect nog zo zijn best, een wethouder noemt de woningen schuren. Anderen hebben het over kippenhokken en een architectuurcriticus vindt het hokkerige etalages met een rigide noordgevel. Gelukkig vinden pers en 95% van de huurders de huizen wel mooi. Hoofdstuk 3 Ander materiaal? Oké, toe dan maar De materiaalkeuze is een moeilijk onderdeel van het duurzaam bouwen, misschien wel het moeilijkste. Energieverbruik en vervuiling bij productie en transport, schade
aan natuur en landschap bij winning grondstoffen, afbreekbaarheid en recyclebaarheid als het spul uiteindelijk afgedankt wordt; aan elk materiaal kleven zoveel milieu-aspecten! Met een Europese houtsoort berokken je het milieu minder schade dan met een tropische hardhoutsoort. Maar zo'n verschil is in andere gevallen niet zo duidelijk. Is een niet-giftig kunststof dat je weg moet gooien beter dan een giftig, maar recyclebaar kunststof? En moet je je er dan niet eerst van verzekeren dat het afgedankte gif ook daadwerkelijk gerecycled wordt? Is aluminiumfolie, dat veel energie kost maar weinig materiaal verbruikt, als isolatiemateriaal nou beter dan schelpen? Meetsystemen voor milieubelasting zijn verre van volmaakt, materiaallijsten zijn meestal onvolledig. Onderzoeken spreken elkaar soms tegen en leveranciers hebben geen belang bij het aan de grote klok hangen van negatieve milieu-eigenschappen van hun product. De afweging die je maakt is een kwestie van gezond verstand, een even gezond wantrouwen en het lef om knopen door te hakken. Gezondheid! Quartzline vloerbedekking is duurzaam. Dat staat tenminste in de folder. Wij zoeken een milieuvriendelijke alternatief voor gelijmde tegels in de badkamer. Volgens de vertegenwoordiger is Quartzline precies wat we zoeken: een mix van natuurlijk grind en duurzame tweecomponenten hars. Hars? Ja zeker, bestand tegen alcohol, benzine en zelfs zwavelzuur. En toch milieuvriendelijk? Even de leverancier bellen: die vertelt dat het grind gebonden wordt door een mengsel op waterbasis. Water; dat klinkt altijd schoon en fris. Maar wat voor mengsel dan? Acrylaatmassa, polyurethaanlak en epoxycoating. Doe dan toch maar de gelijmde tegels. Andere keuzes zijn nog lastiger. Glaswol is een milieuvriendelijk isolatiemateriaal, stelt de fabrikant. Als ik aan de hoestbuien en de jeukende armen denk, die ik altijd kreeg na het werken met glaswol-isolatierollen, kan ik me daar weinig bij voorstellen. Inderdaad is glaswol volgens onderzoeken milieuvriendelijker dan steenwol. Dan is er ook nog cellulose, een isolatiemateriaal gemaakt van oud papier. Cellulose is beter voor het milieu dan steenwol, en gezonder voor de mens dan glaswol. Gezondheid telt niet mee in de berekeningen, maar wel in onze afweging. Vandaar dat we kiezen voor cellulose. Voor de stroomvoorziening overwegen we bio-elektriciteitskabels, omdat er geen pvc in zit. Later ontdekken we dat pvc-kabels toch de voorkeur genieten, omdat die te recyclen zijn. De biokabel is moeilijk recyclebaar omdat de delen nauwelijks te scheiden zijn. Bovendien zijn biokabels 5 keer zo duur. Tijdens de bouw van de eerste Leguanen ontdekt onze installateur in een lijst dat koper evengoed scoort als de polybuteen waterleidingen die we aanleggen. Reden om in de andere Leguanen koperleidingen toe te passen. Dat is namelijk veel goedkoper. Volgens latere onderzoeken scoort koper weer veel slechter dan polybuteen. We proberen zoveel mogelijk in de gaten te houden of een materiaal herwinbaar en dus van natuurlijke oorsprong is. Hout is een natuurlijk materiaal en herwinbaar. Na de houtkap groeien immers weer nieuwe bomen. Als je hout uit een Europees
productiebos neemt, tenminste. Tropisch hout uit het regenwoud is zo goed als onvervangbaar, dus dat willen we niet. Red-cedar uit Canada lijkt een duurzaam alternatief: dat is oliehoudend hout dat niet gaat rotten. Maar dan horen we dat daarvoor oeroude nevelwouden bij hectares tegelijk worden omgehakt. Wij kiezen larikshout uit Drenthe op een skelet van Scandinavisch vurenhout. Lariks is vetter dan grenen en veel goedkoper dan Red-cedar. Met een verfje erop gaat het tientallen jaren mee. Uit milieu-oogpunt is de traditionele alkydverf het beroerdst. De oplosmiddelen in die verf zijn heel giftig. De Viba (Vereniging voor biologisch bouwen) raadt ons kookverf op waterbasis aan: ingekookte stijfselpap van tarwebloem. Die verf is natuurlijk en bestand tegen de elementen.
oerbossen, bitumen dak, PVC-kozijnen en kunststof aftimmering.
Woning in 'Ecoplan': redcedar uit de
Op het dak willen we gras en vetplantjes. Zo'n groendak isoleert uitstekend, houdt regenwater vast, haalt stofdeeltjes uit de lucht en zorgt voor wat meer natuur in de gebouwde omgeving. Voor de plafonds kiezen we gipsplaten. De wanden worden gemaakt van Fermacell, geperste platen van afvalgips en oud papier. De binnenmuren werken we af met leem. Daarin stoppen we de leidingen van de muurverwarming. Door die leidingen stroomt warm water. Het leem wordt verwarmd en straalt warmte uit; veel comfortabeler dan de kleffe convectiewarmte van een radiator. De warmte komt uit de aarde. De warmtepomp pompt water van 10 graden op van veertig meter diepte. Door de compressor wordt het gekoeld tot 5 graden, waarna het terug gaat de grond in. De warmte die bij de koeling vrijkomt, net als achter een koelkast, voedt de muurverwarming. De warmtepomp kost energie maar levert veel meer op: voor elke kilowatt die erin gaat, krijg je er vier terug. De warmtepomp-fabeltjeskrant Er wordt nogal wat onzin verkondigt over warmtepompen. Een paar voorbeelden. Een warmtepomp maakt lawaai en kan ontploffen. (manager Nuon)
Een warmtepomp levert niet voldoende energie, je moet elektrisch sterk bijverwarmen. (medewerker Edon) Een warmtepomp is ook voor particulieren rendabel in 1997. (medewerker Nuon) Een horizontale bodemcollector is goedkoper dan een verticale. (verkoper warmtepompen) Een warmtepomp is geruisloos, ook al plaats je hem op een houten vloer. (leverancier warmtepompen) Een warmtepomp heeft veel onderhoud nodig. (installateur met onderhoudscontract onder de arm) De leverancier hoeft de warmtepomp slechts te leveren, de installateur weet dan wel wat hij moet doen. (leverancier warmtepompen) Het installeren van een warmtepomp kost veel meer tijd dan een HRketel. (installateur)
Spaanplaat willen we niet in de woningen, behalve in de vloer en in het dak, maar dat is waterbestendige spaanplaat zonder giftig formaldehyde. Als vloerbedekking voor de vakantiewoningen kiezen we marmoleum; een uitgehard mengsel van houtmeel, jute en natuurlijke hars. Het lijkt op vinyl, glimt alleen minder en is oersterk. De vloeren willen we isoleren met schelpen in de kruipruimte. Die zijn naast hun uitstekende isolerende werking ook vochtregulerend: ze zullen niet schimmelen en gaan nooit kapot. Toch hebben ook schelpen een milieu-nadeel: het transport ervan vreet energie. Of het dus echt duurzaam is, blijft lange tijd de vraag. Gezond is het in elk geval wel. Mijn vechtlust taant Aan de slag. Het is al bijna september en ik wil volgende zomer de eerste Leguanen verhuren. Leveranciers zoeken dus en bestellen maar. Veel materiaal blijkt een lange levertijd te hebben. En dan is er natuurlijk de prijs. Nooit gedacht dat een eenvoudig materiaal als leem zo duur zou zijn! Zo'n 120 gulden per vierkante meter; als ik daar alle binnenwanden mee laat afwerken, kost ons dat 3 ton! Dat komt vooral doordat het aanbrengen zo arbeidsintensief is. Het budget wordt toch al zwaar op de proef is gesteld, doordat de serres duizenden guldens per stuk kosten. Nou ja, dan maar een deel van de wanden met rogips; minder mooi, maar wel aanvaardbaar uit milieuoogpunt. Tegenover de tegenvaller van het leem staat een meevaller in energieverbruik. De Energie Prestatie Coëfficiënt (epc) valt zo laag uit dat we in aanmerking komen voor een extra subsidiemogelijkheid van novem. Het is wel moeilijk om in die club door te dringen. Het bestaat uit allemaal afdelingen en je hebt steeds de verkeerde aan de lijn. Het lijkt een vesting die je van drie kanten tegelijk moet aanvallen. En dan komen de praktijkproblemen. Voor detailafwerkingen door de aannemer zijn er even geen alternatieven voorhanden, of ze zijn niet zo snel te vinden. Siliconenkit is dan toch wel erg handig.
De bouwvakkers zijn helemaal niet op de hoogte van wat wel en niet kan en zo komt er toch nog een spuitfles pur te voorschijn, verschijnen er stukjes lood op de nokpannen en wordt de isolatie van de spouw gemakshalve vergeten. En als je denkt alles wel gehad te hebben, blijkt er bij de opbouw opeens een zware stalen ligger over de woningen gelegd te worden, om het dakvlak steun te bieden. Let je bij de aanschaf van de inventaris erop dat er zo weinig mogelijk metaal in verwerkt is en kies je voor houten meubelen in plaats van kunststof of chroom, komt er een metalen boog met een gewicht van heb ik jou daar boven je woning te zweven. Had dat niet overlegd kunnen worden? In plaats van de gevraagde lariks vensterbanken zitten er voor ik het weet geverfde multiplex planken in en opeens blijkt een natuurstenen drempel gewijzigd te zijn in gelijmde tegels. Ik kan wel roepen dat het opnieuw moet, maar ik moet nog wel maanden met die mensen samenwerken. Ze kijken toch al zo bevreemd op van die snuiter met zijn milieupraatjes. Bovendien kan ik de bouw niet zomaar stilleggen. Dan loopt de planning volledig in de soep. De aannemer en de bouwvakkers zijn trouwens helemaal de beroerdsten niet. Integendeel, de eerste steekt zijn nekt uit voor dit bijzondere project en de laatsten ploegen maandenlang door de modder en werken bij weer en geen weer. Ik heb bewondering voor die jongens die dit werk jaar in jaar uit volhouden. Mijn vechtlust taant. Uiteindelijk zeg ik bijna overal 'oké, toe dan maar' op. Als die woningen maar gereed komen, desnoods met multiplex vensterbank. Ik word ziek. In de koortsige nachten spoken alle ins en outs door mijn hoofd. Ieder detail verschijnt als een groot probleem, dat ik steeds in mijn eentje moet oplossen. Nu klopt dat wel een beetje met de werkelijkheid. Ik kan niet terugvallen op architect, aannemer of leverancier. Dit project is nieuw, pionierend, uniek. Maar het gaat wel lukken, ik ben al bijna beter en krijg weer een heldere geest. Als de kosten maar niet de pan uit rijzen en als we de financiering maar rond krijgen. Enkele niet gerealiseerde wensen Houtskelet - stalen nokbalken toegevoegd. Vensterbanken - geverfd multiplex in plaats van lariks. pur - in 1 huis bij een afdichting en later bij de pv-panelen. Polybuteenleiding - werd op aanraden van de installateur koperleiding. Acrylhars grondverf - totdat we het ontdekten (binnenwerk vier huizen) Natuurverf buitenzijde kozijnen- vier huizen met high solid-verf, toen er zand in de natuurverf bleef kleven vanwege de lange droogtijd Heipalen - betonnen in plaats van houten palen, toen bleek dat houten palen in Haarlem ónder het grondwater aangetast waren.
Drainage - niet gepland, toch aangebracht, omdat de schelpen onder de vloer anders voor de helft onder water zouden staan. Gootboeien - werd cempanel (hout-cementplaat) in plaats van lariks. Dakoverstekken - we wilden lange overstekken. Het werden korte (30 cm), omdat de architect zei dat de welstandcommissie dat zou eisen. Vensterglas - HR++ (U-waarde 1,1) werd HR+ (U-waarde 1,3)
Hoofdstuk 4 Geld tellen Subsidieregelingen zijn een doolhof waarin zelfs vakkundige adviseurs verdwalen. Hoewel ze bedoeld zijn om ideële initiatieven te steunen, worden juist de ideële projecten vaak niet bereikt vanwege de muggenzifterige regels en voorwaarden. De bouwwereld is conservatief. Voor een nieuwigheid rekent men een relatief hoge prijs. De installatie van een warmtepomp is nauwelijks moeilijker dan van een cvketel. Toch vraagt een installateur daarvoor 8000 gulden. Na lang aandringen en als de leverancier hem gerust stelt, blijkt 2000 gulden genoeg. Van de lemen warmtewand, die 120 gulden per vierkante meter zou kosten, weten we de prijs omlaag te praten tot 90 gulden. Die prijs blijken ze na ons project te handhaven. De stukadoor durft aanvankelijk geen offerte af te geven voor onbekend materiaal op de muur. Wel wil hij een paar meter proberen waarna een prijsafspraak gemaakt kan worden. Cellulose kost dertig gulden per vierkante meter, maar de aannemer rekent bijna het dubbele voor het aanbrengen. Daar staat tegenover dat steeds meer nieuwe, milieuvriendelijke materialen en technieken betaalbaar worden. Naarmate er meer van geproduceerd wordt, gaat de prijs naar beneden. Cellulose bijvoorbeeld is een afvalmateriaal (oud papier) en zou veel goedkoper kunnen. De prijs van een groendak is de laatste jaren al gehalveerd, simpelweg doordat meer bedrijven het gaan doen en de concurrentie toeneemt. Demonstratieprojecten als de Groene Leguaan dragen bij aan de doorbraak van duurzame materialen en bouwtechnieken. Lenen Als je een huis wilt kopen, stap je even naar de hypotheek-adviseur. Voor de financiering van woonhuis, ontmoetingsruimte en acht ruime vakantiehuizen moet je meer je best doen. We tellen de beraamde kosten van materialen, arbeid en grond op en verwachten drie miljoen nodig te hebben. Met al ons spaargeld en de opbrengst van de woonboerderij in Cornwerd hebben we een half miljoen. Van ouders en schoonouders krijgen we een lening van een ton los. We gokken op 7 ton subsidie en hopen de andere 1,7 miljoen van de bank te kunnen lenen. Nuon betaalt de zonnepanelen, belooft althans de Nuon-medewerker. Een bank zegt niet zomaar duidelijk ja of nee. Ze willen weten hoe betrouwbaar we zijn. Ons inkomen moet op tafel en vooral hoeveel we straks aan die vakantiehuizen
denken te verdienen. Hebben we wel genoeg ons best gedaan om subsidies los te peuteren en hoeveel kan dat worden? Hoe hard is de prijs van de aannemer; kan daar niet wat af? Wie is er verantwoordelijk voor het hele project; alleen wij? Gaan we zelf mee klussen en kunnen we dat wel? In het voorjaar wilde de ing-bank (voor ondernemende mensen) ons geen geld lenen. De aanvraag was niet gedetailleerd genoeg. Een sterk uitgebreide aanvraag wordt nu, september 1997, eveneens afgewezen. Zelfs een offerte wil men niet opstellen. Na maanden praten eisen ze nog eens een marketingonderzoek. Het was niet de bedoeling dat de aanvraag op zich al een hele onderneming werd. Op naar de volgende bank. Maar hoe duurzaam ons bouwproject ook is, de asn-bank (voor een duurzame samenleving) sluist ons door naar de Hollandse Koopmansbank. Die bank doet zijn naam eer aan: ze hebben zoveel tijd nodig om te rekenen dat hun offerte klaar zal zijn als de bouw al begonnen is. Inmiddels schrap ik 4 ton uit het budget. Aannemer, architect en grondeigenaar hebben gezegd dat ze nog wel 5 procent kunnen bezuinigen, dus de financiële kant moet voor elkaar te krijgen zijn. Dat moet ook wel, want nog steeds zal de bouw op 1 oktober beginnen. De bouwvergunningaanvraag is begin september de deur uitgegaan en de architect is al met detailtekeningen bezig. Tenslotte proberen we de bank waarmee je het samen moet ondernemen. Die slagzin blijkt nou eens niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Samen met ons weegt men de mogelijkheden af en gedurende de bouw is er voortdurend overleg. Binnen een maand is de Rabobank bereid het project te financieren! Subsidie Er zijn subsidies te over voor zo'n project. We zijn vernieuwend, steken onze nek uit, doen wat voor het milieu, geven voorlichting, stimuleren de economie en zijn zo gemotiveerd dat we ons faillissement riskeren door al ons geld in het project te steken. Bovendien staat er regelmatig in de krant dat er voor miljarden aan subsidies blijft liggen. Al gauw wordt ons duidelijk hoe dat komt. Voor de ene subsidie komen we niet in aanmerking, omdat die niet voor onze regio geldt. De volgende is alleen voor kleinere projecten, een ander juist voor grotere projecten dan het onze. De meeste milieusubsidies gelden niet voor nieuwbouw en andere weer niet voor vakantiewoningen. Sommige subsidies zijn juist alleen voor vakantiewoningen en vallen af omdat we ook een woonhuis bouwen. De volgende regeling is slechts lucratief voor een warmtepompproject en niet voor projecten waar behalve warmtepompen nog meer aan milieumaatregelen gedaan wordt. De subsidiepot voor voorbeeldprojecten is op, omdat er al zoveel voorbeeldprojecten zijn. Voor een volgende subsidie moet je eerst een haalbaarheidsonderzoek uitvoeren, waarvoor geen tijd is en bovendien weet ik zelf al dat ons project haalbaar is. We vragen het Waterleidingbedrijf Friesland 10.000 gulden voor onderzoek naar een regenwaterinstallatie. Na uitvoerige gesprekken, waarin ik de medewerkers heel wat wijzer maak, besluit men inderdaad subsidie te geven aan een regenwaterproject, maar dan in Leeuwarden. De reden: dat project staat meer in de publieke
belangstelling. Als ons project meer publiciteit krijgt, mogen we het nog eens proberen. Als troost voor de afwijzing biedt men het plaatsen van een tweede watermeter aan. Laat maar, die plaats ik zelf wel even. Helaas kunnen we nu maar 4 woningen van regenwater voorzien. Subsidieland is zo'n doolhof, dat we een subsidie-adviseur inschakelen. Onze adviseur weet een potje voor duurzame, vernieuwende plattelandsprojecten. Helaas vindt men dat ons project te veel met duurzaam bouwen te maken heeft en 'daar zijn andere potjes voor'. De adviseur dient vervolgens de belangrijkste aanvraag in, voor de ipr, en maakt daarbij een kostbare fout. Die ipr (Investerings Premie Regeling) is een verhaal apart. Het is een subsidie voor toerisme stimulerende ondernemingen in het noorden. Milieumaatregelen doen daarbij niet ter zake. Voor 100 houten huisjes zonder isolatie krijg je evenveel als voor een innovatief bouwproject. In onze boerderij waren we het vorig jaar juist met een groepsaccommodatie begonnen. We hadden 20 bedden. Daarvoor hebben we trouwens nooit subsidie gekregen. In ons nieuwe project komen 80 bedden. Omdat we die 20 bedden in de boerderij afstoten, krijgen we maar voor 60 nieuwe bedden subsidie! En dat terwijl wij de boerderij expres verkochten aan iemand die de accommodatie zou voortzetten en uitbreiden. Hij heeft er meteen 10 bedden bij geplaatst. Al met al hebben wij dus gezorgd voor 100 nieuwe bedden in twee jaar tijd, maar worden voor 60 bedden met subsidie beloond. Als we de boerderij nog even hadden vast gehouden, zouden we niet gekort zijn en zou ons dat voor 20 bedden subsidie gescheeld hebben. Dat moet zo'n subsidie-adviseur toch weten? Hij had ons op tijd kunnen waarschuwen maar zei er niks van. We maken bezwaar tegen de korting van 20/80ste deel. Men komt ons tegemoet met een kleinere korting van 10/80ste. Het toegezegde bedrag sluit op 500.000 gulden. Tijdens de eindcontrole door een meneer van de Provincie Friesland zal echter blijken dat onder meer de PV-panelen op ons eigen huis niet voor subsidie in aanmerking komen, waardoor het uitgekeerde bedrag toch weer 30.000 gulden lager uitvalt. De eindcontrole is sowieso geen pretje. De meneer denkt dat we de hele zaak aan het flessen zijn en uit eigenbelang cijfertjes verzwijgen. Tijdens deze inquisitie schieten de tranen weer eens in mijn ogen en reageer ik af in een E-mail aan een vriend. De op één na belangrijkste subsidiepot regelt onze adviseur eveneens: de lifesubsidie voor milieuprojecten, van de Europese Gemeenschap. Gelukkig maar want je moet een compleet boekwerk indienen, in het Engels. Ruim een half jaar later, als de bouw al gereed is, volgt de toewijzing van 190.000 gulden. Nog een jaar later volgt het eerste voorschot. De adviseur heeft beide aanvragen formeel afgehandeld en stuurt ons daarvoor een rekening van 115 duizend gulden! Onze AVM-accountant raadt ons aan daartegen te protesteren. Maar meevallers zijn er ook. Ik ga weer zelf achter subsidies aan en ontdek nog twee potjes: sev (Stichting Experimenten Volkshuisvesting; voor bewoners- en materiaalonderzoek) en emt (Energie en MilieuTechnologie stimuleringsfonds). Beide subsidies kreeg ik zonder moeite los. Ook prettig is dat we dankzij de Energie Investerings Aftrek de komende jaren geen belasting hoeven te betalen. We mogen een investering in zonnepanelen en warmtepompen dubbel aftrekken van de
belasting. Dat is een bedrag van zo'n 800.000 gulden. Met een winst van 25.000 gulden per jaar duurt het dus een tijdje voor we belasting gaan betalen! Op 'groene', milieuvriendelijke projecten kan men in Nederland de zgn. Groenfinanciering krijgen. Ons project was het meest groene woningproject in Nederland, met voorlichting, proefwonen, etc. dus... Dus niet. De groenfinanciering geldt niet voor recreatiewoningen en hoewel het volwaardige eengezinswoningen zijn, worden onze huizen steevast recreatiehuisjes genoemd. Gelukkig konden we op de warmtepompen, ons eigen huis en de regenwaterinstallatie nog groenfinanciering krijgen: 250.000 gulden. En later ook op de pv-panelen (185.000). De Rabobank onderneemt mee en zorgt voor een Tante Agaathlening voor startende ondernemers. Hoofdstuk 5 Wanhoop en redding Bouwgrond en tekeningen zijn er. De financiering komt rond. Aan de slag dus! Maar dan, alsof ze al een tijdje op de loer lagen, storten allerlei instanties containers vol bezwaren over je uit. Vrienden en kennissen balen ervan dat je nooit tijd hebt. Duurzaam bouwen is pionieren, het wiel opnieuw uitvinden. Heb je een slecht huwelijk, moeilijke kinderen of andere fundamentele persoonlijke problemen? Begin er dan niet aan. In september 1997 houd ik het niet meer uit op de school in Den Haag waar ik werk als docent levensbeschouwing. Ik overweeg ontslag en vertel dat mijn klassen. Ik wil het jaar nog wel volmaken maar zal geen proefwerken of huiswerk meer geven. De leerlingen zijn enthousiast. Ik steek in de klas een betoog af: Behoudendheid kunnen we niet gebruiken, zeg ik, als we de 22ste eeuw willen halen. Er zijn radicale veranderingen nodig: Een milieuvriendelijke economie met duurzaam bouwen en zonne-energie. Niet alles laten afhangen van winst en cijfertjes, maar uitgaan van behoud van een prettige leefomgeving.
Hendrik steekt een betoog af.
Dat Unilever 16 miljard gulden aan de aandeelhouders uitkeert om het aandeel in waarde te doen stijgen, is een grotesk voorbeeld van scheefgroei! Met 16 miljard kun je alle huizen in Nederland vol leggen met zonnepanelen, die door zo'n goedkope massaproductie vervolgens zelfs rendabel worden als energiebron. Nederland zou in één klap aan zijn internationale verplichting tot CO2-reductie voldoen en een gigantische voorsprong hebben op het gebied van pv, met alle economische voordelen van dien. Saillant detail is trouwens dat de aandelen van Unilever later als gevolg van die uitkering met 10 procent in waarde dalen. Of neem Shell. Shell maakt miljarden winst per jaar met grondstoffen uit de aarde die van ons allemaal is. Eénmaal een investering van 1 miljard en zonnepanelen zouden voor iedereen haalbaar worden, door de scherpe prijsdaling die het gevolg zou zijn. Maar de heren gaan in maatpak en stropdas naar de regering om extra geld te vragen. De winst wordt uitgekeerd als dividend aan de aandeelhouders. Terwijl verschillende godsdiensten aanzetten tot het vullen van de aarde met mensen, is een drastische beperking van de bevolkingsgroei nodig, preek ik voor de klas. Afschaffen van de kinderbijslag dus. Ik probeer ze te prikkelen en zeg dat er in discussies geen taboes mogen bestaan. In een mondiale samenleving moeten waarden voorop staan, eerder dan normen. Geanimeerde gesprekken zijn het gevolg. De schoolleiding is niet blij met mijn protest. Mijn collega's ontvangen een boze brief van de directie waarin ik beschuldigd wordt van verdeeldheid zaaien en laster. Mijn stellingen in de les zouden onaanvaardbaar zijn. Inhoudelijk gaat men niet in op de betogen of op mijn dreiging met ontslag. Na zo'n roddelbrief is mijn functioneren op school onmogelijk. Voorlopig blijf ik thuis en daar is genoeg te doen. Huilen
Het moment dat we zouden beginnen met de bouw (1 oktober) is al een week gepasseerd, maar er moet nog van alles geregeld worden. De bouwvergunning laat op zich wachten, de aannemer komt met veel hogere prijzen dan verwacht, verschillende geldschieters blijven onduidelijk. novem bijvoorbeeld vindt de subsidieaanvraag onvoldoende beargumenteerd en het bedrag veel te hoog. Ik zou niet weten hoe ik de aanvraag kan verbeteren. nuon heeft nog niets laten horen over het energiesysteem. Al in augustus zouden ze een prijsopgave geven. De twijfel knaagt weer: het risico van ons definitieve faillissement is wel erg groot. Wat een vertraging. Ik wil gewoon aan de slag. We kunnen de aannemerkosten drukken door zelf de buitengevels in elkaar te spijkeren. Alle woningen van planken voorzien, die we eerst zelf schilderen. In vier maanden tijd! Maar dan nog is het onbetaalbaar. Met drie, hooguit vijf, in plaats van negen huizen zou het kunnen. Dan kunnen we er op den duur nog een paar kavels bij kopen. Dat is het! Maar de eigenaar van Ecoplan gaat alleen akkoord met het afnemen van vijf kavels, voor negen woningen. Daarvoor hebben we te weinig zekerheid, zodat ik 11 november 1997 met tranen in mijn ogen een fax zend aan alle betrokken partijen, waarin ik aankondig het hele project af te blazen. Laat ik mezelf niet meer voor de gek houden. Wonderen gebeuren wel, maar slechts sporadisch. Ik zal uit eigen beweging geen telefoontje meer plegen. Ik wacht af en zie wel of er nog schot in de zaak komt. Zodra ik weer de moed kan opvatten, ga ik omkijken naar nieuwe uitdagingen. Zelfs al komt de financiering toch nog rond, de risico's zijn me op dit moment te groot. Nog dezelfde dag staat de architect op de stoep. Hij wil nog eens praten met de grondeigenaar. Die avond komt er een bericht van de Rabobank dat aanvullende financiering mogelijk is. De aannemer belooft nog meer zijn best te doen met prijsvergelijkingen. Twee dagen later besluiten we het Leguanenproject alsnog voort te zetten. Dus toch aan de slag! Hoofdstuk 6 Bloed, zweet en nog meer tranen Je kunt nog zo maatschappelijk bewogen zijn, tijdens de bouw heb je daar weinig aan. Technische, sociale en organisatorische vaardigheden zijn wel nuttig, zo niet noodzakelijk.
paal.
Minke (6) en Renske (5) slaan de eerste
Op 10 december, Elsa's verjaardag, gaat de eerste paal de grond in. De vorige avond heeft de gemeente Nijefurd eindelijk besloten een bouwvergunning te geven. Ons bouwterrein is een weiland. Een weg is er nauwelijks; elektriciteit, waterleiding en riolering zijn er nog niet. Sommigen menen dat dat bij ecologisch bouwen hoort. Het is meteen een gekkenhuis. In een loods verven Elsa en ik dag na dag stapels lariksplanken, goed voor 1500 vierkante meter buitengevel, in rood, geel, groen en blauw. Tussendoor sjees ik elke donderdag heen en weer naar Den Haag om les te geven. Na een verzoenend gesprek met de schoolleiding heb ik namelijk besloten mijn ontslag uit te stellen en minstens dit schooljaar uit te zingen. Maar als ik tijdens het eerste lesuur van 12 december in de notulen van de laatste personeelsvergadering lees dat de rector mijn handelwijze nogsteeds afkeurt, is de maat vol. Direct na het lesuur dien ik mijn definitieve ontslag in. Het Leguanenproject heeft me inmiddels wel geleerd dat een radicale breuk onder de juiste omstandigheden een zegen kan zijn. En de vrijkomende tijd is bijzonder welkom nu. Eind januari 1998 wordt de eerste woning geplaatst. Vloeren, wanden, dak. De fundering ligt er dan al. Dan blijkt dat het energiesysteem voor de woningen niet door nuon geleverd kan worden. Zo vaak heb ik gevraagd of nuon dat echt zou regelen, even vaak bevestigde men mij dat mondeling of schriftelijk. En nu dit weer. Pas over 4 maanden kunnen de zonnepanelen geleverd worden en wie moet dat allemaal regelen en aanleggen? Ik schrijf nuon een brief waarin ik een voorstel vraag waaruit zwart op wit blijkt dat nuon ons financieel en inhoudelijk steunt. Maandenlang hoor ik niets. Wel bereiken mij via via allerlei geluiden dat er bij nuon een reorganisatie aan de gang is. Er schijnen ook nogal wat miljoenen naar een voetbalclub doorgesluisd te zijn. Eind maart komt Omrop Fryslân op bezoek voor televisie-opnamen. We vertellen over de bouw, de vele onzekerheden en het probleem met nuon. Enigszins tot onze schrik wordt het nuon-verhaal 's avonds breed uitgemeten op de televisie. Met effect, dat wel! Gedeputeerde Heldoorn zet zich persoonlijk schrap voor ons project. In april worden we in Arnhem uitgenodigd
en nog diezelfde middag komen we tot overeenstemming. De betreffende medewerker blijkt veel te veel te hebben toegezegd, terwijl nuon midden in een reorganisatie zit. De schade wordt gecompenseerd met een subsidie op toekomstige pv-panelen. De basis is gelegd voor het pv-project dat uit zal groeien tot een wereldprimeur! Ploeteren in de modder Maar eerst zijn we vijf maanden bezig met het aanbrengen van de eigenhandig geverfde planken op de negen huizen, het installeren van de keukens, het schoonmaken van de huizen, het in elkaar zetten van de Ikea-meubels, de projectleiding, onze verhuizing. Tussen de klussen door proberen we nog wat subsidie binnen te halen en organiseren we de opening. Die planken timmeren we zelf op de huizen om geld uit te sparen. Bijna 1600 vierkante meter. De aannemer rekende een werkdag voor 5 vierkante meter. We sparen dus 320 dagtarieven uit, maar krijgen er zelf 320 werkdagen bij. Maar onze werkdagen gaan van 8 uur 's morgens tot 10 uur 's avonds. En dan meteen het bed in. Dat scheelt. In de loods tasten we lariksdelen op de aanhangwagen, die we op het terrein aangekomen naar een woning sjouwen. We stellen de afkortzaag in, meten, zagen, verven de kopse kanten, schieten de planken vast met een nietpistool. We bevestigen de planken horizontaal en beginnen onderaan. Elke plank valt net over de vorige. Zo kan er geen regenwater in stromen. Voor de hogere planken gebruiken we een ladder; een steiger zakt weg in de modder. Met gestrekte armen kunnen we net helemaal bovenaan komen, vijf meter boven de grond wankelen we elk op een ladder met de plank tussen ons in. Drie maanden lang klimmen we elke dag ladder op, ladder af. In de regen, in de zon, bij vorst en dooi, bij daglicht en in het donker. Volgens de aannemer 50 vierkante meter per week met twee man. Alleen met harde wind is werken onmogelijk. Wij hebben ongeveer 15 weken en moeten dus meer dan 100 vierkante meter hout per week vastspijkeren. En stevig doorwerken lukt niet doordat we steeds worden weggeroepen. Installateurs: Waar moet de afvoer, waar de stopcontacten? Bouwvakkers: Moeten we de plinten iets hoger aanbrengen voor de houten vloer? Wat voor isolatiemateriaal moeten we gebruiken? Weet jij een alternatief voor pur? Aannemer: Dit plaatmateriaal trekt krom; heb je niet iets beters? Hoe voorkomen we dat het groendak gaat schuiven? Die afdakjes kosten extra! Stukadoor: De leem komt van de wanden zetten! Hoe moet dat met die jute? We hebben niet genoeg! En dan de planning. Met één van de bouwvakkers, Henk, regelen wij wanneer de installateur erin kan, wanneer de bouwvakkers, wanneer de spuiter, wanneer de stukadoor, wanneer de wandverwarming, wanneer de schilder, wanneer de trap, wanneer de keuken, wanneer het marmoleum, wanneer de dakgoten, de afvoeren, het epdm, het groendak. Zonder Henk hadden we ons er niet doorheen geslagen! Wekelijks houden we bouwvergadering, wekelijks blijkt er meer vertraging te zijn opgelopen. Dat geploeter door de modder is zwaar en tijdrovend, zelfs voor deze geharde jongens. Materiaal zakt er binnen de kortste keren in weg. Het bouwverkeer
zit regelmatig vast. De hoofdaannemer raakt het spoor bijster. Na vier weken zucht hij: 'Laat mijn werknemers het maar regelen, die zijn dagelijks op de bouw, ik volg het allemaal niet meer'. Dagelijks scheldt men ons uit: omdat het regent, omdat de weg slecht is, omdat leveringen te laat zijn, omdat ze zulke ellende nog nooit meegemaakt hebben. De ontberingen worden op ons afgereageerd. Erger nog is het dat er wordt geschamperd dat milieuvriendelijk bouwen blijkbaar niet deugt. Maar het enige waar wij direct verantwoordelijk voor zijn, is het tijdschema. We dulden niet dat de werkzaamheden worden stopgezet, al is de grond niet overal bouwrijp. Dan moeten grondverkoper, aannemer en architect maar zorgen dat ze hun verplichtingen nakomen. De aannemer wil zich niet met de installateur bemoeien, omdat hij van warmtepompen, regenwaterleidingen en muurverwarming geen verstand heeft. Dat leidt tot misverstanden over bijvoorbeeld het rooster voor een afvoerkanaal van de afzuigkap. Hoort dat nou bij de keuken (aannemerswerk) of bij de installatie? Steeds rijzen vragen of een klus tot iemands taak hoort of dat er extra voor betaald moet worden. Hoort het isoleren van de leidingen van de warmtepomp nu bij het werk van de installateur of moet de opdrachtgever dat zelf doen? Bijna ieder weekend ruimen we de huizen op, want volgens de aannemer is dat niet bij de prijs inbegrepen. Ook een container voor bouwafval is volgens de aannemer niet in de bouwprijs opgenomen. We protesteren en spreken af dat iedereen zijn eigen afval opruimt. Alleen de marmoleum-man houdt zich daar niet aan. Die laat per huis een vuilniszak afval achter. Dat is de zorg van de opdrachtgever. Wij zagen onze planken efficiënt: na drie maanden hebben we alleen kleine stukjes over, die handig zijn voor in de tegelkachel. Gelukkig levert bio-ecologisch bouwen relatief weinig afval op: slechts vier containers voor alle huizen samen. Zwerende wonden Tussen de bedrijven door moeten we eten, de kinderen naar school brengen en halen, boodschappen doen, huishouding doen. Gelukkig zijn Elsa en ik een geolied team. We werken zij aan zij, beuren elkaar op. Door het werk in de buitenlucht slapen we uitstekend. Onze dochters van 6 en 4 werken goed mee door zichzelf te vermaken en altijd vrolijk te zijn. Moordkinderen! Ik val van de trap, breek bijna mijn been en zit onder de schaafwonden. Mijn vinger klemt tussen de deur: nagel eraf. Ik stoot mijn kop, mijn knie, mijn elleboog. Ik sla mezelf met de hamer op mijn vingers zodat het bloed eruit spuit. In maart word ik verkouden. Ik werk door. Griep erbij, dus blijf ik een dag binnen. Mijn werktempo loopt danig terug. De wonden genezen niet meer, maar raken ontstoken en zweren uit. En dan te bedenken dat ik ook bio-ecologisch bouw uit gezondheidsoogpunt! Ik verlies 8 kilo gewicht. Eind maart ga ik maar eens naar de dokter. Een penicillinekuur brengt uitkomst. In april krijgen we eindelijk riolering. Nog meer modder en overal gaten, nog meer gescheld. De sleuven gaan dicht om twee weken later weer open te moeten voor waterleiding en elektriciteit. Noodleidingen slechts, omdat de grondverkoper nog
geen overeenstemming met nuon en waterbedrijf blijkt te hebben. Twee jaar later zal daardoor alles nog eens open moeten voor de definitieve leidingen. De honderden struiken en bomen voor het terrein worden pas half mei geplant, twee maanden te laat. De helft gaat dood. We zijn nog verstoken van telefoon, fax, e-mail en computer. Toch moet ik van alles regelen. De bank sussen, achter subsidies aan, boekingen werven (we hebben er nog maar 10 voor komende zomer), journalisten te woord staan (we krijgen te weinig publiciteit maar wel positieve), leveranciers achter de vodden zitten. Staan we net zo'n bovenste plank vast te hengsten, rinkelt de mobiele telefoon. nuon. Het is de vraag of de zonnepanelen op tijd komen. Bovenop de ladder bestel ik toch maar dakpannen voor op onze woning. Help! In april komen vijf oud-leerlingen uit Den Haag helpen. Samen met hen zetten we alle Ikea-meubels in elkaar in de loods van de jachthaven: 200 stoelen, 25 tafels, 36 kasten, 36 bijzettafeltjes en nog veel meer. In mei verhuizen we ze naar de woningen. Ook plaatsen we de keukenkastjes die Elsa en ik al in februari in elkaar hebben gezet. De afzuigkappen, luchtpijpen, kranen en afvoeren blijk ik ook zelf te moeten plaatsen, want die hebben we bij Ikea gekocht en andermans spul weigert de installateur te installeren. De houten vloer laten leggen in ons woonhuis en de presentatieruimte kost vierduizend gulden. Ook dat doe ik dus zelf; ik doe er vier dagen over. Verder doe ik alle mogelijke klusjes die anderen laten liggen. In mei kan Elsa invallen op de basisschool in Stavoren. Dat kan haar een baan opleveren en het geld komt erg goed van pas. Zij houdt zich bovendien met de kinderen en de huishouding bezig en heeft weinig tijd om mij te helpen. Een enkele keer schiet een broer of vriend te hulp. De laatste maanden werkt mijn schoonvader twee dagen in de week mee. In de weekenden schiet het werk op. Geen vragen, geen problemen; wat een opluchting. Verstand op nul en doorpezen van 's morgens in het donker tot 's avonds in het donker. Vaak lukt het een huis klaar te hebben als de bouwvakkers maandagmorgen verschijnen. En dan beginnen de problemen weer. Iedereen maakt fouten, maar de installateur maakt het wel heel bont. Zo willen we netvrijschakelaars, waarmee je per kamer de stroom kunt uitschakelen. Dat zou gezonder zijn. De elektricien blijkt ze vergeten te zijn. Alsnog plaatsen kost 5.000 gulden. We zien er maar van af. Een goede besparing, want uit onderzoek blijkt later dat het nog lang niet duidelijk is of elektriciteit een negatief effect op de gezondheid heeft. Ook doorstroombegrenzers op de kranen is de installateur vergeten, evenals de dimmers voor de verlichting en de hoogfrequente TL-bakken. Vervolgens komt hij met verkeerde dimmers. Hij verzuimt de 'rustige toevoer' voor regenwater te plaatsen, waardoor het systeem niet werkt. Leidingen rondom het regenwatersysteem blijken slordig te zijn gelegd; ze raken elkaar waardoor extra resonantie optreedt. Het gieren is door het hele huis te horen. Eén waterleiding is lek. De cellulose-isolatie is doorweekt en de tegels aan de wand scheuren. Hij heeft warmwaterleidingen niet geïsoleerd. Ontluchtingskraantjes en ontluchtingsventielen
van de verwarming zijn vergeten. CV-pompen zijn verkeerd om gemonteerd en het verkeerde type pomp gebruikt. Twee wc-potten zitten los. Doucheschermen en wandkranen zijn niet afgekit en dus lek. Ook na herhaald verzoek zijn afvoeren van de wasbakken niet afgekit. Nog jaren kun je de rioollucht in sommige ruimtes ruiken. Toiletten en wastafels lekken. Afsluitdoppen passen niet. Douchestangen zijn zo slecht gemonteerd dat je ze met een vinger van de wand trekt. Bubbelbaden doen het niet en een (andere) reparateur kan er niet bij omdat de luikjes op de verkeerde plaats zitten. Er is kwik (ook in traditionele bouw verboden) gebruikt bij het solderen van de koperen leidingen. Deurbellen werken na twee maanden niet meer: roest op de contactpunten. Stopcontacten zitten op verkeerde plaatsen. Het conflict met hem resulteert in een boze brief en wordt in de minne geschikt. Ook de binnenschilders blijven in gebreke. Scheurtjes in het verfwerk verdoezelen ze gauw met nog een verflaag. We ontdekken op een vrijdagavond een pot alkydverf. Maandag horen we dat de schilders op eigen houtje van natuurverf op alkydhars zijn overgestapt. 'Ja, dat werkt sneller.' Een beetje gelijk moet ik ze nog geven ook. De natuurverf heeft soms dagen nodig om te drogen en in die tijd trekt het niet zelden veel stof aan. Natuurlijk kan ik de actie niet waarderen. Hoewel er om kozijnen met een dubbele tochtwering is gevraagd, zitten er uiteindelijk enkele strips in. Lekkages zijn het gevolg. Ik ben na de oplevering nog zeker drie weken bezig alle fouten te herstellen. Gelukkig is Hendrik, de bouwvakkers zeggen dat tijdens de bouw herhaaldelijk, een handige jongen. Verhuizing Tijdens de bouw moeten we twee keer verhuizen. De boerderij zijn we 1 maart kwijt, terwijl onze bedrijfswoning pas eind mei klaar is. De drie maanden ertussen logeren we een maand in een zomerhuisje in Stavoren tot op 1 april de eerste Leguaan wordt opgeleverd. Weliswaar zonder verwarming of warm water, maar met een dak. Een groendak zelfs! Vegetatiedaken zijn er van grasveldjes tot complete daktuinen. In ons volgebouwde land kan wat extra groen geen kwaad. Het is bovendien een mooi gezicht als je bijvoorbeeld uit een flat op laagbouw neerkijkt. Veel mooier dan grijs dakleer of grind. Een daktuin van 5 bij 8 meter kost 25.000 gulden. Een beplanting van sedum (vetplantjes) kost 5000 gulden. Wij drukken de kosten door de groendaken zelf aan te leggen. Alleen het onderliggende epdm-folie brengt de aannemer aan. We leggen de modder uit de bouwput op het dak en zaaien die in met gras en sedum. Wat grind langs de randen voor waterafvoer. Zo kosten negen vegetatiedaken ons slechts 6000 gulden. We willen een officiële opening voor ons bijzondere project. De milieuvriendelijkste woningen worden ten slotte niet elke dag gebouwd. We vragen minister van Milieu Margreeth de Boer maar ze heeft geen tijd. Ook Jos Brink heeft geen tijd. Ondertussen is het schilderij af dat ik heb laten maken naar aanleiding van mijn boek 'De openbaring van Job'. Bij de opening onthullen we het in vijf delen, door respectievelijk onze beide dochters, de architect, de bankmedewerker en Henk, die zij aan zij met ons stond tijdens de bouw. We komen op de TV: Omrop Fryslân en
Radio Televisie Nijefurd. Bleek en vermagerd, ons nog nauwelijks bewust van het feit dat de huizen er staan. Ter afbouwing van de maanden durende inspanning verf ik alle woningen met een extra laag kookverf. Mede dankzij een artikel in het dagblad Trouw komen er toch nog extra vakantiegangers. Vol zijn we nog lang niet, maar we kunnen nu de rente opbrengen. Hoofdstuk 7 Burgemeester kiest duurzame zijde Negen Leguanen zijn verrezen aan de oostkant van Stavoren. Maar voor we vakantiegangers kunnen verwelkomen moet het terrein toon- en op zijn minst begaanbaar zijn. En makkelijk te vinden voor wie niet bekend is in ZuidwestFriesland. Op een mooie ochtend loop ik het tegenoverliggende weiland in om de Leguanen in de morgenzon te zien baden. Prachtig! Van dichtbij is het terrein minder oogstrelend. Moddersporen doorsnijden de stukgereden grasmat. Er komt een halfverharde weg van baksteenpuin en betonnen stenen, waarvandaan schelpenpaadjes zich naar de voordeuren slingeren. De helft van de aangeplante struiken is al dood. De andere helft bestaat uit miezerige staken van 20 centimeter. Ik moet er te zijner tijd een paar honderd bij planten. We moeten 7500 gulden per jaar betalen voor de slagboom, afval en onderhoud aan de groenstrook. De boompjes vallen daar niet onder. In een milieuvriendelijk vakantiepark als de Groene Leguaan zou het afval gescheiden verzameld moeten worden. Dat blijkt niet hier mogelijk. We brengen onze troep naar de containers van de jachthaven. Misschien kunnen we een composthoop aanleggen voor gft-afval. Die slagboom is alleen maar lastig. De eigenaar van de jachthaven scheld ons de jaarlijks canon kwijt. De ecologisch verantwoorde, flauw hellende oevers rond het schiereiland zijn nog kaal. Er wiekt een ooievaar weg. De weilanden rond de Groene Leguaan worden vogelvriendelijk beheerd en inderdaad hoor je 's zomers voortdurend weidevogels. De gemeente Nijefurd, waar Stavoren deel van uitmaakt, blijkt voor, tijdens en na de bouw een lastige partner te zijn. Niet uit onwil, maar vooral omdat dat een eigenschap van gemeentes lijkt te zijn. Al in november 1997 vraag ik de anwb om borden langs de weg. Volgens de anwb moet de gemeente daar eerst toestemming voor geven. Na verschillende telefoontjes en faxen geef ik het op. De borden komen er waarschijnlijk nooit. 'Schuur' In de ochtend van 9 december 1997 praten de subsidie-adviseur en ik met de wethouder van ruimtelijke ordening. Die avond namelijk bespreekt de gemeenteraad onze bouwvergunning. Die vergunning krijgen we vast wel, maar omdat je hem al nodig hebt voor de Europese life-subsidie willen we ons project nog even beargumenteren. En wie weet kan de gemeente wel een kleine subsidie missen. We
zitten nog niet met de wethouder om de tafel, of hij vraagt tartend hoe ik het in mijn hoofd haal zo'n 'schuur' te willen bouwen. 'Mooie idealen, niets daarover, maar die schuur ziet er niet uit.' Daarop vertel ik vol verve over de noord-zuidligging, de groendaken, de zonnepanelen, de hoge isolatie, de bouwmaterialen, de voorbeeldwerking, noem maar op. Subsidie zit er niet in, maar hij zegt wel toe dat hij ons plan in de raad zal verdedigen. De raad gaat akkoord, horen we die avond nog, de volgende morgen tekenen we de koopakte en 's middags slaan we de eerste paal de grond in. Hoe traag men is met toestemming en vergunning, zodra de huizen er tenslotte zijn komt de voltallige gemeenteraad een middagje genieten van een gezellige voorlichting over energiezuinig bouwen en kennis te maken met warmtepomp en warmtewand. Gratis nog wel. Een week later komt de ambtenaar van de toeristenbelasting. Ik moet van hem op briefjes bijhouden hoeveel gasten we krijgen, zodat we aan het eind van het jaar toeristenbelasting kunnen afdragen. Dat weiger ik. Alsof ik niet al genoeg te doen heb. In dat geval wordt een belasting van 5000 gulden opgelegd, dreigt hij. Meteen schrijf ik de gemeente een verzoek om ontheffing. Het is ons startersjaar en dit is een mooie gelegenheid om met gesloten portemonnee subsidie te verlenen aan het voor de gemeente zo bijzondere project. Een afwijzing volgt, die bij mij een (alweer) boze brief uitlokt. Ik maak de gemeente duidelijk dat ze niet welkom zijn als straks ons pvproject door minister Jorritsma wordt geopend, met Ed Nijpels erbij en allerlei hotemetoten van novem, Shell, bp, Siemens en Greenpeace. Dat komt aan. Ik bezoek de burgemeester en zeg dat ik vind dat de gemeente tekort is geschoten door geen borden te plaatsen en wel toeristenbelasting te eisen. De burgemeester betreurt de gang van zaken en zorgt ervoor dat de anwb-borden binnen drie weken geplaatst worden op kosten van de gemeente. Bovendien doet hij een schikkingsvoorstel voor de toeristenbelasting. Voortaan vinden we de gemeente aan onze zijde, al betekent dat niet, dat alles ook vlekkeloos verloopt. Van de leveranciers (vaak zelf ook pioniers) komt inmiddels niets dan lof, aanvankelijk met de gedachte in het achterhoofd dat 'dit die jongen toch nooit zal lukken', later met bewondering. De leverancier van de cellulose komt een week voor de oplevering nog even langs. Als we de deur openen, staat hij ruim een minuut te applaudisseren om mij vervolgens een baan aan te bieden, voor het geval ik wat anders zoek. Hij is oprecht onder de indruk van het feit dat we dit project hebben gerealiseerd. Verschillende leveranciers geven flinke kortingen of sponsoren de website. Journalisten schrijven steevast een zeer positief verhaal. Hun verhalen staan elke keer vol lof over en bewondering voor de verregaande wijze van duurzaam bouwen. Slechts een architectuurcriticus in het tijdschrift Duurzaam Bouwen levert ongenuanceerde kritiek. De eerste vakantiegasten zijn voor het overgrote deel zeer enthousiast, wat wel blijkt uit het positieve bewonersonderzoek en de zeer snelle toename van de verhuur. De Groene Leguaan hoeft al niet meer te adverteren! Door LIFE zijn we uitverkoren voor een documentaire over de zes meest aansprekende projecten in Europa. Enthousiaste reacties uit Duitsland, Zwitserland, Engeland, Frankrijk, zelfs Italië zijn het gevolg. Een Engelse architect rijdt speciaal voor ons project in één dag op en neer uit Londen. Bezoekers van voorlichtingen
vallen van de ene verbazing in de andere en uiten zich tevreden over wat ze hier te horen krijgen. Hoofdstuk 8 De zon op het dak Dagelijks straalt de zon honderden keren meer energie uit naar de aarde dan wij mensen nodig hebben. Als we die energie benutten in plaats van fossiele brandstof, dan is het afgelopen met luchtvervuiling, verkeersstank en versterkt broeikaseffect. Winning van zonne-energie met photovoltaïsche panelen is een jonge techniek die momenteel op kleine schaal toegepast wordt. Het nadeel daarvan is dat zonnepanelen nog erg duur zijn. Pioniers zijn druk doende de panelen goedkoper en geaccepteerd te krijgen. Pioniers die enthousiast zijn en idealen hebben. Met zulke mensen is het prettig en inspirerend samenwerken. Dat nuon de zonnepanelen niet op tijd heeft geregeld, wil niet zeggen dat ik helemaal van photovoltaïsche (pv) energiewinning afzie. Integendeel, zonder zonnepanelen is ons project niet klaar. Warmtepompen en isolatie zorgen al voor een enorme energiebesparing, maar om helemaal in onze eigen energie te voorzien moeten we zonne-energie winnen. Voorlopig moeten we gewone stroom kopen, eerst via een lijntje naar de jachthaven, want een eigen aansluiting op het net krijgen we pas 1 januari 2000. Het hele pv-project kost ongeveer een miljoen gulden. Een startkapitaal hebben we vanwege de 2 ton extra subsidie die nuon toezegde na de alarmerende t.v.uitzending van Omrop Fryslân. Bovendien blijkt de subsidie-adviseur zo sportief te zijn de door hen gemaakte fouten te compenseren door 60.000 gulden kwijt te schelden. Nu lijkt het voor de hand liggend om uit te zoeken welke leverancier ons het goedkoopst panelen kan leveren en die te kopen. Dat doe ik niet. Ik wil proberen zoveel mogelijk verschillende systemen van evenveel leveranciers te installeren. Dan kun je de systemen aan bezoekers demonstreren en vergelijken op gebruiksgemak, energieprestatie en kostprijs. Een dergelijke aanpak kan vast rekenen op subsidie. Ik heb al eerder gemerkt dat je gauw de weg kwijt raakt bij bureaucratische overheidsinstellingen, en een bezoek bevestigt de ontoegankelijkheid van novem, de Nederlandse Organisatie voor Energie en Milieu, in Utrecht. Op 5 februari 1998, de zesde verjaardag van mijn dochter, rijd ik er onderweg uit Den Haag even langs. Op de parkeerplaats blijkt dat ik geen kleingeld bij me heb voor de parkeermeter. Ik weet door te dringen in het glazen, met talloze sloten vergrendelde novem-kantoor, maar kan van niemand een rijksdaalder lenen, zodat ik geïrriteerd huiswaarts keer. Ik heb de week daarvoor de eerste woning vol getimmerd en zit niet te wachten op tijdrovende onzin. De tweede poging, in juli, heeft onmiddellijk succes. De medewerker van novem ziet wel wat in mijn voorstel om vijf verschillende systemen met elkaar te vergelijken. We benaderen meteen zes leveranciers, van Siemens tot Shell Solar, die enthousiast reageren op een mogelijke order ter waarde van 40 tot 160 duizend gulden. Alleen bp Solar deinst terug voor de randvoorwaarden die ik aan de transactie stel. Ik vraag van de leveranciers een bijdrage aan een website op Internet over het pv-project en de belofte dat men een paar keer een Leguaanwoning huurt. In plaats van bp Solar biedt Buro Wilders zich aan met zijn Kyocera-panelen en verschillende andere leveranciers tonen belangstelling.
De bank vindt dit project 'nog riskanter dan het vorige' en kan geen aanvullende financiering verlenen. De familie schiet opnieuw te hulp met een lening van 100.000 gulden. Later blijkt dat we met het PV-project recht hebben op groenfinanciering, waardoor eerdere leningen omgezet kunnen worden. Met enige creativiteit en wat extra inzet kun je nu al aan die 'dure' panelen verdienen! 'Lichtend voorbeeld' Op 2 maart 1999 plaatst Greenpeace de eerste panelen in het kader van het Solarisproject, waarna de overige 375 vierkante meter geplaatst wordt. Dat gaat veel vlotter dan de woningbouw zelf. Toch gaat er van alles mis. Bij geen van de leveranciers verloopt de installatie vlekkeloos. Van één blijken de zonnepanelen niet naadloos op de tekeningen van de architect aan te sluiten. Er passen veel minder panelen op de daken, waardoor de prijsopgave, gedaan aan de hand van tekeningen, te hoog blijkt. Na installatie merkt een installateur op dat een elektriciteitsmeter defect is. Ik suggereer dat de bedrading andersom moet en daar stromen de kilowatts binnen. Een andere installateur meent dat een inverter kapot is. Een inverter zet de spanning van een pv-paneel (12 of 24 volt) om in 220 volt, zodat de stroom het stopcontact in kan. De 'kapotte' inverter doet inderdaad minder dan verwacht. Pas een half jaar later zal blijken dat er een zekering ontbreekt. Een volgende installateur reist vanuit het zuiden des lands elke dag op en neer. Dat is niet bepaald duurzaam en kost heel wat arbeidstijd. Hij laat ook stapels oude panlatten, een kubieke meter afval en twee kubieke meter karton worden voor ons achter. We passen de nodige afvalscheiding toe. Weer een andere installateur vergeet de kWh-meter. Als ik die alsnog laat plaatsen, blijkt dat het hele systeem niet werkt. Nu is de inverter wel kapot en een nieuwe inverter ook. Driemaal wordt de inverter vervangen en eindelijk werkt het systeem na ruim een half jaar.
Een week steigers rond je huis
De verschillende pv-systemen blijken er toch anders uit te zien dan we verwacht hadden. Voor het aanbrengen van een dak vol zonnepanelen staat het huis minimaal
een week in de steigers. Van binnen wordt de woning vervuild, er kunnen lekkages optreden, bekabeling hangt weken los, de plaats van de inverters is vaak een groot probleem, er moet achter kWh-meters aangebeld worden, jonge aanplant rond en op het huis (groendak) wordt vertrapt. Zonder zulke complicaties is het plaatsen van panelen, zeker op een schuin dak, kennelijk nog niet mogelijk. Gelukkig treden al die problemen zelden tegelijkertijd op. Aan de andere kant zijn de installateurs veelal vindingrijk en vriendelijk, is er voldoende overleg, toont men begrip voor de krappe betaalmogelijkheden en is de inzet groot. De openheid over problemen en wijze van bedrijfsvoering is opvallend. Zelden wordt de uitvoering vertroebeld door (openlijk) winstbejag. En bovenal: de aanleg van een pv-systeem is een spannende en leerzame bezigheid, waarin de leveranciers je graag laten delen. Tips voor de toekomstige pv-eigenaar Check en dubbelcheck het aantal opgegeven panelen. Passen ze wel op je dak? Overleg vooraf waar men de inverter zal plaatsen en zorg ervoor dat men de kWhmeter er gratis bij levert. PV-Ergernis top 10 Harde taal tijdens offerte-fase. Te hoog ingeschat aantal panelen. Niet meegeleverde kWh-meter. Niet werkende inverters. Inschakelen incasso-bureau vóór de daadwerkelijke oplevering. Vervuiling woning en (niet gescheiden) afval achterlaten. Beschadiging aanplant. Onvoldoende verrekenen minder-aantal panelen. Veel te laat in werking stellen panelen. Weinig overleg en toelichting
PV-Complimenten top 10 Mooi, strak en gevuld dakvlak. Betrouwbare en snelle eerste prijsopgave (ná opmeten), geen naverrekening. Opleveren ruim voordat termijn verstreken is.
Flexibiliteit bij afbetaling. Soepel omgaan met extraatjes (zwaluwpannen, kWh-meters). Accepteren secundaire voorwaarden (website, woninghuur). Mooi weggewerkte bedrading en inverters. Vriendelijk en opbouwend overleg. Netjes achterlaten woning. Afval meenemen.
Energie vanuit een Leguaan
Minister Jorritsma opent de Open Dag Duurzame
Dankzij de installateurs liggen op 5 juni alle panelen op de daken. Commissaris van de Koningin Ed Nijpels en Minister van Economische Zaken Annemarie Jorritsma openen het pv-project. Jorritsma vindt het 'een uniek project in Nederland waar we trots op mogen zijn' en Nijpels zegt: 'Dit project is een lichtend voorbeeld voor Friesland'.
Nijpels stelt het PV-project in werking.
Voorzitter van het WNF en CvdK Friesland
We hebben, zo blijkt uit de interesse uit binnen- en buitenland, een wereldprimeur waarin 14 pv-systemen met elkaar vergeleken worden. Maandelijks worden de meetresultaten gepubliceerd op Internet: www.leguaan.com.
Leguaan, stijf van de PV-panelen.
De Groene
Milieuvriendelijk? De panelen leveren 's zomers veel meer stroom dan 's winters. 's Zomers wordt ook meer verbruikt omdat dan de huizen continu bewoond zijn. Toch is er in de zomer een overschot. Dat wordt aan het elektriciteitsnet geleverd. Mocht er 's winters, bijvoorbeeld in de kerstvakantie, meer stroom verbruikt worden dan door de panelen opgewekt, dan springt het elektriciteitsnet bij. Volgens verwachting zullen we over het hele jaar evenveel stroom opwekken als verbruiken en dus quitte draaien. Daarmee hebben we in één klap negen energie-nulwoningen gerealiseerd. Daar zijn er halverwege 1999 nog maar drie van in heel Nederland. Kan het milieuvriendelijker? Verwachtingsvol laat ik de zogenoemde Ecoquantumtoets los op ons project, een nieuwe, met veel tam tam gelanceerde duurzaamheidtoets voor de woningbouw. Het is een computerprogramma waarin je allerlei eigenschappen en materialen van het gebouw invoert, waarmee je punten of strafpunten scoort. Ik heb maanden naar die toets uitgekeken, omdat zo'n programma hard nodig is in de duurzame bouw en
omdat we onze woningen wel eens op een objectieve manier met andere woningen willen vergelijken. Ik verwacht een topscore, maar wat blijkt? Ons project is het meest milieuónvriendelijke woningbouwproject dat je je kunt voorstellen. De score wordt vooral omlaag gehaald door de zonnepanelen. Dat ligt aan de gebruikte grondstoffen aluminium en silicium, de koperen geleiders, de bekabeling en het energieverbruik bij de productie. Het alternatief (stank, broeikaseffect, olievlekken in zee of radioactief afval) kan niet eens worden afgewogen in deze toets! Ook het groendak levert strafpunten op. Lariks gevels, schelpenisolatie, lemen warmtewanden, natuurverf, kookverf en houten dakgoten kunnen niet eens worden ingevoerd. Verbouwereerd bel ik het Nationaal Dubo Centrum dat de toets ondersteund. Doe ik iets verkeerd? De vriendelijke medewerkster vraagt of ik mijn gegevens wil doorsturen. Dat doe ik en de volgende dag krijg ik antwoord. Er zit een fout in het programma. Men zal graag gebruik maken van mijn bevindingen en gaat er zo snel mogelijk wat aan doen. Later wordt ik gebeld door de projectleider van het programma. Voor de volgende versie zal men graag gebruik maken van ons demonstratieproject. Hoofdstuk 9 Exploitatie Een voorbeeldproject kan alleen het goede voorbeeld geven als er bezoekers komen. En die komen er: de verhuur loopt als een tierelier. Zodra de Leguanen zijn opgeleverd, onthalen we de eerste gasten. Aanvankelijk vooral voor voorlichtingen. Met name particulieren zijn geïnteresseerd, maar ook verenigingen, stichtingen en overheden komen over de vloer. Opvallende afwezigen zijn architecten, projectontwikkelaars en aannemers. Die zien we nooit. Misschien interesseert bouwen hen alleen zolang er geld mee te verdienen is. Misschien blijven ze ook wel weg omdat we weinig voor onze voorlichtingen vragen. Ze zijn tenslotte gewend aan uurtarieven van honderden guldens. Maar het project moet wel betaald worden. Vandaar dat we de woningen verhuren aan vakantiegasten. Want de onderwijsbaan van Elsa alleen is niet toereikend. Na een langzame start in 1998 schiet het volgende jaar de verhuur omhoog. Gemiddeld wordt elke woning dat jaar 25 weken verhuurd. In totaal hebben we zo'n 200 verblijven. Het bewonersonderzoek levert zeer positieve reacties op. Eind 1999 verwachten we dat er in 2000 meer dan 30 weken per woning verhuurd zullen worden. Een deel van de verhuur besteden we uit aan een bureau dat van die brochures verspreidt waar honderden huizen in staan. Zo'n bureau int de huur en betaalt ons vervolgens, maar strijkt uiteraard een fors deel van de opbrengst op. Over 1998 is de verhuurorganisatie ons 30.000 gulden schuldig, die men niet betaalt. Pas na maanden en na een faillissementsdreiging door onze advocaat krijgen we het geld. Bierplassen
Tussen alle enthousiaste huurders zitten uiteraard zeurpieten. Men klaagt over een zeepstreep op de magnetron, een snipper onder de kast of kalkaanslag in de afwasbak om onder de schoonmaakverplichting uit te komen. Het is een bekend verhaal in verhuurdersland, maar ik kan er maar niet aan wennen. Ook klaagt iemand over het terras van schelpen. Hij heeft liever terrastegels. Iemand klaagt dat er te weinig kledinghaakjes in de slaapkamers zijn, een ander omdat niet in iedere slaapkamer een vuilnisemmertje staat. Verbijsterend hoe men onder zulke voorwendselen korting verwacht. In zulke gevallen bied ik steevast teruggave van de totale huursom aan, mits men dezelfde dag vertrekt. En dan blijkt men toch zijn vakantie te verkiezen. Sommige gasten maken het nog veel bonter. Die laten de woningen als een ravage achter. Een paar keer hebben we groepen te gast, die meerdere huizen huren. Na afloop treffen we glazen en borden, stoelen en zelfs bedden aan in een ander huis, niets is teruggezet op zijn plaats, bierplassen op de grond. Een groep kinderen onder begeleiding spant de kroon met een schade van ruim 10.000 gulden in twee weken tijd (vloerbedekking beschadigd, zonnepaneel kapot, alle struiken en planten in de tuin vertrapt). Zulke lieden zouden in een onderhoudsvrij huis van pur, pvc en tropisch hardhout minder kunnen vernielen. Maar gelukkig zijn de meeste gasten blij met en geïnteresseerd in de nieuwe toepassingen die ze hier aantreffen. Ze tonen zich begaan met het milieu en uiten zich lovend over de Groene Leguaan. Dat geeft hoop. Hoofdstuk 10 Goed voorbeeld, goed gevolg? In de bouwsector dringen milieumaatregelen door, maar vrijwel altijd via de kaasschaafmethode: sommige materialen worden vervangen door minder schadelijke die evenveel kosten, men isoleert beter. Maar een rigoureuze aanpak ten gunste van duurzaam bouwen is nog niet bereikt. Er bestaan in de bouwwereld nog zoveel misverstanden. Zo denkt men dat hout wel zal gaan rotten, terwijl de juiste houtsoort met voldoende ventilatie honderden jaren meegaat. Maar goed, daar zijn we dus een voorbeeldproject voor begonnen. Juist doordat we niet zijn uitgegaan van gangbare technieken, maar from scratch zijn begonnen, hebben we een duurzaam-bouwconcept ontwikkeld. Milieuvriendelijk, technisch uitstekend en kostenneutraal door dure materialen met goedkope te compenseren. Dit concept, voorlopig inclusief begeleiding, is te koop voor 2500 gulden. Daarmee kan iedereen een leguaanwoning (laten) bouwen. Men kan zich zo verzekeren van een energie-nulwoning van duurzame en natuurlijke bouwmaterialen. Men hoeft niet opnieuw uit te zoeken waar die materialen verkrijgbaar zijn of wat ze kosten. Desgewenst worden onderhandelingen met aannemer, installateur, overheden en subsidieverstrekkers begeleid. En met de architect niet te vergeten, want het Leguaan-concept is op elk gebouw toepasbaar.
We kiezen voor deze aanpak omdat het noodzaak is, want ook bij de volgende Leguanen blijken dezelfde problemen op te treden. Zoveel dat ik verzucht dat het schrijven van een boek mijn taak wellicht zal verlichten. Kameleons We krijgen enorm veel publiciteit. We staan in vrijwel alle relevante tijdschriften en kranten, komen op de regionale en zelfs buitenlandse televisie. We hebben een website en verspreiden een folder. Toch lopen gegadigden voor het Leguaanconcept de deur niet plat. Tot de gemeente Sneek interesse toont. De architect ontwerpt daar een woonwijk en zal uitzoeken of er acht Leguanen gebouwd kunnen worden. De Groene Leguaan zal dan de projectbegeleiding verzorgen. Ik hoor niks meer en bel na een tijdje de makelaar eens op. Wat blijkt? De besprekingen zijn in volle gang, de warmtewanden zijn vervallen, er wordt geen cellulose gebruikt en voor de gevels staat Canadees Red-Cedar op de agenda. Terwijl we zelf dat hout nota bene vervingen door lariks, toen we erachter kwamen dat er oerbossen voor worden gekapt. Ik bel meteen de leveranciers van leem, cellulose en lariks en regel en passant een fikse korting. Het Leguanenproject is gered. Begin januari worden advertenties gezet om kopers te werven. We hebben met de architect en de aannemer overlegd, het bestek geleverd, de tekeningen en bouwmaterialen gecontroleerd, persberichten geschreven, de makelaar en kandidaatkopers ingelicht over het karakter van de Leguanen. Eind januari zijn er drie Leguaanwoningen verkocht.
Kameleonhuizen. Plagiaat van de bovenste plank en dus niet gerealiseerd
Half februari vraagt de architect of een Leguaanwoning ook in cellenbeton uitgevoerd kan worden, omdat de verkoop stagneert. Ik geloof mijn oren niet. Verbijsterd stamel ik: 'Een huis van cellenbeton is geen Leguaan!' Ik bel de makelaar die me meldt dat de lemen warmtewanden en de cellulose buiten mijn medeweten toch uit het plan zijn gehaald. Op zo'n manier blijft er niets over van het Leguaan-concept. Ik ga niet akkoord, maar aannemer en architect gaan gewoon door met hun surrogaatleguanen. Via via krijg ik een week later een nieuwe folder van de woningen in Sneek
in handen. Op het eerste gezicht ontdek ik geen verschillen. De huizen zien er op de plaatjes net zo uit als eerst, exact dezelfde vorm en de bekende vier kleuren. Maar zie ik dat goed: de streepjes zijn van de muren verwijderd. Betekent dat dus toch beton in plaats van planken? De naam van de woningen die genoemd wordt doet het ergste vrezen: Kameleon-woningen. We waarschuwen de gemeente Sneek in een brief voor deze vorm van plagiaat maar krijgen geen antwoord. Tijd om een advocaat in te schakelen. Advocaten zijn duur. Hadden we maar een rechtsbijstandverzekering! Gelukkig is ons idee in het begin al bij de belastingdienst gedeponeerd. Dat geeft de doorslag. De advocaat schrijft een scherpe brief aan makelaar en architect. Nog even wordt tegengesputterd, maar uiteindelijk halen ze bakzeil. Er worden nieuwe woningen getekend. De serre wordt wel toegepast, maar alla, het gaat ons er ook niet om dat er niets wordt overgenomen. Inmiddels hebben we de voorwaarden geformuleerd voor een soort keurmerk dat aan het Leguaanconcept verbonden is. De naam Leguaan is gedeponeerd. Wie nu een Leguaan koopt, is verzekerd van een milieuvriendelijk gebouwde woning met laag energiegebruik. In het voorjaar van 2000 begint in Deventer de bouw van een Leguaanwoning. Een leverancier stelt een buitendeur voor van verlijmd mdf-plaat, aluminium en pur-schuim. 'Dat isoleert uitstekend', beargumenteert hij. De aannemer twijfelt. Resoluut wijs ik het voorstel van de hand. Aan al die drie materialen kleven zulke grote milieu-bezwaren dat ze buiten het Leguaan-keurmerk vallen. Er wordt nu alsnog een massief grenen deur geplaatst. Overname Bouwprojecten worden vaak jarenlang voorbereid en daar kom je met een Leguaan niet zomaar tussen. Nog steeds is de bouwmarkt grotendeels in handen van grote projectontwikkelaars bij wie de winst op de eerste plaats staat, het bouwvolume op de tweede en het milieu of het binnenklimaat niet of nauwelijks op het lijstje voorkomt. Er zijn nog altijd weinig aannemers en projectontwikkelaars te vinden die bereid zijn risico's te nemen en met nieuwe materialen te werken. Toch neemt ook in de bouwsector de kennis over duurzaam bouwen toe, al gaat dat heel langzaam. Aannemers beginnen tegen mij niet meer over rotzooi om het huis, zodra je het over duurzaam bouwen begint, maar verstand ervan hebben de meesten nog steeds niet. Beleidsmakers zijn helaas al even onwetend. Zo meende onze eigen gemeente Nijefurd dat alle energie-nul woningen er exact zo uitzien als onze Leguanen van Stavoren. En daarom koesterde men stedenbouwkundige bezwaren tegen energieneutrale woningen. Terwijl je het Leguaan-concept uiteraard op elke woning kunt toepassen, met een scala aan vormen. De bovengenoemde Leguaanwoning in Deventer bijvoorbeeld wordt een villa waarin je de vorm van de Leguanen van Stavoren niet meer herkent. Een andere gemeente die een duurzaam te bouwen wijk wil, had bezwaar tegen houten gevels. In sommige gemeenten moet je zelfs voor pvpanelen een aparte bouwvergunning aanvragen. En heb je dan een duurzaam gebouwde woning, dan word je gestraft door de verzekeringsmaatschappij. Wij kregen een offerte voor de brandverzekering die drie maal zo duur uitviel als de gemiddelde premie, omdat een houten woning geïsoleerd met cellulose
brandgevaarlijk zou zijn. Dat is onzin en gelukkig zijn er maatschappijen die dat erkennen. In het spotlicht Anno 2000 is de Groene Leguaan in Stavoren nog steeds het meest milieuvriendelijke bouwproject in Nederland. Dat komt vooral doordat de Leguanen zijn voortgekomen uit een radicaal andere denkwijze. We zijn niet uitgegaan van bestaande bouwwijzen maar hebben de woningen van de Friese kleibodem af opnieuw ontworpen. Als we eraan verdienen, is dat mooi meegenomen, maar de winst staat niet voorop. Het project is uit de klei getrokken uit betrokkenheid bij de leefomgeving. Het bewijst dat duurzaam bouwen mogelijk is zonder dat een huis er duurder of minder comfortabel van wordt. De rol van zulke voorbeeldprojecten is nog lang niet uitgespeeld; er moet nog flink aan de bouwwereld gesjord en geduwd worden, vooral in de vorm van begeleiding. Op een conferentie over zonne-energie van de novem in februari 2000 wordt ons project in het zonnetje gezet. Televisie-presentatrice Tineke Verburg vraagt waarom een project als het onze niet eerder is uitgevoerd, door grotere partijen. Willen die eigenlijk wel zonne-energie? Ik durf in die grote zaal niet te zeggen dat grote bedrijven misschien vergeten zijn wat ondernemen is. Ik antwoord daarom dat duurzaam bouwen vorm gegeven wordt door heel veel partijen. Iedere schakel voegt zijn eigen wensen en onmogelijkheden toe. Commissies praten dagen, weken lang, en verzanden in die gesprekken. Keuzes worden niet gemaakt, verantwoordelijkheden afgeschoven. Moed is iets wat op hoog niveau te vaak ontbreekt. En dan is er natuurlijk de overspannen bouwmarkt waardoor er te weinig tijd is om echte vernieuwingen te bestuderen en door te voeren. De trage vorderingen zijn niet toe te schrijven aan afzonderlijke organisaties en zeker niet aan individuen die hun werk zo goed en zo kwaad als het kan uitvoeren. Maar je kunt evenmin achterover leunen en zeggen dat het jouw tijd wel zal duren. De Groene leguaan zal daarom gedurfde initiatieven blijven nemen. We zullen blijven prikkelen en blijven uitdagen. Want zolang er strijdlust is, is er hoop, ook voor duurzaam bouwen. Epiloog Bij de voorpublicatie van het manuscript krijgen we veel bijval uit de wereld van het duurzaam bouwen. De meeste bedrijven ontmoeten eenzelfde weerstand op velerlei vlak, particulieren zijn teleurgesteld als ze uiteindelijk niet het duurzame huis krijgen waar ze op hadden gehoopt en bij het overgrote deel van de duurzaam bouwen projecten worden de aanvankelijke doelstellingen niet gehaald. Een gemeentelijk ambtenaar verzucht: 'We hebben het al zo vaak geprobeerd, maar je krijgt het gewoon niet voor elkaar.' Dan volgt een gesprek met een uitgever die in eerste instantie enthousiast was voor ons boek. Tijdens het onderhoud blijkt dat hij wil afhaken. Het boek is te negatief, te cynisch. Met positieve aanmoedigingen bereik je meer. Als ze dit boek gelezen hebben zullen mensen zich wel twee keer achter de oren krabben voor ze aan een duurzame woning beginnen. Mijn antwoord is dat je in beide gevallen hetzelfde
bereikt. Spiegel je het mooier voor dan het is, dan haakt men halverwege af en blijft een gewoon huis over. Vertel je over de worstelingen, dan begint men wellicht niet en staat er aan het eind van de rit ook een gewoon huis. Wellicht is een snellere verandering ten goede mogelijk als men zich niet kwaad maakt op de boodschapper, maar over de realiteit. We doen nog een poging tot een subsidie-aanvraag voor het boekje bij het Stimuleringsfonds voor Architectuur. Ook daar kost de aanvraag zeeën van tijd. Als dan blijkt dat men ook alleen enthousiasmerende boeken wil ondersteunen, gaat de kogel door de kerk. Internet is het enige echt onafhankelijke medium. Laat de lezer maar oordelen.