Enige diatomeeënsoorten, nieuw
voor
de
Nederlandse flora
door
Herman
(Hugo
Ten
behoeve
van
onderzoek
een
Dam
van
de Vries-laboratorium, Amsterdam)
de
naar
watervervuiling
1
)
in
het
(VAN DAM, 1973) werden op 19 verschillende plaatsen stengels, meestal australis, van
de
Typha latifolia
soms van
voorkomende
hierop
Daartoe werd het
schraapt, De
werden een
met H
0 2
ingesloten
2
tekentubus, bij
30%
en
een
RA
') Huidige
zijn
adres:
van
5
scheermesje
tot
15
de methode een
Phragmites
onderzocht op de samenstelling
van
dat
deel
beneden het
cm
VAN
van
verzadigde
microscoop,
vergroting
van
de
lege
deze manier werden
tien nieuw
maxima
DER
KMn0
de
stengel afgebevond.
wateroppervlak
WERFF
-oplossing.
4
van
& HULS (1957-1970, De
gereinigde
schalen
in Clearax (Gurr, London). De preparaten werden bestudeerd
Zeiss Standaard
Op
met een
dat zich ongeveer
reiniging
p. 22-23)
Glyceria
diatomeeëngemeenschappen.
epifyton
verliep volgens
en
Naardermeer
van
voor
voorzien
100
X
van
een
fasecontrastinrichting
12,5.
schalen
van
164 soorten
aangetroffen,
waarvan
de Nederlandse flora. Hun voorkomen in Nederland is
Rijksinstituut
voor
met
en een
Natuurbeheer,
52
Leersum.
er
geenszins
een
verrassing,
naam
daar
de soort,
van
deze
al
worden hier
soorten
soorten
die
zijn
reeds bekend
De
besproken.
zijn
uit
landen. Deze nieuwe
naburige
geciteerde figuren, onmiddellijk de
waarnaar
de
na
individuen
aangetroffen
zijn
auteurs-
gedetermi-
neerd.
Achnanthes clevei Grunow;
Lengte 10
in
fijn,
zeer
«m,
IO/rm, grof Komt
meren
van
volgens
het
(1957, p. 248)
De
Alpen
VAN
van
genoemde
alkalische
de
&
we
minder
gebogen
is
de
slechts
soort
dat
striae in
soort
komen
op,
terwijl
mate
ligt
alkalifiel
het
824
met
de
van
die
onze,
met
lengte
een
van
van
en
16) voorlopig
pH-optimum
In
te
HUSTEDT (1933)
van
echter
lineair
meer
(1959), die
MAILLARD
en
aan-
tevens
zijn gestriëerd (14 transapicale striae
transapicale en een
breedte
meten.
5-5,2/im
het
in
het
in
10/rm).
van
4-5 //m
Mediaan
14-15
merengebied,
Baltische
halobiesysteem
classificeren als ZB.
van
VAN
Volgens
DER
WERFF &
CHOLNOKY (1968,
boven 7,5.
Navicula accomoda Hustedt; HUSTEDT, 21-25 jum, breedte
de tabel
10/iin.
245) vooral verspreid
saproxeen.
ge-
8.
fig.
15-20/im
uit het Naardermeer 14-16 X striae in
epifyton
HUSTEDT (1933, p. 380). De
grover
In het Naardermeer schaars voorkomend in het
Lengte
voorlopig
vervuild is.
organisch
vermeldt (16-20
(l.c.)
transapicale
(1957-1970, p.
p. 385)
aan-
6,5-9.
van
16)
in het
weinig exemplaren
met
fig.
overeen
evenals
HUSTEDT (1957, p.
oligohaloob,
subalpine
oligohaloob
pH
een
(1957-1970, p.
gevonden exemplaren zijn
HUSTEDT (l.c.)
exemplaren
terminaal 16-20
HULS
beter
HUSTEDT
10//m) dan
afmetingen geeft
Volgens
De
dan is weergegeven in
Als
en
uit.
zijn exemplaren,
de
in
merengebied
in Denemarken
gevonden bij
HULS
determineren
gevonden exemplaren
deze
schalen
getroffen aangeeft
op
wateren:
als alkalibiont,
soort
Achnanthes ploenensis Hustedt; MAILLARD, 1959, taf. 4,
komen
striae
transapicale
in het Baltische
en
auteurs
WERFF
DER
vonden, ook in de Welsloot, die in lichte
de
14
ZB.
In het Naardermeer
we
met
Holstein. Door JORGENSEN (1948, p. 48)
(1957, p. 249) beschouwt
halobiesysteem
Indien
striae in
transapicale
22
met
areovalva
vooral voor in
in de Centrale
meren
saproxeen. Door
en
classificeren als
te
tot
HUSTEDT
(indifferent)
raphovalva
De
duidelijk gepuncteerd.
HUSTEDT
Oost-Pruisen
5-7 /im.
duidelijk gepuncteerd.
calciumrijke
en
getroffen.
In
doch
en
HUSTEDT, 1933, p. 391, fig. 839a, b.
breedte
12-14/rm,
7/im.
noordwestelijke
deel.
1961, p. 64, fig. 1208.
Mediaan 20
en
terminaal 30
striae in
transapicale
10/im. Bekend uit Noord-Duitsland, Denemarken, Zwitserland,
El
Salvador
en
Noord-
Carolina (U.S.A.) (HUSTEDT 1957, p. 264).
Volgens en
HUSTEDT (1957, p. 264
euryoxybiont
kan
zuurstofgehalte (1957-1970, p. (1957, p. 264
(d.w.z. dat de leven).
In
het
16) voorlopig als
en
1961, p. 64) oligohaloob (indifferent), alkalifiel
en
soort
ZB
op
plaatsen
te
classificeren.
1961, p. 64) blijkt dat de soort
heterotroof is. Bedekte in
een
met een
halobiesysteem
door huishoudelijk
53
zeer
van
Uit
in
VAN
de
tijd
DER
sterk
wisselend
WERFF
de gegevens
van
& HULS HUSTEDT
waarschijnlijk obligaat
afvalwater
verontreinigde
stikstof-
Zwitserse
de stenen
beek
met een
slijmerige laag.
JORGENSEN (1952) vond de soort in afvalwater-
zuiveringsinstallaties. Enkele
11%
Navicula bryophila
Lengte
lOum.
nauwelijks
B.
J.
11-15/j,m,
in
striae
Het
aangetroffen.
15.00 h 33%.
en om
12
werden op
exemplaren
Karnemelksloot
Er was
moskussens
Mediaan 25 de
met
zijn
(1956, p. 366) vond de
het
l.c.).
delen.
nodig
en
soort
bij
gebruikte
IJsland,
van
vervuilde 11.40h
om
transapicale
waarnemingsmethode
een
bij
ze
van
pH
zuurstofgehalte
te
laag
(l.c.,
p.
4,2->8. Zij trof de
aan,
daar op zulke
91)
met
hele
oligohaloob (1957-1970,
en
468) heeft
voor.
NIESSEN
in monsters van
soort
in haar onder-
plaatsen
uitbundige groei
voor een
de
over
& HULS
>7 slechts erratisch
pH
een
vrijwel
in
wateren
CHOLNOKY (1968, p. 324, 325
Volgens
komt
hij
waar
zoete
DER WERFF
VAN
van
in
HUSTEDT
Volgens
echter zelden
hoge pH
met een
zoeksgebied
soort
halobiesysteem
ZB in te
veel zuurstof
plaatsen
was
terminaal >35
en
voorkwam. Later ook
(HUSTEDT,
dan in het
en
klasse p. 16) in de soort
organisch
1237.
Petersen; HUSTEDT, 1961, p. 91, fig.
terminale striae
aangetroffen
(indifferent)
de
sterk
toen
zichtbaar.
verzadigde
wereld
de
zuurstofverzadigingspercentage
PETERSEN (1928, p. 388) beschreef deze water
in
15,5 mg N-Kjeldahl/1 aanwezig.
breedte 3-3,5 fim.
De
1972
april
deze
van
soort
zou
zijn. In het Naardermeer vooral op
(zuurstofverzadigingspercentage
12
1972
april
10
om
Navicula frugalis Hustedt; HUSTEDT, 1957, p. 274, De
vorm
schrijvingen breedte ter
3,5-4/rm,
gestriëerd:
stemmen
HUSTEDT
van
lengte
De
bekend
plaatsen
is
is
goed
overeen
p. 274).
Hij
uit
breedte
als
geeft
4-5//m,
de
die
Spookgat aanwezig
in
voor
variabiliteit
afbeeldingen
be-
en
afmetingen: lengte 7-8/um,
10/UTI,
18-20 een
de
van
het Naardermeer
aanvaardbaar
en waarvan
het
21-25.
fig.
met
striae
transapicale
exemplaren
10-11/rm,
dergelijke afwijking
enkele
(1957,
mediaan 20-24
elkaar staand.
bij
Een
structuur
en
veel in
vrij
h: 95%).
terminaal
zijn
transapicale
soort
nog
die
niet
tot in
weinig
iets groter striae toe
nu
en
in van
dich-
grover
10/xm. slechts
volle omvang bekend
is. Door
Weser.
Op
HUSTEDT
(1957, p. 274) aangetroffen
Waarschijnlijk oligohaloob (ZB),
12
1972 werden
april
vervuilde Karnemelksloot
er
in de
alkalifiel
enkele tientallen
tische
12/im,
ZB
noemt
de
van VAN
soort
CHOLNOKY
zijn. Optimaal gemeenschap
DER
WERFF &
pH-indifferent
(1968) in
in
vervuilde
wateren
zou een
zijrivier
van
de
in de
toen
sterk
organisch
fig.
1359.
transapicale
striae in
LO/rni. Kosmopoli-
(HUSTEDT, 1962, p. 236).
HUSTEDT (1957, p. 277)
Volgens klasse
een
aangetroffen.
breedte 4-5 circa 30 /<m,
zoetwatersoort
en
saproxeen.
exemplaren
Navicula muralis Grunow; HUSTEDT, 1962, p. 236,
Lengte
Unterweser
en
met
teken
en
oligohaloob (indifferent); HULS
aerofiel. Naar de
wateren
4-5 mg
van
(1957-1970, p. 16).
het
kan
de soort
Kjeldahl-N/1.
begin
van
54
dit komt
overeen
HUSTEDT
met
uitgebreide onderzoekingen in
zuurstofarm
water
van
abundant
Het abundant voorkomen in
zelfreiniging zijn.
de
(1957, p. 277)
een
Op
12
1972
april
melksloot,
klein
een
aantal exemplaren
vervuild
organisch
waar
in
sloot, parallel
een
Navicula pseudoscutiformis Hustedt; HUSTEDT, 1966, p. 631, breedte
Lengte 9,5//m,
HUSTEDT (1930, p. 291
Volgens fische
elk circa 30 punctae in
met
10/v.m,
verspreiding
merengebied en
in beken
en
komt
De
voor.
In het Naardermeer één tocht. dat
in
Drs.
P.
M.
F.
Noord-Europa
in het
zich meestal op 7
exemplaar
werd genomen
en
sapropelium tot
striae
transapicale
in
uit het
Gat
soort
van
en
Holsteinse
stilstaande zoete
wateren
exemplaren.
1972
september
ruime geogra-
soort een
het Baltische
van
enkele
Coesel (mond. med.) trof de
1972
augustus
1966, p. 631) heeft de
en
vooral in
beperkt
dringt.
1628d.
fig. 20
terminaal
en
de Karne-
IO/<m.
aanwezigheid
bronnen
en
ze
16
mediaan
8//m,
aan
door de lekkende Meerkade
water
in
uit de Hoofd-
epifyton
in
aan
planktonmonster,
een
de Zandheuvel (Het Hol, Korten-
hoef).
Pinnularia krockii (Grunow) Hustedt; HUSTEDT, 1930, p. 318, taf.
20-22
Lengte
striae
in het
zijn
bonden
gevonden
behoren
en
10/<m.
het
verwant
als
taxon
var.
soort
buiten
worden
de
soort
Cleve P.
dat
mening
troffen in
zoet water
pH-indifferent
en
OOSTERHUIS Door
een
Drs.
komt de
vindplaatsen
als
van
mossen
uit
overgangen
ver-
Gregory. P.
van
(drukfout
globiceps
krockii
het eerst, als
voor
CLEVE (1895, p. 77)
vermeldt
Cleve!).
van
(Grunow) Hustedt als
een
zelf-
overal in
soort
opgegeven.
Europa
Krock
voor
verzamelde
en
de
ook
van
in
soort
155). Nadien is de soort ook aange-
(HUSTEDT 1942, p. 71). Volgens HUSTEDT (1957, p. 308) halofiel,
planktonmonster
Zunderdorp.
van
Navicula krockii
soort
aan
in
uit de
ringsloot
Door F. Icke de
begin
verlandingszone,
van
1973
bij
een
Spaarnwoude.
de brakwatervenen rond
C. Ellis-Adam werden in februari 1973 enkele
van
van exem-
zonder mediane
met en
oligosaproob.
(1974) trof de
A.
terminaal 21-22
en
afbeeldingen
opgevat.
auteurs
worden
geven geen
continue reeks
een
„schwach salzigem Wasser" (GRUNOW, 1882, p.
in
1882>
soort.
Pinnularia globiceps
geciteerde
Europa
auteurs
dezelfde
krookii (Grunow)
moet
de
Volgens
tot
van
mediaan 14-16
3pm,
midden ontbreken. Vormen
155) beschrijft
van
HUSTEDT (1942, p. 71) is
standige
dikte
genoemde
materiaal door
kennelijk
GRUNOW (1882, p. nauwe
5//m,
De
de striae in het
waarbij
plaren,
breedte
«m,
striae in
transapicale
een
fig. 580; GRUNOW,
30, fig. 40.
de
Buikslotermeerpolder
gevonden pH
exemplaren aangetroffen
van
in het
6,5-6,8
ten
Ilperveld, en een
in
zuidoosten
uitknijpsel
Cl-gehalte
van
350-700 mg/1. In het
Naardermeer
Karnemelksloot,
waar
in
april
1972
organisch
rijkelijk aanwezig
vervuild
water
in
een
sloot,
door de lekkende
parallel
aan
Meerkade
de
dringt
(310 mg Cr/1).
Pinnularia neglecta De
in
het
beschrijving minder dan
van
1/3
1112.
(Mayer) Berg; CLEVE-EULER, 1955, fig.
Naardermeer
gevonden
exemplaren
voldoen
CLEVE-EULER (1955, p. 80): de breedte van
de schaalbreedte.
Lengte
10,Mm. 55
van
116/im,
op
één
de axiale
punt area
na
aan
de
is beduidend
breedte 21 /<m, 6-7
costae
in
CLEVE-EULER (1955, p.
Volgens Zij
vermeldt ook
In
bij
vondst
een
het Naardermeer
de
slechts
undulata Hustedt
werd
gemengd
er
gepuncteerde Volgens
striae in
transapicale
en
gaat geleidelijk
(1959, p.
door OOSTERHUIS
der
gemeenschappen
Ik
kosmopolitische
tussen
Luwe
de
Tocht
zij
dank de heer A.
verwezen
breedte
de
van
5-6/<m,
soort
25-30
de
van
naar
der Werff
meren.
Westbroek
Het
fijn
laagveen-
pH optimum ligt
DAM
aangetroffen (perifyton)
Spaarnwoude
oecologie
VAN
In het
gevonden.
voorkomend.
der
soorten
de samenstelling
en
(1973).
De Hoef
te
uit
zoetwatersoort
van
doch schaars
gebied verspreid,
van
pygmaea Krieger;
S.
en 7.
6
Molenpolder bij
uitvoeriger behandeling
een
in
1972
typische exemplaren
19-24//m,
(1974) in brakwatervenen bij
Naardermeer in het hele Voor
april
10/zm.
782)
Door HADDERINGH (1970) in de en
in
over
weidesloten; schaarser in het littoraal
CHOLNOKY (1968, p. 336)
volgens
12
op
Zweden.
geheel
1126a-c; HADDERINGH, 1970, p. 84, fig. 91, als S. spec.
aangetroffen. Lengte
mee
HUSTEDT
moerassen
exemplaren
beken in
en
hooggebergte.
HUSTEDT, 1930, p. 257, fig. 409, als
HUSTEDT, 1959, p. 781, fig. De f.
enkele
meren
in het Beierse
Blik.
Wijde
Stauroneis kriegeri Patrick;
en
80) in eutrofe
Mayer
van
voor
de
hulp bij
de determinaties.
Literatuur
CHOLNOKY, B. J.,
CLEVE,
P. T.,
Synopsis
Ser.
IV,
5(4),
VAN,
p.
1973.
Naardermeer, torium,
GRUNOW,
1-232, fig.
1882.
&
Orients,
Band,
II. R.
HADDERINGH,
M.
H.,
stituut
voor
Heft
1933.
Die
voor
Beitrage
Rapport
1942. p.
,
Lehre. 1-219.
Vet. Akad. Handl.
het
de Vries-labora-
Rapport Hugo
pp.
Leersum.
Diatomeen
Österreich-Ungarns,
in
E.
und
von
des
onderzoek
Systematische
voor
in
Plantkunde,
de
Molenpolder
Utrecht/Rijksin-
Leersum. in A. Pascher,
Die Süsswasserflora
Mitteleuropas.
Jena.
Diatomeen
in
der
und der
und
der Schweiz,
in Rabenhorst's
Band VII, 2(3), p.
Schweiz,
nordwestdeutschen
321-432.
deutsch.
Flora. Ber.
bot.
KryptoLeipzig. Ges.
60,
55-73. 1957. Die Diatomeenflora
Abh. naturw. Ver. Bremen 1959.
Die
,
Kieselalgen
des
34,
FluBsystems
p.
1961. Ibid.
3(1),
1962.
Ibid.
3(2),
1966.
Ibid.
,
,
JURGENSEN,
E.
G.,
3(4),
p. p. p.
1948.
Selsk. Biol. Skr.
der Weser
im
Gebiet
der
Hansestadt Bremen.
181-440.
Deutschlands,
Österreichs
gamenflora von Deutschland, Österreich ,
158
hydrobiologisch
en
Kieselalgen Deutschlands, Österreichs
Aerophile
p.
Paleontologie Österreich-Ungarns
zur
Instituut
gamenfloravon Deutschland, Österreich ,
IV. K. Sv.
27(3),
diatomeeêngemeenschappenin
epifytische
Natuurbeheer,
Bacillariophyta (Diatomeae),
10. Vm+466 pp.
,
aan
watervervuiling,
Vegetatiekundig
pp.
Natuurbeheer,
F., 1930.
XIII + 699 pp.
136-157. Wien.
p.
93
und Finland.
Kenntnis der fossilen
Neumayr,
1970.
(gem. Maarssen),
zur
Schweden
onderzoek
in relatie tot
Beitrage
Binnengewassern,
diatoms. II. K. Sv. Vet. Akad. Handl.
971-1306.
Oecologisch
speciaal
von
Amsterdam/Rijksinstituut
A.,
Mojsisovics
HUSTEDT,
der Diatomeen in
of the naviculoid
1955. Die Diatomeen
CLEVE-EULER, A.,
DAM, H.
Ökologie
1968. Die
1895.
und
der
und
der Schweiz,
Schweiz, Band
in Rabenhorst's
Vn,
2(6),
p.
Krypto-
737-845.
1-160.
161-348. 557-816.
Diatom
5(2),
p.
communities
in
1-140.
56
some
Danish
lakes
and
ponds.
K. Danske
Vid.
1952.
Notes
on
,
the
ecology
MAILLARD, R., NIESSEN,
H.,
Florale
1959.
diatom Navicula
OOSTERHUIS, woude,
J.,
1974.
88 pp.
Arch.
accomoda
Hydrobiol. 51,
rapport
PETERSEN, J. B., 1928. The aërial The
Botany
A.
VAN
of
DER
Iceland, II, & H.
région d'Évreux.
Untersuchungen
Diatomeeen
Intern
la
diatomiquede
Ökologische
1956.
Murnauer Moores.
WERFF,
of the
Hustedt.
Bot. Tidsskr.
49,
189-191.
p.
in
algae p.
HULS,
drie
Hugo
p.
über
die
1957-1970.
binnen
Vries-laboratorium,
of Iceland, in L.
325-447.
Algol. N.S. 4, und
p.
256-274.
Desmidiaceen
des
281-375.
natuurreservaatjes
de
Rev.
Diatomeen
het
recreatiegebied Spaarn-
Amsterdam.
Kolderup Rosenvinge
& E.
Warming (red.),
Kabenhavn. Diatomeeënflora
van
Nederland.
Abcoude-De
Hoef.
Summary
During latifolia, were
on
an
and
investigation Glyceria
discovered which
their
taxonomy,
of the
epiphyton, growing
maxima, in the nature-reserve are new
on
for the Dutch flora. These
geographicaldistribution, ecology,
57
the
“Het
are
and
culms
of
Phragmites australis,
Naardermeer”, enumerated
occurrence in
ten
species
together the
area
of
with of
Typha
diatoms
some
notes
investigation.