17 - GEzonDHEiDSbESCHErminG
Aangekondigde wijziging Tabaksproductrichtlijn Soms vindt er een botsing plaats van fundamentele rechten en de wijze waarop de wetgever daarmee dient om te gaan. Hier wordt dit geïllustreerd aan de hand van een voorstel voor een wetswijziging op het gebied van tabaksproducten dat in december 2012 door de Europese Commissie is ingediend. De wetswijziging is volgens de Commissie in het belang van de volksgezondheid. Echter, het wetsvoorstel kan tevens grote impact hebben op de positie van houders van intellectuele eigendomsrechten. Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht
“Roken is dodelijk” (ook voor merkhouders) In deze bijdrage licht ik toe dat de wijze waarop de afweging van fundamentele rechten door de Commissie bij tabaks producten is gemaakt, op mij als te eenzijdig en onzorgvuldig overkomt. De relevantie van het wetsvoorstel1 (en deze bijdrage) reikt verder dan enkel tabaksproducten. Het is niet uitgesloten dat wanneer het wetsvoorstel daadwerkelijk tot een wetswijziging leidt – hetgeen steeds aannemelijker wordt –, daarmee een onjuist precedent wordt geschapen voor toekom stige wetgeving ten aanzien van andere productcategorieën. Het wetsvoorstel van de Commissie betreft een aanpassing van de Tabaksproductrichtlijn (de Richtlijn) die sinds 2001
in werking is.2 In de huidige vorm bepaalt de Richtlijn onder meer onder welke voorwaarden tabaksproducenten reclame voor hun rookwaren mogen maken, welke ingrediënten tabaksproducten mogen bevatten en aan welke vereisten de verpakking van rookwaren dient te voldoen. De Richtlijn vereist dat overal in Europa op sigarettenpakjes waarschuwin gen worden afgedrukt die het schadelijke karakter van tabakswaren benadrukken. In Nederland rookte in 2012 nog altijd 26% van alle Nederlanders van 15 jaar en ouder regelmatig.3 Uit de cijfers blijkt dat de huidige regelgeving niet het beoogde effect heeft, namelijk dat het percentage 2
1
8
Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten, COM(2012) 788 final.
3
Richtlijn 2001/37/EG van 5 juni 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten. http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/roken/ hoeveel-mensen-roken/
MAART 2014
AAnGEkonDiGDE wijziGinG TAbAkSproDuCTriCHTlijn
rokers drastisch afneemt. Een zelfde beeld komt naar voren in de overige EUlanden. Met het voorstel voor de wetswijziging tracht de Commissie hierin verandering te brengen. In deze bijdrage beperk ik mij tot een bespreking van de vereisten die de Richtlijn aan het uiterlijk van de verpakkin gen van rookwaren stelt. In de huidige regeling is bepaald dat 30% van de oppervlakte van de voorzijde en 40% van de achterzijde van de sigarettenverpakking opgeofferd dient te worden aan (tekstuele) gezondheidswaarschuwingen. De Commissie streeft ernaar om een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid te waarborgen. Dit doel kan volgens haar slechts bereikt worden door de huidige regelgeving te wijzigen. De Commissie geeft aan dat de Richtlijn in haar huidige vorm niet langer actueel is en aangepast moet worden in het licht van wetenschappelijke, internationale en marktontwikkelingen. De Europese beleidsmaker heeft met veel interesse gekeken naar Australië waar sinds december 2012 een plain packaging regeling van toepassing is. Plain packaging houdt in dat het gehele uiterlijk van de sigarettenverpakking is gereguleerd. Tabaksfabrikanten hebben geen vrijheid meer om de sigarettenverpakking te onderscheiden met hun merken, logo’s of andere beeltenissen. Bijna 100% van de verpakking wordt bedekt met ontmoedigende teksten en onsmakelijke afbeeldingen van fysieke aandoeningen die het resultaat kunnen zijn van de consumptie van tabaksproducten. Uitslui tend voor een tekstuele referentie aan het merk van de tabaksfabrikant is ruimte (in een door de regering vastgesteld lettertype, lettergrootte en kleur). Ook de afmetingen van sigarettenverpakkingen worden gereguleerd. Volgens de Australische regering bestaat sluitend bewijs dat de verpak king van tabaksproducten niet alleen een essentiële rol speelt in de beslissing van de consument om het ene merk sigaretten te verkiezen boven het andere, maar dat de verpakking tevens doorslaggevend is in de keuze van de consument om met roken te beginnen en de keuze van rokers om te blijven roken. In de poging om roken onder de bevolking – en vooral onder jongeren – terug te dringen lijkt plain packaging dus een goede oplossing. Deze gedachte wordt door de Commissie onderschreven. Het voorstel van de Commissie De Commissie heeft in haar voorstel van december 2012 niet gekozen voor verplichte plain packaging. Desalniettemin laat zij de lidstaten vrij om die in de nationale wetten te introdu ceren. De Commissie meent dat de volksgezondheid voorals nog een voldoende dienst bewezen wordt door lidstaten te verplichten minimaal 75% van de voor en achterzijde van de verpakking te bedrukken met gecombineerde gezondheids waarschuwingen (bestaande uit tekst en een foto). De MAART 2014
zijkanten van de verpakking zullen voor 50% bedekt zijn met waarschuwingsteksten. Ook stelt de Commissie voor om nadere eisen te stellen aan de afmetingen en vorm van de verpakkingen. De verpakking dient rechthoekig te zijn met een sluiting die als flip top lid wordt omschreven (de reguliere sluiting). Ook zijn kleine (lipstick)verpakkingen niet langer toegestaan: een pakje sigaretten dient minimaal 20 sigaretten te bevatten. Tot slot mag de verpakking geen melding meer maken van het teergehalte van het product (iets wat, gek genoeg, in de huidige Richtlijn juist verplicht wordt gesteld). Kleine verpakkingen en de vermelding van het teergehalte zouden bij de consument het beeld kunnen opwekken dat, indien het teergehalte lager is dan bij concurrerende producten, ze minder schadelijk zijn dan de beschikbare alternatieven.
De belangen die het meeste door het wetsvoorstel geschaad zullen worden, zijn de belangen van houders van intellectuele eigendomsrechten Bij het voorstel voor aanpassing van de Richtlijn heeft de Commissie – als te doen gebruikelijk – een Impact Assessment gepubliceerd.4 Met dit document wil de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad inzichtelijk maken wat de te verwachten gevolgen zijn van de voorgestelde wetswijziging en waarom de voorgestelde wetgeving nodig is. Op basis van dit document bepalen de Raad en het Parlement of het voorstel tot wijziging van de Richtlijn voor hen aanvaardbaar is. Ter onderbouwing van de noodzaak tot uitbreiding van de gezondheidswaarschuwingen op de verpakkingen verwijst het Impact Assessment naar een veelheid aan rapporten die het effect van sigarettenverpakkingen op het rookgedrag van de (jonge) consument bewijzen. Niet alle rapporten zijn naar mijn mening even overtuigend. Vraagtekens kunnen geplaatst worden bij de objectiviteit van een deel van de rapporten. In een aantal gevallen zijn de rapporten bijvoorbeeld tot stand gekomen (mede) met financiële steun van belangenorganisa ties op het gebied van kankerbestrijding of antirook organi saties. De Commissie benadrukt dat haar streven om de volksge zondheid te bevorderen door het bewustzijn van de negatieve effecten van roken op de gezondheid te vergroten, tot de 4
http://ec.europa.eu/health/tobacco/docs/com_2012_788_ia_en.pdf (uitsluitend beschikbaar in de Engelse taal).
9
17 - GEzonDHEiDSbESCHErminG
overheidstaak behoort. Met de uitoefening van deze taak voldoet zij aan haar plicht om de fundamentele rechten van de mens te beschermen. De invoering van de voorgestelde wetswijziging zou – meer dan thans het geval is – waarborgen bieden aan het fundamentele recht op leven (art. 2 EVRM) en het recht op eerbiediging van privé, familie en gezins leven (art. 8 EVRM);5 alle onbetwist rechten van niet te onderschatten waarde. Niet alle belanghebbenden zullen de voorgestelde wijzigingen echter juichend ontvangen. In dit verband benoemt het Impact Assessment heel kort, en nauwelijks waarneembaar in het geweld van het bewijs dat het belang van plain packaging benadrukt, de consequenties die de wetswijziging mogelijk heeft voor een bepaalde groep belanghebbenden: de tabaksproducenten en consumenten. Het wetsvoorstel zal onvermijdelijk ook een schending van fundamentele rechten inhouden. Schending van merkrecht en andere fundamentele rechten De belangen die het meeste door het wetsvoorstel geschaad zullen worden, zijn de belangen van houders van intellectuele eigendomsrechten. Producenten van tabaksproducten mogen zich niet langer vrijelijk bedienen van hun merken en auteursrechten om hun producten aan de man te brengen.
Het tonen van afbeeldingen van ziektes op tabaksverpakkingen zal slechts een beperkt effect op de volksgezondheid hebben Dit terwijl deze rechten van onschatbare waarde voor de bedrijfsvoering zijn. Het merk stelt de consument in staat de herkomst van de waren te identificeren zodat de consument die een merkproduct heeft gekocht bij een latere aankoop die (aanschaf )keuze, desgewenst, kan herhalen.6 Deze herkomst functie van het merk vormt een essentieel onderdeel van ons economisch bestel en de vrije mededinging. Ondernemingen moeten hun clientèle door de kwaliteit van hun producten aan zich kunnen binden en dat is alleen mogelijk als er onderscheidingstekens bestaan met behulp waarvan die producten kunnen worden geïdentificeerd.7 Het merk is een communicatiemiddel dat bovendien een kwaliteitsfunctie 5
6 7
10
Volgens de rechtspraak van het EHRM valt onder de in artikelen 2 en 8 EVRM benoemde fundamentele rechten ook de bescherming van de volksgezondheid; vergelijk bijvoorbeeld Europees Hof voor de Rechten van de Mens 16 april 1998, Nr. 32165/96 (Wöckel/Duitsland). Gerecht EU 9 oktober 2002, T-360/00 (Dart Industries/BHIM (UltraPlus)), punt 42. HvJ EG, 11 november 1997, C-349/95 (Loendersloot), punt 22.
heeft die bij consumenten verwachtingen en vertrouwen schept.8 Door de voorgestelde wetswijziging resteert voor de merkhouder slechts een beperkte vrijheid om de productver pakking te onderscheiden.9 Als dat tot gevolg heeft dat het voor het publiek bemoeilijkt wordt om vast te stellen of een bepaald product of bepaalde productverpakking afkomstig is van de merkhouder of juist van een derde, dan vormt dat een schending van het merkrecht. Het recht op de bescherming van intellectuele eigendoms rechten vormt een fundamenteel recht.10 Men kan zich afvragen of het de producent onder de voorgestelde regeling niet té moeilijk wordt gemaakt om met de (potentiële) consument in contact te komen. De onderne mer wordt beperkt in zijn vrijheid om te ondernemen.11 De voorgestelde wetswijziging raakt niet alleen de belangen van de ondernemer, maar is tevens nadelig voor een consu ment van tabaksproducten. Communicatie vereist immers dat de door de merkhouder uit te zenden informatie door een ander kan worden ontvangen en begrepen. Als de merkhou der geen boodschap meer mag uitzenden, is de consument niet meer in staat een geïnformeerde beslissing te nemen over een potentiële aanschaf. Een schending van het fundamentele recht op informatie ligt op de loer.12 Tegenover het door de Commissie nagestreefde doel van verbetering van de volks gezondheid staan dus onder meer een schending van het fundamentele recht op (intellectuele) eigendom, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van ondernemerschap. Naast schendingen van fundamentele rechten is het boven dien niet ondenkbaar dat de voorgestelde wetswijziging andere negatieve bijeffecten heeft, zoals een toename van de handel in namaakproducten. Wanneer alle sigarettenverpak kingen er hetzelfde uit zullen gaan zien, zal het voor verval sers alleen maar eenvoudiger worden om de verpakkingen na te maken. Tabaksproducten behoren nu al tot de meest nagemaakte producten. Niet alleen vormt de handel in namaaksigaretten een overduidelijke schending van de aan de ‘nagemaakte’ producent toekomende intellectuele eigendoms rechten en een financiële aderlating voor de overheid (accijnzen worden immers niet betaald), ook bestaat een reëel gevaar voor de volksgezondheid. De merkhouder kan geen 8
Vgl o.a. Hof van Justitie EG 18 juni 2009, C-487/07 (L’Oréal/Bellure), punt 58 e.v. 9 De resterende ruimte op de verpakking is in de praktijk minder dan de voorgestelde 25% van voor- en achterzijde. Omdat de gezondheidswaarschuwing onder geen beding onderbroken mogen worden door andere informatie, zal de resterende 25% moeten worden gedeeld met wettelijk verplichte accijns-zegels en andere wettelijk verplichte mededelingen. 10 Artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM; Europees Hof voor de Rechten van de Mens 11 januari 2007, IER 2007, nr. 46, p. 169, m.nt Sakulin (Anheuser-Busch/Portugal). 11 Art. 16 van het Handvest van de Grondrechten van de EU. 12 Art.10 EVRM.
MAART 2014
AAnGEkonDiGDE wijziGinG TAbAkSproDuCTriCHTlijn
controle houden over de kwaliteit van de producten. Uit een recent onderzoek van KPMG blijkt dat de handel in namaak sigaretten in Australië na de invoering van de plain packaging regeling daadwerkelijk aanzienlijk is toegenomen.13 Deze negatieve bijwerkingen dienen te worden betrokken in de afweging omtrent de wenselijkheid van de voorgestelde wetgeving. Botsing van fundamentele rechten Het is duidelijk dat het wetsvoorstel erin resulteert dat verschillende fundamentele rechten met elkaar in botsing komen. Waar meerdere grondrechten en fundamentele rechten met elkaar in botsing komen dienen de wederzijdse belangen zorgvuldig te worden afgewogen. Bij het afwegen van de belangen dient als uitgangspunt te worden genomen dat (i) in absolute zin geen van de funda mentele rechten ‘zwaarder’ weegt dan de ander,14 en dat (ii) het in geval van botsing van rechten vanzelfsprekend de voorkeur heeft om tot een oplossing of compromis te komen waarbij de botsende rechten zoveel als mogelijk in stand worden gelaten. Dit uitgangspunt – dat enigszins een open deur lijkt – dient te waarborgen dat niet meer afbreuk wordt gedaan aan de fundamentele rechten dan nodig. Een beperking van een fundamenteel recht is alleen toegestaan als de beperking deugdelijk is, in de zin dat de maatregel noodzakelijk en proportioneel is om het gewenste doel te bereiken. Wanneer een maatregel wordt geïmplementeerd terwijl oplossingen denkbaar zijn die een minder grote aantasting vormen van de af te wegen belangen, dan zou het niet redelijk en evenredig zijn om te kiezen voor het meer belastende instrument.15,16 De Commissie benadrukt dat een hoog beschermingsniveau van gezondheidsbescherming als uitgangspunt is genomen. Hoewel dat uitgangspunt vanzelfsprekend een doelstelling van algemeen belang is (dat krachtens artikel 52 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie een minimumvereiste voor de toelaatbaarheid voor schending van een grondrecht is), en het goed denkbaar is dat de voorge 13 Blijkens het rapport, beschikbaar via: http://www.ecta.org/IMG/pdf/ kpmg_report_on_illicit_trade_australia_4_nov_2013.pdf gaat het om een stijging van 8,2% in illegale handel in de twaalf maanden tot aan juni 2013 ten opzichte van het jaar 2012; overigens geldt hier dat het rapport tot stand is gekomen in opdracht van (belanghebbende) tabaksproducenten. 14 Een theoretisch uitgangspunt waarvan de vraag is of daaraan in de praktijk veel waarde toekomt. 15 J.H. Gerards, Belangenafweging bij rechterlijke toetsing aan fundamentele rechten, Kluwer, Alphen a/d Rijn 2006, p. 21 e.v.] 16 Vergelijk ook art. 52, lid 1 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie: “Beperkingen op de uitoefening van de in dit Handvest erkende rechten en vrijheden moeten bij wet worden gesteld en de wezenlijke inhoud van die rechten en vrijheden eerbiedigen. Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel kunnen slechts beperkingen worden gesteld, indien zij noodzakelijk zijn en daadwerkelijk beantwoorden aan door de Unie erkende doelstellingen van algemeen belang of aan de eisen van de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.”
MAART 2014
stelde maatregelen ook daadwerkelijk een (enig) positief effect op de volksgezondheid zullen hebben, is dit nog niet voldoende om andere fundamentele rechten integraal terzijde te schuiven. De potentiële positieve effecten van de voorge stelde wetswijziging moeten immers worden afgezet tegen de verscheidene negatieve effecten die het wetsvoorstel in zich draagt. Bij de lezer van het Impact Assessment zal de indruk bestaan dat de belangen van merkhouders per definitie minder zwaar wegen dan het bevorderen van de volksgezondheid. Het document geeft geen antwoord op de vraag of de voorgestelde wijzigingen (en daarmee schendingen van fundamentele rechten) noodzakelijk en proportioneel zijn. Dat antwoord kan enkel worden gegeven wanneer het ene recht tegenover het andere wordt geplaatst en een concrete afweging van de belangen inzichtelijk wordt gemaakt.
Het wetsvoorstel zal onvermijdelijk ook een schending van fundamentele rechten inhouden Hof van Justitie – Verenigd Koninkrijk / BAT, 10 december 2002 In 2002 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (‘het Hof ’) zich al eens uitgelaten over de toelaatbaarheid van de huidige Richtlijn. In de zaak tussen het Verenigd Koninkrijk en British American Tobacco voerde British American Tobacco onder meer aan dat de huidige Richtlijn (waarbij dus 30% en 40% van de verpakking is voorbehouden aan gezondheidswaarschuwingen) een schending vormt van merkrechten en daarmee een schending van het fundamentele recht op eigendom. Het Hof stelde vast dat er sprake was van een schending van het fundamentele recht op (intellectuele) eigendom maar hield de Tabaksproductrichtlijn toch in stand. De Richtlijn vormde een legitiem middel om het doel – de verbetering van de volksgezondheid – te bereiken. Wel benadrukte het Hof dat de vrijheid om het recht op eigen dom te beperken niet oneindig is. De Richtlijn is legitiem omdat het slechts “een verhoging van de oppervlaktepercentages die op bepaalde zijden van de verpakkingseenheden van tabaksproducten moeten worden besteed aan waarschuwingen voorschrijft, en zulks in een verhouding die de producenten van die producten voldoende ruimte laat om er andere gegevens, in het bijzonder die betreffende hun merken, op aan te brengen.” De Richtlijn doet met de voorgeschreven beperking geen afbreuk aan het wezen van het merkrecht van de tabakspro ducenten. Zo gezien vormt de Richtlijn een evenredige beper king van het gebruik van het eigendomsrecht, die verenigbaar 11
17 - GEzonDHEiDSbESCHErminG
is met de door het gemeenschapsrecht aan dat recht toege kende bescherming.17 Het Hof kent dus gewicht toe aan de omstandigheid dat de merkhouder voldoende ruimte behoudt om haar merken aan te brengen op de verpakking in een zodanige mate dat het merkrecht niet in haar wezen wordt aangetast. De plain packagingregel die in Australië van toepassing is, tast ongetwijfeld het merkrecht in zijn wezen aan en zou de toets der toelaatbaarheid, zoals door het Hof geformuleerd, dus niet doorstaan. Maar hoe zit het met de door de Commissie voorgestelde regeling? Waarschuwingen ter grootte van 40% en 30% van de verpakking zijn toelaatbaar geoordeeld, maar geldt dat ook voor een regeling waarbij 75% van beide zijden wordt bedekt met waarschuwingen? Het laat wellicht voldoende ruimte voor het gebruik van woordmerken maar ook logo’s of beeldmerken zijn een belangrijk communicatiemiddel voor 17 HvJ EG 10 december 2002, C-491/01 (UK/BAT), punt 150.
12
merkhouders. Het is goed denkbaar dat deze niet meer vrij gebruikt kunnen worden. De verschillende belanghebbende partijen zullen er een verschillende opvatting op na houden, zoveel is duidelijk. Het door de Commissie in dit debat ingenomen standpunt is opvallend eenzijdig te noemen. Dit geldt te meer als men zich realiseert dat tabaksproducten nog altijd legale producten zijn die gretig aftrek vinden onder de Europese bevolking. De regeringen spreken expliciet uit dat het niet de intentie is om tabaksgebruik volledig te verbieden. Tabaksproducten blijven dus beschikbaar in de Europese markt. Hetzelfde geldt voor consumenten van tabaksproducten, daar zal ook een wets wijziging geen verandering in brengen. Ik meen dat, zolang tabakswaren en tabaksconsumenten een positie blijven innemen in ons economisch verkeer, er belangen zijn waarmee men rekening dient te houden. Deze belangen omvatten die van tabaksconsumenten die in staat moeten zijn MAART 2014
AAnGEkonDiGDE wijziGinG TAbAkSproDuCTriCHTlijn
een weloverwogen keuze te maken voor het product dat ze willen aanschaffen; ze omvatten tevens de belangen van de tabaksproducent die zijn (schadelijke, maar legale) product moet kunnen aanprijzen als aantrekkelijker dan het alterna tief van de concurrenten. Het is geen vreemde gedachte dat de Commissie dient te accepteren dat als een bepaald product kennelijk geschikt is om vrij op de markt te worden gebracht, dit impliceert dat we de producenten van de betreffende producten niet zomaar de middelen mogen ontnemen om hun onderneming te kunnen drijven. De vraag of de nagestreefde verbetering van de volksgezond heid zwaarder dient te wegen dan de belangen van de tabaksproducent en de tabaksconsument, zal uiteenlopend worden beantwoord. De kans is groot dat een aanzienlijk deel van de bevolking zal menen dat het volksgezondheidsbelang zwaarder dient te wegen dan de belangen van de tabaksfabri kant. Het is echter eveneens aannemelijk dat deze weging gekleurd wordt door de aard van het product in kwestie. Jaarlijks sterven alleen al in Nederland bijna 19.000 mensen aan de gevolgen van tabaksconsumptie.18 Het is onmogelijk om deze aantallen ‘gemakshalve’ even te vergeten wanneer de vraag wordt voorgelegd welk belang zwaarder weegt. Maar wat nu als de voorgestelde regeling betrekking zou hebben gehad op de verpakking van snoepgoed of frisdrank? Jaarlijks overlijden in Nederland net zoveel mensen aan de gevolgen van overgewicht (hart en vaatziekten, kanker, diabetes) als aan de gevolgen van tabaksconsumptie. Stel dat het wetsvoor stel zou inhouden dat u vanaf nu op uw zak drop en flessen cola met een afbeelding van dichtgeslibde aderen of mensen met overgewicht en de mededeling “SNOEPGOED IS DODELIJK” zou worden geconfronteerd? Overdreven? Wie garandeert dat snoepfabrikanten en producenten van frisdrank niet binnen afzienbare tijd beperkt zullen worden in de vrijheid die zij hebben om producten aan te prijzen? Dit lijkt ver weg, maar is misschien niet zo onrealistisch als de huidige trend zich voortzet. Het lijkt er immers op dat de Commissie van mening is dat een afweging van belangen niet meer speelt als de volksgezondheid aan de orde is.
wingen op de sigarettenverpakkingen zullen worden uitge breid. Ik denk dat het tonen van afbeeldingen van ziektes op tabaksverpakkingen slechts een beperkt effect zal hebben op de volksgezondheid, in aanmerking nemende wat nu al wordt gedaan om roken te ontmoedigen. Als men dit beperkte effect afzet tegen de eliminering van de rechten van merkhou ders kan men zich afvragen of de voorgestelde wetswijziging wel kan worden aangemerkt als noodzakelijk en proportio neel. In dit verband mag ook niet worden vergeten dat er reële alternatieven voorhanden zijn. Momenteel besteedt twee derde van de lidstaten jaarlijks slechts € 0,10 per inwoner aan antirookcampagnes of andere maatregelen die de tabakscon sumptie ontmoedigen.19 Wellicht ligt hier een oplossing die de belangen van de merkhouders in voldoende mate waar borgt? Het wetsvoorstel is sinds december 2012 in behandeling. Hoewel het Europees Parlement het initiële voorstel van de Commissie in de zomer van 2013 heeft afgewezen, zijn Parlement en Commissie inmiddels nader tot elkaar geko men. Op 18 december 2013 kwam een persbericht naar buiten waarin werd aangekondigd dat een compromis was bereikt, inhoudende dat minimaal 65% (in plaats van 75%) van de voor en achterzijde van de verpakking bedekt dient te zijn met gecombineerde gezondheidswaarschuwingen. Of de 35% van de verpakking, die niet ingevuld wordt door waarschuwingen, voldoende ruimte aan de producenten laat om hun merkenrechtelijke belangen te waarborgen, is maar zeer de vraag. Het voorstel laat de lidstaten bovendien vrij om (volledige) plain packaging in te voeren. In onder meer Ierland, Engeland en Schotland lijkt men van die mogelijk heid gebruik te willen gaan maken. Commissie en Parlement werken nu aan een tekstvoorstel voor de wetswijziging waarna over de definitieve totstandkoming van de wet zal worden gestemd. Over de auteur Mr. Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht is advocaat bij AKD Advocaten & Notarissen op de sectie Intellectual Property & Technology en rookt niet.
Consumentenbescherming krijgt in Europa veel aandacht. Hoewel dit een goede ontwikkeling is, lijkt men soms uit het oog te verliezen dat consumenten prima in staat zijn om eigen keuzes te maken. Men wordt al decennia lang gecon fronteerd met wetenschappelijk bewijs van de schadelijke gevolgen van tabaksconsumptie. Er zal slechts een heel beperkte groep zijn die hiervan niet op de hoogte is en die zal besluiten te stoppen met roken als de gezondheidswaarschu 18 Cijfers 2011: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/ leefstijl/roken/wat-zijn-de-mogelijke-gezondheidsgevolgen-van-roken/
MAART 2014
19 Cijfers 2010: http://www.ensp.org/sites/default/files/TCS_2010_in_Europe_ FINAL.pdf
13