Postadres Postbus 8456, 1005 AL Amsterdam
Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Bezoekadres Houttuinlaan 3 3447 GM Woerden Postadres Postbus 8456 1005 AL Amsterdam
Per e-mail:
[email protected]
T 088 368 0 368 I fnv.nl
Datum
27 november 2015 Ons kenmerk
Telefoonnr.
TH/CR/ml/01
020 58 16 366
Onderwerp
E-mail
Reactie FNV op de begroting SZW 2016
[email protected]
Geachte dames en heren, Onlangs hebben sociale partners in de Stichting van de Arbeid het in april 2013 afgesloten Sociaal Akkoord afgerond. De FNV constateert dat het merendeel van de 63 afgesproken maatregelen is afgehandeld in wet- en regelgeving. Hierbij gaat het om: 1. de wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten, 2. de wet werk en zekerheid (WWZ) en 3. de wet aanpak schijnconstructies (WAS). De begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal in hoge mate ondersteunend (moeten) zijn aan de gemaakte afspraken. Van de minister heeft u op 24 november de Afronding Sociaal Akkoord ontvangen met een overwegend positieve beoordeling van wat er bereikt is. De Stichting van de Arbeid heeft inmiddels haar reactie kenbaar gemaakt op dit totaalplaatje, inclusief de kabinetsreactie op het SER-TAW-advies. Zoals u heeft kunnen lezen, is FNV van mening dat er vele positieve punten gerealiseerd zijn. Uiteraard blijft er nog genoeg te wensen over. Voor de begrotingsbehandeling volgende week vraagt de FNV in deze brief nog uw aandacht voor de volgende onderwerpen: 1 2 3 4 5 6 7
Jongeren en het minimumjeugdloon Langdurige werkloosheid onder ouderen Participatiewet en Sociale Werkvoorziening Wet Werk en Zekerheid en WW Dagloonbesluit Koopkracht senioren Inspectiecapaciteit ISZW Het Nederlands voorzitterschap van de EU
Datum
27 november 2015 Pagina('s)
2 van 8
1
Jongeren en het minimumjeugdloon
Vanaf je 18de levensjaar mag je in Nederland stemmen, autorijden, je eigen leven bepalen. Alleen voor een volwassen minimumloon moet je nog tot je 23ste wachten. Het verschil is groot. Een werknemer van 23 jaar of ouder heeft minimaal recht op € 9,12 bruto per uur, terwijl een 18 jarige het moet doen met minder dan de helft: € 4,15. Binnen de EU is Nederland hierin een uitzondering. De meeste EU-landen kennen dit systeem niet of kennen een systeem waarbij het volwassen minimumloon ingaat op de 18de verjaardag. Uw Kamer erkent dit en heeft inmiddels aan de minister om een aanpassing gevraagd. Naast de onrechtvaardigheid van het minimumjeugdloon worden jongeren in toenemende mate geconfronteerd met slechte arbeidsvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld 0-urencontracten zonder enige vorm van zekerheid. FNV ziet ook veel vormen van onbetaalde arbeid door jongeren onder het mom van stage, waarbij nauwelijks vergoeding geboden wordt, waarbij het leeraspect wordt verwaarloosd en waarbij de plek vooral gebruikt wordt om jongeren zo veel mogelijk gewoon werk te laten doen in plaats van aanvullend werk om ervaring op te doen. Dit leidt niet alleen tot verdringing maar ook tot minder mogelijkheden voor jongeren om zinvol ervaring op te doen en hun beroepsperpectieven te ontwikkelen. De FNV pleit voor:
2
Verlaging van de ingangsdatum van het volwassen minimumloon van 23 naar 18 jaar; Ook voor jongeren “echte banen” en een eind aan de 0-urencontracten; Een kritische evaluatie van constructies die misbruik van stages mogelijk maken zoals de startersbeurs en werkervaringsplaatsen; Bestrijding jeugdwerkloosheid via het creëren van werkgelegenheid en het herverdelen van werk o.a. via zogeheten plaatsmakers-regelingen.
Langdurige werkloosheid onder ouderen
Het langer doorwerken is in Nederland al heel gewoon geworden. De gemiddelde leeftijd waarop werknemers in Nederland met pensioen gaan, is voor mannen 64 jaar en voor vrouwen 63 jaar. Daarmee hoort Nederland binnen de EU inmiddels tot de landen met de hoogste uittredingsleeftijd! Deze hoge arbeidsparticipatie van ouderen heeft uiteraard alles te maken met het overheidsbeleid waarin vervroegd-pensioen-regelingen heel erg onaantrekkelijk zijn gemaakt. Vitaliteitsbeleid moet ervoor dat werknemers op een gezonde manier al werkende de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Naast het onaantrekkelijk maken van het vervroegd pensioen is ook de pensioengerechtigde leeftijd (versneld) verhoogd. De FNV heeft al meermalen aangekaart dat deze verhoging een direct effect heeft op de omvang van de werkloosheid. Wij pleiten daarom ook met het oog op de omvang van de jeugdwerkloosheid voor de invoering van plaatsmakers-regelingen en
Datum
27 november 2015 Pagina('s)
3 van 8
het opheffen van de belemmeringen daarvoor zoals de RVU-heffing. Daarnaast heeft het bevorderen van het doorwerken ná de pensioengerechtigde leeftijd een negatief effect op de werkgelegenheidskansen van de oudere werklozen die nog niet aan pensioen toe zijn. Het resultaat is dat ouderen die werkloos worden doorgaans zeer geringe kansen hebben weer aan het werk te komen. In september 2015 telde Nederland 609.000 werklozen (=6,8% van de beroepsbevolking). Van deze groep waren 270.000 mensen langer dan 12 maanden werkloos (=44%). Van de langdurig werklozen is 58% 45 jaar of ouder, aldus het CBS. FNV brengt graag de Beleidsagenda 2020 opnieuw onder uw aandacht. Daarin is het doel opgenomen dat de arbeidsmarktpositie van ouderen net zo sterk moet zijn als die van jongeren. Dit zal niet vanzelf gaan. De FNV is dan ook van mening dat het kabinet samen met sociale partners heldere doelen moet formuleren om dit te bevorderen. Oudere werklozen die aan het werk willen, moeten beter in hun inkomen beschermd worden. De nog steeds zeer zwakke positie van oudere werklozen op de arbeidsmarkt rechtvaardigt naar het oordeel van de FNV de herintroductie van een robuuste WWdagloongarantieregeling voor ouderen. Deze dagloongarantie werd kortgeleden afgeschaft voor mensen die vanuit een Van-Werk-Naar-Werk-traject werkloos werden en ingeperkt van 3 naar 1 jaar voor mensen die vanuit de WW een baan vonden en vervolgens opnieuw werkloos werden, dit ter wille van een afgeslankte uniforme dagloongarantieregeling voor alle werkzoekenden. De aanleiding om deze speciale bescherming voor ouderen te bieden is geenszins verdwenen. Wat betreft de sollicitatieplicht is er sprake van een onrechtmatigheid. Degene die op 64 jarige leeftijd werkloos wordt, heeft geen sollicitatieplicht. Maar degene die tijdens zijn werkloosheid 64 jaar wordt, moet door solliciteren tot zijn 67ste. De FNV pleit voor: Heldere doelen ten aanzien van het terugdringen van de langdurige werkloosheid onder ouderen. In 2020 moet het verschil in langdurige werkloosheid van 50plussers en 50-minners zijn gehalveerd. Mogelijkheden waarbij oudere werknemers die minder willen werken, gedeeltelijk plaatsmaken voor jongeren, o.a. via 80-90-100 maatregel (80% werk, tegen 90% van het salaris met 100% pensioenopbouw); Afschaffen van de RVU-heffing opdat belemmeringen voor plaatsmakers-regelingen opgeheven worden; Herinvoering van een robuuste WW-dagloongarantieregeling voor ouderen; Vrijstelling van sollicitatieplicht in ieder geval vanaf 64 jaar; Voortzetting 50plus netwerkgroepen UWV; Meer ondersteuning van de oudere werklozen bij het maken van een eigen plan om weer aan het werk te komen (empowerment); Meer aandacht voor VWNW o.a. via de pilots Regie WW;
Datum
27 november 2015 Pagina('s)
4 van 8
Verbetering kwaliteit arbeidsmarktinstrumenten (o.a. lessen trekken uit positieve ervaringen sectorplannen).
De FNV ondersteunt het voornemen van het kabinet te komen tot een actieplan oudere werklozen.
3
Participatiewet en Sociale Werkvoorziening
Op 19 november jongstleden demonstreerden ruim 7000 medewerkers in de sociale werkvoorziening voor betere arbeidsvoorwaarden. Het loon in de SW is al 5 jaar niet omhoog gegaan, de cao al twee jaar verlopen. Vanuit de demonstratie vertrok een groep mensen naar het VNG-gebouw en bezette het gebouw. De VNG schakelde de politie in en 20 demonstranten belandden in de cel. Zo moeten we niet met arbeidsgehandicapten omgaan! Op 27 oktober heeft de FNV u per brief de problemen helder uit de doeken gedaan: de Sociale Werkvoorziening wordt door de gemeenten versneld afgebouwd, terwijl de gemeenten nog onvoldoende beschutte arbeidsplaatsen opbouwen. Het resultaat is dat arbeidsgehandicapten tussen wal en schip (dreigen te) vallen. Het doel van de Participatiewet, namelijk meer mensen met een handicap aan het werk helpen, dreigt hiermee a priori al niet gehaald te worden. De Stichting van de Arbeid heeft 24 november – in de notitie over de afronding van het Sociaal Akkoord – nog een dringende oproep op het kabinet gedaan om een zorgvuldige transformatie van de infrastructuur sociale werkvoorziening naar de voorziening beschut werk mogelijk te maken. De FNV wijst u op het voornemen van het kabinet om de WIA te wijzigen voor personen die hebben gewerkt met loonkostensubsidies (pagina 156). Deze personen zouden beoordeeld moeten worden met een nieuw arbeidsongeschiktheidscriterium. Het voorstel is om uit de bestaande functies in het CBBS ook taken te kunnen destilleren die de zieke werknemer in theorie zou kunnen vervullen. De FNV staat afwijzend tegenover een dergelijke wijziging die het arbeidsongeschiktheidscriterium alleen nog maar weer theoretischer maakt dan het al is. Daar schiet helemaal niemand in deze doelgroep iets mee op! De FNV pleit voor: Een goede cao voor de Sociale Werkvoorziening; Geen versnelde afbouw SW, maar ombouw naar het nieuwe beschutte werken; Behoud van de infrastructuur, kennis en ervaring binnen de SW; Inzet van de LIV voor werknemers in de SW en de voorziening beschut werk; Maatwerk wat betreft de inzet van re-integratiemiddelen voor genoemde doelgroep; Echte banen, ook voor mensen met een arbeidsbeperking.
Datum
27 november 2015 Pagina('s)
5 van 8
4
Wet Werk en Zekerheid en dagloonbesluit WW
Een van onderdelen van het sociaal akkoord is de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Door de wet is er veel veranderd op het gebied van ontslag, tijdelijke contracten en de WW. Wat betreft het aan banden leggen van tijdelijke contracten en het stimuleren van meer vaste banen kan de wet nog wel wat ondersteuning gebruiken van werkgeverszijde. Met een flexibele schil van ruim 30% zit de Nederlandse economie/arbeidsmarkt in de gevarenzone! De wet moet zich nog consolideren. Aan de cao-tafel merken we wel al, dat er vaker gediscussieerd wordt over de vraag of al die tijdelijke contracten wel goed zijn voor het bedrijf en of er andere mogelijkheden zijn. Dit is wat ons betreft een positief effect van de wet. De FNV kan zich in het geheel niet vinden in de (aangenomen) motie Voortman (33818, nr. 75) waarin meerjarige tweede contracten bepleit worden. Vlak voor de invoering van de wet kwamen signalen binnen van ontslag van tijdelijke werknemers door bedrijven die bang waren voor de gevolgen van de wet. De inkt van de wet is nog niet droog. Om bij de eerste signalen meteen te gaan pleiten voor het oprekken van het begrip tijdelijkheid is wat ons betreft onwenselijk. De WWZ biedt voldoende mogelijkheden voor afspraken om daar waar nodig ruimte voor werkgevers en bescherming aan werknemers te geven, zoals blijkt uit de afspraken voor de seizoenswerkers in de agrarische sector. Ook tast de motie Voortman de kern van het arbeidsrecht aan. Voor werknemers voor wie een werkgever na een flink aantal jaren geen werk meer heeft is het gewone ontslagrecht met de bijbehorende ontslagbescherming de juiste route. Uitvoering van de motie Voortman betekent dat het gewone ontslagrecht omzeild wordt en dat mag nooit het effect van een maatregel zijn. Aan de universiteiten werken op dit moment mensen die al negentien jaar op tijdelijke contracten rondlopen en nu zonder enige bescherming ontslagen worden. Dat is het gevolg van de mogelijkheden om de ontslagbescherming te omzeilen. Die mogelijkheden moeten niet verder vergroot worden. Wat betreft de WW deed zich na introductie van de wet wel een probleem voor dat direct opgelost moest worden. Dit betreft het gewijzigde WW-dagloonbesluit waarmee uitkeringsgerechtigden per 1 juli jongstleden geconfronteerd werden. De gewijzigde berekeningssystematiek had direct grote gevolgen, met name voor starters op de arbeidsmarkt, werknemers met losse contracten en herintreders. Over aanpassing/reparatie van het dagloonbesluit wordt momenteel nog overleg gevoerd. Herstel van het oude dagloonbesluit (2013) is volgens de Stichting van de Arbeid de methode die de problemen het best oplost. Deze optie is technisch ook goed uitvoerbaar. FNV maakt zich grote zorgen over de wijze waarop de Minister voornemens lijkt te zijn het dagloonbesluit aan te passen. Hiervan zullen bijv. groepen uitzendkrachten de dupe zijn. FNV pleit ervoor: De WWZ tijd te geven om effect te krijgen op de arbeidsmarkt en de resultaten af te wachten en te monitoren. Geen ingrepen in de systematiek of anderszins.
Datum
27 november 2015 Pagina('s)
6 van 8
5
Het WW-dagloonbesluit wel aan te passen in de zin van herinvoering van de berekeningssystematiek van 2013; Het met terugwerkende kracht repareren van de negatieve effecten voor alle getroffen WW-gerechtigden.
Koopkracht senioren
Op 24 november jongstleden demonstreerden zo’n 1.300 senioren in Den Haag voor een beter inkomen. Het inkomen van senioren staat nu al jaren onder druk. Er is sprake van een opeenstapeling van maatregelen die bij elkaar leiden tot een reële inkomensdaling van tussen de 6 en 10%. De daling is voor bijna iedereen anders, omdat de inkomenspositie van senioren verschillend is. Dit komt doordat senioren verschillende inkomensdelen hebben: AOW, collectief pensioen, individueel pensioen. Daarnaast doen senioren een beroep op voorzieningen waarvoor de eigen bijdrages de afgelopen jaren gestegen zijn, bijvoorbeeld op het gebied van zorg. Ook de woonsituatie is van belang. Woon je bijvoorbeeld in een huurhuis? Dan zijn je woonlasten de afgelopen jaren ook al sterk gestegen. Voor de komende jaren zit er voor senioren nog flink wat ‘in het vat’ waardoor deze groep er qua inkomen nog verder op achteruitgaat. Hierdoor neemt de kloof tussen werkenden en senioren toe. Enkele voorbeelden:
Verlaging ouderenkorting. Werkenden hebben een arbeidskorting in het kader van de belastingen. Senioren werken over het algemeen niet en om ze qua inkomen te compenseren is de ouderenkorting bij de belastingen ingevoerd. Het kabinet wil deze korting afschaffen. Dit zorgt voor een stevige daling van het inkomen van senioren. Door de druk die het kabinet op de pensioenfondsen legt, zullen de pensioenen de komende 10 jaar niet mee stijgen met de inflatie. Voor enkele fondsen dreigt zelfs een korting op de uitkering. De afspraak die het kabinet nu gemaakt heeft met de andere bonden over het ABP vergroot dit probleem voor veel senioren die aangesloten zijn bij het ABP. De eigen bijdrage voor de zorg is met 0,75% verhoogd. Aangezien senioren relatief meer gebruik maken van de zorg, raakt dit hen meer dan werkenden. De dreigende afschaffing van de ouderentoeslag in box 3 van de belastingen. Dit raakt vooral mensen die zelf gespaard hebben voor hun oude dag. De lastenverlichting van 5 miljard die in de begroting van het kabinet staat komt ten gunste van de werkenden. Zij gaan er in 2016 2 tot 4% op vooruit. Gepensioneerden gaan er tot 2,4% op achteruit. Deze 5 miljard is ook opgebracht door de senioren!
De FNV vraagt uw aandacht voor de inkomensproblematiek van ouderen. Aangezien het een cumulatie van effecten van maatregelen van verschillende departementen betreft, vraagt de FNV de Minister van SZW de lead te nemen in de discussie over het oplossen van de geschetste inkomensachteruitgang van senioren.
Datum
27 november 2015 Pagina('s)
7 van 8
6
Inspectiecapaciteit ISZW
Een goede handhaving van de arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden is van groot belang bij een arbeidsmarkt die in toenemende mate flexibiliseert en internationaliseert. Wie de wetten overtreedt kan forse boetes krijgen. De FNV is voorstander van zo’n stevige aanpak van overtreders van cao’s en de arbeidsomstandighedenwet, in het bijzonder met het oog op werkgevers die alleen uit zijn op financiële winst ten koste van de veiligheid en gezondheid van werknemers. Jaarlijks sterven er zo’n 2.500 werknemers door een beroepsziekte of bedrijfsongeval. Een goede handhaving van het principe “Gelijk loon voor gelijk werk” inclusief de veiligheid op de werkplek staat of valt bij voldoende inspectiecapaciteit. De 35 extra (tijdelijke) inspecteurs die in het sociaal akkoord van 2013 waren afgesproken om de aanpak van malafide praktijken ter hand te nemen, zijn inmiddels aan het einde van hun arbeidscontract. Die capaciteit zal in 2016 niet meer beschikbaar zijn. Daarnaast treft de algemene taakstelling 2016-2018 voor overheidsdiensten ook de inspectie SZW. Dit treft dus ook de inspectiecapaciteit op het terrein van veilig en gezond werken. Dit betekent dat de overheid haar belofte om alle sectoren waar geen Arbo-catalogus is stevig te controleren niet kan nakomen. De FNV pleit voor: Structureel maken van de tijdelijke uitbreiding van de inspectie met 35 fte ten behoeve van de aanpak schijnconstructies; Afzien van de taakstelling 2016-2018.
7
Het Nederlands voorzitterschap van de EU
Van 1 januari tot en met 30 juni 2016 is Nederland voorzitter van de Raad van Ministers van de Europese Unie. Zoals verwoord in de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken zal Nederland prioriteit geven aan het bevorderen van fatsoenlijk werk: “Het gaat hierbij om de aanpak van de schaduwkanten van het vrij verkeer van werknemers, zoals misbruik, schijnconstructies en een neerwaartse spiraal op arbeidsvoorwaarden. Arbeidsmobiliteit kan bijdragen aan economische groei en werkgelegenheid, maar de schaduwkanten moeten worden geadresseerd om het draagvlak voor het vrij verkeer van werknemers en van diensten te vergroten. ‘Gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde werkplek’ is voor Nederland het uitgangspunt. Een ander aspect van fatsoenlijk werk betreft de arbeidsomstandigheden van werknemers. Nederland is voorstander van betere regelgeving, in het bijzonder voor meer bescherming van werknemers tegen kankerverwekkende stoffen. Daarnaast wil Nederland aandacht vragen voor kennisdeling tussen lidstaten en Europese steden op het terrein van armoedebestrijding”.
Datum
27 november 2015 Pagina('s)
8 van 8
De FNV is blij met deze inzet van de minister van SZW. Vooral op het terrein van het vrij verkeer van diensten stuiten onze sectoren op legale - en illegale praktijken die aangepakt dienen te worden. Separaat aan deze brief is een brandbrief onderweg naar de minister met voorbeelden van praktijken die wij tegenkomen op het terrein van detachering van werknemers vanuit MOE-landen en Zuid-Europese landen naar Nederland. De FNV zoekt graag de samenwerking met de minister en de inspectie SZW om de malafide praktijken aan te pakken.
Met vriendelijke groet,
Ton Heerts Voorzitter
CC: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dhr. L.F. Asscher Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevr. J. Klijnsma