Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke Postbus 3, 4490 AA Wissenkerke Tel (0113) 377377 Fax (0113) 377300
Raadsvergadering d.d. 15 januari 2015
Aan de raad
No. 5 en 5A
Wissenkerke, 5 januari 2015
Onderwerp: wijziging op de verordening re-integratie en tegenprestatie en de verordening Wet inburgering 2015 vast te stellen.
Voorstel/alternatieven Aan u wordt geadviseerd om de wijziging op de verordening re-integratie en tegenprestatie en de verordening Wet inburgering 2015 vast te stellen.
Inhoud aanvraag/aanleiding ambtshalve besluit Hierbij treft u een wijziging aan van de verordening re-integratie en tegenprestatie en de verordening Wet inburgering 2015. De verordening re-integratie en tegenprestatie wordt aangevuld met twee artikelen, te weten no-riskpolis en loonkostensubsidie. Een no-riskpolis dient vooral voor het afdekken van het ziektekostenrisico voor een werkgever bij het aannemen van een persoon uit de gemeentelijke doelgroep. De loonkostensubsidie is bedoeld voor het afdekken van de kosten van mindere productiviteit als gevolg van een arbeidshandicap; de hoogte van de loonkostensubsidie wordt vastgesteld op basis van een (onafhankelijke) loonwaardemeting. Beide onderdelen zijn belangrijk bij het kunnen realiseren van de baanafspraken (banen voor arbeidsgehandicapten). De verordening Wet inburgering 2015 is nodig vanwege het kunnen afronden van de gemeentelijke taken vanuit de Wet inburgering zoals die gold vóór 1 januari 2013. Het gaat dan met name om de handhaving van de inburgeringsplicht van de trajecten die indertijd onder gemeentelijke verantwoordelijkheid zijn gestart. De stukken zijn besproken in de cliëntenraad WWB van 12 november 2014; de cliëntenraad geeft een positief advies en geeft een aantal aandachtspunten mee. Voorstel is om schriftelijk te reageren op het advies van de cliëntenraad door middel van de concept-reactie zoals hieronder vermeld (onder het kopje belangenafweging).
Wettelijke grondslag Artikel 8a, tweede lid, onderdeel b van de Participatiewet bepaalt dat de gemeenteraad in een verordening regels stelt ten aanzien van het verstrekken van een no-riskpolis. Artikel 6, tweede lid van de Participatiewet bepaalt dat de gemeenteraad in een verordening regels stelt ten aanzien van het verstrekken van een loonkostensubsidie en het bepalen van de loonwaarde. De wettelijke grondslag voor de verordening Wet inburgering 2015 is te vinden in de artikelen 8, 19, vijfde en zesde lid, 23, derde lid, 24 e, 24f en 35 van de Wet inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 en artikel X van de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering (2012, 430).
Inhoud (extern) advies De voorgestelde wijziging van de verordening re-integratie en tegenprestatie vloeit voort uit de Participatiewet. De gemeenteraad wordt geacht per verordening regels te stellen ten aanzien van de noriskpolis en de loonkostensubsidie. Een no-riskpolis dient vooral voor het afdekken van het ziektekostenrisico voor een werkgever bij het aannemen van een persoon uit de gemeentelijke doelgroep. De loonkostensubsidie is bedoeld voor het afdekken van de kosten van mindere productiviteit als gevolg van een arbeidshandicap; de hoogte van de loonkostensubsidie wordt vastgesteld op basis van een (onafhankelijke) loonwaardemeting. Beide onderdelen zijn belangrijk bij het kunnen realiseren van de baanafspraken (banen voor arbeidsgehandicapten). Wat betreft de no-riskpolis gaan we uit van inkoop van de polis bij een verzekeraar (Achmea) en bij de loonwaardemeting maken we gebruik van de diensten van het UWV. De gemeente stelt de loonkostensubsidie dus vast op basis van een loonwaardemeting van het UWV. De voorgestelde keuzes ten aanzien van de no-riskpolis en de loonwaardemeting zijn voorbereid op Zeeuwse schaal. Het is namelijk de bedoeling van de wetgever dat de afspraken over dergelijke werkgeversinstrumenten op het niveau van de arbeidsmarktregio (dus Zeeuws) worden afgestemd. De verordening Wet inburgering 2015 is nodig omdat ook in 2015 de gemeente nog te maken heeft met het uitvoeren van taken op het gebied van de Wet inburgering die vóór 1 januari 2013 gold. Het gaat dan met name om de handhaving van de inburgeringsplicht van de trajecten die indertijd onder gemeentelijke verantwoordelijkheid zijn gestart. Concreet gaat het om het opleggen van boetes aan de inburgeringsplichtigen die zich niet aan de wettelijke verplichtingen hebben gehouden.
Verder is het de bedoeling dat in het verband van WIZ de Bevelanden beleidsregels inburgering worden vastgesteld. Het gaat dan vooral om het kunnen verlenen van een ontheffing van de inburgeringsplicht wegens aantoonbaar voldoende inspanningen (iemand kan het examen echt niet halen maar heeft wel zijn uiterste best gedaan) of wegens het evident ingeburgerd zijn (iemand kan al zo goed Nederlands dat een traject en een examen niet nodig zijn).
Resultaat horen Op 17 november 2014 heeft de cliëntenraad WWB de Bevelanden onderstaand advies uitgebracht naar aanleiding van de bespreking van de stukken in de vergadering van de cliëntenraad van 12 november 2014. Advies cliëntenraad WWB Het advies van de cliëntenraad is als volgt. Met betrekking tot de No-riskpolis en de Loonkostensubsidie zijn de cliëntenraden van mening dat de wettelijke regelingen gehanteerd worden. De cliëntenraden adviseren daarom positief. Als cliëntenraden willen we u wijzen op de volgende aanbevelingen. Aanbevelingen: A: Scherp letten op verdringing van arbeid. B: De focus op plaatsing van mensen zonder arbeidsbeperking niet te verslappen. C: Kijken naar de gevolgen die kunnen plaatsvinden als er bezuinigd gaat worden op de Loonkostensubsidie. D: Een maximale tijd bepalen aan het invullen van een zelfde functie door cliënten bij dezelfde werkgever om te voorkomen dat cliënten na een re-integratietraject telkens weer terugvallen in de bijstand. D: Bij aanbestedingen en inkoopvoorwaarden een beloning opnemen voor bedrijven die een cliënt na een traject van twee jaar vast in dienst nemen. Verordening Inburgering. De cliëntenraden realiseren zich dat aan het landelijk beleid niet te tornen valt. Wel huldigen wij de mening dat inburgering zou moeten gelden voor alle immigranten. Voor alle immigranten zou moeten gelden dat zij in het Nederlands moeten communiceren omdat dit belangrijk is om zich verder te kunnen ontplooien. In dat kader zijn wij dan ook van mening dat immigranten niet zelf hun inburgeringskosten moeten betalen om dat het in onze mening en ook volgens de wet een verplichting is. Derhalve adviseren wij positief.
Belangenafweging De voorgestelde reactie op het advies van de cliëntenraad is als volgt. Concept-reactie op advies cliëntenraad WWB Wederom waarderen we de snelle reactie van de cliëntenraad en de positieve grondhouding bij het adviseren over de beleidsstukken. Inhoudelijk is de reactie als volgt. A. Wij zullen zeker letten op signalen van verdringing van arbeid. De invloed van de gemeente op het verdwijnen van banen is overigens beperkt; organisaties nemen hun eigen beslissingen over ontslag van werknemers en voeren hun eigen personeelsbeleid. We zullen in ieder geval niet meewerken aan het opvullen van vervallen betaald werkplekken in de vorm van werken met behoud van uitkering zonder dat daar een perspectief voor de betrokken kandidaat tegenover staat. Re-integratie heeft als doel om de kansen van iemand op een betaalde baan te vergroten (ontwikkeling van de kandidaat) en wij zullen er voor waken dat dit doel voorop blijft staan. B. De gemeenten hebben de opdracht om de middelen en dus ook de inspanningen op het gebied van re-integratie evenwichtig te verdelen over de verschillende doelgroepen. Vanwege de beperkte middelen in geld en personeel zijn de gemeenten genoodzaakt om keuzes te maken ten aanzien van de inzet van re-integratie. Het maakt daarbij niet uit of iemand wel of geen arbeidshandicap heeft. De aandacht voor degenen zonder arbeidsbeperking zal dus zeker niet verslappen. Verder zullen we per individu beoordelen in hoeverre de lasten (kosten re-integratie) opwegen tegen de verwachte opbrengsten (besparing op de uitkering). C. Het is aan de gemeenten om te bepalen hoe de schaarse middelen voor re-integratie worden besteed. Ook bij de inzet van loonkostensubsidie zullen we beoordelen in hoeverre de totale lasten aan re-integratie (inclusief de loonkostensubsidie) opwegen tegen de verwachte opbrengsten (besparing van een uitkering). Het zal in de regel gaan om structurele verplichtingen, omdat de verwachting is dat de grote meerderheid van de doelgroep arbeidsgehandicapten blijvend is aangewezen op loonkostensubsidie om aan het werk te blijven. Dat wordt bevestigd door de ervaringen van het UWV dat maar een heel beperkt deel van de voormalige Wajong-groep in staat is gebleken om zelfstandig (zonder loonkostensubsidie) het minimumloon te verdienen.
D. De arbeidsmarkt is al een aantal jaren lastig en zeker voor de gemeentelijke doelgroepen. We pakken dus in principe alle kansen om gemeentelijke doelgroepen te plaatsen op een betaalde baan binnen de grenzen van de wetgeving (algemeen geaccepteerde arbeid). In deze context zijn we niet in de positie om harde eisen te stellen aan de inhoud en duur van betaald werk dat beschikbaar is voor de gemeentelijke doelgroepen. We stimuleren werkgevers in onze werkgeversbenadering om te kiezen voor duurzame oplossingen. Hoe beter het perspectief is voor een kandidaat van onze doelgroep, hoe meer de gemeente bereid is om te investeren (via re-integratiemiddelen) en te faciliteren. Inzet is om zo veel mogelijk duurzame plaatsingen te realiseren (6 maanden en langer), maar we zetten ook nadrukkelijk in op tijdelijk werk. Het kan dan voorkomen dat iemand bij dezelfde werkgever dezelfde functie heeft verricht, maar in sommige gevallen is er gewoonweg geen alternatief beschikbaar. Als de gemeente re-integratiegeld inzet, dan zullen we er scherp op letten dat de gemaakte (baan)afspraken ook worden nagekomen. Mocht dit niet het geval zijn, dan kunnen we ertoe besluiten om met die specifieke werkgever geen zaken meer te doen. E. Binnen WIZ de Bevelanden is social return on investment een belangrijk aandachtspunt. In dat kader zullen we opdrachtnemers vragen en stimuleren om daar waar mogelijk duurzame arbeidsplaatsen beschikbaar te stellen voor de gemeentelijke doelgroepen. De bouwsector in Zeeland heeft al aangegeven dat hun voorkeur ook uitgaat naar duurzame afspraken. Een landelijk gangbare definitie van een duurzame plaatsing is 6 maanden of langer. Deze definitie wordt ook door WIZ de Bevelanden gehanteerd. We zullen de mogelijkheid van de inzet van een bonus bij duurzame plaatsingen onderzoeken. We denken daarnaast ook aan het inzetten van onze (re-integratie)dienstverlening in ruil voor het beschikbaar stellen van plekken (voor wat hoort wat). Wat betreft de inburgering zijn wij het met u eens dat de beheersing van de Nederlandse taal essentieel is voor het kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving en het vinden van een betaalde baan. De gemeenten hebben echter vanaf 2013 geen taken meer wat betreft de nieuwe instroom van inburgeringsplichtigen. Voor alle inburgeringsplichtigen vanaf 2013 geldt dat zij hun inburgeringscursus zelf moeten financieren en daarvoor kunnen ze een lening bij DUO afsluiten. Alleen voor de inburgeringsplichtigen met een verblijfsvergunning asiel geldt dat zij de lening niet terug hoeven te betalen als zij geslaagd zijn voor hun inburgeringsexamen. Voor degenen die aangeven moeite te hebben met het terugbetalen van de lening kan een betalingsregeling met DUO worden getroffen. De gemeenten mogen dus geen vergoedingen verstrekken voor inburgeringscursussen voor de nieuwe instroom vanaf 2013. De gemeenten kunnen wel in het kader van re-integratie voorzieningen aanbieden die de inburgeringsplichtige met een gemeentelijke uitkering verder
helpen met zijn kansen op werk (naast de inburgeringscursus) en in dat re-integratieaanbod mogen ook taalcomponenten zitten.
Motivering Aan u wordt geadviseerd om de wijziging op de verordening re-integratie en tegenprestatie en de verordening Wet inburgering 2015 vast te stellen ter uitvoering van de Participatiewet en ter uitvoering van de resterende gemeentelijke taken op het gebied van inburgering.
Financiële gevolgen De loonwaardemeting en de no-riskpolis worden selectief ingezet. De kosten van een loonwaardemeting zijn € 691,- per stuk; daar komt nog een bedrag van € 810,- bij voor de indicatie baanafspraak die UWV op grond van de wetgeving moet afgeven. De kosten van een no-riskpolis zijn naar schatting € 2.000,- per stuk. Deze uitgaven moeten worden gedaan binnen de grenzen van het beschikbare participatiebudget (werkdeel) voor WIZ de Bevelanden.
Mogelijke risico’s Er is een risico dat in de praktijk meer inzet van re-integratie nodig is dan vooraf ingeschat. Dat geldt voor alle soorten re-integratievoorzieningen.
Behandeld in informatieve raadsvergadering d.d.