.
Aaanleg steigers Werelderfgoed Kinderdijk Quickscan Flora- en Fauanwet
Natuur- en Vogelwacht ”De Alblasserwaard” Postbus 151 3350 AD Papendrecht
datum: februari 2014 Opstellers: C. Stam J.W. Verhagen
Inhoudsopgave 1 Inleiding
1
2 Probleemstelling
1
3 Doelstelling
1
4 Beschrijving project
2
5 Onderzoeksgebied
3
6 Onderzoeksmethode
3
7 Onderzoeksresultaten 7.1 Locatie 1 . . . . . . . 7.2 Locatie 2 aanlegsteiger 7.3 Locatie 3 . . . . . . . 7.4 Locatie 4 . . . . . . . 7.5 Locatie 5 . . . . . . . 7.6 Locatie 6 . . . . . . . 7.7 Locatie 7 . . . . . . .
. . . . . . .
4 4 5 7 8 9 10 11
8 Conclusies en aanbevelingen 8.1 Conclusie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.2 Aanbevelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
12 12 12
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
1
Inleiding Stichting Werelderfgoed Kinderdijk (SWEK) is voornemens het aantal attractiepunten in het molencomplex van Kinderdijk uit te breiden, en deze beter met elkaar te verbinden (over water). Hiertoe dienen zeven aanlegsteigers gerealiseerd te worden, hetzij verbeterd of nieuw. Een nieuw aan te schaffen rondvaartboot zal deze punten met elkaar gaan verbinden. Het geheel wordt zo ´ van de projecten die gestart worden in het kader aangelegd en ingericht dat het ook geschikt is voor minder validen. Dit is e´ en van de Erfgoedlijn Waterdriehoek. Kinderdijk maakt deel uit van de Waterdriehoek Biesbosch, Dordrecht en Kinderdijk. Dit project ´ van de doelstellingen van de SWEK: het toegankelijk maken van het Unesco werelderfgoedgebied. sluit ook aan op e´ en Natuur- en Vogelwacht ’de Alblasserwaard’ (NVWA) heeft van de SWEK de opdracht gekregen een ecologische quickscan uit te voeren in het plangebied. Dit om in kaart te brengen of de realisatie van de aanlegsteigers risico’s met zich meebrengt met betrekking tot de natuurwetgeving. Een ecologische quickscan is een potentie-inschatting welke soorten in een gebied voor kunnen komen, in combinatie met een toetsing aan de Flora- en faunawet. Steco natuuradvies heeft van de NVWA de opdracht gekregen het veldwerk voor de quickscan uit te voeren en dit te rapporteren naar de NVWA, die de rapportage voor haar rekening neemt. Steco natuuradvies heeft het veldwerk voor deze quickscan uitgevoerd, en in het vervolg van dit rapport zijn de resultaten en bevindingen daarvan te vinden.
2
Probleemstelling Stichting Werelderfgoed Kinderdijk wil een viertal steigers aanleggen in de Lage Boezems van de Nederwaard en de Overwaard. Deze Lage Boezems liggen binnen het Natura 2000 gebied Boezems. Voor reaisatie is toetsing nodig aan de Natuurbeschermingswet en de Flora en Faunawet.
3
Doelstelling Het doel van het onderzoek en de bijbehorende rapportage is om door middel van een quickscan de effecten van de realisatie van de steigers op flora en fauna in beeld te brengen en de SWEK te adviseren over de voorwaarden waaronder,het kader van genoemde wetgeving, de steigers gebouwd kunnen worden.
-1-
4
Beschrijving project Het project ligt Het project bestaat uit de aanleg van vier aanlegsteigers voor een rondvaartboot. Deze aanlegsteigers bevinden zich in de Lage Boezems van de Nederwaarde en de Lage Boezem van de Overwaard. In onderstaande figuur 1 zijn de locaties van de steigers aangegeven. De steigers zullen gemaakt worden van hardhout. Indien op de locatie al een steiger aanwezig is
Figuur 1: Ligging onderzoeksgebied, inclusief nummering locatie steigers bron Google Maps
zal het materiaal van deze oude steigers hergebruikt worden. De steigers worden, los van de oever, in het water geplaatst en met een verbindingsbrug met de oever verbonden. De steigers zullen elders worden gefabriceerd en op de in het water aangebracht palen worden bevestigd. In figuur 2 en figuur 3 is de plattegond en het aanzicht van de steiger weergegeven. De werkzaamheden op locatie bestaan uit het aanbrengen van de en het bevestigen van de steigers op de palen.
Figuur 3: aanzicht steiger
Figuur 2: plattegrond steiger
-2-
5
Onderzoeksgebied Het onderzoeksgebied voor dit project ligt ten zuidoosten van het dorp Kinderdijk, ten zuiden van de rivier de Lek en ten oosten van de rivier de Noord. Het gebied ligt in de noordwestelijke punt van gemeente Molenwaard. De boezems van Kinderdijk (Natura 2000-gebied) bestaan uit meerdere delen. Voor dit project zijn de volgende twee deelgebieden relevant: Hoge boezem van de Overwaard en Hoge boezem van de Nederwaard. Tussen deze twee gebieden ligt de Lage boezem, die weer doorsneden wordt door een fiets-/wandelpad (Middenkade). Het gebied kent een rijke culthuurhistorie met zijn eeuwenoude 19 windmolens. De combinatie van rijkdom aan culthuurhistorie en natuur trekt ieder jaar honderdduizenden bezoekers uit de hele wereld. Op onderstaande kaart is de ligging van het gebied aangegeven. Tevens zijn hierop de locaties aangegeven waar de aanlegsteigers gerealiseerd zullen worden. Aan de hand van de nummering op figuur 1 zullen de locaties in de volgende hoofdstukken van dit rapport besproken worden.
6
Onderzoeksmethode In de ochtend van donderdag 6 februari is een veldbezoek gebracht aan het onderzoekgebied. Hierbij werden alle locaties waar aanlegsteigers gerealiseerd zullen worden gefotografeerd. Tevens werd een korte vegetatieopname gemaakt. Aan de hand hiervan kon het type grasland vastgesteld worden. Ook is gelet op aanwezige fauna, inclusief sporen daarvan. Van elke locatie is een potentie-inschatting gemaakt met betrekking tot het voorkomen van beschermde soorten. Door bovenstaande werkzaamheden uit te voeren kon van elke deellocatie een indruk verkregen worden van aanwezige ecologische waarden.
-3-
7
Onderzoeksresultaten Veldwerk Tijdens het uitgevoerde veldwerk zijn vrij weinig soorten aangetroffen in het plangebied. Belangrijke oorzaak hiervan is de tijd van het jaar. Vrijwel alle soorten planten zijn alleen vegetatief waargenomen. Wel waren veel vogels tijdens het veldbezoek al druk bezig met de balts, mede door het zeer zachte weer. Hieronder zullen de resultaten per deellocatie behandeld worden. Voor locaties van de weergegeven nummers wordt verwezen naar figuur 1,(zie bladzijde 2 in dit rapport.
7.1
Locatie 1 Bij deze locatie bevindt zich reeds een aanlegsteiger. Onderstaande foto (figuur 4 ) geeft een beeld van locatie 1 weer.
Figuur 4: Locatie 1
Aangetroffen soorten Op deze locatie zijn de volgende, in onderstaande tabel 1 weergegeven, soorten aangetroffen.
Tabel 1: Aangetroffen soorten locatie 1
Nederlandse naam Flora Kruipende boterbloem Scherpe boterbloem Riet Lisdodde Smalle weegbree Ridderzuring Fauna Meerkoet
Wetenschappelijke naam Ranunculus repens Ranunculus acris Phragmites australis spec. Typha spec. Plantago lanceolata Rumex obtusifolius Fulica atra
Totaalindruk / Potentie-inschatting Deze locatie, waar al een aanlegsteiger ligt, is ecologisch weinig interessant. Het grasland is matig tot zeer voedselrijk en verstoord. Aan de zuidkant van de aanlegsteiger staat een kleine pluk riet en lisdodde van ca. 10 m2 (op de foto ?? zichtbaar voor het houten gebouw). In theorie zou hier een paartje watervogels kunnen broeden. Maar gezien de grote toeristische druk in het zomerhalfjaar en het kleine formaat van deze lisdodde-/rietkraag wordt dat niet verwacht.
-4-
7.2
Locatie 2 aanlegsteiger Onderstaande foto (figuur 5 ) geeft een beeld van locatie 4 weer.
Figuur 5: Locatie 2
Aangetroffen soorten Op deze locatie zijn de volgende in onderstaande tabel 2 weergegeven soorten aangetroffen.
Tabel 2: Aangetroffen soorten locatie 2
Nederlandse naam Flora Ruw walstro Gewone braam Muurvaren
Wetenschappelijke naam Galium uliginosum Rubus fruticosus Asplenium ruta-muraria
-5-
Totaalindruk / Potentie-inschatting Ook op deze locatie, bij het Wisboomgemaal, ligt een aanlegsteiger. Grasland komt op deze locatie niet voor, de onderzoekslocatie bestaat grotendeels uit beton en hardhout. Veel groen was hier dan ook niet te vinden, op enkele exemplaren van ruw walstro en gewone braam na.
Figuur 6: Muurvaren
Figuur 7: Muur (duiker) tussen Wisboomgemaal en aanlegsteiger waar muurvarens aangetroffen zijn.
Interessant is een vondst van een flinke populatie muurvarens (25 stuks) op een oude muur, gedeeltelijk duiker, tussen het Wisboomgemaal en de huidige aanlegsteiger (zie figuur 6 en 7. Deze soort staat als ’thans niet bedreigd’ op de Rode Lijst, Vaatplanten 2012.
In en rond het Wisboomgemaal zouden vleermuizen voor kunnen komen. Maar aangezien het gemaal zelf (grotendeels) buiten de invloedssfeer van de werkzaamheden blijft worden geen negatieve effecten verwacht ten aanzien van deze soortgroep. Totaalindruk / potentie-inschatting Deze locatie, die een bestaande aanlegsteiger kent, is ecologisch weinig interessant. Langs de waterkant staan twee zwarte elzen (ca. 6 en ca. 9 meter hoog), waar vogels in zouden kunnen broeden. Langs de oever is een kleine rietkraag te vinden. Het grasland is matig tot zeer voedselrijk en verstoord. In het grasland zijn sporen aangetroffen van de mol. Dit zoogdier staat in tabel 1 van de Flora- en faunawet. Deze locatie kent verder weinig potenties omtrent het voorkomen van beschermde en/of Rode Lijst-soorten.
-6-
7.3
Locatie 3 Onderstaande foto (figuur 8 ) geeft een beeld van locatie 4 weer.
Figuur 8: Locatie 3
Aangetroffen soorten Op deze locatie zijn de volgende in onderstaande tabel 3 weergegeven soorten aangetroffen.
Tabel 3: Aangetroffen soorten locatie 3
Nederlandse naam Flora kruipende boterbloem. Scherpe bloem Speenkruid Smalle weegbree Grote brandnetel Ruw walstro Paarse dovenetel Riet
Wetenschappelijke naam Ranunculus repens. Ranunculus acris Ficaria verna Plantago lanceolata Urtica dioica Galium uliginosum Lamium purpereum Phragmites australisa
Totaalindruk / potentie-inschatting Het grasland op deze locatie is matig tot zeer voedselrijk en verstoord. Langs het water staat een smalle rietkraag. Deze locatie is ecologisch weinig tot niet interessant en negatieve effecten op beschermde en/of Rode Lijst-soorten door het uitvoeren van de werkzaamheden worden niet verwacht.
-7-
7.4
Locatie 4 Onderstaande foto (figuur 9 ) geeft een beeld van locatie 4 weer.
Figuur 9: Locatie 4
Aangetroffen soorten Op deze locatie zijn de volgende in onderstaande tabel 4 weergegeven soorten aangetroffen.
Tabel 4: Aangetroffen soorten locatie 4
Nederlandse naam Zwarte els Riet Gele lis Fluitenkruid Scherpe boterbloem Hondsdraf Fauna
Wetenschappelijke naam Alnus glutinosa Phragmites australis Iris pseudacorus Anthriscus sylvestris Ranunculus acris Glechoma hederacea
Totaalindruk / potentie-inschatting Deze locatie, die een bestaande aanlegsteiger kent, is ecologisch weinig interessant. Langs de waterkant staan twee zwarte elzen (ca. 6 en ca. 9 meter hoog), waar vogels in zouden kunnen broeden. Langs de oever is een kleine rietkraag te vinden. Het grasland is matig tot zeer voedselrijk en verstoord. In het grasland zijn sporen aangetroffen van de mol. Dit zoogdier staat in tabel 1 van de Flora- en faunawet. Deze locatie kent verder weinig potenties omtrent het voorkomen van beschermde en/of Rode Lijst-soorten.
-8-
7.5
Locatie 5 Onderstaande foto (figuur 10 ) geeft een beeld van locatie 5 weer.
Figuur 10: Locatie 5
Aangetroffen soorten Op deze locatie zijn de volgende in onderstaande tabel 5 weergegeven soorten aangetroffen.
Tabel 5: Aangetroffen soorten locatie 4
Nederlandse naam Flora Wilg spec. Gewone braam Riet Fauna Aalscholver Meerkoet Fuut Kuifeend
Wetenschappelijke naam Salix spec. Rubus fruticosus Phragmites australis Phalacrocorax carbo Fulica atra Podiceps cristatus Aythya fuligula
Totaalindruk / potentie-inschatting Deze locatie betreft een ribbe, gelegen in de Lage Boezem tussen de Middenkade en de Hoge Boezem van de Overwaard. Op de zuidpunt van deze ribbe is een nieuwe aanlegsteiger gepland. Ook zal op de ribbe een wandelpad gerealiseerd worden. Onderzoeksbureau Tauw heeft hier reeds onderzoek naar verricht (zie rapport ’Natuurtoets aanleg wandelpad Lage Boezem Kinderdijk’). Volgens dat rapport zijn geen negatieve effecten te verwachten met betrekking tot beschermde (doel)soorten bij de aanleg van een wandelpad over de ribbe. Ook valt uit te sluiten dat bij de realisatie van een aanlegsteiger op deze locatie natuurwetgeving overtreden wordt.
-9-
7.6
Locatie 6 Onderstaande foto (figuur 11 ) geeft een beeld van locatie 5 weer.
Figuur 11: Locatie 6
Aangetroffen soorten Op deze locatie zijn de volgende in onderstaande tabel 5 weergegeven soorten aangetroffen.
Tabel 6: Aangetroffen soorten locatie 6
Nederlandse naam Flora Ridderzuring Madeliefje Hondsdraf Smalle weegbree Wolfspoot
Wetenschappelijke naam Rumex obtusifolius Bellis perennis Glechoma hederacea Plantago lanceolata Lycopus europaeus
Totaalindruk / potentie-inschatting Deze locatie, gelegen bij de Blokkerse Wipmolen, kent ecologisch weinig tot geen potenties met betrekking tot het voorkomen van beschermde soorten. Het grasland is matig tot zeer voedselrijk, de oever is beschoeid.
- 10 -
7.7
Locatie 7 Onderstaande foto (figuur 12 ) geeft een beeld van locatie 5 weer.
Figuur 12: Locatie 7
Aangetroffen soorten Op deze locatie zijn de volgende in onderstaanded tabel 7 weergegeven soorten aangetroffen.
Tabel 7: Aangetroffen soorten locatie 7
Nederlandse naam Flora Riet Gele lis Schietwilg Gewone braam Pitrus Smalle weegbree Ridderzuring s Kruipende boterbloem Hondsdraf Fluitenkruid Madeliefje Fauna Pimpelmees Roodborst Merel
Wetenschappelijke naam Phragmites australis Iris pseudacorus Salix alba Rubus fruticosus Juncus effusus Plantago lanceolata Rumex obtusifoliu Ranunculus repens Glechoma hederacea Anthriscus sylvestris Bellis perennis Cyanistes caeruleus Erithacus rubecula Turdus merula
Totaalindruk / potentie-inschatting Het grasland is matig tot zeer voedselrijk en verstoord. Deze locatie kent weinig potenties met betrekking tot het voorkomen van beschermde soorten. Het uitgebreide braamstruweel en de twee knotwilgen langs de oever zouden broedvogels kunnen herbergen.
- 11 -
8
Conclusies en aanbevelingen
8.1
Conclusie Aangetroffen beschermde soorten / Rode lijst soorten ´ soort uit tabel 1 van de Flora- en faunawet, en e´ en ´ soort van de Rode Tijdens het uitgevoerde veldwerk is in het plangebied e´ en Lijst waargenomen. Dit betreffen respectievelijk de mol en muurvaren. Mol - Tabel 1 Flora- en Faunawet Op locatie 4 zijn sporen van de mol aangetroffen. Deze soort is vermeld in tabel 1 van de Flora- en Faunawet. Voor soorten uit tabel 1 geldt een vrijstelling. Hiervoor hoeft geen ontheffing aangevraagd te worden, wel moet de zorgplicht worden nagekomen. Deze zorgplicht houdt in dat nadelige gevolgen voor flora en fauna zoveel mogelijk moeten worden voorkomen. De zorgplicht geldt voor iedereen en voor alle planten en dieren, beschermd of niet. Bij beschermde planten of dieren geldt de zorgplicht ook als er een ontheffing of vrijstelling is verleend. Muurvaren - Rode Lijst Op locatie 2 is een populatie muurvarens aangetroffen. Deze planten groeien op een oude muur / duiker tussen het Wisboomgemaal en de huidige aanlegsteiger (zie figuur 2 en 3 op bladzijde 9). De muurvaren staat als ’thans niet bedreigd’ op de Rode Lijst Vaatplanten 2012. De muurvaren is niet opgenomen in de lijst met beschermde soorten van de Flora- en faunawet. Daar de steigers los van de oever in het water worden aangebracht zullen de genoemde soorten zoals de mol (tabel 1 FF-wet) en de muurvaren (Rode Lijst) niet in gevaar komen. De SWEK wil in dit voorjaar de steigers realiseren. De werkzaamheden ter plekke bestaan uit het heien van de palen en het bevestigen van de elders gefabriceerde steigers. Een storend effect op de broedvogels is bij dit project het bouwlawaai. Vooral heiwerkzaamheden, slaan of drukken, geven een hoge geluidblasting aan de omgeving wat gegarandeerd zal leiden tot een verstorend effect. Om de kans op het eventueel verstoren van broedvogels te verkleinen door voor 15 maart de palen aan te brengen.zodat de verstorende werkzaamheden voor het broedseizoen zijn verricht. Voor eind april zullen de aanlegsteigers aan de palen bevestigd worden. De aanvoer van de steigers geschiedt met pontons. Deze pontons kunnen dan gewoon naar de geplande locaties gevaren worden. Deze manier van werken ontziet zo veel mogelijk het broedseizoen. De omgeving van de locaties waar de aanlegsteigers gerealiseerd hebben in sommige gevallen wel potentie voor het voorkomen van beschermde soorten zoals vleermuizen. Deze vallen buiten de invloedssfeer van de werkzaamheden. Ook het aanbrengen van halfverharding in het kader van beschermde soorten geen problemen opleveren, omdat op de locaties waar grasland aanwezig was, deze alle matig tot zeer voedselrijk en verstoord waren, zonder beschermde en/of Rode Lijst-soorten, uitgezonderd de mol.
8.2
Aanbevelingen Op basis van eerder in dit rapport genoemde bevindingen,met betrekking tot het uitvoeren van de werkzaamheden, enkele aandachtpunten en maatregelen worden aanbevolen. - werkzaamheden in relatie tot het broedseizoen: Het verdient sterke aanbeveling om de werkzaamheden buiten het broedseizoen (half maart tot half juli) uit te voeren. Zodoende kunnen problemen met broedende vogels tijdens de werkzaamheden worden voorkomen; - Muurvaren: Op locatie 2 is een populatie muurvarens aangetroffen, een Rode Lijst-soort. Niet beschermd, maar het verdient wel aanbeveling omzichtig met deze populatie te handelen, zodat deze in haar voortbestaan niet bedreigd wordt. Alle waargenomen muurvarens groeien op een oude muur tussen Wisboomgemaal en de aanlegsteiger (zie figuur 2 en 3 op bladzijde 9). Aanbevolen wordt om deze muur, indien mogelijk, onaangetast te laten. Door het realiseren van de aanlegsteigers en in sommige gevallen het half verharden van de walverbinding, verdwijnen enkele tientallen meters oever, lees groeiplaats voor oeverplanten en broed- en foerageerhabitat voor watervogels. - Compensatie Aanbevolen wordt daarom om dit verlies van oevers op een locatie elders in het gebied (gedeeltelijk) te compenseren door het aanleggen van natuurvriendelijke oevers. Dit is zeer bevorderlijk met betrekking tot het voorkomen van flora en fauna en de waterkwaliteit. Tijdens de werkzaamheden dient in alle gevallen de algemene zorgplicht van de Flora- en faunawet nagekomen te worden.
- 12 -