Quickscan flora en fauna Open lucht evenementen te Eindhoven
Concept
Door: Bart Hendrikx
In opdracht van: Gemeente Eindhoven
December 2013
Colofon Door: Ecologica Rondven 22 6026 PX Maarheeze tel: 0495 - 46 20 70 fax: 0495 - 46 20 79
[email protected] www.ecologica.eu In opdracht van: Gemeente Eindhoven Postbus 90150 5600 RB Eindhoven Projectnummer: P2013/69 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en auteurs. Ecologica is niet aansprakelijk voor directe of gevolgschade die voortvloeit uit toepassing van de conclusies, aanbevelingen en resultaten uit dit rapport en overige werkzaamheden van Ecologica. Opdrachtgever vrijwaart Ecologica in deze tevens voor aanspraken van derden.
Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave ........................................................................................................3 Voorwoord...............................................................................................................4 1
Inleiding........................................................................................................5 1.1.
Flora- en faunawet en ruimtelijke planvorming ............................................5
1.2.
Onderzoeksaanpak.......................................................................................7
2
Gebiedsbeschrijving......................................................................................9
3
Geplande maatregelen ...............................................................................18
4
Beschermde flora en fauna .........................................................................20
5
Conclusies ..................................................................................................37
6
Aanbevelingen ............................................................................................42
Bronnen .................................................................................................................43
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
3
Voorwoord
VOORWOORD De gemeente Eindhoven wil in het kader van haar zorgplicht evenementenorganisatoren van dienst zijn door een oriënterend onderzoek in het kader van de Flora- en faunawet te laten uitvoeren op een aantal groen gelegen evenementenlocaties. Afhankelijk van het voorkomen van beschermde flora en fauna is voor het houden van evenementen ontheffing nodig in het kader van de Flora- en faunawet. In het kader van de Flora- en faunawet is er een quickscan uitgevoerd naar de mogelijke effecten van deze activiteiten op beschermde flora en fauna. Daarnaast wordt bepaald of voor deze soorten een ontheffingsaanvraag noodzakelijk is of kan zijn. Opdrachtgever voor het project is de gemeente Eindhoven met de heer Karel Beljaars als contactpersoon. Vanuit Ecologica zijn de werkzaamheden uitgevoerd door Bart Hendrikx.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
4
Inleiding
1
INLEIDING In Eindhoven worden jaarlijks tal van evenementen in de openlucht georganiseerd. De belangrijkste evenementen worden door Gemeente Eindhoven vergund met toepassing van het gemeentelijk evenementenbeleid. Gemeente Eindhoven wil hierbij beter rekening gaan houden met de Flora- en faunawet. De gemeente gaat er vanuit dat de verantwoordelijkheden t.a.v. de Flora- en faunawet primair bij de evenmentenorganisator liggen en dat de gemeente bij betrokkenheid een zorgplicht heeft. Om invulling te geven aan deze zorgplicht is door middel van een oriënterend onderzoek in het kader van de Flora- en faunawet op de risicovolle evenementenlocaties onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en onmogelijkheden. Dat betreft in Eindhoven 5 locaties in een groene omgeving waar op jaarlijkse basis één of meer evenementen in de openlucht van bepaalde omvang worden gehouden: Het Stadswandelpark; Stadspark De Karpen inclusief IJzeren man; De TU/e campus; Philips de Jongh Wandelpark. Genneper sportparken Het uitgevoerde onderzoek is er op gericht een inschatting te geven welke beschermde soorten hier (mogelijk) voorkomen en hoe nadelige effecten als gevolg van deze evenementen op die soorten kunnen worden voorkomen. Bij nadelige effecten kan bijvoorbeeld worden gedacht aan geluid, kunstlicht, betreding door mensen(massa's), etc. De resultaten van dit onderzoek geven aan of de geplande maatregelen nadelig kunnen zijn voor beschermde soorten en of deze voorkomen kunnen worden. Zo ja, dan wordt aangegeven voor welke soorten in het kader van de Flora- en faunawet ontheffing moet worden aangevraagd.
1.1. Flora- en faunawet en ruimtelijke planvorming De bescherming van specifieke soorten is in Nederland geregeld via de Flora- en faunawet (1 april 2002). Dit is een raamwet gebaseerd op reeds bestaande Nederlandse soortbeschermingswetten en zorgt voor de implementatie van de Europese Habitatrichtlijn en de Europese Vogelrichtlijn. Doel van de Flora- en faunawet is dan ook om het voortbestaan van honderden van de 40.000 in Nederland voorkomende planten- en diersoorten te garanderen. Onder de beschermde soorten vallen voor het grootste deel alle van nature in Nederland voorkomende zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën en een groot aantal vissen. Daarnaast nog redelijk wat planten en enkele veelal zeldzame ongewervelden en schaal- en schelpdieren die niet onder de Visserijwet vallen. Consequentie van deze wet is dat een ontheffing moet worden aangevraagd als door activiteiten een beschermde soort of leefgebied van een beschermde soort kan worden aangetast. Ruimtelijke ingrepen hebben verschillende consequenties. Zo kan er o.a. verstoring, versnippering of vernietiging van leefgebieden optreden. Een activiteit in het
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
5
Inleiding
projectgebied kan daarnaast ook directe en indirecte negatieve effecten hebben op beschermde soorten in de omgeving. Vertraging in het planproces hoeft niet plaats te vinden indien tijdig wordt gestart met onderzoek in het kader van de ontheffingsaanvraag. Ook kan de procedure worden vereenvoudigd door de planning van de werkzaamheden af te stemmen op de periode waarin de soorten het minst kwetsbaar zijn. Zo kunnen de negatieve effecten van de maatregelen tot een minimum worden beperkt.
Kader 1 Samenvatting van de verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet: Het is verboden beschermde planten te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei wijze van hun groeiplaats te verwijderen; Het is verboden beschermde dieren te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen; Het is verboden beschermde dieren opzettelijk te verontrusten; Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde dieren te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren; Het is verboden eieren van beschermde dieren te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen.
Verbodsbepalingen: Iedere initiatiefnemer voor een ruimtelijke ingreep heeft de plicht zich te houden aan de verbodsbepaling uit de Flora- en faunawet. Globaal komt het er op neer dat alle handelingen die een negatieve invloed hebben op beschermde soorten in principe verboden zijn (zie kader 1). Daarnaast heeft iedere initiatiefnemer ook een zorgplicht. Dit houdt in dat iedereen betrokken bij het project zó dient te handelen, of juist deze handelingen na te laten, dat de in het wild voorkomende plant- en diersoorten daarvan géén of zo min mogelijk hinder ondervinden. In bijna ieder projectgebied is wel een beschermde soort aanwezig of te verwachten, omdat er ook zeer algemene soorten beschermd zijn. Dit betekent dat de hierboven genoemde verbodsbepalingen daarom vrijwel altijd van toepassing kunnen zijn op elk project. Concreet houdt dit in dat er dus vrijwel altijd een onderzoek moet worden uitgevoerd waarin wordt vastgesteld of negatieve effecten te verwachten zijn op beschermde soorten.
AMvB artikel 75
Kader 2
Op 23 februari 2005 is de “AMvB streng beschermd bijzondere beschermde soorten die staan in bijartikel 75” van de Flora- en faunalage 1 van de AMvB (incl. Rode lijst categorie wet in werking getreden. De bebedreigd, ernstig bedreigd of verdwenen) en/of schermde soorten van de Florain de Habitatrichtlijn op bijlage 4. overig beschermd soorten die niet onder niveau 1 en 3 vallen. en faunawet worden in de AMvB algemeen zeer algemene soorten (genoemd in de bijlage in drie verschillende beschervan de AMvB). mingsniveaus verdeeld: streng beschermde soorten, algemene soorten en overige soorten (zie kader 2) (EL & I, 2005). De AMvB regelt een vrijstelling voor algemeen voorkomende beschermde soorten voor drie categorieën van activiteiten: bestendig beheer en onderhoud bestendig gebruik ruimtelijke ontwikkeling en inrichting Als de maatregelen onder één van deze categorieën vallen, is een ontheffingsaanvraag voor algemene beschermde soorten niet nodig. Als er volgens een goedgekeurde
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
6
Inleiding
gedragscode wordt gewerkt, is ook geen ontheffing nodig voor de normaal beschermde (overige) soorten. Voor vogels moeten de maatregelen buiten het broedseizoen worden uitgevoerd, ofwel er moet worden gewerkt volgens een goedgekeurde gedragscode. Alleen voor streng beschermde soorten is vrijwel altijd een ontheffing nodig. Ook als de maatregelen niet vallen onder de bovengenoemde drie categorieën is altijd een ontheffing nodig.
Toetsing Het verschil tussen de beschermingsniveaus zit verder in de toetsing die plaatsvindt om de ontheffingsaanvraag te beoordelen. Deze is veel uitgebreider bij streng beschermde soorten en bij vogels. Bij de zeer algemene soorten en overige beschermde soorten wordt alleen getoetst of de werkzaamheden het voortbestaan van de soort niet in gevaar brengen. Voor streng beschermde soorten en vogels wordt een uitgebreide toets uitgevoerd, die globaal bestaat uit: de maatregelen mogen het voortbestaan van de soort niet in gevaar brengen. er is geen alternatief voor de maatregel. met de maatregel wordt een maatschappelijk belang gediend, conform een specifieke lijst. er moet zorgvuldig worden gehandeld. Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische zaken(=EZ) toetst een ontheffingsaanvraag eerst op volledigheid en legt de aanvraag voor inhoudelijk advies in veel gevallen voor aan Dienst Landelijk Gebied van EZ. EZ beoordeelt vervolgens op juistheid en actualiteit van verspreidingsgegevens, effectinschatting, gevolgen van de ingreep voor de gunstige staat van instandhouding van de betreffende beschermde soorten, maar ook het verkennen van alternatieven en het afwegen van belangen (Broekmeyer et al., 2003). Dit advies wordt vervolgens voorgelegd bij Dienst Regelingen, die wel of niet de ontheffing verleent. Dienst Regelingen neemt in principe binnen 8 weken een besluit over de ontheffingsaanvraag. Deze termijn kan verlengd worden tot 6 maanden wanneer daar aanleiding toe is. De praktijk van de afgelopen jaren wijst uit dat een termijn van 5-6 maanden regelmatig voorkomt.
1.2. Onderzoeksaanpak Omdat vooraf niet kan worden voorzien of een ontheffingsaanvraag nodig is, valt de aanpak uiteen in twee fasen. Indien geen ontheffingsaanvraag noodzakelijk is, hoeft fase 2 niet te worden uitgevoerd. Dit rapport doet verslag van fase 1 waarin wordt onderzocht voor welke activiteiten een ontheffingsaanvraag nodig is.
Fase 1: 1. Gebiedsbezoek Gedurende een gebiedsbezoek op 11 december 2013 is een overzicht opgesteld van aanwezige biotooptypen en beplantingen met hun omvang. Waarnemingen van beschermde soorten zijn genoteerd. Een gebiedsomschrijving wordt weergegeven in hoofdstuk 2. 2. Uitvoeringsmaatregelen Er is kort omschreven welke activiteiten of maatregelen in het plangebied zullen plaatsvinden en, voor zover bekend, in welk seizoen ze zullen worden uitgevoerd. Op basis
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
7
Inleiding
hiervan is gekeken op welke soortgroepen effecten te verwachten zijn. Een beknopt overzicht van de activiteiten wordt gegeven in hoofdstuk 3. 3. Bronnenonderzoek Omdat één gebiedsbezoek onvoldoende is om een volledig beeld te krijgen van de aanwezige beschermde flora en fauna is tevens een bronnenonderzoek uitgevoerd naar beschikbare veldgegevens. Alle verzamelde gegevens zijn meegenomen in de analyse. 4. Interpretatie voorkomen beschermde soorten Aan de hand van de aanwezige biotopen en biotoopkwaliteit is ingeschat welke beschermde soorten in het onderzoeksgebied aanwezig zijn, naast de waargenomen soorten. Dit is gedaan op basis van 'expert judgement'. Het gaat hier om soorten die daadwerkelijk voorkomen op de locaties waar de activiteiten effect op kunnen hebben. Ook is bekeken of indirecte effecten te verwachten zijn. Aangegeven is of locaties gebruikt worden als permanent leefgebied, foerageergebied, overwinteringsgebied etc. Een overzicht van alle waargenomen en te verwachten beschermde soorten is te vinden in hoofdstuk 4. Indien aanvullend onderzoek noodzakelijk is, wordt dit geadviseerd. 5. Inschatten noodzaak ontheffingsaanvraag Per aanwezige of te verwachten soort is aangegeven onder welk beschermingsniveau deze valt. Tenslotte wordt beknopt aangegeven wat de te verwachten effecten van de activiteiten op de aanwezige beschermde soorten zijn. Op basis hiervan wordt ingeschat of een ontheffingsaanvraag nodig is.
Fase 2: 6. Maatregelen en maatschappelijk belang In deze fase is het nodig de activiteiten en de periode waarin de activiteiten zijn gepland concreet uit te werken en te motiveren. Indien soorten waarvoor ontheffing wordt aangevraagd streng beschermd zijn, moet ook gemotiveerd worden wat het maatschappelijk belang is van de activiteiten. Bovendien moet de locatiekeuze dan ook nader worden gemotiveerd (ontbreken van alternatieven). 7. Effecten op beschermde soorten Op basis van de onderzoeksgegevens moet verder worden uitgewerkt wat de effecten zijn van de uit te voeren activiteiten op de aanwezige beschermde flora en fauna, op individueel niveau en op populatieniveau. Hierbij moet rekening gehouden worden met drie aspecten, namelijk de populatieomvang, het verspreidingsgebied en de natuurlijkheid van de situatie. 8. Mitigatie en compensatie Indien er significante effecten op aanwezige beschermde soorten zijn te verwachten, moet worden aangegeven hoe deze effecten kunnen worden verzacht (= mitigeren). In tweede instantie moet er gekeken worden naar compensatie indien mitigerende maatregelen onvoldoende zijn. Indien van toepassing zullen de resultaten van de analyses van fase 2 in een vervolgrapport worden verwerkt, dat dient als toelichting op de ontheffingsaanvraag.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
8
Gebiedsbeschrijving
2
GEBIEDSBESCHRIJVING Het feitelijke onderzoeksgebied bestaat uit 5 verschillenden deelgebieden die apart worden besproken. Het betreft het Stadswandelpark, stadspark de Karpen en IJzeren Man, TU/e-terrein, het Philips de Jonghpark en Genneper Sportparken. Alle deelgebieden zijn (vrij) intensief gebruikte parken en ander openbaar terrein binnen de bebouwde kom van de gemeente Eindhoven.
Ligging Philips de Jonghpark Het onderzoeksgebied Philips de Jonghpark is gelegen in het kilometerhok met de coördinaten 158-385 en 159-385 en wordt begrensd door de Oirschotsedijk, Bezuidenhoutseweg en de Achtseweg Zuid.
Figuur 1: Philips de Jongh wandelpark (rood omlijnd) (Google Earth)
Beschrijving Het Philips de Jonghpark is een oud parkbos met veel volgroeide loof- en naaldbomen. Lanen bestaan voor een groot deel uit hoog opgesnoeide beuken. Daarnaast zijn er enkele gazons aanwezig. De wandelpaden zijn voor een groot deel verhard. Het park is al vele tientallen jaren oud en is leefgebied voor allerlei bossoorten als zwarte mees, boomklever, boomkruiper en tal van zangvogels.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
9
Gebiedsbeschrijving
Foto 1: gazon Philips de Jonghpark
Foto 2: wandelpad Philips de Jonghpark
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
10
Gebiedsbeschrijving
Ligging Stadswandelpark Het onderzoeksgebied stadwandelpark is gelegen in de kilometerhokken met de coördinaten 161-381 en 161-382 en wordt begrensd door de Boutenslaan, Alberding Thijmlaan en Le sage ten Broeklaan.
Figuur 2: Stadswandelpark (rood omlijnd) (Google Earth)
Beschrijving stadswandelpark Het onderzoeksgebied bestaat voor een groot deel uit volwassen loofbomen welke over het algemeen zeer hoog zijn opgeschoeid. Een struiklaag is over het algemeen weinig ontwikkeld tot afwezig. De onderbegroeiing bestaat dan ook voor een groot deel uit gazon. Daarnaast zijn er enkele vijvers aanwezig. Op enkele muurtjes nabij een vijver zijn diverse muurplanten aanwezig zoals muurvaren (Asplenium ruta-muraria), gewone eikvaren cf. (Polypodium vulgare) en de beschermde tongvaren (Asplenium scolopendrium) en steenbreekvaren (Asplenium trichomanes).
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
11
Gebiedsbeschrijving
Foto 3: gedeelte stadswandelpark
Foto 4: steenbreekvaren
Foto 5: tongvaren
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
12
Gebiedsbeschrijving
Ligging Stadspark de Karpen en IJzeren Man Het onderzoeksgebied stadspark de Karpen en IJzeren Man is gelegen in de kilometerhokken met de coördinaten 162-384 en 163-384 en wordt begrensd door de Sumatralaan, Javalaan, Insulindelaan en Eisenhowerlaan. Hierin zijn twee afzonderlijke locaties te onderscheiden aan beide zijden van de Javalaan.
Figuur 3: Evenementlocaties in stadspark de Karpen en IJzeren Man (rood omlijnd) (Google Earth)
Beschrijving Het onderzoeksgebied bestaat voor het grootste deel uit gazon. Op het grasveld zijn nog enkele solitaire bomen aanwezig. Het deelgebied bij de IJzeren Man betreft het recreatiegrasland bij de waterplas. Dit gazon wordt omgeven door bomen waaronder grove den en zomereik. Het grasland bij de Karpendonkseplas wordt vooral omgeven door loofbomen. Het gebied bij de IJzeren man is normaliter afgesloten. Het gebied rond de Karpendonkse plas wordt zeer regelmatig gebruikt door wandelaars en andere recreanten.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
13
Gebiedsbeschrijving
Foto 6: Grasveld Karpendonkse plas
Foto 7: Grasveld IJzeren man
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
14
Gebiedsbeschrijving
Ligging Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) terrein Het onderzoeksgebied TU/e terrein is gelegen in de kilometerhokken met de coördinaten 161-384 en 162-384 en wordt begrensd door de Dommel, Professor Doctor Dorgelolaan en de Insulindelaan. Er zijn 3 kleinere terreinen binnen het terrein aangewezen voor de te houden evenementen. De zijn aangegeven op figuur 4.
Figuur 4: TU/e terrein (rood omlijnd) (Google Earth)
Beschrijving Het onderzoeksgebied bestaat uit drie deelgebieden welke bestaan uit verhard terrein met parkeerplaatsen en kleine graslandjes/gazons. De graslandjes liggen op korte afstand van de Dommel maar worden wel intensief gemaaid en maken in die zin geen onderdeel uit van de natuurlijke oevervegetatie of het beekdal. In hoeverre het evenement Muziek op de Dommel binnen dit deel plaatsvindt is niet bekend.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
15
Gebiedsbeschrijving
Ligging Genneper sportparken Het onderzoeksgebied Genneper sportparken is gelegen in de kilometerhokken met de coördinaten 160-379, 160-380, 161-379 en 161-380 en wordt begrensd door de Velddoornweg, Stappendijk, Aalsterweg en Antoon Coolenlaan.
Figuur 5: Genneper sportparken (rood omlijnd) (Google Earth)
Beschrijving Het onderzoeksgebied bestaat uit allerlei sportvoorzieningen zoals het zwembad, ijsbaan, tennisbanen en andere sportvelden. Daarnaast zijn er de noodzakelijke parkeervoorzieningen, verlichting en cultuurgroen aanwezig. Dwars door het onderzoeksgebied stroomt de Tongelreep. Ondanks de plaatselijk vrij ruige vegetatie zijn hier nog hogere natuurwaarden aanwezig. Er zijn nog fraaie meanders aanwezig en soorten als ijsvogel, bosbies, watervleermuis en alpenwatersalamander komen voor.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
16
Gebiedsbeschrijving
Foto 8: sportvelden Velddoornweg
Foto 9: gedeelte onderzoeksgebied Gennep
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
17
Geplande maatregelen
3
GEPLANDE MAATREGELEN Binnen de verschillende deelgebieden worden jaarlijks een breed spectrum aan evenementen georganiseerd. Een groot deel van deze evenementen is kleinschalig, van korte duur of vindt plaats in een jaargetijde waar negatieve effecten voor beschermde flora en fauna minder waarschijnlijk zijn. Het type evenementen wijkt ook af van locatie tot locatie. Enkele voorbeelden van evenementen zijn diverse muziekfestivals, open lucht concerten, circussen, universiteitsintroducties inclusief camping en een concours hippique. Hierbij een overzicht van evenementen per deelgebied: Stadswandelpark; Kamermuziek in 't Groen (zal in 2014 samengevoegd worden met Muziek op de Dommel, locatie bij Dommel KvK / TU/e) iedere zondag in mei, juni, september concerten in Van Doorne Muziekkiosk Koningsdag door Oranje Comité (o.a. oranjemarkt) Noche de Tuna (optreden in Muziekkiosk op 19, 20 en 21 september) Eindhoven Culinair (4 dagen in de maand mei). Eettentjes, terrasjes en muziek. Karpendonkse plas; camping voor Introductie TU Eindhoven Concours Hippique (in 2012 en 2013 niet, maar 2014 weer wel) Po-der (Turks evenement) Circus locatie IJzeren Man; 6x per jaar festival mogelijk volgens locatiebeleid, zoals; Fuck You We're From Eindhoven (Trance/dance-festival) Home Town Festival (House/trance festival) Atmoz Outdoor (Trance festival) TU/e-terrein; Introductie Technische Universiteit Nederlandstalig muziekfeest bij Koningsdag Hajraa buitentoernooi (volleybal) Muziek op de Dommel (in 2014 voor het eerst op de Dommel tussen KvK en TU/e) Philips de Jongh Wandelpark Folkwoods/parkfest (7-10 augustus, muziek, workshops, dans, camping) Bij alle evenementen is alleen sprake van een tijdelijke verstorende werking. Er wordt geen vegetatie verwijderd en er vinden geen sloopwerkzaamheden plaats. In de analyse is verder een eventuele grote toeloop van bezoekers meegenomen. Er wordt verder vanuit gegaan dat er geen schade optreedt aan bomen en overige houtige gewassen. Alle evenementen vinden plaats op het aanwezige gazon en de verhardingen.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
18
Geplande maatregelen
Toelichting: In het kader van de wetgeving vallen de activiteiten onder de categorie ruimtelijke ontwikkeling (AMvB art. 75). Indien een ontheffingsaanvraag noodzakelijk is (fase 2), moeten de activiteiten meer in detail worden beschreven en moet worden aangegeven wanneer iedereactiviteit wordt uitgevoerd.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
19
Beschermde flora en fauna
4
BESCHERMDE FLORA EN FAUNA Algemeen In dit hoofdstuk worden alle beschermde soorten genoemd die in het onderzochte gebied of in de directe omgeving zijn waargenomen of te verwachten. Het betreft hier soorten die voorkomen in de biotopen die bij de gebiedsbeschrijving zijn genoemd. Indirecte effecten zijn hierin meegenomen.
Verspreidingsgegevens Naast eigen waarnemingen en inschattingen is vooral gebruik gemaakt van de gegevens uit de Nationale Databank Flora en Fauna (abonnement gemeente Eindhoven) en bronnen zoals Waarneming.nl. Verder is er gebruik gemaakt van de algemene literatuur. Weergegeven jaartallen betreffen waarnemingen uit de NDFF met uitzondering van de waargenomen beschermde plantensoorten in het Stadswandelpark.
Toelichting In de volgende paragrafen worden per soort steeds de volgende gegevens vermeld:
Naam Jaar Het meest recente jaar waarin de soort daadwerkelijk is waargenomen Gebiedsfunctie De functie die het gebied heeft voor de betreffende soort. Onderscheiden worden: Flora Mogelijke groeiplaats Groeiplaats Fauna Mogelijk leefgebied Waarschijnlijk leefgebied Leefgebied Mogelijk foerageergebied Waarschijnlijk foerageergebied Foerageergebied Beschermingsstatus FF 1 = Algemeen FF 2 = Beschermd FF 3 = Streng beschermd
In de paragrafen wordt ook ingegaan op de waargenomen en te verwachten beschermde soorten per soortgroep. Bij zoogdieren wordt apart ingegaan op grondgebonden zoogdieren en vleermuizen, vanwege hun verschil in leefwijze en daarmee te verwachten effecten van de maatregelen. Er wordt per soortgroep gemotiveerd of een ontheffingsaanvraag noodzakelijk is en zo ja, voor welke soorten. Aangegeven jaartallen betreffen recente waarnemingen binnen de deelgebieden of de directe omgeving ervan.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
20
Beschermde flora en fauna
4.1 Stadswandelpark Planten Tijdens het veldbezoek zijn twee streng beschermde plantensoorten waargenomen. Gezien de tijd van het jaar en de grootte van het gebied is het goed mogelijk dat er soorten zijn gemist. In de onderstaande tabel zijn de te verwachten soorten weergegeven. Naam
Jaar
Gebiedsfunctie
FF 1
brede wespenorchis (Epipactis helleborine)
-
waarschijnlijke groeiplaats
x
gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum)
-
mogelijke groeiplaats
x
FF 2
steenbreekvaren (Asplenium trichomanes)
2013
groeiplaats
x
tongvaren (Asplenium scolopendrium)
2013
groeiplaats
x
FF 3
Voor de te verwachten soorten brede wespenorchis en gewone vogelmelk geldt een algemene vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Binnen het kader van de te houden evenementen wordt geen vegetatie verwijderd. Betreding vindt plaats op de aanwezige gazons en verharding en dus niet op potentiele groeiplaatsen van beschermde flora. Effecten op de streng beschermde tongvaren en steenbreekvaren worden niet verwacht. Beide soorten groeien op een muurtje vlak boven het wateroppervlak. De groeiplek wordt omheind door een laag hek. Door de verticale, weinig zichtbare groeiplaats is betreding niet te verwachten. Effecten op de groeiplaatsen worden dan ook niet verwacht. Er hoeft geen nader onderzoek te worden verricht.
Grondgebonden zoogdieren Te verwachten valt dat diverse beschermde grondgebonden zoogdiersoorten het gebied en de omgeving ervan als leef- en/of foerageergebied gebruiken. In de onderstaande tabel zijn mogelijk aanwezige soorten weergegeven. Naam bosmuis (Apodemus sylvaticus) bosspitsmuis (Sorex araneus)
Jaar -
Gebiedsfunctie waarschijnlijk leefgebied
FF 1 x
-
waarschijnlijk leefgebied
x
bunzing (Mustela putorius)
-
mogelijk foerageergebied
x
dwergspitsmuis (Sorex minutus)
-
mogelijk leefgebied
x
eekhoorn (Sciurus vulgaris)
-
mogelijk leefgebied
egel (Erinaceus europaeus)
-
waarschijnlijk leefgebied
x
hermelijn (Mustela erminea)
FF 3
x
-
mogelijk leefgebied
x
huisspitsmuis (Crocidura russula)
-
waarschijnlijk leefgebied
x
konijn (Oryctolagus cuniculus)
-
waarschijnlijk leefgebied
x
mol (Talpa europaea) rosse woelmuis (Clethrionomys glareolus)
-
waarschijnlijk leefgebied
x
-
waarschijnlijk leefgebied
x
steenmarter (Martes foina)
FF 2
-
mogelijk foerageergebied
veldmuis (Microtis arvalis)
-
mogelijk leefgebied
x
x
wezel (Mustela nivalis)
-
mogelijk leefgebied
x
Het onderzoeksgebied maakt mogelijk onderdeel uit van het leef- dan wel foerageergebied van de eekhoorn. De kans hierop wordt als gering ingeschat gezien het sterk gecultiveerde karakter en beperkt aanwezige beschutting. Eekhoornnnesten zijn niet aangetroffen. Verstoring (met daarmee een overtreding van verbodsbepalingen) als gevolg van te houden evenementen is niet waarschijnlijk. De te houden evenementen zijn relatief
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
21
Beschermde flora en fauna
kleinschalig of van dergelijke aard dat dit niet gepaard gaat met grote overlast. Ook voor steenmarter zijn effecten als gevolg van te houden evenementen geheel niet te verwachten. De steenmarter is alleen ’s nachts actief en maakt gebruik van een groot aantal tijdelijke verblijfplaatsen waarvan wisselend gebruik wordt gemaakt. Mocht er sprake zijn van een evenement met een verstorende werking zal eenvoudig een andere verblijfplaats worden betrokken en zijn er geen negatieve effecten te verwachten. Verblijfplaatsen worden bovendien niet verwacht binnen het gebied. Effecten zijn verder van tijdelijke aard. Ook effecten op de foerageerfunctie zijn nihil aangezien het onderzoeksgebied slechts een marginaal onderdeel zal vormen van het totale foerageergebied. Voor de overige te verwachten soorten geldt een algemene vrijstelling (art. 75 Flora- en faunawet) bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting zoals hier het geval is. Nader onderzoek is niet nodig.
Vleermuizen Op basis van de terreinkenmerken is een aantal vleermuissoorten binnen het onderzoeksgebied te verwachten. De te verwachten soorten zijn in onderstaande tabel weergegeven. Naam
Jaar
Gebiedsfunctie
FF 1
FF 2
FF 3
gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus)
-
waarschijnlijk foerageergebied
x
gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus)
-
mogelijk leefgebied
x
laatvlieger (Eptesicus serotinus)
-
mogelijk foerageergebied
x
rosse vleermuis (Nyctalus noctula)
-
mogelijk leefgebied
x
ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii)
-
mogelijk leefgebied
x
watervleermuis (Myotis daubentonii)
-
mogelijk leefgebied
x
Voor evenementen waarbij sprake is van de toepassing van (aanvullend) kunstlicht is het van groot belang dat hierbij geen wateroppervlak, bomen en (hogere) struiken worden verlicht. De binnen het onderzoeksgebied aanwezige bomen kunnen onderdeel uitmaken van een vaste vliegroute, het foerageergebied en er kunnen mogelijk ook verblijfplaatsen in aanwezig zijn. Gezien het intensieve onderhoud zijn holtes die geschikt zijn voor vleermuizen waarschijnlijk schaars. Tijdens het veldbezoek zijn er geen holtes aangetroffen. Permanente effecten zijn niet verwachten. Vrijwel alle activiteiten vinden geheel overdag plaats. Indien ervoor wordt gezorgd dat er geen sprake is van een uitstralende werking van extra verlichting naar omringende bomen zijn effecten niet verwachten. De in hoofdstuk 3 genoemde evenementen kunnen zonder aanvullende maatregelen plaatsvinden. Bij gelijkblijvende buitenverlichting zijn effecten niet te verwachten.
Vogels Wettelijk gezien kan er voor broedvogels binnen het broedseizoen vrijwel nooit een ontheffing worden verleend. Daarom is het van groot belang met deze dieren rekening te houden. Dit betekent dat graafwerkzaamheden en maatregelen waarbij vegetatie wordt verwijderd in principe buiten het broedseizoen plaats moeten vinden. Hetzelfde geldt voor werkzaamheden die een verstorend effect (kunnen) hebben op broedsels of jaarrond beschermde nestlocaties. Evenementen die binnen de broedperiode worden gehouden kunnen dus een verstorende werking hebben. De meeste soorten hebben een broedperiode die valt binnen de periode midden maart tot en met medio juli. Jaarrond beschermde nesten zijn mogelijk ook binnen het onderzoeksgebied aanwezig. De kans hierop is echter gering. Buiten de broedperiode zijn effecten echter niet te
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
22
Beschermde flora en fauna
verwachten aangezien er geen fysieke werking uitgaat van de te houden evenementen. Er worden geen nesten verwijderd of anderszins aangetast als gevolg van een te houden evenement. Indien een evenement wordt georganiseerd binnen de broedperiode is het van belang vooraf te bepalen of er een extra verstorende werking uit kan gaan van uit het evenement en of, en zo hoe, deze effecten gemitigeerd kunnen worden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de plaatsing en richting van geluidsapparatuur en de afstand tot aanwezige vegetatie. Aangezien de mogelijke effecten per te houden evenement verschillen is het van belang dat ruim van te voren een goede inschatting wordt gemaakt van een eventuele verstorende werking. De evenementen (zie hoofdstuk 3 ) die binnen het stadswandelpark plaatsvinden kunnen ook binnen de broedperiode plaatsvinden zonder dat dit direct leidt tot een overtreding. De meeste evenementen hebben alleen betrekking op de muziekkiosk en/of zijn kleinschalig. Daarnaast zijn voorkomende broedvogels niet of nauwelijks gevoelig voor verstoring als gevolg van het reguliere gebruik van het park. Voor evenementen die buiten de broedperiode plaatsvinden zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk. Nader onderzoek is niet nodig.
Amfibieën Tijdens het veldbezoek zijn geen amfibieën waargenomen. Het onderzoeksgebied is voor een groot deel niet interessant voor amfibieën. Aanwezige vijvers zijn vishoudend en derhalve voor de meeste soorten niet van belang. Activiteiten vinden niet plaats binnen delen die (deels) van belang zijn voor amfibieën. Effecten op (beschermde) amfibieën worden dan ook niet verwacht. Nader onderzoek of een ontheffing is dan ook niet nodig.
Reptielen, vissen en ongewervelden Op basis van verspreidingsgegevens en terreineigenschappen worden geen streng beschermde reptielen, vissen en ongewervelden verwacht. Nader onderzoek is niet nodig.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
23
Beschermde flora en fauna
4.2 Stadspark de Karpen en IJzeren Man Planten Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde planten waargenomen. Gezien de tijd van het jaar en de grootte van het gebied is het goed mogelijk dat er soorten zijn gemist. In de onderstaande tabel zijn de waargenomen en mogelijk aanwezige soorten weergegeven. Naam
Jaar
Gebiedsfunctie
FF 1
akkerklokje (Campanula rapunculoides)
2012
mogelijke groeiplaats
x
brede wespenorchis (Epipactis helleborine)
-
waarschijnlijke groeiplaats
x
gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum)
-
mogelijke groeiplaats
x
FF 2
FF 3
Voor de te verwachten en aanwezige soorten geldt een algemene vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Binnen het kader van de te houden evenementen wordt geen vegetatie verwijderd. Betreding vindt plaats op de aanwezige gazons en verharding en dus niet op potentiele groeiplaatsen van beschermde flora. Effecten worden dan ook niet verwacht. Er hoeft geen nader onderzoek te worden verricht.
Grondgebonden zoogdieren Te verwachten valt dat diverse beschermde grondgebonden zoogdiersoorten het gebied en de omgeving ervan als leef- en/of foerageergebied gebruiken. In de onderstaande tabel zijn (mogelijk) aanwezige soorten weergegeven. Naam aardmuis (Microtus agrestis) bosmuis (Apodemus sylvaticus) bosspitsmuis (Sorex araneus) bunzing (Mustela putorius) dwergspitsmuis (Sorex minutus) egel (Erinaceus europaeus) hermelijn (Mustela erminea) huisspitsmuis (Crocidura russula)
Jaar -
Gebiedsfunctie mogelijk leefgebied
-
waarschijnlijk leefgebied
x
-
waarschijnlijk leefgebied
x
-
mogelijk foerageergebied
x
-
mogelijk leefgebied
x
leefgebied
x
-
mogelijk leefgebied
x
-
waarschijnlijk leefgebied
x x
2013
FF 1 x
konijn (Oryctolagus cuniculus)
2013
leefgebied
mol (Talpa europaea) rosse woelmuis (Clethrionomys glareolus)
2010
waarschijnlijk leefgebied
x
-
waarschijnlijk leefgebied
x
-
mogelijk leefgebied
x
2008
leefgebied
x
2012
leefgebied
x
veldmuis (Microtis arvalis) wezel (Mustela nivalis) woelrat (Arvicola arvicola/amphibius)
FF 2
FF 3
Het onderzoeksgebied zelf is voor vrijwel geen enkele soort van belang en zal hoogstens een onderdeel zijn van een groter leefgebied. Het bestaat dan ook vrijwel geheel uit periodiek gemaaid gazon. Omringende vegetaties zijn in die zin van veel groter belang en verschaffen de noodzakelijke beschutting. Hier zijn vrijwel geen effecten te verwachten. Voor de te verwachten soorten geldt een algemene vrijstelling (art. 75 Flora- en faunawet) bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting zoals hier het geval is. Nader onderzoek is niet nodig.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
24
Beschermde flora en fauna
Vleermuizen Op basis van de terreinkenmerken is een aantal vleermuissoorten binnen het onderzoeksgebied te verwachten of zijn reeds binnen de grenzen van het onderzoeksgebied aangetroffen. De te verwachten en aangetroffen soorten zijn in onderstaande tabel weergegeven. Naam
Jaar
Gebiedsfunctie
FF 1
FF 2
FF 3
gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus)
2011
waarschijnlijk foerageergebied
x
gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus)
-
mogelijk leefgebied
x
laatvlieger (Eptesicus serotinus)
-
mogelijk foerageergebied
x
rosse vleermuis (Nyctalus noctula)
-
mogelijk leefgebied
x
ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii)
-
mogelijk leefgebied
x
watervleermuis (Myotis daubentonii)
-
mogelijk leefgebied
x
Voor evenementen waarbij sprake is van de toepassing van (aanvullend) kunstlicht is het van groot belang dat hierbij geen wateroppervlak, bomen en (hogere) struiken worden verlicht. De binnen het onderzoeksgebied aanwezige bomen kunnen onderdeel uitmaken van een vaste vliegroute en het foerageergebied. De spaarzaam aanwezige bomen lijken als verblijfplaats nauwelijks geschikt. In de omgeving zijn echter wel bomen aanwezig waar zich mogelijk verblijfplaatsen in bevinden. Indien ervoor wordt gezorgd dat er geen sprake is van een uitstralende werking naar omringende bomen zijn effecten niet verwachten. Evenementen die overdag plaats vinden kunnen binnen het feitelijke onderzoeksgebied (het aanwezige gazon) zonder aanvullende maatregelen plaatsvinden. Er worden echter ook festivals gehouden die gepaard gaan met veel geluidsoverlast. Aangezien niet alle aanwezige bomen gedetailleerd konden worden onderzocht wordt nader onderzoek naar de aanwezigheid van voor vleermuizen geschikte holtes en scheuren aangeraden. Aan de hand van dit beknopte onderzoek overdag kan worden bepaald om aanvullend onderzoek (conform vleermuisprotocol) nodig is.
Vogels Wettelijk gezien kan er voor broedvogels binnen het broedseizoen vrijwel nooit een ontheffing worden verleend. Daarom is het van groot belang met deze dieren rekening te houden. Dit betekent dat maatregelen waarbij vegetatie wordt verwijderd in principe buiten het broedseizoen plaats moeten vinden. Hetzelfde geldt voor werkzaamheden die een verstorend effect (kunnen) hebben op broedsels of jaarrond beschermde nestlocaties. Evenementen die binnen de broedperiode worden gehouden kunnen dus een verstorende werking hebben. De meeste soorten hebben een broedperiode die valt binnen de periode midden maart tot en met medio juli. Jaarrond beschermde nesten worden niet verwacht binnen het onderzoeksgebied. Indien een evenement wordt georganiseerd is binnen het broedseizoen het van belang vooraf te bepalen of er een verstorende werking uit kan gaan van uit het evenement en of, en zo hoe, deze effecten gemitigeerd kunnen worden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de plaatsing en richting van geluidsapparatuur en de afstand tot aanwezige (hogere) vegetatie. Aangezien de mogelijke effecten per te houden evenement verschillen is het van belang dat ruim van te voren een goede inschatting wordt gemaakt van een eventuele verstorende werking. Een groot aantal evenementen die binnen het terrein plaatsvinden kunnen ook binnen de broedperiode plaatsvinden zonder dat dit direct leidt tot een overtreding. Hierbij gaat het om die evenementen zonder grote geluidsoverlast zoals de
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
25
Beschermde flora en fauna
introductiecamping en het circus. Alleen wanneer dit leidt tot grote geluidsoverlast en een grote toestroom van publiek zijn effecten mogelijk. Voor geluidsoverlast wordt normaliter een norm van 43 dB(A) gehanteerd. Boven deze norm zijn effecten mogelijk. Harde geluiden hoeven echter niet te leiden tot het definitief verlaten van het nest. Veelal is maatwerk nodig om te bepalen of een verstorende werking van een evenement te verwachten is en zal dit per (type) evenement bekeken moeten worden. Voor evenementen die buiten de broedperiode plaatsvinden zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk.
Amfibieën Tijdens het veldbezoek zijn geen amfibieën waargenomen. Deze worden echter wel binnen het onderzoeksgebied verwacht of zijn recent aangetroffen. Naam alpenwatersalamander (Mesotriton alpestris) bruine kikker (Rana temporaria) gewone pad (Bufo bufo) groene kikker (Rana esculenta synklepton) kleine watersalamander (Lissotriton vulgaris)
Jaar
Gebiedsfunctie
FF 1
-
zwerver
2009
zwerver
x
-
mogelijk leefgebied
x
-
zwerver
x
-
zwerver
x
FF 2
FF 3
x
Het onderzoeksgebied is voor een groot deel niet interessant voor amfibieën. De streng beschermde alpenwatersalamander is alleen als zwerver te verwachten. Activiteiten vinden ziet niet plaats binnen delen die wel (deels) van belang zijn voor amfibieën. Effecten op (beschermde) amfibieën worden dan ook niet verwacht. Voor de overige te verwachten soorten geldt bovendien een algemene vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Nader onderzoek of een ontheffing is dan ook niet nodig.
Reptielen, vissen en ongewervelden Op basis van verspreidingsgegevens en terreineigenschappen worden geen streng beschermde reptielen, vissen en ongewervelden verwacht. Nader onderzoek is niet nodig.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
26
Beschermde flora en fauna
4.3 Technische Universiteit Eindhoven Planten Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde planten waargenomen. Het onderzoeksgebied bestaat uit gazon en verharding. Er worden dan ook geen beschermde plantensoorten verwacht. Er hoeft geen nader onderzoek te worden verricht.
Grondgebonden zoogdieren Te verwachten valt dat diverse beschermde grondgebonden zoogdiersoorten het gebied en de omgeving ervan als leef- en/of foerageergebied gebruiken. De regelmatig gemaaide gazons zijn echter hoogstens onderdeel van een (veel) groter leefgebied. In de onderstaande tabel zijn mogelijk aanwezige soorten weergegeven. Naam aardmuis (Microtus agrestis)
-
Gebiedsfunctie mogelijk leefgebied
FF 1 x
bosmuis (Apodemus sylvaticus)
-
mogelijk leefgebied
x
bosspitsmuis (Sorex araneus)
-
mogelijk leefgebied
x x
bunzing (Mustela putorius)
Jaar
-
mogelijk foerageergebied
dwergspitsmuis (Sorex minutus)
-
mogelijk leefgebied
x
egel (Erinaceus europaeus)
-
waarschijnlijk leefgebied
x
hermelijn (Mustela erminea)
-
mogelijk foerageergebied
x
huisspitsmuis (Crocidura russula)
-
waarschijnlijk leefgebied
x
leefgebied
x x x
konijn (Oryctolagus cuniculus)
2013
mol (Talpa europaea) rosse woelmuis (Clethrionomys glareolus)
-
waarschijnlijk leefgebied
-
waarschijnlijk leefgebied
steenmarter (Martes foina)
-
mogelijk foerageergebied
veldmuis (Microtis arvalis)
-
mogelijk leefgebied
x
wezel (Mustela nivalis)
-
mogelijk leefgebied
x
FF 2
FF 3
x
Voor geen enkele soort is het onderzoeksgebied van groot belang. Hiervoor wordt het te intensief gebruikt en beheerd. Ook voor de streng beschermde steenmarter zijn effecten als gevolg van te houden evenementen geheel niet te verwachten. De steenmarter is alleen ’s nachts actief en het onderzoeksgebied is hoogstens van marginaal belang als onderdeel van een veel groter foerageergebied. Voor de overige te verwachten soorten geldt verder een algemene vrijstelling (art. 75 Flora- en faunawet) bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting zoals hier het geval is. Nader onderzoek is niet nodig.
Vleermuizen Op basis van de terreinkenmerken is een aantal vleermuissoorten binnen het onderzoeksgebied te verwachten of zijn reeds binnen de grenzen van het onderzoeksgebied aangetroffen.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
27
Beschermde flora en fauna
De te verwachten en aangetroffen soorten zijn in onderstaande tabel weergegeven. Naam
Jaar
Gebiedsfunctie
FF 1
FF 2
FF 3
gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus)
-
waarschijnlijk foerageergebied
x
gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus)
-
mogelijk leefgebied
x
laatvlieger (Eptesicus serotinus)
-
mogelijk foerageergebied
x
rosse vleermuis (Nyctalus noctula)
-
mogelijk leefgebied
x
ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii)
-
mogelijk leefgebied
x
watervleermuis (Myotis daubentonii)
-
mogelijk leefgebied
x
Het onderzoeksgebied is voor vleermuizen van beperkt belang. De nabijgelegen Dommel en aangrenzende hogere vegetatie is van veel groter belang. Voor evenementen waarbij sprake is van de toepassing van (aanvullend) kunstlicht is het van groot belang dat hierbij geen wateroppervlak, bomen en (hogere) struiken worden verlicht. De binnen het onderzoeksgebied aanwezige bomen (en net daarbuiten) kunnen onderdeel uitmaken van een vaste vliegroute en het foerageergebied. Permanente effecten zijn niet verwachten. Indien ervoor wordt gezorgd dat er geen sprake is van een uitstralende werking naar omringende bomen zijn effecten niet verwachten. Evenementen die overdag plaats vinden op de 3 aangegeven deelgebieden kunnen binnen de bestaande voorzieningen zonder aanvullende maatregelen worden uitgevoerd. In sommige van de aanwezige gebouwen kunnen vleermuisverblijfplaatsen aanwezig zijn. Bij gelijkblijvende buitenverlichting zijn effecten (die leiden tot een overtreding van verbodsbepalingen) niet te verwachten. In hoofdstuk 3 wordt ook melding gemaakt van het te houden evenement “Muziek op de Dommel”. De locatie voor dit evenement ligt buiten het door de opdrachtgever aangegeven onderzoeksgebied. Indien er sprake is van overkluizing en verlichting van de Dommel zelf en de aangrenzend vegetatie kunnen negatieve effecten op vleermuizen niet worden uitgesloten en zal nader onderzoek moeten worden uitgevoerd. Gezien het bekende gebruik van het Dommeldal door vleermuizen en het voorkomen van de lichtschuwe watervleermuis bestaat de kans dat een dergelijk evenement ontheffingsplichtig is en dat er gekeken moet worden naar te nemen mitigerende maatregelen en mogelijk ook alternatieve locaties. Voor wat betreft deze locatie en dergelijke activiteiten is nader onderzoek noodzakelijk. Voor de overige locaties (zie figuur 4) is nader onderzoek niet nodig.
Vogels Wettelijk gezien kan er voor broedvogels binnen het broedseizoen vrijwel nooit een ontheffing worden verleend. Daarom is het van groot belang met deze dieren rekening te houden. Dit betekent dat maatregelen waarbij vegetatie wordt verwijderd in principe buiten het broedseizoen plaats moeten vinden. Hetzelfde geldt voor werkzaamheden die een verstorend effect (kunnen) hebben op broedsels of jaarrond beschermde nestlocaties. Evenementen die binnen de broedperiode worden gehouden kunnen dus een verstorende werking hebben. De meeste soorten hebben een broedperiode die valt binnen de periode midden maart tot en met medio juli. Jaarrond beschermde nesten worden binnen het feitelijke onderzoeksgebied niet verwacht. Alleen voor wat betreft het evenement Muziek op de Dommel bestaat de kans dat er jaarrond beschermde nesten van de Grote gele kwikstaart zich binnen de
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
28
Beschermde flora en fauna
invloedssfeer van dit evenement bevinden. Nader onderzoek is in dit specifieke geval gewenst. Indien een evenement wordt georganiseerd binnen het broedseizoen is het van belang vooraf te bepalen of er een verstorende werking uit kan gaan van uit het evenement en of, en zo hoe, deze effecten gemitigeerd kunnen worden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de plaatsing en richting van geluidsapparatuur en de afstand tot aanwezige vegetatie. Aangezien de mogelijke effecten per te houden evenement verschillen is het van belang dat ruim van te voren een goede inschatting wordt gemaakt van een eventuele verstorende werking. Een groot aantal evenementen die binnen het TU-terrein plaatsvinden kunnen ook binnen de broedperiode plaatsvinden zonder dat dit direct leidt tot een overtreding. Alleen wanneer dit leidt tot grote geluidsoverlast en een grote toestroom van publiek zijn effecten mogelijk. Voor geluidsoverlast wordt normaliter een norm van 43 Db(A) gehanteerd. Boven deze norm zijn effecten mogelijk. Harde geluiden hoeven echter niet te leiden tot het definitief verlaten van het nest. Veelal is maatwerk nodig om te bepalen of een verstorende werking van een evenement te verwachten is en zal dit per (type) evenement bekeken moeten worden. Voor evenementen die buiten de broedperiode bebouwing plaatsvinden zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk. Ook wanneer evenementen plaatsvinden binnen bebouwing zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk. Alleen wanneer deze gepaard gaan met grote geluidsoverlast die de gebruikelijke geluidsnormen overstijgen zijn mogelijk wel aanvullende maatregelen nodig.
Amfibieën Tijdens het veldbezoek zijn geen amfibieën waargenomen. Deze worden ook nauwelijks binnen het onderzoeksgebied verwacht gezien het gebrek aan beschutting. De meeste soorten zijn alleen als zwerver te verwachten. In de onderstaande tabel zijn de te verwachten soorten weergegeven. Naam
Jaar
Gebiedsfunctie
FF 1
-
zwerver
-
zwerver
x
-
waarschijnlijk leefgebied
x
groene kikker (Rana esculenta synklepton)
-
zwerver
x
kleine watersalamander (Lissotriton vulgaris)
-
zwerver
x
alpenwatersalamander (Mesotriton alpestris) bruine kikker (Rana temporaria) gewone pad (Bufo bufo)
FF 2
FF 3
x
Het onderzoeksgebied is voor een groot deel niet interessant voor amfibieën. Activiteiten vinden ziet niet plaats binnen delen die wel (deels) van belang zijn voor amfibieën. Effecten op (beschermde) amfibieën worden dan ook niet verwacht. Nader onderzoek of een ontheffing is dan ook niet nodig.
Reptielen, vissen en ongewervelden Op basis van verspreidingsgegevens en terreineigenschappen worden geen streng beschermde reptielen, vissen en ongewervelden verwacht. Nader onderzoek is niet nodig.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
29
Beschermde flora en fauna
4.4 Philips de Jonghpark Planten Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde planten waargenomen. Gezien de tijd van het jaar en de grootte van het gebied is het goed mogelijk dat er soorten zijn gemist. In de onderstaande tabel zijn de mogelijk aanwezige soorten weergegeven. Naam brede wespenorchis (Epipactis helleborine) daslook (Allium ursinum)
Jaar 2009
Gebiedsfunctie waarschijnlijke groeiplaats
FF 1
FF 2
FF 3
x
groeiplaats
x
Voor de te verwachten brede wespenorchis geldt een algemene vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Binnen het kader van het te houden evenement wordt geen vegetatie verwijderd. Betreding vindt plaats op de aanwezige gazons en verharding en dus niet op potentiele groeiplaatsen van beschermde flora. Effecten op het streng beschermde daslook worden dan ook niet verwacht. Daarnaast betreft het groeiplaatsen buiten het natuurlijke verspreidingsgebied. Aangezien deze zich echter wel via natuurlijke weg verspreiden vallen deze wel onder de Flora- en faunawet. Ook voor deze soort wordt geen effect verwacht. Er hoeft geen nader onderzoek te worden verricht.
Grondgebonden zoogdieren Te verwachten valt dat diverse beschermde grondgebonden zoogdiersoorten het gebied en de omgeving ervan als leef- en/of foerageergebied gebruiken. In de onderstaande tabel zijn mogelijk aanwezige soorten weergegeven. Naam aardmuis (Microtus agrestis)
-
Gebiedsfunctie mogelijk leefgebied
bosmuis (Apodemus sylvaticus)
-
waarschijnlijk leefgebied
x
bosspitsmuis (Sorex araneus)
-
waarschijnlijk leefgebied
x
bunzing (Mustela putorius)
-
mogelijk foerageergebied
x
dwergspitsmuis (Sorex minutus)
-
mogelijk leefgebied
x
eekhoorn (Sciurus vulgaris) egel (Erinaceus europaeus) hermelijn (Mustela erminea) huisspitsmuis (Crocidura russula)
Jaar
2013
FF 1 x
leefgebied
FF 2
FF 3
x
-
waarschijnlijk leefgebied
x
-
mogelijk leefgebied
x
-
waarschijnlijk leefgebied
x
konijn (Oryctolagus cuniculus)
2013
leefgebied
x
mol (Talpa europaea) rosse woelmuis (Clethrionomys glareolus)
2013
leefgebied
x x
-
waarschijnlijk leefgebied
steenmarter (Martes foina)
-
mogelijk foerageergebied
veldmuis (Microtis arvalis)
-
mogelijk leefgebied
x
wezel (Mustela nivalis)
-
mogelijk leefgebied
x
x
Het Philips de Jonghpark is leefgebied van de eekhoorn. In deze bomen kunnen ook eekhoornnesten aanwezig zijn. Verstoring (met daarmee een overtreding van verbodsbepalingen) als gevolg van te houden evenementen is niet waarschijnlijk. Alleen bij zeer grote evenementen met een hoge geluidsbelasting in de kwetsbare periode (april tot september) is mogelijk een aanvullende controle noodzakelijk. Parkfest valt binnen deze periode. De kans bestaat dat er vanuit dit type evenement een verstorende werking
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
30
Beschermde flora en fauna
uitgaat of kan gaan. Aangezien de eekhoorn begin augustus al grote jongen heeft die zich kunnen verplaatsen zijn effecten zeer onwaarschijnlijk. Ook voor steenmarter zijn effecten als gevolg van te houden evenementen zeer onwaarschijnlijk. De steenmarter is alleen ’s nachts actief en maakt gebruik van een groot aantal tijdelijke verblijfplaatsen waarvan wisselend gebruik wordt gemaakt. Mocht er sprake zijn van een evenement met een verstorende werking zal eenvoudig een andere verblijfplaats worden betrokken en zijn er geen negatieve effecten te verwachten. Effecten zijn bovendien van tijdelijke aard. Voor de overige te verwachten soorten geldt een algemene vrijstelling (art. 75 Flora- en faunawet) bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting zoals hier het geval is. Nader onderzoek is niet nodig.
Vleermuizen Op basis van de terreinkenmerken is een aantal vleermuissoorten binnen het onderzoeksgebied te verwachten of zijn reeds binnen de grenzen van het onderzoeksgebied aangetroffen. De te verwachten en aangetroffen soorten zijn in onderstaande tabel weergegeven. Naam
Jaar
Gebiedsfunctie
FF 1
FF 2
FF 3
gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus)
-
waarschijnlijk foerageergebied
x
gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus)
-
waarschijnlijk leefgebied
x
laatvlieger (Eptesicus serotinus)
-
mogelijk foerageergebied
x
rosse vleermuis (Nyctalus noctula)
-
mogelijk leefgebied
x
ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii)
-
mogelijk leefgebied
x
watervleermuis (Myotis daubentonii)
-
mogelijk leefgebied
x
Voor evenementen waarbij sprake is van de toepassing van (aanvullend) kunstlicht is het van groot belang dat hierbij geen bomen en (hogere) struiken worden verlicht. De binnen het onderzoeksgebied aanwezige bomen kunnen onderdeel uitmaken van een vaste vliegroute, het foerageergebied en er kunnen verblijfplaatsen in aanwezig zijn. Permanente effecten zijn niet verwachten. Indien ervoor wordt gezorgd dat er geen sprake is van een uitstralende werking naar omringende bomen zijn effecten niet verwachten. Overmatige verlichting moet worden voorkomen. Ook wordt aangeraden om een evenement als Folkwood/Parkfest te concentreren op één of enkele locaties zodat overige delen van het park voldoende duister blijven en er daarmee foerageeralternatieven zijn tijdens het evenement. Dit evenement vindt plaats buiten de kwetsbare kraamperiode waarmee de kans op effecten sterk wordt verkleind. Evenementen die overdag en in de periode november tot maart plaats vinden kunnen zonder aanvullende maatregelen plaatsvinden.
Vogels Wettelijk gezien kan er voor broedvogels binnen het broedseizoen vrijwel nooit een ontheffing worden verleend. Daarom is het van groot belang met deze dieren rekening te houden. Dit betekent dat maatregelen waarbij vegetatie wordt verwijderd in principe buiten het broedseizoen plaats moeten vinden. Hetzelfde geldt voor werkzaamheden die een verstorend effect (kunnen) hebben op broedsels of jaarrond beschermde nestlocaties. Evenementen die binnen de broedperiode worden gehouden kunnen dus een verstorende werking hebben. De meeste soorten hebben een broedperiode die valt binnen de periode midden maart tot en met medio juli.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
31
Beschermde flora en fauna
Jaarrond beschermde nesten zijn mogelijk ook binnen het onderzoeksgebied aanwezig. De kans hierop is echter niet groot. Buiten de broedperiode zijn effecten echter niet te verwachten aangezien er geen fysieke werking uitgaat van de te houden evenementen. Er worden geen nesten verwijderd of anderszins aangetast als gevolg van een te houden evenement. Indien een evenement wordt georganiseerd is het van belang vooraf te bepalen of er een verstorende werking uit kan gaan van uit het evenement en of, en zo hoe, deze effecten gemitigeerd kunnen worden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de plaatsing en richting van geluidsapparatuur en de afstand tot aanwezige vegetatie. Aangezien de mogelijke effecten per te houden evenement verschillen is het van belang dat ruim van te voren een goede inschatting wordt gemaakt van een eventuele verstorende werking. Een groot aantal evenementen die plaatsvinden kunnen ook binnen de broedperiode plaatsvinden zonder dat dit direct leidt tot een overtreding. Alleen wanneer dit leidt tot grote geluidsoverlast en een grote toestroom van publiek zijn effecten mogelijk. Voor geluidsoverlast wordt normaliter een norm van 43 dB(A) gehanteerd. Boven deze norm zijn effecten mogelijk. Harde geluiden hoeven echter niet te leiden tot het definitief verlaten van het nest. Veelal is maatwerk nodig om te bepalen of een verstorende werking van een evenement te verwachten is en zal dit per (type) evenement bekeken moeten worden. Het evenement Folkwoods/parkfest vindt plaats na broedperiode waardoor effecten grotendeels worden voorkomen. Men dient wel alert te zijn op late broedgevallen. Voor evenementen die in de winterperiode plaatsvinden zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk.
Amfibieën Tijdens het veldbezoek zijn geen amfibieën waargenomen. Deze worden echter wel binnen het onderzoeksgebied verwacht of zijn recent aangetroffen. Naam
Jaar
Gebiedsfunctie
alpenwatersalamander (Mesotriton alpestris)
2012
leefgebied
bruine kikker (Rana temporaria) gewone pad (Bufo bufo) groene kikker (Rana esculenta synklepton) kleine watersalamander (Lissotriton vulgaris)
FF 1
FF 2
FF 3
x
-
waarschijnlijk leefgebied
x
-
waarschijnlijk leefgebied
x
-
mogelijk leefgebied
x
-
waarschijnlijk leefgebied
x
Het onderzoeksgebied is voor een groot deel niet interessant voor amfibieën. Activiteiten vinden ziet niet plaats binnen delen die wel (deels) van belang zijn voor amfibieën. Effecten op (beschermde) amfibieën worden dan ook niet verwacht. Nader onderzoek of een ontheffing is dan ook niet nodig.
Reptielen en Vissen Op basis van verspreidingsgegevens en terreineigenschappen worden geen streng beschermde ongewervelden verwacht. Nader onderzoek is niet nodig.
Ongewervelden Op basis van verspreidingsgegevens en terreineigenschappen worden geen streng beschermde ongewervelden verwacht. Nader onderzoek is niet nodig.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
32
Beschermde flora en fauna
4.5 Genneper sportparken Planten Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde planten waargenomen. Gezien de tijd van het jaar en de grootte van het gebied is het goed mogelijk dat er soorten zijn gemist. In de onderstaande tabel zijn de mogelijk aanwezige soorten weergegeven. Naam
Jaar
Gebiedsfunctie
FF 1
akkerklokje (Campanula rapunculoides)
2010
groeiplaats
x
brede wespenorchis (Epipactis helleborine)
2010
groeiplaats
x
daslook (Allium ursinum)
2011
groeiplaats
gewone dotterbloem (Caltha palustris)
2010
groeiplaats
x
gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum)
2012
groeiplaats
x
grasklokje (Campanula rotudifolia)
2012
groeiplaats
x
grote kaardenbol (Dipsacus fullonum)
2012
groeiplaats
x
kleine maagdenpalm (Vinca minor)
2013
groeiplaats
x
prachtklokje (Campanula persicifolia)
2012
groeiplaats
FF 2
FF 3
x
x
Voor de meeste van de aanwezige en te verwachten soorten geldt een algemene vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Binnen het kader van de te houden evenementen wordt geen vegetatie verwijderd. Betreding vindt plaats op de aanwezige gazons en verharding en dus niet op potentiele groeiplaatsen van beschermde flora. Effecten op de streng beschermde daslook en prachtklokje worden niet verwacht. Daarnaast betreft het groeiplaatsen buiten het natuurlijke verspreidingsgebied. Aangezien deze zich echter wel via natuurlijke weg verspreiden vallen deze wel onder de Flora- en faunawet. Ook voor deze soorten wordt geen effect verwacht. Er hoeft geen nader onderzoek te worden verricht.
Grondgebonden zoogdieren Te verwachten valt dat diverse beschermde grondgebonden zoogdiersoorten het gebied en de omgeving ervan als leef- en/of foerageergebied gebruiken. In de onderstaande tabel zijn mogelijk aanwezige soorten weergegeven.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
33
Beschermde flora en fauna
Naam aardmuis (Microtus agrestis) bosmuis (Apodemus sylvaticus) bosspitsmuis (Sorex araneus) bunzing (Mustela putorius) dwergspitsmuis (Sorex minutus)
Jaar -
Gebiedsfunctie mogelijk leefgebied
-
waarschijnlijk leefgebied
x
-
waarschijnlijk leefgebied
x
leefgebied
x
mogelijk leefgebied
x
2012 -
FF 1 x
eekhoorn (Sciurus vulgaris)
2012
leefgebied
egel (Erinaceus europaeus)
2010
leefgebied
x
-
mogelijk leefgebied
x
-
waarschijnlijk leefgebied
x
hermelijn (Mustela erminea) huisspitsmuis (Crocidura russula)
2012
leefgebied
x
mol (Talpa europaea)
2010
leefgebied
x
-
mogelijk foerageergebied
x
-
waarschijnlijk leefgebied
x
-
mogelijk leefgebied
-
waarschijnlijk leefgebied
x
-
mogelijk foerageergebied
x
2008
waarschijnlijk leefgebied
x
steenmarter (Martes foina) veldmuis (Microtis arvalis) vos (Vulpes vulpes) wezel (Mustela nivalis)
FF 3
x
konijn (Oryctolagus cuniculus) ree (Capreolus capreolus) rosse woelmuis (Clethrionomys glareolus)
FF 2
x
De bomen binnen het onderzoeksgebied zijn (deels) onderdeel van het leef- dan wel foerageergebied van de eekhoorn. In deze bomen kunnen ook eekhoornnesten aanwezig zijn. Verstoring (met daarmee een overtreding van verbodsbepalingen) als gevolg van te houden evenementen is niet waarschijnlijk. Alleen bij zeer grote evenementen met een hoge geluidsbelasting in de kwetsbare periode (april tot september) is mogelijk een aanvullende controle noodzakelijk. Een ter zake kundige kan dan bepalen of van het type evenement een verstorende werking uitgaat of kan gaan. Ook voor steenmarter zijn effecten als gevolg van te houden evenementen zeer onwaarschijnlijk. De steenmarter is alleen ’s nachts actief en maakt gebruik van een groot aantal tijdelijke verblijfplaatsen waarvan wisselend gebruik wordt gemaakt. Mocht er sprake zijn van een evenement met een verstorende werking zal eenvoudig een andere verblijfplaats worden betrokken en zijn er geen negatieve effecten te verwachten. Effecten zijn bovendien van tijdelijke aard. Voor de overige te verwachten soorten geldt een algemene vrijstelling (art. 75 Flora- en faunawet) bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting zoals hier het geval is. Nader onderzoek is niet nodig.
Vleermuizen Op basis van de terreinkenmerken is een aantal vleermuissoorten binnen het onderzoeksgebied te verwachten of zijn reeds binnen de grenzen van het onderzoeksgebied aangetroffen. De te verwachten en aangetroffen soorten zijn in onderstaande tabel weergegeven. Naam
Jaar
Gebiedsfunctie
gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus)
2013
leefgebied
x
gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus)
2011
leefgebied
x
laatvlieger (Eptesicus serotinus)
2013
leefgebied
x
rosse vleermuis (Nyctalus noctula)
2013
leefgebied
x
ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii)
2013
leefgebied
x
watervleermuis (Myotis daubentonii)
2013
leefgebied
x
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
FF 1
FF 2
FF 3
34
Beschermde flora en fauna
Voor evenementen waarbij sprake is van de toepassing van (aanvullend) kunstlicht is het van groot belang dat hierbij geen bomen en (hogere) struiken worden verlicht. De binnen het onderzoeksgebied aanwezige bomen kunnen onderdeel uitmaken van een vaste vliegroute, het foerageergebied en er kunnen verblijfplaatsen in aanwezig zijn. Binnen het onderzoeksgebied is in 2011 een verblijfplaats van de gewone grootoorvleermuis vastgesteld. Van andere soorten kunnen ook verblijfplaatsen aanwezig zijn. Permanente effecten zijn niet verwachten. Indien ervoor wordt gezorgd dat er geen sprake is van een uitstralende werking naar omringende bomen zijn effecten niet verwachten. Evenementen die overdag plaats vinden kunnen binnen de bestaande voorzieningen zonder aanvullende maatregelen plaatsvinden. In sommige van de aanwezige gebouwen kunnen vleermuisverblijfplaatsen aanwezig zijn. Bij gelijkblijvende buitenverlichting zijn effecten niet te verwachten.
Vogels Wettelijk gezien kan er voor broedvogels binnen het broedseizoen vrijwel nooit een ontheffing worden verleend. Daarom is het van groot belang met deze dieren rekening te houden. Dit betekent dat graafwerkzaamheden en maatregelen waarbij vegetatie wordt verwijderd in principe buiten het broedseizoen plaats moeten vinden. Hetzelfde geldt voor werkzaamheden die een verstorend effect (kunnen) hebben op broedsels of jaarrond beschermde nestlocaties. Evenementen die binnen de broedperiode worden gehouden kunnen dus een verstorende werking hebben. De meeste soorten hebben een broedperiode die valt binnen de periode midden maart tot en met medio juli. Jaarrond beschermde nesten zijn mogelijk ook binnen het onderzoeksgebied aanwezig. De kans hierop is echter niet groot. Buiten de broedperiode zijn effecten echter niet te verwachten aangezien er geen fysieke werking uitgaat van de te houden evenementen. Er worden geen nesten verwijderd of anderszins aangetast als gevolg van een te houden evenement. Indien een evenement wordt georganiseerd is het van belang vooraf te bepalen of er een verstorende werking uit kan gaan van uit het evenement en of, en zo hoe, deze effecten gemitigeerd kunnen worden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de plaatsing en richting van geluidsapparatuur en de afstand tot aanwezige vegetatie. Aangezien de mogelijke effecten per te houden evenement verschillen is het van belang dat ruim van te voren een goede inschatting wordt gemaakt van een eventuele verstorende werking. Een groot aantal evenementen die in de aanwezige bebouwing en op de sportvelden plaatsvinden kunnen ook binnen de broedperiode plaatsvinden zonder dat dit direct leidt tot een overtreding. Alleen wanneer dit leidt tot grote geluidsoverlast en een grote toestroom van publiek zijn effecten mogelijk. Voor geluidsoverlast wordt normaliter een norm van 43 dB(A) gehanteerd. Boven deze norm zijn effecten mogelijk. Harde geluiden hoeven echter niet te leiden tot het definitief verlaten van het nest. Veelal is maatwerk nodig om te bepalen of een verstorende werking van een evenement te verwachten is en zal dit per (type) evenement bekeken moeten worden. Voor evenementen die buiten de broedperiode en/of in bebouwing plaatsvinden zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk. Alleen wanneer deze gepaard gaan met grote geluidsoverlast die de gebruikelijke geluidsnormen overstijgen zijn mogelijk wel aanvullende maatregelen nodig.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
35
Beschermde flora en fauna
Amfibieën Tijdens het veldbezoek zijn geen amfibieën waargenomen. Deze worden echter wel binnen het onderzoeksgebied verwacht of zijn recent aangetroffen. Naam
Jaar
Gebiedsfunctie
alpenwatersalamander (Mesotriton alpestris)
2011
leefgebied
bruine kikker (Rana temporaria)
2011
leefgebied
x
gewone pad (Bufo bufo)
2012
leefgebied
x
2012
leefgebied
x
mogelijk leefgebied
x
groene kikker (Rana esculenta synklepton) kleine watersalamander (Lissotriton vulgaris)
-
FF 1
FF 2
FF 3
x
Het onderzoeksgebied is voor een groot deel niet interessant voor amfibieën. Activiteiten vinden ziet niet plaats binnen delen die wel (deels) van belang zijn voor amfibieën. Effecten op (beschermde) amfibieën worden dan ook niet verwacht. Nader onderzoek of een ontheffing is dan ook niet nodig.
Reptielen In een strook langs de Velddoornweg komt een kleine, kwijnende populatie levendbarende hagedis voor. Dit is weliswaar binnen het onderzoeksgebied maar er vinden geen evenementen plaats binnen dit gedeelte. Naam levendbarende hagedis (Zootoca vivipara)
Jaar
Gebiedsfunctie
2010
leefgebied
FF 1
FF 2
FF 3
x
Alleen indien evenementen worden uitgevoerd waarbij effecten mogelijk op deze strook zijn mitigerende maatregelen mogelijk aan de orde. Indien evenementen plaatsvinden vinden op de aanwezige sportterreinen en verharde terreinen alsmede in bebouwing zijn effecten niet te verwachten. Nader onderzoek is niet nodig.
Vissen In de Tongelreep komt kleine modderkruiper voor. Ook binnen het onderzoeksgebied komt de soort mogelijk voor. Naam kleine modderkruiper (Cobitis taenia)
Jaar -
Gebiedsfunctie mogelijk leefgebied
FF 1
FF 2
FF 3
x
Er is echter geen enkel effect te verwachten op binnen het gebied voorkomende (streng) beschermde vissoorten als gevolg van de te houden evenementen. Nader onderzoek is niet nodig.
Ongewervelden Op basis van verspreidingsgegevens en terreineigenschappen worden geen streng beschermde ongewervelden verwacht. Nader onderzoek is niet nodig.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
36
Conclusies
5
CONCLUSIES Stadswandelpark Planten Binnen de grenzen van het onderzoeksgebied komen meerdere streng beschermde soorten voor. Effecten op streng beschermde soorten worden echter niet verwacht. Met betrekking tot de geplande maatregelen en ontwikkelingen geldt voor de overige te verwachten soorten een algemene vrijstelling, waardoor het aanvragen van een ontheffing niet nodig is. Nader onderzoek of een ontheffing is dan ook niet nodig.
Zoogdieren Er is een kleine kans dat de streng beschermde steenmarter en eekhoorn op enig moment gebruik maken van het onderzoeksgebied. Effecten worden evenwel niet verwacht. Voor de overige te verwachten soorten geldt een algemene vrijstelling. Er kunnen enkele beschermde vleermuissoorten in het onderzoeksgebied voorkomen. Verlichting van bomen en andere opgaande vegetatie dient te worden voorkomen. Nader onderzoek is in dat geval niet nodig.
Vogels Bij evenementen gedurende het broedseizoen dient men vooraf de mogelijke effecten op broedvogels in te schatten en bepalen hoe eventuele effecten voorkomen kunnen worden. Evenementen zoals genoemd in hoofdstuk 3 zullen niet leiden tot een overtreding van verbodsbepalingen.
Amfibieën Het gebied is van gering belang voor amfibieën. Effecten worden niet verwacht. Voor de meeste soorten geldt bovendien een algemene vrijstelling. Nader onderzoek of een ontheffing is niet nodig.
Reptielen, vissen en ongewervelden Op basis van verspreidingsgegevens en terreineigenschappen worden geen streng beschermde reptielen, vissen en ongewervelden verwacht. Nader onderzoek is niet nodig.
Uitvoer fase 2 Per type evenement zal gekeken moeten worden naar mogelijke effecten op broedvogels en vleermuizen. Bij plaatsing van geluidsinstallaties en verlichting moet rekening gehouden met in het gebied voorkomende broedvogels en vleermuizen. Effecten zijn echter niet erg waarschijnlijk.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
37
Conclusies
Stadspark de Karpen en IJzeren Man Planten Binnen de grenzen van het onderzoeksgebied worden enkele beschermde soorten verwacht. Effecten op streng beschermde soorten worden echter niet verwacht. Met betrekking tot de geplande maatregelen en ontwikkelingen geldt voor deze soorten een algemene vrijstelling, waardoor het aanvragen van een ontheffing niet nodig is. Nader onderzoek of een ontheffing is dan ook niet nodig.
Zoogdieren Voor de te verwachten soorten geldt een algemene vrijstelling, waardoor het aanvragen van een ontheffing niet nodig is. Nader onderzoek is niet nodig. Er kunnen enkele beschermde vleermuissoorten in het onderzoeksgebied voorkomen. Effecten zijn niet waarschijnlijk. Verlichting van bomen en andere hogere vegetatie moet worden voorkomen. Nader onderzoek is dan niet nodig.
Vogels Het is noodzakelijk maatregelen die van invloed zijn op broedvogels buiten het broedseizoen uit te voeren. U moet altijd kunnen aantonen dat uw evenement niet leidt tot schadelijke effecten op beschermde planten en dieren. Begin op tijd met het verzamelen van informatie anders loopt u het risico dat het evenement moet worden afgelast en/of dat er sancties worden opgelegd. Aangezien de mogelijke effecten per te houden evenement verschillen is het van belang dat ruim van te voren een goede inschatting wordt gemaakt van een eventuele verstorende werking. Bij evenementen gedurende het broedseizoen dient men vooraf de mogelijke effecten op broedvogels in te schatten en bepalen hoe eventuele effecten voorkomen kunnen worden.
Amfibieën Het gebied is van gering belang voor amfibieën. Effecten worden niet verwacht. Voor de meeste soorten geldt bovendien een algemene vrijstelling. Nader onderzoek of een ontheffing is niet nodig.
Reptielen, vissen en ongewervelden Op basis van verspreidingsgegevens en terreineigenschappen worden geen streng beschermde reptielen, vissen en ongewervelden verwacht. Nader onderzoek is niet nodig.
Uitvoer fase 2 Per type evenement zal gekeken moeten worden naar mogelijke effecten op broedvogels. Bij plaatsing van geluidsinstallaties en verlichting moet rekening gehouden met in het gebied voorkomende broedvogels en vleermuizen.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
38
Conclusies
Technische universiteit Eindhoven Planten Binnen de grenzen van het onderzoeksgebied worden geen beschermde soorten verwacht. Effecten op streng beschermde soorten worden dan ook niet verwacht. Nader onderzoek of een ontheffing is dan ook niet nodig.
Zoogdieren De steenmarter foerageert mogelijk in (delen van) het onderzoeksgebied. Effecten als gevolg van de te houden evenementen wordt echter niet verwacht. Voor de overige te verwachten soorten geldt een algemene vrijstelling, waardoor het aanvragen van een ontheffing niet nodig is. Nader onderzoek is niet nodig. Er kunnen enkele beschermde vleermuissoorten in het onderzoeksgebied voorkomen. Alleen bij het evenement Muziek op de Dommel zijn effecten mogelijk en wordt nader onderzoek aangeraden.
Vogels Het is noodzakelijk maatregelen die van invloed zijn op broedvogels buiten het broedseizoen uit te voeren. Bij evenementen gedurende het broedseizoen dient men vooraf de mogelijke effecten op broedvogels in te schatten en bepalen hoe eventuele effecten voorkomen kunnen worden. Alleen voor het evenement Muziek op de Dommel zijn effecten mogelijk en kunnen er daarnaast jaarrond beschermde nesten binnen de invloedssfeer aanwezig zijn. Nader onderzoek wordt voor dit specifieke geval aangeraden.
Amfibieën De evenementlocaties zijn van gering belang voor amfibieën. Effecten worden niet verwacht. Voor de meeste soorten geldt bovendien een algemene vrijstelling. Nader onderzoek of een ontheffing is niet nodig.
Reptielen, vissen en ongewervelden Op basis van verspreidingsgegevens en terreineigenschappen worden geen streng beschermde reptielen, vissen en ongewervelden verwacht. Nader onderzoek is niet nodig.
Uitvoer fase 2 Per type evenement zal gekeken moeten worden naar mogelijke effecten op broedvogels. Bij plaatsing van geluidsinstallaties en verlichting moet rekening gehouden met in het gebied voorkomende broedvogels en vleermuizen. Nader onderzoek naar vleermuizen en jaarrond beschermde nesten wordt aangeraden voor de locatie van het evenement Muziek op de Dommel.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
39
Conclusies
Philips de Jonghpark Planten Binnen de grenzen van het onderzoeksgebied worden meerdere beschermde soorten verwacht. Effecten op streng beschermde soorten worden echter niet verwacht. Voor overige te verwachten soorten een algemene vrijstelling, waardoor het aanvragen van een ontheffing niet nodig is. Nader onderzoek is niet nodig.
Zoogdieren De steenmarter maakt mogelijk op enig moment gebruik van het park. Effecten die leiden tot een overtreding van verbodsbepalingen worden niet verwacht. Verblijfplaatsen van steenmarter worden niet getroffen door de te houden evenementen. In het park komt verder de eekhoorn voor. Het evenement Folkwoods/parkfest vindt aan de einde van de kraamperiode plaats. Effecten op aanwezige nestlocaties worden niet verwacht. Bij een eventuele verstoring kunnen de dieren zich eenvoudig verplaatsen naar alternatieve locaties zodat effecten worden voorkomen. Voor de overige te verwachten soorten geldt een algemene vrijstelling, waardoor het aanvragen van een ontheffing niet nodig is. Er kunnen enkele beschermde vleermuissoorten in het onderzoeksgebied voorkomen en mogelijk worden geschaad als gevolg van de werkzaamheden.
Vogels Bij evenementen gedurende het broedseizoen dient men vooraf de mogelijke effecten op broedvogels in te schatten en bepalen hoe eventuele effecten voorkomen kunnen worden. Het is noodzakelijk maatregelen die van invloed zijn op broedvogels buiten het broedseizoen uit te voeren. Jaarrond beschermde nesten kunnen aanwezig binnen het park. Het evenement Folkwoods/parkfest vindt plaats na de broedperiode. Effecten worden dan ook niet verwacht.
Amfibieën Het gedeelte waar evenementen plaatsvinden is van gering belang voor amfibieën. Effecten worden niet verwacht. Voor de meeste soorten geldt bovendien een algemene vrijstelling. Effecten op de streng beschermde alpenwatersalamander worden evenmin verwacht. Nader onderzoek of een ontheffing is niet nodig.
Reptielen, vissen en ongewervelden Op basis van verspreidingsgegevens en terreineigenschappen worden geen streng beschermde reptielen, vissen en ongewervelden verwacht. Nader onderzoek is niet nodig.
Uitvoer fase 2 Per type evenement zal gekeken moeten worden naar mogelijke effecten op broedvogels. Bij plaatsing van geluidsinstallaties en verlichting moet rekening gehouden met in het gebied voorkomende broedvogels en vleermuizen.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
40
Conclusies
Genneper sportparken Planten Binnen de grenzen van het onderzoeksgebied worden meerder beschermde soorten verwacht. Effecten op streng beschermde soorten worden echter niet verwacht. Met betrekking tot de geplande maatregelen en ontwikkelingen geldt voor de overige te verwachten soorten een algemene vrijstelling, waardoor het aanvragen van een ontheffing niet nodig is. Nader onderzoek of een ontheffing is dan ook niet nodig.
Zoogdieren De steenmarter heeft. Voor de overige te verwachten soorten geldt een algemene vrijstelling, waardoor het aanvragen van een ontheffing niet nodig is. Nader onderzoek naar steenmarter wordt aangeraden. Er kunnen enkele beschermde vleermuissoorten in het onderzoeksgebied voorkomen en mogelijk worden geschaad als gevolg van de werkzaamheden. Nader onderzoek is daarom nodig.
Vogels Het is noodzakelijk maatregelen die van invloed zijn op broedvogels buiten het broedseizoen uit te voeren. Bij evenementen gedurende het broedseizoen dient men vooraf de mogelijke effecten op broedvogels in te schatten en bepalen hoe eventuele effecten voorkomen kunnen worden. U moet altijd kunnen aantonen dat uw evenement niet leidt tot schadelijke effecten op beschermde planten en dieren. Begin op tijd met het verzamelen van informatie anders loopt u het risico dat het evenement moet worden afgelast en/of dat er sancties worden opgelegd.
Amfibieën Het gedeelte waar evenementen plaatsvinden is van gering belang voor amfibieën. Effecten worden niet verwacht. Voor de meeste soorten geldt bovendien een algemene vrijstelling. Effecten op de streng beschermde alpenwatersalamander worden evenmin verwacht. Nader onderzoek of een ontheffing is niet nodig.
Reptielen Binnen het leefgebied van de levendbarende hagedis worden geen evenementen georganiseerd. Effecten worden niet verwacht. Nader onderzoek is niet nodig.
Vissen en ongewervelden Op basis van verspreidingsgegevens en terreineigenschappen worden geen streng beschermde reptielen, vissen en ongewervelden verwacht. Nader onderzoek is niet nodig.
Uitvoer fase 2 Per type evenement zal gekeken moeten worden naar mogelijke effecten op broedvogels. Bij plaatsing van geluidsinstallaties en verlichting moet rekening gehouden met in het gebied voorkomende broedvogels en vleermuizen.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
41
Aanbevelingen
6
AANBEVELINGEN Los van de conclusies dienen de volgende aanbevelingen te worden gevolgd: Beschermde broedvogels kunnen in het gebied voorkomen tussen de aanwezige vegetatie. Daarom is het van groot belang met het broedseizoen van deze beschermde vogelsoorten rekening te houden. Dit betekent dat maatregelen waarbij vegetatie wordt verwijderd buiten het broedseizoen moeten plaatsvinden om verstoring te voorkomen. De kans dat er helemaal geen vogels broeden is namelijk klein. EZ geeft als richtlijn voor het broedseizoen de periode half maart tot half juni. Algemeen wordt aangehouden dat het broedseizoen van de meeste vogels loopt van half maart tot half juli. Om rekening te houden met een klein aantal soorten die eerder of later broeden wordt aangeraden tussen half februari en eind augustus géén maatregelen te treffen. Indien besloten wordt ertoe over te gaan om het gebied vóór de broedtijd kaal te maken en vervolgens in de broedtijd door te werken, is het van belang ervoor te waken, dat er zich in de nieuwe kale situatie geen nieuwe broedgevallen voordoen zolang er nog maatregelen moeten worden uitgevoerd. Sluit de aanwezigheid van nesten uit tijdens alle fasen van de werkzaamheden. De zorgplicht dient ook voor andere organismen in acht te worden genomen. Dit houdt in dat er volgens normaal gebruik zorgvuldig gewerkt moet worden, waarbij indien mogelijk verstoring wordt voorkomen. Actief doden van dieren is altijd verboden. Aangezien elke te houden evenement een eigen karakter heeft en daarmee ook andere effecten op de omgeving is het van belang om ruim voor een te houden evenement een analyse te maken van de (mogelijke) effecten. In veel gevallen kunnen met kleinschalige mitigerende maatregelen effecten worden voorkomen.
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
42
Bronnen
BRONNEN
DRloket.nl Limpens, H., Mostert, K en Bongers, W. (1997). Atlas van de Nederlandse vleermuizen. KNNV uitgeverij. LNV (2003). Ondernemen en de Flora- en faunawet. LNV (2005). Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten! Nationale Databank Flora Fauna (2013) Waarneming.nl
Quickscan beschermde flora en fauna open lucht evenementen te Eindhoven
43