Aan de leden van Provinciale Staten
Nr.: 2005-00579/6/A.26, W
Groningen, 10 februari 2005
Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op Bijlage
: Vriesema, J. : (050) 3164162 : : 1
Onderwerp
: evaluatie Antidiscriminatie Bureau Groningen/Discriminatie Meldpunt Groningen (DMG)
Geachte dames en heren, Het Anti Discriminatie bureau heeft in 2004 een doorstart gemaakt en wel onder de naam Discriminatie Meldpunt Groningen. Aanleiding voor deze doorstart was een breed gedragen motie van GroenLinks, waarbij onder andere werd overwogen dat Antidiscriminatiebureaus van groot belang zijn bij het realiseren van de toegang tot het recht van burgers of belangenbehartigers wanneer zij geconfronteerd zijn met een racistisch of discriminerend voorval. Aan deze motie met daarin het verzoek om samen met de gemeenten te onderzoeken of een antidiscriminatiebureau in de provincie Groningen tot stand kon komen, hebben wij uitvoering gegeven, wat heeft geleid tot een herkenbaar en bereikbaar meldpunt in de provincie. Bij brieven van 17 april 2003 (nr. 2001-11.734/16/A.15, W) en 31 oktober 2003 (nr. 200317.586/44/A.13,W) hebben wij u geïnformeerd over onze bevindingen ten aanzien van het Antidiscriminatie Bureau Groningen (ADB). Daarbij hebben wij aangegeven om het ADB te ondersteunen bij het vergroten van de naamsbekendheid, de verbetering van registratie bij meldingen en klachten en het toegankelijk maken van deze informatie, en voorlichtende activiteiten en deskundigheidsbevordering. Tijdens de behandeling van voornoemde brieven in de Statencommissie Welzijn, Cultuur en Sociaal Beleid is er afgesproken dat er een voortgangsrapportage zou verschijnen. Nieuwe organisatie, nieuwe naam Op 8 juli 2004 heeft er een officiële doorstart/opening van het Antidiscriminatie Bureau plaatsgevonden. Niet alleen zijn de werkzaamheden zijn uitgebreid en is de organisatie veranderd, maar er is ook gekozen voor een geheel nieuwe naam: Discriminatie Meldpunt Groningen (DMG). Dit om te benadrukken dat er een nieuwe start is gemaakt. De aanlooptijd om het nieuwe Meldpunt op een verantwoorde wijze operationeel te krijgen, duurde langer dan aanvankelijk was gedacht, vandaar dat de officiële opening medio 2004 was. Toch geeft het afgelopen half jaar, verwoord in de rapportage van 10 december 2004 van Rechtshulp Noord -
de organisatie waar het DMG is ondergebracht - een heel aardig eerste beeld van de werkzaamheden van het DMG en de meldingen/klachten. Landelijke campagne en het DMG Sinds medio vorig jaar is de landelijke campagne 'Discriminatie? Bel gelijk' van start gegaan. De campagne biedt het Nederlandse publiek een centrale plek om alle vormen van vermoede discriminatie te melden. De Bel Gelijk-campagne moet ervoor zorgen dat mensen eerder melding maken van een ongelijke behandeling. Indien er gebruik wordt gemaakt van dit speciale telefoonnummer, dan wordt men doorgeschakeld naar het meldpunt in de eigen buurt of regio. Om het nummer bekend te maken zijn er posters verspreid en was er in oktober een radiocampagne. Het landelijke telefoonnummer is (0900) BelGelijk, oftewel (0900) 235 43 54. Daar kunnen mensen tijdens kantooruren terecht voor het indienen van klachten en het stellen van vragen over discriminatie. Dat kan ook via de website www.belgelijk.nl. De bekendmaking van het nieuwe telefoonnummer viel zo ongeveer samen de doorstart van het Groninger Meldpunt. Dit betekent dat het DMG direct is opgenomen in de lijst van regionale meldpunten. En als een inwoner van Groningen belt met het landelijke nummer, zal deze terecht komen bij het Groninger meldpunt. Rapportage en resultaten De samenwerking tussen Bureau Rechtshulp-Noord en de provincie heeft er toe geleid dat er nu een bekend en goed op haar taken berekend meldpunt in de provincie Groningen is. Dit meldpunt is naast de stad Groningen, ook te bezoeken in Veendam en Winschoten (op afspraak). Een groot voordeel van het onderbrengen van het meldpunt bij Rechtshulp is, dat indien een klacht leidt tot een procedure of bemiddeling (mediation), niet hoeft te worden verwezen naar een andere instantie of organisatie. Harde conclusies trekken over trends/ontwikkelingen in de provincie Groningen ten aanzien van discriminatie lijkt op basis van de rapportage 1 echter (te) prematuur. Ook al omdat - eerder vergelijkend materiaal niet voor handen is. Wel zijn er een aantal specifieke opmerkingen te plaatsen naar aanleiding van de gegevens uit het rapport: 1. 31 Klachten over een periode van 5 maanden is iets boven verwachting (dat zou op jaarbasis ca. 75 klachten zijn geweest). In het productplan 2004 van Rechtshulp-Noord was uitgegaan van ca. 50 klachten op jaarbasis. Niet alle klachten/meldingen hebben geleid tot een vervolggesprek, maar in de helft van de gevallen wel. 2. Het DMG maakt nu ook gebruik van het door de meeste ADB's gebruikte registratiesysteem. Op termijn kan door dit registratiesysteem beter inzicht worden verkregen in trends en ontwikkelingen in de provincie Groningen, eventueel ook afgezet tegen landelijke ontwikkelingen. Deze gegevens gaan ook gebruikt worden door de Landelijke Vereniging van Anti Discriminatie Bureaus en Meldpunten (LVADB) voor een landelijk overzicht. Begin maart wordt de landelijke rapportage van de LVADB verwacht, met deze keer ook de gegevens van de provincie Groningen. 3. Er is vanuit het DMG geen actieve benadering geweest van scholen, wijkcentra en dergelijke, daar hiervoor slechts zeer beperkte middelen voor aanwezig waren. Vooral Groninger gemeenten zouden op dit punt het DMG kunnen ondersteunen. 4. Samenwerking en overleg met politie en justitie en verschillende hulpverlenende instanties wordt belangrijk geacht, maar ook hiervoor zijn er slechts beperkte middelen beschikbaar. Ook hierin zouden gemeenten een belangrijke ondersteunde rol kunnen gaan spelen. 5. Het DMG heeft veel publiciteit gegenereerd bij en rond de opening van het bureau. Daarnaast is er - in een oplage van 2000 - een meertalige folder gemaakt en verspreid onder vele relevante 1
Voor gedetailleerde gegevens wordt verwijzen naar de rapportage "Voorlopig Productverslag Discriminatie Meldpunt Groningen 2004" van Rechtshulp-Noord (bijlage I). De term 'voorlopig' kan enigszins misleidend zijn, omdat dat niet gaat om een concept-productverslag o.i.d, maar 'voorlopig' heeft hier betrekking op dat het niet gaat over het hele jaar 2004..
2
organisaties. Hierdoor zijn vele organisaties zijn op de hoogte gebracht van het DMG. Hierdoor wordt het DMG ook in de hoedanigheid van kenniscentrum geraadpleegd. Zowel Groningers, instellingen en de regionale als landelijke pers weten de weg inmiddels te vinden. Zo is het DMG geraadpleegd na aanleiding van een aantal incidenten, zoals een slechtziende mevrouw die niet met haar geleide hond de bioscoop in mocht. Daarnaast hebben o.a. Spits en de Volkskrant ook contact opgenomen met het DMG in verband met het weigeren van jongeren met bepaalde merkkleding (o.a. Karel Kani- en Lonsdale-kleding).2 6. De kosten voor de uitvoering van de organisatie van het DMG zijn hoger dan het toegekende subsidiebedrag van de provincie. Rechtshulp-Noord heeft zelf met een bedrag van 6.028,49 euro geïnvesteerd in het DMG, omdat zij er belang aan hechten om dit taakonderdeel te behouden voor Rechtshulp-Noord. Men heeft inmiddels wel aangegeven een dergelijke eigen bijdrage voor 2005 niet te kunnen opbrengen.
Landelijke gegevens en ontwikkelingen - In 2003 zijn er bij 30 verschillende meldpunten en bureaus in Nederland 3589 discriminatieklachten binnen gekomen 3. Ten opzichte van 2002 is dat een daling van 11,7%. Een duidelijke verklaring hiervoor is echter moeilijk te geven. Vanaf 1997 wordt een landelijke registratie bijgehouden, waarbij er in de periode '97 - 2003 jaarlijks tussen de 3203 en 3887 klachten zijn geregistreerd. - In de zomer van 2001 onderzocht de Katholieke Universiteit Brabant (KUB) de houding van diverse etnische groepen en van autochtone Nederlanders tegenover de multiculturele samenleving. De resultaten van deze enquête zijn vergelijkbaar met een soortgelijke enquête die in 1995 werd gehouden. Uit de enquête blijkt dat allochtonen zich steeds beter thuis voelen in Nederland. Zij voelen zich minder gediscrimineerd dan in 1995. - Uit de analyse van de Rotterdamse Anti Discriminatie Actie Raad (RADAR) 4 op de Rapportage Minderheden 2003 van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat er op basis van cijfers, er jaarlijks meer dan 400.000 gevallen van discriminatie voorkomen in Nederland. Hierbij heeft het SCP onderzoek gedaan onder de grootste groepen etnische minderheden, te weten Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen. Volgens het SCP rapport wordt 5 - 8 % van deze groepen regelmatig tot vaak met discriminatie geconfronteerd en daarnaast wordt 30 tot 34% af en toe met discriminatie geconfronteerd. Een verklaring voor het verschil tussen het aantal voorkomende gevallen van discriminatie en het aantal discriminatieklachten is dat deze etnische minderheden niet snel klagen. Bovenstaande schetst wel de moeilijkheid om het aantal daadwerkelijke 'discriminatiegevallen' goed in kaart te brengen. Vele belangen- en niet-belangen organisaties houden zich bezig met het in kaart brengen van 'discriminatie' op basis van verschillende discriminatiegronden. En er blijken grote verschillen te zijn in de bevindingen en conclusies die getrokken worden. Wel kan er geconcludeerd worden, dat aandacht voor discriminatie zonder meer noodzakelijk is. Anti-islamisme Door de gebeurtenissen op 11 september 2001 is er nadien meer anti-islamisme geconstateerd. De discussie over de Islam en radicalisering van de samenleving is door deze gebeurtenis aangezwengeld en is blijven bestaan. Ook heeft de Haagse politiek de discussie over de Islam en het fundamentalisme de afgelopen jaren niet geschuwd. Daarnaast hebben een aantal zaken geleid 2
Het DMG gaf op verzoek van het Dagblad van het Noorden (DvhN) aan, dat 'het regelmatig gebeurt, dat mensen melding maken van horecabedrijven die mensen om bepaalde kleding weren'. Het artikel van 12 januari 2005 van het DvhN ging over de weigering van discotheken om dragers van de kledingmerken Londsdale of Karel Kani. Hierover is ook er ook contact geweest met de krant Spits en de Volkskrant, die in hun artikel ook melding maakte van het voorval en het DMG daarover hebben geraadpleegd. 3 Uit: 'Jaaroverzicht Discriminatieklachten bij antidiscriminatiebureaus en meldpunten, kerncijfers 2003', van juli 2004 van de Landelijke Vereniging van Anti Discriminatie Bureaus en Meldpunten (LVADB) 4 Zie voor de analyse van Radar: http://www.radar.nl/read/648
3
tot felle reacties en discussies over de Islam en de radicalisering in Nederland: bijvoorbeeld de film "Submission" en de moord op Theo van Gogh. Deze zaken hebben geleid tot grote onrust onder de allochtone en/of autochtone bevolking. De discussie over allochtonen en integratie, is ook vooral door die moord wederom opgelaaid en de vraag is of, als reactie op deze vermeende radicalisering, dit tot meer mistanden leidt op het gebied van discriminatie op basis van etniciteit. Een duidelijk signalerend instrument daartoe kan het DMG zijn. Deelname Groninger gemeenten en aanvraag Ministerie Groninger gemeenten hebben zich positief uitgelaten over het initiatief van de provincie Groningen ten aanzien van het DMG. Dit heeft overigens nog niet geleid tot daadwerkelijke ondersteuning van gemeenten. Ze geven aan hiervoor geen middelen ter beschikking te hebben. Wij zullen er bij gemeenten op aan blijven dringen om het DMG te ondersteunen, daar de verantwoordelijkheid ook zeker de gemeenten toekomt. De gemeente Groningen heeft aangegeven mogelijkheden te zien om samen te werken met de provincie als het gaat om het DMG. Tot concrete besluitvorming heeft dit echter nog niet geleid. De Rijksregeling Professionalisering ADB's kende als eis, dat een of meerdere gemeenten een ADB of meldpunt moet ondersteunen. Immers, het Rijk stelde zich op het standpunt dat de verantwoordelijkheid van een ADB primair bij een gemeente of bij samenwerkende gemeenten ligt. Dit heeft als consequentie gehad, dat de provincie niet als enige partij een aanvraag heeft kunnen indienen. Hoe verder Het DMG heeft in korte tijd naam verworven onder de Groninger bevolking en onder allerlei instanties en instellingen. Er is sprake van een laagdrempelige organisatie, wat ook een van de beoogde doelen was. Wij gaan op de ingeslagen weg door en zullen ook in 2005 het DMG ondersteunen. Deze ondersteuning wordt ingezet op: - de afhandeling van klachten en de registratie daarvan Door de registratie wordt discriminatie zichtbaar en kan er tegen worden opgetreden of worden worden opgelost. Daarnaast kan dit voor grote betekenis zijn voor het slachtoffer. Wij gaan uit van een aantal van 75 klachten in 2005. Dit op basis van de resultaten van 2004. Voor het jaar 2005 heeft het DMG voor dit onderdeel een begroting van 18.600 euro. Dit is mede op basis van 70 gesprekken met een gemiddelde gespreksduur van 2 uur (a 100 euro per uur). Uit de rapportage van het DMG over het jaar 2004 blijkt, dat in ongeveer de helft van meldingen een gesprek heeft plaatsgevonden. - het laagdrempelig houden van het DMG voor melders Ook nu zullen we met Rechtshulp-Noord afspreken om de eigen bijdrage voor een melder, bij een eerste (intake) gesprek te laten vervallen. Dit houdt in dat deze eigen bijdrage wordt verdisconteerd met de provinciale subsidie. Het doel hiervan is om de drempel voor het melden van een klacht bij het DMG laag te houden. - Helpdesk Het DMG wordt inmiddels als expertisecentrum geconsulteerd als het gaat om het verstrekken van informatie over het bestrijden van discriminatie. Dit consulteren geschied door zowel inwoners van de provincie Groningen, als instellingen en anderen (bijvoorbeeld de pers). Ook deze taak van het DMG ondersteunen wij. Het DMG heeft voor dit taakonderdeel in 2005 een bedrag begroot van 2000 euro. - Voorlichting Uit de rapportage is gebleken dat er aan voorlichting, door bijvoorbeeld het geven van gastlessen op scholen en wijkcentra nog niet is gedaan. Wij zullen voor dit onderdeel de gemeenten gaan aanspreken, daar de voorlichting veelal op lokaal niveau zal worden gegeven: op scholen, in wijkof buurtcentra en jongerencentra.
Financieel Wij zullen voor het jaar 2005 een bedrag van 17.500 euro uittrekken voor het DMG. Dit bedrag komt ten laste van het incidentele krediet Welzijn en Zorg 2005. Het bedrag zal worden ingezet op
4
de afhandeling en registratie van klachten en meldingen, het laagdrempelig houden van het DMG en voor de helpdeskfunctie. Alvorens over te gaan tot financiering na 2005 e.v., willen we de resultaten over het jaar 2005 afwachten. Wij zullen u daarover inlichten. Wij verwachten u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten der provincie Groningen:
, voorzitter.
, secretaris.
5