p/a Voorstraat 367 3311 CT
Aan het Drechtstedenbestuur p/a Regiogriffie
Betreft: Artikel 33 vragen RvO voor de Drechtraad
Geacht bestuur,
Afgelopen maandag 12 december bereikte onze fracties het bericht dat de komst van een Exodushuis in de Drechtsteden van de baan is. Op dinsdag 13 december heeft wethouder Wagemakers tijdens de collegecarrousel in Dordrecht aangegeven dat er over de verdeling van maatschappelijke voorzieningen in de Drechtsteden afspraken zijn gemaakt. Volgens deze afspraken was Papendrecht aan zet waar het gaat om het verzorgen van een locatie en huisvesting voor het Exodushuis, maar dat zij deze afspraak geen gestand hebben gedaan en niet mee willen werken aan de komst van een Exodushuis naar hun gemeente. Bovendien bereikt ons het bericht dat het rijk nieuwe initiatieven niet meer wenst te ondersteunen, waardoor de haalbaarheid van een Exodushuis nu gering lijkt te zijn. De fracties D66 en het CDA vinden het een gemiste kans en houden een onbevredigend gevoel over aan deze gang van zaken. Daarom zouden wij van u graag antwoord willen op de volgende vragen: 1. Bent u het met onze fracties eens dat de komst van een Exodushuis een waardevolle aanvulling is op het huidige maatschappelijke voorzieningenniveau in de Drechtsteden? 2. Klopt het dat de gemeente Papendrecht volgens het convenant ‘gespreide huisvesting en zorg 1 bijzondere groepen Drechtsteden’ zorg zou dragen voor huisvesting van een Exodushuis en zo ja, bent u dan bereid om het college van de gemeente Papendrecht daarop aan te spreken en hen te wijzen op het feit dat gemaakte afspraken dienen te worden nagekomen? 3. Wat is de status van het convenant met het oog op de vestiging van toekomstige voorzieningen, zijn de gemaakte afspraken dan ook vrijblijvend of zijn er consequenties aan verbonden? 4. Volgens de nota ‘Wonen in de Drechtsteden 2011’ 2 wordt het convenant in 2011 geëvalueerd. Heeft deze evaluatie plaatsgevonden en zo ja, kunt u ons deze evaluatie doen toekomen? 5. Is het juist dat vanuit het rijk geen middelen meer beschikbaar worden gesteld t.b.v. de realisatie van een Exodushuis en zo ja, welke consequenties heeft dat voor de mogelijkheid om in de toekomst een Exodushuis in de Drechtsteden te realiseren? In afwachting op uw antwoord, met vriendelijke groet,
CDA Dordrecht Peter Heijkoop
1 2
D66 Dordrecht Nelleke de Smoker
http://www.invoeringwmo.nl/sites/default/documenten/drechtstedenWmoboekje3.pdf http://www.vertelhetderaad.nl/Dordrecht/up/ZqjgqkoIE_Wonen_in_de_Drechtsteden_2011_versie_8_05072011.pdf
BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN Indiener(s) Vraag voor Datum Onderwerp
Fracties CDA/D’66 Dordrecht Drechtstedenbestuur en Drechtraad 22 december 2011 (ontvangstdatum per e-mail) Artikel 33 vragen Exodushuis
Toelichting
Op 22 december 2011 is de brief over het Exodushuis van de fracties CDA Dordrecht en D66 Dordrecht bij bureau Drechtsteden binnengekomen. De brief is gericht aan het Drechtstedenbestuur en het betreft Artikel 33 vragen RvO voor de Drechtraad Het is van belang zich te realiseren dat de gestelde vragen in de brief uitgaan van de situatie vòòr het gesprek met stichting Exodus. Het gesprek tussen Papendrecht en de stichting heeft inmiddels plaatsgevonden. Uitkomst was dat de stichting op dit moment afziet van realisatie van een Exodushuis. De brief van het CDA en D66 maakt melding van het bericht dat de komst van een Exodushuis in de Drechtsteden van de baan is. Men baseert zich op de informatie van wethouder Wagemakers op dinsdag 13 december tijdens de collegecarrousel in Dordrecht, dat er over de verdeling van maatschappelijke voorzieningen in de Drechtsteden afspraken zijn gemaakt. Volgens deze afspraken zou Papendrecht aan zet zijn waar het gaat om het verzorgen van een locatie en huisvesting voor het Exodushuis, maar dat zij deze afspraak geen gestand hebben gedaan en niet mee willen werken aan de komst van een Exodushuis naar hun gemeente. Bovendien was er het bericht dat het rijk nieuwe initiatieven niet meer wenst te ondersteunen, waardoor de haalbaarheid van een Exodushuis nu gering lijkt te zijn. De fracties D66 en het CDA vinden het een gemiste kans en houden een onbevredigend gevoel over aan deze gang van zaken. Daarom zijn vragen gesteld waarop men een antwoord wil.
Vraag/vragen
1. Bent u het met onze fracties eens dat de komst van een Exodushuis een waardevolle aanvulling is op het huidige maatschappelijke voorzieningenniveau in de Drechtsteden? 2. Klopt het dat de gemeente Papendrecht volgens het convenant ‘gespreide huisvesting en zorg bijzondere groepen Drechtsteden’1 zorg zou dragen voor huisvesting van een Exodushuis en zo ja, bent u dan bereid om het college van de gemeente Papendrecht daarop aan te spreken en hen te wijzen op het feit dat gemaakte afspraken dienen te worden nagekomen? 3. Wat is de status van het convenant met het oog op de vestiging van toekomstige voorzieningen, zijn de gemaakte afspraken dan ook vrijblijvend of zijn er consequenties aan verbonden? 4. Volgens de nota ‘Wonen in de Drechtsteden 2011’2 wordt het convenant in 2011 geëvalueerd. Heeft deze evaluatie plaatsgevonden en zo ja, kunt u ons deze evaluatie doen toekomen? 5. Is het juist dat vanuit het rijk geen middelen meer beschikbaar worden gesteld t.b.v. de realisatie van een Exodushuis en zo ja, welke consequenties heeft dat voor de mogelijkheid om in de toekomst een Exodushuis in de Drechtsteden te realiseren?
C:\Documents and Settings\ave008\Local Settings\Temporary Internet Files\OLK221\Format beantwoording schriftelijke vragen Exodushuis.doc
-2-
Portefeuillehouder HA Nieuwstraten (JA Lavooi, TA Stoop) WJ van Stigt Antwoord van 20 januari 2012 Datum Antwoord
1. Het DSB vindt de komst van een Exodushuis een waardevolle aanvulling op het huidige maatschappelijke voorzieningenniveau in de Drechtsteden. 2. Nee dat klopt niet. Volgens dat convenant, dat inmiddels is verstreken, was Zwijndrecht aan de beurt, maar de mogelijkheden die er in Zwijndrecht waren, waren te duur voor Stichting Exodushuis. Wel zou volgens het bestuur van Stichting Exodushuis en de wooncorporaties een betaalbare locatie beschikbaar zijn in Papendrecht. Bij de evaluatie van het convenant in oktober 2011 heeft Papendrecht toegezegd in overleg te treden met het bestuur van stichting Exodushuis. Dit overleg vond plaats op 12 januari 2012. Stichting Exodushuis heeft te kennen gegeven op dit moment geen mogelijkheden te zien in het realiseren van een Exodushuis in onze regio. De financiële middelen ontbreken daartoe en er is geen zicht of dit in de nabije toekomst wel realiseerbaar is. 3. Het convenant geldt niet meer en formeel gezien is het convenant ook niet bindend voor de gemeenten. Er was geen door het DSB vastgesteld beleidskader. Het nieuwe afsprakenkader is eveneens niet bindend en door 5 gemeenten aangenomen. 4. Zoals aangeven bij 2. is het convenant in 2011 geëvalueerd. De evaluatie en het verslag van het PFO sociaal van 04.10.11 zijn bijgevoegd als bijlagen. 5. Over de financiële mogelijkheden van Stichting Exodushuis meldt hun nieuwsbrief van december 2011 het volgende: "Ten eerste hebben vooral de lokale Exodushuizen te maken met het wegvallen of verlagen van gemeentelijke subsidies. Tweede probleem is dat de subsidies van de landelijke overheid niet toenemen, terwijl de kosten wel stijgen. Bovendien is de druk groot om wel meer ex-gedetineerden te begeleiden, met meer vrijwilligers in gevangenissen actief te zijn en meer projecten op te starten. Aan die toenemende vraag willen we graag tegemoet komen, maar om financiële redenen moeten we waarschijnlijk nee gaan verkopen. Derde oorzaak is dat het bedrag aan giften dat Exodus ontvangt onvoldoende stijgt." Mocht zich in de nabije toekomst toch weer financiële mogelijkheden voordoen, dan zullen wij een eventuele nieuwe vraag met een positieve grondhouding tegemoet treden
bijlage 4 agendapunt 9
Vergadernotitie voor het Portefe uillehoudersoverleg Sociaal op 4 oktobe r 2011
datum 8 september 2011 bestuurlijk pfh. J. Lavooi akkoord best. pfh d.d.
Onderwerp
Spreiding huisvesting en zorg bijzondere groepen Status Eerste bespreking.
10-08-2011 steller J. Smits doorkiesnummer 0787704183
Aandachtspunten van de portefeuillehouder bij agendering e-mail De portefeuillehouder stelt voor de voorzitter en secretaris van de Stichting
[email protected] Exodushuis uit te nodigen voor het PFO van 1 november om een toelichting te geven op de zoekvraag voor een Exodushuis (hieronder beslispunt 2). Dhr. Oerlemans wordt op 1 november als vertegenwoordiger van de wooncorporaties uitgenodigd het gesprek met de bestuurders van de Stichting Exodushuis bij te wonen. Voorstel Eerste bespreking van het voorstel. Voorgesteld wordt onderlinge afspraken te maken tussen de Drechtsteden gemeenten hoe om te gaan met zoekvragen tot huisvesting en zorg bijzondere groepen en meer in het bijzonder t.a.v. de lopende zoekvraag voor een Exodushuis. Ontwerp-besluit 1. Vaststellen van het voorgestelde afsprakenkader in de bijgevoegde notitie (afsprakenkader tussen gemeenten). 2. Na toelichting in het PFO 1 november door de Stichting Exodushuis opnieuw bevestigen dat de regio Drechtsteden zich wil inzetten om een Exodushuis te realiseren binnen deze regio. De zoekvraag voor een Exodushuis conform dit afsprakenkader opnieuw uitzetten binnen de regio en de opties die daaruit voortkomen en haalbaar zijn voor de Stichting Exodus vervolgens voorleggen aan het Portefeuillehoudersoverleg Sociaal, dat vervolgens advies uitbrengt aan de gemeenten. Korte voorgeschiedenis en wijze van voorbereiding In het PFO Sociaal is in februari dit jaar afgesproken het uit 2007 daterende convenant Spreiding huisvesting en zorg bijzondere groepen in 2011 te evalueren ter voorbereiding van nieuwe afspraken over gespreide huisvesting en zorg bijzondere groepen in de Drechtsteden. De portefeuillehouder en de ambtelijk ondersteuner hebben evaluatiegesprekken gevoerd met wethouders van de Drechtsteden en twee directeuren van wooncorporaties. De directeuren van de wooncorporaties en het ambtelijk overleg Sociaal Drechtsteden hebben een reactie gegeven op de conceptnotitie. Advies AO Sociaal aan PFO Sociaal Het AO kan zich in meerderheid vinden in het vernieuwde en veel lichtere afsprakenkader. Papendrecht is tegen. In het AO worden vragen gesteld bij de effectiviteit van de nieuwe afspraken door het ontbreken van een beleidskader, geen regionale bevoegdheid en de wijze waarop een gefundeerde analyse in voorkomende gevallen tot stand komt.
pagina 2 van agendapunt: Spreiding huisvesting en zorg bijzondere groepen Naar aanleiding van de bespreking in het AO Sociaal is de notitie op enkele punten aangepast: de status van een afspraak op dit punt in het PFO Sociaal is verduidelijkt (advies aan gemeenten) en het ontbreken van een regionaal beleidskader is als kanttekening opgenomen. Relatie met andere (interne) beleidsterreinen/organisaties Het voorstel heeft zowel betrekking op het beleidsterrein maatschappelijke zorg (onderdeel WMO) als op het beleidsterrein wonen. Betrokken organisaties zijn zorginstellingen en wooncorporaties. Consequenties Personele en organisatorische consequenties Niet van toepassing. Juridische consequenties Niet van toepassing. Dit voorstel betreft geen bevoegdheid van het Drechtstedenbestuur. Financiële consequenties Niet van toepassing. Bureau Drechtsteden heeft in zeer incidentele gevallen een coördinerende functie. Er is geen sprake van substantiële taakverzwaring ten opzichte van de huidige situatie. Financiële toets door Rineke Dubbelman Niet van toepassing. Communicatie Tijdens de voorbereiding van dit voorstel hebben gesprekken plaatsgevonden met portefeuillehouders van Drechtsteden gemeenten, dhr. Oerlemans van Woonbron, dhr. De Gruijter van Woonkracht 10 en dhr. Beuckens en dhr. de Jonge van het bestuur Stichting Exodushuis. Na meningsvorming: Het nieuwe afsprakenkader (beslispunt 1) communiceren met: • betrokken ambtenaren en bestuurders binnen gemeenten • Bureau Drechtsteden • de wooncorporaties • de direct betrokken zorginstellingen Beslispunt 2 communiceren met Stichting Exodushuis en wooncorporaties. Verdere procedure Huisvesting bijzondere groepen is een lokale aangelegenheid. Er is sprake van afspraken tussen gemeenten. Het PFO Sociaal dient als afstemmingsoverleg. Indien het PFO bevestigt dat de regio aan de zoekvraag wil voldoen dan kan uitvoering van het afsprakenkader beginnen met opnieuw uitzetten van de zoekvraag voor een Exodushuis. In het PFO van 1 november 2 bestuurders van Stichting Exodus (dhr. De Jonge, secretaris en dhr. Beuckens, voorzitter) en Arthur Oerlemans van Woonbron uitnodigen voor verdere toelichting. Toelichting Zie korte voorgeschiedenis. Onderliggende stukken staan alleen op intranet 1. Notitie Evaluatie spreiding huisvesting en zorg bijzondere groepen 2. Interne notitie over Exodushuis, oktober 2009 3. Brochure Exodushuis
pagina 3 van agendapunt: Spreiding huisvesting en zorg bijzondere groepen
Samenvatting van de bijlagen c.q. bij dit voorstel behorend rapport In 2007 hebben gemeenten, zorgorganisaties en corporaties in de regio Drechtsteden afspraken gemaakt over de gedeelde verantwoordelijkheid voor huisvesting en zorg van bijzondere groepen. Deze afspraken zijn vastgelegd in het convenant Gespreide huisvesting en zorg bijzondere groepen Drechtsteden. Afgesproken is het convenant in 2011 te evalueren ter voorbereiding van nieuwe afspraken over gespreide huisvesting bijzondere groepen in de Drechtsteden. Bijgaande notitie bevat een weergave van deze evaluatie. Conclusie is dat de gemeenten en wooncorporaties geen behoefte meer hebben aan een dergelijk convenant. Er is behoefte aan enkele eenvoudige afspraken gebaseerd op de praktijk dat zorginstellingen en wooncorporaties meestal zelf of gezamenlijk tot een oplossing weten te komen. Alleen indien men na overleg met betrokken gemeenten niet tot een locatie kan komen voor een nieuwe of verhuizende voorziening dienen gemeenten gezamenlijk in regionaal verband af te stemmen via het PFO Sociaal. De notitie bevat een afsprakenkader voor de behandeling van toekomstige zoekvragen aan het collectief van Drechtstedengemeenten. Daarnaast is een voorstel opgenomen hoe om te gaan met een nog steeds actueel verzoek van de Stichting Exodushuis.
BIJLAGE
Notitie Evaluatie spreiding huisvesting en zorg bijzondere groepen
Opdrachtgever Portefeuillehouder Datum redactie
Bureau Drechtsteden Johan Lavooi 8 september 2011 J. Smits
1. Inleiding In 2007 hebben gemeenten, zorgorganisaties en corporaties in de regio Drechtsteden afspraken gemaakt over de gedeelde verantwoordelijkheid voor huisvesting en zorg van bijzondere groepen. Deze afspraken zijn vastgelegd in het convenant Gespreide huisvesting en zorg bijzondere groepen Drechtsteden. Het convenant had een looptijd tot 1 januari 2011. Afgesproken is het convenant in 2011 te evalueren ter voorbereiding van nieuwe afspraken over gespreide huisvesting bijzondere groepen in de Drechtsteden. Hoofddoelstelling van het convenant was een gedeelde verantwoordelijkheid binnen de Drechtsteden realiseren voor woon/zorgvoorzieningen voor bijzondere ((potentieel) overlastgevende) groepen. De vraag die nu voorligt is of het convenant voldoende heeft bijgedragen aan een evenwichtige spreiding en of het convenant daarvoor nog steeds het geëigende instrument is. 2. Afspraken in Convenant 2007 Conform het convenant worden zoekvragen waarbij geen voorkeursgemeente is aangegeven, voorgelegd aan het regionale Portefeuillehoudersoverleg Sociaal. Aan de hand van de convenantmethodiek kan het Pfo Sociaal een voorkeursgemeente bepalen, die de zoekopdracht voor een vestigingslocatie aanneemt. Samengevat luidt de methodiek voor het bepalen van een voorkeursgemeente als volgt: 1. De huidige woon-zorgvoorzieningen voor bijzondere groepen bij de verschillende gemeenten worden in beeld gebracht aan de hand van de registratie door het Meld- en Adviespunt gespreide huisvesting bijzondere groepen en uitgedrukt in het percentage bijzondere groepen ten opzichte van het totaal aantal inwoners van de betreffende gemeente. 2. De randvoorwaarden, beschreven in het programma van eisen voor de betreffende voorziening, voor het bepalen van een voorkeursgemeente worden vastgesteld. 3. Op basis van het huidige aanbod en het programma van eisen wordt een voorkeursgemeente bepaald. 3. Inventarisatie woon-zorgeenheden Drechtsteden in 2010 Begin 2010 is bij Bureau Drechtsteden voor intern gebruik een inventarisatie van woon-zorgeenheden in de Drechtsteden uitgevoerd. Uit de inventarisatie is gebleken dat er vele mutaties zijn op de locatiegegevens en capaciteit (aantal zorgplekken) en zoekvragen/plannen. Zo is door uitbreidingen van vestigingen en fusies van organisaties het aantal intramurale en extramurale voorzieningen toegenomen. Het convenant gaat uit van een evenwichtige spreiding van bijzondere groepen in de regio. De administratie van spreidingsgegevens en zoekvragen/plannen blijkt veel tijd te vergen, mede omdat begrippen en definities van bijzondere doelgroepen en soorten moeilijk te hanteren zijn en niet altijd duidelijk zijn. Tijdens de convenantperiode is de spreiding over de Drechtstedengemeenten enigszins verbeterd, zij het dat de verschillen nog steeds groot zijn. Het regionaal gemiddelde is bijna 1 % v.d. bevolking. Sliedrecht zit nu op 2,64% tegen 3,25 % in 2007. Ook Dordrecht zit nog boven het gemiddelde (van 1,15 naar 1,10%). De overige gemeenten zagen het percentage stijgen, maar zitten nog onder de 0,6%, met uitzondering van Zwijndrecht waar het is gedaald naar 0,27%. 4. Bevindingen uit gespreksronde portefeuillehouders Drechtstedengemeenten In het tweede kwartaal van dit jaar heeft Johan Lavooi, portefeuillehouder voor dit onderwerp binnen het Pfo sociaal Drechtsteden, gesprekken gevoerd met zijn collega-portefeuillehouders van de Drechtstedengemeenten. Tijdens deze gesprekken stonden de volgende gesprekken centraal: 1. Zijn voor uw gemeente op dit moment nog bestaande knelpunten aan te geven die op grond van het oude convenant opgelost moeten worden? 2. Welke mogelijkheden hebben de gemeenten om aan nieuwe verzoeken voor huisvesting en zorg bijzondere groepen te kunnen voldoen?
evaluatie convenant spreiding huisvesting en zorg bijzondere groepen
2
3. Welke behoeften of verzoeken van instellingen zijn er momenteel aan de orde binnen de gemeente m.b.t. realiseren van huisvesting en zorg bijzondere groepen? 4. Welke afspraken moeten worden gemaakt voor de komende jaren m.b.t. spreiding van huisvesting en zorg bijzondere groepen? De beantwoording van deze vragen kan als volgt worden samengevat: 1. Knelpunten uit het convenant Over het algemeen zijn de spreidingsopgaven die in 2007 in het convenant zijn opgenomen, gerealiseerd. Eén zoekvraag staat nog steeds open, nl. de vestiging van een Exodushuis voor exgedetineerden. In paragraaf 5 gaan we hier nader op in. Wat betreft de opgaven die ten tijde van de ondertekening van het convenant bestonden binnen de Drechtsteden, kan worden vastgesteld dat aan de doelstellingen van het convenant is voldaan. Of dit is gebeurd dankzij het convenant komt aan de orde in paragraaf 5. 2. Mogelijkheden binnen gemeenten In algemene zin zijn er bij alle gemeenten mogelijkheden voor eventuele nieuwe zoekvragen, zij het dat Alblasserdam aangeeft dat de mogelijkheden, zeker indien nieuwbouw nodig is, momenteel beperkt zijn. De overige gemeenten geven aan dat de vraag of de gemeente mogelijkheden heeft om aan een zoekvraag te voldoen, sterk afhankelijk is van de aard van de zoekvraag. 3. Actuele zoekvragen binnen gemeenten We beperken ons bij de beantwoording van deze vraag tot de zoekvragen die betrekking hebben op (potentieel) overlastgevende groepen. Voor de huisvesting van bijzondere groepen (bijv. verstandelijk gehandicapten) die geen overlast veroorzaken en over het algemeen geen bijzondere weerstand oproepen bij omwonenden, gaan wij er op basis van de gevoerde gesprekken van uit dat hiervoor geen regionaal instrument hoeft te worden gehanteerd. Naast de al gememoreerde zoekvraag m.b.t. het Exodushuis (zoekvraag in Zwijndrecht) is tussen de wethouders gesproken over het voornemen van Yulius om in H-I-Ambacht (Volgerlanden) een aantal klinische bedden te realiseren voor intensieve behandeling van patiënten (nu nog gevestigd aan het Kasperspad in Dordrecht). Deze voorziening wordt echter niet als potentieel overlastgevend aangemerkt. In Dordrecht bestaat het plan om 60 plaatsen van Boumanhuis voor verslaafden te realiseren. De aanvraag bij het Zorgkantoor komt vanuit de gemeente zelf. Voor de laatste 2 vragen zijn er geen knelpunten die in regionaal verband besproken zouden moeten worden. Resteert het verzoek van Stichting Exodushuis. Navraag heeft geleerd dat nog steeds een dringend beroep wordt gedaan op deze regio om een locatie te vinden voor een Exodushuis. 4. Nieuwe afspraken over spreiding huisvesting en zorg bijzondere groepen Unaniem wordt ervoor gekozen om het convenant in de huidige vorm niet te continueren. Er is behoefte aan eenvoudige afspraken waarbij geen ingewikkelde registraties nodig zijn. Wat betreft registratie kan bovendien de registratie van de wooncorporaties worden benut. De gemeenten willen niet meer bijhouden welke gemeenten meer of minder mensen uit de bijzondere groepen hebben gehuisvest om te bepalen welke gemeente aan de beurt is. Wel blijft er behoefte aan een spreidingsoverzicht als achtergrondinformatie. Er is behoefte aan een werkwijze waarbij we een zoekvraag regionaal benaderen: in de regio worden de mogelijkheden in kaart gebracht en bekeken welke locatie het meest passend zou zijn. Daarbij speelt de draagkracht van de omgeving en dus ook de reeds bestaande belasting met voorzieningen van bijzondere groepen ook een rol. Spreiding over de regio blijft een streven maar is niet altijd bepalend voor de uiteindelijke locatie. In principe zullen ‘Not in my backyard’ gevoelens overal een rol spelen. Dat is op zichzelf geen reden om een locatie af te wijzen. Wel moet het ‘gewicht’ van deze problematiek een rol spelen bij de benadering en de communicatie met de bewoners in de omgeving. Indien er meerdere locaties mogelijk zijn dient wel gekeken worden welke het meest gewenst is vanuit het oogpunt van spreiding. We hebben tijdens de verkennende gesprekken kunnen constateren dat instellingen in de regel hun zaken zelf weten te regelen waar nodig in samenwerking met wooncorporaties. De spreidingsgegevens uit het convenant spelen daarbij geen wezenlijke rol. De belangen voor de zorginstellingen zijn groot. Zij hebben ook de verantwoordelijkheid eventuele overlast zoveel mogelijk te beperken.
evaluatie convenant spreiding huisvesting en zorg bijzondere groepen
3
Indien men in een enkel geval toch vast loopt bij een zoekvraag wordt eerst een beroep gedaan op de gemeente en wanneer ook daarmee de zaak niet kan worden opgelost wordt de vraag opgeschaald naar de regio. Deze gang van zaken is prima. Aan de regio is het nu om goede afspraken te maken over hoe vervolgens de regio de vraag oppakt en naar een oplossing toe werkt. Wij stellen voor om dit soort kwesties altijd te bespreken in het Portefeuillehoudersoverleg sociaal. Daar wordt eerst de vraag beantwoord of de regio zich verantwoordelijk acht en zich wil inzetten om aan de zoekvraag te voldoen. Hierbij moet worden aangetekend dat de vraag niet kan worden getoetst aan een regionaal beleidskader. Een terecht zorgpunt dat naar voren werd gebracht bij bespreking van deze notitie in het AO sociaal op 8 september jl. Indien de eerste vraag positief wordt beantwoord wordt vervolgens de zoekvraag uitgezet in de hele regio. Bureau Drechtsteden is verantwoordelijk voor dit proces. Uiteraard worden de acties in dit verband afgestemd met de betrokken ambtenaren van de gemeenten. Vervolgens worden mogelijke opties en voorkeuren opnieuw besproken in het Portefeuillehoudersoverleg sociaal. Daar wordt een voorkeur uitgesproken op basis van een analyse van de voor- en nadelen van de verschillende opties hetgeen kan worden gezien van een advies van het Pfo Sociaal aan de gemeenten. De doelstelling van zoveel mogelijk spreiding staat in tegenstelling tot het oude convenant niet meer voorop. Wel kan spreiding een van de afwegingsfactoren zijn, met name indien een van de opties kan leiden tot teveel concentratie van potentieel overlastgevende voorzieningen in een bepaald gebied. En ook zoals eerder aangegeven indien er locaties in meerdere gemeenten mogelijk zijn. 5. Actueel knelpunt: het Exodushuis De zoekvraag voor vestiging van een Exodushuis heeft tot op heden geen resultaat opgeleverd. Het convenant had tot gevolg dat de zoekvraag bij de gemeente Zwijndrecht terecht kwam. Nadat het proces in Zwijndrecht geen resultaat had opgeleverd, omdat de opties die beschikbaar waren te duur bleken te zijn of anderszins niet haalbaar voor de Stichting Exodus liep het proces voorlopig vast omdat op grond van het convenant in Zwijndrecht een locatie gevonden moest worden. Vervolgens bleek de verkiezingstijd en collegevorming geen geschikte periode om de draad weer op te pakken. We kunnen stellen dat ook dit bezwaar inmiddels niet meer opgaat. De regio heeft nu een zekere verantwoordelijkheid naar de Stichting Exodus om de zoekvraag opnieuw uit te zetten. Bovendien hebben gemeenten de zorgplicht voor de maatschappelijke opvang van ex-gedetineerden en vormt een Exodushuis een nuttige aanvulling op de penitentiaire inrichting die in deze regio is gevestigd. Een goede nazorg voor ex-gedetineerden bevordert een succesvolle terugkeer van ex-gedetineerden in de samenleving en helpt om de recidive terug te dringen. Het draagt derhalve ook bij aan onze veiligheidsdoelstellingen. Een Exodushuis wordt gezien als een belangrijke voorziening in het kader van deze nazorg. We stellen voor om de zoekvraag nu opnieuw uit te zetten op basis van de voorgestelde nieuwe afspraken m.b.t. zoekvragen zoals beschreven bij de beantwoording van vraag 4. Indien daarbij alsnog een geschikte locatie in Zwijndrecht in beeld komt, zal dat de voorkeur hebben gezien het feit dat Zwijndrecht nog een inhaalslag te maken heeft. Indien er alleen buiten Zwijndrecht een geschikte locatie wordt gevonden, dient daarvoor gekozen worden vanuit het oogpunt van de regionale verantwoordelijkheid om een oplossing te bieden. 6. Beslispunten voor Portefeuillehoudersoverleg Sociaal 1. Vaststellen nieuw afsprakenkader voor spreiding huisvesting en zorg bijzondere groepen: a. Indien een zoekvraag voor huisvesting en zorg van een bijzondere (potentieel overlastgevende) groep niet door betrokken instellingen kan worden opgelost zonder interventie van een gemeente of van de regio en de betreffende gemeente niet zonder meer zelf aan de zoekvraag kan voldoen, dan wel de zoekvraag aan de regio wordt gesteld, wordt de vraag geagendeerd voor het Portefeuillehoudersoverleg Sociaal.
evaluatie convenant spreiding huisvesting en zorg bijzondere groepen
4
b. Het Portefeuillehoudersoverleg beantwoordt de vraag of deze regio zich wil inspannen om aan de zoekvraag te voldoen. c. Het Portefeuillehoudersoverleg zet de zoekvraag uit in de hele regio en spreekt op basis van een analyse van voor- en nadelen van verschillende mogelijke locaties af welke locatie de voorkeur verdient. Daarbij speelt de draagkracht van de omgeving en dus ook de reeds bestaande belasting met voorzieningen van bijzondere groepen een rol. De voorkeur kan worden gezien als een advies aan de gemeenten. d. Bureau Drechtsteden begeleidt het zoekproces waar nodig in samenwerking met wooncorporaties en stemt zonodig af met de betrokken gemeenten en de betrokken instelling. 2. Opnieuw bevestigen dat de regio Drechtsteden zich wil inspannen om een Exodushuis te realiseren binnen deze regio. Overeenkomstig de afspraak onder punt 1b. de zoekvraag voor een Exodushuis opnieuw uitzetten binnen de regio en de opties die daaruit voortkomen en haalbaar zijn voor de Stichting Exodus worden vervolgens voorgelegd aan het Portefeuillehoudersoverleg Sociaal.
evaluatie convenant spreiding huisvesting en zorg bijzondere groepen
5
De stichting Exodushuis Doel van de stichting is resocialisatie, reïntegratie in de samenleving en het zorgdragen voor zingeving van relaties van ex-gedetineerden of gedetineerden aan het eind van hun straftijd. Daarbij wordt er naar gestreefd dat ex-gedetineerden na hun detentie en resocialisatie weer kunnen beschikken over een eigen (legaal) inkomen, een eigen woonplek en een nieuwe `sociale omgeving’ om te vermijden dat betrokkenen - mede vanwege een geldgebrek – terugkeren in een vroegere criminele omgeving en vervallen in oud crimineel gedrag. Er bestaan in Nederland al een tiental Exodushuizen. Ieder huis wordt beheerd door een eigen stichting. Iedere stichting is lid van de landelijke vereniging Exodushuis. Deze vereniging ondersteunt de plaatselijke stichtingen. De Interkerkelijke Stichting tot bevordering van Nazorg aan (ex-) gedetineerden (ISNA) speelt een belangrijke rol binnen deze landelijke en plaatselijke stichtingen. De stichtingen hebben nauw contact met onderdelen van het justitieapparaat. De doelgroep De stichting streeft naar een vestiging waarin 14 ex-gedetineerden gehuisvest kunnen worden. Deze mensen wonen hier gemiddeld 10 maanden met een variatie van 3 tot 12 maanden. Het gaat om mensen die hun straf hebben uitgezeten en om mensen die nog hun straf uitzitten, maar dit mogen doen buiten de gevangenis. Deze laatsten mogen alleen met begeleiding het Exodushuis verlaten. De bewoners van een Exodushuis worden niet geselecteerd op het soort vergrijp waarvoor men is veroordeeld. Dit betekent dat de mogelijkheid bestaat dat hier ook mensen gehuisvest worden die een zedendelict hebben begaan. Het is echter weinig waarschijnlijk dat deze mensen een kiezen voor resocialisatie in een Exodushuis, omdat zij zelden geaccepteerd wordt de medebewoners. Dit geldt in nog sterke mate voor mensen die een zedendelict hebben begaan met minderjarigen. Desalniettemin kan niet worden uitgesloten dat zedendelinquenten in een Exodushuis komen wonen. - In het Exodushuis worden geen mensen gehuisvest waarvan bekend is dat ze ernstige psychische problemen hebben. Hiervoor is een aparte vestiging. - De bewoners moeten gemotiveerd zijn voor een herintegratie in de maatschappij. De opzet van de voorziening De bewoners krijgen een eigen kamer en zijn ervoor verantwoordelijk dat deze op orde blijft. Ook zijn ze medeverantwoordelijk voor het op orde houden van de gemeenschappelijk woonkamer, keuken, badkamers en toiletten. Er wordt gezamenlijk gekookt en er bestaat een corveesysteem. De bewoners betalen huur voor deze huisvesting In een Exodushuis is 24 uur per dag begeleiding aanwezig. De vestiging heeft één in- en uitgang zodat er controle is op wie komt en gaat en wie erop bezoek komt. De bewoners krijgen begeleiding op maat. Begeleiding vindt plaats door een team van 4 begeleiders onder leiding van een manager maar de bewoners hebben ook een eigen mentor. Naast de individuele begeleiding zijn er ook verplichte activiteiten in groepsverband. Bewoners moeten een dagactiviteit hebben van minimaal 26 uur per week in de vorm van betaald werk, stage of vrijwilligerswerk. Daarnaast is er een verplicht programma gedurende 4 avonden per week.
1
Drugs en overmatig alcoholgebruik zijn niet toegestaan. Hierop wordt via urinetesten controle uitgeoefend. Bij overtreding van de interne regels krijgen bewoners een gele kaart. Tien gele kaarten betekent verplicht vertrek uit de voorziening en voor degenen, die hun straf nog niet hebben uitgezeten, betekent dit dat men teruggeplaatst wordt in een gevangenis. Het programma voor een Exodushuis ziet er als volgt uit: - eigen kamers zijn voor 14 bewoners bij voorkeur met eigen wastafel en douche,(verblijf gedurende 3 tot 12 maanden) - een of twee gemeenschappelijke keukens, - een grotere ruimte voor gemeenschappelijke maaltijden en gezamenlijke activiteiten, - ruimte voor sporten recreatieactiviteien, - kamer voor slaapwacht, - kantoorruimte, - een eigen buitenruimte, - een centrale ingang i.v.m. toezicht, - nabijheid van het openbaar vervoer i.v.m. bereikbaarheid van werk- en stageplekken. Totaal vloeroppervlak: 500 tot 600m Omgeving: - openbaar niveau bereikbaar omdat bewoners niet over autovervoer beschikken. Financiering De Exodushuizen worden ten dele gefinancierd met middelen van justitie voor exgedetineerden die een deel van hun straf uitzitten in een Exodushuis. Verder komt er van justitie geld voor nazorg en reïntegratie van gedetineerden. Op termijn worden de gemeenten voor nazorg en reïntegratie verantwoordelijk. De financiering zal moeten plaats vinden via de WMO. Op moment dat besluitvorming aan de orde is over de vestiging van een Exodushuis zal hierover op dat moment actuele informatie gegeven worden. In oktober 2009 heeft het bestuur van de Stichting Exodushuis aangegeven dat een huurbedrag van 72.000 a 75.000 Euro per jaar opgebracht kan worden uit o.a. de vergoeding voor het huisvesten etc. van mensen die hun straf nog niet volledig hebben uitgezeten.
2
!!,%-+ !"#$%&(%&."#(/&"7#-*&82(7(.-0(*)(*&.""(*& -00)).&7)*&%*2-33).&*)&')%*2(A#).&(%5&B)2$/,-0& (.& 82(7(.-0(*)(*& .-& )).& /),-./).(%%*2-3& (%& ))2#)2& 2)/)0& #-.& $(*9".#)2(./5& !1 /)#)*(.))2#).& 4)'').& ,--=& %84$0#).<& /)).& ;"".2$(7*)<& /)).& ;)2=& ).& /)).& /)9".#& %"8(--0& .)*;)2=5& 6)*& 2(%(8"& "7& .-& #)*).*()& "+.()$;& (.& #)& 82(7(.-0(*)(*& *)& ')0-.#).& (%& #-.& /2""*5& !"#$%& ;(0& #)9)& ,(8()$9)& 8(2=)0& #""2'2)=).5& C)7"*(,))2#)&?)!1@/)#)*(.))2#).&=2(A/).& #--2"7& '(A& !"#$%& #)& =-.%& #)D.(*()3& $(*& #)& 82(7(.-0(*)(*& *)& %*-++).& ).& *)& ;)2=).& --.& )).& %$88)%,"00)& *)2$/=))2& (.& #)& %-7).0),(./5& E--2*")& =$..).& 9)& *)2)84*& (.& FF.& ,-.& *().& !"#$%4$(9).& "3& '(A& 4)*& !"#$%&,2(A;(00(/)2%.)*;)2=5 .%&+ G& !"#$%& (%& )).& .".1+2"D*& "2/-.(%-*()& #()& ')%*--*& $(*& !"#$%& >)#)20-.#<& )03& 0"=-0)& !"#$%4$(9).&).&)).&"7,-./2(A=& ,2(A;(00(/)2%.)*;)2=& G&E)& !"#$%4$(9).& #2-/).& 9"2/& ,""2& #)& "+,-./& ).& ')/)0)(#(./& ,-.& #)& ?)!1@ /)#)*(.))2#).& G&H$(7& IJKK& ,2(A;(00(/)2%& '()#).& %*)$.& ).&')/)0)(#(./&--.&/)#)*(.))2#).<&&)!1 /)#)*(.))2#).&).&4$.&3-7(0()0)#).5 &
X_[Zjf[hif[Yj_[\
!"#/)0"#)#$%&0+ L$88)%,"00)&*)2$/=))2&.--2)&%-7).0),(./& 0$=*& -00)).& -0%& #)& %-7).0),(./& 9)03& --.& #()& *)2$/=))2& '(A& ;(0& #2-/).5& M",).#().& ;"2#*& 4)*& ;)2=& ,-.& !"#$%& %0)84*%& /)#))0*)0(A=& ,)2/")#& #""2& 4)*& 7(.(%*)2()& ,-.& N$%*(*()5& E2--/,0-=& ,""2& 4)*& !"#$%;)2=& (.& #)& %-7).0),(./&(%--2"7&,-.&)%%).*())0&')0-./5& O"=&$&=$.*&'(A#2-/).&--.&4)*& !"#$%;)2=5& C2--/&,""29().&;(A&$&,-.&(.3"27-*()&-0%&$& ",)2;))/*&"7: G".-*)$2&"3&%+".%"2&*)&;"2#).P& G&,2(A;(00(/)2%;)2=&*)").P& G&)).&?)!1@/)#)*(.))2#)&*)&,)2;(A9).&.--2& !"#$%P& G&)).&;)2=)2,-2(./%+0)=&*)2&')%84(==(./&*)& %*)00).&--.&)).&)!1/)#)*(.))2#)P G().%*).&"3&/")#)2).&*)".)2).P G&"+&;)0=)&;(A9)-.&""=<&'(A&*)-/).&--.& #)&2)%"8(-0(%-*()&,-.&)!1/)#)*(.))2#).5& 1&&,#2&"&0+ E)& .()$;%'2()3& !"#$%& (.3"& ')2(84*& #2()& 7--0& +)2& A--2& ",)2& #)& ".*;(==)0(./).<& -8*(,(*)(*).& ).& -84*)2/2".#).& ,-.& !"#$%& ).& 4)*& !"#$%;)2=5& ).& -'"..)7).*& (%& /2-*(%5&Q""2&)).&-'"..)7).*<&"3&,""2&7))2& (.3"27-*()&=$.*&$&8".*-8*&7)*&".%&"+.)7).5& '(%$)*#3&$&,4!0$ R"2%%(./)0&S TUIT&VW&X)(#). B&KJI&SIY&IZ&SK<&[&KJI&SIY&IZ&YS &(.3"\)!"#$%5.0 ;;;5)!"#$%5.0&
!"#$!%&'('#)'#%*+,+
!"#$%&"#'(%$)*+# !"#$%& '()#*& "+,-./& ).& ')/)0)(#(./& --.& )!1/)#)*(.))2#).& ).& /)#)*(.))2#).& (.& #)& 0--*%*)& 3-%)& ,-.& 4$.& %*2-35& 6)*& ')/)0)(#(./%+2"/2-77-& 2(84*& 9(84& "+& ,()2& --.#-84*%/)'()#).:& ;".).<& ;)2=).<& 2)0-*()%& ).& 9(./),(./5& >-& )).& %$88)%,"00)& -32".#(./&,-.&4)*&+2"/2-77-&=))2*)&)!1 /)#)*(.))2#)&*)2$/&(.)&%-7).0),(./&"7& )).& .()$;)<& .()*182(7(.)0)& *")="7%*& *)& ')/(..).5&>--%*)9)&')/)0)(#(./&=$..).& ?)!1@/)#)*(.))2#).& ""=& %*)$.& ".*,-./).& ,-.&)).&7--*A)&$(*&4)*&,2(A;(00(/)2%.)*;)2=5&&
Besluitenlijst PFO Sociaal 4 oktober 2011 Spreiding huisvesting en zorg bijzondere groepen Ontwerp-besluit: 1. Vaststellen van het voorgestelde afsprakenkader in de bijgevoegde notitie (afsprakenkader tussen gemeenten). 2. Na toelichting in het PFO 1 november door de Stichting Exodushuis opnieuw bevestigen dat de regio Drechtsteden zich wil inzetten om een Exodushuis te realiseren binnen deze regio. De zoekvraag voor een Exodushuis conform dit afsprakenkader opnieuw uitzetten binnen de regio en de opties die daaruit voortkomen en haalbaar zijn voor de Stichting Exodus vervolgens voorleggen aan het Portefeuillehoudersoverleg Sociaal, dat vervolgens advies uitbrengt aan de gemeenten. Besluit: Vijf van de zes gemeenten nemen het voorstel aan. Papendrecht onderschrijft het voorstel niet. Opmerkingen: De heer Lavooi licht het voorstel kort toe. De portefeuillehouders van Alblasserdam, Dordrecht, H-I-Ambacht, Sliedrecht en Zwijndrecht kunnen zich vinden in de notitie, onderschrijven de gezamenlijke verantwoordelijkheid en geven aan zo snel mogelijk aan de slag te willen gaan met de spreiding van bijzondere doelgroepen. Het college van Papendrecht heeft moeite met de wens om Exodus te vestigen in Papendrecht. Mevrouw Reuwer weet niet welke locatie in Papendrecht volgens de corporaties geschikt is voor de vestiging van Exodus. Zij geeft aan dat alleen Papendrecht beslist of Exodus daar komt. De heer Lavooi bevestigt dat de gemeenten autonoom zijn in hun keuze. Hij stelt voor het afsprakenkader vast te stellen. Een volgende stap is het uitnodigen van Stichting Exodus in het volgende PFO ten behoeve van een toelichting. De heer Cardon stelt dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de eigen bewoners; hij stelt voor de cijfers over de herkomst van de patiënten bij Exodus op te vragen. De heer Kamsteeg adviseert het Papendrechtse gemeentebestuur in gesprek te gaan met Exodus en de corporaties erbij uit te nodigen. Mevrouw Reuwer zegt toe dat Papendrecht Stichting Exodus zal uitnodigen voor een serieus gesprek. De heer Koppenol zegt toe dat het resultaat van dit gesprek zal worden gemeld aan het PFO Sociaal.