OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
III
FMT 12.033a
Faculteit Natuur en Techniek
vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26 maart 2012. instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 24 april 2012. A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven: Artikel 32 Inschrijving voor cursussen 1 3A De student is zelf verantwoordelijk voor de inschrijving. 5A De student kan in hetzelfde studiejaar niet meer dan eenmaal voor dezelfde cursus ingeschreven staan. Artikel 34 Tentamenkansen 2A In de studiegids is geregeld of, en zo ja hoe, hoe vaak en wanneer en voor welke (onderdelen van) cursussen, inschrijving voor tentamens kan plaatsvinden. Binnen de faculteit Natuur en Techniek kan de student zich in hetzelfde studiejaar voor dezelfde cursus ten hoogste voor 3 tentamenmogelijkheden inschrijven. 3A Binnen de Faculteit Natuur en Techniek kan enkel een onvoldoende herkanst worden. Een student kan op grond van bijzondere omstandigheden een verzoek doen aan de examencommissie om een voldoende te mogen herkansen. Artikel 35 Legitimatieplicht bij tentamens 1A Binnen de Faculteit Natuur en Techniek is het tonen van een collegekaart verplicht voor deelname aan tentamens. Daarnaast dient de student zich ten aller tijde met een geldig legitimatiebewijs te kunnen legitimeren.
B. Nadere facultaire Regelgeving: De Faculteit Natuur en Techniek kent de volgende nadere regelgeving die een integraal onderdeel van de OER vormen: 1. FNT-Huisregels 2. Reglement Examencommissies HU 3. Gedragscode onderwijs in buitenlandse taal
1
Student kan door of vanwege de opleiding ingeschreven worden op cursussen, indien dit het geval is wordt dit opgenomen in de studiegids.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
C. Opleidingen van de Faculteit Natuur en Techniek De Faculteit Natuur en Techniek kent de volgende door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bekostigde bacheloropleidingen en AD-opleiding: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
B Bouwkunde B Bouwtechnische Bedrijfskunde B Civiele Techniek B Geodesie B Ruimtelijke Ordening en Planologie B Milieukunde B Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek B Chemie B Chemische Technologie B Elektrotechniek B AOT-Techniek B Industriële Automatisering B Werktuigbouwkunde B Technische Bedrijfskunde B Informatica B Technische Informatica B Bedrijfskundige Informatica AD Chemische Technologie
1.
B Bouwkunde
1.1. De kerngegevens van de opleiding Bouwkunde zijn de volgende: Naam opleiding: B Bouwkunde Engelse naam: B Architecture and Construction Engineering CROHO-nummer: 34263 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Bouwtechniek Bouwconstructies Bouwfysica Architectuur Bouwprojectmanagement Restauratie Bouwuitvoeringsmanagement Building Engineering (internationale klas) Varianten: Voltijd en duaal Graad: Bachelor of Built Environment Afkorting graad: BBE Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:Major (150 EC) en Minor (30 C). Excellentieprogramma: Honours Programme (30 EC) Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: Een projectdefinitie (haalbaarheidsstudie, programma van eisen) te ontwikkelen en te formuleren Alternatieven en varianten in de ontwerpfase op te stellen en te beoordelen
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
Projectinformatie, besteks- en indieningsgereed te maken De financiële gevolgen van ontwerpbeslissingen te berekenen Contractvorming te organiseren De uitvoering voor te bereiden De beheersaspecten tijdens de uitvoering te handhaven, bewaken en bij te sturen Projectgegevens te evalueren en terug te koppelen 1.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Bouwkunde kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 1.3. Vooropleidingseisen: 1.3.1. Voor de opleiding Bouwkunde (voltijd en duaal) gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of Natuur, Leven en Technologie Economie en Maatschappij met Wiskunde B en Natuurkunde VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij met Natuurkunde 1 Cultuur en Maatschappij met Wiskunde A1,2 en Natuurkunde 1 VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of Natuur, Leven en Technologie Economie en Maatschappij met Natuurkunde MBO: Niveau 4 1.3.2. Voor de opleiding Bouwkunde kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Natuurkunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 1.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 1.5. Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Bouwkunde zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 1.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Bouwkunde kent na de propedeutische fase de in lid 1.1 genoemde afstudeerrichtingen. Voor geen van de afstudeerrichtingen geldt vanwege de aard en inhoud een beperkte toegang.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
1.7. Studieadvies (art. 23) 1.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het eind van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Bouwkunde is 45 EC. 1.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 1.7.3. De voltijdopleiding Bouwkunde kent de volgende geoormerkte cursussen: Algemene vorming (TIGO-ABV1-12), èn Project TBWK-03P-12, òf Project TBWK-04P-12 1.7.4. De duale opleiding Bouwkunde kent de volgende geoormerkte cursussen, waarvan er voor het behalen van een positief studieadvies twee behaald dienen te worden: Bouwconstructies Bouwfysica en installaties Bouwtechniek en materialen 1.7.5. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Bouwkunde niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. 1.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Bouwkunde kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
2.
B Bouwtechnische Bedrijfskunde
2.1. De kerngegevens van de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde zijn de volgende: Naam opleiding: B Bouwtechnische Bedrijfskunde Engelse naam: B Construction Management CROHO-nummer: 34261 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Regie stedelijke vernieuwing Projectontwikkeling Projectmanagement Varianten: Voltijd en duaal (duaal in afbouw) Graad: Bachelor of Built Environment Afkorting graad: BBE Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:Major (150 EC) en Minor (30 C). Excellentieprogramma: Honours Programme (30 EC) Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding BTB zijn studenten in staat om: Een startnotitie te ontwikkelen waarbij een eenduidig doel is beschreven waaraan de betrokken partijen gaan werken en waarvan de mogelijke haalbaarheid wordt ingeschat. De haalbaarheid en risico’s te onderzoeken binnen operationele, financiële en wettelijke kaders. Een programma van eisen op te stellen met betrekking tot de procedurele, functionele, technische, financiële en prestatie-eisen. Een projectplan te maken dat voldoet aan de gestelde eisen en waarin de beheersaspecten tijd, geld, kwaliteit, informatie en organisatie zijn uitgewerkt. Het projectplan te handhaven, te bewaken en bij te sturen binnen de gestelde randvoorwaarden. De productresultaten van adviseurs uit diverse vakdisciplines aan de hand van criteria te beoordelen. In het bouwproductieproces met diverse actoren te onderhandelen en deze te contracteren. Hiertoe zijn uitgangspunten voor het contracteren geformuleerd en zijn criteria voor het selecteren van contractpartijen opgesteld. Een strategisch ondernemingsplan te ontwikkelen. Het geaccepteerd krijgen van een product of dienst door stakeholders (zoals financiers en de eigen organisatie staat hierbij voorop.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
Een constructieve bijdrage te leveren aan innovaties in de gebouwde omgeving op basis van een afgerond innovatieplan. 2.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 2.3. Vooropleidingseisen: 2.3.1. Voor de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde (voltijd) gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij Cultuur en Maatschappij met Wiskunde A1,2 en Natuurkunde 1 VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij MBO: Niveau 4 Voor de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde (duaal) is geen instroom mogelijk. 2.3.2. Voor de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands en Wiskunde en een keuze uit Natuurkunde of Economie met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 2.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 2.5. Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 2.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde kent na de propedeutische fase de in artikel 2.1 genoemde afstudeerrichtingen. Voor geen van de afstudeerrichtingen geldt vanwege de aard en inhoud een beperkte toegang.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
2.7. Studieadvies (art. 23) 2.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde is 45 EC. 2.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 2.7.3. De voltijdopleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde kent de volgende geoormerkte cursussen: Die allen gehaald moeten zijn om aan de norm te voldoen. Algemene vorming, èn Project Urban Management 1, òf Project Urban Management 2 2.7.4. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. 2.8. Compensatieregeling (art.28. lid 6) De opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde kent vanaf geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
3.
B Civiele Techniek
3.1. De kerngegevens van de opleiding Civiele Techniek zijn de volgende: Naam opleiding: B Civiele Techniek Engelse naam: B Civil Engineering CROHO-nummer: 34279 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Civiele Techniek Civil Engineering (internationale klas) Projectmanagement infra (in afbouw) Varianten: Voltijd en duaal Graad: Bachelor of Built Environment Afkorting graad: BBE Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:Major (150 EC) en Minor (30 C). Excellentieprogramma: Honours Programme (30 EC) Eindkwalificaties: Na afloop van de opleiding zijn studenten in staat om: Projecten te initiëren en te ontwerpen: de student kent en begrijpt de gangbare werkwijzen rondom het opstellen van een programma van eisen (PvE) en is in staat ontwerpen hierop te toetsen. De student kan op basis van een analyse van het PvE alternatieven en varianten opstellen, deze beoordelen en hier een keuze uit maken (synthese). Te detailleren, te berekenen en te tekenen: de student is in staat om binnen de ontwerp- en specificatiefase . De student kent en begrijpt daartoe de eigenschappen en mogelijkheden van de bouwmaterialen (met name beton, staal en hout), de gedragingen van de ondergrond (grondmechanica), van watermassa’s (vloeistofmechanica) en van grote constructies (constructieleer). De student kent en begrijpt de theorie rondom de diverse berekeningsmethoden en kan deze toepassen op complexe praktijksituaties. Ook is de student op de hoogte van de bouwtechnieken en in staat kwalitatief voldoende detailtekeningen te vervaardigen. De uitvoering van civieltechnische projecten te begeleiden: de student weet wat er bij de uitvoering nodig is en is in staat om een uitvoeringsplan op te stellen. Ook kan de student op een adequate wijze bouwplaatsmanagement en directie voeren. De zakelijke kant van een civieltechnisch project te regelen: de student kent de in de branche gebruikelijke methoden van projectmanagement. De student is in staat contractdocumenten op te stellen, een begroting en een planning te maken en een projectgebonden kwaliteitsbewaking te beschrijven.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
Het beheer en onderhoud van infrastructuur te realiseren: de student weet wat er komt kijken bij het beheer van een infrastructuur en is in staat de beheers- en onderhoudsfunctie voor de langere termijn vast te leggen in een plan. De handelingen detailleren, berekenen en tekenen (zoals ook bij 2 voorkomen) toe te passen op de waterbouwkunde: baggerwerken, dijkverbetering, sluizen en aquaducten. De handelingen detailleren, berekenen en tekenen (zoals ook bij 2 voorkomen) toe te passen op infrastructurele werken als wegen, spoorwegen, tunnels, viaducten, riolering en nutsvoorzieningen. De handelingen detailleren, berekenen en tekenen (zoals ook bij 2 voorkomen) toe te passen op de utiliteitsbouw: grote gebouwen als stations, kantoren en ziekenhuizen. 3.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Civiele Techniek kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 3.3. Vooropleidingseisen: 3.3.1. Voor de opleiding Civiele Techniek gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of Natuur, Leven en Technologie VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij met Natuurkunde 1 Cultuur en Maatschappij met Wiskunde A1,2 en Natuurkunde 1 VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of Natuur, Leven en Technologie Economie en Maatschappij met Natuurkunde 1 MBO: Niveau 4 3.3.2. Voor de opleiding Civiele Techniek kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Natuurkunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 3.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 3.5. Aanvullende eisen voor de beroepsuitoefening Voor de opleiding Civiele Techniek zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 3.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24):
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
De opleiding Civiele Techniek kent na de propedeutische fase de in artikel 3.1 genoemde afstudeerrichtingen. Voor geen van de afstudeerrichtingen geldt vanwege de aard en inhoud een beperkte toegang. 3.7. Studieadvies (art.23) 3.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Civiele Techniek is 45 EC. 3.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 3.7.3. De opleiding Civiele Techniek (voltijd) kent de volgende geoormerkte cursussen: Algemene vorming, èn Project: Binnen de bebouwde zone 1, òf Project: Binnen de bebouwde zone 2 3.7.4. De opleiding Civiele Techniek (duaal) kent de volgende geoormerkte cursussen, waarvan er twee behaald moeten zijn om aan de norm te voldoen: Geotechniek 1 Waterbouwkunde 1 Toegepaste Mechanica 1 3.7.5. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Civiele Techniek niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. 3.8. Compensatieregeling (art. 28lid 6) De opleiding Civiele Techniek kent vanaf geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
4.
B Geodesie
4.1. De kerngegevens van de opleiding Geodesie zijn de volgende: Naam opleiding: B Geodesie Engelse naam: B Geodesy/Geo-Informatics CROHO-nummer: 34272 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Varianten: Voltijd en duaal Graad: Bachelor of Built Environment Afkorting graad: BBE Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:Major (150 EC) en Minor (30 C). Excellentieprogramma: Honours Programme (30 EC) Eindkwalificaties: Na afloop van de opleiding zijn studenten in staat om: (Meet)gegevens in te winnen: de student kent en begrijpt de gangbare werkwijzen en natuurkundige principes van landmeetkundige, fotogrammetrische en hydrografische instrumenten. De student is in staat met landmeetkundige en GPS apparatuur metingen te verrichten en de ingewonnen gegevens te bewerken tot geometrische basisgegevens. De student kan de berekeningen uitvoeren die hiervoor nodig zijn. Daartoe behoren hoogte-, coördinaat- en GPS-basislijnberekeningen alsmede coördinaattransformaties. De student is in staat metingen te ontwerpen en daarbij de juiste methode te kiezen. Ook kan een student meetwerk van anderen analyseren en beoordelen. Geo-gegevens te beheren: de student is in staat om geo-gegevens op een verantwoorde manier op te slaan in een geo-informatie systeem en dit systeem te onderhouden. Daartoe kent en begrijpt de student de werking van dergelijke systemen, met speciale aandacht voor de opslagstructuur, de user-interface, de speciale bewerkingen en vooral de inbedding van een technisch systeem in een organisatie van professionals. De student is in staat om de gegevens te analyseren, te beoordelen en verbanden te leggen om daarmee tot betekenisvolle geo-informatie te komen. Geo-informatie te visualiseren: de student kent en begrijpt de belangrijkste principes van de kartografie, zoals kartografische grammatica, waarnemingspsychologie en grafische basisbeginselen. De student is in met deze kennis geo-informatie verantwoord te presenteren en door het analyseren van
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
toepassingen te komen tot een juiste methodekeuze. De student kent tevens nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de presentatie zoals dynamische 3D-visualisaties en kan deze toepassingen. Geo-informatie te ontsluiten: de student is in staat geo-informatie voor uiteenlopende toepassingen te organiseren. De student kent daartoe het brede domein van de gebouwde omgeving en begrijpt de manier van werken van andere beroepsbeoefenaars. De student kan geo-informatie analyseren, toegankelijk maken en op de markt brengen. Geo-informatie op kwaliteit te beoordelen: de student is in staat om de waarde van geo-objecten en – metingen te beoordelen op geometrische kwaliteit maar ook op andere aspecten zoals financiële, juridische, natuurkundige of maatschappelijke waarde. Hij begrijpt hiertoe de werking van de mathematische geodesie en kan deze kennis vertalen in weloverwogen uitspraken over de staat van bijvoorbeeld een object. Het adviseren bij ruimelijke ontwerpprocessen: de student is in staat om geo-informatie gebruik bij ruimtelijke beheer- en ontwerpprocessen te ondersteunen. Daartoe coördineert de student de betrokken op het gebied van de planvorming. Naast technische en praktische is de student ook communicatief vaardig om dit te kunnen bewerkstelligen. Geo-info organisaties te managen: de student is in staat leiding te geven aan organisaties en processen voor totstandkoming en gebruik van geo-informatie. De student kent en begrijpt daartoe de relevante delen van de bedrijfskunde en de gangbare methoden van projectmanagement en is in staat deze zinvol toe te passen. Geo-ICT toepassingen te ontwerpen: de student is in staat ICT-toepassingen voor geo-informatie systemen te ontwerpen en de bouw te begeleiden. De student heeft daartoe inzicht in programmeren, database ontwerp en methoden van systeemontwerp. 4.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Geodesie kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 4.3. Vooropleidingseisen: 4.3.1. Voor de opleiding Geodesie gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij Cultuur en Maatschappij met Wiskunde A1,2 VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij Cultuur en Maatschappij met Wiskunde A of B MBO: Niveau 4 4.3.2. Voor de opleiding Geodesie kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Natuurkunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 4.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 4.5. Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Geodesie zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 4.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Geodesie kent na de propedeutische fase geen nadere afstudeerrichtingen. 4.7. Studieadvies.(art. 23) 4.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Geodesie is 45 EC. 4.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 4.7.3. De opleiding Geodesie (voltijd) kent de volgende geoormerkte cursussen: Algemene vorming, èn Project TGEO-03PRJ-12, òf Project TGEO-04PRJ-12 4.7.4. De opleiding Geodesie (duaal) kent de volgende geoormerkte cursussen, waarvan er twee behaald moeten zijn om aan de norm te voldoen: Geo-Informatica 1 Inwinning Kartografie 4.7.5. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Geodesie niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. 4.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Geodesie kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
5.
B Ruimtelijke Ordening en Planologie
5.1. De kerngegevens van de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie zijn de volgende: Naam opleiding: B Ruimtelijke Ordening en Planologie Engelse naam: B Urban and Regional Planning CROHO-nummer: 34282 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Varianten: Voltijd Graad: Bachelor of Built Environment Afkorting graad: BBE Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:Major (150 EC) en Minor (30 C). Excellentieprogramma: Honours Programme (30 EC) Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om:
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
Beleid te vormen: Stelt een haalbaar (politiek, financieel, maatschappelijk) beleidsadvies op. Beleid te implementeren: Vertaalt vastgesteld (ruimtelijk) beleid in praktische uitvoerings- (deel)plannen. Realiseert deze deelplannen, in goed overleg met de betrokkenen, binnen de gestelde kaders. Adviseren: Adviseert passend, gezien de vraagstelling, de situatie, de omstandigheden en het kader. Een ruimtelijk ontwerp te maken: Maakt een ruimtelijk ontwerp / plan op basis van een Programma van Eisen dat kan dienen als basis voor besluitvorming. Een planologisch onderzoek uit te voeren: Verricht onderzoek en legt de resultaten, binnen de daarvoor gestelde tijdsbestek, vast in een valide onderzoeksrapport: Leiding te geven aan een projectteam (dit is niet zozeer een start als wel een doorgroei competentie). Geeft leiding aan een team op dusdanige wijze dat - binnen de gestelde randvoorwaarden en met het team - een projectresultaat wordt gerealiseerd. Financiële plannen te berekenen en te beheren: Berekent en presenteert financiële consequenties van ruimtelijke ingrepen inzichtelijk ten behoeve van de besluitvorming. Een multi-actorenproces te ontwerpen en te begeleiden: Werkt efficiënt en doelmatig samen met betrokkenen aan projecten en processen met een goed en duurzaam resultaat. Te communiceren met belanghebbenden: Beheerst diverse communicatietechnieken. Stelt een communicatieplan op waarbij sprake is van een doelgerichte toepassing van verschillende communicatiemiddelen Een plan juridisch te begeleiden: Vertaalt beleid naar een juridisch haalbaar plan, handelt bezwaar- en beroepsschriften af en adviseert ten aanzien van planschade en PPS constructies 5.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie kent een propedeutisch examen (art. 28). De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 5.3. Vooropleidingseisen: 5.3.1. Voor de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij Cultuur en Maatschappij met Wiskunde B1 en Natuurkunde 1 HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij Cultuur en Maatschappij met Wiskunde A1,2 en Natuurkunde 1 VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij MBO: Niveau 4 5.3.2. Voor de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands en Wiskunde en een keuze uit Natuurkunde of Economie met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 5.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 5.5. Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 5.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie geen nadere afstudeerrichtingen. 5.7. Studieadvies (art. 23) 5.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie is 45 EC. 5.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 5.7.3. De opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie kent de volgende geoormerkte cursussen: Algemene vorming,èn Project: Ruimtelijke ontwikkelingsvisie buurt, òf Project: Nota van randvoorwaarden voor beheer herstructurering inbreiding buurt 5.7.4. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. 5.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
6.
B Milieukunde
6.1. De kerngegevens van de opleiding Milieukunde zijn de volgende: Naam opleiding: B Milieukunde Engelse naam: B Environment CROHO-nummer: 34284 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Varianten: duaal Graad: Bachelor of Built Environment Afkorting graad: BBE Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:Major (150 EC) en Minor (30 C). Excellentieprogramma: Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om de volgende beroepscompenties te hanteren: Torenvalk-blik (inzoomen en uitzoomen): Het duidelijk kunnen maken aan opdrachtgevers van de relatie tussen de relevante domeinen (algemene milieuproblematiek, ruimtelijk beleid, natuurwaarden, leefbaarheid, duurzaamheid etc.) en concrete of potentiële milieuvraagstukken, en op basis daarvan
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
kunnen onderbouwen van de keuze voor de optimale ontwikkelingsrichting, of van het optimale beleidsalternatief voor milieu en duurzaamheid. Producten en processen: Het analyseren van milieu- en duurzaamheidaspecten van producten, productieketens en processen en het aangeven van wegen ter verbetering ten behoeve van opdrachtgevers en vergunningverlenende instanties. Gedrag en verspreiding van stoffen: De mechanismen en de effecten van de verspreiding van stoffen in het milieu kunnen verklaren voor beleidsmakers en uitvoerenden en het aangeven van bijpassende oplossingsrichtingen. Inventarisatie-, beheers- en hersteltechnieken: Het voorbereiden, begeleiden en interpreteren van onderzoeken naar verontreinigings- en verstoringssituaties en het aangeven van geëigende beheersmaatregelen of hersteltechnieken om aan de geldende normstellingen en streefwaarden (die mogelijk onderling conflicterend zijn, dan wel moeilijk realiseerbaar) te voldoen. Concrete oplossingen: Het uitwerken van oplossingsrichtingen tot concrete oplossingen die juridisch en politiek haalbaar zijn, ruimtelijk inpasbaar zijn en die binnen het beschikbare budget kunnen worden uitgevoerd. Hieronder vallen ook het maken van budgetvoorstellen en offertes en het begroten en bewaken van eigen inzet. Ethisch handelen: Het handhaven van algemeen aanvaarde ethische normen ten aanzien van natuur en milieu in activiteiten die met de functie verband houden. 6.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Milieukunde kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 6.3. Vooropleidingseisen: 6.3.1. Voor de duale opleiding Milieukunde gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar):: HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij met Scheikunde HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij met Scheikunde VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij met Scheikunde 1 VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij MBO: Niveau 4 6.3.2. Voor de opleiding Milieukunde kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands en Wiskunde en een keuze uit Scheikunde of Natuurkunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
6.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 6.5. Aanvullende eisen voor de beroepsuitoefening Voor de opleiding Milieukunde zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 6.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Milieukunde kent na de propedeutische fase geen nadere afstudeerrichtingen. 6.7. Studieadvies (art. 23) 6.7.1. De norm voor een postief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Milieukunde is 45 EC. 6.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 6.7.3. De opleiding Milieukunde kent de volgende geoormerkte cursussen, waarvan er twee behaald moeten zijn om aan de norm te voldoen: Verontreiniging en Gezondheid 2 van de vier portfoliocursussen. 6.7.4. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Milieukunde niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. 6.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Milieukunde kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
7.
B Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (Life Sciences)
7.1. De kerngegevens van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek zijn de volgende: Naam opleiding: B Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek Engelse naam: B Biology and Medical Laboratory Research CROHO-nummer: 34397 Aangeboden te: Utrecht Afstudeerrichting(en): Microbiology Biomolecular Research Zoology Loting: Nee Varianten: Voltijd, deeltijd en duaal Graad: Bachelor of Applied Science Afkorting graad: BAS Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase voltijd: 180 EC, bestaande uit: Major (150 EC) en Minor (30 EC) Hoofdfase deeltijd en duaal: 180 EC Excellentieprogramma: Honoursprogramme 30 EC Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: als onderzoeker/analist binnen het beroepsdomein Research & Development (R&D) onderzoek te verrichten in een biologisch/medisch werkveld met als doel de ontwikkeling van nieuwe of verbetering van bestaande producten, methoden of processen. in diagnostische laboratoria binnen het beroepsdomein Medisch Laboratoriumdiagnostiek (MLD) onderzoek te verrichten op materiaal van menselijke (of soms dierlijke) oorsprong als bijdrage aan het beantwoorden van klinische vraagstellingen d.m.v. het toepassen van natuurwetenschappelijke analysemethoden bij diagnostiek, behandeling en preventie van ziekten. zelfstandig of in (multidisciplinair) teamverband onderzoek uit te voeren dat bijdraagt aan de oplossing van een complex biologisch/medisch probleem en de gekozen onderzoeksstrategie te verantwoorden.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
een vraagstelling zelfstandig te vertalen naar een adequate proefopzet, het experiment systematisch uit te voeren op een efficiënte en dusdanige wijze dat aantoonbaar betrouwbare resultaten worden verkregen, rekening houdend met kwaliteitszorg, veiligheid, gezondheid, welzijn, milieu, duurzaamheid en ethiek. zelfstandig (wetenschappelijke) literatuur te selecteren en te verkrijgen, hierbij de betrouwbaarheid van de verschillende informatiebronnen correct in te schatten. de juiste (statistische) technieken toe te passen om onderzoeksresultaten te verwerken en/of valideren, de onderzoeksresultaten te interpreteren en zowel mondeling als schriftelijk te rapporteren volgende in het domein gangbare standaard, er conclusies aan te verbinden en vervolgvoorstellen te doen. binnen het domein gangbare beheersystemen of onderdelen daarvan te ontwikkelen, implementeren en/of onderhouden en eigen werkzaamheden in te passen in de op de werkplek gehanteerde beheerssystemen. binnen het beroepsdomein Commercie, Service en Dienstverlening (CSD) werkzaam te zijn als junior productspecialist, adviseur, trainer of verkoper van producten, systemen, diensten en apparatuur die een relatie hebben met biologische en/of medische principes of systemen. technische aspecten van biologische en/of medische producten en processen naar gebruikers vertalen en omgekeerd. te reflecteren op eigen handelen, daar conclusies aan te verbinden en actie op te ondernemen en op deze wijze zichzelf te sturen in functioneren en ontwikkeling. 7.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (Life Sciences) kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 7.3. Vooropleidingseisen: 7.3.1. Voor de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (voltijd, deeltijd en duaal) gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid MBO: Niveau 4 7.3.2. Voor de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Scheikunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
7.3.3.
FMT 12.033a
Studenten van de deeltijdopleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek dienen praktisch werkzaam te zijn in een medisch-biologische laboratoriumfunctie, of een andere passende functie te hebben in het relevante werkveld.
7.4. Vrijstellingen (art: 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 7.5. Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de afstudeerrichting Zoology van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek zijn bij ministeriële regeling specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop de opleiding voorbereidt. Deze eisen vloeien voort uit de Wet op de Dierproeven en de Europese richtlijn voor dierproeven. 7.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek kent na de propedeutische fase de in artikel 7.1 genoemde afstudeerrichtingen. Voor geen van de afstudeerrichtingen geldt vanwege de aard en inhoud een beperkte toegang. 7.7. Studieadvies 7.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek is 45 EC. 7.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 7.7.3. De opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek kent geen geoormerkte cursussen. 7.7.4. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. 7.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
8.
B Chemie
8.1. De kerngegevens van de opleiding Chemie zijn de volgende: Naam opleiding: B Chemie Engelse naam: B Chemistry CROHO-nummer: 34396 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Chemical Research and Development Analytical Science Varianten: Voltijd, deeltijd en duaal Graad: Bachelor of Applied Science Afkorting graad: BAS Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase voltijd: 180 EC bestaande uit: Major (150 EC) en Minor (30 EC) Hoofdfase deeltijd en duaal: 180 EC Excellentieprogramma: Honoursprogramme 30 EC Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: 1. zelfstandig of in teamverband onderzoek uit te voeren dat bijdraagt aan de oplossing van een chemisch probleem: de gekozen onderzoeksstrategie te verantwoorden voorstellen te doen over de te volgen strategie en uitvoering
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
2.
3. 4. 5. 6. 7.
FMT 12.033a
gebruik te maken van relevante criteria om de betrouwbaarheid van (literatuur)bronnen in te schatten zelfstandig een werkplan te ontwerpen en de daarin verwerkte randvoorwaarden te motiveren het werkplan effectief en efficiënt uit te voeren te functioneren als volwaardig lid in een team waarin ook medewerkers uit andere vakgebieden zitten (deel)resultaten logisch en overzichtelijk te combineren en in relatie tot de onderzoeksvraag conclusies te trekken een strategie voor vervolgonderzoek te formuleren over het onderzoek te rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaard met begeleiding, in een chemisch laboratorium experimenten op te zetten en deze zelfstandig en systematisch uit te voeren : een globaal beschreven procedure om te zetten naar een werkvoorschrift en meerdere methoden te combineren tot een proefopzet methoden en technieken te kiezen en te anticiperen op mogelijke experimentele problemen bij opzet en uitvoering van experimenten rekening te houden met mogelijkheden en beperkingen van de te gebruiken apparatuur de geschiktheid van een procedure te motiveren en deze zo nodig aan te passen aan de eigen (lab)omstandigheden een planning te maken voor een aantal experimenten, deze uit te voeren en binnen de gestelde tijd reproduceerbare resultaten te verkrijgen bij de proefopzet rekening te houden met milieu- en veiligheidsaspecten en hierover naar zijn omgeving te communiceren een statistische methode te kiezen om de betrouwbaarheid van de gevonden resultaten te verantwoorden methoden voor te stellen voor een vervolgexperiment nieuwe methoden /technieken te introduceren mede op basis van eigen expertise de uitvoering van zijn werkzaamheden in te passen in de op zijn werkplek gehanteerde beheerssystemen zich te verdiepen in problemen of wensen van klanten en/of gebruikers om op verzoek eigen kennis en vaardigheden door te geven aan medewerkers (door demonstreren en toelichten) assistentie en richting te geven aan medewerkers wanneer daar om wordt gevraagd op zijn eigen functioneren en ontwikkeling te reflecteren
8.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Chemie kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 8.3. Vooropleidingseisen: 8.3.1. Voor de opleiding Chemie (voltijd) gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid MBO:
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
Niveau 4 Voor de opleiding Chemie kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Scheikunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, danwel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 8.3.3. Voor toelating tot de hoofdfase van de deeltijdopleiding Chemie geldt dat de student dient te beschikken over een passende functie in het relevante werkveld. 8.3.2.
8.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 8.5. Aanvullende eisen voor de beroepsuitoefening Voor de opleiding Chemie zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop de opleiding voorbereidt. 8.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Chemie kent na de propedeutische fase de in artikel 8.1 genoemde afstudeerrichtingen. Voor geen van de afstudeerrichtingen geldt vanwege de aard en inhoud een beperkte toegang. 8.7. Studieadvies (art. 23) 8.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Chemie is 45 ECTS. 8.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 8.7.3. De opleiding Chemie kent geen geoormerkte cursussen. 8.7.4. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Chemie niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. Dit advies strekt zich tevens uit tot de opleiding Chemische Technologie, die de propedeuse met de opleiding Chemie deelt. 8.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Chemie kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
9.
B Chemische Technologie
9.1. De kerngegevens van de opleiding Chemische Technologie zijn de volgende: Naam opleiding: B Chemische Technologie Engelse naam: B Chemical Engineering CROHO-nummer: 34275 Aangeboden te: Utrecht, Velsen Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Varianten: Voltijd en duaal Graad: Bachelor of Applied Science Afkorting graad: BAS Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase voltijd: 180 EC, bestaande uit: Major (150 EC) en Minor (30EC) Hoofdfase deeltijd en duaal: 180 EC Excellentieprogramma: Honours Programme (30 EC)
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: 1. zelfstandig of in teamverband in een chemisch bedrijf of op een ingenieursbureau een onderzoek uit te voeren, dat bijdraagt aan de oplossing van een procestechnologisch probleem door een aangereikt probleem in concrete vraagstellingen te vertalen en een onderzoeksstrategie te kiezen. relevante bronnen selecteren en gebruiken om zich verder in de onderzoeksvraag te verdiepen; in overleg met opdrachtgever een aanpak voor uitvoering van het onderzoek ontwerpen, rekening houdend met veiligheid, kwaliteit, milieu, e.d.; het werkplan zonodig tussentijds aanpassen; resultaten samenvatten en interpreteren in relatie tot de opdracht; een voorstel tot vervolgstappen doen op basis van de resultaten; over het onderzoek rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaard. 2. in een chemisch laboratorium of proeffabriek experimenten op te zetten t.b.v. toegepast onderzoek en deze zelfstandig en systematisch uit te voeren op een zodanige wijze dat betrouwbare resultaten worden verkregen, ook in spoedeisende situaties of onder grote druk. beschikbare methoden en voorschriften op geschiktheid beoordelen en experimentele problemen oplossen (trouble-shooting); beschikbare apparatuur op geschiktheid beoordelen en zonodig instellingen aanpassen; op grond van theoretische overwegingen een voorschrift aanpassen; milieu- en veiligheidsaspecten van een voorschrift beoordelen; betrouwbaarheid van een resultaat beoordelen en verantwoorden op basis van statistische overwegingen; methoden voorstellen voor vervolgexperimenten; binnen gegeven tijd informatie zoeken en verwerken om nieuwe methoden toe te passen. 9.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Chemische Technologie kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 9.3. Vooropleidingseisen: 9.3.1. Voor de opleiding Chemische Technologie gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij met Natuurkunde 1 Cultuur en Maatschappij met Wiskunde A 1,2 en Natuurkunde 1 VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid MBO: Niveau 4 9.3.2. Voor de opleiding Chemische Technologie kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Scheikunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, danwel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 9.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 9.5. Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Chemische Technologie zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop de opleiding voorbereidt. 9.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Chemische Technologie kent na de propedeutische fase geen nadere afstudeerrichtingen. 9.7. Studieadvies (art. 23) 9.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Chemische Technologie is 45 ECTS. 9.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 9.7.3. De opleiding Chemische Technologie kent geen geoormerkte cursussen: 9.7.4. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Chemische Technologie niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. Dit advies strekt zich tevens tot uit tot de opleiding Chemie, die de propedeuse met de opleiding Chemische Technologie deelt. 9.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Chemische Technologie kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
10. B Elektrotechniek 10.1. De kerngegevens van de opleiding Elektrotechniek zijn de volgende: Naam opleiding: B Elektrotechniek Engelse naam: B Electrical and Electronic Engineering CROHO-nummer: 34267 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Electronic Engineering and Design Mediatechnologie Security Tecnology Varianten: Voltijd, duaal Graad: Bachelor of Engineering Afkorting graad: B Eng Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:Major (150 EC) en Minor (30 EC). Excellentieprogramma: Honours Programme (30 EC) Eindkwalificaties: Security Technology: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: Vaktermen en vaktaal uit de wereld van de Security te begrijpen en te gebruiken. Een systeem te ontwerpen en dimensioneren voor de bewaking van objecten of personen in nauwe samenwerking met de klant en gebruiker en naaste de technische aspecten ook oog te hebben voor de veiligheidsbeleving.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
Een systeem te ontwerpen waarin data en informatie veilig kunnen worden opgeslagen en getransporteerd. Een brugfunctie te vervullen tussen de technische ontwikkelaars en de klanten uit de security-wereld. Rekening te houden met wettelijke en ethische aspecten bij het ontwerpen van een technische oplossing in de security-wereld. Service te verlenen aan security-systemen, deze te beoordelen en eventuele verbeteringen voor te stellen. Binnen een multidisciplinair team te functioneren en daarin de rol van startende projectleider of adviseur te vervullen. Ook de niet-technische aspecten zoals organisatie, bedrijfsvoering en kosten mee te nemen bij het ontwerp van een installatie of systeem. Een analyse te van een technisch beveiligingsvraagstuk en dat te ontwikkelen tot een programma van eisen, een projectplan op te stellen en te ontwerpen. Een product samen te stellen en. Tevens zijn zij in staat de voortgang van dit proces te bewaken en het proces te optimaliseren. Electronic Engineering & Design: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: Vaktermen en vaktaal te begrijpen en te gebruiken. Berekeningen uit te voeren aan samenstellingen van elektronische componenten. Passende analoge en digitale componenten te kiezen en in te zetten. Een systeem met een embedded computer te ontwerpen, zowel in hardware als in software, met onder andere gebruik van VHDL en C. Een systeem te ontwerpen en dimensioneren voor signaalbewerking of voor transmissie- of communicatiedoeleinden. Een programma van eisen op te stellen, een projectplan op te stellen en te ontwerpen Een product samen te stellen en te documenteren voor verdere introductie. Tevens de voortgang van te bewaken en het proces te optimaliseren. Service te verlenen aan het opgeleverde product en eventuele verbeteringen voor te stellen Binnen een multidisciplinair team te functioneren met enige ervaring in de rol van projectleider. Op organisatorische vlak relaties te onderhouden, businesspartners te kiezen en markttrends te onderkennen. Mediatechnologie: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: Mediatechnische middelen te ontwerpen, plannen en uitvoeren door middel van hun kennis van hardware, software, communicatie en ontwerptechnieken op het gebied van crossmedia technologie, webtechnologie, games, broadcasting en interactieve media producten. In verschillende sectoren de techniek, interactie en/of vorm van mediatoepassingen te ontwerpen Binnen de context van de mediatechnologie, technische (management) functies te vervullen De technische middelen en systemen van zowel de hardware-technische als de software-technische aspecten te overzien Aandacht te geven aan vormgevingsaspecten, zowel aan de vormgeving van het product als aan de vormgeving van de bedieningsinteractie Als intermediair en planner te fungeren tussen ontwerpers, gebruikers en andere betrokkenen Nieuwe mediatechnische middelen te ontwerpen en te realiseren door middel van vaardigheden, kennis en attitude op het gebied van technologie, vormgeving, interactie en procesbeheersing In de beroepspraktijk zich ook buiten het mediatechnologiedomein te begeven daar de studenten ook zijn opgeleid in de aandachtsgebieden: marketing, bedrijfsorganisatie, projectmanagement en ethiek 10.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Elektrotechniek kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
10.3. Vooropleidingseisen: 10.3.1. Voor de opleiding Elektrotechniek (voltijd) gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of Natuur, Leven en Technologie VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij met Natuurkunde 1 Gedrag en Maatschappij met Wiskunde A 1,2 en Natuurkunde 1 VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of Natuur, Leven en Technologie Economie en Maatschappij met Natuurkunde MBO: Niveau 4 Voor de duale opleiding Elektrotechniek is voor het studiejaar 2012-2013 geen instroom mogelijk. 10.3.2. Voor de opleiding Elektrotechniek kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Natuurkunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, danwel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 10.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 10.5. Aanvullende eisen voor de beroepsuitoefening Voor de opleiding Elektrotechniek zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 10.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Elektrotechniek kent na de propedeutische fase de in artikel 10.1 genoemde afstudeerrichtingen. 10.7. Studieadvies (art. 23) 10.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de profielen van de opleiding Elektrotechniek is 45 EC. . 10.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 10.7.3. De opleiding Elektrotechniek kent de volgende geoormerkte cursus die behaald moet zijn om aan de norm voldoen: Studieloopbaanbegeleiding 10.7.4. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Elektrotechniek niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
10.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Elektrotechniek kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
11. B AOT-Techniek (in afbouw) 11.1. De kerngegevens van de opleiding AOT-Techniek zijn de volgende: Naam opleiding: B AOT-Techniek Engelse naam: B Operation Technology Engineering CROHO-nummer: 34386 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Algemene Operationele Technologie (in afbouw) Hogere Installatietechniek Elektrotechnische Installatie Techniek Hogere Energietechniek Integrated Building and Engineering Varianten: Voltijd, duaal Graad: Bachelor of Engineering Afkorting graad: B Eng Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC,bestaande uit Major (150 EC) en Minor (30 EC) Excellentieprogramma: Honours Programme(30 EC) Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: een probleem of klantwens te analyseren en te vertalen in functionele en technische specificaties van een te realiseren product, proces of advies. een (creatieve) technische oplossing te ontwerpen of advies op te stellen en bij het ontwerp en onderzoeksproces de juiste methoden en technieken toe te passen. in het ontwerp- en onderzoeksproces kennis van componenten en wetten en regels binnen zijn vakgebied te vergaren, aan te tonen, toe te passen en up-to-date te houden. op diverse manieren effectief te communiceren en afspraken te maken met verschillende geledingen en in verschillende situaties binnen het vakgebied of direct aanpalende vakgebieden. te reflecteren op het eigen gedrag en feedback te geven en te ontvangen een project te managen (verwerven, plannen, organiseren, sturen, uitvoeren en financieel te beheren). Aanvullend voor Algemene Operationele Technologie een beheers- en onderhoudsplan binnen de gebouwde omgeving of de procestechniek op te stellen. kennis van de interactie tussen verschillende typen installaties aan te tonen en verschillende installaties aan elkaar te koppelen. een waterbehandelingsinstallatie op hoofdlijnen te ontwerpen, op tekening te zetten en de bouw van de installatie te plannen en te begeleiden tot de oplevering. een bestaande procesinstallatie te beschrijven en een regeling voor delen ervan te ontwerpen. Aanvullend voor Hogere Installatietechniek: een werktuigkundige gebouw gebonden installatie te ontwerpen bestaande uit componenten en systemen, zoals verwarming, koeling, ventilatie, klimaatregeling en toe- en afvoer van water. de principes van duurzaam bouwen toe te passen binnen zijn werkzaamheden. de voor zijn werk relevante regels en normeringen toe te passen binnen zijn werkzaamheden. gebouwgebonden klimaatinstallaties zowel mechanisch als elektrotechnisch te ontwerpen en opdracht te geven voor de automatisering daarvan. Aanvullend voor Elektrotechnische Installatietechniek: een automatiseringsprobleem binnen de elektrotechnische installatietechniek om te zetten in een software/hardwaremodel en hiervan een werkend systeem op te leveren.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
kennis van de interactie tussen verschillende typen installaties aan te tonen en verschillende installaties aan elkaar te koppelen. een elektrotechnische installatie voor zwakstroom, laag- midden- of hoogspanning te ontwerpen, op tekening te zetten en de bouw van de installatie te plannen en te begeleiden tot de oplevering. voor een werktuigkundige installatie een elektrische aansturing te ontwerpen, te verbeteren en te implementeren of een zelfstandige elektrotechnische installatie te analyseren en te verbeteren. Aanvullend voor Hogere Energietechniek: belangrijke begrippen, methoden en technieken voor onderzoek naar energie systemen toe te passen gedetailleerde theoretische kennis van de werking van diverse apparaten en installaties voor de opwekking en omzetting van energie toepassen in het ontwerp van een energiesysteem en is bekwaam in het bedrijven en toepassen van deze werktuigen en kan de werking van de werktuigen analyseren op grond van metingen. specifieke kennis over duurzame energietechnologieën, energieopslag- en transport systemen toe te passen in toegepast onderzoek Integrated Building and Design: Na afronding van de opleiding zijn de studenten in staat om: Vaktermen en vaktaal in de bouw- en installatietechniek te begrijpen en te gebruiken. Software tools in een multidisciplinaire omgeving kunnen inzetten ter ondersteuning van de uitwerking van een gebouwontwerp in een BIM-model. ( BIM= Building Information Modeling ) Generieke kennis van ontwerpprocessen in de bouw- en installatietechniek , kennis en ervaring over het modelleren van deze ontwerpprocessen gericht op integraal bouwen, kunnen toepassen. ( complexe ) vraagstukken uit de beroepspraktijk kunnen vertalen naar modellen,systemen en processen vanuit een perspectief van duurzaamheid, kwaliteitsbewust zijn en waar nodig vanuit een internationale oriëntatie. Opdrachtgever- en gebruikers wensen door middel van functioneel specificeren kunnen vertalen naar functioneel en technisch pakket van eisen ( PVE) In overleg met inhoudsspecialisten een PVE kunnen uitwerken naar een duurzaam installatietechnisch ontwerp , en deze kunnen modelleren in een gebouw informatie model. In overleg met inhoudsspecialisten een PVE kunnen uitwerken naar een duurzaam bouwkundig ontwerp , en deze kunnen modelleren in een gebouw informatie model. Binnen een multidisciplinair team te functioneren en zonodig de rol van projectleider op zich te nemen. Resultaat gericht, zelfstandig en efficiënt de eigen werkzaamheden te plannen en proactief te handelen en met een vermogen tot reflectie op het eigen gedrag. De resultaten van hun werkzaamheden professioneel te rapporteren en te presenteren. 11.2. Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding AOT-Techniek kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 11.3. Vooropleidingseisen: Voor de opleiding AOT-Techniek geen nieuwe instroom meer mogelijk. 11.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 11.5. Aanvullende eisen beroepsuitoefening Voor de opleiding AOT-Techniek zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 11.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding AOT-Techniek kent na de propedeutische fase de in artikel 11.1 genoemde afstudeerrichtingen. Er is geen beperking tot deze afstudeerrichtingen na de propedeuse behorend bij AOT-Techniek.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
11.7. Studieadvies (art. 23) 11.7.1. De opleiding AOT-Techniek heeft in 2012-2013 geen eerstejaars studenten meer, derhalve zal geen eerstejaars studieadvies worden uitgebracht. 11.7.2. Voor studenten met een opgeschort studieadvies kent de opleiding AOT-Techniek geen geoormerkte cursussen: 11.7.3. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding AOT-Techniek niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. Een bindend negatief studieadvies voor de opleiding AOTTechniek strekt zich tevens uit tot de opleidingen Industriële Automatisering en Werktuigbouwkunde, vanwege het feit dat deze opleidingen de propedeuse delen. 11.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding AOT-Techniek kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
12. B Industriële Automatisering 12.1. De kerngegevens van de opleiding Industriële Automatisering zijn de volgende: Naam opleiding: B Industriële Automatisering Engelse naam: B Industrial Automation CROHO-nummer: 34216 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Varianten: Voltijd Graad: Bachelor of Engineering Afkorting graad: B Eng Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC, bestaande uit Major (150 EC) en Minor (30 EC) Excellentieprogramma: Honours Programme (30 EC) Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: een probleem of klantwens te analyseren en te vertalen in functionele en technische specificaties van een te realiseren product, proces of advies. een (creatieve) technische oplossing te ontwerpen of advies op te stellen en bij het ontwerp en onderzoeksproces de juiste methoden en technieken toe te passen. een industriële besturing te ontwerpen van een machine of proces bestaande uit componenten en systemen zoals bv een plc, vermogenscomponenten, meetinstrumenten, regelaars en ict componenten. een industriële grafische front-end te ontwerpen van een machine of proces. op diverse manieren effectief te communiceren en afspraken te maken met verschillende diciplines en in verschillende situaties binnen het vakgebied of direct aanpalende vakgebieden. te reflecteren op het eigen gedrag en feedback te geven en te ontvangen een project te managen (plannen, organiseren, sturen, uitvoeren en financieel te beheren). de voor zijn werk relevante regels en normeringen toe te passen binnen zijn werkzaamheden. in het ontwerp- en onderzoeksproces kennis van componenten en wetten en regels binnen zijn vakgebied te vergaren, aan te tonen, toe te passen en up-to-date te houden.
12.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Industriële Automatisering kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 12.3. Vooropleidingseisen:
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
12.3.1. Voor de opleiding Industriële Automatisering gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of Natuur, Leven en Technologie Economie en Maatschappij met Natuurkunde VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij met Natuurkunde 1 Cultuur en Maatschappij met Wiskunde A 1,2 en Natuurkunde 1 VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij MBO: Niveau 4 12.3.2. Voor de opleiding Industriële Automatisering kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Natuurkunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, danwel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 12.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 12.5. Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Industriële Automatisering zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 12.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24) De opleiding Industriële Automatisering kent na de propedeutische fase geen nadere afstudeerrichtingen. 12.7. Studieadvies (art. 23) 12.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Werktuigbouwkunde is 45 ECTS. 12.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 12.7.3. De opleiding Werktuigbouwkunde kent geen geoormerkte cursussen. 12.7.4. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Industriële Automatisering niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. Een bindend negatief studieadvies voor de opleiding Industriële Automatisering strekt zich tevens uit tot de opleidingen AOT-Techniek en Werktuigbouwkunde, vanwege het feit dat deze opleidingen de propedeuse delen. 12.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Industriële Automatisering kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
13. B Werktuigbouwkunde 13.1. De kerngegevens van de opleiding Werktuigbouwkunde zijn de volgende: Naam opleiding: B Werktuigbouwkunde Engelse naam: B Mechanical Engineering CROHO-nummer: 34280 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Integrated Product Development Product Design & Engineering Werktuigbouwkunde Varianten: Voltijd en duaal Graad: Bachelor of Engineering Afkorting graad: B Eng Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:Major (150 EC) en Minor (30 EC). Excellentieprogramma: Honours Programme (30 EC) Eindkwalificaties: Integrated Product Development: Na afronding van de opleiding Werktuigbouwkunde met deze afstudeerrichting zijn de studenten in staat om: Te bepalen aan welke eisen een product moet voldoen. Eisen aan een product toe te kennen in volgorde van prioriteit en dit onderbouwd met argumenten naar de klant te communiceren. Mee te werken aan het bedrijfsbeleid ten aanzien van de producten om meer winst te genereren. Technisch inzicht en kennis van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van werktuigbouwkunde te tonen. Technieken toe te passen om nieuwe ideeën te ontwikkelen en gefundeerde beslissingen te kunnen nemen. Ideeën, keuzes en mogelijkheden op passende wijze te verdedigen en te onderbouwen met behulp van diagrammen en blauwdrukken. Producten te ontwerpen met behulp van CAD (Computer Aided Design). Geometrische productdetails te documenteren en te beheren met behulp van een Programming Development Manager. Van de meest relevante analysemethoden gebruik te maken. Ontwerpprocessen te structureren en te beheren. Product Design & Engineering en Werktuigbouwkunde: Na afronding van de opleiding Werktuigbouwkunde met deze afstudeerrichtingen zijn de studenten in staat om: Te bepalen aan welke eisen een product moet voldoen. Eisen aan een product toe te kennen in volgorde van prioriteit en dit onderbouwd met argumenten naar de klant te communiceren. Beleid te ontwikkelen op het gebied van productontwikkeling (in samenwerking met marketing experts en beleidsmakers) Technisch inzicht en nieuwste kennis op het gebied van werktuignbouwkunde te tonen. Technieken toe te passen om nieuwe ideeën te ontwikkelen en gefundeerde beslissingen te kunnen nemen. Ideeën, keuzes en mogelijkheden op passende wijze te verdedigen en te onderbouwen met behulp van diagrammen en blauwdrukken. Producten te ontwerpen met behulp van CAD (Computer Aided Design). Geometrische productdetails te documenteren en te beheren met behulp van een Programming Development Manager.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
Van de meest relevante analysemethoden gebruik te maken. Ontwerpprocessen te structureren en te beheren. 13.2. Propedeutisch examen(art. 28lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Werktuigbouwkunde kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 13.3. Vooropleidingseisen: 13.3.1. Voor de opleiding Werktuigbouwkunde (voltijd) gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of Natuur, Leven en Technologie VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij met Natuurkunde 1 Cultuur en Maatschappij met Wiskunde A 1,2 en Natuurkunde 1 VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid met Natuurkunde of Natuur, Leven en Technologie Economie en Maatschappij met Natuurkunde MBO: Niveau 4 Voor de duale opleiding Werktuigbouwkunde is in 2012-2013 geen instroom mogelijk. 13.3.2. Voor de opleiding Werktuigbouwkunde kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Natuurkunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 13.4. Vrijstellingen (art.40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 13.5. Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Werktuigbouwkunde zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 13.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Werktuigbouwkunde kent na de propedeutische fase de in artikel 13.1 genoemde afstudeerrichtingen. Er geldt geen beperking voor de toelating tot de afstudeerrichtingen na de propedeuse van Werktuigbouwkunde. 13.7. Studieadvies (art. 23)
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
13.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Werktuigbouwkunde is 45 ECTS. 13.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 13.7.3. De opleiding Werktuigbouwkunde kent geen geoormerkte cursussen: 13.7.4. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Werktuigbouwkunde niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. Een bindend negatief studieadvies voor de voltijdopleiding Werktuigbouwkunde strekt zich tevens uit tot de opleidingen Industriële Automatisering en AOTTechniek, vanwege het feit dat deze opleidingen de propedeuse delen. 13.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Werktuigbouwkunde kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
14. B Technische Bedrijfskunde 14.1. De kerngegevens van de opleiding Technische Bedrijfskunde zijn de volgende: Naam opleiding: B Technische Bedrijfskunde Engelse naam: B Industrial Engineering and Management CROHO-nummer: 34421 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Varianten: Voltijd en deeltijd Graad: Bachelor of Engineering Afkorting graad: B Eng Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC bestaande uit:Major (150 EC) en Minor (30 C). Excellentieprogramma: Honours Programme (30 EC) Eindkwalificaties: De bachelor Technische Bedrijfskunde van de Hogeschool Utrecht is opgeleid om innovatieve bedrijfsprocessen te ontwerpen en te initiëren als mede de daaraan gerelateerde veranderingen te begeleiden. Procesverbetering is het voornaamste onderdeel van de opleiding en de afgestudeerde weet hoe hij modellen, technieken en interventies kan inzetten om analyses te maken, diagnoses te stellen (her)ontwerpen te ontwikkelen en deze in de bedrijfsprocessen te implementeren. De bachelor combineert analytische vaardigheden (een systematische aanpak om tot de oplossing van een probleem te komen) met creativiteit en kennis van veranderingsprocessen. De bachelor wordt gekenmerkt door zijn vermogen om de verschillende invalshoeken van de disciplines binnen een organisatie te combineren. De studenten zijn opgeleid om opdrachten op de volgende gebieden uit te voeren: Uitmuntende prestaties van operationele processen (Operational Excellence): analyseren, kwantificeren en verbeteren van processen op het gebied van efficiency. Klantenpartnerschap (Customer Intimacy): het verbeteren van processen gericht op de klant. Productleiderschap (Product Leadership): het creëren van innovatieve producten en processen. Samenwerkende bedrijven (Extended Enterprises): waarde creëren door samenwerking binnen de distributieketen. Technische processen: begrijpen van en kunnen communiceren over technische zaken. Studenten met een bachelor degree zijn in staat om: een professioneel product te produceren, passend bij een specifieke opdracht met als onderdelen: een startnotitie, een analyse, een diagnose van de bedrijfsprocessen, een herontwerp, een business case en een implementatieplan. processen te organiseren ten einde resultaten te genereren. informatie te vinden en te gebruiken die nodig is voor het herontwerp en de interventies, waarbij de bachelor aantoont dat hij weet hoe met nieuwe situaties om te gaan. medewerkers te mobiliseren en een impact te creëren binnen de organisatie waar zij voor werken.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
De bedrijfssituaties waar de bachelors voor getraind zijn, zijn gericht op: De Business- to-Business sector. Technische bedrijven of technische processen, met name bedrijven gespecialiseerd in technisch onderhoud. Aan het einde van de studie begrijpt de student de rol van (junior) consultant of projectleider en kan deze uitvoeren, of, indien hij de part-time opleiding heeft gevolgd, de rol van manager. 14.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Technische Bedrijfskunde kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 14.3. Vooropleidingseisen: 14.3.1. Voor de opleiding Technische Bedrijfskunde (voltijd en deeltijd) gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij Cultuur en Maatschappij met Wiskunde A 1,2 en Natuurkunde 1 VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij MBO: Niveau 4 14.3.2. Voor de opleiding Technische Bedrijfskunde kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Engels en Management & Organisatie met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, danwel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 14.3.3. Voor de deeltijdopleiding Technische Bedrijfskunde geldt dat de student een passende functie in het relevante werkveld dient te hebben. 14.4. Vrijstellingen (art. 40 lid sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 14.5. Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Technische Bedrijfskunde zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
14.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Technische Bedrijfskunde kent na de propedeutische fase geen nadere afstudeerrichtingen. 14.7. Studieadvies (art. 23) 14.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Technische Bedrijfskunde is 45 ECTS. 14.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 14.7.3. De opleiding Technische Bedrijfskunde kent geen geoormerkte cursussen: 14.7.4. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Technische Bedrijfskunde niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. 14.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Technische Bedrijfskunde kent vanaf het geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
15. B Informatica 15.1. De kerngegevens van de opleiding Informatica zijn de volgende: Naam opleiding: B Informatica Engelse naam: B Information Technology CROHO-nummer: 34479 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Information Engineering Software Engineering Systeembeheer Varianten: Voltijd, deeltijd en duaal Graad: Bachelor of Informatics Afkorting graad: BICT Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC, bestaande uit Major (150 EC) en Minor (30 EC) Excellentieprogramma: Honours Programme (30 EC) Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: Vaktermen en vaktaal te te begrijpen en te gebruiken Software (bijvoorbeeld front- en backoffice software) voor omvangrijke en complexe bedrijfssystemen in hun context te ontwerpen en te bouwen en/of beheren Generieke kennis van middleware, kennis en ervaring over het modelleren van bedrijfsprocessen en het modelleren en bouwen van daarbij horende systemen, toe te passen Gebruikerseisen aan de informatievoorziening te onderzoeken en op basis daarvan informatie toegankelijk te presenteren met behulp van moderne ICT-tools Toezicht uit te oefenen en richting te geven aan de IT-infrastructuur, die bestaat uit de hardware, software, communicatiemiddelen en documentatie, die onder invloed van bepaalde beheersprocessen zorgt voor de dienstverlening op het gebied van ICT. Binnen een multidisciplinair team te functioneren en zonodig de rol van projectleider op zich te nemen Resultaatgericht te werken in een complexe ICT-omgeving Zelfstandig en efficiënt de eigen werkzaamheden te plannen en pro-actief te handelen De resultaten van hun werkzaamheden professioneel te presenteren Innovatieve ICT-programma’s (mede) tot stand te brengen 15.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Informatica kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
15.3. Vooropleidingseisen: 15.3.1. Voor de opleiding Informatica gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling geen nadere vooropleidingseisen. 15.3.2. Voor de opleiding Informatica kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Engels en Informatica met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. 15.3.3. Voor de deeltijdopleiding Informatica wordt als eis gesteld dat de student een passende functie in het relevante werkveld heeft. 15.4. Vrijstellingen (art. 40 lid1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 15.5. Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Informatica zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 15.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Informatica kent na de propedeutische fase de in artikel 15.1 genoemde afstudeerrichtingen. Voor geen van de afstudeerrichtingen geldt vanwege de aard en inhoud een beperkte toegang. 15.7. Studieadvies (art. 23) 15.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Informatica (voltijd, duaal) is 45 ECTS. 15.7.2. Het studieadvies voor de voltijdopleiding en de duale opleiding wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 15.7.3. Het studieadvies voor de deeltijdopleiding wordt uiterlijk op 31 januari 2013 afgegeven, voor studenten die gestart zijn per september 2011. Voor studenten van de deeltijdopleiding die per 1 september 2012 gestart zijn, wordt het studieadvies uitgebracht aan het einde van het eerste jaar van inschrijving. 15.7.4. De opleiding Informatica kent geen geoormerkte cursussen. 15.7.5. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Informatica niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. 15.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Informatica kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
16. B Technische Informatica 16.1. De kerngegevens van de opleiding Technische Informatica zijn de volgende: Naam opleiding: B Technische Informatica Engelse naam: B Computer Science CROHO-nummer: 34475 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Varianten: Voltijd Graad: Bachelor of Informatics Afkorting graad: BICT Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC, bestaande uit Major (150 EC) en Minor (30 EC) Excellentieprogramma: Honours Programme(30 EC)
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
Eindkwalficaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: Vaktermen en vaktaal te te begrijpen en te gebruiken Software voor technische systemen en technische toepassingen te ontwerpen, te realiseren en te beheren. Software te ontwikkelen met diepgaande kennis van de onderliggende hardware die deze software zal uitvoeren Software te ontwikkelen in complexe real-time en embedded omgevingen Een brede kennis van tools en technieken die voorhanden zijn ten behoeve van analyse, ontwerp en bouw van technische software, toe te passen Binnen een multidisciplinair team te functioneren en zonodig de rol van projectleider op zich te nemen Resultaatgericht te werken in een complexe technische omgeving Zelfstandig en efficiënt de eigen werkzaamheden te plannen en pro-actief te handelen De resultaten van hun werkzaamheden professioneel te presenteren Innovatieve ICT-toepassingen tot stand te brengen 16.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Technische Informatica kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 16.3. Vooropleidingseisen: 16.3.1. Voor de opleiding Technische Informatica geldt naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseis: Indien de student in het bezit is van een HAVO-diploma, behaald voor 1-8-2007, met de profielen “Economie en Maatschappij” of “Cultuur en Maatschappij”, dient het vak Wiskunde B behaald te zijn. 16.3.2. Voor de opleiding Technische Informatica kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Informatica met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, danwel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 16.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 16.5. Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Technische Informatica zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 16.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Informatica kent na de propedeutische fase geen nadere afstudeerrichtingen. 16.7. Studieadvies (art. 23) 16.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Technische Informatica is 45 ECTS. 16.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 16.7.3. De opleiding Technische Informatica kent geen geoormerkte cursussen. 16.7.4. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Technische Informatica niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. 16.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6)
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
De opleiding Technische Informatica kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
17. B Business IT & Management 17.1. De kerngegevens van de opleiding Bedrijfskundige Informatica zijn de volgende: Naam opleiding: B Business IT & Management Engelse naam: B Business IT & Management CROHO-nummer: 39118 Aangeboden te: Utrecht Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Varianten: Voltijd, deeltijd en duaal Graad: Bachelor of Informatics Afkorting graad: BICT Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC, bestaande uit Major (150 EC) en Minor(30 EC) Excellentieprogramma: Honours Programme (30 EC) Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: Vaktermen en vaktaal te begrijpen en te gebruiken De informatievoorziening in een organisatie te definiëren, implementeren en beheren Werkprocessen in organisaties met de bijbehorende informatica-applicaties te analyseren, (her)ontwerpen en te implementeren Problemen op organisatorisch, bedrijfskundig en ICT-vlak creatief op te lossen met oog voor het belang van de organisatie en de mensen Te adviseren over het beleid om te komen tot een optimale inzet van ICT ten behoeve van de bedrijfsvoering Binnen een multidisciplinair team te functioneren en zo nodig de rol van projectleider op zich te nemen Resultaatgericht te werken in een dynamische bedrijfsomgeving Zelfstandig en efficiënt de eigen werkzaamheden te plannen en proactief te handelen De resultaten van hun werkzaamheden professioneel te presenteren Innovatieve producten en diensten met een grote informatie/informatica-component (mede) tot stand te brengen 17.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Business IT & Management kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 17.3. Vooropleidingseisen: 17.3.1. Voor de opleiding Business IT & Management gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. 17.3.2. Voor de opleiding Business IT & Management kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Engels en Informatica met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, danwel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 17.3.3. Voor de deeltijdopleiding Business IT & Management wordt als eis gesteld dat de student een passende functie in het relevante werkveld heeft.
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
17.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 17.5. Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Business IT & Management zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt. 17.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Business IT & Management kent na de propedeutische fase geen nadere afstudeerrichtingen. 17.7. Studieadvies (art. 23) 17.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Business IT & Management (voltijd, deeltijd en duaal) is 45 ECTS. De eerste twee studiejaren van de deeltijdopleiding Bedrijfskundige Informatica worden verzorgd door de Faculteit Economie en Management. 17.7.2. Het studieadvies wordt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 17.7.3. De opleiding Business IT & Management kent geen geoormerkte cursussen. 17.7.4. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Business IT & Management niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. 17.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Business IT & Management kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.
18. AD Chemische Technologie 18.1. De kerngegevens van de opleiding Chemische Technologie zijn de volgende: Naam opleiding: AD Chemische Technologie Engelse naam: AD Chemical Engineering CROHO-nummer: 80005 Aangeboden te: Utrecht, Velsen Loting: Nee Afstudeerrichting(en): Varianten: Duaal Graad: Associate Degree Chemische Technologie Afkorting graad: AD Studielast: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 60 EC Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: 1. zelfstandig of in teamverband in een chemisch bedrijf of op een ingenieursbureau een onderzoek uit te voeren, dat bijdraagt aan de oplossing van een procestechnologisch probleem door een aangereikt probleem in concrete vraagstellingen te vertalen en een onderzoeksstrategie te kiezen. relevante bronnen selecteren en gebruiken om zich verder in de onderzoeksvraag te verdiepen; in overleg met opdrachtgever een aanpak voor uitvoering van het onderzoek ontwerpen, rekening houdend met veiligheid, kwaliteit, milieu, e.d.; het werkplan zonodig tussentijds aanpassen; resultaten samenvatten en interpreteren in relatie tot de opdracht; een voorstel tot vervolgstappen doen op basis van de resultaten; over het onderzoek rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaard. 2.
in een chemisch laboratorium of proeffabriek experimenten op te zetten t.b.v. toegepast onderzoek en deze zelfstandig en systematisch uit te voeren op een zodanige wijze dat betrouwbare resultaten worden verkregen, ook in spoedeisende situaties of onder grote druk. de principes van de gebruikte methode uit te leggen;
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
apparatuur volgens voorschrift te bedienen; de stappen van het voorschrift te verklaren; milieu- en veiligheidsaspecten van een voorschrift beoordelen; betrouwbaarheid van een resultaat beoordelen en verantwoorden op basis van statistische overwegingen; methoden voorstellen voor vervolgexperimenten; binnen gegeven tijd informatie zoeken en verwerken om nieuwe methoden toe te passen. 18.2. Propedeutisch examen (art. 28 lid 3) De propedeutische fase van de opleiding Chemische Technologie kent een propedeutisch examen. De onderdelen van het propedeutisch examen staan in de studiegids vermeld. 18.3. Vooropleidingseisen: 18.3.1. Voor de opleiding Chemische Technologie gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, de volgende vooropleidingseisen (niet genoemde profielen zijn niet toelaatbaar): HAVO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid HAVO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid VWO-diploma behaald tot 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij met Natuurkunde 1 Cultuur en Maatschappij met Wiskunde A 1,2 en Natuurkunde 1 VWO-diploma behaald na 1-8-2007: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid MBO: Niveau 4 18.3.2. Voor de opleiding Chemische Technologie kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10 OER), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. Personen van éénentwintig jaar of ouder dienen hiervoor van het toelatingsonderzoek van de HU de toetsen Nederlands, Wiskunde en Scheikunde met goed gevolg af te leggen. Daarnaast vindt een toelatingsgesprek plaats. Personen jonger dan éénentwintig jaar dienen een deficiëntietoets af te leggen voor het ontbrekende vak, dan wel vakken. Door middel van de deficiëntietoets wordt getoetst of voldaan wordt aan de inhoudelijk vergelijkbare eisen van het HAVO-diploma. 18.4. Vrijstellingen (art. 40 lid 1 sub a) Vrijstellingen kunnen niet op andere dan de andere in de OER genoemde gronden worden verleend. 18.5. Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening Voor de opleiding Chemische Technologie zijn bij ministeriële regeling geen specifieke eisen gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop de opleiding voorbereidt. 18.6. Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De AD-opleiding Chemische Technologie kent na de propedeutische fase geen nadere afstudeerrichtingen. 18.7. Studieadvies (art. 23)
OER 2012 -2013 facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek
FMT 12.033a
18.7.1. De norm voor een positief studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding Chemische Technologie is 45 ECTS. 18.7.2. Het studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 18.7.3. De opleiding Chemische Technologie kent geen geoormerkte cursussen: 18.7.4. Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student de opleiding Chemische Technologie niet aan de Hogeschool Utrecht kan voortzetten. Dit advies strekt zich tevens tot uit tot de opleiding Chemie, die de propedeuse met de opleiding Chemische Technologie deelt. 18.8. Compensatieregeling (art. 28 lid 6) De opleiding Chemische Technologie kent geen compensatieregeling als bedoeld in artikel 28 OER.