A
HANDELINGEN VAN MAASTRICHT 2005
B. no. 9 - 1
NEGENDE VERGADERING Dinsdag 8 november 2005, 17.00 uur (ingevolge oproepingsbrief van 7 oktober 2005 t.v.) Te behandelen zaken: 1.
Opening, vaststellen van agenda, mededelingen
1.1
Verzoek burgerinitiatief
2.
Initiatieven van de raad
2.1
Interpellatie op verzoek van de heer Van Rens (CDA) naar aanleiding van artikel “Een echte Sjeng” in HP/De Tijd van 21 oktober 2005
3.
Notulen/ingekomen stukken
3.1
Vaststellen van de notulen Raadsstuk 2005 – Volgnummer 133
3.2
Lijst van ingekomen stukken Raadsstuk 2005 – Volgnummer 132
4.
Schriftelijke stemmingen -
5.
Formeel vast te stellen hamerstukken (conform commissie Advies)
5.1
Uitvoering convenant Verstedelijkingsafspraken, inzet BLS-gelden Raadsstuk 2005 – Volgnummer 129
5.2
Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2006 Raadsstuk 2005 – Volgnummer 131
5.3
Continuering en uitbreiding gemeentelijk voorkeursrecht Van Akenweg N-W (hoek Caberg) Raadsstuk 2005 – Volgnummer 84
5.4
Gemeenschappelijke regeling GGD Zuid-Limburg Raadsstuk 2005 – Volgnummer 138
6.
Voorstellen
6.1
Bijdrage aardbeving Pakistan Raadsstuk 2005 – Volgnummer 143
6.2
Actualisatie Stedelijke programmering voor de woningbouw Raadsstuk 2005 – Volgnummer 127
6.3
Vaststelling BKP Malberg en bestemmingsplan Malberg en Oud-Caberg en wijziging Monumentenverordening Raadsstuk 2005 – Volgnummer 134
Aanwezig: drs. G.B.M. Leers, voorzitter, drs. E.H.A. Willems, griffier, alle leden van de raad behalve de heer Stegen, mevrouw Royen, de heer Geelen en de heer Verbeet.
A
Handelingen 8 november 2005
1.
B no. 9 - 2
Opening, vaststellen van agenda, mededelingen Opening DE VOORZITTER: Nu de gemeenteraad van Maastricht ter vergadering bijeen is, willen wij ons, aan het begin van onze werkzaamheden als stadsbestuur, een ogenblik in stilte bezinnen, ieder op zijn of haar eigen wijze. Ik nodig u daar graag toe uit.
Korte stilte Dames en heren, leden van de raad, van harte welkom bij deze vergadering. Het is een belangrijke vergadering op deze 8 november. Ik heet van harte welkom alle mensen op de publieke tribune en in het bijzonder de mensen, die zeer betrokken zijn bij het onderwerp dat we straks gaan behandelen, het burgerinitiatief. Het is erg fijn dat u zo actief betrokken bent bij deze stad, uw eigen woonomgeving. Ik heb enkele afmeldingen ontvangen. De heer Stegen is afwezig wegens ziekte. Wij wensen hem heel veel sterkte. Hij heeft hartklachten. Ook Cindy Royen is ziek. De heer Geelen is niet aanwezig, omdat hij in het buitenland is. De heer Verbeet is verhinderd wegens werkzaamheden. De heer Keulen komt later, net als de heer Thans en mevrouw Wijler. 1.1
Verzoek burgerinitiatief DE VOORZITTER: Wij gaan nu beginnen nu met het burgerinitiatief Tongerseweg. Ik wil de mensen met het spandoek vragen om dat even goed omhoog te houden. Dan kunnen we het allemaal zien en hebt u maximale aandacht. Dank u wel. Even voor uw informatie het volgende. Op 30 augustus heeft het actiecomité Tongerseweg veilig, voor het eerst in onze geschiedenis, gebruik makend van de verordening, een burgerinitiatief ingediend. Het ging erom de milieuproblemen op de Tongerseweg op de raadsagenda te plaatsen. In de septembervergadering heeft uw raad besloten om dit initiatief te honoreren. Wij hebben dat niet meteen daarna op de agenda kunnen plaatsen vanwege de begrotingsbehandelingen. Daarom staat het vandaag op de agenda. Dus vandaag hebben we voor het eerst een burgerinitiatief in deze raad ter bespreking. Op 31 oktober is de voorbereiding van deze behandeling besproken in de raadscommissie Stadsbeheer, milieu en mobiliteit. De portefeuillehouder, de heer Aarts, heeft nog een memorie van antwoord toegestuurd naar aanleiding van de raadscommissie. Die hebt u ook allemaal ontvangen. Ik wil met u de volgende afspraak maken over de behandeling van vandaag. De indieners krijgen de tijd om hun initiatief toe te lichten. Ik trek daar tien minuten voor uit. Daarna is uw raad aan het woord. Ik wil u daarbij vragen om uw interventies te beperken tot het echt noodzakelijke. Dan hoeven we geen spreektijd in te stellen. Daarna zal wethouder Aarts namens het college antwoorden. Daarna hebben we eventueel een tweede termijn van raad en college. Tot slot nemen we een besluit. Daarbij wil ik het advies van de commissie volgen en het memorie van antwoord van het college als uitgangspunt nemen. Dat is de procedure om tot een heldere besluitvorming te komen. Dan nodig ik nu de woordvoerder van de stichting uit, de heer Kramer. Aan u het woord. DE HEER KRAMER: Geachte gemeenteraad, ik ben niet goed in politiek, maar ik hoop dat u goed naar onze boodschap wilt luisteren. Per slot van rekening hebben 1500 Maastrichtenaren ons burgerinitiatiefvoorstel ondertekend. Dat zijn meer stemmen dan er nodig zijn voor een zetel in de raad. Maar ik ben hier als burger en ik ben uw gast. Laat ik me dan ook eerst even voorstellen. Mijn naam is Winfried Kramer en ik zit hier, net als u, in mijn vrije tijd. Ik werk als arbeidstherapeut bij Vijverdal en ik woon aan de Tongerseweg. Het burgerinitiatief gaat niet alleen over de Tongerseweg. Het gaat over heel Maastricht-West. U mag het ook opvatten als een voorstel voor heel Maastricht. Wij zijn wel begonnen met de Tongerseweg. Wethouder Keymis had ons in 2002 geschreven dat er in 2006 nieuw asfalt zou komen voor 700.000 euro. Maar vorig jaar juni zei de heer Demollin dat daar waarschijnlijk geen geld voor zou zijn. Daar begrepen we niets van. Dat je geen geld reserveert als je iets heb beloofd. Dus we besloten de Tongerseweg nog eens goed onder de aandacht te brengen. U
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 3
kent de geschiedenis. Sinds het laatste overleg met de gemeente in juni 2004 is er veel gebeurd en hebben we veel geleerd. Helemaal zelf, want de gemeente werkte niet echt mee. Maar onze boosheid daarover is vanavond niet aan de orde. Vandaag zijn wij het eens met wethouder Aarts, dat de problemen veel verder gaan dan de Tongerseweg. Hij zag eerder dan anderen, dat de luchtkwaliteit een groot probleem zou worden. We waarderen zijn initiatieven voor schonere lucht. Vergeleken met andere gemeenten is daar al veel aandacht voor geweest. Maar daar gaan onze meningen uiteenlopen. Veel is niet hetzelfde als genoeg. Er moet veel meer gebeuren. Ook op het gebied van geluidsoverlast en bereikbaarheid van de stad. Wij hebben in de commissievergadering een aantal maatregelen voorgesteld dat de gemeente zelf zou kunnen nemen. Maar wij hebben ook de wijsheid niet in pacht. Al voelen we ons onderhand de fine fleur van de ervaringsdeskundigen op dit gebied. Daarom zouden wij blij zijn met alle initiatieven van uw kant en met alle nadere invullingen van ons voorstel, die het doel binnen bereik brengen. Minder verkeersoverlast op de hoofdwegenstructuur van Maastricht. Samenwerking is van het grootste belang. De wethouder heeft gelijk. Maastricht kan de problemen waar het hier om gaat niet in haar eentje oplossen. Daarom vragen wij u ook er vooral op aan te dringen, dat er wordt samengewerkt. Bilateraal, met Riemst en Lanaken, in Zuid-Limburgs verband, met Den Haag én in euregionaal verband. Laat de wethouder rapporteren over wat hij voor elkaar krijgt. Onlangs hebben we de nieuwe gouverneur, die ook bestuurslid is van de euregio, mogen vertellen over de problematiek van het verkeer op de Tongerseweg. Hij had daar zelf om gevraagd. Het collegebezoek aan Zuid-West moest ervoor worden aangepast. Zorg ervoor dat de gecreëerde kansen en bereikbare subsidies niet verloren gaan. Meten is weten. We hebben u ideeën doen toekomen voor onderzoeken naar het vrachtverkeer in onze stad. We hopen dat u daar iets mee doet. Er is zelfs subsidie mogelijk via de euregio. Zorgt u ervoor dat het nieuwe structuur- en mobiliteitsplan op reële informatie wordt gebaseerd in plaats van op aannames en veronderstellingen, die in de kraam te pas komen. Zorg ervoor dat de burgers kunnen zien dat het beleid werkt door een goede verkeersmonitor op de website. Gebruik de metingen om het beleid op tijd bij te stellen. Blijf niet doorgaan met hetzelfde te doen, als u toch ziet dat het niet werkt. Belofte maakt schuld. U hebt allemaal de schriftelijke toezegging van wethouder Keymis onder ogen gehad. Zorgt u ervoor dat de gemeente regelrecht doet wat hij zegt en dat het college niet wegvlucht in spitsvondigheden. Maatregelen die voor 2006 zijn beloofd, moeten in 2006 worden uitgevoerd. Al was het maar omdat het een verkiezingsjaar is. Ten slotte, wij zijn wel ervaringsdeskundigen, maar geen stadsbestuur. Wij geven u het stokje over om een oplossingsrichting verder uit te werken, waarvoor 1500 burgers grif hun handtekening hebben gezet. Dank u wel, aan u de eer. Applaus DE VOORZITTER: Dank u wel, mijnheer Kramer. Het is niet gebruikelijk dat we in de raad veel applaudisseren, maar dit applaus hebt u verdiend. U hebt u keurig aan de tijd gehouden en het was een helder betoog. Daarmee is een goede basispositie gecreëerd om nu de raad in de gelegenheid te stellen zijn werk te doen. Als eerste, de heer Van Rens. DE HEER VAN RENS: Voorzitter, onze woordvoerder die dit onderwerp behandelt, Peter Geenen is vandaag bij de paus. Dat is een traditie binnen het CDA. En het werkt ook nog. Ik wil beginnen met u in herinnering te roepen wat de CDA-fractie heeft aangekondigd bij het aannemen van een burgerinitiatief. Van het burgerinitiatief moest - op voorstel van Stadsbelangen Mestreech op de agenda gezet - een Maastrichts model worden gemaakt. Er is wat uitgekomen. Ik weet niet of het echt Maastrichts is, maar er staat in ieder geval Maastricht boven. In januari 2004 heb ik het volgende gezegd: ”Het is een goede verworvenheid, die we nu creëren. Maar de raad zou zich diep moeten schamen, als op grond van deze verordening ook maar één onderwerp op de agenda moet komen. Als er 1500 burgers in deze stad nodig zijn om ons duidelijk te maken dat er iets besproken moet worden, dan heb ik problemen met het vertrouwen in de democratie.” Voorzitter, van die woorden neem ik niets terug. Het is niet voor niets dat mijn collega Geelen in de commissievergadering als enige heel duidelijk stelling heeft genomen, vanuit het idee alsof er niets gebeurd is. Alsof er niets gedaan is. Er is wel degelijk iets gedaan. Maar laten we nu maar gaan inzoomen op de problematiek zelf. Het vertrekpunt is de problematiek op de Tongerseweg. Maar die problematiek is te smal om de verordening op het burgerinitiatief van toepassing te verklaren. Dat
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 4
sluit dat uit. Dan trek je hem valide, en dus terecht, breder. Dan heb je wel een titel om dat probleem op de agenda te krijgen. Als dat zo is, dan realiseer je je dus direct, du moment, dat je dat breder trekt, op meer beleidsvelden dan sec één weg. Dan hebben we dus alles te pakken: de geluidshinderproblematiek, verkeershinder, veiligheid, fijnstof en noem maar op. Het CDA verzet zich ertegen, dat gedaan wordt alsof deze gemeente daar niets aan gedaan heeft. Integendeel, wij hebben dat zeer wel opgepakt. Het CDA heeft dit prominent in haar verkiezingsprogramma gezet. Dat is het gevolg van luisteren naar de burger. Ik verzet me tegen het idee, alsof deze raad en dit college niet luisteren naar de burger. Ik zeg dat niet om mijn gelijk te halen. Nee, wij moeten de hemel op onze knieën danken dat de betrokkenheid van de burger bij het politieke handelen hier nog steeds aanwezig is. We zien wat er gebeurt in Frankrijk. Daar is dat niet meer aanwezig. We moeten dus alles wat de burger nu beroert, en de mogelijkheden die hij heeft op grond van de wet, aanpakken. Nu kom ik op een ander punt waar ik een beetje moeite mee heb. De verordening is misschien niet helemaal duidelijk. Maar in artikel 4 van de verordening over het burgerinitiatief, staat een aantal dingen genoemd, die op zijn minst een andere interpretatie zouden kunnen rechtvaardigen. In artikel 4 staat: “Een burgerinitiatief houdt niet in, een vraag over het gemeentelijke beleid.” Dat is dus niet iets wat bij een burgerinitiatief thuishoort. Een ander punt waarmee ik worstel, is de tekst die 1500 inwoners van deze stad hebben ondertekend. Die tekst liegt er niet om. Ik zeg niet dat die tekst niet goed is. Maar het is een tekst die burgers voorgelegd hebben gekregen op een format dat in de verordening staat. Dat is ondertekend. Die tekst is vervolgens onderwerp van bespreking geweest in de commissievergadering SMM. En staande die commissievergadering is er, dacht ik, in overeenstemming met de woordvoerders van het comité een tekst uit gekomen die vervolgens onderdeel van de beraadslagingen is geworden en zo naar het college is gegaan. Daarop heeft het college een memorie van antwoord gemaakt. Is dit juridisch wel toelaatbaar? Heb ik het recht om namens die 1500 mensen, daarmee aan de slag te gaan. Dat lijkt fijnslijperij. Op grond daarvan wil ik niet zeggen dat ik dit onderwerp niet in behandeling zou willen nemen. Ik maak die opmerking, omdat we in deze raad hebben afgesproken dat wij na het eerste burgerinitiatief met elkaar zouden overleggen hoe wij in de toekomst met dit soort initiatieven omgaan. Op dat punt moeten we duidelijkheid gaan verschaffen over welke tekst voorligt en of de initiatiefnemers het mandaat hebben, en dat moet dan blijken uit die tekst, om namens die groep daarover aan de slag te gaan. Daar moet het college zich niet over uitspreken, dat moet de raad doen. Voorzitter, ik heb genoeg juridisch ingezoomd. Nu gaat het om de problematiek zelf. Met het voorstel vanuit de commissievergadering, en verwoord in een advies aan het college, kan het CDA in grote lijnen leven. Ook de memorie van antwoord stemt ons tevreden. Maar ik schrik als ik vandaag een brief onder ogen krijg van 8 november, waaruit uit de toonzetting blijkt dat we het er eigenlijk niet zo mee eens zijn. Als raad komen wij daarmee in een moeilijk vaarwater. Ik voel me dan ook in een vacuüm terechtkomen. Ik wil er eigenlijk naar toe, dat deze raad in ieder geval de beraadslagingen, die in redelijk goede harmonie hebben plaatsgevonden met de initiatiefnemer, het advies en het memorie van antwoord, als leidraad voor de besluitvorming nemen. Want ik denk niet dat er nu een streep getrokken kan worden. Als er een streep is, dan is het een startlijn. Het moet een start zijn met de problematiek van de Tongerseweg, maar dan breed getrokken over de hele stad, waar het gaat om verkeersoverlast, de verstoring van de nachtrust, geluidsoverlast en de problematiek van fijnstof. Daarmee kun je niet genoeg met je burger in overleg zijn. Je moet vooral uitstralen dat je bereid bent om maatregelen te nemen. Alle maatregelen die je neemt op het terrein van de mobiliteit moeten in evenwicht zijn. Onze voorzitter van de raad gebruikt wel eens de waterbedvergelijking: als je hier op drukt, dan gaat het daar omhoog. Dus je zult over de hele breedte afwegingen moeten maken. Wij dachten die evenwichtige afweging gevonden te hebben in het advies van de commissie. Daarom gaan we ermee akkoord en daarom heb ik ook gezegd wat ik gezegd heb over hoe je juridisch moet inzoomen. Want ik vind het nog steeds tricky. Maar daar wil het CDA overheen stappen in het belang van die burger, die nu de moed heeft gehad om alles te mobiliseren om dit de raad onder de neus te wrijven. Dat moet en wil ik waarderen. Maar we moeten wel zorgvuldig zijn. Ik verwijt de burger niet de zorgvuldigheid. Ik bedank ook de initiatiefnemers van harte. Ik vind het goed hoe wij er met zijn allen mee om zijn gegaan. En de manier waarop wethouder Aarts het aanpakt, heeft ons vertrouwen. DE HEER HOEKSTRA: Voorzitter, laat ik beginnen met een kort citaat uit de notulen van januari 2004. De heer Van Rens had het er ook al over. Hij vond dat de raad zich diep moest
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 5
schamen. Mijn voorganger, de heer Postema, had het erover dat voor individuele burgers de drempel om zich politiek te manifesteren, heel erg hoog is. Hij vond dat deze burgers heel goed begeleid zouden moeten worden door de griffie, zodat ingediende voorstellen nooit op procedurele gronden kunnen worden afgewezen. Wat hij zegt, daar heeft de heer Van Rens gelijk in. Wij worden geacht te zien wat er in de stad leeft. Als dat niet gebeurt, moeten wij een instrument hebben waar wij rekening mee kunnen houden. Dan moeten er ook instrumenten zijn, die voorzien in begeleiding, ondersteuning en dergelijke. Ik ondersteun zijn voorstel dan ook van harte en ik wil het college en de griffie oproepen om, als straks alles achter de rug, een nabespreking te organiseren. Dan kunnen we evalueren wat wij als raad, maar ook het burgercomité, daarvan kunnen leren. Het is natuurlijk altijd heel erg lastig als een comité een vinger legt op een zere plek. Wij worden ons er ineens van bewust dat bepaalde zaken niet zo goed lopen als wij hoopten dat ze zouden lopen. Wij hopen dan ook dat dit nooit nodig is. Maar het probleem op de Tongerseweg heeft blijkbaar ondergronds kunnen doorwoekeren. Het comité kreeg al werkende het idee dat het een probleem was van heel Maastricht-West. Daarna, na contact met onder andere de gemeenteraad, is het niet alleen probleem van Maastricht-West, maar van heel Maastricht. En we kunnen die grens nog wel verder trekken. Gelukkig zegt dat de heer Kramer in de commissie Stadsbeheer, dat plannen er zijn om aangepast te worden. Daarmee kunnen wij aardig vooruit. Het probleem is alleen wat je nu moet gaan aanpassen. Dat waar je onvrede over hebt? Of moet je het zo aanpassen, dat de onvrede opgelost kan worden? Dat is altijd een lastig dilemma. Daarbij geldt dat, als je plannen wilt gaan aanpassen, het een heel tijdrovende en procedurevretende zaak is. Maar ieder pasje dat je zet, is al een bijdrage aan het doel. Vanmiddag hebben we een brief gekregen van het comité. Die millimeters zijn niet voor iedereen zichtbaar. Wij zitten erin. Wij zien wat er gebeurt. Wij weten waar wij besluiten over genomen hebben, daarom kunnen wij er ook over oordelen of er ergens vooruitgang in zit. Als je het niet weet en niet ziet, kun je de ander niet verwijten, dat hij het ook niet ziet. Je zult dus een middel moeten hebben om te laten zien dat er wel degelijk vooruitgang is. Dat is onze verantwoordelijkheid als raad. In de commissie SMM hebben we het er uitgebreid over gehad, dat het gaat om het burgerbelang versus het algemeen belang. Daarbij komt het waterbed weer om de hoek kijken. Als je op de Tongerseweg iets besluit om wel of niet te doen, heeft dat effecten op de omgeving. Dat maakt de afweging moeilijk. We kunnen dus niet alleen maar dit ene probleem kijken, maar we moeten ook kijken naar Maastricht en misschien nog wel verder, naar de euregio. Dan over de beslispunten. De heer Van Rens zei het ook al, ik ben uitgegaan van dat wat er letterlijk door het comité is neergezet. Ik ben niet uitgegaan van de aangepaste tekst van SMM. Ik ben het met de heerVan Rens eens; 1500 mensen hebben een handtekening gezet onder iets dat volgens mij niet meer veranderd zo mogen worden. Ik heb gekeken naar de tekst die bij ons op het bordje ligt. Vervolgens heb ik beoordeeld wat daarvan de essentie is en welke bijdrage de raad zou kunnen leveren om te bereiken wat zij vragen. Daar kun je het dan mee eens zijn of niet, maar dan zou je in de richting van het college, met een aantal opdrachten of verzoeken, kunnen zeggen waar zij het, wat ons betreft als PvdA, zouden moeten zoeken. Ik heb dan ook drie moties gemaakt. Die geven sturing aan de uitvoering van de beslispunten die door het comité zijn voorgedragen.
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 6
Partij van de Arbeid
Maastricht, 8 november 2005
Motie De gemeenteraad van Maastricht in vergadering bijeen op 8 november 2005, behandelende agendapunt 1.1 verzoek burgerinitiatief korr.no. 2005-32255 Overwegende dat: !" het verzoek van het comité een drietal beslispunten bevat; !" waarvan het eerste betrekking heeft op het meenemen van ondermeer een ringweg om MaastrichtWest in het mobiliteits- en structuurplan. Is van mening dat: !" een studie verricht moet worden naar de haalbaarheid hiervan. Draagt het college op: !" deze studie te verrichten en over de resultaten hiervan de commissie SO en SMM te informeren. En gaat over tot de orde van de dag. PvdA Chris Hoekstra George van Loo
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 7
Partij van de Arbeid
Maastricht, 8 november 2005
Motie De gemeenteraad van Maastricht in vergadering bijeen op 8 november 2005, behandelende agendapunt 1.1 verzoek burgerinitiatief korr.no. 2005-32255 Overwegende dat: !" het verzoek van het comité een drietal beslispunten bevat; !" waarvan het tweede betrekking heeft op het weren van doorgaand vrachtverkeer gedurende de nacht in Maastricht-West; !" meenemen van ondermeer een ringweg om Maastricht west in het … Is van mening dat: !" hieromtrent voorstellen aan de raad moeten worden voorgelegd die gebaseerd zijn op onderzoek naar de bestemming van het vrachtverkeer: bestemmingsverkeer of doorgaand verkeer; !" resultaten hiervan invloed kunnen hebben op het mobiliteits- en structuurplan. Draagt het college op: !" deze studie te verrichten en over de resultaten hiervan de commissie SO en SMM te informeren. En gaat over tot de orde van de dag. PvdA Chris Hoekstra George van Loo Het gaat alleen maar om de eerste twee gedachtestreepjes bij “Overwegende dat”.
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 8
Voorzitter, in de memorie van antwoord worden de woorden “in principe” gebruikt. Dan word ik altijd heel alert. Wordt nu bedoeld: “ten pricipale, principieel” of wordt bedoeld “in principe heb je gelijk, maar het kan ook nog een andere kant op gaan”? Ik wil dat uitsluiten.
Partij van de Arbeid
Maastricht, 8 november 2005
Motie De gemeenteraad van Maastricht in vergadering bijeen op 8 november 2005, behandelende agendapunt 1.1 verzoek burgerinitiatief korr.no. 2005-32255 Overwegende dat: !" het verzoek van het comité een drietal beslispunten bevat; !" waarvan het derde betrekking heeft op het verbeteren van de Tongerseweg; !" in de memorie van antwoord op dit put de woorden “in principe”worden gebruikt. Is van mening dat: !" de commissie SMM onvoldoende inzicht heeft of de fundamenten van de Tongerseweg in overeenstemming zijn met de belasting en het gebruik; !" het gebruik van de woorden “in principe” twijfel openlaten of deze weg daaraan nu wel of niet voldoet. Draagt het college op: !" de commissie SMM hieromtrent te informeren. En gaat over tot de orde van de dag. PvdA Chris Hoekstra George van Loo
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 9
DE VOORZITTER: Deze drie moties maken vanaf nu onderdeel uit van de beraadslagingen. Ze worden rondgedeeld. DE HEER HOEKSTRA: Voorzitter, het comité heeft ons vanmiddag een aantal voorstellen toegezonden over het vrachtverkeer. De wethouder zou die mogelijkerwijs kunnen meenemen. Ik zal hem die zo meteen overhandigen. Ik verwacht dat ons verslag wordt uitgebracht van dat onderzoek. Tot slot, een burgerinitiatief is geen sinecure. Het is een klus waar je u tegen zegt. Het vergt van alle betrokkenen deskundigheid en doorzettingsvermogen. Ik wil besluiten met te complimenteren, dat zij dit gedaan hebben en ook hebben kunnen doorzetten. DE HEER VAN HILTEN: Voorzitter, het goede van deze procedure is, dat we interactief bezig zijn. U brengt ideeën in, wij pakken ze al dan niet op. Dat is een manier van met elkaar omgaan, die bijzonder vruchtbaar kan zijn. Eén van de problemen van de verkeersituatie in Maastricht, is dat Maastricht een zeer compacte stad is met een enorme hoeveelheid verkeer, dat zich dagelijks door de stad heen wurmt. Je kunt het over West hebben, maar je kunt het net zo goed over Oost hebben met een Akersteenweg, een weg naar Berg en Terblijt en een Vijverdalse weg en bijvoorbeeld ook een A2. Het is dus een Maastrichts probleem en het is lastig om dat opgelost te krijgen. Er is natuurlijk een totaaloplossing nodig. Je zult op de eerste plaats het probleem van de A2 moeten gaan oplossen. Het is nu nog een N2. Vrachtwagens komen moeizaam door de stad heen en zoeken sluipwegen. Iedereen kent dat plaatje van de stad. Verder is ook de Noorderbrug nodig. Daar is ook een knelpunt. Daar is nu ook allerlei uitwijkgedrag, tot in de wijde omgeving. De VVD vindt dat je die twee problemen met grote voorrang moet oplossen in het belang van de hele stad. Hierbij ondersteunen wij dus het college: gaat u er vooral mee door. Er wordt nu voorgesteld om ’s nachts het vrachtverkeer in West te weren. U zegt dat dat met een ring zou moeten. Maar eigenlijk ligt die ring er al. Echter niet op Maastrichts grondgebied, maar in België. En in Maastricht-West ligt een ring die niet is doorgetrokken. Die loopt halverwege de buurt vast. En naar het zuiden toe stopt die op de Tongerseweg. In België kom ik hetzelfde probleem tegen. Want die Belgische ringweg houdt er ook ineens mee op, op het verlengde van de Tongerseweg. Dus mensen denken dan: “Dan ga ik maar de stad in via de Tongerseweg.” Dat is inderdaad een probleem. Maar we zetten onze vraagtekens bij de oplossing. Wij denken zelf dat het beter is om de A2 aan te leggen. Dan gaat men gewoon door die tunnel. Dat blijft dus de betere oplossing. Als je West afsluit voor vrachtverkeer in de nacht, loop je ook een risico. Het is heel prettig voor de bewoners daar, maar dat vrachtverkeer gaat dan andere routes kiezen. Dat vergroot de druk op de andere wegen, waarschijnlijk in Oost. Dan heb je dus het probleem niet opgelost, maar verplaatst. Wij ondersteunen het college in het onderzoek naar wat er mogelijk is, maar wij zullen het college kritisch blijven volgen, als het probleem alleen maar verplaatst wordt. Ten slotte, over het onderhoud van de wegen. We hebben in de raad al vaak gediscussieerd of het investeren in stenen wel of niet sociaal was. Ik denk van wel. Mensen, die aan slecht onderhouden wegen wonen, hebben daar last van. Van trillingen, lawaai en van auto’s, die afremmen en optrekken. Dat is niet aangenaam. De VVD heeft al een paar jaar geleden gezegd dat we moeten durven investeren in steen en asfalt. U moet zich ervoor inzetten, dat het lawaai wordt verminderd. Er zijn veel experimenten met zoab om de geluidsoverlast te verminderen. Wij vragen het college om daar heel creatief over na te denken. U moet doen wat u kunt doen, maar kijk vooral naar de doorgaande wegen in onze stad. Want daar hebben de mensen ook last. Bijvoorbeeld de Akersteenweg, daar dendert ook het verkeer dag en nacht langs. Een stukje is al gezoabiseerd, maar het is nog niet helemaal af. Pak dus ook de Vijverdalse weg aan en al die wegen die het nodig hebben. Maar ik weet ook dat geld eindig is. Wij steunen dus de aanpak van het college, maar maakt u er vooral goed maatwerk van en zorg dat u het probleem niet verplaatst. U moet het probleem oplossen. Daar heeft iedereen wat aan. De A2 en de Noorderbrug moeten de hoogste prioriteit blijven behouden. Ik wens u daar heel veel succes bij, want dit is niet gemakkelijk. MEVROUW THISSEN: Voorzitter, de bewoners aan de Tongerseweg hebben de moed opgebracht om met dit initiatief te komen. Na jarenlang de politiek en het college te wijzen op de slechte leefsituatie aan de Tongerseweg, is hun actie verbreed tot uiteindelijk dit initiatief. De
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 10
problemen die in het initiatief verwoord zijn, worden door GroenLinks onderkend. Ook wij wijzen het college al jaren op de onacceptabele gevolgen van de steeds maar groeiende mobiliteit. GroenLinks heeft veel waardering voor de inzet van het comité Tongerseweg veilig en voor het feit dat zij met oplossingen komen voor de grote luchtverontreiniging en de doorstroming van het verkeer aan de westkant van de stad. Hun inzet heeft de druk op de gemeente, om met daadwerkelijke maatregelen tegen de luchtverontreiniging te komen, zeker vergroot en naar onze mening een versnelling gebracht in de ontwikkeling van het programma van maatregelen. Het is geen toeval dat het college in december een actieplan Luchtkwaliteit met de commissie SMM gaat bespreken. Naast het uitspreken van onze waardering, wil GroenLinks het comité dan ook bedanken dat zij zich medeverantwoordelijk voelt voor een verbetering van de lucht in deze stad. Het is namelijk niet vanzelfsprekend dat burgers zich inzetten voor stadsbrede problemen. De verbetering van de luchtkwaliteit is niet iets dat zo maar even opgelost kan worden. Dat geldt ook voor het verminderen van de verkeersbewegingen. Toch kan Maastricht maatregelen nemen. Maar veel maatregelen zullen alleen maar succes hebben, als ook de burger mee wil werken. Dan over het burgerinitiatief. GroenLinks kan zich niet achter alle oplossingsrichtingen van het initiatief scharen. In besluit a vraagt het comité om de mogelijkheden van een ringweg om MaastrichtWest en eventueel een tweede Noorderbrug te onderzoeken. Dat is voor ons een brug te ver. Meer asfalt is geen oplossing. Dat heeft juist tot gevolg dat er nog meer verkeer wordt aangetrokken. Naast deze nieuwe wegen zullen weer nieuwe bouwplannen ontstaan. Daardoor wordt de compacte stadgedachte ondermijnd. Het vele geld voor een dergelijke ringweg en een Noorderbrug willen wij liever gebruiken voor beter en vernieuwend openbaar vervoer, een Park + Ridesysteem, routemanagement en dergelijke. Met de besluiten b en c in het raadsstuk kunnen wij van harte instemmen. Het college geeft in het antwoord aan, dat het punt b, het weren van vrachtverkeer in de nacht, meeneemt in een studie over luchtkwaliteit en dit in de commissie SMM in december bespreekt. GroenLinks wil deze studie eerst afwachten. Voor wat betreft punt c, het verbeteren van de hoofdwegenstructuur, stelt het college dat de huidige structuur en technische staat aangepast is aan het gebruik ervan. GroenLinks gaat er dus van uit, dat punt c overbodig is. Wij zijn verder tevreden met de toezegging dat het onderhoud van de Tongerseweg komend jaar zal starten. Wij gaan er dan ook van uit dat dat een oplossing is voor de overlast van de trillingen. Tot slot, GroenLinks heeft in de commissievergaderingen een P+R-lokatie bij de grens voorgesteld. Wethouder Aarts heeft beloofd dat dit onderzocht gaat worden. Ook heeft GroenLinks voorgesteld om de vermijdbare verkeersbewegingen uit de stad te weren, in overleg met de buurgemeenten in België, met als doel het in kaart brengen van de belangrijkste grensoverschrijdende verkeerstromen en het opstellen van een gezamenlijk actieplan. Ook dat is toegezegd door de wethouder. In het antwoord zien we deze toezeggingen echter niet terug. Wij willen daar graag een reactie op van de wethouder. Dan willen we nog even terugkomen op het procedureverhaal van de heer Van Rens. Ik vind dat dat niet in deze vergadering thuishoort. Dat hadden we moeten in de vergadering bespreken, waarin we hebben besloten om dit vandaag in de raad te behandelen. DE HEER NELISSEN: Voorzitter, tijdens de commissievergadering van 31 oktober heeft de Seniorenpartij haar waardering uitgesproken voor de wijze waarop de betrokkenheid van de burgers bij dit burgerinitiatief tot stand is gekomen. Wij vinden het een goede zaak, want we moeten nog meer naar onze burgers luisteren. Als we in dat geval eerder en beter geluisterd hadden, was de commotie wellicht wat minder geweest. De Tongerseweg is sinds lang een belangrijke doorgangsweg. De Seniorenpartij Maastricht is met het comité van mening dat het verkeer bijdraagt aan een overschrijding van de fijnstofnorm. Dit is niet alleen een probleem van de Tongerseweg, maar van heel Maastricht. Dat komt door de ligging in de Maasvallei. Bij zuidwestenwind komt er het nodige fijnstof via Visé en Luik binnen. En bij oostenwind, vanuit het Ruhrgebied. We kunnen geen netten ophangen. Die filteren niet de fijnstof. Er moeten goede euregionale en Europese afspraken gemaakt worden. Dat kan als ons college nog meer initiatieven ondersteunt in de euregio. Het afsluiten van de Tongerseweg is voor Seniorenpartij Maastricht geen optie. We moeten wel onderhoud plegen en de snelheid handhaven. Ook pleit de Seniorenpartij Maastricht voor een onderzoek naar de aanleg van een tweede Noorderbrug in combinatie met een randweg. Allemaal conform het voorstel van het college, en ook zoals het verwoord is door het comité.
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 11
De Seniorenpartij Maastricht volgt het college ook in beslispunt 2, onderzoek naar het weren van het nachtelijke vrachtverkeer. Dat zal wel moeilijk worden, maar onderzoek kan nooit kwaad. Daar waar mogelijk, moeten we met oplossingen komen. Ook volgen wij het college in de aanpak van het onderhoud. Ook dat geldt niet alleen voor de Tongerseweg, maar voor alle wegen in Maastricht. De heer Van Hilten noemde de Akersteenweg. Die is al tamelijk opgeknapt. En dat geldt ook voor de fietspaden. Naast een compliment aan het comité, wil ik ook de verantwoordelijke wethouder complimenteren. Hij was snel ter plekke om een aantal gaten in het fietspad op de Kennedysingel te zien en te dichten. Waarvoor onze dank. Voorzitter, dit is ook conform de wensen van het burgerinitiatief. Dit kan dus tot tevredenheid van alle partijen worden opgelost. Ik hoop dat wij in goed overleg dit soort zaken oplossen door naar elkaar te luisteren en goed te communiceren. DE HEER STEIJNS: Voorzitter, u noemde het burgerinitiatief een additioneel instrument toen de verordening door de raad werd aangenomen. Nu, na veertien maanden, bespreken we het eerste burgerinitiatief. Een optimist zou zeggen: de Maastrichtenaar is tevreden. Iemand die er wat kritischer naar kijkt, zegt dat het een hele klus is voor burgers om een initiatief op te stellen dat voldoet aan de voorwaarden. De heer Van Rens verwees er ook al naar. Het is goed om dat straks te evalueren in een aparte sessie. Het is een hele klus geweest. We willen de indieners er dan ook mee complimenteren. Ze hebben voortdurend grenzen opgezocht, mogelijk overschreden. Maar dat is geen hinder geweest om het vanavond te bespreken. De verkeersproblematiek is er op veel plaatsen in Maastricht. Dat probleem erkent Stadsbelangen Mestreech. De Tongerseweg is min of meer in een bijzondere situatie terechtgekomen, mede door dat burgerinitiatief. Verder is het bijzonder, dat er veel wijken aan die Tongerseweg grenzen. Daar woont meer dan 16% van alle Maastrichtenaren. Zij gebruiken de Tongerseweg als ontsluitingsweg. Het probleem wordt dus niet alleen veroorzaakt door het vrachtverkeer. Wij zijn allemaal medeveroorzaker van het probleem. In de Structuurvisie 1990-2000 was de wenselijkheid van een ringweg en een tweede Noorderbrug niet voor niets opgenomen. Die wens moet vervangen worden door noodzaak. Wij gaan ervan uit dat dit daadwerkelijk zal worden opgenomen in de studie Maaskruisend verkeer, dat medio volgend jaar in de raad zal worden behandeld. We kunnen ons vinden in de toezeggingen van het college om effectieve maatregelen te onderzoeken voor het vrachtverkeer in relatie tot het actieplan Luchtkwaliteit en om dit de volgende maand te rapporteren. Verder zijn wij het eens met de voorstellen voor het onderhoud aan de Tongerseweg in het komende jaar. Wij willen daarbij twee kanttekeningen plaatsen. U stelt voor om te onderzoeken of het vrachtverkeer kan worden geweerd, zonder dat dit ten koste gaat van de bereikbaarheid en het economisch functioneren van Maastricht. Bovendien stelt u voor om te onderzoeken welke effecten dit heeft voor de luchtkwaliteit en de verstoring van de nachtrust. Wij willen het college vragen om ook nog eens te onderzoeken of we kunnen komen tot een stedelijk distributiecentrum en om dat een zodanige plek te geven, dat het vrachtverkeer verder wordt gereguleerd. Verder, het aanbod van het busvervoer loopt op dit moment allemaal via de OV-as in de binnenstad. De werkgelegenheid en vormen van dienstverlening hebben zich vooral buiten het centrum sterk ontwikkeld. Moet het huidige netwerk van het openbaar vervoer niet worden aangepast aan gebruik voor het woonwerkverkeer? De tweede vraag die we willen voorleggen, is dus: “Kan een zogenaamde ringlijn een positief effect hebben?” Dan kan men direct vanuit de wijk naar het werk, zonder dat dat allemaal via de binnenstad moet gaan. MEVROUW GABRIËL: Voorzitter, de SP heeft begrepen dat de wethouder toezegt om in 2006 te starten met de verbetering van het wegdek van de Tongerseweg. De verwarring is er niet alleen bij de indieners, maar ook bij de politiek. Want ik heb geen brief gezien of een correctie van de wethouder, waaruit blijkt dat de Tongerseweg uiterlijk 2007 gerenoveerd is. Het kan niet zo zijn dat de wethouder suggereert, dat de bewoners het allemaal verkeerd begrepen hebben. Getuige ook de brief van de heer Janssen van het CDA. Hij bood aan om te bemiddelen tussen het college en het comité van de Tongerseweg. Hieruit maak ik op, dat er sprake was van een kink in de kabel van de communicatie. Als we sportief zijn, dan nemen wij de schuld op ons. Het probleem Tongerseweg speelt al meer dan tien jaar. De bewoners kun je in ieder geval geen gebrek aan geduld verwijten.
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 12
Naast het oplappen van het wegdek, moet er ook gekeken worden naar verkeersremmers. Daar waar sprake is van borden om de snelheid te beperken, moeten er, en dat zegt Verkeersveiligheid Nederland ook, ook verkeersremmers worden geplaatst. Datzelfde geldt voor het onderhoud, genoemd in punt 5. Het is wat gemakkelijk om te zeggen dat het hier om verkeersstromen gaat en fijnstofproblematiek. We hebben gewoon te maken met leefbaarheid. De straat heeft gebrek aan leefbaarheid. De oplossing daarvan ligt niet erg voor de hand. Denk maar eens aan de fijnstofproblematiek. Maar je kunt toch de leefbaarheid vergroten door andere zaken wel aan te pakken. In het initiatief staan nog meer punten. Bijvoorbeeld de tijdslimieten voor het vrachtverkeer. De SP is geen tegenstander van een mogelijk nachtverbod. Toch is het verstandig om eerst een onderzoek te doen, want er moet ook gekeken worden naar de consequenties voor andere routes. Je moet wellicht dat nachtverbod voor meerdere routes instellen. Verder denk ik ook aan een overleg met buurgemeenten en de wat verder gelegen gemeenten over de verkeersstromen daar. Vandaar dat een onderzoek gewenst is. Minder gelukkig is de SP met het voorstel om een westroute aan te leggen. De SP is geen voorstander van een westelijke ringweg. De lightrail is van belang op de langere termijn, net als de verbinding met de TGV in Luik en de Sappi-lijn naar Lanaken en in de toekomst naar Hasselt, en het station op of rond het huidige Sphinxterrein. Dan kan het treinverkeer over de Maas heen rijden en de binnenstad en de Belvédère bedienen. Kortom, de toekomst van verkeerstromen en vervoer van personen liggen in rail en aanverwante oplossingen. Een ringweg is geen oplossing voor fijnstof. Dat werkt eerder andersom. Maar het vervangen van een deel van het autoverkeer in rail, wel. Kijk maar naar de grote metropolen. Die hebben dezelfde oplossingen. Dat moet je in de toekomst ook doen in sterk verstedelijkte gebieden, uiteraard ook in regioverband. Dus de SP gaat niet akkoord met het commissieadvies over punt a, of motie 1 van de PvdA. Een andere oplossing is de aanplant van bomen. Vooral de Tongerseweg heeft prachtige bomen. Het draagvlak voor bomen zou kunnen toenemen door het plaatsen van bladerbakken. Bomen brengen overlast door vallende bladeren en omdat ze auto’s vuil maken. Dus ook op dat gebied is een kleine verbetering mogelijk. De SP complimenteert het comité met haar initiatief. Het is zeker geen overbodige luxe. Het is aan ons om de hand in eigen boezem te steken als het niet helemaal volgens onze verordening is gegaan. Wij moeten zorgen voor ondersteuning. Niet door de griffie zelf, maar onder beheer van de griffie, door mensen die daarvoor speciaal geëquipeerd zijn. DE HEER VAN WAGENINGEN: Voorzitter, D66 vindt het burgerinitiatief een goed instrument en vindt ook dat het goed en constructief is ingevuld. Wij sluiten ons aan bij het commissieadvies. Wij vinden het terecht dat het college daar ook al toezeggingen voor heeft gedaan. D66 zal controleren of die toezeggingen inderdaad worden uitgevoerd. Het burgerinitiatief heeft ook een kwestie op de bestuurlijke agenda geplaatst, die er nog niet op stond. Want die toezeggingen gingen vooral om een herprioritering van zaken waar we toch al mee bezig waren. Maar er is ook een nieuw punt: onnodig vrachtverkeer in Maastricht-West. Dat stond nog niet op de agenda. Wij vragen dan ook het college onderzoek te doen naar het aantal onnodige vrachtverkeerbewegingen op de uitvalswegen in Maastricht-West. De PvdA heeft hierover een motie ingediend, maar het is goed om te definiëren wat dan die onnodige bewegingen zijn. In de commissie was er ook nog wat verwarring over. Je moet dus goed aangeven, wat je wil onderzoeken. Dat zijn dus de onnodige vrachtverkeerbewegingen die noch hun vertrek noch hun eindbestemming in Maastricht hebben, of die Maastricht net zo goed zouden kunnen bereiken of uitrijden via de A2. Daarmee sluit ik me aan bij de VVD. De A2 moet de oplossing zijn voor het vrachtverkeer. Het onderzoek moet in kaart brengen hoe groot het probleem eigenlijk is en er moet een effectieve aanpak op gebaseerd kunnen worden. De initiatiefnemers van het burgerinitiatief hebben zelf al veel moeite gedaan om daarover informatie te verzamelen. Ze laten ook zien dat een onderzoek wel degelijk haalbaar is. Voorzitter, ik wil graag het college vragen of het bereid is om onderzoek te doen naar onnodig vrachtverkeer volgens de interpretatie, die ik net heb gegeven. Ik wil het college vragen om op korte termijn met resultaten te komen, zodat het nog in deze collegeperiode behandeld kan worden in de commissie Stadsbeheer, mobiliteit en grondzaken.
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 13
Voorzitter, mocht eruit komen dat er inderdaad een probleem is, is D66 bereid om maatregelen te ondersteunen om er iets aan te doen. Daarbij kunnen we kijken naar de goede ervaringen van andere steden, zoals Venlo met de Kaldenkircherweg. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Mag ik de wethouder uitnodigen om aan de bestuurstafel te komen antwoorden? WETHOUDER AARTS: Voorzitter, ik vrees dat er heel wat bomen gesneuveld zijn om al dit papier af te kunnen drukken. Maar het is nodig. Ik wil al eerste zeggen dat wij altijd bezig zijn met de problemen van onze stad. Los van de problemen die ons op deze manier bereiken. Wij zijn altijd bereid om iets te doen aan de problemen van de stad. Hoe ons die ook bereiken. Ik wil graag aansluiten op de opmerkingen die gemaakt zijn. Daarmee denk ik dat ik alle punten behandel. De heer Kramer heeft enkele opmerkingen gemaakt. Hij zegt dat er al veel aandacht is geweest voor de luchtkwaliteit. Ik ben het met hem eens dat dat nog niet genoeg is. Wij hebben zelfs een wettelijke verplichting om er nog van alles aan te doen. Daarom is het zeker niet toevallig dat wij met een actieplan en met onderzoeken komen. Dat heeft geen directe relatie met dit burgerinitiatief, maar wel met onze wettelijke verplichting en onze eigen wil om er iets aan te doen. Het is een probleem op de invalswegen. Er wonen 2200 mensen aan wegen waar de fijnstofconcentratie te hoog is. Wij willen naar 0 toe in 2010. Ik weet niet of we daarin slagen. Maar we hebben actieplannen. Wij hebben de afgelopen periode een beleid gevoerd waarbij verkeer gedirigeerd werd naar de hoofdwegen. Dat was het beleid in het kader van Duurzaam veilig. Daarmee wilden wij de woonbuurten ontzien. We moeten ons ervan bewust zijn dat er niet minder auto’s komen. Er komt meer verkeer. Wij wilden in Maastricht dan ook niet minder verkeer, maar we wilden de groei beperken. U weet dat de groei vrij hard gegaan is. En we weten, dat het nog meer gaat groeien. Dat staat ook in de nota Landelijke mobiliteit. Dat zijn de feiten. Ik wil hier dan ook niet de suggestie wekken, dat we het aantal voertuigbewegingen gaan terugbrengen. Dat is de wereld, waarin we ons nu eenmaal bevinden. Dat is niet typisch iets van Maastricht of de euregio. Dat is het geval in de hele wereld. Daarmee is het probleem niet minder. Wij moeten de overlast voor onze burgers zoveel mogelijk beperken. Maar daarbij kunnen we andere burgers in de steden om ons heen in de euregio niet wegcijferen. Ik ben het dus eens met de oproep om over de grenzen heen te denken. Sommige sprekers hebben gevraagd of het college met de euregio gaat praten. Natuurlijk doen we dat. Dat hebben we in het verleden ook al gedaan. Bijvoorbeeld toen het speelde met de A2. België wilde toen absoluut geen auto meer vanuit Maastricht. Ik heb al, samen met de burgemeester, een afspraak gemaakt met de heer Peumans om over deze problematiek te praten. Ik heb in het laatste Regionaal mobiliteitsoverleg in Meerssen met de portefeuillehouder daar gesproken en ik heb hem expliciet gevraagd om in het knelpuntenonderzoek de luchtkwaliteit mee te nemen. Ook het vrachtverkeer in onze stad is ter sprake gekomen. Moet dat een andere bestemming krijgen, provinciaal en over de grens heen? We moeten dat meenemen in alle discussies. Als wij hier in Maastricht vrachtverkeer omleiden, moet dat dan vervolgens door de kernen van Meerssen en Beek gaan rijden? Het probleem is niet gemakkelijk op te lossen. Wij hebben het in de stad over het niet verschuiven van de Tongerseweg naar de Via Regia en naar bijvoorbeeld de Statensingel. Zoiets geldt ook voor over de grens heen. Natuurlijk willen wij onnodig vrachtverkeer liever niet in de stad. Wij willen zo weinig mogelijk overlast. Maar het is te gemakkelijk om te denken dat ze dan maar via die andere gemeenten moeten rijden. Je moet daar samen over praten. Ook in het kader van de milieuoverlast. Want als auto’s tien of twintig kilometer om moeten rijden, betekent dat ook meer milieuverontreiniging. Dat zijn allemaal overwegingen. Ik maak nog geen keuzes, maar daarmee geef ik aan dat het niet gemakkelijk is. Ik heb in het Regionaal mobiliteitsoverleg gezegd: “Zorg dat we dit punt oppakken, want dit is een punt dat steeds terug zal komen, ook in het kader van de luchtkwaliteit.” Ik ben het dus eens met de oproep om dat breder te trekken. Maar daar horen ook mijn kanttekeningen bij. Over onderzoek van het vrachtverkeer, ik heb altijd geleerd dat onderzoek altijd goed is. Je wilt graag weten hoe het zit. Je kunt echter heel veel onderzoeken, maar je moet ook blijven kijken naar wat dat oplevert. Onderzoeken moeten oplossingen geven en vragen beantwoorden. Onderzoeken roepen soms nog meer vragen op dan ze antwoorden geven. Ik ben dus een beetje voorzichtig bij bijvoorbeeld onderzoeken naar bestemmingsverkeer. Ik wil het graag weten, maar ik wil ook weten
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 14
dat ik het kan overzien. Dan pas wil ik het toezeggen. Wat zijn de beste methodes, kan ik iets met het onderzochte? Al deze vragen wil ik de komende maanden gaan beantwoorden. Bij onderzoeken naar de luchtkwaliteit was er al het verzoek om ook daarnaar te kijken. Dus ik ga nu niet op een onderdeel zeggen dat we het zo gaan doen. We nemen dat mee in de komende onderzoeken. In december kunnen we dan met elkaar discussiëren over wat het nu moet worden en wat het op moet leveren. Ik kan het nu niet helemaal overzien. Maar de intentie om te doen, is er wel. MEVROUW GABRIËL INTERRUMPEERT: Voorzitter, december is over een maand. Hebt u dan al alle gegevens? WETHOUDER AARTS: Er is al een extern bureau bezig. Ik hoop dat ze op tijd hun werk af krijgen. Ik ga daarvan uit. Als het niet lukt, zal ik u dat melden. De heer Kramer heeft het gehad over het uitvoeren in 2006, het verkiezingsjaar. Ik vind dat we altijd ons best moeten doen. In de oorspronkelijke collegenota stond 2006/2007. Dat staat ook in brieven aan het actiecomité. Tijdens de commissievergadering toonde de heer Geelen een brief van oudwethouder Keymis, waarin hij expliciet 2006 noemt. Als hij dat heeft gezegd, moeten we ook alles eraan doen om dat in 2006 te doen. Het is nu de portefeuille van de heer Hoogma. Hij mag er nog op reageren, maar het college spreekt met één mond. Er zal een uiterste inspanning gedaan worden om niet alleen te beginnen in 2006, maar ook om het uit te voeren in 2006. Ik kan niet overzien of men daarin slaagt, maar ik vind dat we er alles aan moeten doen. DE HEER HOEKSTRA INTERRUMPEERT: Voorzitter, u gaat opknappen, zonder dat u eerst gaat onderzoeken of de fundamenten van de weg daarvoor geschikt zijn. Daarmee komt u aan onze motie. WETHOUDER AARTS: In de memorie van antwoord staat dat, daar waar de fundamenten onvoldoende zijn, deze hersteld zullen worden. Ik neem aan dat daarmee de dienst voldoende geïnformeerd is. Er wordt dus naar de fundamenten gekeken bij het opknappen van de Tongerseweg. Waar het nodig is, wordt dat plaatselijk hersteld. Verder is er nog iets gezegd over de ringweg, ook in de brief die nog gekomen is van de heer Kramer. Hij zegt dat in de presentatie van het externe bureau over het mobiliteitsplan eigenlijk niets gezegd is over de ringweg. Daar was ik ook verbolgen over, want ik had hen expliciet gevraagd om dat ook in de presentatie mee te nemen. Ik wil dan niet zo ver gaan dat dat een vorm van wantrouwen oproept. Ik heb hen daarna de les gelezen en gezegd dat dat meegenomen moet worden. De meeste fracties stemmen in met de memorie van antwoord. De PvdA had het nog over een vinger op de zere plek leggen, onderhuids. Ik geloof juist dat wij over de Tongerseweg heel veel en openlijk hebben gesproken. Dat men niet altijd tevreden is, is een ander verhaal. Maar wij hebben ons gehouden aan de besluitvorming van het college. Die collegenota’s zijn in de commissievergaderingen besproken. En daar hebben we steeds aan gerefereerd. En dat moeten wij ook. We hebben de studie naar de haalbaarheid van de ringweg al toegezegd. Ik heb graag weggetjes en wegen, die de problemen van Maastricht kunnen oplossen. De N78 in België is inderdaad een ringweg. Dat zou tot minder verkeer leiden op de Tongerseweg. Ik denk dat dat een illusie is. Ik denk dat dat tot meer verkeer leidt. Maar deze ringweg heeft meer betekenis dan alleen maar voor de Tongerseweg. Ik heb het al gehad over het doorgaande vrachtverkeer. Dat is een moeilijk thema. Ik denk dat het een prominent thema blijft de komende jaren. De burgers zullen ons daar ook kritische vragen over stellen. Om te bekijken of het verkeer dat hier niet hoeft te zijn, hier niet weg kan blijven. We moeten daar in samenhang naar kijken. Liefst met onderzoeken, maar daar praten we in december over. De VVD vraagt om de mogelijkheden te onderzoeken. Dat doen we. Wij willen dat ook graag weten. Ik ben het eens met uw opmerking dat investeren in steen uiterst sociaal is. We zien het steeds weer, de ene keer klaagt een rolstoeler over de kinderkopjes en de andere keer gaat het om de leefbaarheid. We kennen de problematiek bij de A2. Daar rijdt achtmaal zoveel verkeer als op plaatsen in Maastricht-West. Ik ben het er dus mee eens dat dat sociaal beleid is.
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 15
GroenLinks wil geen ringweg en geen tweede Noorderbrug. We gaan er nu niet over beslissen. We gaan het onderzoeken. Ik wil het oordeel daarover laten afhangen van de resultaten van het onderzoek. U was het verder eens met de beslispunten. Over de trillingen, wij hebben het er in de commissievergadering al over gehad. Er is geen norm om dat te meten. Maar we zijn het erover eens dat de weg slechts is. Als die weg gerenoveerd is, zullen de trillingen minder zijn. Ik wil verder best kijken naar een Park + Ride-lokatie. Wat daar de beste plaats voor is. Het gaan praten met de Belgische buurgemeenten heb ik al toegezegd. De Seniorenpartij Maastricht zegt dat we eerder hadden moeten luisteren. We luisteren goed en we geven ook een antwoord. Maar wij kunnen niet ieder verzoek inwilligen. We moeten ook staan, voor wat we doen. Wij luisteren wel, maar men is niet altijd tevreden met ons antwoord. DE HEER NELISSEN: Voorzitter, dat was ook de bedoeling, en dat heb ik ook gezegd, dat u nog beter luistert. WETHOUDER AARTS: Voorzitter, fijnstof is een thema. Maar ik wil ook een beetje tegengas geven in de discussie over fijnstof. De hele stad is niet één groot rampgebied. De overschrijding is slechts op een aantal wegen. De rest van de stad blijft binnen de wettelijke normen. We hebben het over 20 wegen en 2200 mensen, die er in 2010 wonen. Daarmee doe ik niets af aan onze intentie om er iets aan te doen. DE HEER HOEKSTRA INTERRUMPEERT: Voorzitter, ik vind het pijnlijk dat de wethouder dit zo zegt. Het gaat om 2200 mensen. Hij relativeert dat alsof dat de andere 118.8000 mensen wel daarmee kunnen leven. Ik vind dat niet terecht. 2200 mensen in deze stad leven in een situatie die niet veilig is. Wij moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat dat ook in orde komt. WETHOUDER AARTS: Nee, ik zei juist dat we er ook naar streven om dat aantal naar nul te brengen. Maar ik heb ook een plicht om de feiten aan u te melden. En dat is, dat de rest er, afgezonderd van pieken in de dagdelen, wel aan voldoet. De burgers moeten geen verkeerd beeld krijgen. Maar ik blijf benadrukken, en vanmiddag heb ik dat nog gedaan in een interview met de krant, dat wij tot het uiterste zullen gaan om dat op te lossen. Verder, ook als je aan de wettelijke norm voldoet, blijft fijnstof een slechte zaak. Stadsbelangen Mestreech wees er terecht op dat we allemaal onderdeel zijn van het probleem. Wij zijn allemaal mobiel en allemaal onderdeel van het probleem. Verder heeft Stadsbelangen Mestreech het over de haalbaarheid van een distributiecentrum voor de terugdringing van fijnstof. Er wordt al veel onderzocht. Ik weet niet of daar een distributiecentrum bij zit. Ik dacht het wel. Ik wil onderzoeken of een dergelijk centrum kansrijk kan zijn. U hebt heel concrete vragen gesteld over het busvervoer. U wilt een soort ringlijn van bussen naar het werk. Ik kan dat nu niet goed beoordelen. Ik denk echter dat dat te maken heeft met de eerder voorgestelde directbus: rechtstreeks van bepaalde wijken naar Randwijck, naar het werk. Dat project is destijds mislukt, omdat er te weinig gebruik van werd gemaakt en omdat er te weinig financieel draagvlak voor was. Wij hebben in deze stad een heel verfijnd bussysteem, één van de meest verfijnde in Nederland. Daar kunnen wel aanvullingen op plaatsvinden. Wij kijken daarnaar. De SP wil in 2006 starten. Ik vind dat we dat moeten proberen. Ook al is in de collegenota en andere stukken 2006/2007 genoemd. Verder, wij zijn met verkeersremmers op de Tongerseweg begonnen. Want ik heb me heel druk gemaakt voor de verkeersveiligheid voor deze stad. Ik heb dat destijds daar gedaan, maar er ook bij gezegd dat dat moet gelden voor alle invalswegen. En dat is gelukt. Het Rijk heeft toen een verkeershandhavingsteam opgericht om de nodige verkeerscontroles te doen. Dat werkt ook verkeersremmend, net als de geplaatste verkeersremmers. MEVROUW GABRIËL INTERRUMPEERT: Maar bedoelt u nu dat die snelheidsaanduiding blijft bestaan? Ik wil het even concreet hebben, voor de helderheid. WETHOUDER AARTS: Ik heb gezegd dat op alle invalswegen verkeerscontroles uitgevoerd worden door het verkeershandhavingsteam. Het convenant daarover gaat verlengd worden. Waar en hoe zij controleren, bepalen zij zelf. Ik neem aan dat de pas geplaatste snelheidsaanduidingen blijven bestaan. Er zijn ook geen plannen om de verkeersremmers weg te halen.
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 16
Verder, ik ben een groot pleiter van alle moderne manieren van mobiliteit. Naast bus, fiets, auto en bus zullen we ook lightrail moeten bevorderen in de toekomst, want het verkeer blijft groeien. De vraag over de bladermanden lijkt mij een commissievraag. Ik ben ook een groot voorstander van de aanplant van nieuwe bomen. Maar bomen worden in de verkeersmodellen, in relatie tot fijnstof, negatief geteld. Die hebben een negatieve invloed op de luchtkwaliteit. De bomen houden de lucht vast boven het wegdek. Maar de inzichten daarover veranderen. MEVROUW GABRIËL: Dat betekent dat er wat bomen uit moeten? WETHOUDER AARTS: Dat laten we over aan de deskundigen. De gedachte was dat aan een weg met gebouwen en bomen, de vervuilde lucht niet weg kan, naar boven niet en naar opzij niet. Maar bij de Tongerseweg staat een bos. Ik ben van mening dat dat wel degelijk positief werkt. MEVROUW GABRIËL: Dat zijn van die plekken waar je in eens een meter omlaag gaat omdat er kuilen in de weg zitten. WETHOUDER AARTS: Ja, nu is beloofd om het asfalt op de weg aan te pakken. Voor dat onderhoud wat u bedoelt, bestaat nog geen concrete actie. MEVROUW GABRIËL: Is het mogelijk om dat op te nemen? WETHOUDER AARTS: Ik kan niet in de beurs van de wethouder van Stadsbeheer gaan kijken. MEVROUW GABRIËL: Wethouder, ik denk dat we al een heel eind komen als we er serieus naar kijken en bekijken wat het kost. WETHOUDER AARTS: Dat is een van de discussiepunten met de Tongerseweg. Verder hebt u in de IBOR-systematiek afgesproken dat we dat stadsbreed moeten gaan bekijken, want het kan best wel eens zo zijn dat andere straten een hogere prioriteit hebben. Ik kan het nu niet beoordelen. D66 volgt het commissieadvies en de memorie van antwoord. Over het vrachtverkeer; laten we in december knopen doorhakken, over hoe we daar precies mee omgaan. Dan weten we meer. Dan de moties. De ringweg staat in feite al in de memorie van antwoord. We gaan dat bestuderen. DE HEER HOEKSTRA INTERRUMPEERT: De motie kan worden ingetrokken. WETHOUDER AARTS: Vrachtverkeer moet geweerd worden in de nacht, zegt u, in Maastricht-West. U vraagt om voorstellen hierover. Ook hier kijken we naar, en komen er in december op terug. Ik weet nog niet of het wel kan of niet kan en wat de mogelijkheden zijn. DE HEER HOEKSTRA: Dat betekent dus dat u in december komt met een voorstel of er onderzoek gedaan kan worden naar bestemmingsverkeer en transitverkeer. Het maakt natuurlijk wel wat uit of het verkeer van de Tongerseweg in Randwijck moet zijn of in de Beatrixhaven. WETHOUDER AARTS: Ik heb u juist uitgelegd dat we verkeer, dat niet in Maastricht hoeft te zijn, liever niet in Maastricht willen hebben. Maar ik heb u ook gezegd dat we dat euregionaal moeten bekijken. Er zijn nog zoveel vragen. We moeten dat zorgvuldig bekijken. Dan over de fundamenten van de Tongerseweg. U zegt dat u daarmee akkoord gaat. DE HEER HOEKSTRA: Ik wil dat advies intrekken. DE VOORZITTER: Alle drie de moties zijn hiermee ingetrokken. De moties zijn inhoudelijk overgenomen. Hebt u nog behoefte aan een tweede termijn? DE HEER VAN RENS: Voorzitter, ik stel vast dat deze gemeenteraad zich bewust is geworden van de problematiek van de Tongerseweg. Maar niet alleen van de Tongerseweg. Wij zijn
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 17
door dit burgerinitiatief met de neus op de feiten gedrukt, van hoe verkeer ons dagelijkse leven beheerst. De toekomst van het de stad staat op het spel. Nu blijkt eens te meer, dat de toekomst van Maastricht in het buitenland ligt. Dat hebben we ook zo verwoord in de Stadsvisie 2030. De problemen kunnen alleen euregionaal opgelost worden. Ik bespeur een overeenstemming in de gemeenteraad om dit force majeur aan te pakken. Dat is de verdienste van dit burgerinitiatief. Hulde aan deze mensen. Verder heb ik geen behoefte aan woordspelletjes, december 2006 of januari 2007. Op zeer korte termijn zal er iets met die weg moeten gaan gebeuren. Als we de weg grondig gaan aanpakken, kost dat 4,5 miljoen euro. Dat is niet erg, maar deze raad heeft dit niet opgenomen in de meerjarenbegroting. Voorzitter, ik wil u graag zeggen dat ik erkentelijk ben voor de manier waarop de raad met dit initiatief is omgegaan. Van de streep die we nu trekken, moeten we een startstreep maken. De finish moet zijn dat de burger weer vertrouwen heeft in de politiek en dat we een schone lucht hebben waarin we volledig mobiel kunnen zijn. MEVROUW THISSEN: Voorzitter, ik ben ook geen techneut. Het comité heeft in het verleden altijd gehamerd op trilling- en geluidoverlast. Er zijn verschillende mogelijkheden om daar iets aan te doen. Ik hoop dat daar het maximale uitgehaald wordt, zodat de mensen zo weinig mogelijk overlast hebben. WETHOUDER AARTS: Misschien is het goed om te zeggen dat, als de plannen ontwikkeld worden voor de Tongerseweg, ook de commissie geïnformeerd wordt over wat daar gaat gebeuren. MEVROUW THISSEN: Ik vind het prima hoor, maar wij zijn ook geen techneuten. We moeten een opdracht geven, zodat het optimale gedaan kan worden. MEVROUW GABRIËL: Voorzitter, de wethouder zegt toe dat hij met een plan van aanpak komt in de commissie SMM. Dat valt onder Stadsbeheer. Dit heb ik met de wethouder Hoogma buiten de notulen om besproken. Ik zeg het nu voor de notulen. DE HEER VAN WAGENINGEN: Voorzitter, voor ons is de uitkomst van het debat niet bevredigend. Er is alleen maar een herprioritering uitgekomen van dingen die al op de agenda van de gemeente stonden. Het comité heeft juist iets extra’s op de agenda geplaatst, wat nu niet genoeg uit de verf komt. En dat gaat over het onnodige vrachtverkeer in Maastricht-West. Wij vragen u om daar onderzoek naar te doen en niet te wachten of er wel een onderzoek moet gebeuren. Dat scenario gaat tot afstel leiden. De provincie heef al tellingen gedaan op de Via Regia, de Brusselseweg en op de Tongerseweg. Deze wegen zitten in de categorie van 1500 vrachtverkeerbewegingen per etmaal. Dat is veel, we vragen er dus niet voor niets om. We moeten echter eerst weten of dat onnodige vrachtverkeerbewegingen zijn. Dat moet onderzocht worden en men moet niet eerst gaan nadenken over of het wel onderzocht moet worden. Bent u daartoe bereid? DE VOORZITTER: Dank u wel. Tot zover uw tweede termijn. Het woord is aan de wethouder WETHOUDER AARTS: Voorzitter, volgens mij heb ik de vragen uitvoerig beantwoord. Ik vind het prima om deze dingen te onderzoeken. Maar we bekijken dit soort dingen al in het kader van de luchtkwaliteit. Daarbij bekijken we welke onderzoeksmethoden mogelijk zijn, wat je daar, al of niet juridisch, mee kunt, de haalbaarheid, de kosten en dergelijke. Dat wil ik eerst allemaal weten voordat ik “ja” zeg op een concreet voorstel. Dat moet u ook zelf willen. U wilt toch ook de effectiviteit weten van deze onderzoeken en dergelijke. Als er kansen liggen, moeten we het doen. Maar ik stel voor om even te wachten met de beslissing. Dan hebben we al die parameters op een rij. We moeten ook geen valse verwachtingen wekken. DE VOORZITTER: Goed, ik denk dat met de laatste opmerking van de wethouder de discussie is afgerond. Ik stel vast dat er geen moties meer zijn ingediend. Ik leg u nu voor om in te stemmen met de beslispunten op de wijze zoals ze in de memorie van antwoord verwoord staan. Kunt u daarmee instemmen?
A
Handelingen 8 november 2005
B no. 9 - 18
DE HEER JONGEN: Voorzitter, ik wil een stemverklaring geven. Voor wat betreft punt c wenst D66 de kanttekening te maken dat zij vindt dat er op zeer korte termijn een onderzoek moet plaatsvinden. Met die kanttekening kunnen wij instemmen met de memorie van antwoord. DE VOORZITTER: Dan stel ik vast dat u akkoord gaat met de aanpak. Verder, morgenavond staat de nabespreking geagendeerd over dit burgerinitiatief in het presidium. Ten slotte, en ik zeg dat ook tegen de initiatiefnemers, wil ik u zeer prijzen voor de manier waarop u dit hebt opgepakt. Misschien dat u nog wat gemengde gevoelens hebt, maar ik denk dat er heel wat bereikt is. Ik wil u vragen om het goed te blijven volgen. Spreek daarvoor de politieke partijen aan, maar daar weet u de weg wel naar te vinden. Wij zullen in ieder geval het besluit dat vandaag genomen is, publiceren en toelichten in De Maaspost. Dan kan iedereen kennis nemen van de resultaten van het initiatief. Tot slot wil u bedanken voor uw inbreng en uw grote betrokkenheid. Dan wil ik voorstellen om de interpellatie te behandelen voor de dinerpauze. Oké. 2.
Initiatieven van de raad
2.1
Interpellatie op verzoek van de heer Van Rens (CDA) naar aanleiding van artikel “Een echte Sjeng” in HP/De Tijd van 21 oktober 2005 DE VOORZITTER: De heer Van Rens heeft dit verzoek gedaan. Hij wil de stellingen die geuit zijn in HP/De Tijd over vermeende voorkeursbehandelingen in deze raad aan de orde te stellen. Er is eigenlijk niet echt sprake van een interpellatie. Want dat zou gaan tussen de raad en het college. Het is dus meer een debat. Ik wil de volgende volorde afspreken. De heer Van Rens licht toe. Hij moet daar in drie minuten mee klaar kunnen zijn. Ook de heer Nelissen en mevrouw Gabriël krijgen minstens drie minuten. Daarna kunnen anderen nog reageren. DE HEER VAN RENS: Voorzitter, als je een dergelijk artikel onder ogen krijgt, en het CDA wordt in dat artikel rechtstreeks aangesproken, kan het niet anders zijn, dan dat ik in deze arena hier mijn ongenoegen kwijt moet. In dit artikel staan twee personen van deze raad genoemd. Die spreken twee dingen uit. Op de eerste plaats de vermeende partijdigheid van onze voorzitter. Ten tweede dat het vooral het CDA ten goede zou komen. Een ander aspect, daar wil ik mee beginnen. Ik citeer letterlijk mevrouw Gabriël: “Op de tv komt hij altijd heel serieus over. Maar als we elkaar in de raadzaal spreken, zit hij vaak aan mij te pulken. Het gaat er heel warm en amicaal aan toe.” Voorzitter, ik heb dat hier nooit kunnen vaststellen. De voorzitter van de raad van Maastricht wordt hier aan de schandpaal genageld. Bij het CDA hebben we de heer Lubbers. Die kan u van alles vertellen over wat dat allemaal kan betekenen. MEVROUW GABRIËL INTERRUMPEERT: Doet u dat dan ook. DE HEER VAN RENS: Ik wil dan ook van die uitspraak afstand nemen. Dit kan niet in deze raadzaal. Leden die dat wel doen, daag ik uit om dat te herroepen of er met ons over in debat te gaan. Dan punt twee. “Grote partijen krijgen veel meer tijd dan de kleine. Dan staat het CDA weer eindeloos te praten. Ik ga dan buiten de raadzaal een sigaret roken. Na drie kwartier zijn ze nog steeds aan het woord. Als wij uiteindelijk het woord krijgen, krijgen we te horen dat we nog maar een paar minuten hebben.” Mevrouw Gabriël, dit is pertinente onwaarheid. Verder zegt u publiekelijk dat in een democratisch land, het volgens democratisch recht gesproken woord, de vrije meningsuiting, u niet interesseert. U zegt dat u dat niet wil horen. Ik kan dan alleen maar concluderen: “Zo zijn vele dictaturen in Europa begonnen.” Door het vrije woord niet te willen horen. En dat kan niet. Ik verwacht van u zondermeer dat u dat rechtzet. Mijnheer Nelissen, u gaat daar ook nog in mee. DE HEER NELISSEN: Voorzitter, daar maak ik bezwaar tegen. U moet het goed citeren.