A. FOUTENTYPOLOGIE
Nu het spellingsysteem en het spellingproces in grote lijnen zijn beschreven kunnen we overgaan tothet opstellen van een foutentypologie. Hieronder'wordt het geheel van criteria verstaan, dat dient als mtgangspunt voor een kwalitatieve foutenclassificatie. Ons uiteindelijk doel is immers meer zicht te krijgen op het foutenpatroon en het spellinggedrag van de zwakke SP
BiThet opsteUen van de criteria voor de foutenclassificatie wordt uitgegaan van de beschrijving van de orthografie, zoals die in hoofdstuk 2 heeft plaatsgevonden. Het onderscheid ongemarkeerdlgemarkeerd wordt ook als uitgangspunt voor de typologie genomen, omdat hiermee aUe orthografische kwesties ingedeeld kunnen worden. Bij hetclassificeren van de fouten kunnen wedan zien of we te maken hebben met een fout tegen een gemarkeerd(e) of een ongemarkeerd(e) teken(combinatie). Ongemarkeerd . . Een ongemarkeerd teken is dat schriftteken dat in eerste instantie afgesproken is voor het weergeven van een klank (b.v.: d voor [d]). Bij ongemarkeerde klank-tekenkoppelingen representeren de letters op ondubbelzinmge wijze de klanken van het woord. Geen ander principe dan derelatie met de klankbepaaltde schrijfwijze (fonetisch principe). Met betrekking tot het spellingproces zijn ongemarkeerde gevallen die foneem-grafeemkoppelingen die in de fase van het aanvankelyk spellen worden geleerden waarbij despeller 'ophet gehoor' kan speUen. Gemarkeerd Een gemarkeerd teken is gemarkeerd door de 'afwijkingen van het zuiver fonetisch principe. Deze afwijkingen hangen onder andere samen met de context waarin de klanken staan en de hiervoor besproken spellingpnncipes (gelijkvormigheid, analogic etymologie). Met betrekking tot het spellingproces zien we bij de gemarkeerde gevallen dat de speller ietsextra's moet doen: een regel toepassen of een bepaald segment inprenten. Het volgende schema(p.90) geeft het voorgaande samenvattend weer. In de meeste woorden komen ongemarkeerde en gemarkeerde tekens naast elkaar voor en maakt de speller gebruik van meer strategies. Meestal bestaat een woord uit meer ongemarkeerde dan gemarkeerde elementen.
89
ONGEMARKEERDHEID
GEMARKEERDHEID
SPELLINGSYSTEEM
SPELLINGSYSTEEM
de schrijfwijze wordt bepaald door derelatie metdeklank (een-opeen-relatietussenklanken teken)
i fonetisch principe: flits, schrik,herfst, huurhuis, meubelstuk,smoesjes, plaatstaal
SPELLINGPROCES 'Op het gehoor' spellen:de klanken worden in dejuistevolgorde door de(ineersteinstantie afgesproken) tekens weergegeven.
90
deschrijfwijze wordt bepaald door andereprincipes danhet fonetische:
a.context:deomgeving van de klankvormtdeconditie voor de schrijfwijze: paprika, prograrona, bank, lantaarra b. morfologie: hetprincipevan de gelijkvormigheid en analogie bepaaltde schrijfwijze: meelopen, opzien, groove, dorpsweg c. syntaxis:degrammaticale functie inde zin ismedebepalend voor de spelling: hijwordt,wachtten, interpunctie d. semantiek:zuiver semantische informatie werktin de spelling door: hererahoed,Willem e. etymologie:devroegerevorm van hetwoord bepaaltdespelling: pemzen,kny't,totlet,chauffeur
SPELLINGPROCES Niet 'ophet gehoor' spellen:de spellermoetiets 'extra's'doen: - regels toepassen (a,b,c,d) - woord(delen)inprenten (e)
Kijken we we dat he! keerde tel systeem v matigerd< gemarkee Bij een zt de spellir Turks of1 In de vo beschreve het spelli speller bi maken, k matige z; omdat op altijd inte In teg( zaken du pas funct
1. Onge Bij de 01
die norrr toegepas a. foneer
iRDHEID YSTEEM rdtbepaald door inhet foneti-
ring van de Dnditievoor de ma, bank, rincipevan de en analogie wijze: , groo«e, maticale functie bepalend voor HI, interpunctie semantische indespelling
oegerevorm jaaltde spelet,chauffeur
ROCES spellen:de tra's'doen: a,b,c,d) r enten (e)
Kijken we in absolute zin naar de tekens die voor kunnen komen, dan zien we dat het aantal gemarkeerdetekens veel groter isdan het aantal ongemarkeerde tekens. Dit geeft aan, dat de moeilijkheidsgraad van ons spellmgsysteem vrij hoog ligt. In het algemeen kan gesteld worden dat hoe regelmatiger detaal gespeld wordt (hoe meer ongemarkeerdetekens, hoe minder gemarkeerde tekens) hoeeenvoudiger despelling van detaal wordt geleerd. Bij een zeer onregelmatig gespelde taal als het Engels levert het leren van de spelling meer problemen op dan bij regelmatig gespelde talen als het Turks ofhet Italiaans. In de volgende paragrafen worden de verschillende spellingcategorieen beschreven. Aan deze beschrijving worden per categorie opmerkingen over het spellingproces gekoppeld. Door aan te geven van welke strategies de speller bij de verschillende orthografische kwesties moet (of kan) gebruik maken, krijgen we een beter zicht op de fout. Wei is het zo,dat de procesmatige zaken nog niet in de foutenclassificatie verwerkt kunnen worden, omdat opmerkingen over mogelijk foutief verlopen (deel)processen vnjwel altijd interpretatie met zich meebrengen. In tegenstelling tot de orthografische kwesties, worden de procesmatige zaken dus niet rechtstreeks gebruikt voor de foutenclassificatie. Ze worden pas functioneel bij de fouteninterpretatie. 1. Ongemarkeerde gevallen Bij de ongemarkeerde gevallen gaat het om foneem-grafeem koppelingen, die normaliter (als ze dus niet door een of ander principe gemarkeerd zijn) toegepast worden.De ongemarkeerde gevallen kunnen verdeeld worden in: a. foneem- grafeem: [a] a (kar) [e] e (pet) [I] i (pit) M o (pop) [a] u (put) [a] e (de) [b] b (bed) [d] d (daar) [f] f (fijn) M g (gaan) [h] h (hip) [k] k (kaas)
[p] P (peper) [s] s (saai) [t] t (tegen) [v] v (veel) [z] verzamel [m] m (man) [n] n (naar) [1] 1 (lang) [r] r (rok) [j] J (Jurk) [w] w (waar) .[•u] w (ruwe)
91
naar de ling ring.
b.foneem - grafeemcombinatie [a] aa (laat) [e] ee (weet) [i] ie (liet) [o] oo (koo [y] uu (minuut) [u] oe (koek)
[0] eu (deun) [Ay] ui (huis) [J] sj (meisje) fo] ng (lang) [p] nj (oranje)
Opmerking:Detekensvoor [x],[a.]en [au]zijn hiernietopgenomen, omdathet gemarkeerdetekenszijn;zewordeneldersbehandeld. Deze ongemarkeerde gevallen passen de regel van de beschaafde uitspraak toe. Het gesproken woord is het uitgangspunt. Het woord moet gesegmenteerd worden in fonemen en deze fonemen moeten vervolgens in de juiste volgordevan links naarrechtsdoor lettersweergegeven worden. De spellingtaken voorde ongemarkeerde gevallen Op het eerste gezicht lijkt het kunnen toepassen van het fonologisch principe door middel van sequentiele regels een vrij eenvoudig principe.De speller moet hiervoor echter aan een aantal voorwaarden voldoen. Vervolgens zalhij/zij overeen aantaldeelvaardigheden moeten beschikken. Voorwaardenvoorhetkunnen toepassen vanklank-tekenkoppelingsregels: a. redelijk functionerende auditieve functies: het kunnen discrimineren van geluiden en sequenties van geluiden en klanken is een voorwaarde; ook speelt het auditief geheugen eenrol bijdeze strategic b. redelijk functionerende visuele functies: een leerling moet onderscheid kunnen maken tussen letters en letterachtige symbolen en clusters van symbolen. c. redelijke temporele orde-waarneming en geheugenfunctie: het accent ligt hier op het onthouden van de juiste volgorde van klanken en geluiden. Dumont (1984: 110-111) zegt, dat het inmiddels voldoende is aangetoond, datinframodale (auditief-auditief) enintermodale (visueel-auditief en v.v.)ordeningstaken samenhangen metlezenen spellen. Vellutino (1977, 1979) heeft aangetoond dat vooral de verbale taken belangrijk zijn: het sequentieren van taal levert moeilijkheden op,niet zozeer het sequentieren op zichzelf. Anderen menen, dat het sequentieren zelf een zodanig centrale activiteit is, dat het probleem daar gelokaliseerd moet worden. Een definitieve uitspraak is nog niet goed mogelijk. Verder dient bij verbale taken het geheugen niet veronachtzaamd te worden. Deze verwevenheid maakt hetmoeilijk het ene aspect belangrijker te achten dan het andere. Dumont geeft wel aan, dat recent onderzoek meer en meer wijst
92
De eigenlijk Fonemisc herkennei (inclusief een verse teherkeir Foneem-^ Specifiek Hiertoe r en op de ervan.Ee en kleine wordeno Bij de foi leggen v< derlijke \ vasthoud poreel va links naa hanteren heid tezi Naarmate de reproc dat de I beschikb. den van van links Bij het si den) zijr eist dan< mische a lende kk en in de spellers ^ voeginge het volge dat deze moeilijkl foneem-g
>$ ^ ^ i s j ^ , ^ ^ ; ^
naar de linguistische taak als centrale taak en het centrale punt van verstoring. Deeigenlijke taken voor deongemarkeerdegevallen zijn: Fonemische analyse: herkennen van fonemen (en van verschillende allofonen) in een woord (inclusief overgangsklanken). Binnen deze auditieve analyse bestaat er een verschil in moeilijkheidsgraad: de /r/ in braad is b.v. gemakkelijker teherkennen dande/r/inbaard. n,omdathet
ie uitspraak gesegmenin de juiste
isch princi>e.De spelVervolgens ingsregels: lineren van /aarde; ook mderscheid lusters van accent ligt i geluiden. : is aangejel-audirief taken beliet zozeer ;n zelf een eerd moet jrder dient Deze veren dan het neer wijst
Foneem-grafeem koppeling: Specifieke symbolen moeten nu aan de fonemen gekoppeld worden. Hiertoe moet de speller deze symbolen en symboolcombinaties kennen en op de hoogte zijn van de verschillende representaties (allografen) ervan. Eenextracomplicatiehierbij ishetonderscheiden van hoofdletters en kleine letters. We zien vaak dat deze allografen door elkaar gebruikt worden opplaatsen waarditnietcorrect is. Bij defoneem-grafeem koppeling wordt verdereenberoep gedaan op het leggen van spatieel-temporelerelaties. Hiertoe moet de speller de afzonderlijke fonemen in de juiste volgorde in het korte-termijn geheugen vasthouden. De volgorde vande klanken in het gesproken woord is temporeel van aard, terwijl de speller bij het schrijven de letters spatieel van links naar rechts moet ordenen. Bij zwakke leerlingen blijkt het kunnen hanteren van deze spatieel-temporele relaties niet zelden een moeilijkheid tezijn (Bakker, 1971). Naarmate de koppeling tussen foneem en letterteken hechter is, vereist de reproduktie van de letters minder aandacht. Het is van groot belang, dat de herinnering van de lettersymbolen automatisch verloopt. De beschikbare aandachtscapaciteit kan dan benut worden voor het vasthouden van de afzonderlijke fonemen en het weergeven van deze fonemen van links naarrechtsoppapier. Bij het schrijven van meer fonemen achter elkaar (woorddelen of woorden) zijn dezelfde vaardigheden vereist. De foneem-grafeemkoppeling eist dan echter nog meer van de speller: hij/zij moet omvangrijkere fonemische analyses maken en meer achter elkaar. Ook moeten de verschillende klankgroepen goed onthouden worden en met de juiste symbolen en in de juiste volgorde weergegeven worden. Dit blijkt voor zwakke spellers vaak heel moeilijk te zijn: we zien dan ook weglatingen en toevoegingen van woorddelen en hele woorden. Deze gevallen worden in het volgende samengesteldefoneem-grafeem-koppelingen genoemd omdat dezelfde vaardigheden noodzakelijk zijn (alleen met een hogere moeilijkheidsgraad) als bij de hiervoor beschreven enkelvoudige foneem-grafeem-koppelingen.
93
Het goed beheersen van de foneem-grafeemkoppelingsregels (fgk) (en de deelvaardigheden) biedt de leerling een goede mogelijkheid om de schrijfwijze van de ongemarkeerde woorden te leren. Steeds zal de speller hierop terug moetenvallen,metnamebij hetleren van nieuwe,onbekende woorden Ook fungeren deze vaardigheden als controle-instantie alsde speller reeds is overgegaan op het reproduceren van woordbeelden. Dat er een overgang plaatsvindt van fgk-strategie naar visueel-motorische strategie naarmate de speller ouder wordt, is aangetoond. Zoals we zagen hebben verschillende onderzoeken (o.a. Reitsma, 1983) voor het lezen aangetoond, dat de woordbeeldstrategie alvrij sneleen rol gaat spelen. Hetis bekend,dat het lezen wat dat betreft voorloopt op schrijven. Er moet nog onderzoek gedaan worden naardeovergang vanderegelstrategie naardevisueel-motorische strategie Deze overgang betekent, dat voor de gevorderde speller derelatie tussen de spelling en de fonologische vorm erniet zoveel toe doet. De een-op-eenrelatie tussen klank en teken wordt langzaamaan vervangen door een eenop-een-relatie tussen gesproken woord en geschreven woord. Wei treedt er als het goed is tijdens en na het schrijven een vergelijking op van het bewegmgspatroon met de klank-teken-koppelingen. We zien dan dat fouten tijdens of vlak na het schrijven verbeterd worden. Ook komt het voor dat er een bewuste controle achteraf is.Dan hoeft de aandacht namelijk niet meer verdeeld te worden tussen de spelling en de andere onderdelen van de taak (onthouden van de zin, stijl, inhoud). Uit deze paragraaf kunnen nu de volgendetypologische criteria worden afgeleid:
de hei
Zal
In; eer; Vec voc me anc ges reg Ge
ONGEMARKEERDEGEVALLEN: ENKELVOUDIGEFONEEM-
SAMENGESTELDEFONEEM-
GRAFEEMKOPPELINGEN
GRAFEEMKOPPELINGEN
foneem-
foneem-grafeem
grafeem
combinatie
Vo<
2. Gemarkeerde gevallen Het aantal gemarkeerde gevallen is veelvuldig. Het zijn die gevallen waarbij de een of andere orthografische wetmatigheid de "normale" foneem-grafeemkoppelmg belemmert. In een aantal gevallen is de klank-tekenkoppeling op een speciale manier gemarkeerd (gemarkeerdheid door context) of wordt er geabstraheerd van watje hoort (gemarkeerdheid door morfologie syntaxis en semantiek). Ook komt het voor dat de relatie tussen klank en teken helemaal niet meer relevant is (gemarkeerdheid door etymologie) In
94
Uit
(fgk) (en de >mde schrijfspeller hierop :ndewoorden. peller reeds is een overgang : naarmate de verschillende dat de woord:het lezenwat sdaan worden hiestrategic relatie tussen e een-op-eendoor een eenWel treedt er van het bewedat fouten tijet voor dat er >lijkniet meer ;nvan de taak len nu de vol-
NEEM-
de volgende paragrafen worden de verschillende v a r u m van gemarkeerdheiden de gevolgen daarvanvoorde spelling besproken.
2.1. Gemarkeerdheid door context In sommige gevallen vormt decontext deconditievoor gemarkeerdheid. In fen b 3 d e omgeving worden klanken op een andere mamer geschreven^ S K e regels tie daardoor ontstaan arbitrair (men had even goed loo ee^ a n t e e schrijfwijze kunnen kiezen en in eerdere taalfases heeft men dlt ook gedaan) De gemarkeerdheid door de context is er onder X f d e L t a i dat overeeLmstige fonemen op verschillende manieren ^ f S L e n worden. Daar komt nog eens bij dat deze condition^ regels ook nog uitzonderingenen speciale gevallen kennen. Gemarkeerdheid doorcontextmanifesteert zich in: n n P reeel van de vocaalverenkeling: - ein gjspa^en klinker wordt met een letterteken geschreven alsdeze aan heteindvaneensyllabe(enaanhetwoordeinde)staat. Een S s p 2 e n klLker wordt met twee lettertekens geschreven als deze n S In het eind van een syllabe staat. Dit is conform de ongemarkeerde g e X - In de foutentypologie wordt een font tegen dit^aatste^pnncipe bij de ongemarkeerde gevallen genoteerd. Door de regel van de vocaatverSceling worden de gespannen klinkers die niet aan het eind van een lyUate ^ a n in feite ook contextgevoelig. We zien dan ook dat daar by veelleerlingen daardoor verwarring optreedt. Voorbeelden vanvocaalverenkeling zijn:
3EN
[al [el ffl [o] [y]
evallen, waar" foneem-grak-tekenkoppeor context) of )r morfologie, ssen klank en tymologie). In
laten,na; geven, Chinese; vitrme; kopen,Venlo; muren;
"
^ morfemische analyse: in b.v. Heelal en ^ ™ d t £ L e i van de vocaalverenkeling niet toegepast, omdat de morfemische analyse dit verhindert. Fouten tegen dit morfemische principeworden bij gemarkeerdheid door morfologie genoteerd. - verkleinwoorden: om verwarring met de ongespannen vocaal te voorkomen schrijven we toch tweetekens in b.v. steetje, autootje, paraplwwtje en laatje, skietje;
95
- voor chworden gespannen vocalen meteen dubbel letterteken geschreven (b.v. loochenen). Fouten tegen deze spellingconventie worden bij etymologie ondergebracht. - de [e]schrijven wein sommigegevallen {zee, mee)mettweetekensom verwaningmetdesjwa(ze,me)tevoorkomen; hetmorfologischprincipe(gelijkvormigheid) zorgterdaarnavoor,datdezeschrijfwijze gehandhaafd blijft in samenstellingen en afleidingen (tweede, overzeese).Foutentegenditlaatsteprincipewordenbijgemarkeerdheid doormorfologie genoteerd. - [i:]:dei/ie-beregelingisvrij ingewikkeld, omdatvierprincipes(ongemarkeerdheid,gemarkeerdheiddoorcontext,morfologieenetymologie)bijde spellingbetrokkenzijn.Inhetschemaoppagina98isditweergegeven. b. Deregelvandeconsonantverdubbeling: - na een ongespannen klinker, die door een consonant wordt gevolgd die niet aan het woordeinde staat, volgt in de spelling tekenverdubbeling. Voorbeelden: hebben,hadden, hakken, pappen, lassen, zitten, Emmen, mannen, va/ten,porren. Ookhiergeldtdeprioriteitvandemorfemische analyse:deregelvande consonantverdubbeling wordt b.v.niet toegepast bij lafaard en domoor. Fouten tegen dezeregel worden ondergebracht bij gemarkeerdheid door morfologie. Zoalsbekend volgtnadesjwa geen consonantverdubbeling; dit heeft te makenmethetfeit datdesjwazichandersgedraagtdandeongespannen klinkers. Bij onmiddellijk zien we echter welconsonantverdubbeling na de sjwa; dit heeft te maken met de morfologische structuur van dit woord,datbestaatuithetgrondwoord middelenhetvoor-enachtervoegsel on- en -lijk.Fouten tegen dit principe worden ondergebracht bij gemarkeerdheid door morfologie. Voorderegels ondera.en b.geldt,datzenaasthet'gebod'ookeenverbod inhouden.Fouten tegen dekeerzijde van deregel worden ookwel'overgeneralisatievanderegel'ofhypercorrectiesgenoemd.Zewordenbijdecategoriewaarderegelondervalt,ondergebracht (metaanduidingvandehvan hypercorrect.Enkelevoorbeelden zijn: Schoo//ieren: Schoo: fouttegenderegelvandevocaalverenkeling //ieren: hypercorrectgebruik vanderegelvande consonantverdubbeling (waarschijnlijk alsgevolgvandevorigefout) voetfen: hypercorrectgebruikvanderegelvandeconsonantverdubbeling. Methetduidenvanhypercorrecties moetenwevoorzichtig omspringen.De redenatie dat de fout 'schoollieren' een hypercorrect toepassen is van de
96
•""."V«•«(*#¥•Sffc
;n geschreworden bij tekens om sch princizegehand?ese).Foumorfologie (ongemarogie)bij de ;geven.
evolgd die •dubbeling. i, Emmen, gel van de n domoor. iheid door lit heeft te gespannen bbeling na or van dit chtervoegsbracht bij
:en verbod tl 'overge>ijdecatende h van
dubbeling
ubbeling. ingen. De is van de
'prioriteit van de morfologische structuur' ('school' en 'lieren') voert te ver. We moeten blijven uitgaan van wat de leerling had moeten doen, om het woord correct teschrijven. In dit geval isdat het toepassen vanderegel van de vocaalverenkeling. De invalshoek van de morfologische geleding is te interpretatief en mag niet in defoutenclassificatie binnen sluipen. Inde fase van de analyse moeten wezo dicht mogelijk bij het systeemblijven. Strategie-onderzoek zal vervolgens uitwijzen waarom de leerling deze fouten heeft gemaakt en waarop de hypercorrecties zijn gebaseerd. (Zie hoofdstuk 5.3 voor algemene opmerkingen overhetnoteren van 'hypercorrecties'). c. Speciale gevallen: Bij de beschrijving van de klanken in het vorige hoofdstuk hebben we gezien, dat een aantal fonemen eveneensdoordecontext geconditioneerd wordt: - [y]voor [v]inb.v. rww; - [v]voor [r]inb.v.wreken; - [TI]voor [k]en [y] wordt gespeld als n,in b.v.bank en bingo. - [a] na [r]en [1]:wordtniet geschreven: arm,half - de halfvocalen [j] en [v] tussen gespannen vocalen komen als verplichte klankvoor, maarworden niet gespeld:pioen,januari; - klankverkleuring voor [r]:enkele voorbeelden: eerste:de [e:]voor [r]'verkleurt' tot[I]; verkleurde: de [0]voor [r]'verkleurt' tot [ce]; Klankverkleuring komtuitsluitend voor [r]voor en isdus ook contextueel bepaald; d. Tremaplaatsing: - het deelteken (trema) wordt geschreven op het tweede van twee opeenvolgende klinkertekens van eenzelfde woord ter voorkoming van een onjuiste uitspraak. Het plaatsen van een trema wordt dus ook geconditioneerd door decontext; enkele voorbeelden: zeeen,geillustreerde, olien; e. Weglatingsteken: In sommige gevallen vormt de context ook de conditie voor plaatsing van het weglatingsteken: - bij eigennamen eindigend op een sisklank in geval van genitiefgebruik: Frits'boek,VanHeutsz' veldtochten; - voor de -s van meervouds- en genitiefvormen die men anders ten onrechte met een gedekte klinker zou kunnen lezen: b.v. in opa's, baby's, menu's,piano's enz.; - onder bepaalde condities (als de woorden uit een teken bestaan, bij afkortingen,bijzeerongewonemeervoudsvormen)voordeuitgangen vanmeervouden en genitieven:b.v.:d's,N.V.'s,h.b.s.'er, 'smorgens,'s-Gravenhage. 97
Toelichting
Schematische weergave van de i/ie-beregeling.
Geslotens; De [i:]ing
0:3
ongemarkeerd
le verdriet giet plezier riem zestien verlies gerief vlieg muziek actief wiel subliem griep iets
98
1 woordeinde
opensyllabe
geslotensyllabe
vocaalverenkeling
geenvocaalverenkeling
beklemtoond
beklemtoond
morfologische grondvoraiop'ie'
le artikel kilo liter alinea cnsis discipelen directrice vitrine Ula minimum piramzde machine
actieveling gieten kievit mieren nvieren driefin (n)iemand iedereen pionieren minieme verliezen spiegelen
ongemarkeerd
xe fobie provincie remedie geografie biologie monarchic apathie jonkie balie actie manie fotokopie kanarie fantasie premie andijvie wie dyslexie poezie
Open sylla Inopen sy' a. regel vi [i:]. De zouden den ecr ook vo zeerfr( tigheid b. een aai grondv heidd( tegen( logie'. Woordeir Aan het' ongemar] gevallen echternil De vee bepaalde vocaalve gemarke voor gel 'context' niet freq Het volf ceerdw< i/ie: gesl ope WCH
onklemtoond
vocaalverenkeling
activeren vjtrine ljru'aal mmimaal directrice pionieren piramide minieme
alibi merci midi maggi Delphi safari anti dividivi
kaki juli bami mini scampi quasi kiwi taxi
* De k< 'gemark niveaus keuzeg quent:'i Ook in iedereei alseen, teemze danook temine
Toelichting bij het schema: Gesloten syllabe: De [i:]in gesloten syllabewordt ongemarkeerdmet ie gespeld. Open syllabe: lordeinde
markeerd
le obie rovincie jmedie eografie iologie lonarchie pathie Hikie alie ctie lanie Jtokopie anarie mtasie remie ndijvie ie yslexie oezie
Ti] Deze woorden zijn overwegend etymologisch bepaald en om die xeden zouden we ze bij 'de gemarkeerdheid door etymologie' kunnen zetten. Ze wordenlchter Sspeld volgens de Nederlandse regel vande vocaalverenkeling (die S v o o k S P b i j W . M . [e], [y]). Omdat de spelling I (in open fctte^eep) zeer frequent voorkomt, is er in de classificatie voor gekozen om de regelmatieheid van deregel' v66rtelaten gaanopde etymologie. b een aantal (veelal oorspronkelijk Nederlandse) woorden heeft een morfologisch Sondwoord op ie en behoudt op basis van het principe van de ffW™™* \S& de spelling ie in open lettergreep. De klemtoon hgt steeds op [i:] Fouten tegen deze woorden worden ondergebracht bij de 'gemarkeerdheiddoor morfologie'. Irnhetwoordeinde zien we overwegend fe-spelling; dit is in het Nederlands de ongemarkeerdevorm.De achtervoegsels waar de iedeelvan uitmaakt zijn in vee g e S etymologisch bepaald (actio, fantasie). De etymologie zit in dit geval echterniet in deie.maar indeconsonantdieervoor staat (-ne.-sie.-xie). De vSiminder voorkomende speffing met i zien we uitslurtend m etymologisch bepaaiS woorden. Bij deze laatste groep gaat de Nederlandse regel van de vocSSrenkeling (toevallig) weer op. Omdat bij de Spelling de etynx*w»cbe g S k e e r d h e i d echter veel duidelijker op de voorgrond treedt, is er in dit geval ?o^ge?ozen om in de foutenclassificatie 'etymologie' voor te laten gaan boven •context', mede omdat de i-spelling aan woordeinde de mtzondenngsvorm is en nietfrequent voorkomt* Het volgende overzicht geeft samenvattend weer hoe fouten tegen i/ie geclassificeerd worden: i/ie: gesloten syllabe open syllabe woordeinde
erenkeling kaki juli bami mini scampi quasi kiwi taxi
ie ie ie
ongemarkeerd gemarkeerdheid door context gemarkeerdheid door morfologie ongemarkeerd gemarkeerdheid door etymologie
* De keuze tussen 'gemarkeerdheid door context' (regel van de vocaalverenkeling) of 'gemarSdheid door etymologie' blijft moeilijk. Het gaat hier om twee verscMlende K u s vanbeschrijving"voor beide is ietste zeggen. Voordefoutenclassmcane iseen " g e m a a k t opbasisvanhet aldannietfrequent voorkomenvan deschnjfwijze (freauenf'regel vandevocaalverenkeling';niet frequent:'etymologie) S T p e r e e p t i e van de leerder vinden we onderbouwing voor deze keuze. Vnjwe kdereen ervaartb.v.iaanhet woordeinde alseenschrijfwijze dieje moet weten enmet aSeSi regd. Deperceptievandeleerderheeft infeitenietstemakenmethetspellmgsysteemzelf maar tfjst vooruit naar het spellingproces. De ervanng van de leerder wordt S i ookmetalsargumentatievoordekeuzeaangevoerd,rnaargeeft dezekeuzedesalmettemineensteviger fundament.
99
- in verkleinwoorden van woorden opmedeklinker+yin b.v. baby'tje; f. Afbreken aaneiridvan deregel: In feite is de conditie "eind van de TPOPV ™\r ~„ . , g o k eae n COI iedere Pnlaat*bhinn«>« h* T«extkwestie. Niet t l!lnn! ™ , m n e n h e t w o o r d * geschikt voor afbreking; om correct te kunnen afbreken moeterrekening worden gehouden me/de context
De spellingtaken voorgemarkeerdheid door context
Voorwaardenvoorhetkunnentoepassen vancondirioneleregels-
•™ s ^ g , d cren 8 XTr, f °T p a " n e "^ <"* -
ko rt mo D e m r..l «» r v f ? etfeilloosgemaakt kunnen worden ] ) ookzo en verdubUn n i e L w e n Y c l o l f k ^ " " ™ *" b. Debegnppen "klinker"en "medeklinker-moeten bekendzijr,.
Deeigenlijke takenvoordegemarkeerdheid doorcontextzijn: Ke«™ Hebben van te coMUlonele rege,s en van te uittonteringen De speller moet de hiervoorgeformnleerde regels goed beheersen 7o„i<
Syllabische analyse
hogereprioriteitheeftd^btneaX
^
**"
"
regel
Als-dan redeneringen kunnen toepassen
100
tfilliill
lii
rf**N«Vrt.
\vt
).v. baby'tje;
extkwestie. Niet g; om correct te decontext.
>sen, dan wordt gels: kers (in de taal cunnen worden. noemd worden. ?en ervaren dat zijn. n: dtzonderingen Jheersen.Zoals til in moeilijkin vitrine. Bij uitzonderingen
kunnen verdelentificeren. In nische analyse te analyse een
met de regelstrategie is, dat het na verloop van tijd mogelijk is nieuwe, soortgelijke gevallen zelf te beredeneren en op die manier tot de goede schrijfwijze tekomen. Vande andere kant steltdithogeeisen aan de leerlingen:zemoetennietalleenderegulieregevallen beredeneren,maardaarnaastrekeninghoudenmetdeuitzonderingen endespeciale gevallen. Naastderegelstrategiezienwe,daterbij hetlerenvanditsoort orthografische principes gebruik wordt gemaakt van analogie. Men maakt dan gebruik van de overeenkomsten van schrijfwijzen van bepaalde klankgroepen: we schrijven baken als laken, daken en raken. De vaardigheid die hiervoor nodig is, is het herkennen van overeenkomsten. De speller moet woorden op basis van een bepaald criterium (klankgroep, grondwoord, stractuur)actief kunnen structureren. Als bezwaren tegen deze strategic zijn aan te voeren, dat het niet altijd mogelijk is om overeenkomsten aan te geven en dat er - indien er wel overeenkomsten aan te geven zijn - op den duur te veel grondwoorden nodig zijn. Deze strategic is als "zelfstandige" strategie niet efficient te noemen,maar het verwerven van kennis viaanalogie en overeenkomst in het algemeen iseen zeerbelangrijke vaardigheid. Uiteindelijk worden de gemarkeerde gevallen, die in deze paragraaf zijn besproken volledig via de woordbeeldstrategie gerealiseerd. We hebben immers steeds te doen met vaste woordbeelden, die na verloop van tijd in het geheugen zijn opgeslagen .Deregelstrategie en eventueel ook de analogie-strategie fungeren danalleennog maarals controle-instantie. Uit deze paragraaf zijn de volgende typologische criteria voor de foutenclassificatie af te leiden: GEMARKEERDHEID DOOR CONTEXT CONSONANT speciale gevallen VOCAALVERENKELING
VERDUBBEUNG
regel
regel
uitzond. verkleinwoorden
lankgreep een ?76)noemtdit •den toegepast
uitz. [d]
[y] v.
[w]
mi
v.
v.
m
[r]
[k] M en en
trema weglaklankverM kleutus- ring sen voor vo- [r] calen
[a] til na en
[y] [1]
af-
bretings- kingsteken teken
vandeze conin het werken
101
2.2. Gemarkeerdheid door morfologie Het morfologisch principeisdeoorzaakvanverreweg demeeste abstracties van watje hoort. Door ditprincipe krijgt de speller weer temaken met verschillende spellingen voor overeenkomstige fonemen. Een gedeelte van het morfologisch principe nl. de regel van de gelijkvormigheid slaat op de schrijfwijze van woordstammen (stammorfemen) en een ander gedeelte namelijk de regel van de analogie slaat op de schrijfwijze van gebbnden morfemen, zoals b.v. uitgangen en verbindingsklanken bij samenstellingen. In deze paragraaf wordt alleen dat gedeelte van analogie, dat niet met de syntaxis samenhangt, besproken (verbuigingen en vervoegingen, die ook met het principe van de analogie samenhangen, worden in de volgende paragraaf besproken). Ook zijn er spellingkwesties die zowel door de regel van de gelijkvormigheid als door de regel van de analogie worden bepaald (b.v. (hij) wordt; stammorfeem word en gebonden morfeem t). Bijzonderheden met betrekking tot stammorfemen worden bij de typologische criteria van deze paragraaf opgenomen, terwijl aspecten die te maken hebben met gebonden morfemen bij de typologische criteria voor gemarkeerdheid door syntaxis worden ingedeeld (volgende paragraaf). 1. Gemarkeerdheid door gelijkvormigheid. Hoofdregel: Eenzelfde woord, stam, voor- of achtervoegsel wordt zoveel mogelijk opdezelfde wijze geschreven. Allereerst zorgt de regel van de gelijkvormigheid ervoor, dat er in een aantal gevallen prioriteit gegeven dient te worden aan de morfologische structuur. De meeste voorbeelden hebben we in het voorgaande reeds gezien: - in heelal endomoor gaat demorfemische analyse vooropde syllabische; de regel van de vocaalverenkeling en consonantverdubbeling worden niet toegepast, omdat demorfemen /heel/en /al/respectievelijk /dom/ en /oor/gespeld worden, zoals zein isolatie gespeld worden. - In g/eteren meewerken wordt eveneens prioriteit gegeven aan de morfologisch grondvorm op ie en ee. Zoals we zagen wordt ook hier de regel van devocaalverenkeling niet toegepast. De regel van de gelijkvormigheid veroorzaakt verder de volgende abstracties van 'watje hoort': a. abstractievan assimilatie van stem enplaats: Voorbeelden: stem: opdoen,hoogte,zaMoek,goeds,verhuisde,lamaad,opzien,zee/de, bakzeil; plaats: i«braak,inkeer, aanprijzen;
102
stmmmmtmmiMm
b. abstracti Voorbee c. abstracti Voorbee d. abstracti worden Voorbee Hierop wordt n huizen) e. abstract Voorbei f. abstract Voorbe< g- abstrac De not schaal. formeb gevali: seert,c le vorn - [etala3 - [telavi - [matai We he proces Voorc dient ( seerd, fouten inforn gevaF wordt degei Weoi - optioi sjwa: * Deklir formels stelling proces foutte,gie' on
mmsmm
demeesteabstracties ertemaken met verEen gedeelte van het nigheid slaat op de een ander gedeelte wijze van gebbnden bij samenstellingen. >gie, dat niet met de rvoegingen, die ook den in de volgende el van de gelijkvorald (b.v. (hij)wordt; erheden met betrekteria van deze paramet gebonden morheid door syntaxis
oegsel wordt zoveel rvoor, dat er in een 11 de morfologische t voorgaande reeds >ropde syllabische; rdubbeling worden xtievelijk /dom/ en len. even aan de morfolt ook hier de regel
:r de volgende ab-
lad,opzien, zee/de,
b. abstractievan geminaatdelging: Voorbeeld: hanefcfoek; c. abstractie van assimilatie van stem gevolgd door geminaatdelging: Voorbeelden: opbod,a/vegen,lac/zgas, d. abstractie van de verplichte fonologische regel, dat obstruenten stemloos worden aan hetwoordeinde (ook wel "auslaut"-verscherping genoemd): Voorbeelden: wordenheb(vanwege worcfenen hebben); Hierop is echter een belangrijke uitzondering: het morfologisch principe wordt niet consequent toegepast: we schrijven him en niet huiz (i.v.m. huizen)enwer/en nietwerv (i.v.m.werven). e. abstractievan [t]-deletie: Voorbeelden:kasfje, wors(je, posfkantoor, vernederlandst: f. abstractie vandebeschaafde uitspraak: Voorbeeld: veertig; g. abstractievaninformele (meergereduceerde) uitspraak: De notie formele en informele uitspraak bevindt zich op een glijdende schaal. Wekunnen in een aantal gevallen niet exact aangeven wat tot de formele of de informele uitspraak gerekend dient te worden. In ieder gevalishetzo,datdeinformele uitspraak een gereduceerdere vormrealiseert, dan de formele. De volgende woorden kunnen zowel formeel (voilevorm) alsinformeel (gereduceerde vorm) uitgesproken worden: - [etola3a]en [etala3a]; - [tdavizi]en [t/lavizi]; - [material] en [matrial] We hebben hier te maken met allomorfie tengevolge van fonologische processen (formele versusinformele uitspraak). Voor de spelling geldt in beide gevallen, dat de voile vorm geschreven dient te worden. Wordt de formele 'voile' vorm in de uitspraak gerealiseerd, dan kan de speller schrijven wat hij hoort (en worden eventuele fouten gerekend onder de ongemarkeerde gevallen). Wordt echter de informele, meer gereduceerde vorm uitgesproken (en dat is meestal het geval), dan moet de speller abstraheren van wat hij hoort. In dit geval worden eventuele fouten ondergebracht bij deze aparte subcategorie van de gemarkeerdheiddoor morfologie. Weonderscheiden devolgende typen: - optionele klinkerreductie*: reductie van een gespannen vocaal tot een sjwa: absoluut (abseluut), etolage (etelage), feh'citeer (feleciteer), appa* Deklinkerreductiediehierwordtbedoeld,is'optioneel',datwilzeggendeinformele6f formele vorm mag naareigenkeuzeindeuitspraak worden gerealiseerd. Ditintegenstellingtotde verplichte klinkerreductie inb.v.aardfg, heerlyk en 'een'. Hierheeft het procesvanklinkerreductiezichvolledigvoltrokkenenisdussynchroongeworden.Een fout tegendezeverplichte klinkerreductie wordtbijde'gemarkeerdheid dooretymologie'ondergebracht.
103
raat (apperaat), fotograaf (fotegraaf), meubtlering (meubelering),dirigent (diregent); - klinkerverkorting: verkorting van de gespannen vocaal tot een ongespannen vocaal: televisie (tillevisie), redeneren (riddeneren), secretaresse (siccretaresse),d/rectrice(dirrectrice); - klinkerdeletie: in onbeklemtoonde syllaben voor [r] of [1]kan de klinker in snelle, lopende spraak volledig vervallen: materiaal (matriaal); terug (trug), nauwelijks (nauwlijks), hinkelen (hinklen), gereformeerd (greformeerd);duidelijk (duidlijk); - medeklinkerdeletievan [r]en [n]inb.v.karton,kantoor;
_ in samenst nig gevoel _ ter verduk misleidenc etuitje,pre £)gspellingtc Ook voor ge digheden be; fase heeft ge
2. Gemarkeerdheid door analogie. Hoofdregel: Verschillende woorden die men zich voorstelt als op overVoorwaardei eenkomstige wijze te zijn gevormd, worden op overeenkomstige wijze a. Kunnen a geschreven: b.v. grootte vanwege hoogte. Ook hier zien we abstractie en somm van geminaatdelging. keerde ge Ook de tussen-[s] in samenstellingen wordt "beregeld" door het principe wetmatig! van deanalogie.Deregelluidt (samengevat) alsvolgt: hebben di - je spelt een tussen-[s] alsje zein het woord hoort (b.v.dorpsweg); hier is hand ligg dus niet het morfologisch principe, maar hetfonologisch principe verantb. redelijk n woordelijk. Fouten hiertegen worden bij ongemarkeerd opgenomen. van woor - alsje geen [s]hoort, spelje geen teken, behalve alsje ze inovereenkom- r stigewoorden welhoort (en dusook schrijft), b.v.beroepsziektevanwege 1 De eigenlijk beroepsfraudeen dorpsstraat vanwege dorpsweg. Hierop zijn echter ook I weer uitzonderingen: stadhuis (verg.stadsherberg) en liefdewerk (verge- 1 Morfemis lijk: liefdesavontuur); deze uitzondering is volkomen arbitrair. Al met al 1 De spelle isditeenzeerondoorzichtige regel. gegeven prioriteit Het gebruik van hetkoppelteken is ook gemarkeerd door de morfologie; of achter het koppelteken wordt gebruikt in bepaalde soorten samenstellingen en gemaakt andere formaties: - in samenstellingen met letters, lettercombinaties, cijfers en andere Beheerse tekens:g-snaar, abc-boek, 20+-kaas,%-teken; De spells - in samenstellingen metSint (St.): Sint-Nicolaas; nen zette - in samenstellingen die een titel (aanduiding van rang, waardigheid) zijn verlengii en waarvan het eerste woord een bastaardwoord is dat ook zelfstandig woordla kan voorkomen: adjunct-boekhouder, secretaris-generaal; - in samenstellingen waarvan het tweede lid een bepaling bij het eerste is: Kennis v ontwerp-Heemskerk; schout-bij-nacht; ook formaties van het type: Zoalswe kruidje-roer-me-niet; logischr. - innamenvan gehuwde vrouwen:A.deVries-Jansen; nl. schrr - in geografische en andere namen, bestaande uit een eigennaam en een onopde ho verbogen ofonbuigbaar bepalend woord:Zuid-Limburg, Antwerpen-Oost;
104
mmfmxmM.%>:^SAL'lM&Maiit
^m<mmm&m&m».}Xl&V!&Xii<.
wmasmmitiimmmmmmmmmm
mmmamm
ffllii
abelering),dirigent Itoteen ongespan;ren), secretaresse ?
ii^pB^^i
•
- in samenstellingen dieopeen nevenschikking berusten,die nog als zodanig gevoeld wordt: sociaal-democratisch, dichter-zanger; - ter verduidelijking van de bouw van het woord of ter voorkoming van misleidende of zonderlinge spellingbeelden: ge-waarom, niet-roker, pijpetuitje, pro-Frans,ex-keizer, 's-Gravenhage;
[1]kan de klinker il (matriaal); terug eformeerd (grefor-
De spellingtaken voorgemarkeerdheiddoor morfologie
r;
Ookvoor gemarkeerdheid door morfologie moet de speller een aantal vaardigheden bezitten, die vaak in strijd zijn met hetgeen hij/zij in een eerdere fase heeft geleerd.
TStelt als op over;enkomstige wijze den we abstractie door het principe dorpsweg); hier is h principe verantopgenomen. •& in overeenkom'.psziekte vanwege apzijn echter ook 'iefdewerk(vergerbitrair. Al met al
Voorwaarden voorhetkunnen toepassen van morfologisch bepaalderegels: a. Kunnen abstraheren van de ongemarkeerde klank-tekenkoppelingsregels en sommige conditioned regels. De speller moet voor wat het gemarkeerde gedeelte betreft de fonemische analyse vervangen door andere wetmatigheden. Dit blijkt een groot struikelblok te zijn. Zwakke spellers hebben de neiging meteen te beginnen (en liefst met het meest voor de hand liggende):hun vermogen totuitstellen is gering. b. redelijk morfologisch bewustzijn bezitten: de speller moet weet hebben van woorden, dielijken opof afgeleid zijn van hetgegeven woord. Deeigenlijke spellingtaken voorde gemarkeerdheid doormorfologie zijn:
or de morfologie; imenstellingen en ijfers en andere
.vaardigheid) zijn t ook zelfstandig
Morfemische analyse: De speller moet een goede morfemische analyse kunnen maken van het gegeven woord. Verder moet bekend zijn, dat morfemische analyse de prioriteit heeft boven fonemische analyse. Nadat het woord, stam, voorof achtervoegsel gei'soleerd is,kan ernatuurlijk welweer gebruik worden gemaakt vanklank-tekenkoppelings- enconditionele regels. Beheersen vanmorfologisch bepaalde regels: De speller moet het gegeven woord(deel) of affix in een paradigma kunnen zetten, zodat de overeenkomst duidelijk wordt. Het toepassen van de verlengingsregel (we schrijven paarrf, omdat je een [d] hoort als je het woord langermaakt (paarrfen))valt hieronder.
i-
bij het eerste is: van het type:
maamen een ony«werpen-Oost;
Kennis vandehierbovengenoemdeafspraken en uitzonderingen: Zoals we reeds zagen zijn er heel wat "afwijkingen" die door het morfologisch principe veroorzaakt worden. Toch isdeinstructie vrij eenvoudig nl. schrijf een woord of woorddeel altijd hetzelfde. Wel moet de speller opde hoogtezijn vande uitzonderingen.
105
hmmmmmmmmmmm
wmmmimmm
mmmmmmmm^m
Iff
'i Na verloop van tijd stapt de speller over van de regelstrategie opde woordbeeldstrategie; we hebben immers steeds temaken met vaste woordbeelden Of de regel van de gelijkvormigheid faeiliterend dan wel storend werkt bij net vormen van vaste woordbeelden in het mentale geheugen is nog niet dmdelijk. Volgens Verhoeven (1985b) levert deze regel weinig problemen op. Vanuit de woordbeeldstrategie zou het voor de geoefende speller niet uitmaken of hijpaart ofpaard moet spellen. Hij veronderstelt, dat er voor de geoefende speller geen moeilijkheidsverschil bestaat tussen paard en heb enerzijds en graaf en kaas anderzijds. Onderzoek zou hier uitsluitsel moeten bieden. Interessant zou het zijn als zou blijken dat de woorden waarbij gehjkvormigheid wordt toegepast voor de geoefende speller gemakkelyker zouden zijn dan de gevallen waar geen sprake is van geliikvormigheid.
Bepaa a. get. Ool dan b. tijd c. per: d. asp diei e. pre< f. fun afsj
Uitdezeparagraaf kunnen ook weer typologische criteria voor foutenclassiticatieafgeleid worden: GEMARKEERDHEID DOORMORFOLOGIE GELIJKVOR)vllGHEID pno-
mor-
riteit
folo-
A™.,™™. ABSTRACTIEVANWATJEHOORT
ABSTR.VAN
aan
gische assim
gemi- assim. aus-
[t]
hoofd-
tus-
raor-
grond n van
naat
dele- B
klin-
klin-
klin-
me-
re-
sen-
folo-
vorm
tie
ker-
ker-
ker-
de-
gel
s
re-
ver-
de-
klin-
duc-
kor-
le-
ker-
tie
ting
tie
dele-
van
laut
stem
ed-
stem + ver-
gische o p e e
of
ging
gemi- scher-
struc-
en
plaats
tuur
ie
naat-
ping
del-
A
N
informele uitspraak
ging
tie i
2.3.Gemarkeerdheid door syntaxis De regel van de analogie maakt het noodzakelijk gebruik te maken van een aantal syntagmaHsch bepaalde regels. Voor vervoegingen en verbuigingen is het noodzakehjk te kijken naar de grammaticale functie van een woord Ook nu kan de speller niet afgaan op zijn gehoor: er bestaan nl. In een aanal gevallen meerdere spellingbeelden van een gesproken woord. Het spelImgsysteem en het grammaticale systeem zorgen in combinatie met elkaar voor het ontstaan van doubletten. Er zijn echter ook tal van zaken, die niet met de regel van de analogie te doen hebben, maar uitsluitend gebaseerd zijn op syntagmatischeinformatie (hoofdlettergebruik, leestekens)
106
pel-
WATJEHOORT
In ale "cues' van d; of er van h moeil twee extra datde
ken
bes Le lin tyi Sp str me nw J- He aai ge Tu to in! op we ko
opde woordvoordbeelden. rend werktbij in isnogniet lig problemen le speller niet It, dat ervoor sen paard en lier uitsluitsel :de woorden, fende speller is van gelijk-
r foutenclassi-
ANALOGIE
kop-
ABSTR.VAN
pel-
Bepaalde grammaticalecategories vinden hunweerslaginde spelling: a getal:slot-n,b.v.getuige-getuigera,wandelde - wandelden. Ook zijn erenkele moeilijke meervoudsvormen,die samenhangen met al dan niet beklemtoningvan deslotsyllabe:b.v.olien- symfonieen; b. tijd: b.v.antwoorden-antwoorcfefen; c persoon:b.v.ikantwoord-hij antwoordr, d. aspect envorm (lijdend enbedrijvend): b.v.hijverdien?-hijheeft verdiend;het behandek-hetwordtbehandeld; e predicatief-attributief:b.v.hijverwach«e-hetverwachtesiicces. f. functie van een woord indezinen de daarmee samenhangende spellingafspraken: b.v.:stoffelijk bijvoeglijke naamwoordenkrijgen -n. In aldeze gevallen moetdespeller een orthografische beslissing nemen.De "cues" voor dezebeslissing zijn nietinhet woord zelf,maarindeomgeving van dat woord tevinden. Meestalisereen "bepalend woord", dat aangeeft of er sprake isvanmeervoud, verleden tijd, voltooide tijd enz. Deplaats van hetbepalende woord tenopzichte van hetteschrijven woord, kande moeilijkheid van debeslissing zeer beinvloeden. Afstand envolgorde zijn twee bepalende variabelen voor de moeilijkheidsgraad. Ookkaner een extra aanwijzing zijn ineen bepaalde gewenste richting b.v. eentelwoord datde meervoudsaanduiding versterkt.
WATJEHOORT tehoofd-
tus-
re-
sen-
gel
s
ken
iaken van een verbuigingen JI een woord. il.in een aanwd. Het spelie met elkaar aken, die niet nd gebaseerd :ns).
Devolgende zakenworden ookdoorde syntaxis bepaald: g Hoofdletters: een aspect van hethoofdlettergebruik namelijk demarkering van het begin van de zin,wordtdoor de syntaxis bepaald. De andere aspecten hebben allemaal temaken met semantiek enworden verderop besproken; h. Leestekens: komma's, punten, punt-komma's, dubbele punten, aanhalingstekens, vraag- enuitroeptekens markeren degrenzen van sommige typen woordgroepen; i Spaties: het inlassen van spaties maakt eendeel vande syntactische structuur van eentaaluiting expliciet of transparant, waar despraakdat meestal niet doet:de spelling geeft dan aan welke letters samengenomen moetenworden tot gekende eenheden; j Hetaan elkaar schrijven van woorden: hetcriterium bijhetaldan met ' aan elkaar schrijven is het "syntactisch woord". In veelal de meeste gevallen wordtditcriterium door deuitspraak ondersteund. k. Tussen-n bij samenstellingen:bijeen gedeelte van deberegeling vande tussen-n bij samenstellingen wordt gebruik gemaakt van syntagmatische informatie: alshet eerste lid noodzakelijk de gedachte aan een meervoud opwekt, wordt de tussen-n gespeld, b.v.inbijenkorf. ffierop zijn echter weer uitzonderingen: b.v. kerseboom, rozestruik. Ook deze regel is volkomen arbitrair. 107
S.iii^„'..V^.^±fea?k'St.^s^s^^^i M M . ^ ^ i a r f a ^ ^ f t i M M M W t o t i i m ^ ^
Despellingtakenvoorgemarkeerdheiddoorsyntaxis Omgemarkeerdheid doorsyntaxisgoedtekunnentoepassen,moetdespelleroverdevolgendekennisenvaardighedenbeschikken. a. Kennisbezitten vanfundamentele grammaticale begrippen alspersoonsvorm,grammaticaletijd,sterkenzwakwerkwoordenz. b. Uitgebreider lingui'stisch bewustzijn: de speller moet inzicht hebben in de taalkundige structuur van woorden en zinnen en opbasis daarvan de juiste spellingwijze kunnen bepalen. Hiervoor is het nodig, dat hij/zij (delenvan)detaalstructuurvanhetNederlandsdoorziet. Deeigenlijke spellingtakenvoordegemarkeerdheid doorsyntaxiszijn: Hetkunnen analyseren vansyntactische gehelen enhetkunnen toepassenvangrammaticalekennis: Despellermoetinzichthebbenindesyntactischestructuurvanzinnenen zinsdelen en zich bewust zijn van de specifieke verbindbaarheid van woordenen zinsdelen.Ookmoet hijdejuistegrammaticale functie kunnen identificeren (eventueel met behulp van een bepalend woord of een andereextraaanwijzing). Kennishebbenvandesyntagmatischeregelsendeze correcttoepassen: Despeller moetweten welkeorthografische afspraken ergekoppeld zijn aandeverschillendegrammaticalecategorieenendezejuisttoepassen. Wezienmaaraltevaak,datbepaalderegelsbijdeverkeerdecategorietoegepast worden. Berucht is de verlengingsregel bij voltooide deelwoorden. Velenpassendezeookindetegenwoordige tijd toe,waardooreen verkeerdeschrijfwijze gerealiseerdwordt(bijvoorbeeld:Hij bepaalrfdat...). Fouten in woorden die geschreven moeten worden volgens syntagmatische regels wijzen erop, dat men de regels niet of gebrekkig toepast. Ondankshetfeit, daterdelaatstejarennadetraditioneleregelmethodeook gebruikwordtgemaaktvanalgoritmen (gebaseerd opinzichten vandeRussische leerpsychologie (Gal'perin) blijft dit onderdeel moeilijk. Ook zien we, dat gebruikmaking van analogie als zelfstandige strategic niet het gewensteresultaat oplevert.Bij doubletvormen isregelgebruik altijd noodzakelijk. Dewoordbeeldstrategie diederegelsdieweindeafgelopen paragrafen hebben besproken vroegoflaatvervangt,schiethiertekort:despellermoetperseeenberoepdoenopgrammaticalenoties. Dit geldt overigens niet voor alle werkwoordsvormen: naast de werkwoorden met een variabel woordbeeld zijn er namelijk ook werkwoorden meteenvastwoordbeeld endezekunnen naverloopvantijd viadewoord-
108
,moetde spel-
1als persoonsicht hebben in sis daarvan de dig, dat hij/zij
taxis zijn: mnen toepasvan zinnen en dbaarheid van lefunctie kunwoord of een
:t toepassen: lekoppeld zijn t toepassen. categorietoedeelwoorden. >r een verkeerdat...). is syntagmatiskkig toepast. jlmethode ook ;nvan de Ruslijk. Ook zien tegie niet het ik altijd noodfgelopen para•- kort: de spelaast de werkwerkwoorden via de woord-
beeldstrategie worden gerealiseerd. We zien echter dat de syntagmatische regels ook voor de werkwoorden met een vast woordbeeld storend werken. fouten als "lachtfen" en "verbeterdf zien weimmers vaak Ditsoort hypercorrecties zullenongetwijfeld tot het algemeen verbreide ideebydragen, dat de werkwoordvormen het grootste struikelblok in onze spelling vormen. Het aandeel van de syntagmatisch bepaalde regels in de veyoorzakmg van spelfouten is overigens tamelijk gering (alleen "worden en vmden komenfrequent voor),maardefouten zijn welzeerhardnekkig. Verhoeven (1985b) merkt op, dat een syntactisch of semantisch functteverschil bij klankgelijkheid voor de taalgebruiker kennelijk met meetelt De woorden bepaald enbepaaltverschillen voor detaalgebruiker slechts orthosrafisch Er is dus sprake van een lemma in het mentale lexicon met twee orthografische specificaties. Vanuit het gemak van de speller gezien is er dus wel een reden om de regel van de analogie te laten vervallen ondanks zijn systematise!!karakter. Dit geldt zeer zeker ook voor de zwakke spellers, omdat het vrij ingewikkelde patroon van syntagmatisch regelgebruik voorhen veelmoeilijkheden oplevert. Uit deze paragraaf zijn ook weer typologische criteria af te leiden voor de foutenclassificatie: GEMARKEERDHEIDDOORSYNTAXIS hoofd- interpunctieGrammaticaalbepaaldezaken pred. func- letters tekens getal tijd per- as? i soon pect attr. tie en vorm
spatie aan elkaar schrijven
tussen-n bij samenstellingen
2.4. Gemarkeerdheid door semantiek Op enkele punten werkt zuiver semantische informatie in de spelling door. Het opmerkelijke van het verwerken van semantische informatie in de orthografie is, dat dit niet altijd logisch gebeurt. De regels op zichzelf zijn vaak alnietdoorzichtig; deuitzonderingen daarop zijn volledig arbitrair. Gemarkeerdheid door semantiekmanifesteert zich in: a. Tussen-n bij samenstellingen: Een gedeelte van deze beregeling hebben we al in de vonge paragraaf 109
^^,,vL-,»,to.tAt.M^^aijtejjjgj'j?gii>a
iiiiiiiiiii iiiiiiiiii'iiiiiliiliiiiiiillillillilllill
gezien. Het tweede gedeelte wordt in de Woordenlijst geformuleerd als: "Detussenklank -e(n)in samenstellingen met als eerste lideen persoonsnaam die nieteen bepaalde vrouwelijke persoon aanduidt, wordt als -en geschreven. Voorbeelden: heldendaaden herenhoed". Het zou heel verwonderlijk zijn als er geen uitzonderingen op dezeregel waren: hereboer en pete- worden "omwille van de beknoptheid" in de Woordenlijst niet verantwoord. Hoofdlettergebruik: het overgrote deel van het hoofdlettergebruik is gebaseerd op semantische informatie: naamvan hetopperwezen: b.v.de Heer; eigennamen en afleidingen daarvan in ruime zin en niet-eigennamen die als eigennamen worden voorgesteld (dichterlijke taal): b.v. Jan, Pietersen,Hooftiaans, Nederlandse,enz. Titels en sommige namen van rangen en waardigheden: Zijne Excellentie; Sommige traditionele verkortingen: P.S., N.B.
2.5.
Spellingtaken voorgemarkeerdheiddoorsemantiek [e]
Ook voor het toepassen van semantische gemarkeerdheid moet de speller weer over een aantal vaardigheden beschikken. Een belangrijke voorwaarde voor hetkunnen toepassen van semantische regelsis:
[*1
Beschikken over een redelijke woordenschat om b.v. uit te kunnen maken of er sprakeisvan een eigennaam, titelenz.
[I] [:>:] [A:
Deeigenlijke spellingtaken voordegemarkeerdheid door semantiek zijn:
[a]
Semantische analyse: De speller moet in hetgevalvan detussen-n en bij het hoofdlettergebruik eenjuiste semantische analyse maken.
[e]
Kennis vande regelsenhet correctkunnen toepassen daarvan: De speller moet op de hoogte zijn van de niet altijd doorzichtige afspraken, die op de semantiek gebaseerd zijn (en van de uitzonderingen daarop). Bij gemarkeerdheid door semantiek zien we dat de regelstrategie tot goede resultatenkanleiden,tenminste alsalleregels bekend zijn.Ditlaatsteisevenwel lang niet altijd zo. De woordbeeldstrategie kan ook hier na verloop van tijd toegepast worden,omdatwe steeds met vastewoordbeelden tedoen hebben. De vaak ondoorzichtige schrijfwijze van deze woorden is echter zeker nietbevorderlijk voorhetvormenvanvastewoordbeelden inhet geheugen.
110
[i]
rmuleerd als: senpersoonsvordt als -en op deze regel ptheid" in de ttergebruik is
gennamen die /. Jan, Pieterijne Excellen-
Uit deze paragraaf kunnen ook weer typologische criteria voor de foutenclassificatie worden afgeleid: GEMARKEERDHEIDDOORSEMANTEEK
tussen-n in samenstellingen
hoofdletters
2.5. Gemarkeerdheid door etymologie Een groot aantal spellingkwesties is gebaseerd op het etymologisch principe Het gaat hier hoofdzakelijk omhistoricismen, vreemde woorden en bastaardwoorden. De fonemische analyse kan niet als steun gebruikt worden, omdat we vaak te maken hebben met leenfonemen en omdat een foneem meerdere spellingbeelden kent. Het voorbeeld van de [au] met zijn vier spellingbeelden (ou, ouw,auen auw) is overbekend. Gemarkeerdheid door etymologie:
oet de speller :e voorwaarde
ainnen maken
[e] [e:]
[I] [r.] [A:]
antiek zijn:
[a]
idlettergebruik
[e]
van: ichtige afspraderingen daaregie tot goede laatsteisevenla verloop van si tedoenhebts echter zeker it geheugen.
[i]
[o]
[u:]
a (caravan) e (serre) e (bleren) ai (flair) ae (aerodroom) y (lynx) o (compote) eu (freule) u(Dokkum) i (spoedig, monnik) ij (heerlijk) e(cafe) er (diner) ai (container) ae(Aesopus) i(taxi) ea (team) ee (weekend) y(mythe) ij (bijzonder) eau (cadeau) oi (notoir) au (autoriteit) oo (voor ch: loochenen) oo (lunchroom) ou (route)
[ei] [au]
ei (peinzen) ij (krijt) au (laurier) ou (kou) auw (gauw) ouw (touw)
[oeY]
eui (fauteuil)
[f] [g] [x]
ph (phoenix) w (murw) g(goal) ch (lach, chloor)
M
g(vlag)
[k]
c (cafe ch (christen) qu (queue) qu (quiz) cc (accent) x (examen) club, absoluut) z (fez) c (cent) c (facade) sch (logisch) t (actie) zz (jazz)
[kw] [ks] [p] [s]
111
ch (chef) sh (shilling) si(pensioen) g (horloge) j(jus) ti (station) th (thee) t (democratic) gn (campagne) i (bemoeien, vlaai, mooi)
[J]
[3]
[t] [ts] [p]
m
M [•oa] [z] — — — — —
y (royaal) ill (failliet) u (etui) oi (toilet) s (visite, organiseren) b (ambt) u(leeuw) h (thans) ch (logisch) t (chalet) w (erwt)
Spellingtaken voor etymologischegemarkeerdheid Voor de etymologische gemarkeerdheid moet de speller weer een bepaald soort kennis bezitten. Het gaat nu niet om regels, zoals we in voorgaande paragrafen zagen, maar de speller moet de schrijfwijze gewoon weten of 'voor zich zien'. Voorwaarden voorhetkunnen toepassen vanhetetymologischeprincipe: a Beschikken overeenredelijk goed geheugen voor woorden; b Ook nu is een redelijke woordenschat en voldoende 'kennis van de wereld' noodzakelijk. De betekenis van een woord kan faciliterend werken voor hetlerenvandeschrijfwijze ervan. De eigenlijke spellingtaak voorde gemarkeerdheid dooretymologieis: Hetproduceren vanhet orthograflschebeeld: De leerling moet de vaak ingewikkelde schrijfwijze - al dan met gebruikmakend van hulpmiddeltjes - leren. Een extra moeilijkheid hierbij is, dat er naast vaste woordbeelden ook variabele woordbeelden (b.v. wij/wei) voorkomen. De woordbeeldstrategie, die in het voorgaande ook steeds aan de orde is geweest, is de belangrijkste strategic om etymologische gemarkeerdheid te leren beheersen. Was het in de voorgaande paragrafen zo, dat bij gebruik van de woordbeeldstrategie de hulp ingeroepen kon worden van de verschillende regelstrategieen om b.v. de structuur van een woord te verduidelijken of om als controle-instantie te fungeren, nu is het de enige strategic diehooguitondersteund kan worden door enkelehulpstrategieen. Het is hier dan ook dejuiste plaats om deze strategic nog lets verder uit tediepen. Zoals wereeds hebben gezien, isdeorthografische kennis gekop-
112
tU'
- er B<
- er ge V£
W
- al w df
n; V'
n F P d d
Vas Eer not een spe spr *s Si
rganiseren)
peld aan ieder woord in het mentalelexicon. De orthografische vorm wordt samen metdefonologische, syntactische en semantische beschrijving opgeslagen. Ook iser een spraakmotorisch en schrijfmotorisch aspect aanwezig. Ehri(1980) spreektin ditverband van het "amalgaam":elk van debeschrijvingen kan fungeren als 'adres' viawelk de andere ook bereiktkunnen wor-
i)
Uiteraard abstraheert de orthografische beschrijving (evenals de fonologische) van allerlei irrelevante factoren (kleur, grootte, dikte, handschrift, onderkast, bovenkast).
r een bepaald n voorgaande >on 'weten' of
e prmcipe: ennis van de iliterend wer-
)logieis:
al dan niet ilijkheid hieribeelden (b.v.
an de orde is irkeerdheid te at bij gebruik 1van de veri te verduidelige strategie, in. •ets verder uit cennisgekop-
Het frequent voorkomen wordt wel geacht faciliterend te werken voor het onthouden van de woorden. Men veronderstelt, dat de meeste fouten gemaaktworden inlaagfrequente woorden.Verhoeven (1985b) noemtechter een aantalproblemeninhethanteren vanhetcriterium'variabele frequentie': - er bestaat geen adequate frequentietelling van woorden in jeugdliteratuur*; - er bestaat geen duidelijkheid over de representativiteit van Uit den Boogaerts frequentietelling voor volwassen lezers; - er bestaat geen verzameling van teksten op reclameborden, verpakkingen, uithangborden, ondertitels bij t.v.-programma's e.d. Voor inprenting van'woorden zijn deze vormen van geschreven taalgebruik misschien welbelangrijker dandieuit 'gewone'boeken en kranten; - al zou de frequentietelling representatief zijn, dan nog is het onduidelijk welke cognitieve waarde men zou moeten toekennen aan de getallen uit de frequentietellingen. Het zogenaamde bodem- en plafondeffect wordt namelijk een probleem. Hoe vaak moet je een woord gezien hebben, voordat er een vast woordbeeld is gevormd? Bij welk getal uit zo'n lijst maakt het niet meer uit of je het woord nog vaker ziet? Onderzoek van Reitsma(1983) heeft alenig licht geworpen ophet bodemeffect, naar het plafondeffect is nog geen onderzoek gedaan. Als we weten welk gemiddeldewe moeten aanhouden, zouden we ook nog wat moeten weten over de spreiding tussen proefpersonen entussen woorden. Vastofvariabel woordbeeld Een ander punt, dat het oproepen van de geheugenvorm beihvloedt, is de notie Vast of variabel woordbeeld'. Bij variabele woordbeelden is er altijd een concurrerende vorm aanwezig. Verhoeven (1979b) heeft reeds voorspeld, dat die woordparen het meest problematisch zijn, die zowel qua uitspraak alsquabetekenis enwoordsoort overeenstemmen.In later onderzoek * Sinds 1988bestaaterweleenadequatefrequentietelling vanwoordvormenenletteipositiesinjeugdlectuur(Staphorsiuse.a., Cito,Amhem).
113
.,AmttMM^MM«amnBM
j^rnxMBmammMmmmSiMimSMMMM
immm
mmmm
(Assink, 1983) Is inmiddels empirische ondersteuning verschaft voordeze steiiing.Verhoevensvisiekunnenwealsvolgtsamenvatteii:
minstmoeilijk moeilijker moeilijkst
hij-hei pijl-peil bepaalt-bepaald
uitspraak + + +
woordsoort
betekenis
+ +
Als twee vormen teraggaan op hetzelfde lexicale item (woordsoort en betekenisgehjk), maareriseenfonologisch verschildanleidtditertoe dat er voor de speller twee vormen gespecificeerd zijn in het geheugen. Een syntectisch of semantisch functieverschil is voor de speller niet existent Zoalsmeeneerdereparagraaf reeds isbeschreven,heeft ditertoegeleidte veronderstellen, dater- vanuit hetgemak vandespeller gezien - reden is de regel van de analogie te laten vervallen. Het variabel woordbeeld zou danvervangenwordendooreenvastwoordbeeld,waardoorergeenverwarnngmeermogelijk zouzijn. Bij deveranderingsvoorstellen richttemen zich traditioneel meer ophet etymologisch beginsel.Er zijn ook successen geboekt, b.v.de -schaanhet woordeinde(behalvebij-isch). Nuzienweeentendens,diezichnietzozeer meerncht tegen het etymologisch beginsel. Het argument daarvoor is dat het etymologisch beginsel voor de goede speller niet zo'n probleemo'plevert Ofditvoordezwakkespellerookzois,isnogmaarzeerdevraag De ideale situatie bestaat daarin, dat de interne representatie van'een woorddirectuithetgeheugengeputkanworden.Hierbovenisreedsaangegeven dat er soms gebruik gemaakt kan worden van hulprniddelen De spellerkandevolgendehulpstrategieeninsteiiingbrengen- gebruik maken vandebetekenis:verschillen inbetekeniskunnengekoppeld worden aan de schrijfwijze; dit geldt zowel voor variabele woordbeelden (b.v. peil-pijl) als voor vaste woordbeelden (toHwen-betowwbaar-vertr0«welijk);ditlaatstezoujeookanalogiekunnennoemen- gebruik maken van spellinglijsten: de speller leert de letter van een woord in de goede volgorde van buiten; bepaalde ezelbruggetjes (bv /?ara//e/schnjfjemet<Mers)horenhierbij- pseudoregels: identificatie berust dan b.v.' op het voorkomen van een woord ineen cluster (van b.v.*/-woorden)of opeen rijmpje (Ach,och wat een ped*toch).Kooreman (1985)noemtenkele van deze voorbeel- gebruik maken van spellinguitspraak: het moeilijke woord wordt verklankt volgens de ineen eerder stadium geleerde auditieve analyse,dan koppeltmenerdetekensaan.Opdiemanierleertmendejuistespelling 114
tft voor deze
betekenis
Het resultaat van aldeze inspanningen moet zijn, dat de speller de woorden uiteindelijk automatisch kan schrijven. Het motorisch patroon, dat aan de lettervormen verbonden is,raakt steeds meer ingeslepen en de spelling verloopt automatisch. De schrijver kan dan zijn aandacht richten op andere belangrijke zaken zoalsinhouden stijl. Tot slot zijn uit deze paragraaf ook weer typologische criteria voor de foutenclassificatie afte leiden:
Dordsoort en dit ertoe, dat heugen. Een liet existent, toe geleid te ;n - reden is >rdbeeld zou >eenverwarmeer op het -sch aan het hi niet zozeer rvoor is, dat bleem oplee vraag. itie van een reeds aangedddelen. De nnen gekopbele woorden-betrowwemen: ter van een ggetjes (b.v. en van een J (Ach, och :e voorbeelwordt verinalyse, dan tespelling.
r.FMARKFERDHEIDDOORETYMOLOGIE
variabel woordbeeld
vast woordbeeld
3. Schematische weergavevan de typologie In het voorgaande vloeien detypologische criteria logisch voort uitde orthografischebijzonderheden inkwestie.Door alleschema'ssamentevoegenontstaat de volledige typologie waarmee een kwalitatieve foutenclassificatie gemaaktkan worden:
ONGI3MARK FFRnRGEVALLEN ENKEIJVOUDIGEFONEEMGRAF]SEMKOPPELINGEN foneemfonee mgrafeem grafes combinatie
SAMENGESTELDEFONEEMGRAFEEMKOPPELINGEN
P,PMARKF.RRDHEIDDOOR CONTEXT speciale gevallen CONSONANT VOCAALVERENKELING regel
uitzond. verkleinwoorden
VERDUBBEUNG regel
uitz. [3]
ty] IwJ v. v.
m
[r]
v.
na
M [r] en
en
[y]
[1]
trema weglatingsUJ icianKen verteken kleutus- ring sen voor vo- [r] calen
atbrekingsteken
115
4y.v*«y-tt**iA!.VKfisrWJ!v\rf« ^^^b^!^M»^!iiS<«JA«%X!^^S!!S
GEMARKEERDHEIDDOORMORFOLOGEE GELDKVORMIGHEID
ANALOGIE kop-
prio-
mor-
riteit
folo-
aan
gische assim. gemi- assim. aus-
W
mor-
grond- van
naat
van
dele- B
klin-
klin-
klin-
me-
re-
sen-
folo-
vorm
stem
del-
stem + ver-
tie
ker-
ker-
ker-
de-
gel
s
of
ging
gemi- scher-
re-
ver-
de-
klin-
naat-
duc-
kor-
le-
ker-
tie
ting
tie
dele-
gische o p e e struc-
en
tuur
ie
ABSTRACTIEVANWATIE HOORT
plaats
del-
laut
ping
A
N
ABSTR.VAN
informele uitspraak
pel-
WATJEHOORT
te-
hoofd-
ken
tus-
ging
GEMARJOEERDHEIDDOORSYNTAXIS Grammaticaalbepaaldezaken hoofd- interpunctie getal tijd per- as- pred. fimc- letters tekens soon pect attr. tie ? en vorm
i
spatie aan elkaar schrijven
tussen-n bij samenstellingen
GEMARKEERDHEIDDOORSEMANTIEK tussen-ninsamenstellingen hoofdletters
GEMARKEERDHEIDDOORETYMOLOGIE vastwoordbeeld variabel woordbeeld
4. Eenmodelvoorhetschrijven vanwoorden De beschrijvingen in dit hoofdstuk resulteren niet alleen in een typologie, waarop een foutenclassificatie gebaseerd kan worden, maar ook in een modelvoorhetspellenvanwoorden. Bijdebeschrijving vande verschillende orthografische kwestieshebben wegezien,datverschillendestrategieen hetgewensteeffect kunnenopleveren. Om de strategieen echter met succes toe te kunnen passen moet de speller aan een aantal essenfiele voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden moetenbijdegevorderdespelleralseengei'ntegreerdgeheelaanwezigzijn. Bij specifieke spellingtaken zal steeds een aantal voorwaarden speciaal op devoorgrondtreden,maardeanderemoetenooksteedsaanwezig blijven.
116
fALOGIE kopSTR. VAN pelTJEHOORT
te-
)fd- tus- ken sens
tussen-n bij IT samenirij- stel1 lingen
1
typologie, iok in een
Ditzelfde geldt voor de strategieen waarvan de speller zich moet bedienen. Bij dewoorden meteen vastwoordbeeld kan hij/zij via verschillende strategieen tot een goed resultaat komen (behalve bij gemarkeerdheid door etymologie: daar levert de regelstrategie niets op). Bij de woorden met een variabel woordbeeld levert slechts een bepaalde strategic het gewenste effect op.Het onderscheid 'vast/variabelwoordbeeld' is zeer essentieel voor hetkiezen van dejuiste strategic a Bijwoorden meteen vastwoordbeeld heeft de spellerdekeuzemt: - de directe strategic: de orthografische vorm wordt dan rechtstreeks mt het mentale lexicon opgeroepen en dient als leidraad voor de speller. Zoals we gezien hebben kan de speller bij deze strategic gebraik maken van allerlei hulpstrategieen. Na enige tijd verloopt het spellen geheel automatischenwordtde schrijfwijze direct uithetgeheugen geput. - de indirecte strategic: de speller maakt dan gebraik van regels of van analogic Indien hij voor regels kiest kunnen dit klank-tekenkoppelingsregels zijn (als de klankcomponenten van de gesproken vorm eendmdig met de tekens samenhangen), maar ook conditionele, morfologische, syntagmatische en semantischeregels. b. Bij woorden met een variabel woordbeeld heeft de speller voor het metvariabele gedeelte de keuze uit de hiervoor beschreven wegen. Voor het variabele gedeelte is er echter geen keuze mogelijk. Er zijn twee categorieen, waarbij variabelewoordbeelden voorkomen: - gemarkeerdheid door syntaxis - gemarkeerdheid door etymologie In het eerste geval moet per se de regelstrategie worden toegepast en in het tweede gevalleidtalleendedirectestrategictoteen goed resultaat. Deideale spelleris zoals we gezien hebben eengemengde speller. Dit houdt in,datdeze ideale, gevorderde speller voor dewoorden meteenvastwoordbeeld de directe strategicvolgt,die verreweg het meest effectief (en voor de etymologisch gemarkeerde gevallen de enige strategic) is.De indirecte strategicvolgt hij/zij bij het schrijven van nieuwewoorden enbij een aantalsyntactisch gemarkeerde gevallen. Natuurlijk is bij toepassing van de directe strategic altijd controle mogelijk door middel van de indirecte strategic Een goed functionerende controle-instantie tijdens en na het schrijven is onontbeerlijk.
ies hebben en opleven moet de orwaarden vezig zijn. peciaal op blijven. 117
118