.
^_
__
■
,
_
;
;_
-.-
v
■
.-
nq^ J-^.«,. .-._,,, .,.,,,,,,.».,,<,,■.,,,,,, ,.,.-,...,,,,
.,,
--^
—
—
-r-
:
BELGISCHE /^A ^A UITGAVE y \J.O\J
JULIA
DE
GRUYTER
Deze week werd ..Blanke Ballast" van Leon Gordon, voor de 100e maal door de N.V. Hel Nieuwe Nederlandsche Tooneel opgevoerd. Een groot deel van het succes komt wel aan Julia de Gruyter toe. die van haar rol een prachlcreatie maakte. Julia de Gruyter als Tondeleyo. *
'MlllillliniiniKC
UKminumiimi
-^
H^IMS SCIHiyiLTZi^ Hans Schultzer is in ons land wel één der meest bekende figuren uit zijn vak. Wie van ons kent immers niet den temperamentvollen kapelmeester, dien rasmusicus... . sinds jaren de attractie der concertzalen van hoofdstad, Den Haag, Rotterdam, Scheveningen, enz.! Schultzer (in 't vak kortweg Hans genoemd) is Roemeen. In Boekarest stond zijn wieg; de aangeboren muzikaliteit zijner landgenooten openbaarde zich ook bij hem, zelfs in die mate, dat hij als heel jong kunstenaar van zich deed spreken. Reeds toen trok hij de wijde wereld in, eerst naar Konstantinopel (in het wereldberoemde etablissement „Les petits Champs"), om daarna via Duitschland ( Keulen en Düsseldorf) bij 't uitbreken van den oorlog in ons land te belanden. Hier debuteerde hij in „Bellevue" te Amsterdam, waar dank zij zijne uitstekende leiding de concerten spoedig een zekere vermaardheid kregen. De daaropvolgende engagementen door ons geheele land deden naam en populariteit var. onzen kunstenaar voortdurend toenemen en zonder overdrijving mag men hier van een waren triomftocht spreken. Slechts weinigen uit zijn beroep is het gelukt, in zoo korten, tijd het publiek tot zich te trekken en enthousiast te stemmen. Om niet al te uitvoerig te worden, zij in deze regels slechts aan twee gevallen herinnerd. Beleefde b-.v. „Kras" ooit weer zulk een tijd, als toen Hans Schultzer er „stond".... waren de concerten op het wandelhoofd te Scheveningen in „zijn" tijd niet de attractie van ons wereldbad? Schultzer is met recht een ..Wandermusikant". Hij stelde zich met zoo'n plaatselijk succes (hoe mooi dit ook was) niet tevreden. . . . andere landen zien.... nieuwe lauweren oogsten.... dit is steeds zijn leuze geweest. Nog een reden meer
noopte hem dit keer tot vertrek uit ons land; zijn niet sterke gezondheid verdroeg ons ruw en vochtig klimaat maar amper. Toegerust met de beste aanbevelingen, waaronder één van niemand minder als prof. Schnee-
vcigt, den dirigent der Kurhausconcerten, is Hans Schultzer via een grooten omweg toen naar de Scandinavische landen gekomen. Denemarken, Noorwegen en Zweden zijn sindsdien zijn arbeidsterrein. Vooral in het laatstgenoemde land is zijne populariteit zeker niet minder als ten onzent.
Waarom ik u deze korte levens- en carrièrebespreking van Hans geef? In hoofdzaak om een bericht tegen te spreken, dat ten onzent de ronde doet, althans deed, n.1. dat Hans Schultzer „niet meer is". Een ongemotiveerd praatje, waarvan natuurlijk niemand den waren oorsprong kent. Het verheugt me, u het tegendeel te kunnen verzekeren, n.1. dat hij gezonder en temperamentvoller is dan ooit tevoren, dat hij reeds ruim een jaar werkzaam is in het welbekende etablissement „Blanche" in de Zweedsche hoofdstad! Van deze gelegenheid maak ik tevens graag gebruik, een verkeerde opvatting van een groot gedeelte van 't publiek eens te kunnen rechtzetten. Wat is n.1. het geval? Velen meenen in Hans Schultzer slechts den poseur ten genoegen van zijn toehoorders (in dit geval dus beter „bekijkers") te mogen zien. Er zij eindelijk eens op gewezen, dat deze artist niet behoort tot het gilde der kapelmeester mesjogge". Daarvoor is Schultzer trouwens een te oprecht musicus. Welk genre muziek hij ook moge weergeven, steeds is het doorvoeld en doorleefd. Bij hem, die nu eenmaal geen muziek kan hooren met de handen in den schoot, die elke kleine nuance als 't ware als „lijn" voor zich ziet, werken gelaat en lichaam instinctief mede. De uiting hiervan leidt makkelijk tot verkeerde beoordeeling van Hans Schultzers bedoeling. Mogen ook vele zijner bewegingen grotesk lijken, is er niet een gezegde : „Das Mittel heiligt den Zweck"? en omgekeerd! In ieder geval woiden zijne musici, die hem gewillig volgen, in extase meegesleept. Gevolg... goede muziek en een welverdiend succes. Wanneer krijgen wij Hans Schultzer w;.r eens in ons land te hooren, aan welke direct i zal deze eer te beurt vallen?
IMIOPEKKil* LÄMD&mU
HANS KAUFFMANN.
■* ü
Jj
MAX REE Max Ree, de vermaarJe Deensche mode-leekenaar en arclililecl. is een arlist van buitengewone ^aven
Als modeteekeraar neemt hij een plaats in. geheel afgescheiden
van die andere scheppers van de moue Erle, Paul Poirel en hoe ze meer mogen heelcn. Oc Metro-Goldwijn-Mayer heeft in hem een bijzondere kracht gezien voor iiet ontwerpen van costuums voor de films, terwijl hij ook voor de reclame buiten-
•U 1
—
ik
i.—1—^_II
| Vu I9en WüaT1 in twee theaters teytM;k- in *-^ hel Thealer > h en de Passage Bioscoop. een nieuwe HollarK.-. worden vertoond. De titel rrv^.i is „Moderne ;.": v "n' en scenario en 1 esi:e ^ijn väii den heer A. IJ Haarlem- Deze filni is mei näare ■, . >r;relspe. ■• maar naar een ijcncei oorspron' ■ ; - 'et .1: . h ■ . o.'" filial Nederlandsche arlisfen .-in •'<\"^\\ l ie.:- w nwerlt op, oa. de dames Mary hec!< maw :i Hse ■■!(?!. Vera van HaaHen. Dolly Grey. I • . ^t*r. . 1 ■ '"eß en Anny Brunei de Rochebrunc en :r 'n ■. Jan Groolveld, Jan van IJommeici , .' '■'■,■ .c —• Maurits de Vries, And ré van Dijk en Wiuc , . i-tiT In 1 kort is de inhoud van deze film de volgei. Hugo Wriiley. zoon van een bekend scheepsmiliionait te New-York, maakt mei zijn renlmeesler l.ong'wav een reis naar Holland, geïnspireerd door Mrs. Howard, zijn zusier s gouvernante, een eeuwig oude jonge weduwe, die zij aan boord weer onlmoelen. ie Amslerdom stapt het gezelschap in hotel Metro af. Op zekeren avond heefl Wrilly een hevige kiesDijn en besluit om eens vroeg naar bed te gaan, terwijl Longway met een pijnlijk gezicht beweert hevige hoofdpijn (e hebben en zich eveneens vroeg ter ruste wenscht Ie begeven. Ze vinden elkaar laat in den avond weer terug ii> een dancing en maken kennis mei cenige dames en hceren. die hen in een gewenschle cabaretstemming brengen. Tegen sluilmgslijd der dancing invileeren zij Longway en Hugo met hen mede naar hun huis Ie gaan om de fuifparlij daar gezellig voort Ie zelten. De „beeren ' zijn niel weinig in hun nopjes weer ecnigeslachloffers Ie kunnen meelokken in nun lugubere woning, wanl zij zijn niel anders dan hel beruchte soort Jandhaaien". Als Hugo ten slotte opslaat om een dronk te wijden ann zijn vroolijk gezelschai), bemerkt hij plotseling, dal er voorzichtig een luikje in den muur geopend wordt — een hand strekt zich zoekend naar de op den stoel liggende overjassen der Amerikanen uit. en mei een geroutineerde greep worden de jassen ontdaan van hun porlefeuiiles. Zoo snel ging alles in zijn werk, dal Hugo als versuft een oogcnblik staal Ie staren naar den muur... Woedend schreeuwt hij Longway loe, dal ze bestolen zijn. Een tumult ontslaat en Hugo raakt in gevecht mei een der landhaaien. Kmdeli|k. na de kamerdeur Ie hebben ingeIranl, welke afgesloten bleek Ie zijn, slaan ze midden in den nacht oo straal Op een anderen avond namelijk, werden ze door nieuwsgierigheid gedreven naar de beruchte buurl, en willen hel bewusle huis nog eens goed in hun geheugen prenten. Zij zien juist een neger zich over een op den grond liggende gcslalle heenhuigen. Het blijkt een jongmensch Ie zijn, dal er oo een hardhandige manier uitgesmeten was. Medelijdend nemen Hugo en Wrilly hem on en laten zich naar hun holel brengen, waar een direct ontboden dokter hel jongemensch verbindt. En daarna hooren de Amerikanen de geschiedenis van Paul Malhon .... hoe hij sludeerde Ie Delft, en verder de geraffineerde wijze, waaroo de ..landhaaien'1 hem in hun macht kregen .... Verontwaardigd besluilen Hugo en Longway hel nu aan Ie geven bij de politie, die lenslolle hel geheele ..landhaaien'complot inrekent. En eindelijk vcrirekken de Amerikanen, in gezelschao van Paul Malhon, welke laatsle een goede posiiie in Amerika in het vooruiizichl is gesteld, naar hun land lerug. in de beste overtuiging een goede daad lol stand gebracht te hebben. -4/
^2
1
mJJk
|
i i^-ïïf
-» gewone diensten zal bewijzen. We geven hier afbeeldingen van een tweetal biljeUen van zijn hand. Links is er een van ,,De Kat en de Muis" en rechts van „Madame X'. Bij. I laatste zal de bijzondere lijn opvallen, waardoor een X is gevormd door middel van het toilet van de afgebeelde dame. Ree is thans bezig de costuums Ie ontwerpen, die Lilian Gish zal dragen in „The scarlel
Leiter '.
De
regie
van
deze film
is in handen van Victor Scaslrom. den
bekenden Zwecdschen regisseur, die naar Amerika is overgestoken.
I
#
|
.■■■■■■■■
t37*~P&&-' - - '
'„—
•—^^^i' . I..
-r- *-,-
m
r
♦
x
P^cze jonge danseres is een Hollandsche. Evenals haar '-^ grootc kunstbroeders slaml zij uit Den Haag Reeds als klein kind voelde zij zich tot alles wat maar tot tooneei behoorde - — en in hel bijzonder dansen — erg aangetrokken. Soelenderwijze fantaseerde zij dansen, zonder eigenlijk ie weten, wal dansen was. Les nemen, daar werd niet aan gedacht, en Iris Paola herinnert zich niet er ooit om gevraagd Ie hebben. Maar eindelijk, eigenlijk erg laat, mocht zij, loen zij ai vijftien jaar was. beginnen met lesnemen en wel van mevrouw Ciaiilard-Jorissen. Van deze heeft zij eenige jaren ies genomen en op haar dansavonoen meegewerki. In 1922 tiad Iris Paola voor het eerst alleen oo. Overal oogst zij veel succes en wij voorspellen onze landgenoote een mooie toekomst.
DE KONINKLIJKE FAMILIE Dit schilderij, hetwelk door Piet van der Hem (»eschiiderd is, werd door het üranje-comité aan de Koninklijke Familie aangeboden, ter gelegenheid van het zilveren huwelijksfeest.
5 tierssenbrugge
w^
-^
ffiüi^Bl De veelzijdigheid der electriciteit. Wanneer men een bewijs zou noodig hebben voor de stelling, dat we heel snel leven, m.a.w. dat de omstandigheden waaronder we leven, en de factoren, waarmee we in ons leven te maken hebben m waarvan we profiteeren, zich snel ontwikkelen, dan zou dit zeker wel in de invo'ering en doorvoering der electriciteit te vinden zijn. Betrekkelijk kort is "het geleden, dat de electriciteit als licht- en energiebron voor slechts weinigen bekend was. En thans vindt men beide tot in de kleinste dorpen toegepast. ***
HET TOPPUNT VAN COMFORT No. 10 Baden is zeker zijn lievelingssport niet. Hij houdt veel meer van een modderbad. Maar als hij toch gewasschen moet worden, heeft hij het liefst de zeep, die ook zijn meesteres gebruikt. COMFORT is de zeep die rust en vrede geeft. Zij bevat niets, dat irriteerendwerkenkan.Zijisverfrisschend en opwekkend voor een ieder, die er de proef mede neemt. Zij geeft inderdaad die behaaglijke gewaarwording die haar naam aangeeft.
FIJNE KWALITEIT - LAGE PRUS
ZUIVERE NATUURLIJKE OLIËN COMFORT ZEEP wordt gemaakt van zuivere palm- en olijfoliën. Zij bevat geen dierlijke vetten en geen vrije soda, niets, dat zelfs de teerste babyhuid zou kunnen schaden. Ook de kleur van COMFORT ZEEP is geheel natuurlijk.
De prijs behoeft zeker geen bezwaar voor U te zijnl Een carton, inhoudende twee groote stukken kost slechts 30 cent.
De zuiverheid van COMFORT ZEEP wordt onvoorwaardelijk gegarandeerd door de Levers Zeep Maatschappij, de fabrikanten van Sunlight Zeep en Lux. U weet dus precies wat U koopt.
Zend ons de voorzijden van 3 Comfortdoozen onder vermei' ding vanNo.lOenUontvangtqratisdeze reproductie op kunstdrukcarton zonder eenige reclame.
Koop heden een doos en oordeel zelf I De Lever's Zeep Mij., Vlaardingen.
Zie uit naar onzen Comfort prijzen wedstrUd
Een schitterend overzicht dier toepassingsmogelijkheden, heeft de Vereeniging van directeuren van electriciteitsbedrijven in Nederland gegeven in den door haar uitgegeven kalender van 1926. Het is een magnifiek voorbeeld van goede reklame voor een in alle opzichten aanbevelenswaardig doel. Schitterend is de kalender als middel van propaganda, schitterend door de zeer geslaagde pastels van den schilder Heyenbroek en ook door de mooie reproducties, welke de Nederlandsche rotogravure mij. er van maakte, opgeplakt en omgeven door een omlijsting en een tekst-indeeling, welke er uitmuntend bij past. De enkele éénkleurigc reproducties, welke bij dit weekpraatje zijn afgedrukt, geven, uit den aard, slechts een onvolledigen indruk van de werkelijkheid. * *
Schel tegenover het gedempte licht, staat de krachtige straal, welke door den vuurtoren, op het derde plaatje afgebeeld, wordt uitgezonden,
een bundel van niet minder dan ruim twee milUocn kaarsensterkte! De gloeidraden in dergelijke „lampjes" zijn zoo dik als naalden en gebruiken ver-
De genoemde vereeniging heeft de gelukkige gedachte gehad, om bij elk der twaalf platen een bijschrift te geven, waardoor het geheel in waarde wint. Afgebeeld werden de toepassing van de electriciteit bij de staalgieterij, .het machtige bedrijf waar het harde metaal vloeibaar wopdt gemaakt en in den vorm gegoten. Met behulp van den electrischen oven, worden, de fijnste staalsoorten bereid, die b.v. in de automobieltechniek en bij de fabricatie van gereedschappen worden gebruikt. Heel wat anders is de tweede plaat van den kalender. Een hal van een hotel, voorzien van het indirecte electrische licht, verwarmd door electrische radiatoren. De plaat toont duidelijk, welke aangename en fraaie sfeer ontstaat, wanneer de indirecte verlichting, waarvoor de electriciteit zich zoo uitstekend leent, wordt toegepast.
houdingsgewijze slechts weinig. * * * Naast v de warmte en het licht, staat als een zeker niet minder belangrijke factor ten voordeele der doorvoering van de electriciteit, de electrische energie, waarvan we mooie voorbeelden vinden in verschillende vormen. O.a. op de plaatjes, de electrische melkerij, en de dorschmachine, welke bewijzen hoc de landbouw vanden onzichtbaren stroom bijzondere voordeelen trekt. ^en heel andere, maar daarginder belangrijke toe!':' '"ctrische energie voor L U' zien in den afgebt. ■-'■hen trein, waarbij we u«. uitbeelding der gekleurd*. > effecten bewonderen. *** Hebt ge wel eens er aan gedacht, dat blikafval met behulp •van den electro-magneet werd verladen? Waarschijnlijk niet. En toch gebeurt zulks, waarbij het zoo gevaarlijk hanteeren dezer scherpe, stukken metaal wordt vermeden. Dat de hoefsmederijen van de electriciteit gebruik maken om de ijzers wit-glociend te maken, hebt ge vermoedelijk evenmin geweten. Toch gebeurt zulks. De beide einden van het ijzer worden tusschen de kaken van een speciale machine gezet, de stroom wordt ingeschakeld en het ijzer wordt tot gloeihitte gebracht. * * De electrische laschinrichting is in vele gevallen een uitkomst. Men kan daarmee plaatsen bereiken, welke anders slechts met groote moeilijkheid toegankelijk zijn, waardoor dikwijls demontage van machines noodig was, wat thans overbodig is. Bovendien werkt de electriciteit ook hier vlug en zindelijk. *
Heyenbroek — Het laden van bllkafval met behulp van een electro-masneet. Beide reoroducties zijn ontleend aan den in dit weekpraatje genoemden kalender.
+
♦
Van een anderen kant ziet men het nut der electriciteit door de galvanische inrichting, welke, dank zij den electrischen stroom, door een op bijzondere wijze samengesteld bad gevoerd, een fijne laag van edeler metaal op den groveren, krachtigen vorm voert. Ook de electrische banketbakkerij bestaat. In de bakkerij is deze warmtebron een ideale, geen gemors met bloem, geen schadelijke dampen of onaangename lucht, alles gaat vlug en betrouwbaar. * *♦ Tenslotte noem ik de in overdrachtelijk en werkelijken zin schitterende plaat, waarop de. knappe kunstenaar het geweldige van de moderne electrische straatbclichtingen en de straal reclame laat zien. Waarlijk ik heb niets te veel gezegd bij mijn vermelding van de bcteekenis van deze reklame voor de electriciteit. M. E. R. CURIUS.
l':
^
J
VEREN IN ONS WATERLAND Veren vindt men in ons waterrijk land in grootcn getale; groote en kleine, moderne en oudenvetsche, met roeibootjes, reepponten, gierponten, motorbootcn, stoombooten en wat al niet meer. Deze veren zijn van onschatbaar nut op tal van plaatsen waar aan het bouwen van bruggen niet te denken valt, maar meer en meer wint toch de overtuiging veld, dat zij voor de groote verkeerswegen uit den tijd zijn. Zelfs onder gunstige omstandigheden veroorzaken zij een zeer belanyrijk oponthoud en he* cigste is wel, dat zij bij hooge weerstanden moeilijk, bij ijsgang in Viet geheel niet bruikbaar zijn. Dit is een-zeer groot bezwaar. Aangezien tusschen Noord en Zuid geen enkele verbinding met vaste bruggen over de groote rivieren bestaat, is bij sterken ijsgang het verkeer per as naar NoordBrabant, Limburg, Zeeland en België geheel gestremd. Om per auto daarheen te rijden, zou men een omweg door Duitschland over Wesel moeten maken! Dat deze toestand bij de geweldige uitbreiding van het personen- en goederenvervoer per auto op den duur onhoudbaar is behoeft geen betoog. Trouwens reeds jaren geleden, toen de heer Regout
In het Concertgebouw te Amsterdam werd een openbare vergadering gehouden door de S.D.A.P. In verband met de cablnetscrisls. Links: Een kijkje in 't gabouw tijdens"de rede van den heer D'jys. Recnts: Mevr. Vliegen .j.W.Duys, H.W.Vlieger, Oudegeest. voor oen ingang van het concertgebouw.
Het veer aan den Moerdijk (tijdens den winter genomen).
minister van Waterstaat was, zijn er plannen gemaakt om te Nijmegen een brug over de Waal te bouwen, te Arnhem zou dan de bestaande schipbrug, die bij ijsgang weggenomen moet worden, ook door een vaste brug vervangen zijn, zoodat een uitmuntende verbinding met het zuiden tot stand zou zijn gekomen. Het plan is voornamelijk daarop afgestuit, dat men het in beide steden, doch in hoofdzaak te Nijmegen, niet eens kon worden over de plaats, waar de brug zou moeten komen. Deze was ontworpen bij de Belvedère, hetgeen voor het doorgaand verkeer stellig zeer geschikt zou zijn. De neringdoenden in de omgeving van de bestaande 'pont hadden daartegen echter groot bezwaar. Hierop leden de onderhandelingen met de gemeente schipbreuk en kort daarna is de oorlog gekomen, waardoor het plan natuurlijk voor eerst van de baan was. Het is niet onwaarschijnlijk, dat het nu weer opgevat zal worden. Voorloopig moeten wij ons dus blijven behelpen met het veer, dat inderdaad lang
niet het slechtste is. Het is eigenlijk een groote gierpont, d.w.z. een pont, die door de kracht van den stroom naar de overzijde wordt gedreven; sedert enkele jhren zijn er echter ter bespoediging van de vaart, motoren aangebracht. Dit is stellig een verbetering, maar toch beantwoordt dit veer nog geenszins aan de eischen van het tegenwoordig verkeer; het is niet zeldzaam dat lange rijen auto's en andere wagens aan beide oevers staan te wathten, en dat men de p»nt eenige malen moet zien wegvaren voor men er een plaatsje op kan vinden. Waar de pont bovendien telkens op de scheepvaart moet wachten, beteekent dit allicht een oponthoud van een uur. Het eerstvolgende groote veer stroomafwaarts is bij Zalt-Bommel aan den grooterl verbindingsweg Utrecht—'s-Hertogenbosch. Wie dezen weg aflegt passeert eerst per gierpont de Lek bij Kuilenborg, dan per stoomvcer de breede Waal bij ZaltBommcl en eindelijk over een schipbrug de Maas bij Hedel.
Een aantal dultsche studenten arriveerden te Utrecht.
Bil de üzergleterlj.der firma Gebr. Rosmarkt te Almelo
Zij zullen 14 dagen de gast zijn van de Nederl.-Duitsche Vereenigino.
sorong een laschapparaat. Wat er van het gebouwtje overbleef.
—"^Vi' Het veer bil Niimegen
Lent
regsnzeggelijk een lucratief veer! De ontvangst van dit veer was ove r 1924 geraamd op f 129.310. —. terwijl de werkelijke opbrengst f 153.283.- was. De uitgaven bedragen i 59.750, zood at een winst werd gemaakt van f93.723.—
,.De geschiedenis van den soldaaf' van Igor Strawinski, tekst van C. F. Hamuz. In de stadsschouwburg te Amsterdam Jeanne Boogers als prinsesje.
A.
van der vies, als de auivel.
A. Hooikaas, als de soldaat.
^
Nu volgt de route Utrecht—Breda, een der belangrijkste verbindingen met België, die echter ook lang niet zonder bezwaar is. De schipbrug bij Vreeswijk geeft meestal niet veel oponthoud, ofschoon men het ook slecht kan treffen, doch de stoomboot van Gonnchem naar Sleeuwijk vaart slechts eenmaal per uur en dan hobbelt men over een zeer slechten weg naar het Keizersveer over de Bergsche Maas. Dit is een flinke stoompont, die elk half uur vaart, doch waar voor hen, die wachten moeten, elke beschutting tegen weer en wind ontbreekt. Tenslotte — last not least — komt de route den Haag—Rotterdam—Dordrecht —Moerdijk—Antwerpen. Hierbij beh^at men te Rotterdam nu eens n;et ƒ*■ varen, maar wel moet men beweegbare bruggen passeeren, die ".aiA. een groot oponthoud geven. Tischen Zwijndrecht en DordmnVt vaart 'n goede stoompont, die echter ook al te klein wordt en spoedig door een grodtere vervangen zal worden. Dan volgt het van ouds vermaarde veer over het bijna 3 K.M. breede Hollandsche Diep naar Moerdijk, het veer waar Jan Willem Friso verdronk en waarnaar NoordBrabant nog vaak ^Nederland beneden den Moerdijk" wordt genoemd. Dit veer nu was na "den bouw van de groote spoorbrug totaal in verval geraakt, zoodat er tot 1911 alleen gelegenheid bestond om per roeiboot over te varen. In dat jaar werd door particulieren met steun van den Toeristenbond en van de Automobielclub een stoomboot tusschen Willemsdorp en Moerdijk tot stand gebracht, die later' door het Rijk overgenomen en uitgebreid is. Toch is dit hoogstbelangrijke veer thans te eenenmale onvoldoende voor het tegenwoordige verkeer, men durft het — veel te hooge — tarief dan ook niet verlagen, uit vrees, dat het aantal personen- en vrachtauto's dan nog grooter zal worden, zoodat men in het geheel geen kans zou
zien om ze te vervoeren. Hier is dringend behoefte aan een grootere pont, die zoodanig is ingericht, dat het 0p. en af. rijden weinig oponthoud geefj. Er is al eens gesproken 3m de groote spoorbrug, die slechts enkej spoor heeft, door een geheel nieuwe, zwaardere brug te vervangen en dan de 'jude voor het gewone verkeer in te richten. Het zal echter nog wel Vele jaren d^ren eer het 'zoo ver komt en inmiddels is verbetering van het veer dringend 5^0'dig. In Zeelana leveren de geweldig breede zee-aiTnèn natuurlijk groote belemmeringen J'oor het verkeer op. Van ouds vond men hier meest zeilveren, waar de reizigers per hoogaars overgezet werden, hetgeen somtijds uren duurde. Voor het overzetten van voertuigen bestond in het geheel geen gelegenheid. Hierin is verandering gekomen door den aanleg van een rijweg langs den Scheldedam in 1915 en doordien de provincie sedert vele jaren eenige belangrijke stoombootdienäten exploiteert, zooals Vlissingen Breskens, Vlissingen—Terneuzen, Hansweert—Waalsoorden en Katscheveer—Zierikzee. Het eerstgenoemde, dat vcor het verkeer met België van belang is, is ook al niet meer op het tegenwoordige verkeer berekend, zoodat binnen kort een grootere boot in gebruik genomen zal worden. Eenige overeenkomst met deze veren heeft dat over de Zuiderzee, tusschen Enkhuizen en Stavoren, waardoor de verbinding met Leeuwarden aanmerkelijk bekort is. Dit zeer dure veer heeft echter het groote nadeel, dat het des winters soms vele weken achtereen door ijs gestremd is. Onder de rivierveren moeten nog die over den IJsel genoemd worden. Ofschoon over dezen tak van den Rijn drie vaste bruggen voor gewoon verkeer zijn, n.1. bij Wcstervoort, Zutphcn en Kampen is het vervoer over de tusschengclegen veren toch zeer belangrijk en hebben de
Veerdienst Dordrecht
5 lied recht
•«—I-^^H
daarmede verbonden bezwaren zich ook hier in den laatsten tijd zeer doen gevoelen. Er is dan ook ernstig sprake om de schipbrug bij Doesburg en de pont aan het Katerveer bij Zwolle door vaste bruggen te vervangen. Met de uitvoering van dit laatste plan zal vermoedelijk in 1926 een begin gemaakt worden. Het tegenovergestelde geval heeft zich voorgedaan te Velsen, waar in 1907 de bestaande draaibrug over het Noordzeekanaal 'door een stoompont is vervangen. Dit is wel een unicum. De belangen van het groot-scheepvaartvericeer moesten hier den doorslag geven. Deze-belangen verzetten zich ook tegen den bouw van een brug over het IJ te Amsterdam, waar de stoomponten thans niet meer berekend zijn voor de eischen, die het moderne verkeer er aan stelt. Op den duur zal een vaste verbinding wel niet uit kunnen blijven. Men denkt thans over den bouw van een tunnel onder het IJ door. Dat hieraan echter groote moeilijkheden verbonden zijn, behoeft geen betoog. Zoo zint men in alle deelen des lands op middelen om den overgang van de groote wateren te vergemakkelijken, 'althans wat betreft de hoofdverkeerswegen, die na den aanleg van de spoorwegen hunne beteekenis verloren schenen te hebben, doch thans voor het verkeer belangrijker zijn dan ooit tevoren. Daarnaast blijft echter in ons waterrijk land plaats voor tallooze veerponten, die zeker nog tot in lengte van dagen goede diensten zullen blijven bewijzen, voor het verkeer langs secundaire routes.
WEES SLIM GEBRUIK GLIM
M.
■^r
NOSTROMO
Charles Gould zat in gedachten verzonken voor zijn schrijftafel en trok met zijn briefopener denkbeeldige figuren op het groene laken, toen de deur openging én een man met een sluw gelaat de kamer, onaangediend, binnenstapte. Verschrikt keek Charles Gould op en zijn blik bleef angstig op het gelaat van den binnentredende rusten. „Wel?" vroeg hij kortaf, toen hij zag dat zijn bezoeker geen aanstalten maakte om de reden van zijn bezoek te verklaren. „Er is toch geen onraad ?" „Ja er is wel onraad. Decoud, Hernandez en Sotillo komen sinds eenigen tijd geregeld samen, en", ging hij fluisterend voort, ,,zij hebben een aanslag beraamd tegen de mannen, die vannacht de lading zilver naar de haven zullen brengen." Charles. Gould . sprong op. „Hoe ter wereld weten zij dat het vannacht verscheept zal worden ?" „Vraag dat den drommel", zei de man norsch. „Ze weten het, dat is de hoofdzaak." „Dan moet 't zilver vannacht niet vervoerd worden, we zullen het uitstellen." De man bij de deur lachte sarcastisch. „O, ze hebben er niets geen haast mee, dan zullen ze eenvoudig wachten tot het wel vervoerd wordt." Buiten kraakten de treden van een trap, alsof er een reus naar boven kwam. De zorgelijke trekken van Charles Gould ontspanden zich. „Ha, daar is No&tromo, hij zal ons helpen, hij is de eenige, die hier op het oogenblik raad kan verschaffen." Charles Gould was de eigenaar van een groote zilvermijn in de nabijheid der stad en het uitgegraven zilver werd per schip naar een verafgelegen grootere stad vervoerd. Deze zilvermijn was voor Gould een rijke bron van inkomsten en daar hij de kunst verstond, veel van zijn arbeiders te vergen en hen weinig te betalen, terwijl hij er bovendien vrienden op na hield, die hij in ruil voor zijn vriendschap, met allerhande werkjes opknapte, was het geen' wonder, dat hij in korten tijd de rijkste man uit den omtrek heette. Sinds eenigen tijd leefde Charles Gould echter in gestadige onrust. In de stad had zich een jonge man gevestigd, een verre neef van Gould Decoud genaamd, die meende, dat hij eveneens rechten op de zilvermijn had. Daar hij dit echter niet wettig kon bewijzen, was Charles Gould niet geneigd, hem eenig aandeel in de mijn af te staan en toen Decoud ervoer, dat hij het goedschiks niet winnen zou, probeerde hij het kwaadschiks.
DE VOLKENBOND OP HET FILMDOEK
Feyenover hen, die zoo menigmaal smalend neerzien op wat de film in on:e samenleving is gaan befeekenen, hïeft men weer een argument te meer ten tooneele, juister gezegd op het doek, gebracht, om te betoogen, dat de bioscoop een prachtig hulpmiddel voor de opvoeding der menschen kan zijn. Immers, men kan thans een film aanschouwen, die den Volkenbond, zijn beteekenis, zijn organisatie en zijn werk in beeld brengt. O, er zijn er duizenden in den lande, die u weten te vertellen, dat zij wel eens van den Volkenbond gehoord hebben, doch vraagt gij hun u een behoorliike kenschetsing van die organisatie te geven, dan staan zij met den mond vol tanden. Het leger der onwetenden op dit gebied is nog angstwekkend groot en grooter nog is het aantal van de sceptici- welke zich uitsloven om den Bond te teekenen als een instituut van geen enkele practische waarde. Laten die onwetenden of verkeerd wetenden zich eens opmaken naar voorstellingen van de werkelijk hoogst interessante film Volkenbond en Vrede, die een ware geschiedenis van Geweld tot Recht te zien geeft, en zij zullen een juister inzicht omtrent den Bond kunnen verwervenAlle hulde aan den heer Willy Mullens, die de kunst verstaan heeft van een waarlijk niet gemakkelijk thema als hier te behandelen was, iets heel bijzonders te maken, iets wat spreekt tot de harten en de hoofden van de toeschouwers. Op een Kerstavond ziet men een gelukkig gezin bijeen, waar Grootvader den kinderen cadeautjes van den Kerstboom geeft. Voor zijn twee oudste kleinzoons haalt hij tenslotte iets heel moois van den boom, het boek, dat den titel Volkenbond en Vrede draagt en waarin wij nu de bovengenoemde geschiedenis te zien en te lezen krijgen. Het begint met den oorlog in oude tijden, dan de gruwelijke oorlog van 1914-1918, van welks omvang men een goed idee krijgt door de steeds zwarter wordende wereldkaart — elk land, dat in den strijd verwikkeld raakte, is zwart gekleurd - terwijl akernietigende oorlogsdaden de film maken tot een schrille aanklacht tegen wat er in onzen zoogenaamd beschaafden tijd nog mogelijk was. Dan het droeve einde, de trieste vruchten (?) van het wapengeweld: de kerkhoven, de stilte na den strijd . . . Een moeder zoekt met haar kind naar het graf van vader en daar gekomen, legt zij de gelofte af, haar jongen op te voeden voor een andere wereld, voor een genieenschap, waar niet het ruwe geweld, doch waar het Recht zal zegevieren. Haar zoon moet strijden, moet den geestelijken strijd voeren, voor een samenleving, waar Recht en Vrede tusschen de volkeren zal heerschen. ^ Dan komen de voorvechters van de vredesidee op het doek- Hugo de Groot als de grondlegger van het Volkenrecht, Bertha van Süttner, die het beroemde boek ,,De wapens neer", heeft geschreven. De Haaysche Vredesconferentie en tenslotte Wilson, de man aan wiens werk vooral het ontstaan van den Volkenbond te darken is. De Volkenbondsraad en de Volkenbondsvergadering, het Internationaal Gerechtshof in den Haag, het Internationaül Arbeidsbureau, dit alles passeert de revue — we bladeren in de zaal met den Grootvader op het doek het door hem ten geschenke gegeven boekwerk door - en tegelijkertijd lezen we wat de werkzaamheden dezer organen zijn, hoe hun samenstelling is, enz. Het tweede deel van de film laat dan het praktisch werk van den Volkenbond tot uiting komen: men aanschouwt het ontstaan en bijleggen van geschillen tusschen de staten, krijgt een overzicht van de vele reeds op vreedzame wijze te Gerieve, sinds het bestaan van den Bond bijgelegde conflicten, de mandaatslanden, de arbeid op hygiënisch gebied, op humanitair terrein, dit alles en nog veel meer gaat voor ons leven. En het derde deel brengt het nieuwste: de toenadering van Duitschland en Frankrijk te Locarno, de beteekenis, die de publieke opinie voor de kracht van den Bondheeft, de toenemende omvang der georganiseerde publieke opinie, belichaamd in de Volkenbofidsvereenigingen in de verschillende landen. Als het boek uit is, weet de vader van het tweetal, dat het boek cadeau kreeg, wat zijn taak thans is (als de jongens groot zijn moeten zij hetzelfde doen); hij vult een formulier in, waardoor hij lid wordt van de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede-voorbeeld, dat de toeschouwers natuurlijk dienen na te volgen. Immers, als een ieder dat doet, dan zal het vredesbeeld, waarmee de film besluit, dan zal de eenheid tusschen de volkeren, die ons als toekomstbeeld vertoond wordt, werkelijkheid kunnen worden. Gelukkiger propaganda voor het verheven doel, dat men met de opvoering van deze prachtfilm nastreeft, is nauwelijks denkbaar, vooinl ook, omdat de film op zichzelf, die zooveel belangrijks te aanschouwen biedt, werkeiiik pakkend mag heeten. J K'
Met eenige zijner vrienden vormde hij een complot en zij spraken af, de eerste lading zilver die vervoerd moest worden, te onderscheppen. Alle maatregelen waren genomen en ongetwijfeld zou het plan gelukt zijn, als niet Bonificio, een geheime agent van Gould, hun schuilplaats ontdekt en zijn meester gewaarschuwd had. Nostromo was ook een van de vrienden waar Gould bijzonder op gesteld was. Aan zijn buitengewone lichaamskracht paarde hij een scherp verstand en van deze gaven had Gould al meer dan eens gebruik gemaakt. Met aandacht luisterde Nostromo, toen Charles Gould hem het plan van den beraamden aanslag meedeelde en glimlachend merkte hij eindelijk op: „Wel die ratten zullen in den val komen. We sturen den wagen met het zilver op den gewonen tijd naar het strand, maar inplaats van zilver pakken we er oud ijzer op. Een half uur later ga ik met paard en wagen, waarop het zilver, alleen naar het strand, waar in de schaduw van de rotsen een bootje met roeiers gereed moet liggen en zoo brengen we het op het schip." Charles Gould sprong op. ,,Wel mijn waarde, dat is een uitmuntend plan, ga je gang, je zult mij zeer verplichten." Een eigenaardige gloed straalde uit de oogen van Nostromo, toen hij een uur later aanbelde aan een groot huis, op den hoek van de hoofdstraat van het stadje. Een jong meisje opende hem de deur, en haar in zijn armen nemend, kuste hij haar hartstochtelijk, terwijl hij haar toefluisterde: „Giselle, lieveling nu kunnen we gauw gaau trouwen, vanavond krijg ik 'n kans om mij te onderscheiden en die zal ik benutten ook." De oogen van het meisje schitterden van geluk. „O, Nostromo, zal het dan eindelijk waar zijn ? Maar, liet zij er plotseling angstig op volgen : „het is toch niets gevaarlijks, wat je gaat ondernemen... ?" Met een kus sloot hij haar mond.
^
!
Prof. Mr. 3. A. van Hamel
Het StOOmSChlP DOetOn waarin een zware brand gewoed heeft, is uit Brest te Amsterdam aangekomen. Het schip in de haven van IJmuiden.
de nieuwbenoemde comrfussaris van den Volkenbond voor Dantzig, is per s.S. Erato uit Amsterdam vertrokken.
Begrafenis Prof. Dr. M Kamerlingh Onnes Prof. Dr. H. A. Lorentz, spreekt aan de groeve.
X ..A
De Munsterkerk te Roermond
Door het sloopen van de oude kazerne heeft men nu het gezicht op dit prachtige bouwwerk.
-iT'
De sleepboot Heinrich weike in de Maas bij Rotterdam gezonken was, wordt gelicht.
\ ■
-
■
•
■
.
'■
■:-^"
v
^
SE
■-
s
IJ' Rf\tt-; , v --■ ■^j^
' ér".'''—*
JHÉK^B^V'
" "■■■^''V'
«-r=^-^a >-'Wimr^-r-:,,
BKl
%
''
,,*•■-•■ 1
•
'1
""TT1.:'
■
-: Het corps gele Rijders te Arnhem bestond deze maand 133 jaar. In verband daarmee maakte het corps een tocht door de stad.
De nood In de Venen
In een oude turfschuit, waar 30 cM. water staat, leven man, vrouw en 7 kinderen.
Si^-^m-! Stil klotster» de golven tegen de rotsachtige kust en de maan bescheen de grillig opgestapelde steenklompen, waarvan de oppervlakte glinsterde, alsof zij uit zilver gegoten waren. Geheimzinnig duister waren de openingen onder en tusschen de rotsen, waar de roofvogels nestelden en het ritselde van ongedierte. Aan den horizont teekenden zich de omtrekken van een flauw verlicht schip af, dat vastgehouden door sterke ankertouwen, op de zacht deinende zee heen en weer wiegelde en alleen de zich af en toe bewegende gestalte van den man op de brug, toonde dat er leven aan boord was. Plotsieling doken er van achter de rotsen lantarens op en het knerpen van wagenwielen, vermengd met het regelmatig stappen van een paard, verbrak de stilte. Langzaam naderde een kar, getrokken door een stevig boerenpaard en geëscorteerd door een zestal stevige boerenknapen en bijna had de stoet het strand bereikt, toen er beweging kwam tusschen de steenklompen. Zwijgend slopen een aantal tot de tanden gewapende, mannen nader en voor het geleide er op bedacht was, lag het gebonden aan den wegkant. De» roovers sprongen op den wagen, touwen werden losgemaakt, even een geluid alsof er iets zwaars werd verschoven, toen een geplas van roeiriemen in het water, het zich snel verwijderen van een roeiboot, en het was weer doodstil tussrhen de rotsen, slechts klonk at en toe het geluid van paardenhoeven, die ongeduldig over de steenen schuurden. De roeiboot was nauwelijks aan den horizont verdwenen, toen de stilte andermaal verbroken werd door 't geklepper van dravende paarden, die snel naderbij kwamen en weldra vertoonde zich, scherp afstekend tegen de lichte rotsen, een ruiter, die een tweede paard, met een groot pak beladen, meevoerde. Aan den oever gekomen gleed hij van zijn paard, gespte het pak los en sloop in de schaduw van de rotsen naar een diepen inham, stapte in een aldaar gereedliggend roeibootje met vier mannen aan de riemen, dat zich nu onmiddellijk in de richting van het stilliggende schip verwijderde. Toen zij op eenigen afstand van de kust gekomen waren, verbrak één van de roeiers het stilzwijgen. ,,Het is precies gegaan, zooals wij gedacht hadden, Nostromo. De roovers zaten tusschen de rotsen en toen de kar er aankwam, sprongen zij als katten op hun prooi en eer de geleiders er op bedacht waren, lagen zij gekneveld aan den kant, waarna de lading van den wagen naar een bootje gesleept werd en als duivels zijn zij toen weggeroeid.!:
I
. '
■ •*
'
J
■
,
.
, ^
BEENDEN UÏT NEDERL, INDÏE
Wajang Wong Deze foto slelt nu eens geen one step, Iwo slep. of hoe die moderne europeeschc dansen ook heeten mogen- Maar hierboven ziet men een foio van klassieke danskunst: de nationale Javaansche dans, die reeds eeuwen onveionderd bestaat en naar de legende zegt, door de zeven hemelnymphen op aarde gebracht om de menschheid te bekoren- 1 wee mannelijke dansers beelden een scène uil een van de nrachliye wajnngvcrhalen uit
Een chlneesche begrafenis Voorop loopl de priester met zijn gebedenboekje, daarachter een geestelijke, eveneens in het wit met de doodenlantaarn. dan volgt het zieletempellje en vervolgens de geweldige doodkist, gedragen door menschen in uniform. Onderweg wordt goud en zilverpapier verbrand om de afgestorvene als geld te dienen in het land der duisternis.
„Ze zulle » vreemd opkijken, als ze zien, waar ze zooveel moeite voor gedaan hebben," lachte een ander. ,Ja," zei de ruiter, zorgvul-
dig het pak betastend, dat voor zijn voeten stond; ,,ze hebben leelijk misgerekend. Maar wat drommel!" viel hij zich zelf in de reden: ,,Wat is er met die
Het Chelsea Art Bal is een der momenten in het ,leven van oleizier'' in Londen. Een der aantrekkelijkheden ervan is, dat de verschillende teeken- en schilderscholen speciale groepen ontwerpen en daarmee op het bal verschijnen. De bovenstaande foto is genomen naar de groep 'van de St. Martin School of Art. De costumes en de groep zijn ontworpen door onzen medewerker, den schilder Con. H. Lomax.
^^^H
schuit ? Zij is toch nief lek ?" Verschrikt keken de mannen naar den bodem van het bootje, waar het zeewater, mot haast onmerkbare straaltjes, een steeds grooter wordenden plas vormde. Nostromo alleen bleef kalm zitten. ,,Misschien halen we het schip nog, maar als jullie bang zijn, spring dan in het water en zwem er naar toe." Nauwelijks was hij uitgesproken, of met een onrustbarende snelheid steeg het water en zonk het bootje naar de diepte. De mannen bereikten in enkele minuten het schip, maar Xostromo zwom kalm naar den oever terug. Zenuwachtig met zijn vingers knappend, liep Nostromo .de kamer op en neer en bleef eindelijk staan voor een stoel waar zijn meisje in zat en haar handen voor haar oogen houdend, hartverscheurend snikte. ,,Maar Giselle je begrijpt het niet, het is geen gestolen geld ? Heb ik hem niet al die jaren geholpen en raad gegeven en heeft hij mij ooit mijn diensten betaald ? Hij wordt van dit zilver niet armer en wij, wij kunnen er door trouwen. Het kan immers nooit uitkomen, de mannen hebben zelf gezien, dat het pak naar de diepte zonk. Wie zal op de gedachte komen dat daar ook waardeloos goed in zat en de zilvcrscfrat veilig tusschen de rotsen geborgen was ? Zelfs Gould zal het niet te weten komen en ik beschouw het als mijn loon voor al de jaren, dat ik hem mijn diensten verleend heb." Even zag het meisje hem aan. „Neen Nostromo, het is gestolen. Ik wil er niets, geen penning van aanraken." „Wil je dan, dat ik het hem ga terugbrengen en vragen of hij' het mij wil vergeven ?" Nostromo lachte spottend. „Dacht je dat ik dat zou doen ?" Het meisje stond op. „Goed, Nostromo, houd het dan, maai 'ik zal er niets van gebruiken. Kies nu maar tusschen mij of het geld." Nostromo sprong op en ging voor haar staan. ,,Giselle, dat meen je niet. Ach toe, neem het toch niet zoo zwaar op. Hij mist dat beetje zilver niet en wij zijn er rijk door. Lieveling ga nu niet zoo weg ?" Maar het meisje duwde hem opzij en liep snel de kamer uit. Dienzelfden avond ontving Charles Gould een verzegelden brief van den volgenden korten inhoud. Mijnheer, Volg mijn raad en laat nog eens dreggen, maar nu wat dichter bij de groote rotsen. Het is zeer goed mogelijk, dat u daar het gezonken zilver zult vinden. Groettnd, NOSTROMO.
*HPI
De lastige vraag. • D'r waren gasten aan tafel en het diner was bijkans afgeloopen, toen kleine Bob, die mee had mogen eten, vroeg: Moesje, zou de pudding me hinderen.... Neen schat, antwoordde moeder. O dus d'r is gelukkig genoeg voor iedereen, antwoordde Bob. Een ezel. Mevrouw komt bpgewonden binnen. Man je moet direct naar onzen buurman gaan en hem onderhanden nemen .... Waarom schat ? Och de kerel gooide een steen door ons raam, toen ik aan het zingen was. Wat 'n ezel. Met zoo'n kapotte ruit, hoort hij 't zingen toch nog veel meer! Zij was gerust. Eigenaardig toch, zei m'nheer Pantoffel tot zijn vrouw, dat kinderen van beteekenende mannen vaak heelemaal niets in de wereld bereiken. Gelukkig , antwoorde mevr. dat onze Frits op die manier niet gehandicapt is I De arme man. Wat is dat voor leven hier naast. O, m'n buurman praat in zich zelf. Maar daarom hoeft hij toch niet zoo te schreeuwen ... Ja well De arme man Is doof, moet je weten. Onder vriendinnen. Willy (dweepend): De man, dien ik zal trouwen, die moet een held zijn.... Milly (haar nauwkeurig aankijkend) : Meen je dat werkelijk ? Maar zóó leelijk ben je toch heusch niet. Je overdrijft. Het voornaamste. De leeraar hield ervan om de jongens te onderwijzen, door hen een geval zoo natuurlijk mogelijk voor te stellen Ter illustratie van wat er zou gebeuren, wanneer er een misdaad geschiedde, begon "hij 't volgende verhaal. Stel eieis voor, jongens, dat ik uit school ga en op weg naar huis een man ontmoet, die me een slag geeft, waardoor ik op den grond val. M'n hoofd l^pmt zoo op de steenen neer, dat ik sterf. Wa^ zou er dan gebeuren ? Geen van de jongens zegt wat. Eindelijk steekt de kleinste jongen op de achterste bank z'n vinger op en als de onderwijzer hem aan 't woord laat komen, zegt hij: We zouwen dan een dag vrij hebben, mijnheer
Reclame. De oude heer Handig, de directeur van Handig & Co.'s Oliefabrieken, lag op sterven en liet zijn notaris komen. Zijn testament werd in alle bijzonderheden opgesteld. Toen zij bij de regeling in verband met de zaak kwamen, vroeg de oude Handig den notaris om de volgende clausule in den laatsten wil op te nemen: Verder vermaak ik aan alle employe's der vennootschap, die deze 20 jaren en meer trouw hebben gediend, f 1000 per persoon.... Mag ik u even opmerken, viel de notaris hem in de reden, dat de vennootschap als zoodanig nog geen twintig jaar bestaat.
Dat weet, dat weet ik, zei de zieke met een zwakke stem, maar notaris, zoo'n bepaling is toch een mooie reklamel De waarheid. Mevrouw had de nieuwe keukenprinses aangenomen, nadat zij van haar de uitdrukkelijke mededeeling had gekregen, dat ze geen vrijer had. En toch kwam d'r eiken dag een manspersoon d'r opzoeken. Na een week begon het mevrouw te vervelen en ze liet Marie bij zich komen. Hoor ereis, hoe zit dat nou? Eiken avond komt er iemand je opzoeken en je hebt me verzekerd, dat je geen vrijer liadl Heb ik ook niet mevrouw, 't is m'n man!
HBT BALsMASOOB (EEN LIEDJE MET EEN MORAAL).
i£ Tf ^^^ï *m
Mej. E. te Voorburg
f/YÄÄar/SÄ hagi, voorstellend een ..druivenwingerd".
Een zee van licht, een zee van kleuren. Een jolig, feestelijk kabaal, Een „Joly Five band", èn een orgel, Een sohitterend-versierde zaal. | En Fatima, d' Oriëntaalsche, Flirt met een schalkscheu harlekijn. Maar deez' wordt weer op zij gedrongen Door 'n Pierrette in satijn. De,,Nacht" in zwart, met gouden sterren. Stept er met dokter Kukirol, 'n Apache-schoone gaat brutaal-weg Er met een diender aan den rol. Hawaian-girls, exotisch, lenig, Bekoorlijk in een rok van stroo, Maken een jolig rondedansje Om een haar plagende Pierrot. Don Juan rept naast 'n Bajadere Zijn vlugge voeten op den vloer, De cow-boy koos een Spaanschen schoone, De Sheik..,. Madame de Pompadour. De vreugde houdt er een triomftocht, Er zijn geen zorgen, geen verdriet, Men telt het T
schrikbeeld: de malaise,
Ja, de mirtir-tercrisis niet!
,
l/m neemt geen deel aan al die vreugcte. En staat mistroostig bij een paal, Hij staart met cynisch-koele oogen Naar de vertooning in de zaal. Hij kon niet zeggen, wat hem hier bracht, Geen vrouw, geen vriend, geen zucht, geen wensch. Hij ging 't slechts nuchter observeeren. Normaal en doodgewoon als mensch. Muziek verstomt, 'n Belgerinkel. Al wat costuum draagt, loopt te hoop. Dan noemt de praeses van de jury, Als eerste prijs: de Misanthroop 1 Men wijst op hem en allen turen. Men wenkt en roept hem keer op keer. En fluistert: „Prachtig volgehouden!" Da's wel de zonderlingste heer!" FRANK ARNOLDI.
Toch overbluft. Een amerikaan bezocht onlangs Rotterdam en een inwoner dier stad liet hem de bezienswaardigheden van de Maasstad bekijken. Bij de Willemsbrug gekomen wees hij den yankee op het gevaarte. Oh nothing, brug van Brooklyn veel grooter. De weg ging toen naar het nieuwe stadhuis. Oh nothing, zei broeder Jonathan, de Congreszaal in Washington much grooter. Toen werd de Blaak over gewandeld, maar ook hier was de Amerikaan niet tevreden. Tenslotte ging de Rotterdammer een vischwinkel binnen om met z'n gast de lunch te gebruiken. Hij bestelde een kreeft en een prachtig exemplaar werd hem voorgezet. Oh, zei eindelijk de man uit de States,- prachtige kreeft, real lobster.... Met het onnoozelste gezicht van de wereld vroeg de Rotterdammer : Wel, Mr. Smith, noem je dat een lobster, een kreeft, man dat noemen ze hier een garnaaltje, a shrimp .... Zijn plaats. Hebt u ook een plaats voor een zeer bekwamen jongen man ? vroeg het zelfingenomen jongemensch, aan den drukbezetten zakenman. Ja, was het antwoord, aan den anderen kant van de deur, en vergeet niet om d'r tegelijk dicht te maken. Net verkeerde. Nou Mansveld, de kruidenier, zal ook wel woest zijn ... Waarom ? Z'n vrouw kreeg vannacht een meisje en hij heeft al veertien dagen een bordje voor z'n raam: Een jongen gevraagd. Zaken zijn zaken. Wat ben jij toch een rare zei de Bruin tegen Smit. Vorige week koop je een piano op afbetaling en je betaalde f 10.— als eerste storting en na een week weiger je te betalen en laat je de piano weer weghalen. Nu heb je toch f 10.— verloren. Mis man. Ik heb f 10.—verdiend. Hoe kom je daar toe ... ? M'n zoon en ik hebben een verhuisinrichting en die lui betaalden voor het op- en neerhalen aan onze firma f 20.—. Ze wisten natuurlijk niet, dat ik er in zat.
v^fc . „.^üi^fc^Lla^
'
■.«P-WWi
——-—■-—■————
f:- HI3TORI5CHE FIQUREN: LODEWIJK XIV -< Lodewijk XIV, zoon van LodewijkXllI en Anna van Oostenrijk, werd in 1638 te /St. Germain geboren. Toen hij vijf jaar oud was, stierf zijn vader en werd hij koning onder regentschap van zijn moeder. Mazarin, toenmaals eerste minister, zette de buitenlandsche politiek van Richelieu voort. In 1659 huwde de jonge Lodewijk Maria Theresia van Spanje; volgens een der clausulus van het verdrag dat bij den vrede van de Pyreneeën was tot stand gekomen, die een einde maakte aan den oorlog tusschen Spanje en Frankrijk. Toen Lodewijk XIV in 1661 zelf het bewind aanvaardde, was in Frankfijk het absolutisme vrijwel gegrondvest. De nieuwe koning heeft dat absolutisme nog versterkt; de adel werd een slaafsche hofadel, afhankelijk van de gunstbewijzen des konings; de Staten-Generaal werden nooit bijeengeroepen; de gouverneurs der provinciën behielden slechts een schijn van gezag; alleen de intendanten hadden wat te zeggen. Dat absolutisme kwam volkomen overeen met Lodewijk's denkbeelden van de koninklijke macht: hij beschouwde deze van God verkregen en voelde zich alleen jegens God verantwoordelijk. In zijn mémoires heeft hij zijn opvatting omtrent het koningschap kenbaar gemaakt. Hij eischte voor zich de vrije beschikking over de goederen zijner onderdanen, om daarvan tot welzijn van den Staat gebruik te kunnen maken. Van algemeene bekendheid is zijn gezegde: „l'état, c'est moi." Daartegenover stond, dat Lodewijk zich verplicht gevoelde, te werken tot welzijn van 't volk. Tot zijn eer moet gezegd worden, dat hij gedurende zijn geheele regeering, zelfs in tijden van ziekte, zich lederen dag geruimen tijd aan de staatszaken wijdde en steeds stelde hij, volgens zijn vast principe, de belangen van zijn onderdanen boven de zijne. Zijn vaste regel en orde in zijn dagelijksche bezigheden deden St. Simon zeggen, dat geheel Europa, op elke minuut van den dag weten kon, waarmede de koning van Frankrijk zich op een bepaald oogenblik bezighield. Zijn liefde voor zwaren arbeid stelde hij zijn erfgenamen steeds tot voorbeeld; met een edele welsprekendheid kon hij tot hen getuigen: ;,Het is door te arbeiden, dat 'men regeert; ondankbaar tegenover God; onrechtvaardig tegenover de menschen zou het zijn, het een zonder het ander te willen. Ik wil van alles op de hoogte blijven; de verlangens en de klachten van de minsten mijner onderdanen, het getal mijner troepen, wensch ik te kennen, evenals den Staat mijner vestigingen; ik wensch, indien noodig, onmiddellijk te kunnen confereeren met de buitenlandsche ministers; zelf telegrammen te ontvangen en deze te beantwoorden; zelf de inkomsten en uitgaven van den Staat te regelen; ik wensch zelf mijn geheime zaken af te handelen en naar mijn eigen keus mijn gunsten en voorrechten uit te deelen." Eiken dag, behalve Donderdag en Vrijdag, presideerde hij de raadsvergadering; las zalf de berichten der generaals, der gezanten, der gouverneurs en der intendanten. Ieder, die hem een verzoekschrift wilde overhandigen, werd daartoe door hem in de gelegenheid gesteld en altijd werd dit verzoekschrift door hem persoonlijk gelezen.
i
.
't,..:,.. :■
.:■
Lodewijk XIV
VAN BLOEMEN EN PLANTEN Vetblad. Van de ongeveer 500 soorten vleeschetende planten, die bekend zijn, treffen wij in ons land 1 soort vetblad (Pinguicula) aan, dat de insecten op minder geraffineerde wijze vangt dan de zonnedauw. De lange, gaafrandige, ietwat vleezige bladeren loopen puntig toe en zijn aan de randen iets omgevouwen. De geheele oppervlakte is bezet met talrijke kliertjes, die, evenals bij de Droserasoorten een kleverig vettig vocht afscheiden, zoodat het blad een glimmend aanzien krijgt. De onderkant daarentegen is glad en droog. Het zal nu duidelijk zijn, dat zoodra een vliegje op het blad komt, dit wordt vastgekleefd, en al de pogingen van het insect om zich te bevrijden, vruchteloos zijn. Het zal probeeren om naar den rand van het blad te worstelen, maar... och, heden, daar wikkelt zich deze om het diertje heen en rolt het geheel in het blad op. En nu is ons vliegje onherroepelijk ten doode opgeschreven. Talrijke kliertjes scheiden een verterend vocht af, een zuur, dat veel overeenkomt met ons maagzuur en tot vertering van onze spijzen dient. Komt ge een dag later bij uw vetplantje terug, dan heeft het blad reeds weer zijn ouden stand ingenomen, klaar om opnieuw andere, argelooze insecten in den val te lokken. Maar probeer niet om de pinguicula te foppen, door op het blad een steentje of ander klein voorwerp te leggen. Dra zult ge dan bemerken, dat het zich niet laat beetnemen. Heel weinig is de omkrulling slechts van den rand, terwijl de hoeveelheid vocht, die afgescheiden wordt, zeer gering is. Het vetblad is lang niet zoo algemeen voorkomend als de zonnedauw. In hei- en veenstreken kunt ge deze plant met zijn mooie leeuwenbekachtige bloempjes vinden. Wortelen heeft het bijna niet, zooals dit trouwens bij alle vleeschetende planten het geval is. Op een en ander komen wij in een van onze volgende stukjes nog nader terug. B. J. WILLEMS.
Mocht hij een enkel maal met een ander deze dingen bespreken, dan nam hij tenslotte toch zelf de beslissing. Voor een eersten minister' was geeri plaats; de koning regeerde alleen, geheel volgens zijn hoogmoedig devies: „Nee pluribus impar". . . . . . , , Als vertegenwoordiger van God op aarde eisebte Lodewijk een ongekende aanbidding en vereering. Hij wilde tronen in een residentie, waar de geheele omgeving ten dienste van het koningschap stond. Daar Parijs hem daartoe niet geschikt leek, werd het kleine slot te Versailles geheel omgebouwd in een grootsch paleis, terwijl van de omstreken een prachtig park met schitterende waterwerken werd gemaakt. De vleierij grensde aan het ongelooflijke; strenge straffen werden gesteld, indien iemand 't waagde den koning, welken men roi-soleil (zonnekoning) noemde, te beleedigen. Strenge etiquette heerschte aan het hof en men was voortdurend angstig, in ongenade te zullen vallen. De hofhouding verslond schatten gelds; bekend is, dat voor een deftigen maaltijd wel 300.000 livres besteed werd. Bovendien gaf de koning zelf op zedelijk gebied een zeer slecht voorbeeld. Niettegenstaande de groote uitgaven voor zijn hofhouding en voor zijn oorlogen, was het toch niet noodig, dat nieuwe belastingen werden ingevoerd. Hij dankte dit aan zijn bekwamen minister Colbert, die ook den handel en nijverheid zeer beschermde. Tijdens de regeering van Lodewijk XIV bloeiden ook kunst en wetenschap, vooral de letterkunde, die toen haar gouden tijdperk beleefde: Corneille, Racine, Molière, la Fontaine, e.a. Prachtige paleizen werden gebouwd; academies voor schilderkunst, bouwkunst en natuurwetenschappen werden gesticht. Doch 't hoofddoel bij al die weldaden, aan geleerden en dichters bewezen, was gedeeltelijk, dat deze mannen hem en zijn bewind verheerlijken zouden. De regeering van Lodewijk XIV kenmerkte zich ook door de vervolgingen der Hugonoten. Jarenlang heeft hij hen op allerlei 'wijze gekweld; hun godsdienstoefeningen werden zooveel mogelijk tegengewerkt of belet; ambten mochten zij niet bckleeden; ook werd hun verboden verschillende bedrijven uit te oefenen. Duizenden Hugenoten weken uit tot groote schade van Frankrijk; in Zwitserland, in Nederland en andere staten vonden zij een hartelijk welkom. Er waren verscheidene personen uit de naaste omgeving des konings, die hem tot die vervolgingen hadden aangespoord. Tot hen behoorde o.a. Madame de Maintenon, die oorspronkelijk in 't geheim belast was met de opvoeding der kinderen van den koning en Madame de Montespan, Jeze kreeg weldra zoo'n invloed op den koning, dat hij na den dood zijner vrouw een geheim huwelijk met haar sloot. Toen Lodewijk in 1715 stierf, trok zij zicA op haar landgoed te St. Cyr terug en richtte dit in als pensionnaat voor jonge, adellijke meisjes. Met genoegen constateeren wij dat deze rvbciek buitengewoon in den smaak ean onze lezers vait. Zoo er onder hen zyn. die gaarne een bepaald figuur willen besproken hebben, dan hooren wij dit gaarne
•ippifl Londen bouwt in den laatsten tijd een groot aantal weelderig ingerichte cinema's. Een der nieuwste is de Plaza bij Piccadilly. In dit gebouw is een groote hal, ruim genoeg om de bezoekers van de duurdere rangen te bevatten. Deze Ijal is ingericht om als foyer te dienen. Er is een balcon, waarop niet meer dan 82 fauteuils' Deze rij zal den naam van millionaire's row krijgen. Zoo kostbaar zullen deze zetels aijn.
Karl Grüne is klaar met de opnamen voor de nieuwe Kellermannfilm voor de Ufa, die heet „Die Brüder Schellenberg", met Lil Dagover, Liane Haid en Conrad Veidt.
il •
EU
f
ü
üti
1 1r^ ^BT''
"* 3^1
IK^J
'i •
Lee Parry
Lee Parry is begonnen met haar spel voor „Fédora", naar het bekende werk van Victorien Sardou, onder regie van dr. Manoussie. Men verbaast zich er wel eens over hoe de praatjes in de wereld komen en maakt dan de ontdekking, dat sommige personen er een handje van hebben om maar raak te „kletsen". Een typisch voorbeeld ? Hier is het. In de „Daily Mirror" van 6 Febr. kwam onder twee berichtjes over de zilveren bruiloft van de nederl. koninkl. familie een mededeeling voor, dat in ons land z.g. chapeaux claques (opera hats) onpopulair zijn. Een „bekend (?) nederlandsch artist Van Palthe", schrijft • het blad, beweerde, dat in den Haag het onmogelijk zou zijn om met een dergelijken hoed op en een rok aan, 's avonds tegen den tijd, dat de theaters aan en uitgaan, door de straten te loopen, omdat dit tot een opstootje zou leiden!
De fransche oud-minister Herriot heeft een boek geschreven over Mme Recamier. De fransche componist Pons wil uit dat boek het libretto maken van een nieuwe opera. In Parijs ontwikkelt zich een beweging tegen het rooken door dames. In het Palais de Justice hebben de autoriteiten het rooken door vrouwen reeds verboden. In een der cinema's plaatste de directie een verzoek aan de bezoeksters om niet te rooken. In de amerikaansche cinema's is onder alle stoelen 'neenvoudige bewaarplaats aangebracht, waarin men gemakkelijk een hoed kan bewaren. Dit is ongetwijfeld een practische gedachte.
^4i
n
m
Nicolai Fechina heeft een portret van Lilian Gish geschilderd, hetgeen de bekende film-ster in de rol van Romola voorstelt. Dit schilderij is thans in het Chicago Art Institute neergehangen. Het is het eerste portret van een film-actrice, dat in een publieke kunstverzameling j? opgenomen. Ook in linnen tafelgoed bestaat een mode. Een tijd lang prefereerde men in Amerika (en in Engeland ook wel) de kleine kleedjes met matjes er onder, die voor ieder bord afzonderlijk werden gebruikt, terwijl de tafel in het geheel niet bekleed was. Thans komt men weer terug tot de groote tafelkleeden, geborduurd, met servetten, welke hetzelfde patroon en borduursel hebben.
'i
f
\
————
^^f¥—
'
-^^-^^^—
ONS SPORTHOEK JE Het Nederlandsch Elftal. Het met groote spanning tegemoet geziene Ned. elftal is in de vergadering van Zondag 21 Febr., te Amsterdam gehouden, door de N.E.C, vastgesteld. Van de 11 door ons eenige weken geleden opgegeven candidaten zijn er 9 gekozen. Alleende verkiezing van v. Haeren en Bul was door ons niet voorzien. Intussohen doet het ons voor van Haeren groot genoegen, dat hij eindelijk ook eens officieel internationaal zal zijn. Officieus was hij het reeds vele malen en met groot succes. Telkens echter weer zag hij de officieele plaats door een Westelijk speler bezet en waar 't nu vrijwel 't zelfde zal zijn of van Haeren, Vermetten, van Dijke of van Kol links achter speelt, doet het ons pleizier, dar de stevige, immer zwoegende Bosschenaar ditmaal gekozen is. Hij kent het spel der telgen door en door en zijn meer dan stevige body, gepaard met kijk op 't spel, geven ons voldoende waarborgen, dat zijn keuze gerechtvaardigd is. Meer opzien zal de keuze van Bul op de spilplaats hebben verwekt. Dat de N.E.C, ditmaal weer eens een heuschelijke spil op de spilplaats heeft gezet, kan niet anders dan geapprecieerd worden. Dat men, nu van Linge zich niet beschikbaar stelt, een Westelijke spil heeft gekozen, ook dat draagt onze goedkeuring weg. Eigenaardig vinden we het echter, dat men Oosthoek (Sparta, Rotterdam), die door de Westelijke elftalcommissie nummer 1 was gezet, heeft gepasseerd. In de Westelijke districtscommissie toch hebben o.a. twee mannen met klinkende namen zitting. We bedoelen Dirk Lotsy en J. M. de Korver, twee spelers, die op de spilplaats jarenlang hebben geschitterd en doorkneed zijn in het werk van den centerhalf. Dat men hun advies, blijkbaar zonder meer, heeft terzijde gelegd, zie dat frappeert ons zeer. Intusschen hebben we vol vertrouwen in den terrier Bul en wanneer deze Feyenoorder slechts zijn gewone spel kan ontwikkelen, dan is de midvoor der Belgen op 14 Maart nog niet gelukkig. Dat men den Groninger Groen ditmaal een kans in de middenlinie zou geven, was ons reeds bekend. We hopen, dat Groen ditmaal een succes zal wezen en zich bij het spel der anderen zal weten aan te passen. In de voorhoede heeft men Sigmond weder op z'n oude plaats opgenomen. Nu Lash op Mardi Gras niet heeft voldaan, lag deze keuze voor de hand. Summa sumarum: een kranig elftal, dat der Belgen de handen of liever de voeten vol zal geven.
De quaestie Derboven. De lezers zullen zich herinneren, dat in den wedstrijd Z.A.C.—Quick de Nijmegenaar Rode een been brak. Quick vond hierin aanleiding aan Moderne europeesche juffers, die zich den N.V.B, te verzoeken een onderzoek in te inpraten, dat haar kort geknipte haren stellen naar het spel van den Z.A.C.'er Derboven. iets bijzonders zijn, moeten ereis kijken naar We hebben er in dit blad toen uitvoerig over gehet bovenstaande portret van een dame schreven en duidelijk uit laten komen, dat we deze uit „Konyah". Zij heeft heur haar geheel actie van Quick funest vonden voor Derboven. Wat afgeknipt, doch niet om haar uiterlijke wij toen gevreesd hebben schijnt ook werkelijkheid attracties te verhoogen, wel om haar „heer te zijn geworden. Het N.V.B.-bestuur vond het en meester" te dienen," die ervan overtuigd oud-bestuurslid Buskop bereid een onderzoek in is, dat deze haardracht voorkomt, dat te stellen. De heer Buskop heeft een drietal er in zijn soep ook sporen van het lang- wedstrijden van Z.A.C, bijgewoond en een dezer harige kapsel zijner slaafsche egade komen. dagen aan den N.V.B, gerapporteerd, dat er z.i, niets bijzonders in het spel van. Derboven viel Voor het nieuwe seizoen voorspelt men te constateeren. Het kwam volgens Buskop het een ruim gebruik vaq kant, zoowel voor meest overeen met dat van den vroegeren Nederavondtoilet als voor de gewone japonnen. landsch elftalspeler Fortgens. Parijs schijnt in die richting groote plannen Maar Derboven wordt het kind van de rekening. te Tiebben. In den wedstrijd Hengelo—Z.A.C, werd hij plotseling van het veld gestuurd. Buskop verklaart Wonderlijk werk van een beeldhouwer, uitdrukkelijk, dat hij Derboven niets ongeoordoch zeker wel op zijn weg liggend, deed loofds heeft zien doen en dat deze dus de dupe Dervend Wood, de welbekende engelsche wordt van de reflex op de Quick-actie. De heer kunstenaar gedurende den oorlog. Aan zijn Buskop geeft dan ook het N.V.B.-bestuur in groote bekwaamheid hebben tal van ernstig overweging bekend te maken, dat de speelwijze in het gevecht gewonde soldaten het te van Derboven positief binnen de perken blijft danken, dat zij niet voor hun leven mis- van het geoorloofde. Onze felicitaties aan den maakt werden. ons onbekenden Z.A.C.'er. VETERAAN
1 Internationale Hockeywedstrijd Holland—Duitschland te Amsterdam (1-2)
Een scannend moment uit den wedstrijd.
"'•,■■;^
•■■
Holland in actie.
;-
j _-^*'V1'<ä.~',:'"^C.V
Sparta—Stormvosels (0—1) te Rotterdam. Roem van Sparta in angst.
Ensch. Boys—Waseninsen (1—1)
Internationale Rusbywedstrlid
te Enschede.
Delftsche studenten—Antwerpen British R.C. (11—2S) te Breda. Spannend moment.
E.K.C.A. te Arnhem voor de derde maal kampioen korfbal in het Oosten.
60-larig tooneeilubileum van mevr. Wllh. Kley In de Koninkl Schouwburg te den Haag vierde mevr. Wilh. Kley haar 60-jarig tooneeljubileum in »Uitvaart". Na afioöo »an de voorstelling werd mevr. Kiev door het talrijk.opgekomen publiek geestdriftig gehuldigd
D.T.V. (3)
Hercules (1)
te Amsterdam. Een aardig moment uit dezen wedstrijd.
Huldlsins van Maestro Pratlnl In de Stadsschouwburg te Amsterdam vond oe huloiging plaats van MaeslroFratmi, dmgert van de Itaiiaansche Opera. On onze foto ziet men van rechts naar links: Mevr. de Mondt, Maestro Fratini en andere solisten en medewerkers oer Italiaanscne Opera.
■■-^v^^JSSW*»?
HET MEISJE UIT HET SLOP Toen Dr. Burding, de jonge medicus, die ikh zoo zeer voor sociale kweitie» inteiesieert. 's avonds de woning van zijn vriend verliet, besloot hij naar huis te wandelen. Het gesprek bad een onderwerp geraakt, dat hem zeer na aan bet hart lag. Onderweg redt bij een meisje dat zich wilde verdrinken. Hi) neemt haar mee naar buis en verpleegt haar. Zijn huisjuffrouw. een typisch stijve oude dame, is niet erg Ingenomen met de nieuwe logé en begrijpt de bedoeling van den jongen dokter niet. Als gevolg hiervan neemt de juffrouw ontslag Burding belooft het meisje dat hij baar niet naar haar ouders zal terug zenden indien zij hem helpt door ijverig te leeren. Een vriend van Burding Johnny Stevenson komt hem bezoeken en Dr. Burding vertelt van zijn plannen. Hierdoor komt ook Burdings moeder op de hoogte en leest hem dt Ie». Juffrouw Border, de hulshoudster, zegt haar betrekking op. Alleen thuis zijnde, krijgt Elsie bezoek van Maud Harlington. die baar tracht te bewegen bet huis van Dr. Burding Ie verlaten en bij haar in betrekking te komen
„Maar zou Dr. Burding dat ook zijn? Juffrouw Border is weg. Kan jij haar plaats innemen ? Kan je koken ?"• vroeg Maud. „Nee!" snikte Elsie. „Een mooi leven zou Dr. Burding dan hebben!" „'t Is goed; ik zal komen," snikte Elsie; nu eindelijk overwonnen. ^Dus dat is in orde.-Hier is mijn adres. Zoek je boeltje bij elkaar en kom zoo spoedig mogelijk. Ik woon hier in de buurt. Zal je het kunnen vinden?" „Ja, ja," schreeuwde Elsie, die niet eens naar het visitekaartje keek, maar innig verlangde van haar bezoekster bevrijd te zijn. Ze begeleidde Maud tot de deur en liep toen langzaam naar de studeerkamer terug. Ze tuurde de kamer rond, die reeds haar thuis geworden was. Door een nevel van tranen zag zij Burding's ochtendjasje over de leuning van een stoel hangen, inplaats van op de. vaste plaats achter de deur. Werktuigelijk nam ze het op en bracht het naar den knop van de slaapkamerdeur, waar zij het op hing. De geur van de tabak riep alle herinneringen aan haar kort geluk te voorschijn en haar hoofd in de plooien van het jasje verbergend, snikte zij haar hevig verdriet uit. Toen Edward Burding een uur later thuis kwam en hij als gewoonlijk zijn jas en hoed aan den kapstok gehangen had, werd hij getroffen door een eigenaardige lucht, zooals van gebrand eten. Ook miste hij Elsie, die hem anders steeds bij zijn thuiskomst tegemoet snelde, zijn kleeren af nam en deze voor hem opborg. Toen herinnerde hij zich het vertrek van juffrouw Border en bracht dat in verband met de vreemde lucht, die uit de keuken scheen te komen. „Arm, klein meisje!" zei hij zacht. Bij de keuken gekomen, gooide hij haastig de deur open. Er was geen spoor van Elsie te vinden; maar al het eten was verbrand, daar er niemand op gelet scheen te hebben. Burding draaide het gas udt en verliet de keuken om Elsie te zoeken in de eet-kamer. Toen hij ook daar vergeefs gezocht had en naar zijn kamer wilde gaan, zag hij haar tot zijn groote verbazing geheel gekleed door de gang naar de straatdeur loopen. Hij hield haar tegen en nam het pakje, dat zij droeg, uit haar hand. „Wel Elsie; waar ga je heen?" Het meisje kromp ineen tegen den muur en keek hem droevig aan: „Ik ga heen!" sprak zij. „Werkelijk! Mag ik ook vragen, waarheen en waarom ? „Nee, nee; laat me gaan,,' smeekte Elsie. „Nu, je moogt gaan," antwoordde Bur-
PW
ding, „indien je me een gegronde reden ervoor geven kunt. Kom met mij mee in mijn studeerkamer en vertel me wat er gebeurd is." Elsie keek eerst naar den dokter en toen naar de straatdeur. Zij kon de verzoeking geen weerstand bieden, om nog enkele oogenblikken in zijn gezelschap te zijn en volgde hem naar zijn kamer. „Ga nu zitten en vertel me alles," sprak Burding, terwijl hij een stoel voor haar bij trok en haar toesprak zooals hij dat zoo vaak angstige kinderen of nerveuze patiënten had gedaan. Elsie zonk in den gemakkelijken stoel en staarde verdrietig voor zich heen, terwijl zij op de lippen beet, om de opkomende tranen te verdrijven. Ze wist, hoe zeer hij het land daaraan had. Burding, Vjin zijn kant, was verbaasd over haar hevige emotie, die zij zoo dapper trachtte te verbergen. Hij zocht naar een reden daarvoor. Elsie hief haar smeekende grijze oogen naar Burding's gelaat en bekeek het on-
BEKENDE MUSICI
Isor Strawinsky geb. 5 Juni 1882 te Oranienbaum (bij Petrograd), als zoon van den baszanger aan de keizerl. opera. Zijn vader ontwikkelde het muzikale talent van zijn zoon zeer snoedig. Zijn eerste werken,hoewel reedseen grootoer^oonlijk talent verradend, vertoonen toch nog vreemde' invloeden. Van zijn. vele werken noemen wij slechts: Vhistolre d'un soldat. het zeer karakteristieke Ragtiirt. verder Berceuses du chat, Plano-rag-music en een ballet-divertissement Les Noces. Strawinsky. die te Morges bij Lausanne woont, is zeker een der meest markante figuren onder de moderne componisten
derzoekend. Zij bemerkte den blik van oprecht medelijden en zei: „U ziet er niet uit, alsof u me alleen als een proef beschouwt; zoo kijkt u niet naar dien kleinen kikvorsth. Toch hebt u me daar alleen voor noodig. Maar ik wil dat niet!" riep zij opgewonden uit. „Die arme kikkert kan zich zelf niet helpen; maar ik wel. Ik wil hier niet blijven, om proefkonijntje te wezen. Ik zeg u, dat ik niet wil!" Ze hield op en Burding zag, dat zij beefde van opwinding. Hij streek met zijn vaste hand over haar bevende vingers. „Wees kalm, Elsie; we zullen eens zien, hoe we die vreeselijke zaak samen in orde kunnen maken. Waarom maak je je ineens zoo driftig over de kwestie van een proefneming ?" „Omdat ik dacht, dat u medelijden met me ihadt, alleen omdat u zoo goed was. Ik dacht iemand gevonden te hebben, die me noodig had en van me hield," sprak Elsie, Burding wanhopend aankijkend. „Vroeger had niemand mij noodig en ik voelde me hier zoo gelukkig. Stommerik, dat ik was! Waarom zou een knap man.
als u bent, ook van mij houden ? U hieldt me alken bij u, omdat u dacht, dat ik blij zóu zijn, een thuis te hebben. Maar ik wil niet alleen als proef hier blijven; ik zeg u, ik wil niet! Liever verdrink ik me!" eindigde ze met een huivering. „Maar ik begrijp er niets van, Elsie. Hoe kom je er ineens bij, te denken, dat je alleen hier bent in de door jou zoo gevreesde hoedanigheid ? Vanmorgen hinderde het je toch nog heelemaal niet. Wie heeft je zulke gedachten in je hoofd doen halen ?" „Het mooie meisje met het gouden haar en de violette oogen, die er als een sprookjesprinses uitzag,' 'fluisterde Elsie. „Wie is dat dan ?" vroeg Burding verwonderd. „Weet u dat niet ? Ze is een goede vriendin van u." Elsie bekeek het kaartje, dat ze in de hand hield. „Juffrouw Maud Harlington," las zij langzaam. „Lieve Hemel," riep Burding uit. „Is Maud hier geweest ? Maar ze kon toch weten, dat ik uit zou zijn." „Ze kwam niet voor u," zei Elsie; „Ze kwam voor mij." „Voor jou", herhaalde Burding. „Nu begin ik iets te begrijpen. Was zij het, die je vertelde, dat ik je alleen noodig had, om als proef te dienen ? ?" „Ja," zei Eisie. „Heel vriendelijk van haar; dat is zeker! Maar luister eens goed naar mij, Elsie, en tracht te begrijpen, wat ik je.vertellen ga. Ik heb je noodig voor een proef. Maar het is geen gewoon soort proef. Zou je het niet prettig vinden, dat jij mij had geholpen, den menschen te toonen, hoe honderden andere meisjes met een ellendig thuis als jij, ook nuttige en gelukkige personen in de maatschappij kunnen worden ? Daarom wil ik je hier houden, omdat ik weet, hoe dit alles kan, maar zonder jouw hulp, kan ik het den anderen niet laten zien. Begrijp je nu, dat jij geen proef bent; jij bent mijn compagnon." \„En als die proef nou klaar is; wat zal er dan later van mij worden ?" vroeg Elsie, die zich Maud's waarschuwing herinnerde. „Ik heb je juist gezegd, dat ik andere, meisjes gelukkig wil maken. Hoe zou ik dat kunnen, als ik het jou eerst niet doe ? Denk je, dat ik je hier zou houden als mijn medewerkster en dan, als ons gezamenlijk werk verricht is, je wegsturen en je heelemaal vergeten? Ik heb je aangenomen en dus ben ik verantwoordelijk voor je toekomst. Denk je niet, 'dat je me kunt vertrouwen ?" vroeg Burding. Nogmaals sloeg Elsie hem nauwlettend gade, „Uw medewerkster!" sprak ze zacht. „Het lijkt te mooi, om waar te zijn. Maar neen — neen, ik kan niet blijven. Ik moet naar juffrouw Harlington gaan," riep zij opgewonden uit. „Naar juffrouw Harlington gaan ?" herhaalde Burding, geheel verbaasd bij die onverwachte wending der zaak. „Ja, zij heeft mij een betrekking aangeboden, waarin ik kan leeren, om een goede kamenier te worden," zei Elsie treurig. „Een kamenier? Zou je dat dan willen worden, na wat ik je zooeven verteld heb ? Maar wellicht zie je op tegen het eentonige leven, dat je hier met mij zal leiden," voegde Burding er teleurgesteld aan toe. „O neen; u begrijpt me niet," mompelde Elsie. „U bent heel vriendelijk en goed voor mij, maar ik mag hier niet blijven; het is beter dat ik wegga — in uw belang." . (Wordt vervolgd,)
MMMOMMMt
»•••••»•••>•••»>»»»•♦
| EEN ROMAN VAN DEN EERSTEN CONSUL Edmée de la Feuillade een dochter uit een adelljk geslacht Is de Vendee, vertrekt nadat de eerste woeste jaren der Revolutie voorbij zijn naar de hoofdstad. Napoleon Bonaparta is de opkomende ster. Hij beeft het reeds tot Eersten Konsul gebracht. In Parijs ziet bet meisje niet alleen een nieuw leven maar een nieuwe wereld. Louis de Chateauneuf, Edmée's neef, heeft bemerkt boe bet meisje zich voor den Eersten Consul, die zeer voorkomend voor baar was. interesseert en hij is jaloersch, Aan tafel maakt bij hierover een scène, die eindigt met een liefdesverklaring zijnerzijds. Dienzclfden avond brengt baar kamenier een brief. Deze blijkt afkomstig te zijn van den Eersten Consul, die bet meisje in hartstochtelijke woorden zijn liefde verklaart. In Edmee's hart vindt deze liefde weerklank. Geheel Frankrijk volgt den veldtocht In Italic piet spanning. Napoleon heeft tegen aller verwachting de overwinning behaald, Edmée Is gelukkig. Zij vindt thuisgekomen een brief van den Eersten Konsul. Op zijn eigen onstuimige wijze verklaart bil het meisje zijn liefde. Louis, haar neef, bemerkte hoe Edmée's hart niet meer vrij is en ook zijn moeder verbaast zich dat de kinderen hun huwelijk zoolang uitstelden. Na eenigen tijd gaat het meisje weer naar Parijs, waar zij op een bal wordt genoodigd. dat ook door den Eersten Konsul wordt bezocht. Zij houdt zich op den achtergrond, doch Napoleon ziet haar en komt dan naar haar toe. Met moeite kan hij zijn liefde verbergen, doch zij weet hem te bedwingen, daar Louis naar hen kijkt. Napoleon dwingt haar de toezegging af dat zij hem zal ontmoeten. Dienzelfden avond zegt Louis de Chateauneuf aan zijn nicht, dat hij baar moet spreken. Hij vertelde haar, dat hij door bet Ministerie van Buitenlandsche Zaken naar Londen gezonden wordt en neemt nu afscheld van zijn moeder. Op het laatste oogenblik. voordat hij het huis verlaat, spreekt hij nog met Edmée. Op zijn vraag of er nog «enige hoop voor hem bestaat, antwoordt zij vol smart „neen". Spoedig daarop ontmoet zij Bonaparte weer bij Mad. Bonaparte en -ook daar toont zij hem hoe gelukkig zij met zijn liefde is. Napoleon wordt hoe langer boe overmoediger. Hij weet Edmie een papier in de handen te spelen, waarop staat, dat hij baar 's avonds om elf uur zal komen bezoeken. Met schrik en met spanning ziet het meisje dat bezoek tegemoet. Na dit eerste bezoek volgden vele. Edmée ging naar Napoleon. Doch alleen haar dienstmeisje en zijn trouwe dienaar wisten, wie die gesluierde dame was, welke zoo vaak bij den Eersten Konsul kwam. Edmée verstond meesterlijk de kunst om Napoleon gelukkig te stemmen. Hij aanbad haar als zijn prinses en zti inspireerde hem voor grootere daden. Aan haar vertrouwde hij zijn plannen en zij was vol trots om hem Haar liefde was zoo groot, dat zij slechts met moeite scheidde. In deze dagen werd een aanslag op Napoleons leven gedaan. Edmée behoort tot hen. die zoodra het feit bekend is, In het huls van den Eersten Consul komen. Zij wordt daarna ziek. Haar neef Louis Komt uit Engeland terug en bezoekt haar in haar kamer.Oaar spreken zij over Napoleon en Louli waarschuwt Edmée. Zij wil naar hem niet luisteren. Hersteld bezoekt zij een bal-masqué verkleed als Koningin Anna van Oostenrijk. Napoleon eveneens vermomd danat met haar. Later komt hij ongemaskerd terug. Edmée weet met grooten tact zich op.den achtergrond te houden. Dat waardeert Bonaparte zeer, Dienzelfden zomer was Edmée op Malmalson een gaarne geziene gast. Napoleon had alles zoo Ingericht dat zij elkaar veel en ongestoord konden zien. Hij genoot van bet buiten zijn tn deed, zij het dan niet actief, aan de onschuldige spelletjes mee:" Op een avond dat Napoleon zich nog laat bij het gezelschap voegde, viel bet iedereen op dat de Consul er zeer verstoord uilzag. Op een vraag van Edmée deelt Napoleon haar mede, dat Egypte verloren is. In den nacht verschaft Edmée zich toegang tot de particuliere vertrekken van den eersten Consul.
1
Hij sloot haar innig in zijne armen. „Ik geloof, Edmée, dat, wat je zoo betooverend maakt, het vermogen is alleen in het tegenwoordige te leven. Voor jou bebestaat er geen toekomst en geen verleden, je leven concentreert zich uitsluitend in de oogenblikken van het tegenwoordige." „Jal" Zij zag met van geluk glanzende oogen tot hem op. „Is dat niet goed?" „Ja, het is goed, en daarom is jou bijzijn weldadig als dat van niemand anders." Zij hoorde ternauwernood wat hij zeide. Zich dicht tegen hem aan vlijend, fluisterde zij hartstochtelijk: „En wanneer de grond onder mijne voeten zou wegzinken en de hemel op mij nederstortte, ik zou het niet merken, als ik maar jou had!" „En wanneer je mij niet meer hadt?" Zij keek hem met een eigenaardig helderen, kalmen glimlach aan, dien hij zich later nog dikwijls herinnerde. „Je weet wel, dat wij het altijd in 'onze eigen hand hebben, te sterven." „En jij, het leven zelve, zou niet voor den dood vreezen ?" Zij keek strak voor zich uit, langs zijn gelaat heen — de oogen een weinig gesloten. „Dikwijls vervult mij het denkbeeld — neen, niet dikwijls, ik denk er niet dikwijls aan; maar soms komt de gedachte bij rriïj op, dat het toch zeer hard is, dat wij_ sterven moeten, jij en ik!" Hij keek" haar aandachtig, onderzoekend aan, nam liefkoozend hare zachte, warme hand en bracht die aan zijne lippen.
„Ja, Edmée, je hebt gelijk. Maar zoolang het leven nog arbeid en zorgen voor ons heeft, zullen wij ons niet met zulke gedachten kwellen." Zij liepen zwijgend een paar malen in de groote kamer op en neer. Hij had den arm om hare schouders gelegd, maar de uitdrukking van zijn gelaat toonde aan, dat hij langzamerhand weer naar zijne vroegere gedachten terugkeerde. Plotseling begon hij te spreken — in het begin langzaam en gedempt, alsof het hem moeilijk viel, zijne gedachten in woorden in te kleeden, daarop sneller en luider, tot zijne volzinnen tot een bruiseiiden, hartstochtelijken woordenstroom aanzwollen en' het heerlijke luchtkasteel zijner jeugd—deAlexanderstocht naar Indië — nog eens voor hem opdoemde, grootsch, in schitterenden kleurenpracht, logisch ineengezet, ontzagwekkend als een hemelgewelf, oneindig in zijne perspectieven. Hij sprak lang; eindelijk zweeg hij weer even plotseling als hij begonnen was. „Waarom moet dit onheil mij treffen — thans, nu ik den blik ruimer om mij heen kan slaan, nu mijn leven door jou andere en rijkere kleuren gekregen heeft ? Het is een slecht voorteeken, dit ongeluk in Egypte, voor de periode in mijn leven, die ik, nu de jongelingsjaren achter mij liggen, als man te gemoet ga!" En, als onder den-indruk eener gedachte, maakte hij snel het teeken des kruises. • Een paar malen liep hij onrustig, met gebogen hoofd, de kin op de borst, heen en weer. Toen richtte hij zich in zijne
ONZE NIEUWE PRIJSVRAAG
II
Zend ons voor 12 Maart a.a. een onderacbrifl bij dil plaatje Dit onderschrift moet betrekking hebben op het plaatje en tegelijkerlijd in verband staan met de goede werking der Togaltabietten voor rheumatiek. verkoudheid, slapeloosheid, infiuema, ischias, griep, jicht, spit, hoofd- en zenuwpijn. Elke week wordt aan de beste inzending een prijs van f2.50 in contanten uitbetaald. Teneinde echter ook meerdeten goeaen inzendingen tegemoet te komen stellen wij bovenaicn ten hoogste 10 troostprijzen ter beschikking. Zend uw antwoord voor 12 Maart 1926 aan de Redactie, Galgewaler22. aid. Prijavragen no. XXII, Leiden Voor onderschrift bij albeeidirg no. XIX werd de prijs van fl 2.50 toegekend aan mej. Kitty Theonvjlle te Rotter dam voor de navolgende inzending: Jaren leed ik aan jicht en rheumatiek, Het zat in mijn beenen en ik was vreeselijk ziek. Doktoren hadden alles georobeerd. Ook met olie en andere middeltjes gesmeerd. Niets hielp me, tot mijn spijt En raakte mijn pijnen maar niet kwijt. Tot op een dag, i< keek in de krant en las: Togal voor jicht, rheumatiek en ischias. Ik kocht mij aanstonds een flacon. Misschien dat dit middel helnen kon. Werk'lijk na een dag of wat Kon ik weer loooen als een rat. Dank zij Togal ben ik nu tachtig. Maar ik loop nog heel veerkrachtig. 'k Ben weer flink en sterk En nog dagelijks aan het werk. Ik zit 's Zondags in rust In mijn tuintje aan de kust. Neem een voorbeeld aan mij Dan gaat de dood ook uw deur voorbij. Troostprijzen aan de dames: Greta Kuipers en B. Polak, Amsterdam; Annie de Mey en Tnea Kooien, Leiden; en de beeren L. Verhagen, Alkmaar; H. Hallenslebeti en D. van Gelder, Amsterdam: C. Otte, Velsen.
DOOR MATHILDA MALLINQ
I
|
volle lengte op, stampte driftig een paar maal mêt den voet op den grond, en bleef voor de deur staan, die toegang gaf tot de Salie du Conseil. Op een der velden van de deur waren twee helmen geschilderd, onder welke als opschrift de woorden stonden: grec-chevaleresque. Hij bleef daar een oogenblik staan, draaide zich toen snel om en ging naar Edmée, die op een sofa aan den muur was neergezegen en met de blikken al zijne bewegingen volgde. „Grieksch — ridderlijk! Nietwaar, Edmée," — hij sprak met zijne gewone, min of meer ironische stem — „ik ben alles behalve dat ? Wij zullen thans het verzuimde inhalen! Schoon ben je als de dag, mijne koningin!" Hij boog zich tot haar over en kuste haar onder het oor op den hals, Edmée zat daar met neergeslagen oogen Zij, aaft wie anders elke liefkozing van hem vreugde schonk, die daarvan leefde als de bloem van den zonneschijn, voelde plotseling een onaangename, smartelijke gewaarwording bij dezen lichten, vurigen kus. „Je bent verrukkelijk, verrukkelijk schoon! Waar heb ik dan van avond mijne oogen toch gehad ?" Hij hield haar van zich af en liet zijne handen langs haar hals en hare licht trillende armen neerglijden. „Ja, je bent vorstelijk en betooverend." Hij boog eene knie. en legde het hoofd tegen hare borst — de korte taille werd door een smallen, gouden gordel in de gedaante eener slang omgeven, die haar van smaragden fonkelenden kop over den jongen, blanken boezem beurde en zich in den smallen halsketting van smaragden vastbeet, die haar hals sierde. „Eene koningin ben je, eene Aphrodite, en je bent de mijne." Hij sloot de oogen en glimlachte, met het hoofd tegen haar hart. Hij keek op en zeide, nog altijd glimlachend : „Heb ik je verteld, wat ik een paar dagen geleden hoorde ? Het was bij de groote revne op het Champ de Mars, den 2 59ten Messidor. Je reed met eenige dames in een rijtuig voorbij. De soldaten wezen naar jou, en ik hoorde hen zeggen: „Dat is de koningin van den Eersten Konsul!" Zij verwisselden je met Josephine. Zij wisten niet hoe waar hun gezegde was!" Zij antwoordde niet en drukte alleen zijn hoofd tegen zich aan. Zij wist, dat hij al deze kleinigheden alleen vertelde, omdat hij spreken en vergeten wilde. „Weet je, wanneer ik je het liefst heb, Edmée ? Als ik ontwaak en je hoofd aan mijne borst ligt, en ik je paarlmocrblauwe oogen en je haar, dat in de morgenzon als vuur glanst en je halfgeopenden, lieven mond kus. Ik voel het, dat je de eenige vrouw der wereld bent, die van den morgen der schepping af voor mij bestemd was ... en je bent de mijne — de mijne. Als ik vroeger al eens eene vrouw liefhad, kon ik sidderen en razen bij de gedachte, dat zij vroeger een ander had toebehoord, of later een ander zou kunnen behooren. Maar bij jou heeft deze gedachte zich nog nooit in ernst van mij meester gemaakt. Je bent de mijne. Zoo zeker als zich mijn hoofd op mijne schouders en mijne hand aan mijn arm bevindt; niemand en niets kan ons scheiden. Je gelooft dikwijls, dat ik jaloersch ben. Neen! Ik kan het alleen
;
niet verdragen als een ander je aanraakt en zich aan je blik en je stralenden glimlach verkwikt. Maar de gedachte, dat je je door een ander kon laten liefhebben en omarmen... o foei, neenl Als die gedachte mijn brein binnensloop, zou ik haar, en met haar mijn eigen leven vernietigen!" Hij had zich door den aanblik van de schoonheid zijner geliefde tot geestvervoering, tot extase laten opwinden. Voor eenige oogenblikken had hij zijne eerzucht, zijn verdriet en Egypte vergeten. Edmée zag hem in de oogen en las daarin, dat hij haar in dit oogenblik — in dit heilige oogenblik — onverdeeld en zonder voorbehoud liefhad. Zij begreep hem volkomen, hoe ook zijne stemming mocht afwisselen, welke sprongen zijne gedachten ook mochten maken. Nooit was zij zoo bij uitnemendheid de bruid zijns harten geweest als in dezen nacht. De kaarsen in de candelabers op de tafel vlamden plotseling op, om toen gloeiend en walmend langzaam uit te dooven. Zij zaten stil en wachtten tot het geheel donker was. Hierop ging hij naar het venster en schoof het gordijn een weinig op zij. Een heldere, breede straal van het maanlicht viel schuin over den vloer en verspreidde een schemerlicht door de kamer; de witte papieren op de schrijftafel werden door zijn schijnsel lichtblauw getint. Hij bleef een oogenblik bij het venster staan en keek naar buiten. En daar zijne gedachten, die een kort oogenblik in vergetelheid rust hadden gevonden, bij iederen nieuwen indruk weer naar het veraf gelegen, trotsche rijk terugkeerden, dat hij bezeten en verloren had, zeide hij met zachte stem: „Op dit oogenblik schijnt de maan even helder en onverschillig op de woestijn en Cairo's minaretten, als in dien nacht, toen wij de driekleur in het zand plantten. Zand, maneschijn, droomen — zoo is het
MET ONZE JONGENS OP STAP
Kasteel Biljoen
We gingen naar Biljoen I We hadden onze modderige schoenen een weinig gereinigd in de graskanten langs onzen weg, omdat we bij een deftig kasteel zouden komen en er ook deftig wilden uitzien, toen we aan het beboomde gedeelte van het landgoed kwamen. Helaas, de wegen waren ook daar niet al te zuiver. De deftigheid werd dus weer wat minder. Eerst zagen we een grooten vijver met een eilandje, waarop, tusschen hoog houtgewas, een wit beeld — we zullen het maar wit noemen — een prachtvijverl De zon goot haar goud door het gewas,, wat een streeling gaf voor het oog. Neef Piet wou een krabbcltje maken en had zijn teekengerei al bij de hand, maar de jongens meenden, dat dit te lang zou duren. En zoo togen we verder naar ons doel: het kasteel. Vóór we daar^ aankwamen, zagen wc
voor duizenden jaren geweest, zoo zal het nog vele duizenden jaren lang zijnl Is het niet om wanhopig te worden, zoo machteloos men zich voelt, als men slechts een mensch isl" Den volgenden morgen reden overste Rapp en generaal Junot naar Malmaison; geen van beiden had rust, voor hij de reden vernomen had, waarom Bonaparte gisteren zoo verstoord was geweest. In de platanenlaan, die naar het buitenverblijf leidde, ontmoette hen de Eerste Konsul te paard, van zijn stalmeester Jardin vergezeld. „Ik ben zooeven eerst uitgereden," zeide Bonaparte, „en zou gaarne een grooten rit maken. Heeft u lust mij te vergezellen, beeren ?" Hij deed zijn paard wenden, en beval, zonder hun antwoord af te wachten, Jardin, tehuis te blijven. Daarop kozen zij den tegenovergestelden kant, reden door het park, en sloegen den heuvelachtigen weg naar Bougival in. Zoolang zij binnen den gezichtskring van Malmaison waren, reden zij stapvoets, maar zonder met elkander te spreken. Rapp en Junot wisten, dat zij het best handelden door den mond niet te openen, wanneer hun generaal er uitzag als thans. Zoo somber als heden hadden zij zijn voorhoofd zelden gezien. Zijn mond was met die uitdrukking van koude, onbuigzame vastberadenheid dichtgeknepen, die zijne omgeving altijd tot eene schuwe en drukkende sprakeloosheid drong. Toen zij door het% hek van het park gereden waren, gaf de Eerste Konsul zijn paard de sporen, de beide andere beeren volgden zijn voorbeeld, en zoo reden zij in vollen draf, de zon in den rug, op dezen schoonen zomermorgen naar buiten. Het geluid van den hoefslag der paarden op den drogen, steenachtigen grond, weerklonk opgewekt in regelmatige tusschenpoozen. een boerderij zóó groot en zóó breed van ' opzet, als we nooit te voren hebben aanschouwd — een reuze-boerderij I De afwerking van het houtwerk en de kleuren doen denken aan Zwitserland. Maar nog meer keken we op, toen we de boerderij voorbij waren en, met een voorpleintje, een aangrenzend gebouw zagen, met zeer ojDvallende kleuren en beeldhouwwerk uit den tijd van het oude Hellas. „Wonen hier de visschen van Biljoen ?" vroeg een der kleinste jongens, welke vraag blijkbaar werd ingegeven door het zien van een vrouwenfiguur met visschenstaart. „Hier wonen de paarden", zei Bob en zij wees op een paar paardenkoppen, ter weerszijden van de groote deur. „Misschien staan er nu auto's, want paarden worden er bijna niet meer gehouden". „Dat kon u wel 'ns geraden hebben, jonge dame", zei een forsche man, die uit een zijdeur van den grooten stal kwam en ons tegemoet. Wij vertelden het doel van ons tochtje. De man glimlachte. „Geen vreemdeling, die Velp bezoekt, of hij komt op Biljoen", zei-die. „En dat is geen wonder: het is een kasteel uit het grijs verleden. Reeds in het jaar 1076 werd het vermeld onder den naam Curtis Bruoche. Curtis beteekent renthoeve, Bruoche beteekent broek. Later was het bekend onder den naam van Broche, Broke en Broekerhof. In die dagen was het een bezitting van koning Hendrik IV, die het als schadevergoeding aan het kapittel van Sint-Pieter te Utrecht schonk, toen door onvoorzichtigheid van eenige zijner ridders
«^^»^^
^^
^^B-T
I Meer dan een uur lang reden zij zondef te spieken. De zon steeg hooger, de paarden baadden in hun zweet en Junot en Rapp, die direct uit Parijs kwamen jbegonnen moede en hongerig te worden, Zij hadden het woud bereikt, en reden in de schaduw der boomen. De paarden liepen weer stapvoets, en hun tred was op den vochtigen boschgrond nauwelijks hoorbaar. Toen verstoutte Junot «ich: „Nu, generaal, wat is er dan eigenlijk ? Vertel het toch aan ons, uwe vrienden 1 U weet, dat Rapp en ik voor u door een vuur gaan. Bonaparte bracht zijn paard met een ruk tot staan. Zij maakten op een hoogen, zacht hellenden heuvel halt, van welken men door eene opengekapte ruimte een vergezicht had. Hij keek zijne metgezellen niet aan, van onder zijne samengetrokken wenkbrauwen viel zijn sombere, zwaarmoedige blik op het voor hem zich uitbreidende landschap. Plotseling wendde hij het hoofd langzaam naar zijne kameraden toe, en zeide aarzelend, met zachte, stem: „Wij hebben Egypte verloren."
Verkeerd begrepen door F. MONTGOMERY Verteld voor de jongre lezeressen en lezers van ons blad
(Wordt vervolgd.)
WIE ZINGT DAAR? DE „NEW EDISON' = ■Sm
"'
NEWlEiijlSON COMPAHISON Ulm) IMI IIVING AlillST REVI ALS NO DtFEERBKX
Wij nooJigen U uit tot een bezoek
KUNSTZAAL EDISON AMSTERDAM DEN%AAG . ROTTERDAM
. . . LEIDSCHESTRAAT 84 LANGE POTEN 15 WITTE DE WITHSTRAAT 88
de kerk van dit kapittel was afgebrand. In 1528 verkocht het kapittel het kasteel aan Henrick de Groiff, erfvoogd van Erkelents en raad van hertog Karel van Gelre. Twee jaar later nam deze laatste het over voor 3300 goudguldens, liet een groot gedeelte afbreken en het tegenwoordige kasteel bouwen, dat tevens den naam kreeg van Bouillon of Biljoen. Na den dood van den hertog kwam het in bezit van de familie van Lennep, vervolgens van de familie van Spaen, Hardenbroek, Lüps. De laatste eigenaar is voor eenige weken overleden. Inmiddels waren we het kasteel ge; naderd, een groot gebouw met vier hoek torens, goed onderhouden, en — natuurlijk — in het water. De man vertelde ons nog, dat Lodewijk XIV (de Zonnekoning) in 1672 hier eenige dagen vertoefde, waardoor het kasteel gevrijwaard bleef voor den moedwil der fransche soldaten. In het kasteel zijn zeldzaam schoone zalen — volgens den man — en wij stelden ons met zijn verklaring tevreden, want wij begrepen, dat wij niet konden worden toegelaten. Na bezichtiging van het park en den heerlijken moestuin, noodigde hij ons uit ter boerderij, waar de jongens zich te goed deden aan melk, een verrassing, waar ze niet op hadden gerekend. Toen weer op stap. We kwamen spoedig op den bekenden Velperweg en togen voldaan over het tochtje, door het „oude Pheleppe" huiswaarts. THEOPHILE MALISSE.
900R EN WN ONZE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES
■*?
Baron Everard verloor jong zijn vrouw, die hem twee jongen« naliet, Humphrey, een wildzang, en Alfred, een zwakker ventje. Hun £ransche kinderjultrouw heet Virginle, De baron is lid van het Parlement, wanneer hij thuis komt zijn de jongens erg bli). Aan tafel vertelt de baron aan zijn zwager, die met hem meegekomen is, dat hij van plan is de adel uit de buurt op een diner te vragen. Wat is dat adel, informeert Humphrey, Oom Charlie houdt hem voor den mal en zégt dat het halve wilden zijn, Den volgenden dag gaat de baron met zijo zwager en Humphrey naar de kerk. Oom Charlie verbaast zich er over dat Humphrey zoo stil en gehoorzaam is. Hij weet niet hoe het knaapje, gedurende den kersttijd nog altijd vol van de gedachte aan zijn moeder is. Na de kerk gaan vader en oom met de kinderen wandelen. De kleine Alfred is vaders lieveling. Oom Charlie vermoedt dat Humphrey een weinig jaloersch is. Na dat oom weg is, smeedt Humphrey plannen om voor de „wilden" die bij zijo vader zullen komen eten champignons te verzamelen. Hij weet Alfred te overhalen om hem te volgen. Het lesuurtje van Vir^inie valt hem wat zwaar. Zij plukken de paddenstoelen, doch het avontuur is bij langena niet zoo prettig als vooral Humphrey zich dat heeft gedacht, Alfred is voor dien taak niet berekend, Vlrginie -ontdekt tot haar grooten schrik dat de jongens voor dag en dauw weg zijn gegaan. Natuurlijk worden ze ontdekt en Virginle is doodsbang dat de kleine Alfred vergiftige paddestoelen heeft gegeten. De adellijke vrienden van den baron komen op visite. Humphrey mag bij de ontvangst zijn, doch tegen zijn gewoonten in is hij beelemaal niet wellevend. Hij meent toch dat al die menschen wilden zijn en staart ze aan. Gelukkig weet z'n vader hem die gedachte uit het hoofd te praten. Humphrey neemt afscheid van alle beeren. Wat vreeselijk lang duurt. Eindelijk gaat hij naar bed. All zijn vader 'savonds naar de kinderen komt kijken ligt Humphrey in zijn bedje te snikken. Hij is bang dat zijn oom in de hel komt voor zijn liegen. Virginle klaagt over hem en de baron moet Humphrey beknorren, doch al zijn pogingenstuiten af op Humphry'santwoorden, De baron gaat met zijn oudste zoon uit rijden, Humphrey krijgt het denkbeeld om deze gelegenheid te gebruiken teneinde voor zijn vader iets voor diens verjaardag te- koopen. Hij gaat er een klein winkeltje binnen doch zijn bezoek is niet fortuinlijk. Tenslotte vindt hij een sigarenkoker dien hij koopt al rookt zijn vader niet. Hij vindt het vreeselijk om zijn geheim te bewaren. Hij krijgt van zijn. vader een stuiver en belooft hem dat geld te bewaren om den dooven Dyson van het opgespaarde geld een hoorn te koopen. Humphrey is zóó vol van het geheim, dat hij zijn vader maar niet mag vertellen, dat hij het met alle geweld aan een dame van de kennissen van zijn vader wil mededeelen, bij welke familie zij een visite maken. Bij het naar huis gaan hoort Humphrey van zijn vader dat er twee beeren op bezoek komen. Deze blijken heel aardig tegen de jongens. Na het ontbijt worden zij echter alleen gelaten tot dat Virginle komt roepen. Daar het weer te slecht is om naar de kerk te gaan, wordt er thuis een godsdienstoefening gehouden, 's middags wordt het huis bezichtigd en vindt een der gasten op de kinderkamer den sigarenkoker, tot grooten schrik van Humphrey, De zaak komt echter in orde, want deze bezoeker. Kolonel Sturt interesseert zich ook voor de horen voor den ouden dooven Dyson, waarvoor Humphrey geld spaarden. Hij belooft den Jongens dit apparaat om vijf uur te zullen zenden. Vol opgewondenheid, gaan zij de horen halen. Op weg naar Dyson open Humphrey het pakje en laat Alfred den inhoud zien. De jongens zijn natuurlijk, erg geïnteresseerd bii het instrument, Dyson moet wakker gemaakt worden voor hij het cadeautje kan aannemen. De jongens raken op den terugweg verdwaald en worden eerst later weer gevonden. De zwakke Alfred is ziek geworden en heeft weer longontsteking. Humphrey wil zijn broertje wat radijsje« brengen en wordt door Virginle erg beknord. Weet hij dan niet hoc vreeselijk ziek Alfred was. Virginle heeft geen idee hoe diep zij het innerlijk zoo gevoelige kind heeft gekwetst. Hij hield zooveel van zijn broertje en een gevoel van naamlooze verlatenheid kwam over Humphry, Doch zoodra is Alfred niet hersteld of Humphry lijkt weer de ,,oude." Humphrey krijgt een duchtig standje van zijn vader. Doch de heer Everard is gelukkig als hij met zijn kinderen samen kan zijn. Humphry is ongeduldig. Plots ziet hij een oude kraai waarvoor Humphrey veel medelijden toonde. Op een wandeling door het dorp zien de Baron en Humphrey den kleinen lammen Thomas Wien Humphrey eenig geld geeft.
Hij gaf hem in het voorbijgaan liet geld, en zette toen 't gesprek met zijn vader voort. Het was bijna etenstijd toen zij het huis weder bereikten, en Alfred wachtte verlangend om met den baron te gaan spelen.
^....^i.^.-
Een hollandsche Jackie Coogan
Nooit evenwel was hij volkomen gelukkig, tenzij Humphrey, wanneer hij er bij tegenwoordig was, deel nam aan zijn vermaken; dus werd er besloten „Oudejuffrouw" te gaan spelen, aan welk spel beide knaapjes deel konden nemen. Zij speelden alsof hun gansche toekomst er van afhing. Groot was hun vreugde toen zij aan het einde van het spel beiden 't verschrikkelijke lot van alleen over te blijven waren ontkomen, en, met veel handgeklap en zegekreten, werd den baron aangezegd, dat hij de „oude juffrouw" was. HOOFDSTUK XII. Het was een heerlijke dag, juist geschikt voor den oogst, toen baron Everard Duncombe en zijn beide zoontjes naar het veld wandelden, om de nieuwe maaimachine te zien werken. Dien avond moest de baron naar de stad, maar het was voor de laatste maal, en dan had hij, tot vreugde der kinderen, beloofd voor goed thuis te komen, en het oogstfeest in de volgende week te doen plaats hebben. De korenakkers leverden een verrukkelijk gezicht op. De nieuwe machine, door twee fraaie paarden getrokken en door den rentmeester bestuurd, werd door het koren gedreven en door de arbeiders gevolgd. Aan alle kanten viel het gouden
Een aardis trio
graan neder en werd door vlijtige handen verzameld en opgebonden. Met een kreet van vreugde sprong Humphrey tusschen de arbeiders in, hinderde iedereen, en verontrustte zijn vader, door onophoudelijk voor de machine en de paarden te loopen. Natuurlijk was hij niet tevreden met zulk een ondergeschikt deel der werkzaamheden, daarom verzocht hij zijn vader, of hij naast den rentmeester op de machine mocht zitten. De baron hielp hem er op, en weder ging de machine voort, door de arbeiders gevolgd. Na eenige oogenblikken keek de baron op zijn horloge en zag dat het tijd was naar het station te gaan; maar de kinderen waren zoo gelukkig, dat hij den moed niet had ze nu al mede naar huis te nemen. „Zij zijn hier veilig", dacht hij, „met zoo veel menschen om hen heen, en ik zal' Virginie hierheen zenden als ik voorbij het huis ga." Humphrey was ver weg, dus zeide de baron aan Alfred, die ■met het dochtertje van den boer speelde, dat hij moest uitzien naar Virginie, en niet vergeten mocht Humphrey voor hem goeden dag te zeggen. De kleine Alfred hief zijn gezichtje — een smal gezichtje was het nog — op om een kus te ontvangen en zeide: „zult u spoedig terug komen, Paatje,
Moederliefde
Een ree met haar jong, dat twee dagen oud is.
en dan niet weer heen gaan ?" „Heel spoedig, lieveling, en dan ga ik niet weer weg voor het volgende jaar. Wat zullen wij een pret hebben, maar gij moet een gehoorzaam ventje zijn en niet weder ziek worden." „Dat beloof ik u, Paatje!" Baron Everard glimlachte droevig, kuste het kind nog en nogmaals — en ging heen. Toen hij bij het hek was, keerde hij zich nog eens om, ten einde een blik op 't vroolijke schouwspel te werpen. Alfred stond nog gelijk hij hem verlaten had, zijn vader naziende en kushandjes makende. Hij stond op den voorgrond, omringd door het gouden graan. Achter hem strekte zich 't liefelijke landschap uit, en op den achtergrond zag men de machine, door de arbeiders gevolgd, werken. Humphrey had nu de teugels van den rentmeester overgenomen en bestuurde de paarden. Zoo verliet de baron zijn kinderen. Maar 't genot kan niet altijd duren, Humphrey werd na eenigen tijd moede van het rijden en steeg af om wat met zijn broertje te spelen. Een paar maal volgden zij de machine om het koren op te rapen, maar dat was warm werk, en het duurde niet lang of zij kropen stilletjes onder de heg om uit te rusten. „Het is zelfs hier warm," zeide Humphrey, zijn hoedje afmemende en als waaier gebruikend, „wij moesten maar op den volgenden akker onderden boom gaan zitten, waar wij met oom Charlie zaten. Kom maar mede." Zij klommen over het hek en zetten zich op het gras. „Wat . waren oom Charlie's vertellingen mooi", zuchtte Humphrey, „ik wenschte dat wij ze nog eens konden hooren. Het is erg jammer, dat vader mij verboden heeft op dien vooruitstekenden tak te klimmen. Het zou juist zoo aardig geweest zijn er op te zitten, zooals de man in het verhaal. Vader zegt, dat die tak verrot en gevaarlijk is. Mij dunkt, hij moet zich vergissen, want hij ziet er zoo sterk mogelijk uitl" Weder zuchtte hij, on beide zwegen. Na eenigen tijd hernam hij: „Ik weet niet, waarom wij er niet heen zouden gaan en eens zien. Het zal bij den vijver zoo koel zijn." „O Humphie, doe het niet asjeblieft! Wij zullen verdwalen en Virginie zal zoo boos zijn. „Och Alfred, ik weet den weg er heen zoo goed. Dat ik den vorigen keer misliep, was omdat wij van Dysons buisje kwamen." „Maar Humphie, als wij dan weder nat worden! Ik beloofde Paatje niet weder ziek te worden." (Wordt vervolgd.)
mmmm.Mmmmmm
pM
>»♦♦#♦•#»•••<•>■»•>•»■»■<»»■■•<
■■■■•■■■■
MIMMMMMt
>»<•<>» HMt
»»»
EEN BLADZIJDE VOOR ONZE LEZERESSEN ••••>»»•<•••••><••><••••»•—••»♦♦»»»♦♦■
WAT DE DOKTER ZEGT Da uw worm en verwante toestanden. Een lezer vraagt mij raad voor zijn kind, waarmee hij groote moeilijkheden heeft. Een nechtstreeksch antwoord kan ik hier moeilijk geven, omdat dit neer zou komen op een behandeling „op afstand," maar wel kan ik naar aanleiding van dit geval weer een meer algemeene bespreking geven. Het betreffende kind, dat nu 2 jaar is, lijdt sinds den leeftijd van 2 maanden aan een zeer hardnekkig jeukenden uitslag van het geheele gelaat. Dit euvel wil voor geen behandeling wijken en tengevolge van het jeuken worden de puistjes door het kind steeds weer opengekrabd en de nachtrust lüjdt er ten zeerste door. Uit de beschrijving is bijna met zekerheid op te maken, dat genoemd kind lijdt aan den uitslag, dien men in 't dagelijksch leven „dauwworm" pleegt te noemen. Dauwworm nu, is een huidafwijking die eigenlijk geen ziekte op zich zelf is, maar één van de uitingen van een bepaalde afwijking van het geheele gestel, die we met een fraaien naam als „exsudatieve diathese" betitelen. Bij een kind, dat met een dergelijk gestel op de wereld komt, heeft men kans op verschillende afwijkingen, terwijl in het eene geval de eene, in andere gevallen weer andere verschijnselen kunnen optreden. De afwijking vaa het gestel is erfelijk, zoodat men vast kan nagaan, dat ouders of grootouders ook dergelijke verschijnselen hebben vertoond. Er kunnen nu o.a. de volgende symptomen optreden. Het lichtste verschijnsel, bij zeer vele kinderen te vinden, is de z.g. „berg" op het hoofd, waarbij dit lichaamsdeel bedekt wordt met meer of minder vettige velletjes, waarondereen wat vochtige, bij aanraking gemakkelijk bloedende huid zit. In de lichte gevallen is dit iets van weinig beteekenis, waarvoor de meeste moeders zelf wel raad weten (zoete olie, om de korstjes weg te nemen enz.) maar feitelijk is het dus al een uiting van die „exsudatieve diathese." In ernstiger gevallen komt 't nu echter tot het voor den dag komen van uitgebreid eczeem, een hardnekkigen uitslag vooral in het gezicht. Deze uitslag noemt men nu ook wel „dauwworm". Het begint met roode pukkeltjes, die samenvloeien tot een roode, vochtige plek, waarop een korstje
—■>■■■■»■ MIMMIHHm»«!«»«
,
GIST IS LEVEN!
111 n mimi
komt. Dit is een zeer hinderlijke geschiedenis, omdat het flink jeukt, het kind er dus voortdurend aan krabt, hetgeen bloedingen veroorzaakt, die op haar beurt weer de genezing .tegenhouden. En de neiging tot genezing is toch al niet bijzonder groot. Geneest het ten slotte, dan blijven nog lang eigenaardige ruw, droge plekken achter. Behalve de huidafwijkingen kunnen zich echter nog verschillende ziekte-toestanden voordoen. Dergelijke kinderen hebben opmerkelijk vaak hardnekkige neusverkoudheden en daarbij niet zelden ook bronNo. 74347 No. 73926 chitis (luchtpijpontsteking). Het Qekleede namiddagjapon Eenvoudige moderne Japon voordunnestof of zijde geborduurd volgens met invallende plooien in de voorbaan van meest eigenaardige is echter dat Weldon's strijkoatroon no 1407. Benoode rok. De kraag en manchetten zijn gedeze longafwijkingen vaak meer digd van 100 cM. breede stof 4 M. Verborduurd volpens strijkpatroon no. 1142. krijgbaar in maal 42, 44, 46 of 48, overen meer het karakter gaan aanVerkrijgbaar in maat 42. 44, 46, 48 en 50, eenkomend met bustemaat 90, 95, 100 overeenkomend met bustemaat 90,95, 100, nemen van asthma. of 110 cM. 110 en 120 cM. En zoo ziet men dus, dat Van deze afbeeldingen, welke met toestemming der firma Weldon Ltd. td Londet,, ;:jn er een eigenaardig verband gereproduceerd, zijn franco per oost gekniote patronen verkrijobaar, tegen toezendinti van f 0.75 en vermelding van het no. aan mevr. Milly Simons, 2e Schuytstraat 261, Den Haag. bestaat tusschen dauwworm eenerzijds en asthma anderzijds, omdat ze beide uitingen VRAGEN AAN LUCULLES zijn van eenzelfde afwijking in het gestel. Mevr. D. te S. H. vraagt ons, er een gelijke hoeveelheid witte Hiermede zijn we nog niet hoe de mooie kleur op de suiker bij, dus op 100 gram aan het einde van onze beappelbollen wordt verkregen en rasp 100 gram suiker en werk hoe men citroenrasp kan be- het met een houten lepel zoo- schouwingen. Om nog maar iets waren. lang dooreen, dat het geheel te noemen, kunnen dergelijke Antwoord. Om de appelbol- vochtig wordt. Doe 't nu direct kinderen ook te lijden hebben len mooi bruin te krijgen, is in schoone droge jampotjes, van aanvallen van netelroos en een eerste vereischte, dat het sluit ze met pergament of z.g. zwelling van tal van lymphdeeg goed behandeld is. Het boterhampapier en zet ze op klieren. En zoo is er nog wel bladerdeeg of feuilleté b.v. moet een koele, donkere plaats. Zoo meer. De hoofdzaak is ^dat men zeer zorgzaam worden uitgerold blijft de rasp langen tijd goed, en steeds moet zuinig worden hoewel versehe rasp de voor- ziet, hoe een dergelijke constitutie-afwijking zich op zeer veromgegaan met bloem, die aan- keur verdient. schillende wijze kan uiten. Om gewend wordt om het kleven bij ons geval terug te komen: te voorkomen, daar een overIn 't recept van koffiewafeltollig gebruik een grauwe kleur tjes is inderdaad een fout gezet. de „dauwworm" is dus niet van het baksel tengevolge heeft, Er staat 2.5 gram suiker, dit alleen een bepaalde huidafwijnog daargelaten het onsmake- moet 250 gram zijn. Het is king, maar hangt nauw samen lijke van het geheele product. een zeer lekker wafeltje. Het met het geheele gestel van het Vervolgens moet, vooral voor kan voorkomen, dat uw ijzer kind. Daardoor is het wel duiappelbollen, de oven goed heet door een of andere oorzaak delijk, dat bij de behandeling zijn — 250 gr. Celsius onge- schraal is, roest, vocht enz. Dit niet alleen de uitwendige (b.v. veer — en van eveneens groot is, als het euvel niet te „ver- zalf) behandeling de aandacht belang is de samenstelling der helpen" is, geen bezwaar. Het moet hebben, maar vooral ook, strijksel. Is niet noodig om dan direct en dit zeker in de eerste plaats, Zijn de appelbollen op het een nieuw aan te schaffen. de algemeene behandeling van bakplaat je geplaatst, dan wordt U gaat als volgt te werk: Maak het geheele gestel. Want gelukt met een zacht stoffertje alle het deeg zooals is opgegeven, het dat normaler te maken, dan overtollige bloem daarvan afge- laat het even rusten. Rol het uit bestrijden we daardoor vanzelf stoft. Vervolgens neemt men de ter dikte van een gulden, de huidafwijking, die er een dooiers der eieren, b.v. 2 stuks^, grootte ongeveer een rijksdaal- gevolg van is. Hoe dat nu predoe hierbij een messepuntje der. Steek met een rond steker- cies gaat, kan ik, om al vaak zout, evenveel poedersuiker of tje platronde koekjes. Bak ze genoemde redenen, niet nauwlichte basterd — dus géén ge- op een bakplaatje in den oven keurig beschrijven; dat is ook wone melis — roer dit goed en als ze gaar zijn leg ze vlug al weer niet voor alle gevallen dooreen en voeg er dan een in het wafelijzer — 't ijzer even hetzelfde. Alleen wil ik b.v. wel half eiwit bij. Met een zacht wannen — zooveel als mogelijk opmerken, dat dergelijke kinkwastje wordt alles flink glad- is naast elkaar. Klap het ijzer deren over het algemeen niet geroerd, doch niet luchtig. onmiddellijk dicht, druk even veel vet in het voedsel moeStrijk nu de appelbollen, plaats flink, zoodat de ruitjesvorm zich ten hebben. ze direct in den heeten oven in het koekje afdrukt, herhaal Mijn betreffende lezer zal nu en let nü eens op den mooien, deze bewerking met de overige wel begrijpen, hoe het komt donkerbruinen glans. koekjes totdat deze zich niet dat die huiduitslag zoo merkVoor geconserveerde citroen- meer laten vormen. Het is dus waardig hardnekkig is en ook rasp wrijft men den citroen met raadzaam niet teveel koekjes dat hij geduldig en nauwkeueen schoonen drogen doek goed gelijk te bakken. Zie voor rig de raadgevingen van zijn af, raspt hem, met zoo min citroensap een der volgende huisarts zal hebben op te volmogelijk wit der schil. Doe het nummers. gen, vooral pok .wat diens alrasp in een steemen kom, voeg LUCULLES. gemeene behandeling betreft. *. • ■■■:;":'i^r>- '^
IRVINGS GIST-TAMINE TABLETTENI *<'■
Grootste medische ontdekking dezer eeuw Een snel werkend middel - Nieuwe wóndervolle Gist-Vitaminenbehandeling Wetenschappelijk is thans vastgelegd, dat het verstand noch het lichaam zich ontwikkelen kan zonder vitaminen in het voedsel. Irving's Gist-Tamine Tabletten bevatten het maximum aan vitaminen in verbinding met zuivere (96 %) gist en zijn het krachtigste middel bekend in de medische wetenschap. Bij niet wel zijn of vermoeid gevoelen neemt 1) een of twee Gist-Tamine Tabletten en U gevoelt U frisch en opgewekt na eenige minuten. Irving's Gist-Tamine Tabletten helpen U bij het volgende: Hoofdpijn, neuralgie (zenuwstoringen) etc. ... in Indigestie, slechte spijsvertering, gassen, zuren etc. „ 5 Galaandoeningen, depressie (neerslachtigheid) etc. „ 10 Maagstoornissen „ 10 Influenza, gevatte koude, koorts „24
5 minuten a 10 „ „ 15 „ „ 15 „ uur
{Weltig gedeponeerd faandclsmerk}
UW GRAMOPHOON Zeer mooi van toon Komt U ook eens luisteren?
ZEER BILL UK E PRIJZEN Ook in huurkoop Vanaf f 7.50 per maand
I
BI3 SALONKAST 20 NUMMERS GRATIS
I
STEDNMETZ PIANO f625.-
Bijzonder mooi van toon (10 Ja>r garaalie)
Huurkoop vanaf f 15.— per maand
Een voortreffelijk middel bij
Aderverkalking Het brengt natuurlijk geen genezing, doch het houdt ontegenzeggelijk het proces tegen.
Zenuwlijden Dagelijks komen ongevraagde getuigschriften binnen van dankbare gebruikers van Irving's Gist-Tamine Tabletten. Meer dan 20.000-getuigschriften kwamen in 18 maanden tijd in ons bezit.
PRIJS ff 0.75, ff 130, ff 2.50, ff 6.— Eenige Importeurs:
N.V. ALGEMEENE HOLLANDSCHE HANDEL- EN INDUSTRIE MAATSCHAPPIJ DENNEWEG 140 "AFD. YEAST YITE'* DEN HAAG Verkrijgbaar bij de voornaamste Apothekers en Drogisten
Harporsels f 325-
Huurkoop vanaf f 10.— per maand
Firma 3. Groenendijk & Co. Resentesselaan 24 Tel. 32004 DEN HAAG
•—
Uw
Zenuwen komen \o\ rush en r wortien^esferk^ doop
Mijnhardfe
. Zenuw-tebleften,
fc Glazen buisje Jk
Alleen ecnTmeFden Naam Mijnhardt opdetorpaMdng
W&&U©M MLiilM B^UIOINl
zwaem?
Tot heden moest de amateur-fotograaf, wiens weinige vrije (ijd hem niet toestond, de meer ingewikkelde afdrukprocedé's té beoefenen, zich beperken tot de ver. vaardiging van zwarte of bruine foto's, hoe weinig bevredigend deze kleuren ook mochten zijn. Thans opent ons MONOCOLOR-PICTURE-PROCÉDÉ de gelegenheid, op iriterst eenvondige en goedkoope wijze foto's te vervaardigen in alle denkbare kleuren waarbij bovendien de tijdroovende werkjes als fixeeren en spoelen absoluut vervallen. Om deze redenen verdient het voor ieder amateur aanbeveling, met deze nieuwe vinding kennis te maken. Men vrage prospectus aan bij onderstaand adres.
J©S°Pi ECLiU^ENF©T© = KONIIÜGST^A^T 1 - AßNHi
■
__,
(aödfried de Groot
T^'BN'WAläTyQJDOM
>rmstell«aan 64 - . ^Tmsterdöm Telefoon 28474
Specialiteit in:
T^odeme en artistieke foto's -
1
T^en sie de vele reproducties van ons werk in ,.Het Weekblad" Cinema SSheater TT'
Een boekdeel waarvan
IA
ge plezier zult hebben
IVI
Hoevele soorten Toiletzeep matiet reeds gcbnukt tm fees eakde bevredigi De eeae was te sterk geparfumeerd, it imitTt te schraal en zoo bexat gee« enkele de eigensdiappea weke ■»rdrr wriMf4e.
Bij Ruwe Schrale Huid
MONA LISA
van Handen en Gelaat
toiletzeep, mei haar fijne gear en fcynadti« kwaliteit bleek tea volle aan de verwachtingen te beantwoorden.
PUROL
ONA LISA, haar naam waardig, heeft spoedig haar weg gefmJm tol in de hoogste kringen ca algemeen wordt zq er gcrefd OH hare .voüaaajttheid'i
vDoos30-60-90d/
Bestel ons voor de algeloopen jaargang van ons blad een
LINNEN BAND è £ 1.50
DAMES MET OVERTOLLIG HAAR kunnen dit zelf zonder pijn of litteekens verwijderen
Ge leunt die bestellen bij uw leverancier of met bijvoeging van het bedrag aan postzegels of ais postwissel opzenden aan de
Admln. Galgewater 22, Leiden
Teragkomen der haren mlgeslol«
Gratis Inlichtingen bij E.M.A.D. ScfaeveniDgeD 8, - Harslenhoekstraat 31
INDIEN GE VOOR HET INZEEPEN
C-KUNKERT STAOHOUDERSKAOei52
TELEFOONNUMMER 24232 Sebruikt. Ready Cream wordt geleverd in ootten van 1 Kg. tegen toezending 'van f3.— aan de •» GRAVENBAAGSCHE ZEEPFABRIEK „DE OOIEVAAR" Z. Binnensingel 211
PIE CAMIEII^Ä HET IDEALE TIDDSCHRIFT VOOR AMATEÜR-FOTOQRAFEN 24 nummers per jaar - f 1.50 per kwartaal
NVZAADHANDEL PÄSSEN ZAADTEELT
DANSINSTITUUT
YHMOBBEI f
Telefoon 36644 Beiastzich mei het SAMENSTELLEN van Cabaret-programma's en hel organiseeren van Feeslavondea. Coocerlen, Drawingnoom-EnlerlainmenlStSoiréesparlicaliéres Kindervoorslellingen, etc. etc.
Levering aan landbouwers en tuinbezilters Men vrage prijscourant Op bijna alle plaatsen vertegenwoordigd
Abonneert U op dit blad
WOLLEN DEKENS BLIJVEN DONZIG EN ZACHT, WANNEER ZE GEWASSCHEN WORDEN IN
DE LEVERS ZEEP MIJ., VI.AARDINGEN
L136-2?
' .
OOLTGENSPLAAT
HET „BUREAU-PISUISSE" 2e Schuytstraat 65 - Den Haag
* ♦ '
>7.
ff Ju- -
"
Een zeldzaam amusante comedie in zes bedrijven, naar de ook hier te lande bakende operette „'n Walsdroom" van Oscar Strauss is vervaardigd door de U.F.A. We hebben in een vorig nummer reeds eenige foto's gegeven, die tijdens de opnamen vervaardigd zijn. De hoofdrollen worden vervuld door Jacob Tiedtke Mady Christians en Xenia Desni. Hoewel de inhoud overbekend is, willen we dien nog even in herinnering brengen: Hertog Eberhard XXII1 von Flausenturm denkt zoowel aan het welzijn van zijn landje als aan de toekomst van zijn dystanie. Ten opzichte van dit laatste is zijn geheele hoop op zijn eenige dochter. Prinses Alix gevestigd. Als hij met haar aan het Weensche hof wordt uitgenoodigd, ziet hij zijn streven met succes bekroond. De aartshertog, die tot bruidegom uitgekozen is, vindt de jonge dame echter niet bijzonder aardig en heeft dan ook weinig lust om tot gids van de vreemdelingen in de vroolijke Donaustad te dienen en zijn adjudant, graaf Preyn. gewoonlijk „Eerste Luitenant Mux'" genoemd, vervangt hem. De prinses ontdooit al heel spoedig, danst met Nux en waagt het zelfs zijn vurige kussen te beantwoorden. Zij begeert hem zelfs tot echtgenoot. De toestemming van Nux heeft men niet noodig; hij wordt tot het huwelijk gecommandeerd.
Dat hindert hem ten zeerste, maar nog meer de bepaling van de Flansenturmer grondwet, die de positie van een Prinsgemaal van ongelijke afkomst met het kernachtige artikel vaststelt: „De Prinsgemaal staat in elk opzicht onder het bevel van Zijne Hooge Gemalin". De trouwplechtigheid werkt op zijn zenuwen, de wetsartikelen vervolgen hem tot de slaapkamerdeur. Als hij echter zijn hooge gemalin in het traditioneele Flansenturmer nachtkleed ziet, dan maakt hij zich uit de voeten. Hij komt terecht in een uitspanning, waar een Weensche dameskapel Straus-walsen speelt. Ais hij de lieftallige Franzi Steingruber hoort, is hij spoedig in liefde voor het mooie violistetje ontbrandt. De hertoglijke vader, vindt Alix alleen in het slaapvertrek. De hofmaarschalk wordt uitgezonden om den deserteur terug te brengen. Hij ontdekt hem in de uitspanning, maar geraakt mee aan het feestvieren. Rjnlijke dagen volgen. Nux zit eiken avond in het bewuste café, terwijl de prinses haar mooie oogen uithuilt. Alix wil den ontrouwe tot eiken prijs aan zich binden, zij wil zelfs Weener-walsen leeren spelen en engageert Franzi als leerares. Deze doorziet met scherpen blik de situatie. Zij doet met zwaar hart afstand van haar „Walsdroom" en brengt het jonge paar tenslotte gelukkig te zamen.
nt--^,w»u^jrJ-;—.J-,-,^,,;^:'^-:!-,.^!?1"^?'
■wt«__
7i?v?TL VTf.' j''
(1
OARCONNBKBN
| TEKST
THEOPHBLE MALUSSE
,
pziï"*.
MUZIEK VAN
1
r—
'
^—
.VB3ROBBT MIJ NÏBT FLORA TE AMSTERDAM In Flora gaat met enorm succes
D\ Jl>eM4m/tyw^./^.neJ^,i^
Rido s nieuwste revue. Het is on-
dM^_ 2\, wxi'MA^j^J^,
noodig bij dezen revueschrijver bij uitnemendheid, te schrijven dat ook
r: ***■ w
\,v^,f'r
anM^v i■ ■ PM^^^IBBH rm /HmiM&.^ftyy^rf'tfmfa.M. M /m^MwuieM/ ^.w^3ha\pfiM^4^^i)^^ veägeaMctyn
Mlii, iliMIMMiWI Christine Nesnah en 3an Blok
dit product voldoet aan alle eischen, die men aan een moderne revue stelt. De aankleeding is mooi. De costumes zijn schitterend, vooral die van veeren en linten. Wel doet het eigenaardig ^aan. dat bij de veerenfinale — al zullen hier natuurlijk wel de ,.kunst -producten in zoo groote hoeveelheid zijn gebruikt — de
koormeisjes te
,.Spaar de vogels . Als ..komieken' Zwaaf
en
Malhieu
hooren
zingen
fungeeren van
Is.
Eysden.
Deze is voor Flora een zeer goede aanwinst.
Hij
is steeds beschaafd
en bezit een geweldige mimiek. Het vocale gedeelte is bij Christine Nesnah, Magda van Donk
Bertha Verzwijfer en Isodpre Swaaf
en Jan Blok in goede handen. Wij wenschen Flora met deze revue weer eens een serie van ovei de
J J
f J JJ j'ir r f r IJ-J JU Fr rirr
J
honderd voorstellircen.
'ir r
ÊÉi MJTj J'I^JJMi IV IR (^
Ik ben een klein gar^onneken. Mijn tred is fier en snel; Ik voel een zeker wonneken Bij grool of klein bestel. Al wordt het in den avond laat. Ik blijf toch bij de hand: Bij veel gesmook en veel gepraat.
Io-
Houd
k toch nog mijn verstand!
v&C**
&*%**
Ik kuisch het glas. ik kuisch den vloer En boen dien spiegelglad; Ik maak des daags een heele toer Langs tafels, stoelen, pad. Maar k doe het geern. ik doe het goed. k Bedien een elk subliem ; Als 'k op mijn tellen passen moet, 'k Mankeer toch geen centiem!
voor den voor Uw voor den voor Uw voor *den voor Uw
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
..Gar^on! roept s morgens vroeg monsieur — Madame kijkt onplaisant; — „Ganjon, waar zijt gij toch. parbleu?
?
— Hij voelt mij aan den tand I —
Bertha Verzwijfer met den straathond
..Gar^on!' zoo hoor ik heel den dag, „Gargonl Gar^on! Gargon!" ..Gargon! ' met veel gebaar of lach. „Gar^onneken! Ganjon!"
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL. ...... een "EDISON" of NIETS CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ DE
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM
DEN HAAG
ROTTERDAM
Christine Nesnah
LEIDSCHESTRAAT 84
LANCE POTEN 15
.... WITTE DE W1THSTRAAT 88
Ö^ssi^ss':: roto's £. U'inUi
,
.
'
■
-
■i
I
iily D(MnM(^ inn „dpeelkjoed W<M\ POJPIP" 1^1
SAIAMANDERSCHOENEN ZIJN IN PASVORM ONGEËVENAARD
%A^
-
■
-
^___^_