Jaarverslag
2015 2015
Index Activiteitenverslag over het boekjaar 2015 Verslag van de Raad van Bestuur
3 8
p. 2/96
Activiteitenverslag over het boekjaar 2015 Kernboodschappen •
De omzet steeg met 1% ten opzichte van het vorige boekjaar. De omzet van de Top 20 merken steeg met 7,9% en vertegenwoordigt 57% van de geconsolideerde netto omzet in 2015. Er is een daling vastgesteld in de andere merken, wat in lijn is met de strategie om meer te focussen op de Top 20 merken. Sterke verkoopresultaten in UK/Ierland, Zweden, Nederland en Turkije. Verkopen daalden voornamelijk in België, Spanje, Italië, Frankrijk, Duitsland, Rusland en Oekraïne.
•
Omega Pharma blijft investeren zowel in de topmerken, als in het optimaliseren van de organisatie in bepaalde landen.
•
De bruto marge uitgedrukt als percentage van de netto omzet steeg naar 57,2%.
•
Het operationele resultaat is negatief beïnvloed door niet-recurrente zaken als gevolg van wijzigingen in de boekhoudkundige raming van reserves en voorzieningen. Ook de niet-recurrente integratiekosten als gevolg van de overname door Perrigo Company Plc hadden een negatieve impact op het operationele resultaat.
•
Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten zijn lager ten opzichte van vorig jaar ten gevolge van de verbrekingsvergoeding voor het vroegtijdig beëindigen van de interest rate swap en andere nietrecurrente kosten. Toegenomen kasstromen van investeringsactiviteiten zijn te wijten aan de betaling van de tijdens het vorige boekjaar gekochte XLS Medical rechten. Ook de overname van Naturwohl Pharma GmbH had een belangrijke impact op de operationele kasstromen.
•
Volgend op het finaliseren van de jaarrekening zoals uitgegeven op 7 april 2016, hebben we fouten geïdentificeerd in de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar eindigend op 31 december 2015 en 31 december 2014, en dit met betrekking tot inkomen erkend als gevolg van specifieke contracten. Deze fouten werden gecorrigeerd en als gevolg daarvan steeg het 2015 geconsolideerde resultaat voor belasting met 6,3 miljoen euro en daalde het 2014 geconsolideerd resultaat voor belasting met 9,9 miljoen euro. Zie toelichting 7.12. Daaruit volgt dat de geconsolideerde jaarrekening, uitgegeven op 7 april 2016, vervangen wordt door de Gecorrigeerde Geconsolideerde Jaarrekening, uitgegeven op 29 juni 2016.
•
De aanpassingen hadden als gevolg dat de schuldcovenanten met betrekking tot de USPP 2011 obligatielening geschonden waren op 31 december 2015, hiervoor werden vervolgens waivers bekomen. De verplichting verbonden met dit schuldbewijs werd als kortlopend gerubriceerd in onze Gecorrigeerde Geconsolideerde Balans van 31 december 2015.
p. 3/96
Kerncijfers 2015 (in miljoen euro) Geconsolideerde netto omzet Bruto marge Als percentage van de netto omzet EBITDA (**) Als percentage van de netto omzet
2015 Gecorrigeerd*
2014 gecorrigeerd
Evolutie 2015/2014
1 239,7
1 230,3
+1%
709,0
688,7
+3%
57,2%
56,0%
215,1
255,4
17,4%
20,8%
-16%
(**) EBITDA : Bedrijfsresultaat vóór niet-recurrente opbrengsten en kosten, verhoogd met afschrijvingen en waardeverminderingen * Bepaalde bedragen hier werden gecorrigeerd en weerspiegelen deze correcties, zie toelichting 7.12.
p. 4/96
Omzet 2015 De geconsolideerde omzet steeg met 1% doordat de Top 20 merken aanzienlijk bleven groeien in vergelijking met vorig jaar (+7,9%). De omzet uit de verdeling van generieke geneesmiddelen in België is gedaald met 6,2 miljoen euro in vergelijking met 2014 en maakt 10% uit van de geconsolideerde netto omzet van 2015. De GSK merken die door Perrigo Company Plc in 2015 werden gekocht en die door de groep worden verdeeld, droegen voor 35,3 miljoen euro bij tot netto groepsomzet. In 2015 verwierf de groep het Yokebe merk wat voor 5,9 miljoen euro bijdroeg tot de netto groepsomzet. Top 20 merken zoals XLS, Abtei, Lactacyd, Solpadeine, Paranix, Paravet, genereerden 704,4 miljoen euro omzet, i.e. 57% van de in 2015 geconsolideerde groepsomzet. Dankzij de voortdurende focus en de investeringen in deze merken, steeg de omzet met 7,9% tegenover 2014.
Toelichting bij de resultatenrekening De bruto marge, uitgedrukt als een percentage van de netto omzet, steeg van 56,0% in 2014 tot 57,2% in 2015. Dit is het resultaat van kostenbesparende maatregelen en van een verbeterde ‘product mix’ ― een grotere omzetbijdrage van producten en merken met een hoge marge, in hoofdzaak degene uit de Top 20 met een gemiddelde bruto marge van 68,6%. Exclusief de verdeling van generieke geneesmiddelen in België ― die ‘van nature uit’ een lagere marge kennen ― bedroeg de gemiddelde bruto marge voor de groep ongeveer 68,1%. De uitgaven voor reclame en promotie (‘Advertising & Promotion’, A&P) zijn met 9,5% gestegen tot 398,7 miljoen euro en vertegenwoordigen 32,2% van de netto omzet. De voorbije jaren werd het overgrote deel van het budget voor reclame en promotie consistent toegewezen aan de ondersteuning van de Top 20 merken. De distributiekosten kenden in 2015 een toename van 2,9% ten opzichte van 2014. De algemene administratieve kosten bedroegen 86,1 miljoen euro of 6,9% van de omzet en weerspiegelen de structurele investeringen in een op de toekomst gerichte professionele organisatie met meer aandacht voor Onderzoek en Ontwikkeling, regulatory, vernieuwing, enz. Bovenvermelde factoren leiden tot een recurrente EBITDA van 215,1 miljoen euro voor 2015 (17,4% van de netto omzet), vergeleken met 255,4 miljoen euro voor 2014 (20,8% van de netto omzet). De niet-recurrente kosten bedragen 70,6 miljoen euro en bestaan hoofdzakelijk uit (i) de impact van een aantal wijzigingen in de ramingen die in het lopende jaar werden gemaakt, zoals uitgelegd in de kritische schattingen en veronderstellingen (zie toelichting 3) voor een bedrag van 33,7 miljoen euro (zie verder voor bijkomende informatie), (ii) herstructureringskosten ten belope van 7,6 miljoen euro en (iii) een bijzondere waardevermindering (impairment) van activa voor 7,5 miljoen euro. De herstructureringskosten werden voornamelijk gemaakt in Spanje en Italië en betreffen ontslagvergoedingen.
p. 5/96
Bijkomend opgenomen bij de niet-recurrente kosten zijn de overnamekosten met betrekking tot Naturwohl Pharma GmbH van 1,1 miljoen euro en kosten van de aankoop van de GSK merken door Perrigo Company Plc (1,1 miljoen euro). Ook zijn de kosten in verband met de integratie van Perrigo en Omega gepresenteerd als niet-recurrente kosten voor een totaal bedrag van 6,5 miljoen euro. Tenslotte zijn sommige minder aanzienlijke bedragen in verband met eenmalige gebeurtenissen (zoals stopzetting van huurcontracten enz.) opgenomen in de niet-recurrente kosten. Vertrekkend van het hierboven vermelde bedrag voor de recurrente EBITDA leidt dit tot een bedrijfsresultaat (EBIT) van 74,7 miljoen euro voor 2015 (6,0% van de groepsomzet), vergeleken met 187,9 miljoen euro voor 2014. In 2015 bedroeg het financieel resultaat -71,8 miljoen euro tegenover -63,0 miljoen euro in 2014. Deze evolutie is voornamelijk te wijten aan een lagere intrestvoet voor de schulden in 2015, gecompenseerd door de niet-recurrente financiële kost uit het gerealiseerde verlies door het vroegtijdig beëindigen van de renteswap (13,5 miljoen euro). Winstbelastingen bedroegen 111,3 miljoen euro in 2015, wat overeenstemt met een belastingvoet van 3.786,6% (2014: 8,4%). Deze toename is het gevolg van een combinatie van factoren zoals de afwezigheid van bepaalde taksvrijstellingen van 2014, de gestegen verworpen uitgaven voor belastingsdoeleinden en de aanpassing van bepaalde posities van uitgestelde belastingen. Dit resulteerde in een verlies na winstbelastingen van 108,4 miljoen euro versus een winst van 114,5 miljoen euro in 2014.
Toelichting bij de balans Op 31 december 2015 bedroeg de netto financiële schuld 1.021 miljoen euro (berekend volgens de methodologie die wordt gehanteerd voor de bankcovenanten). Op 31 december 2014 bedroeg de netto financiële schuld 1.033 miljoen euro. De aandeelhouders zullen indien nodig de vennootschap ondersteunen door kapitaalsverhogingen. De aanpassingen (zie toelichting 7.12) hadden als gevolg dat de schuldcovenanten met betrekking tot de USPP 2011 obligatielening geschonden waren op 31 december 2015, hiervoor werden vervolgens waivers bekomen. De verplichting verbonden met dit schuldbewijs werd als kortlopend gerubriceerd in de Gecorrigeerde Geconsolideerde Balans van 31 december 2015. Het werkkapitaal bedroeg op 31 december 2015 102,7 miljoen euro, zijnde 8% van de netto omzet. Op het eind van 2014 was dit 117,6 miljoen euro (10% van de netto omzet). De daling van het werkkapitaal per 31 december 2015 ten opzichte van 31 december 2014 is het gecombineerde effect van afgenomen voorraden (van 8,8 miljoen euro), een toename in handelsvorderingen (met 34,4 miljoen euro) en een stijging van de handelsschulden (met 40,5 miljoen euro). Het werkkapitaal binnen aanvaardbare grenzen houden is fundamenteel voor het management van de Groep. De immateriële activa bedroegen 1.932,2 euro miljoen versus 1.777,3 miljoen euro eind 2014. Deze stijging werd hoofdzakelijk bepaald door de overname van Naturwohl Pharma GmbH in 2015, een toename in geactiveerde onderzoek en ontwikkeling en geactiveerde concessies & patenten.
p. 6/96
De stijging in vaste materiële activa houdt verband met de investeringen in de productie eenheden van de groep en in installaties en machines. Het eigen vermogen steeg van 672,3 miljoen euro naar 772,0 miljoen euro, hoofdzakelijk als gevolg van een kapitaalsverhoging door de aandeelhouders in het laatste kwartaal van 2015 van 200 miljoen euro. Anderzijds daalde het eigen vermogen door de toekenning van het resultaat van het jaar. Langlopende verplichtingen daalden met 81,5 miljoen euro voornamelijk als gevolg van een herclassificering van langlopende schulden naar kortlopend, gecompenseerd door een stijging in voorzieningen en pensioenverplichtingen van 4,8 miljoen euro, een toename in uitgestelde belastingverplichtingen van 38,3 miljoen euro. Anderzijds daalden de afgeleide financiële instrumenten ook met 13,8 miljoen euro vermits de gerelateerde lening (USPP) in 2015 werd terugbetaald. De wijziging in kortlopende verplichtingen van 547,5 miljoen euro naar 638,6 miljoen euro is hoofdzakelijk het gevolg van hogere handelsschulden (stijging van 40,5 miljoen euro), een aanzienlijke stijging in kortlopende leningen van 138,5 miljoen euro als gevolg van een herklassering van de USPP obligatielening als kortlopend als gevolg van de covenant waiver, gecompenseerd door lagere belastingschulden en sociale lasten en schulden m.b.t. personeelsverplichtingen (daling van 3 miljoen euro) en overige kortlopende verplichtingen (daling van 84,8 miljoen euro).
Belangrijke gebeurtenissen in 2015 Op 30 maart 2015 voltooide Perrigo Company Plc de overname van Omega Pharma Invest NV, waardoor een top vijf wereldwijde OTC-onderneming werd gecreëerd. Op 2 juni 2015 kondigde Perrigo Company Plc aan dat het een overeenkomst heeft afgesloten voor het verwerven van een portfolio van gevestigde over-the-counter merken van GlaxoSmithKline Consumer Healthcare (GSK), hiermee verder bouwend aan het wereldwijde platform dat met de overname van Omega Pharma was gesticht. Perrigo is uniek gepositioneerd om het potentieel van het merk te maximaliseren door gebruik te maken van Omega Pharma haar toonaangevende Europese commerciële infrastructuur, pan-Europees distributienetwerk en sterk merkenbouwende mogelijkheden. De transactie werd afgesloten op 28 augustus 2015. De overname werd gedeeltelijk geabsorbeerd in het Omega Pharma netwerk. Op 22 juli 2015 kondigde Perrigo Company Plc aan dat het een overeenkomst had afgesloten voor de overname van Naturwohl Pharma GmbH met haar leidende Duitse dieetsupplementmerk, Yokebe. Yokebe, het op een na grootste dieetmerk (in marktaandeel) in Duitsland, bestaat uit een shake/liquide vorm en wordt op de markt gebracht binnen de ‘meal replacement’ categorie. De overname werd in september 2015 afgerond en werd opgenomen in het Omega Pharma netwerk.
p. 7/96
Verslag van de Raad van Bestuur Omega Pharma Invest NV Naamloze vennootschap die een openbaar beroep doet of heeft gedaan op het spaarwezen Venecoweg 26 9810 Nazareth CDE, Gent 0439658834 BTW BE439.658.834 (de “vennootschap”)
De Raad van Bestuur is in vergadering bijeengekomen ten einde de jaarrekening over het boekjaar 2015 te bespreken en rapporteert als volgt aan de Algemene Vergadering
1. Toelichting bij de jaarrekening Correctie Volgend op het finaliseren van de jaarrekening zoals uitgegeven op 7 april 2016, hebben we een fout geïdentificeerd gerelateerd aan omzeterkenning met betrekking tot specifieke contracten met verdelers op hoofdzakelijk één van onze locaties, met een impact op de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar eindigend op 31 december 2015 en het boekjaar eindigend op 31 december 2014. Verdere analyse van de contracten toonde aan dat inkomsten die werden geboekt eigenlijk betrekking hadden op consignatievoorraad. De identificatie van de contracten als consignatievoorraad had een impact op de factoring overeenkomsten en vereisten dat de vordering en schuld geboekt werden voor 31 december 2015 en 31 december 2014. Deze aanpassingen hadden een schending van de schuldcovenanten tot gevolg met betrekking tot de USPP 2011 obligatielening op 31 december 2015, hiervoor werden vervolgens waivers bekomen. De schuld verbonden met dit schuldbewijs werd als kortlopend gerubriceerd in onze Gecorrigeerde Geconsolideerde Balans van 31 december 2015. Ook was er een aanpassing nodig met betrekking tot de intercompany winst op voorraad voor 1 januari 2014 en 31 december 2015. Tenslotte werden enkele documentaire kredieten geherclassificeerd van Handelsschulden naar Leningen (kortlopende financiële schulden) vanaf 31 december 2014. Zie toelichting 7.12. Daaruit volgt dat de geconsolideerde jaarrekening, uitgegeven op 7 april 2016, vervangen wordt door de Gecorrigeerde Geconsolideerde Jaarrekening, uitgegeven op 29 juni 2016.
Resultatenrekening De bruto marge, uitgedrukt als een percentage van de netto omzet, steeg van 56,0% in 2014 tot 57,2% in 2015. Dit is het resultaat van kostenbesparende maatregelen en van een verbeterde ‘product mix’ ― een grotere omzetbijdrage van producten en merken met een hoge marge, in hoofdzaak degene uit de Top 20 met een gemiddelde bruto marge van 68,6%. Exclusief de verdeling van generieke geneesmiddelen in België ― die ‘van nature uit’ een lagere marge kennen ― bedroeg de gemiddelde bruto marge voor de groep ongeveer 68,1%. De uitgaven voor reclame en promotie (‘Advertising & Promotion’, A&P) zijn met 9,5% gestegen tot 398,7 miljoen euro en vertegenwoordigen 32,2% van de netto omzet. De voorbije jaren werd het overgrote deel van het budget voor reclame en promotie consistent toegewezen aan de ondersteuning van de Top 20 merken.
p. 8/96
De distributiekosten kenden in 2015 een toename van 2,9% ten opzichte van 2014. De algemene administratieve kosten bedroegen 86,1 miljoen euro of 6,9% van de omzet en weerspiegelen de structurele investeringen in een op de toekomst gerichte professionele organisatie met meer aandacht voor Onderzoek en Ontwikkeling, regulatory, vernieuwing, enz. Bovenvermelde factoren leiden tot een recurrente EBITDA van 215,1 miljoen euro voor 2015 (17,4% van de netto omzet), vergeleken met 255,4 miljoen euro voor 2014 (20,8% van de netto omzet). De niet-recurrente kosten bedragen 70,6 miljoen euro en bestaan hoofdzakelijk uit (i) de impact van een aantal wijzigingen in de ramingen die in het lopende jaar werden gemaakt, zoals uitgelegd in de kritische schattingen en veronderstellingen (zie toelichting 3) voor een bedrag van 33,7 miljoen euro (zie verder voor bijkomende informatie) en (ii) herstructureringskosten ten belope van 7,6 miljoen euro, en (iii) een bijzondere waardevermindering (impairment) van activa voor 7,5 miljoen euro. Deze herstructureringskosten werden voornamelijk gemaakt in Spanje en Italië en betreffen ontslagvergoedingen. Bijkomend opgenomen bij de niet-recurrente kosten zijn de overnamekosten met betrekking tot Naturwohl Pharma GmbH van 1,1 miljoen euro en kosten van de aankoop van de GSK merken door Perrigo Company Plc (1,1 miljoen euro). Ook zijn de kosten in verband met de integratie van Perrigo en Omega gepresenteerd als niet-recurrente kosten voor een totaal bedrag van 6,5 miljoen euro. Tenslotte zijn sommige minder aanzienlijke bedragen in verband met eenmalige gebeurtenissen (zoals stopzetting van huurcontracten enz.) opgenomen in de niet-recurrente kosten. Vertrekkend van het hierboven vermelde bedrag voor de recurrente EBITDA leidt dit tot een bedrijfsresultaat (EBIT) van 74,6 miljoen euro voor 2015 (6% van de netto omzet), vergeleken met 187,8 miljoen euro voor 2014. In 2015 bedroeg het financieel resultaat -71,8 miljoen euro tegenover -63,0 miljoen euro in 2014. Deze evolutie is voornamelijk te wijten aan een lagere intrestvoet voor de schulden in 2015, gecompenseerd door de niet-recurrente financiële kost uit het gerealiseerde verlies door het vroegtijdig beëindigen van de renteswap (13,5 miljoen euro). Winstbelastingen bedroegen 111,3 miljoen euro in 2015, wat overeenstemt met een belastingvoet van 3.786,6% (2014: 8,4%). Deze toename is het gevolg van een combinatie van factoren zoals de afwezigheid van bepaalde taksvrijstellingen van 2014, de gestegen verworpen uitgaven voor belastingsdoeleinden en de aanpassing van bepaalde posities van uitgestelde belastingen. Dit resulteerde in een verlies na winstbelastingen van 108,4 miljoen euro versus een winst van 114,5 miljoen euro in 2014.
Balans Op 31 december 2015 bedroeg de netto financiële schuld 1.021 miljoen euro (berekend volgens de methodologie die wordt gehanteerd voor de bankcovenanten). Op 31 december 2014 bedroeg de netto financiële schuld 1.033 miljoen euro. De aanpassingen (zie toelichting 7.12) hadden als gevolg dat de schuldcovenanten met betrekking tot de USPP 2011 obligatielening geschonden waren op 31 december 2015, hiervoor werden vervolgens waivers bekomen. De verplichting verbonden met dit schuldbewijs werd als kortlopend gerubriceerd in de Gecorrigeerde Geconsolideerde Balans van 31 december 2015.
p. 9/96
Het werkkapitaal bedroeg op 31 december 2015 102,7 miljoen euro, zijnde 8% van de netto omzet. Op het eind van 2014 was dit 117,6 miljoen euro (10% van de netto omzet). De daling van het werkkapitaal per 31 december 2015 ten opzichte van 31 december 2014 is het gecombineerde effect van afgenomen voorraden (van 8,8 miljoen euro), een toename in handelsvorderingen (met 34,4 miljoen euro) en een stijging van de handelsschulden (met 40,5 miljoen euro). Het werkkapitaal binnen aanvaardbare grenzen houden is fundamenteel voor het management van de Groep. De immateriële activa bedroegen 1.932,2 miljoen euro versus 1.777,3 miljoen euro eind 2014. Deze stijging werd hoofdzakelijk bepaald door de overname van Naturwohl Pharma GmbH in 2015, een toename in geactiveerde onderzoek en ontwikkeling en geactiveerde concessies & patenten. De stijging in vaste materiële activa houdt verband met de investeringen in de productie eenheden van de groep en in installaties en machines. Het eigen vermogen steeg van 672,3 miljoen euro naar 772,0 miljoen euro, hoofdzakelijk als gevolg van een kapitaalsverhoging door de aandeelhouders in het laatste kwartaal van 2015 van 200 miljoen euro. Anderzijds daalde het eigen vermogen door de toekenning van het resultaat van het jaar. Langlopende verplichtingen daalden met 81,5 miljoen euro voornamelijk door de herclassificatie van langlopende schuld naar kortlopend, gecompenseerd door een stijging in voorzieningen en pensioenverplichtingen van 4,8 miljoen euro en een toename in uitgestelde belastingverplichtingen van 38,3 miljoen euro. De afgeleide financiële instrumenten daalden ook met 13,8 miljoen euro vermits de gerelateerde lening (USPP) in 2015 werd terugbetaald. De wijziging in kortlopende verplichtingen van 547,5 miljoen euro naar 638,6 miljoen euro is hoofdzakelijk het gevolg van hogere handelsschulden (stijging van 40,5 miljoen euro), een aanzienlijke stijging van schulden voor 138,5 miljoen euro, als gevolg van een herclassificatie van de USPP obligatielening naar kortlopend als gevolg van de covenant waiver, gecompenseerd door lagere belastingschulden en sociale lasten en schulden m.b.t. personeelsverplichtingen (daling van 3 miljoen euro) en overige kortlopende verplichtingen (daling van 84,8 miljoen euro).
Bestemming van het resultaat Het verlies van het jaar bedraagt 108,4 miljoen euro. De Raad van Bestuur stelt aan de Aandeelhouders voor om het resultaat aan de ingehouden winsten toe te schrijven.
2. Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum Volgend op het finaliseren van de jaarrekening zoals uitgegeven op 7 april 2016, hebben we een fout geïdentificeerd gerelateerd aan omzeterkenning met betrekking tot specifieke contracten met verdelers op hoofdzakelijk één van onze locaties, met een impact op de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar eindigend op 31 december 2015 en het boekjaar eindigend op 31 december 2014. Verdere analyse van de contracten toonde aan dat inkomsten die werden geboekt eigenlijk betrekking hadden op consignatievoorraad. De identificatie van de contracten als consignatievoorraad had een impact op de factoring overeenkomsten en vereisten dat de vordering en schuld geboekt werden voor 31 december 2015 en 31 december 2014. Deze aanpassingen hadden een schending van de schuldcovenanten tot gevolg met betrekking tot de USPP 2011 obligatielening op 31 december 2015, hiervoor werden vervolgens waivers bekomen. De schuld verbonden met dit schuldbewijs werd als kortlopend gerubriceerd in onze Gecorrigeerde Geconsolideerde Balans van 31 december 2015. Ook was er een
p. 10/96
aanpassing nodig met betrekking tot de intercompany winst op voorraad voor 1 januari 2014 en 31 december 2015. Tenslotte werden enkele documentaire kredieten geherclassificeerd van Handelsschulden naar Leningen (kortlopende financiële schulden) vanaf 31 december 2014. Zie toelichting 7.12. Sommige van onze lange termijn schuldovereenkomsten bevatten gebruikelijke restricties en covenanten met betrekking tot onze financiële en operationele prestaties. Op 31 december 2015 voldeden we aan al de covenanten in onze materiële schuldovereenkomsten, behalve de leverage ratio covenant met betrekking tot de USPP 2011 obligatielening als gevolg van de correctie van de geconsolideerde jaarrekening van 31 december 2015, zoals besproken in toelichting 7.12. Na 31 december 2015, kregen we een retroactieve waiver van de schuldeiser via een stijging van de leverage ratio covenant, waardoor we opnieuw voldeden aan de voorwaarden. De verplichting verbonden met dit schuldbewijs werd als kortlopend gerubriceerd in de Gecorrigeerde Geconsolideerde Balans van 31 december 2015. Na 31 december 2015 hebben we een bijzondere waardevermindering (impairment) geïdentificeerd met betrekking tot een immaterieel actief en met betrekking tot goodwill, voor 5,3 miljoen euro en 2,3 miljoen euro respectievelijk. Deze bijzondere waardevermindering (impairment) werd gereflecteerd in de jaarrekening. Een kapitaalsverhoging van 300 miljoen euro werd uitgevoerd door Perrigo Ireland 2 Limited op 30 mei 2016. Tenslotte, Groot-Britannië stemde voor een uitstap uit de Europese Unie. De EU lidstaten zijn deel van een aantal verdragen en overeenkomsten die het vrije verkeer van mensen, goederen, diensten en kapitaal over de grenzen van de lidstaten vereenvoudigen. Hoewel de impact op dit moment nog niet gekend is, zou deze beslissing een toekomstige impact kunnen hebben op de jaarrekening.
3. Onderzoek en ontwikkeling Verder onderzoek en ontwikkeling van de merken is een essentiële hoeksteen van de strategie van de vennootschap. In 2015 investeerde de vennootschap 37,0 miljoen euro in onderzoek en ontwikkeling, 24,9 miljoen euro interne ontwikkelingen en 12,1 miljoen euro aangekocht van derden. Onderzoek en ontwikkeling is hoofdzakelijk gefocust op de Top 20 merken, dit om de verdere groei te ondersteunen.
4. Persoonlijk belang van de Raad van Bestuur (art 523 Wetboek van vennootschappen) In 2015 was de procedure van artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen niet van toepassing.
5. Risico’s en onzekerheden Zie toelichting 3. Beheer van risico’s.
p. 11/96
6. Audit comité Alle leden van het Auditcomité beschikken over voldoende boekhoudkundige en audit-technische ervaring. In 2015 bestaat het Auditcomité volledig uit niet-uitvoerende bestuurders.
7. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris Krachtens de wet en de statuten wordt u verzocht om kwijting te verlenen aan de bestuurders en de commissaris voor het mandaat uitgeoefend gedurende het boekjaar 2015.
8. Bijkantoren De vennootschap bezit geen bijkantoren.
9. Geconsolideerde bedrijven - groepsstructuur Voor de lijst van geconsolideerde vennootschappen, verwijzen we naar de toelichting 7.4 van de geconsolideerde jaarrekening.
10. Business review, strategie en management vooruitzichten In 2015 werd de vennootschap overgenomen door Perrigo Company Plc. De Perrigo-Omega combinatie creëerde een wereldwijd top vijf OTC farmaceutisch bedrijf met de operationele structuur en de kasstromen om een interne groei verder te versnellen. Omega Pharma (de “ vennootschap”) heeft een belangrijke rol bij het realiseren van deze interne groei gezien haar toegang tot een gevestigd Europees commercieel netwerk van 211.000 apothekers, 105.000 winkels en 3.900 apotheken. De belangrijkste factoren voor de groei zijn de voortdurende focus op en investeringen in de Top 20 merken. Die merken vertegenwoordigen ongeveer 59% van de omzet van de onderneming en worden beschouwd als de belangrijkste drijfveer voor de toekomstige strategie en groei. Groei van deze Top 20 merken wordt ondersteund door de belangrijkste R & D-investeringen van de Vennootschap, alsook door hoge promotie-uitgaven om de naambekendheid te creëren in de verschillende Europese landen. De integratie met Perrigo Company Plc die in 2015 begon blijft van strategisch belang in 2016. De mogelijke synergieën zullen worden geëvalueerd en zullen worden geïmplementeerd met het oog op het verbeteren van de operationele efficiëntie wat moet leiden tot verhoogde finale resultaten. Wat de toekomst betreft, is het de bedoeling van het management om verder sterke Europese merken op te bouwen met focus op kwalitatieve nieuwe productontwikkelingen en een verbeterde internationale uitrol van de huidige Top 20 merken binnen Europa. Ons bestaande distributieplatform blijft essentieel, vandaar dat verdere investeringen in het onderhoud en de uitbreiding van dit netwerk een van de topprioriteiten is.
p. 12/96
Geconsolideerde financieel verslag 2015
p. 13/96
GECONSOLIDEERD FINANCIEEL VERSLAG Verklaring Geconsolideerde resultatenrekening Totaal opgenomen resultaat voor de periode Geconsolideerde balans Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen Geconsolideerd kasstroomoverzicht
15 16 17 18 19 20
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening 1. Algemene informatie 2. Samenvatting van de belangrijkste waarderingsregels 3. Beheer van risico’s 4. Segmentinformatie 5. Elementen van de resultatenrekening 5.1 Omzet 5.2 Totaal netto bedrijfskosten 5.3 Financieel resultaat 5.4 Belastingen op het resultaat 6. Elementen van de balans 6.1 Immateriële vaste activa 6.2 Materiële vaste activa 6.3 Financiële activa en overige vaste activa 6.4 Voorraden 6.5 Handelsvorderingen en overige vorderingen 6.6 Geldmiddelen en kasequivalenten 6.7 Eigen vermogen 6.8 Voorzieningen 6.9 Pensioenverplichtingen 6.10 Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 6.11 Financiële schulden en afgeleide financiële instrumenten 6.12 Overige kortlopende schulden 7. Andere toelichtingen 7.1 Voorwaardelijke verplichtingen 7.2 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 7.3 Bedrijfscombinaties 7.4 Lijst van de geconsolideerde vennootschappen 7.5 Significante gebeurtenissen na balansdatum 7.6 Verbonden partijen 7.7 Warrants – op aandelen gebaseerde betalingen 7.8 Dividend – op aandelen gebaseerde betalingen 7.9 Aandeelhoudersstructuur 7.10 Informatie betreffende de commissaris, zijn vergoeding en bijkomende diensten 7.11 Wijzigingen in waarderingsregels 7.12 Verbetering van fouten
21 21 21 36 42 45 45 45 50 50 52 52 57 59 59 59 60 60 61 62 66 68 73 74 74 74 75 79 84 84 84 85 85 86 86 86
Verslag van de commissaris
87
De toelichtingen maken integraal deel uit van de geconsolideerde jaarrekening.
p. 14/96
Verklaring We verklaren, voor zover ons bekend, dat de gecorrigeerde geconsolideerde jaarrekening van Omega Pharma Invest NV afgesloten op 31 december 2015, opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS), zoals aanvaard binnen de Europese Unie, en de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geeft van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de onderneming en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de Vennootschap en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, evenals een beschrijving geeft van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
Sharon Kochan, CEO
Patrick O’Sullivan, CFO
29 juni 2016
p. 15/96
Geconsolideerde resultatenrekening (in duizend euro)
Toelichting
2015 gecorrigeerd(*)
2014 gecorrigeerd
Netto omzet
5.1
1 239 679
1 230 324
Kost van verkochte goederen
5.2
-530 647
-541 662
709 032
688 662
Bruto Marge Distributiekosten
5.2
-69 664
-67 704
Verkoop- en marketingkosten
5.2
-398 695
-364 008
Algemene administratieve kosten
5.2
-86 070
-60 284
5.2.3
-9 532
-2 268
Niet-recurrente inkomsten
5.2.3
222
26 354
Niet-recurrente kosten
5.2.3
-70 577
-32 865
5.2.3
-70 355
-6 511
74 716
187 887
Netto overige bedrijfskosten / bedrijfsopbrengsten
Niet-recurrent resultaat Bedrijfsresultaat (EBIT) Financieringsbaten
5.3
1 643
3 463
Financieringskosten
5.3
-73 420
-66 450
5.3
-71 777
-62 987
2 939
124 900
Financieel resultaat Resultaat uit voortgezette activiteiten voor belastingen
-111 294
-10 448
Resultaat uit voorgezette activiteiten na belastingen
Winstbelastingen
-108 355
114 452
Resultaat uit afgesplitste activiteiten
0
0
-108 355
114 452
-107 844
114 720
-511
-268
Resultaat na belastingen Waarvan toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moederonderneming
5.4
Waarvan toewijsbaar aan minderheidsbelangen De toelichtingen maken integraal deel uit van de geconsolideerde jaarrekening.
* Bepaalde bedragen hier werden aangepast en weerspiegelen deze aanpassingen, zie toelichting 7.12.
p. 16/96
Totaal opgenomen resultaat voor de periode Op 31 december 2015 (in duizend euro)
Toelicthing
Reële waarde en andere reserves
Omrekeningsverschillen
Gecorrigeerd resultaat voor de periode* Items die kunnen worden overgeboekt naar de winsten verliesrekening Winsten/(verliezen) in reële waarde op kasstroomafdekkingen Winsten/ (verliezen) in reële waarde op kasstroomafdekkingen belastingeffect
Overgedragen winst
Toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moederonderneming
-107 844
-107 844
Minderheidsbelangen
-511
Totaal eigen vermogen gecorrigeerd
-108 355
6.11
13 980
13 980
13 980
6.11
-4 751
-4 751
-4 751
-7 704
-2 692
-2 692
6.10
1 886
1 886
1 886
6.10
-816
-816
-816
-114 478
-100 237
Wisselkoersverschillen
5 012
Items die niet worden overgeboekt naar de winsten verliesrekening Actuariële winst/(verlies) Actuariële winst/(verlies)– belastingeffect Totaal opgenomen gecorrigeerd resultaat voor de periode eindigend op 31 december 2015*
9 229
Op 31 december 2014 (in duizend euro)
Toelicthing
Reële waarde en andere reserves
5 012
Omrekeningsverschillen
Resultaat voor de periode Items die kunnen worden overgeboekt naar de winsten verliesrekening Winsten/(verliezen) in reële waarde op kasstroomafdekkingen Winsten/ (verliezen) in reële waarde op kasstroomafdekkingen belastingeffect
Overgedragen winst
Toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moederonderneming
114 720
114 720
-511
Minderheidsbelangen
-268
-100 748
Totaal eigen vermogen gecorrigeerd*
114 452
6.11
-3 755
-3 755
-3 755
6.11
1 276
1 276
1 276
-3 250
-3 250
Wisselkoersverschillen
-3 250
Items die niet worden overgeboekt naar de winsten verliesrekening Actuariële winst/(verlies)
6.10
-1 934
-1 934
-1 934
Actuariële winst/(verlies)– belastingeffect
6.10
836
836
836
113 622
107 893
Totaal opgenomen resultaat voor de periode eindigend op 31 december 2014
-2 479
-3 250
-268
107 625
De toelichtingen maken integraal deel uit van de geconsolideerde jaarrekening. * Bepaalde bedragen hier werden aangepast en weerspiegelen deze aanpassingen, zie toelichting 7.12.
p. 17/96
Geconsolideerde balans (in duizend euro)
Toelichting
Vaste activa Immateriële vaste activa
6.1
Waarvan consolidatiegoodwill
31 december 2015 gecorrigeerd*
31 december 2014 gecorrigeerd
1 januari 2014 gecorrigeerd
2 028 412
1 938 419
1 694 175
1 932 159
1 777 273
1 555 423
707 540
622 839
580 594
Materiële vaste activa
6.2
86 604
85 193
79 665
Financiële vaste activa
6.3
0
0
1 940
Uitgestelde belastingvorderingen
6.10
7 389
74 008
45 513
Overige vaste activa
6.3
2 260
1 945
11 634
474 516
455 092
516 270
Vlottende activa Voorraden
6.4
208 069
216 849
190 923
Handelsvorderingen
6.5
200 010
165 628
203 254
Overige vlottende activa
6.5
40 163
36 121
44 719
6 854
4 556
3 483
26 274
36 494
77 374
Waarvan belastingvorderingen Geldmiddelen en kasequivalenten
6.6
Activa aangehouden met het oog op hun verkoop TOTAAL ACTIVA EIGEN VERMOGEN
0
0
0
2 502 928
2 393 511
2 210 445
771 999
672 288
608 736
Kapitaal en uitgiftepremies
624 489
424 489
424 489
Overgedragen winst
180 612
295 090
225 467
Ingekochte eigen aandelen
-34 926
-34 926
-34 926
0
-9 229
-6 750
2 280
-2 732
518
772 455
672 692
608 798
-456
-404
1 730 928
1 721 223
-62 1 601 709
1 092 273
1 173 756
1 145 592
5 849
1 776
1 754
6.7
Reële waarde en andere reserves Cumulatieve omrekeningsverschillen Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders v.d. moederonderneming Eigen vermogen toewijsbaar aan minderheidsbelangen VERPLICHTINGEN Langlopende verplichtingen Voorzieningen
6.8
Pensioenverplichtingen
6.9
16 461
15 767
14 013
Uitgestelde belastingverplichtingen
6.10
162 182
123 842
106 246
6.11
600 000
600 000
600 000
6.11
307 545
417 471
410 586
6.11
236
1 125
1 072
6.11
0
13 775
11 921
638 656
547 467
6.11
251 682
113 147
456 117 91 913
6.11
305 365
264 848
6.10
48 055
51 162
6.12
33 554
118 310
38 619
6.11
0
0
3 577
2 502 928
2 393 511
2 210 445
Achtergestelde lening Leningen (langlopende rentedragende financiële verplichtingen) Overige langlopende verplichtingen Afgeleide financiële instrumenten Kortlopende verplichtingen Leningen (kortlopende rentedragende financiële verplichtingen) Kortlopende handelsschulden Kortlopende winstbelastingverplichtingen en schulden m.b.t. personeelsverplichtingen Overige kortlopende verplichtingen Afgeleide financiële instrumenten TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
273 450 48 558
De bovenstaande geconsolideerde balans moet gelezen worden met de desbetreffende toelichtingen. * Bepaalde bedragen hier werden aangepast en weerspiegelen deze aanpassingen, zie toelichting 7.12.
p. 18/96
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen (in duizend euro)
Toelichting
Bedrag op 31 december 2013
Aantal aandelen
Kapitaal en uitgiftepremies
Eigen aandelen
Reële waarde en andere reserves
Omrekeningsverschillen
Overgedragen winst
685 348 257
424 489
-34 926
-6 750
518
243 530
626 861
-62
626 799
-18 063
-18 063
-
-18 063
Correctie
Gecorrigeerd 1 januari 2014
685 348 257
424 489
Totaal opgenomen resultaat voor de periode
Eigen aandelen
7.9
Dividend
7.8
Toewijsbaar a.d. aandeelhouders van de moederonderneming
ToewijsTotaal eigen baar aan vermogen mindergecorrigeer heidsd* belangen
-34 926
-6 750
518
225 467
608 798
-62
608 736
0
-2 479
-3 250
113 622
107 893
-268
107 625
-43 999
-43 999
-43 999
Minderheidsbelangen Bedrag op 31 december 2014
685 348 257
424 489
Totaal opgenomen gecorrigeerd resultaat voor de periode Kapitaalverhogingen
7.9
Eigen aandelen
7.9
Dividend
7.8
55 555 556
740 903 813
-9 229
-2 732
295 090
672 692
-404
672 288
0
9 229
5 012
-114 478
-100 237
-511
-100 748
200 000
624 489
-74
-34 926
200 000
200 000
459
459
-456
771 999
Minderheidsbelangen Gecorrigeerd* bedrag op 31 december 2015
-74
-34 926
0
2 280
180 612
772 455
De bovenstaande geconsolideerde balans moet gelezen worden met de desbetreffende toelichtingen. * Bepaalde bedragen hier werden aangepast en weerspiegelen deze aanpassingen, zie toelichting 7.12.
p. 19/96
Geconsolideerd kasstroomoverzicht (in duizend euro) Resultaat vóór belastingen
Toelichting 5.4
Betaalde belastingen
2015 gecorrigeerd*
2014 gecorrigeerd
-2 939
124 901
-30 236
-24 461
Aanpassingen niet-kaselementen
93 167
17 756
Aanpassingen voor interesten en financiële niet-kaselementen
67 437
53 068
133 308
171 264
35 124
-25 512
-41 734
-7 844
126 698
137 908
0
36 954
Aankopen van investeringsgoederen
-157 605
-156 745
Verkopen van investeringsgoederen
1 311
2 236
4 079
4 683
-155 973
-42 549
0
0
-308 188
-155 421
200 000
0
Terugkoop van aandelen
0
0
Dividenduitkering aan aandeelhouders van de Vennootschap
0
-44 003
Dividenduitkering aan minderheidsparticipaties
0
0
Bruto kasstroom uit de bedrijfsactiviteiten Wijzigingen in operationeel werkkapitaal Wijzigingen in werkkapitaal verbonden aan wijziging consolidatiekring e.a. Totaal van kasstromen uit bedrijfsactiviteiten
Kasinstroom door desinvesteringen van bestaande en historische deelnemingen
Geldmiddelen en kasequivalenten van acquisities 7.3
Betalingen voor bestaande participaties (nabetalingen) en nieuwe participaties Ontvangen dividenden Totaal gebruikte kasstromen in investeringsactiviteiten Kapitaalverhoging in speciën
Kasinstroom door leningen
6.11
382 643
116 521
Terugbetaling van leningen
6.11
-353 059
-45 626
Ontvangen rente
5.3
1 426
3 802
Betaalde rente
5.3
-58 060
-53 649
Totaal van kasstromen uit financieringsactiviteiten
172 950
-22 955
Netto toename / afname van de kasstromen van de periode
6.6
-8 540
-40 468
Geldmiddelen en kasequivalenten – begin van de periode
6.6
36 494
77 375
-1 680
-413
26 274
36 494
-8 540
-40 468
Winsten of verliezen uit wisselkoersverschillen op liquide middelen Geldmiddelen en kasequivalenten – einde van de periode Totaal van netto kasstromen
6.6
Het bovenstaande geconsolideerde kasstroomoverzicht moet gelezen worden met de desbetreffende toelichtingen. * Bepaalde bedragen hier werden aangepast en weerspiegelen deze aanpassingen, zie toelichting 7.12.
p. 20/96
Toelichtingen bij de geconsolideerde jaarrekening 1. Algemene informatie Omega Pharma Invest NV (de ‘Vennootschap’) en haar dochterondernemingen (samen de ‘Groep’) verkopen producten en diensten met hoge toegevoegde waarde aan apothekers en andere medische sectoren. De Groep heeft activiteiten in nagenoeg 40 landen. De Vennootschap is een naamloze vennootschap, die een beroep heeft gedaan op het spaarwezen. De Vennootschap is gevestigd in België, met maatschappelijke zetel te Venecoweg 26, 9810 Nazareth. Het ondernemingsnummer is BE 0439 658 834. Deze gecorrigeerde geconsolideerde jaarrekening is op 29 juni 2016 goedgekeurd voor publicatie door de Raad van Bestuur.
2. Samenvatting van de belangrijkste waarderingsregels De belangrijkste waarderingsregels die zijn toegepast bij de opstelling van deze geconsolideerde jaarrekening worden hieronder uiteengezet. Deze grondslagen zijn consistent toegepast door alle geconsolideerde entiteiten, inclusief dochterondernemingen, op alle gepresenteerde jaren, tenzij anders vermeld.
2.1 Grondslag voor de opstelling De geconsolideerde jaarrekening van de Omega Pharma Groep is opgesteld in overeenstemming met de Internationale Financiële Rapportering Standaarden (IFRS) zoals aanvaard door de Europese Unie (EU). De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van de historische kostprijsgrondslag, met uitzondering van financiële activa en verplichtingen (inclusief afgeleide instrumenten) tegen reële waarde. Volgend op het finaliseren van de jaarrekening zoals uitgegeven op 7 april 2016, hebben we een fout geïdentificeerd gerelateerd aan omzeterkenning met betrekking tot specifieke contracten met verdelers op hoofdzakelijk één van onze locaties, met een impact op de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar eindigend op 31 december 2015 en het boekjaar eindigend op 31 december 2014. Verdere analyse van de contracten toonde aan dat inkomsten die werden geboekt eigenlijk betrekking hadden op consignatievoorraad. De identificatie van de contracten als consignatievoorraad had een impact op de factoring overeenkomsten en vereisten dat de vordering en schuld geboekt werden voor 31 december 2015 en 31 december 2014. Deze aanpassingen hadden een schending van de schuldcovenanten tot gevolg met betrekking tot de USPP 2011 obligatielening op 31 december 2015, hiervoor werden vervolgens waivers bekomen. De schuld verbonden met dit schuldbewijs werd als kortlopend gerubriceerd in onze Gecorrigeerde Geconsolideerde Balans van 31 december 2015. Ook was er een aanpassing nodig met betrekking tot de intercompany winst op voorraad voor 1 januari 2014 en 31 december 2015. Tenslotte werden enkele documentaire kredieten geherclassificeerd van Handelsschulden naar Leningen (kortlopende financiële schulden) vanaf 31 december 2014. Zie toelichting 7.12.
p. 21/96
Wijzigingen in Nieuwe standaarden, interpretaties en wijzigingen toegepast door de Groep De Groep past dezelfde IFRS standaarden toe als voorgaande jaren, met uitzondering van enkele nieuwe standaarden en interpretaties die de Groep voor het eerst toepast vanaf 1 januari 2015. IFRIC 21 Heffingen, van kracht per 17 juni 2014 Jaarlijkse verbeteringen van IFRSs, cyclus 2011-2013 (gepubliceerd in december 2013), van kracht per 1 januari 2015 Als gevolg van een verandering van de boekhoudregels worden vanaf dit jaar de distributeurskosten voorgesteld als een vermindering van de kostprijs van de omzet en niet langer als deel van de omzet. De impact van deze verandering in boekhoudregels voor 2015 bedraagt van 43,7 miljoen euro.
IFRIC 21 Heffingen van overheidswege IFRIC 21 verduidelijkt dat een entiteit een verplichting ten aanzien van een heffing opneemt zodra de activiteit die volgens de van toepassing zijnde wetgeving tot die heffing leidt, zich voordoet. Voorts wordt verduidelijkt dat indien het overschrijden van een bepaalde drempel tot een heffing leidt, er geen verplichting dient te worden opgenomen totdat de aangegeven drempel is overschreden. De interpretatie is van toepassing voor boekjaren die beginnen op of na 17 juni 2014 en moet retroactief toegepast worden. Een eerdere toepassing is toegestaan.
Jaarlijkse verbeteringen van IFRSs, cyclus 2011-2013 (gepubliceerd december 2013) Deze verbeteringen van de standaarden en interpretaties voor de cyclus 2011-2013 hebben als doel de volgende teksten te verduidelijken. -
IFRS 3: Uitsluitingen uit het toepassingsgebied van joint ventures opgenomen in IFRS 3 IFRS 13: Waardering van de reële waarde van een portfolio van financiële activa en financiële verplichtingen op netto basis. IAS 40: Bepaalt of de entiteit IFRS 3 moet toepassen bij de verwerving van een vastgoedbelegging in een bedrijfscombinatie.
De verbeteringen zijn van toepassing op boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2015.
Gepubliceerde standaarden die nog niet van kracht zijn De onderstaande standaarden en interpretaties zijn deze die reeds uitgegeven werden tijdens het boekjaar, maar nog niet van kracht zijn. -
1
IFRS 9 Financiële instrumenten1, van toepassing per 1 januari 2018 Verbeteringen aan IFRS 10, IFRS 12 en IAS 28 – Beleggingsinstellingen: Toepassing van de consolidatie uitzondering1, van toepassing per 1 januari 2016 Verbeteringen aan IFRS 11 Gezamenlijke overeenkomsten: Verwerking van de verwerving van belangen in gezamenlijke operaties, van kracht per 1 januari 2016 IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten1, van kracht per 1 januari 2018 Verbeteringen aan IAS 1 Weergave van de jaarrekening – Initiatief rond toelichtingen, van kracht per 1 januari 2016 Verbeteringen aan IAS 16 Materiële vaste activa en IAS 38 Immateriële vaste activa: Verduidelijking van aanvaarbare afschrijvingsmethodes, van kracht per 1 januari 2016 Verbeteringen aan IAS 16 Materiële vaste activa en IAS 41 Landbouw: Vruchtdragende planten, van kracht per 1 januari 2016 Nog niet aanvaard door de EU per 31 december 2015.
p. 22/96
-
Verbeteringen aan IAS 19 Personeelsbeloningen: Toegezegd-pensioenregelingen Werknemersbijdragen, van kracht per 1 februari 2015 Verbeteringen aan IAS 27 De enkelvoudige jaarrekening: Vermogensmutatiemethode in de enkelvoudige Jaarrekening, van kracht per 1 januari 2016 Jaarlijkse verbeteringen van IFRSs, cyclus 2010-2012 (gepubliceerd in december 2013), van kracht per 1 februari 2015 Jaarlijkse verbeteringen van IFRSs, cyclus 2012-2014 (gepubliceerd in september 2014), van kracht per 1 januari 2016
IFRS 9 Financiële instrumenten De IASB publiceerde de finale versie van IFRS 9 die alle fases van het project omtrent de vervanging van IAS 39 Financiële instrumenten - Opname en waardering, omvat (de nieuwe vereisten voor de indeling en waardering, bijzondere waardeverminderingen en hedge accounting). Deze standaard is van toepassing voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2018. Een eerdere toepassing is toegestaan.
Verbeteringen aan IFRS 10, IFRS 12 en IAS 28 – Beleggingsinstellingen: Toepassing van de consolidatie uitzondering De wijzigingen hebben betrekking op investeringsentiteiten en definiëren het begrip ‘een investeringsentiteit’. De verbeteringen bieden daarnaast een leidraad voor de toepassing van de definitie. De verbeteringen bevatten in bepaalde situaties uitzonderingen op consolidatie in hoofde van investeringsentiteiten.
Verbeteringen aan IFRS 11: Gezamenlijke overeenkomsten -Verwerking van verwerving van belangen in gezamenlijke operaties IFRS 11 behandelt de verwerking in hoofde van een joint operator voor het verwerven van belangen in gezamenlijke operaties waarvan de activiteit van de gezamenlijke operatie een business vormt conform IFRS 3. De desbetreffende IFRS 3 vereisten en andere standaarden moeten worden toegepast voor zover deze niet in strijd zijn met IFRS 11. De verbeteringen zijn van toepassing op boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2016. Een eerdere toepassing is toegestaan.
IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten IFRS 15 introduceert een vijf stappen model voor de verwerking van opbrengsten uit contracten met klanten. Opbrengsten worden opgenomen tegen een bedrag die de vergoeding weergeeft waarvan de entiteit verwacht recht op te zullen hebben in ruil voor de overdracht van goederen of diensten. IFRS 15 vervangt alle huidige vereisten rond de opname van opbrengsten onder IFRS. De standaard vereist een volledige of aangepaste retroactieve toepassing. De standaard is van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2018. Een eerdere toepassing is toegestaan.
Verbeteringen aan IAS 1 Weergave van de jaarrekening Deze verbeteringen hebben als doel te verduidelijken dat (a) materialiteit toegepast moet worden op de volledige jaarrekening en dat het opnemen van immateriële informatie het nut van financiële toelichtingen kan belemmeren en (b) dat entiteiten professionele beoordelingen aan de dag moeten leggen. De verbeteringen gelden voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2016. Een eerdere toepassing is toegestaan.
Verbeteringen aan IAS 16 en IAS 38: Verduidelijking van aanvaarbare afschrijvingsmethodes De verbeteringen verduidelijken dat de afschrijvingsmethode op basis van opbrengsten niet geschikt is , omdat de omzet eerder de wijze weergeeft waarop economische voordelen worden gegenereerd door het uitoefenen van een bedrijfsactiviteit (waaraan het actief bijdraagt) dan de wijze waarop, door het gebruik van het actief, economische
p. 23/96
voordelen worden geconsumeerd. De wijzigingen moeten worden toegepast op boekjaren die aanvangen vanaf 1 januari 2016, maar kunnen ook eerder worden toegepast.
Verbeteringen aan IAS 16 en IAS 41: Vruchtdragende planten De verbeteringen wijzigen de verwerking van biologische activa. Biologische activa die voldoen aan de definitie van vruchtdragende planten vallen niet langer onder het toepassingsgebied van IAS 41. Deze vallen nu onder het toepassingsgebied van IAS 16. Bijgevolg dienen deze activa gewaardeerd te worden aan geamortiseerde kostprijs of aan geherwaardeerde kostprijs. De verbeteringen zijn van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2016, maar kunnen eerder worden toegepast.
Verbeteringen aan IAS 19 Personeelsbeloningen: Toegezegde pensioenregelingen: Werknemersbijdragen De verbeteringen vereenvoudigen de verwerking van bijdragen van werknemers of derden aan toegezegdpensoenregelingen. Deze wijzigingen hebben als doel om de verwerking van bijdragen die geen verband houden met de anciënniteit van de werknemer te verduidelijken en te vereenvoudigen. Een entiteit mag deze bijdragen in mindering brengen van de ‘service cost’ in de periode waarin de dienst werd geleverd en dient deze dus niet langer toe te wijzen aan de periode waarin de dienst wordt geleverd. De gewijzigde standaard is van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 februari 2015.
Verbeteringen aan IAS 27: Vermogensmutatiemethode in de Enkelvoudige Jaarrekening De verbeteringen laten de entiteiten toe om de vermogensmutatiemethode, zoals beschreven in IAS 28, toe te passen bij de verwerking van belangen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen in de enkelvoudige jaarrekening. De wijzigingen zijn van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2016. Een eerdere toepassing is toegestaan.
Jaarlijkse verbeteringen van IFRSs, cyclus 2010-2012 De IASB heeft de verbeteringen van de standaarden en interpretaties voor de cyclus 2010-2012 gepubliceerd om inconsistenties weg te werken en teksten te verduidelijken. -
IFRS 2: De definities van een prestatievoorwaarde en een voorwaarde gerelateerd aan de dienstperiode. IFRS 3: Voorwaardelijke vergoeding bij een bedrijfscombinatie IFRS 8: De aggregatie van operationele segmenten en de aansluiting van de segment activa op het totaal van de activa IAS 16 en IAS 38: De methode voor herwaardering: proportionele restatement van de geaccumuleerde. IAS 24: Sleutelposities
Deze verbeteringen zijn van toepassing op boekjaren die beginnen op of na 1 februari 2015.
Jaarlijkse verbeteringen van IFRSs, cyclus 2012-2014 De IASB publiceerde de 2012-2014 cyclus verbeteringen aan zijn standaarden en interpretaties. Deze verbeteringen verschaffen de volgende verduidelijkingen:
De wijzigingen hebben betrekking op de volgende standaarden: - IFRS 5: Wijzigingen in de Verkoopmethode - IFRS 7 Dienstverleningscontracten; o De toepassing van de wijzigingen aan IFRS 7 op de verkorte tussentijdse jaarrekening - IAS 19: De problematiek van de regionale markt betreffende de disconteringsvoet
p. 24/96
- IAS 34: De toelichting van informatie ‘elders in de tussentijdse jaarrekening’ Deze verbeteringen zijn van toepassing op boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2016.
2.2
Consolidatie
Dochterondernemingen Dochterondernemingen zijn entiteiten waar de Groep macht heeft over de onderneming en blootgesteld is aan of recht heeft op de variabele inkomsten van de onderneming en indien de Groep de mogelijkheid heeft om zijn macht uit te oefenen teneinde de hoogte van de variabele inkomsten te beïnvloeden. Dochterondernemingen worden volledig geconsolideerd vanaf de datum waarop de controle wordt overgedragen naar de Groep. Ze worden niet langer geconsolideerd vanaf de datum waarop de Groep niet langer de controle heeft. De Groep maakt gebruik van de overnamemethode om bedrijfscombinaties te boeken. De kostprijs voor de acquisitie van een dochteronderneming stemt overeen met de som van de reële waarde van de getransfereerde activa, de aangegane verplichtingen en de deelname in het eigen vermogen dat door de Groep werd uitgegeven. De kostprijs omvat de reële waarde van elk actief of passief dat voortvloeit uit een overeenkomst met betrekking tot de voorwaardelijke vergoeding. Kosten verbonden aan acquisities worden onmiddellijk ten laste genomen. Identificeerbare overgenomen activa, verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen in een bedrijfscombinatie worden initieel gewaardeerd tegen hun reële waarde op de datum van de overname. Op een acquisitie-per-acquisitie basis neemt de Groep elk minderheidsbelang in de overgenomen onderneming op tegen ofwel reële waarde of tegen het proportioneel aandeel van het minderheidsbelang in de netto activa van de overgenomen onderneming. Het bedrag waarmee de kostprijs het bedrag van enig minderheidsbelang in de overgenomen onderneming en de reële waarde op datum van de acquisitie van enige eerdere deelname in het eigen vermogen van de overgenomen onderneming, de reële waarde van het aandeel van de Groep in de overgenomen identificeerbare netto activa overschrijdt, wordt opgenomen als goodwill. Als dat bedrag, in het geval van een voordelige aankoop, minder is dan de reële waarde van de netto activa van de overgenomen dochteronderneming, dan wordt het verschil rechtstreeks opgenomen in het totaal opgenomen resultaat voor de periode. Intragroepstransacties, intragroepssaldi en niet-gerealiseerde winsten op verrichtingen tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd. Grondslagen voor financiële verslaggeving van dochterondernemingen zijn waar nodig gewijzigd om consistentie te verzekeren met de grondslagen die door de Groep zijn aangenomen.
Omrekening van vreemde valuta’s Posten opgenomen in de financiële staten van alle entiteiten van de Groep worden gewaardeerd in de munt die het best aansluit bij de economische omgeving waarin de entiteit actief is (‘de functionele valuta’). De geconsolideerde jaarrekening wordt gepresenteerd in euro, de functionele en presentatievaluta van de Vennootschap. Om te consolideren, wordt de jaarrekening als volgt omgerekend: • • •
activa en passiva tegen de koers op het einde van de periode; winst- en verliesrekening tegen de gemiddelde koers voor het jaar; de onderdelen van het eigen vermogen tegen de historische wisselkoers.
p. 25/96
Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit de omrekening van de netto investering in buitenlandse dochterondernemingen tegen de wisselkoers aan het einde van het jaar, worden opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen onder ‘omrekeningsverschillen’. De gebruikte wisselkoersen op 31 december voor de belangrijkste vreemde valuta zijn als volgt:
Valuta (in euro)
31 december 2015 Koers op het einde van de maand
31 december 2014
Gemiddelde koers
Koers op het einde van de maand
Gemiddelde koers
CHF
1,079900
1,068662
1,202000
1,214474
CZK
27,006000
27,267073
27,704000
27,516575
DKK
7,458900
7,458674
7,446500
7,454660
GBP
0,737400
0,726306
0,781200
0,806208
NOK
9,596400
8,949703
9,032500
8,356350
PLN
4,253600
4,181266
4,278100
4,183054
SEK
9,191200
9,358423
9,413100
9,097134
2.3 Transacties in vreemde valuta Transacties in vreemde valuta worden omgerekend naar de functionele valuta aan de hand van de wisselkoersen die gelden op de transactiedatum. Winsten en verliezen uit wisselkoersverschillen die resulteren uit de afwikkeling van dergelijke transacties en uit de omrekening van monetaire activa en passiva in vreemde valuta tegen de wisselkoersen aan het einde van het jaar, worden opgenomen in de winst- en verliesrekening (in het financieel resultaat). Zie toelichting 2.10 voor afdekkingsactiviteiten.
2.4 Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de aankoopwaarde of de productiekost, vermeerderd met direct toewijsbare kosten indien van toepassing. De afschrijving wordt pro rata temporis berekend op basis van de gebruiksduur van het actief, in overeenstemming met de volgende afschrijvingsparameters: Gebouwen Inrichting gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair Computerapparatuur, software Bureelmachines Rollend materieel Andere materiële vaste activa
3%-4% 4 % - 20 % 4 % - 40 % 20 % - 40 % 20 % - 33 % - 40 % 20 % - 40 % 20 % 25 % - 50 %
Vrijwel alle activa worden lineair afgeschreven.
p. 26/96
Wanneer een restwaarde mee in rekening wordt gebracht bij het berekenen van de afschrijvingen, worden deze restwaardes jaarlijks opnieuw beoordeeld. Activa die zijn verworven in het kader van leaseovereenkomsten worden afgeschreven over de economische gebruiksduur. Deze kan de duurtijd van de leasing overschrijden als het vrij zeker is dat de eigendom verworven zal worden op het einde van de leasing.
2.5 Activa aangehouden met het oog op hun verkoop Vaste activa waarvan de boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik ervan, zullen geclassificeerd worden als ‘activa aangehouden met het oog op hun verkoop’ wanneer aan de voorwaarden voorgeschreven door IFRS 5 voldaan werd. Deze activa worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de boekwaarde en de reële waarde minus verkoopkosten.
2.6 Immateriële vaste activa Goodwill Goodwill vertegenwoordigt het positieve verschil tussen de kostprijs van een overname en de reële waarde van het aandeel van de Groep in de netto identificeerbare activa van de verworven dochteronderneming op de overnamedatum. Goodwill op overnames van dochterondernemingen wordt opgenomen in de immateriële vaste activa. Goodwill wordt minstens een keer per jaar getest op bijzondere waardeverminderingen (impairment), maar ook telkens er een gebeurtenis plaatsvindt die daartoe aanleiding geeft. Goodwill wordt geboekt tegen kostprijs verminderd met de gecumuleerde bijzondere waardeverminderingen (impairment losses). Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden nooit tegengedraaid. Winsten en verliezen op de verkoop van een entiteit omvatten het geboekte bedrag aan goodwill dat betrekking heeft op de verkochte entiteit. Merken, licenties, octrooien, software en overige Immateriële vaste activa worden opgenomen aan kostprijs. De immateriële vaste activa worden lineair afgeschreven over hun geschatte levensduur, variërend tussen 3 tot 20 jaar. Er zijn verschillende extern verworven immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur geïdentificeerd. Het betreft meer in het bijzonder de belangrijke strategische merken waarvoor er, op basis van de relevante factoren, geen voorzienbare limiet kan worden bepaald voor de periode waarover deze merken naar verwachting kasstromen zullen genereren. Deze immateriële activa worden jaarlijks getest op bijzondere waardeverminderingen. De kosten van merken met een bepaalde gebruiksduur worden geactiveerd en over het algemeen lineair afgeschreven over een periode van twintig jaar. Onderzoek en ontwikkeling Onderzoekskosten in verband met het vooruitzicht van het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis en inzichten worden opgenomen als kosten op het moment waarop ze zich voordoen.
p. 27/96
Ontwikkelingskosten worden gedefinieerd als kosten die worden gemaakt voor het ontwerp van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en voor de processen vóór commerciële productie of gebruik. Ze worden gekapitaliseerd als, onder andere, de volgende criteria zijn vervuld: • er is een markt om het product te verkopen; • de economische voordelen voor de Onderneming zullen toenemen door de verkoop van het ontwikkelde actief; • de kosten die aan immateriële activa toe te wijzen zijn, kunnen op een betrouwbare manier worden vastgesteld. Ontwikkelingskosten worden lineair afgeschreven over de periode van hun verwachte voordeel, doch momenteel over ten hoogste vijf jaar. Afschrijving start op het moment dat deze activa klaar zijn voor commercialisering.
2.7
Bijzondere waardevermindering van niet-financiële activa
Activa die een onbeperkte gebruiksduur hebben worden niet afgeschreven en worden jaarlijks getest op bijzondere waardeverminderingen. Activa die worden afgeschreven worden gecontroleerd op bijzondere waardeverminderingen wanneer gebeurtenissen of wijzigingen in de omstandigheden aangeven dat de boekwaarde mogelijk niet kan worden gerecupereerd. Er wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen voor het bedrag waarmee de boekwaarde van het actief zijn realiseerbare waarde overschrijdt. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde van een actief min de kosten om het te verkopen, en de gebruikswaarde. Voor de beoordeling van bijzondere waardeverminderingen, worden de activa gegroepeerd op de laagste niveaus waarvoor er afzonderlijk identificeerbare kasstromen zijn (kasstroomgenererende eenheden).
2.8 Leningen Leningen worden initieel opgenomen tegen reële waarde, na aftrek van de gemaakte transactiekosten. Leningen worden vervolgens geboekt tegen geamortiseerde kostprijs; elk verschil tussen de opbrengst (na aftrek van de transactiekosten) en de aflossingswaarde wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen over de periode van de leningen met behulp van de effectieve-rentemethode. Leningen worden opgenomen bij de kortlopende verplichtingen tenzij de Groep een onvoorwaardelijk recht heeft om de afwikkeling van de verplichting tot ten minste 12 maanden na de balansdatum uit te stellen.
2.9 Financiële activa Activa die een onbeperkte gebruiksduur hebben worden niet afgeschreven en worden jaarlijks getest op bijzondere waardeverminderingen. De Groep deelt zijn financiële activa op in de volgende categorieën: leningen en vorderingen en voor verkoop beschikbare financiële activa. Het management bepaalt de indeling van zijn beleggingen bij de eerste opname en herbeoordeelt deze indeling op elke verslagdatum.
p. 28/96
Leningen en vorderingen Leningen en vorderingen zijn niet-afgeleide financiële activa met vaste of vaststelbare betalingen die niet genoteerd zijn in een actieve markt en die niet bedoeld zijn om te worden verhandeld. Ze worden opgenomen in de vlottende activa, behalve degene met een looptijd van meer dan 12 maanden na de balansdatum. Leningen en vorderingen worden geboekt tegen geamortiseerde kostprijs aan de hand van de effectieve-rentemethode. Voor verkoop beschikbare financiële activa Voor verkoop beschikbare financiële activa zijn niet-afgeleide instrumenten die ofwel in deze categorie worden ingedeeld, ofwel niet in één van de andere categorieën zijn ingedeeld. Ze worden opgenomen in de vaste activa tenzij het management de intentie heeft de belegging binnen 12 maanden na de balansdatum te vervreemden. Voor verkoop beschikbare financiële activa worden initieel gewaardeerd aan reële waarde behalve als deze niet op een betrouwbare manier berekend kan worden. In dat geval worden ze gewaardeerd aan kost. Niet-gerealiseerde winsten en verliezen die het gevolg zijn van wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in het eigen vermogen. Wanneer de betreffende activa worden verkocht of er een bijzondere waardevermindering wordt op erkend, worden de cumulatieve aanpassingen aan de reële waarde opgenomen in de winst- en verliesrekening. Op dit ogenblik omvatten de voor verkoop beschikbare financiële activa enkel niet-genoteerde aandelen, voor dewelke de reële waarde niet op een betrouwbare manier kan worden vastgesteld. Bijgevolg worden ze opgenomen aan kostprijs. Elke gebeurtenis die een indicatie zou zijn van een daling in de realiseerbare waarde wordt nauwgezet opgevolgd. Bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening indien dit noodzakelijk zou zijn.
2.10 Afgeleide financiële activa en afdekkingsactiviteiten Afgeleide instrumenten worden initieel opgenomen tegen reële waarde op de datum waarop een derivatencontract wordt aangegaan, en worden op elke afsluitdatum geherwaardeerd aan de reële waarde op dat ogenblik. De methode waarmee de resulterende winst of het resulterende verlies wordt opgenomen, is afhankelijk van de vraag of het afgeleide instrument is aangemerkt als een afdekkingsinstrument en, als dat het geval is, de aard van de afgedekte positie. De Groep deelt bepaalde afgeleide instrumenten in als hetzij: (1) (2) (3)
afdekkingen van de reële waarde van opgenomen activa of verplichtingen of niet-opgenomen vaststaande toezeggingen (reëlewaardeafdekking); afdekkingen van bijzondere risico’s die gepaard gaan met een opgenomen actief of verplichting of een uiterst waarschijnlijke voorspelde transactie (kasstroomafdekking); of afdekkingen van een netto-investering in een buitenlandse activiteit (netto-investeringsafdekking).
Winsten en verliezen uit herwaarderingen worden in resultaat genomen voor wat betreft reële waardeafdekkingen en in eigen vermogen voor de kasstroom- en netto-investeringsafdekkingen. De Groep documenteert bij het begin van de transactie de relatie tussen de afdekkingsinstrumenten en afgedekte posities, evenals zijn risicobeheerdoelstellingenen -strategie voor het aangaan van
p. 29/96
verschillende afdekkingstransacties. De Groep documenteert eveneens zijn beoordeling, zowel bij het begin van de afdekking als op continue basis, over het feit of de afgeleide instrumenten die worden gebruikt bij de afdekkingstransacties uiterst effectief zijn voor de saldering van wijzigingen in reële waarde of kasstromen van afgedekte posities.
2.11 Lease overeenkomsten – operationele leasing Lease overeenkomsten waarbij de leasinggever een significant deel van de risico’s en voordelen van eigendom behoudt, worden ingedeeld als operationele leasings. Betalingen in het kader van operationele leasings worden als kosten opgenomen wanneer ze worden gedaan.
2.12 Lease overeenkomsten – financiële leasing Lease overeenkomsten van vaste materiële activa waarbij de Groep vrijwel alle risico’s en voordelen van eigendom heeft, worden ingedeeld als financiële leasings. Financiële leasings worden gekapitaliseerd bij het begin van de lease overeenkomst aan de laagste van de reële waarde van het geleasede goed en de contante waarde van de minimale leasebetalingen. Elke leasebetaling wordt gespreid tussen de verplichting en financieringskosten om een constant bedrag op het uitstaande financieringssaldo te verkrijgen. De overeenkomstige huurverplichtingen, na aftrek van financieringskosten, worden opgenomen in de langlopende (betaalbaar na 1 jaar) en kortlopende (betaalbaar binnen het jaar) leningen. Het rentegedeelte van de financieringskosten wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening over de leaseperiode, om een constant periodiek rentetarief te verkrijgen op het resterende saldo van de verplichting voor elke periode. De materiële vaste activa die in het kader van financiële leasings worden verworven, worden afgeschreven over de gebruiksduur van het actief. Deze kan de duurtijd van de leasing overschrijden als het vrij zeker is dat de eigendom verworven zal worden op het einde van de leasing.
2.13 Voorraden Grondstoffen, hulpstoffen en handelsgoederen worden gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde volgens de FIFO-methode of de netto realiseerbare waarde op de balansdatum, indien deze lager is. Werk in uitvoering en gereed product worden gewaardeerd tegen de productiekostprijs. Hierin zijn naast de aankoopkosten van de grondstoffen en hulpstoffen direct toewijsbaar zijn aan het afzonderlijke product of de afzonderlijke productgroep.
2.14 Handelsvorderingen Handelsvorderingen worden gewaardeerd tegen reële waarde bij hun eerste opname, later aan geamortiseerde kost indien van toepassing. Er wordt een voorziening voor bijzondere waardevermindering van handelsvorderingen aangelegd wanneer er objectieve aanwijzingen zijn dat de Groep niet alle verschuldigde bedragen zal kunnen innen. Significante financiële moeilijkheden van de debiteur, de waarschijnlijkheid dat de debiteur failliet zal gaan of een financiële reorganisatie moet
p. 30/96
ondergaan, en het niet of laattijdig vervullen van betalingen worden beschouwd als indicatoren dat de handelsvordering een bijzondere waardevermindering dient te ondergaan. Het bedrag van deze waardevermindering is het verschil tussen de nominale waarde en de actuele waarde van de verwachte kasinstroom, inclusief de vergoedingen van de kredietverzekeringscontracten, verdisconteerd tegen de effectieve intrestvoet. Bij overdracht van handelsvorderingen aan een derde partij (door factoring) worden de handelsvorderingen niet meer in de balans erkend indien (1) de rechten op de kasinstroom van de handelsvorderingen vervallen zijn en (2) de Groep alle risico’s en opbrengsten met betrekking tot deze handelsvorderingen overgedragen heeft.
2.15 Liquide middelen Geldbeleggingen en liquide middelen omvatten cash, onmiddellijk opvraagbare deposito’s bij banken, andere kortlopende uiterst liquide beleggingen met een oorspronkelijke looptijd van drie maanden of minder, en kaskredieten en worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde. Er worden afwaarderingen uitgevoerd wanneer de realisatiewaarde op de balansdatum lager is dan de aanschaffingswaarde.
2.16 Kapitaal Gewone aandelen worden opgenomen binnen het eigen vermogen. De bijkomende kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de uitgifte van nieuwe aandelen of opties worden weergegeven in het eigen vermogen in mindering van de opbrengsten, na aftrek van belastingen. Indien een onderneming van de Groep het aandelenkapitaal van de Vennootschap (ingekochte eigen aandelen) koopt, wordt de betaalde vergoeding, inclusief enige direct toerekenbare bijkomende kosten (na aftrek van inkomstenbelastingen op de transactiekosten), in mindering gebracht van het eigen vermogen dat kan worden toegerekend aan de aandeelhouders van de Vennootschap tot de aandelen zijn geannuleerd, opnieuw zijn uitgegeven of vervreemd. Indien dergelijke aandelen vervolgens worden verkocht of opnieuw worden uitgegeven, wordt enige ontvangen vergoeding, na aftrek van enige direct toerekenbare bijkomende transactiekosten en de daarmee verband houdende belastinggevolgen, opgenomen in het eigen vermogen dat aan de aandeelhouders van de Vennootschap kan worden toegerekend.
2.17 Voorzieningen Voorzieningen voor reorganisatiekosten, juridische vorderingen, het risico van verliezen of kosten die mogelijk kunnen voortvloeien uit persoonlijke zekerheden of een zekerheid die dient als garantie van crediteuren of verplichtingen ten aanzien van derden, uit verplichtingen om vaste activa te kopen of te verkopen, uit de afwikkeling van voltooide of ontvangen bestellingen, technische garanties die verband houden met verkopen of diensten die al door de Vennootschap zijn voltooid, niet-opgeloste geschillen, boetes en sancties met betrekking tot belastingen, of ontslagvergoedingen worden opgenomen wanneer: de Groep een bestaande juridische of feitelijke verplichting heeft als gevolg van gebeurtenissen in het verleden; het waarschijnlijker is dan niet dat er een uitstroom van middelen
p. 31/96
vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen; en het bedrag op betrouwbare wijze is geraamd. Voorzieningen voor reorganisatiekosten omvatten boeten voor de beëindiging van huurovereenkomsten en de betaling van ontslagvergoedingen van werknemers. Voor toekomstige exploitatieverliezen worden geen voorzieningen opgenomen. Het bedrag opgenomen als voorziening is de best mogelijke schatting op balansdatum van de uitgaven die vereist zijn om aan de bestaande verplichting te voldoen. De verdisconteringsvoet die gebruikt wordt om de contante waarde te bepalen weerspiegelt de huidige marktramingen van de tijdswaarde van geld en de risico’s die specifiek zijn voor de verplichting.
2.18 Personeelsbeloningen Pensioenverplichtingen De ondernemingen van de Groep hebben verschillende pensioenplannen. De pensioenplannen worden gefinancierd via betalingen aan verzekeringsondernemingen, bepaald door periodieke actuariële berekeningen. De Groep beschikt zowel over te bereiken doel-plannen als over plannen met vaste bijdrage. De verplichting die in de balans wordt opgenomen voor de te bereiken doel-plannen is de actuele waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingen min de reële waarde van de fondsbeleggingen. De verplichting wordt periodiek berekend door onafhankelijke actuarissen met behulp van de ‘projected unit credit’-methode. De actuele waarde van de verplichting wordt bepaald door de geschatte toekomstige uitstromen van kasmiddelen te verdisconteren met behulp van rentevoeten van bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit die zijn uitgedrukt in de valuta waarin de voordelen worden betaald, en die een resterende looptijd hebben die de voorwaarden van de gerelateerde pensioenverplichting benaderen. Voor plannen met een vaste bijdrage doet de Groep betalingen aan verzekeringsmaatschappijen. Eens de bijdragen zijn betaald heeft de Groep geen verdere verplichtingen, aangezien het gegarandeerd minimaal rendement hoger is dan het wettelijk vereiste minimale rendement. Bijdragen aan plannen met een vaste bijdrage worden opgenomen als kosten in de winst- en verliesrekening wanneer ze zich voordoen. Bijkomende nota over de Belgische pensioenplannen De nieuwe wet over pensioenregelingen in België is gepubliceerd op 18 December 2015. Deze wet bevat wijzigingen met mogelijkse impact op de boekhoudkundige verwerking van de pensioentoezeggingen van het type vaste bijdrage en van het type vaste prestaties onder IAS 19R in België. De eerste wijziging houdt verband met het wettelijke minimumrendement. De nieuwe wet vervangt vanaf 1/01/2016 de 3.25% (werkgever) en 3.75% (werknemer) door een rendementswaarborg van 65% van het gemiddeld rendement op 1 juni voor de laatste 24 maanden van de lineaire obligaties van de Belgische Staat (OLO’s) op 10 jaar (mogelijks verhoogd tot 75% (1 januari 2018) en tot 85% (2019) bij gunstig advies van de NBB) met minimum rendementswaarborg van 1.75% en een maximum van 3.75%. Voor verzekerde pensioentoezeggingen blijft de huidige 3.25% en 3.75% van toepassing op de pre-2016 opgebouwde reserves. Voor de andere pensioentoezeggingen worden vanaf 1/1/2016 de nieuwe interestvoeten van kracht, dus ook op de opgebouwde reserves van vóór 2016.
p. 32/96
De Groep past de intrinsieke waarderingsmethode toe om te bepalen of er mogelijke reservetekorten zijn. Er werd geen tekort vastgesteld waardoor het boeken van een bijkomende schuld niet nodig is. Ingevolge deze wetswijziging zal de Groep vanaf 2016 niet langer de intrinsieke waarderingsmethode toepassen. De Groep zal daarentegen de netto pensioenverplichting bepalen aan de hand van de actuariële waarderingsmethode zoals voorzien in IAS 19R. De tweede wetswijziging bevat de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd tot 66 jaar in 2025 en tot 67 jaar in 2030. De Groep verwacht geen significante impact op haar pensioenverplichtingen.
2.19 Belastingen op het resultaat Winstbelastingen zoals opgenomen in de resultatenrekening omvatten de inkomstenbelasting over het huidige jaar en uitgestelde belastingen. Inkomstenbelastingen over het huidige jaar omvatten de verwachte belastingverplichtingen op de belastbare inkomsten van de Onderneming voor het boekjaar, op basis van de belastingtarieven die van toepassing zijn op de balansdatum, en enige aanpassingen van vorige jaren. In lijn met paragraaf 46 van IAS12 ‘Inkomstenbelastingen’, evalueert het management periodisch de ingenomen standpunten in de belastingaangiften in situaties waarbij de toepasselijke belasting reguleringen voor interpretatie vatbaar zijn en bepaalt waar nodig de provisies op basis van de verwachte te betalen bedragen aan de belastingautoriteiten. Deze evaluatie wordt gemaakt voor de periodes die nog onderhevig kunnen zijn aan nazicht door de bevoegde autoriteiten. Uitgestelde belastingen worden opgenomen volgens de balansmethode en worden berekend op basis van de tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de belastinggrondslag. Deze methode wordt toegepast op alle tijdelijke verschillen die ontstaan door investeringen in dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen, behalve op verschillen waarvan het tijdstip van afwikkeling van het tijdelijke verschil beheerst wordt door de Groep en waarvan het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de nabije toekomst niet wordt teruggeboekt. De berekening wordt gebaseerd op de belastingtarieven die zijn ingevoerd of wezenlijk ingevoerd op de balansdatum en die naar verwachting van toepassing zullen zijn wanneer de betrokken uitgestelde belastingvordering gerealiseerd wordt of de uitgestelde belastingverplichting vereffend wordt. Volgens deze berekeningsmethode moet de Groep ook uitgestelde belastingen verwerken die verband houden met het verschil tussen de reële waarde van de netto verworven activa en hun fiscale boekwaarde die voortvloeit uit eventuele overnames. Uitgestelde belastingvorderingen zijn opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat de overgedragen fiscale verliezen in de nabije toekomst zullen worden gebruikt. Vorderingen voor uitgestelde inkomstenbelastingen worden volledig afgeschreven wanneer het niet langer waarschijnlijk is dat het overeenkomstige belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.
2.20 Erkennen van opbrengsten Bedrijfsopbrengsten omvatten de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen tegenprestaties voor de verkoop van goederen en diensten in de gewone bedrijfsuitoefening van de groepsactiviteiten. Bedrijfsontvangsten worden getoond na aftrek van belastingen op de toegevoegde waarde, terugnames, rabatten en kortingen, en na eliminatie van intra groepsverkopen.
p. 33/96
De Groep neemt bedrijfsopbrengsten op wanneer het bedrag van de bedrijfsopbrengsten op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld, wanneer het waarschijnlijk is dat er toekomstige economische voordelen zullen voortvloeien naar de entiteit en wanneer er aan specifieke criteria werd voldaan voor elk van de activiteiten van de Groep, zoals hieronder beschreven. De Groep baseert zijn ramingen op historische resultaten, waarbij het type van klant, het type van transactie en de bijzonderheden van elke overeenkomst in overweging worden genomen. De opbrengsten uit de verkoop van goederen worden opgenomen wanneer een entiteit de wezenlijke risico’s en voordelen van eigendom van de goederen heeft overgedragen aan de koper. In de meeste gevallen is dit op het ogenblik van de overdracht van het wettelijk eigendomsrecht of het bezit aan de koper en wanneer de inbaarheid van de corresponderende vordering waarschijnlijk is. Opbrengsten uit de verkoop van diensten worden opgenomen in de boekhoudperiodes waarin de diensten zijn verricht. Commissies die de Onderneming ontvangt door op te treden als hoofdverdeler of agent voor distributieovereenkomsten worden opgenomen als bedrijfsopbrengsten uit de levering van diensten. De opbrengst van de verkoop van een merk wordt opgenomen bij effectieve eigendomsoverdracht aan de koper. In mei 2014 gaf het IASB IFRS 15 uit, de nieuwe internationale financial reporting standaard met betrekking tot erkenning van de omzet. In IFRS 15 wordt een nieuw vijf-stappen model opgesteld dat van toepassing is op de inkomsten die voortvloeien uit contracten met klanten. Deze nieuwe inkomstenstandaard vervangt alle huidige eisen met betrekking tot erkenning van omzet onder IFRS. Toepassing van IFRS 15 is niet verplicht tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2018. Vervroegde toepassing is toegestaan. IFRS 15 is nog niet door de EU bekrachtigd. De Groep heeft de mogelijke impact van de nieuwe standaard nog niet geëvalueerd. Zie toelichting 7.12 voor de aanpassing van inkomstenerkenning als gevolg van consignatievoorraad.
2.21 Dividenduitkering Dividenduitkering aan de aandeelhouders van de Onderneming wordt opgenomen als een verplichting in de jaarrekening van de Groep in de periode waarin de dividenden door de aandeelhouders van de onderneming worden goedgekeurd.
2.22 Niet-GAAP maatstaven Bruto marge is gedefinieerd als totale netto omzet met aftrek van de kost van de verkochte goederen. EBITDA is gedefinieerd als opbrengsten vóór aftrek van netto financieringskosten, winstbelasting, afschrijvingen en waardevermindering. Deze niet-GAAP maatstaf werd opgenomen in de jaarrekening omdat het management oordeelt dat deze maatstaf wijd gebruikt wordt door bepaalde investeerders, financiële en andere geïnteresseerde partijen als aanvullende maatstaf voor de prestaties en de liquiditeit.
p. 34/96
Om dezelfde reden als hierboven aangegeven voor EBITDA, maakt het management de niet-recurrente kosten bekend. Niet-recurrente inkomsten en kosten worden gedefinieerd als de elementen die volgens het management een niet-recurrente of ongebruikelijk karakter hebben. De niet-recurrente kosten hebben betrekking op: - Acquisitiekosten; - Herstructureringskosten; - Kosten verbonden aan de sluiting van fabrieken of vestigingen; - Kosten verbonden aan het herstructureren van zakenactiviteiten; - Wijzigingen in kritische boekhoudkundige schattingen met betrekking tot voorzieningen voor langzaam bewegende en verouderde voorraden, productteruggave en toekomstige prijs correcties; - Kosten verbonden aan de beëindiging van distributieovereenkomsten. De niet-recurrente inkomsten hebben betrekking op: - Verkoop van lange termijnvorderingen; - Verkoop van lange termijn financiële investeringen.
p. 35/96
3. Beheer van risico’s Conform IFRS 7 volgt hier een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waaraan de Groep door haar activiteiten is blootgesteld. (Let op: in dit document, verwijst de "Onderneming" naar Omega Pharma Invest NV; de "Groep" verwijst naar Omega Pharma Invest NV en elk van haar dochterondernemingen, voor alle duidelijkheid met inbegrip van Omega Pharma Invest NV). Het beleid van de Groep is erop gericht om de belangrijkste risico’s te identificeren, om plannen uit te werken ter preventie en voor het beheer van deze risico’s, en om maatregelen te voorzien om de gevolgen te beperken wanneer deze risico’s zich effectief zouden voordoen. Desondanks is het onmogelijk voor de Groep om een sluitende garantie te leveren dat deze risico’s zich niet kunnen voordoen of dat ze zonder gevolgen blijven wanneer ze zich toch zouden voordoen.
Reële waarde risico Zie toelichting 6.11.
Afdekkingsrisico De Groep voert haar activiteiten voornamelijk in landen van de Eurozone en in mindere mate in het Verenigd Koninkrijk, de Scandinavische landen, Oekraïne, Rusland en andere Europese landen. De resultaten van haar activiteiten en de financiële positie van elk van haar entiteiten buiten de Eurozone worden boekhoudkundig verwerkt in de betrokken lokale munteenheid. Een deel van de schuld van de Groep is gedenomineerd in US dollar en/of onderworpen aan een fluctuerende interestvoet. Bijgevolg is de Groep blootgesteld aan interestrisico’s en aan wisselkoersrisico’s die voortvloeien uit schommelingen van de waarde van de US dollar ten opzichte van de Euro.
Wisselkoersrisico’s De Groep is blootgesteld aan het valutarisico als gevolg van haar operationele activiteiten in vreemde valuta. Wisselkoersrisico als gevolg van de omrekening van activa en passiva van buitenlandse dochters naar euro wordt niet afgedekt. Sommige activiteiten van de Groep worden in andere munteenheden dan de euro gerealiseerd, zoals in het Verenigd Koninkrijk, Scandinavië en Rusland. Het hypothetisch aanvullend effect van een versterking (verzwakking) met 10% van de euro ten opzicht van de Britse pond, zou een effect op de resultatenrekening hebben van 0,1 miljoen euro (-0,1 miljoen euro), terwijl het effect op het eigen vermogen 3,1 miljoen euro (-3,1 miljoen euro) zou belopen. Indien de euro 10% zou versterkt (verzwakt) zijn ten opzichte van de Zweedse kroon, zou het effect op de resultatenrekening -0,1 miljoen euro (0,1 miljoen euro) bedragen en het effect op het eigen vermogen zou 1,3 miljoen euro (1,3 miljoen euro) bedragen. Indien de euro 10% versterkt (verzwakt) zou zijn ten opzichte van de Russische roebel, zou het effect op de resultatenrekening -0,05 miljoen euro (0,05 miljoen euro) bedragen en het effect op het eigen vermogen zou 0,1 miljoen euro (-0,1 miljoen euro) bedragen.
p. 36/96
Renterisico De Groep beoordeelt minstens twee maal per jaar de nagestreefde mix tussen schuld met vaste en variabele rente. Het doel van dit beleid bestaat erin een optimaal evenwicht te verkrijgen tussen de financieringskosten en de volatiliteit van de financiële resultaten. Het renterisico van de Groep vloeit voornamelijk voort uit langlopende leningen. De Groep is een aantal renteswaps aangegaan en beheert haar cashflow renterisico door het gebruik van variabele-tot-vaste renteswaps. Dergelijke renteswaps hebben het economische effect van het omzetten van leningen van een variabele rente naar een vaste rente. Als de marktrente in 2015 gemiddeld 100 basispunten hoger (lager) zou zijn geweest, dan zou de winst 3,8 miljoen euro lager (hoger) zijn, in 2014 was dit 0,7 miljoen euro.
Financiële risico’s Omega Pharma Invest NV en haar filialen hebben financiële leningen uitstaan. Op 31 december 2015 bedroeg de totale uitstaande geconsolideerde schuld van de Groep 1.159,2 miljoen euro (cf. berekening op de volgende pagina). Noot: deze berekeningswijze verschilt lichtjes van de methodologie die wordt gehanteerd om de netto schuld te berekenen voor de bankconvenanten, zoals weergegeven op pagina 5 van onderhavig document). De Groep heeft over de jaren heen steeds voldoende netto vrije kasstroom gegenereerd waarmee deze terugbetalingen kunnen gebeuren en waarmee aan alle convenanten met de kredietverstrekkers kon worden voldaan. De aandeelhouders hebben de intentie om de Vennootschap indien nodig te ondersteunen door kapitaalinbrengen. De Groep meent dat het in de voorbije jaren altijd een solide financiële structuur met een gepaste hefboom (‘leverage’) heeft gehanteerd, hoewel bleek dat de naleving van bankconvenanten kan worden bemoeilijkt in een neerwaartse economie. Aangezien het niet geheel kan worden uitgesloten dat de economie negatief kan beïnvloed worden door externe (bv. geopolitieke) factoren, kan dergelijke situatie zich opnieuw voordoen, en mogelijk zelfs samenlopen met de vervaldatum van de bankschulden van de onderneming. In dergelijke situatie kan een nieuwe financiering moeilijker of enkel mits hogere financiële kosten te verkrijgen zijn.
Kapitaalrisico De objectieven van de Groep voor het beheer van kapitaal bestaan erin om de voortzetting van de activiteiten te verzekeren opdat de nodige middelen beschikbaar zouden zijn voor de vergoeding van aandeelhouders en voor voordelen aan andere stakeholders. Tevens is het de doelstelling om een optimale kapitaalstructuur te behouden om de kapitaalkost te verminderen. Om de kapitaalstructuur te behouden of te verbeteren, kan de Groep: het bedrag bijstellen voor dividenden die aan de aandeelhouders worden uitgekeerd, kapitaal uitkeren aan aandeelhouders, eigen aandelen inkopen en vernietigen, nieuwe aandelen uitgeven of activa verkopen om schuld te verminderen. Consistent met andere ondernemingen in de industrie, volgt de Groep haar kapitaalstructuur op aan de hand van de schuldgraad (gearing ratio). Deze ratio wordt berekend door de netto financiële schuld te delen door het eigen vermogen. De netto financiële schuld is het totaal bedrag aan leningen (inclusief vlottende en niet-vlottende leningen en de waarde van hieraan verbonden financiële instrumenten) verminderd met geldmiddelen en kasequivalenten.
p. 37/96
Voor 2015 en 2014 waren de gearing ratio’s op het eind van de periode als volgt:
(in duizend euro)
31 december 2015 gecorrigeerd
31 december 2014 gecorrigeerd
Totaal aan leningen
1 159 227
1 130 618
0
13 775
-26 274
-36 494
1 132 953
1 107 899
771 999
672 288
147%
148%
Afgeleide financiële instrumenten verbonden aan leningen Verminderd met: geldmiddelen en kasequivalenten en vlottende financiële activa Netto financiële schuld Gecorrigeerde totaal eigen vermogen Gecorrigeerde Schuldgraad ratio
Voor het bedrag van de netto financiële schuld berekend volgens de methodologie die wordt toegepast voor de bankconvenanten: zie pagina 5 van onderhavig document.
Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het risico dat de Groep niet kan voldoen aan haar financiële verplichtingen op de respectievelijke vervaldagen. Het beheer van de liquiditeit van de Groep is erop gericht om voldoende liquiditeiten ter beschikking te hebben om aan de verplichtingen te voldoen op hun vervaldag, en daartoe volgt de Thesaurie van de Groep de voortschrijdende inschatting van de toekomstige liquiditeitsbehoeften. Bovendien streeft de Groep ernaar om steeds voldoende ruimte te hebben op haar niet opgenomen gedeelte van kredietlijnen zodat de Groep noch de kredietlimieten, noch de convenanten (indien van toepassing) overschrijdt. Op balansdatum van 31 december 2015 had de Groep volgende liquiditeiten ter beschikking: • Geldmiddelen en kasequivalenten : 26,3 miljoen euro (toelichting 6.6) • Niet opgenomen gedeelte van kredietlijnen met Perrigo: meer dan 700 miljoen euro • Niet opgenomen gedeelte vand kredietlijnen met een syndicaat van banken: meer dan 40 miljoen euro
Onderstaande tabel biedt een analyse van de financiële verplichtingen van de Groep volgens relevante vervalperiode, gebaseerd op de periode tot hun contractuele vervaldag. De vermelde bedragen zijn de contractuele niet-verdisconteerde kasstromen. Aangezien de bedragen in de tabel de contractuele niet-verdisconteerde kasstromen zijn, stemmen deze bedragen niet overeen met de bedragen opgenomen op de balans onder rentedragende financiële verplichtingen, handelsschulden en overige verplichtingen.
p. 38/96
31 december 2015
Vroegste contractuele vervaldatum (nietverdisconteerd)
(in duizend euro)
< 1 jaar
Financiële leasingverplichtingen Obligatieleningen Bankleningen Kaskrediet
1 tot 5 jaar
> 5 jaar
812
544
0
29 475
641 475
0
234 993
322 878
0
76 277
0
0
Gecorrigeerde handelsschulden en overige verplichtingen*
386 973
236
0
Gecorrigeerd totaal aan verplichtingen*
728 538
865 133
0
* Bepaalde bedragen hier werden aangepast en weerspiegelen deze aanpassingen, zie toelichting 7.12.
31 december 2014 (in duizend euro) Financiële leasing verplichtingen Obligatielening Bankleningen Kaskrediet Handelsschulden en overige verplichtingen Totaal aan verplichtingen
Vroegste contractuele vervaldatum (nietverdisconteerd) < 1 jaar
1 tot 5 jaar
> 5 jaar
772
1 346
0
29 475
670 950
0
122 645
310 987
162 573
220
0
0
434 320
0
0
587 439
984 408
162 573
Analoog aan bovenstaande tabel, geeft onderstaande tabel een analyse van de afgeleide financiële instrumenten naar vervaldag op basis van de resterende looptijd tot de contractuele vervaldatum.
Vroegste contractuele vervaldatum (n i e t verdisconteerd) (in duizend euro)
< 1 jaar
1 tot 5 jaar
> 5 jaar
Afgeleide financiële instrumenten : 31 december 2015
0
0
0
31 december 2014
500
13 697
0
Kredietrisico Een kredietrisico vloeit voort uit de mogelijkheid dat de tegenpartij van een transactie niet kan of niet wil voldoen aan zijn verplichtingen, wat een financieel verlies voor de Groep kan veroorzaken. Handelsvorderingen worden onderworpen aan een actief risicobeleid, dat gericht is op de inschatting van het landenrisico, beschikbaarheid van kredieten, voortdurende kredietevaluatie en procedures voor het nazicht van de rekeningen.
p. 39/96
De blootstelling van overige financiële activa aan een kredietrisico wordt onder controle gehouden door de verplichting om het kredietrisico te beperken tot hoogwaardige tegenpartijen, regelmatig nazicht van de kredietratings en het bepalen van kredietlimieten per individuele tegenpartij. De criteria voor het investeringsbeleid gehanteerd door de dienst Thesaurie van de Groep zijn gebaseerd op lange termijnkredietratings van hoge kwaliteit.
Klantenkredietrisico Aangezien de Groep een strikt kredietbeleid ten opzichte van haar klanten hanteert, wordt de blootstelling aan het kredietrisico gecontroleerd en beperkt gehouden. De Groep heeft geen klanten die individueel een belangrijk deel uitmaken van de omzet, noch van de openstaande vorderingen. Handelsvorderingen zijn vrij behoorlijk gespreid over alle rapporteringssegmenten. Handelsvorderingen in individuele landen weerspiegelen de traditioneel gangbare betalingstermijnen in die landen, in zoverre zij in overeenstemming zijn met de geldende marktpraktijken.
Kritische boekhoudkundige ramingen en beoordelingen Ramingen en beoordelingen worden voortdurend geëvalueerd en zijn gebaseerd op historische ervaring en andere factoren, waaronder verwachtingen met betrekking tot toekomstige gebeurtenissen die als redelijk worden beschouwd onder de geldende omstandigheden. De hieruit voortvloeiende boekhoudkundige ramingen zullen, per definitie, zelden geheel gelijk zijn aan het overeenstemmende werkelijke resultaat. De ramingen en veronderstellingen die een significant risico inhouden op het veroorzaken van een materiële aanpassing aan de boekwaarde van activa en verplichtingen binnen het volgende boekjaar, worden hieronder behandeld.
A.
Provisie voor productteruggave, provisie voor prijscorrecties, langzaam bewegende voorraad
Sinds de overname door Perrigo Company Plc heeft de Vennootschap aanzienlijke inspanningen geleverd in het verbeteren van de administratieve organisatie met het oog op meer en betere inzichten te verwerven vanuit een operationeel business perspectief, maar ook vanuit een financieel perspectief. Deze upgrade sluit aan met de Sarbanes Oxley (“SOX”) vereisten waaraan de Vennootschap diende te voldoen per 31 december 2015. Daarnaast bracht nieuw management nieuwe ervaring en industriekennis mee, en dit rekening houdend met de algemene strategische opties die het bedrijf zal nemen naar de toekomst toe, dit alles gebaseerd op de nieuwe constellatie waarin het bedrijf zal opereren (als deel van de Perrigo Groep). Deze nieuwe informatie en nieuwe ervaringen vormde de basis voor een aantal wijzigingen in de ramingen die in het lopende jaar, meer in het bijzonder op het gebied van de voorziening voor langzaam bewegende voorraad, de voorziening voor retourzendingen en de voorziening voor prijscorrecties. De impact van deze veranderingen in de ramingen is opgenomen als niet-recurrente overige bedrijfsopbrengsten / kosten. Voor meer informatie hierover verwijzen we naar toelichting 5.2.3. Overige bedrijfskosten (opbrengsten). Wij hebben de boekhoudkundige verwerking van deze veranderingen in overeenstemming met IAS 8 geëvalueerd en concludeerden op basis van IAS 8, §34 en § 35 (zie hieronder), dat dit echte veranderingen in de ramingen zijn die voortvloeien uit nieuwe en betere informatie en een grotere en meer uitgebreide ervaring.
p. 40/96
IAS 8, §34 - Een schatting moet mogelijk herzien worden als er wijzigingen optreden in de omstandigheden waarop de schatting was gebaseerd of als gevolg van nieuwe informatie of meer ervaring. Door haar aard heeft de herziening van een schatting geen betrekking op voorgaande perioden en houdt deze geen correctie in van een fout. IAS 8, § 35 - Een wijziging in de toegepaste waarderingsgrondslag is een wijziging in een grondslag voor financiële verslaggeving en niet een wijziging in de boekhoudkundige schatting. Als het moeilijk is om een wijziging in de grondslagen voor financiële verslaggeving te onderscheiden van een wijziging in de boekhoudkundige schatting, wordt de wijziging behandeld als een wijziging in de boekhoudkundige schatting.
B.
Geschatte bijzondere waardevermindering van goodwill en merken
De Groep test jaarlijks of goodwill en merken geleden hebben onder enige bijzondere waardevermindering, in overeenstemming met het boekhoudkundig beleid. Deze berekeningen zijn gebaseerd op een aantal assumpties. Wij verwijzen hiervoor naar toelichting 6.1. C. Inkomstenbelasting De Groep is in talrijke jurisdicties onderworpen aan inkomstenbelastingen. De bepaling van de wereldwijde voorzieningen voor inkomstenbelastingen vereist een grote mate van inschatting. De Groep neemt verplichtingen op voor verwachte problemen naar aanleiding van belastingcontroles, gebaseerd op inschattingen of aanvullende belastingen al dan niet verschuldigd zullen zijn. Wanneer het uiteindelijke belastingresultaat van deze zaken verschilt van de bedragen die hiervoor initieel werden opgenomen, dan zullen dergelijke verschillen een impact hebben op de huidige en de uitgestelde inkomstenbelastingvorderingen en –schulden in het boekjaar waarin de uitspraak van deze zaken gedaan wordt. (Zie toelichting 5.4).
D. Pensioenvoordelen De contante waarde van de pensioenverplichtingen hangt af van een aantal factoren die worden bepaald op een actuariële basis, gebruik makend van een aantal veronderstellingen. De assumpties die gebruikt worden om de netto kost (inkomsten) voor pensioen te bepalen omvatten o.a. een verdisconteringsvoet. Elke wijziging van deze assumpties heeft dus een impact op de boekwaarde van de pensioenverplichtingen. Meer informatie over de gehanteerde verdisconteringsvoet en over de overige assumpties is te vinden in toelichting 6.9.
p. 41/96
4. Segment informatie In 2015 werd Omega Pharma gekocht door Perrigo Company Plc. Als gevolg van deze overname wijzigde de interne organisatie vermits de chief operating decision makers (“CODM’s”) zich hoofdzakelijk in de US bevinden. Dit houdt in dat ook de manier waarop de CODM’s naar de jaarrekening kijken, is veranderd. Als gevolg daarvan is de Groep, op 31 december 2015, in 2 segmenten georganiseerd: 1. Omega Pharma België: de activiteiten in België; 2. Omega Pharma Overige: de som van de activiteiten van Omega Pharma West-Europa, Omega Pharma Emerging Markets en Omega Pharma Frankrijk. De segmenten van deze activiteiten zijn geografisch bepaald. De segmentrapportering bestaat enkel uit geografische segmenten. De bepaling van de operationele segmenten gebeurt op basis van de componenten die het management hanteert om de prestaties van de operationele activiteiten vast te stellen en waarop de beslissingen worden gebaseerd. Dezelfde waarderingsregels worden toegepast voor de verschillende segmenten. De intercompany aankopen zijn gebaseerd op een effectieve facturatie en zijn in lijn met het transferprijzenbeleid van de Groep. Op 31 december 2014 is de Groep georganiseerd in vier operationele segmenten: 1. Omega Pharma West-Europa: de activiteiten in West-Europa, exclusief Oostenrijk, België en Frankrijk; 2. Omega Pharma België: de activiteiten in België; 3. Omega Pharma Emerging Markets: de activiteiten in Oostenrijk, in Centraal- en Oost-Europa (met inbegrip van Rusland, Oekraïne, Tsjechië, Slovakije, Hongarije, Roemenië, Slovenië, Servië en Turkije), Australië, Nieuw-Zeeland en Argentinië; 4. Omega Pharma Frankrijk: de activiteiten in Frankrijk. Zoals vereist door IFRS 8 Operationele segmenten, heeft de Groep de bijhorende informatie herwerkt voor het jaar eindigend op 31 december 2014. De segmentresultaten voor de periode die eindigde op 31 december 2015 zijn als volgt: België gecorrigeerd*
Overige
TOTAAL gecorrigeerd*
Totale omzet
281 766
1 294 539
1 576 305
Omzet tussen segmenten
-39 236
-297 390
-336 626
Omzet
242 530
997 149
1 239 679
5 931
68 785
74 716
(in duizend euro)
Bedrijfsresultaat per segment Financieel resultaat Resultaat van de periode voor ondernemingen verwerkt via vermogensmutatie Resultaat van voortgezette activiteiten vóór winstbelastingen
-71 777 0 2 939
Winstbelastingen
-111 294
Netto resultaat uit voortgezette activiteiten
-108 355
Aandeel aan minderheidsbelangen Netto resultaat van de periode – aandeel van de Groep
-511 -107 844
* Bepaalde bedragen hier werden aangepast en weerspiegelen deze aanpassingen, zie toelichting 7.12.
p. 42/96
Andere elementen die werden opgenomen in de resultatenrekening 2015 zijn: (in duizend euro)
België
Overige
TOTAAL
Afschrijvingen en waardeverminderingen
9 717
55 529
65 246
Afwaarderingen van voorraad
1 227
2 172
3 399
97
1 100
1 197
117
3 240
3 357
Afwaarderingen van vorderingen Toename/(afname) van voorzieningen
De herwerkte segmentresultaten voor de periode die eindigde op 31 december 2014 zijn als volgt: België gecorrigeerd
Overige
Totale omzet
289 297
1 254 289
0
1 543 586
Omzet tussen segmenten
-32 566
-280 696
0
-313 262
Omzet
256 731
973 593
0
1 230 324
19 924
171 222
-3 259
187 887
(in duizend euro)
Bedrijfsresultaat per segment
Niet toegewezen
TOTAAL gecorrigeerd
Financieel resultaat
-62 987
Resultaat van voortgezette activiteiten vóór winstbelastingen
124 900
Winstbelastingen
-10 448
Netto resultaat uit voortgezette activiteiten
114 452
Aandeel aan minderheidsbelangen
268
Netto resultaat van de periode – aandeel van de Groep
114 720
Aangepaste andere elementen die werden opgenomen in de resultatenrekening 2014 als gevolg van wijzigingen in de segementen, zijn: (in duizend euro) Afschrijvingen en waardeverminderingen Afwaarderingen van voorraad Afwaarderingen van vorderingen Toename/(afname) van voorzieningen
België
5 779
Overige
Niet toegewezen
TOTAAL
37 427
16 771
59 977
692
602
-8
1 286
-151
-163
0
-314
-42
-515
-790
-1 347
p. 43/96
Op 31 december 2015 waren de activa en passiva, alsook de kapitaaluitgaven (investeringen) voor de periode die op die datum eindigde, als volgt:
(in duizend euro)
Vaste activa Vlottende activa Totaal aan activa Totaal aan langlopende verplichtingen Totaal aan kortlopende verplichtingen
België gecorrigeerd 196 741 39 852 236 593 65 037 274 127
Overige
1 831 671 434 664 2 266 335 1 027 236 364 528
TOTAAL gecorrigeerd 2 028 412 474 516 2 502 928 1 092 273 638 655 439 159
48 111
Totaal aan kapitaaluitgaven 391 048 * Bepaalde bedragen hier werden aangepast en weerspiegelen deze aanpassingen, zie toelichting 7.12.
Op 31 december 2014 waren de activa en passiva, als gevolg van wijziginen in de segmenten, alsook de kapitaaluitgaven (investeringen) voor de periode die op die datum eindigde, als volgt:
(in duizend euro) (herwerkt)
België gecorrigeerd 71 151
Vaste activa Vlottende activa
63 818 134 969
Totaal aan activa Totaal aan langlopende verplichtingen Totaal aan kortlopende verplichtingen
4 541 208 423
Overige 1 010 395
Niet toegewezen
1 938 419 856 873
363 851 1 374 246
27 423 884 296
118 868
1 050 347
243 314
95 730
67 056
206 243
455 092 2 393 511
18 236 Totaal aan kapitaaluitgaven
TOTAAL gecorrigeerd
1 173 756 547 467 291 535
p. 44/96
5. Elementen van de resultatenrekening 5.1 Omzet 2015 gecorrigeerd*
(in duizend euro) Verkoop van goederen
1 237 812
Levering van diensten Omzet
2014 gecorrigeerd 1 186 729
1 867
43 595
1 239 679
1 230 324
* Bepaalde bedragen hier werden aangepast en weerspiegelen deze aanpassingen, verwijzing naar nota 7.12.
Nagenoeg 57% van de geconsolideerde omzet wordt gegenereerd door de Top 20-merken van de Groep (53% in 2014), terwijl de generieke geneesmiddelen een omzet 10% van de geconsolideerde omzet vertegenwoordigen. Omzet die voortvloeit uit de levering van diensten bevat de commissies die de Onderneming ontvangt wanneer ze optreedt als hoofdverdeler in het kader van een distributieovereenkomst. De aanzienlijke daling ten opzichte van vorig jaar is het directe gevolg van de verandering van de boekhoudregels in de loop van het jaar. Vanaf dit jaar worden de distributeurskosten voorgesteld als een vermindering van de kostprijs van de omzet en niet langer als deel van de omzet. Voor 2015 werd een bedrag van ongeveer 43,7 miljoen euro overgeboekt naar kosten van de omzet.
5.2 Totale netto bedrijfskosten 2015 gecorrigeerd*
2014 gecorrigeerd
Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen
489 999
507 135
Diensten en diverse goederen
382 663
341 892
(in duizend euro)
Toelichting
Kosten van personeelsbeloningen
145 025
124 229
Afschrijvingen
5.2.2
65 246
59 978
Wijzigingen in afwaarderingen van voorraden en handelsvorderingen
5.2.2
4 596
972
Wijzigingen in voorzieningen
5.2.2
3 357
-1 347
Overige bedrijfskosten/(opbrengsten)
5.2.3
Totale netto bedrijfskosten Bedrijfsresultaat (EBIT)
74 076
9 578
1 164 962
1 042 437
82 265
187 887
* Bepaalde bedragen hier werden aangepast en weerspiegelen deze aanpassingen, verwijzing naar nota 7.12.
p. 45/96
5.2.1 Kosten van personeelsbeloningen (in duizend euro)
2015
2014
Bezoldigingen
84 491
77 605
Kosten voor sociale zekerheid
33 865
24 572
Pensioenkosten – toegezegde pensioenregeling
478
1 876
Pensioenkosten – toegezegde bijdrageregeling
2 628
2 332
23 563
17 844
145 025
124 229
Andere personeelskosten (commissies, premies, reisvergoedingen,…) Kosten van personeelsbeloningen
Voltijdse equivalenten afgerond tot op een eenheid
31 December 2015
31 December 2014
België, inclusief corporate entiteiten
484
430
Frankrijk
576
568
Cyprus
0
0
Denemarken
1
1
Andere West-Europese landen
Duitsland
256
249
Finland
14
13
Griekenland
63
57
Ierland
16
14
Italië
93
78
Luxemburg
14
15
Nederland
56
47
Noorwegen
16
19
Portugal
41
35
Spanje
99
114
126
99
Zweden
93
80
Zwitserland
29
26
Verenigd Koninkrijk
Groeimarkten Argentinië
10
11
Australië
0
17
Hongarije
22
17
Indië
0
4
14
11
Oekraïne
108
1
Oostenrijk
104
193
69
63
Letland
Polen Roemenië
41
41
120
118
10
9
Slovenië
9
9
Slovakije
8
8
Zuid-Afrika
6
7
Tsjechië
38
31
Turkije
107
65
2 643
2 450
Rusland Servië
Totaal
p. 46/96
5.2.2 Afschrijvingen, waardeverminderingen en wijzigingen in voorzieningen (in duizend euro)
2015
Afschrijvingen
65 246
59 978
Waardeverminderingen op voorraden
3 399
1 286
Waardeverminderingen op vorderingen
1 197
-314
Wijziging in voorzieningen voor huidige verplichtingen
2 663
-1 570
694
223
73 199
59 603
Wijziging in voorzieningen voor pensioenverplichtingen Totaal aan afschrijvingen, waardeverminderingen en wijzigingen in voorzieningen
2014
De afschrijvingen op immateriële vaste activa bedroegen 38,2 miljoen euro; een toename met 0,7 miljoen euro ten opzichte van 2014. De afschrijvingen op materiële vaste activa stegen van 22,5 miljoen euro in 2014 naar 27,0 miljoen euro in 2015.
5.2.3 Overige bedrijfskosten/(opbrengsten) (in duizend euro) Minderwaarde (meerwaarde) op de realisatie van vaste activa
2015
2014
61
1 846
3 345
2 572
671
606
Vergoeding door verzekeringen
-130
-86
Andere bedrijfskosten (opbrengsten)
-226
-1 881
3 721
3 057
-222
-26 354
67 618
31 684
2 958
1 181
Overige bedrijfskosten/(opbrengsten) – niet-recurrent
70 355
6 511
Totaal aan overige bedrijfskosten/(opbrengsten)
74 076
9 568
Onroerende voorheffing en andere niet-inkomstengerelateerde belastingen Dubieuze debiteuren
Overige bedrijfskosten/(opbrengsten) - recurrent Niet-recurrente inkomsten Niet-recurrente uitgaven Provisie voor herstructureringen
De niet-recurrente kosten bedragen 70,6 miljoen euro en bestaan hoofdzakelijk uit (i) de impact van een aantal wijzigingen in de ramingen die in het lopende jaar werden gemaakt, zoals uitgelegd in de kritische schattingen en veronderstellingen (zie toelichting 3) voor een bedrag van 33,7 miljoen euro (zie verder voor bijkomende informatie), (ii) herstructureringskosten ten belopen van 7,6 miljoen euro en (iii) een bijzondere waardevermindering (impairment) van activa voor 7,5 miljoen euro. Deze herstructureringskosten werden voornamelijk gemaakt in Spanje en Italië en betreffen ontslagvergoedingen.
p. 47/96
Bijkomend werden de overnamekosten met betrekking tot Naturwohl Pharma GmbH van 1,1 miljoen euro en kosten van de aankoop van de GSK merken door Perrigo Company Plc (1,1 miljoen euro) als nietrecurrent beschouwd. Ook zijn de kosten in verband met de integratie van Perrigo en Omega opgenomen als niet-recurrente kosten voor een totaal bedrag van 6,5 miljoen euro. Ten slotte zijn sommige minder aanzienlijke bedragen in verband met eenmalige gebeurtenissen (zoals stopzetting van huurcontracten enz.) opgenomen in de niet-recurrente kosten.
Wijzigingen in schatting – provisie voor niet-gepromote en verouderde voorraad De voorziening voor niet-gepromote en verouderde voorraad werd verhoogd met 22 miljoen euro in 2015, waarvan 18 miljoen euro het gevolg is van een verandering in de raming na het beschikbaar komen van meer en betere informatie en ervaring. In het lopende jaar heeft de Groep haar voorziening voor langzaam bewegende voorraad verhoogd met 18 miljoen euro op basis van een gedetailleerde analyse van de voorraad. Deze stijging heeft voornamelijk betrekking op de voorziening voor langzaam bewegende voorraad en is te wijten aan het voor de Groep beschikbaar zijn van nieuwe en betere informatie met betrekking tot verkoopprognoses (waardoor een betere / snellere identificatie van langzaam bewegende / niet-gepromote producten) en meer ervaring met de producten. Sinds de overname door Perrigo Company Plc heeft de Vennootschap aanzienlijke inspanningen geleverd in het verbeteren van de administratieve organisatie met het oog op het verwerven van meer en betere inzichten vanuit een operationeel business perspectief, maar ook vanuit een financieel perspectief. Deze upgrade sluit aan met de Sarbanes Oxley (“SOX”) vereisten waaraan de Vennootschap diende te voldoen per 31 december 2015. In dit kader werden alle locaties verplicht om meer data bij te houden, te verzamelen en te communiceren op een consistente en meer diepgaande wijze, - waardoor het voor de onderneming mogelijk werd gemaakt om de berekening van de voorziening te maken op een meer betrouwbare en meer nauwkeurige manier. De vennootschap heeft een meer robuust beheer opgebouwd rondom de opvolging van de gegevens. Zo werden meer productgroepen gedefinieerd en werden hiervoor gegevens verzameld in een meer consistente en granulaire wijze. Dit maakte het mogelijk om meer verfijnde schattingen en berekeningen te maken (bijvoorbeeld de berekening van overtollige voorraad, rekening houdend met meer verfijnde productgroepen en de bijbehorende verkoopprognoses en dit op productniveau, evenals op een geografische niveau). Daarnaast bracht nieuw management nieuwe ervaring en industriekennis met zich mee waarbij rekening gehouden werd met de algemene strategische opties die het bedrijf zal nemen naar de toekomst, en gebaseerd op de nieuwe constellatie waarin het bedrijf zal opereren (als onderdeel van de Perrigo Groep). Omega Pharma management heeft de boekhoudkundige verwerking van deze veranderingen in overeenstemming met IAS 8 geëvalueerd en concludeerde op basis van IAS 8, §34 en § 35 dat dit echte veranderingen in de ramingen zijn die voortvloeien uit nieuwe en betere informatie en een grotere en meer uitgebreide ervaring.
Wijzigingen in schattingen - voorziening voor mogelijke toekomstige terugnames De Groep heeft in het verleden geen voorziening aangelegd voor commerciële terugnames, tenzij er contractuele verplichtingen waren om geretourneerde producten terug te nemen, vermits ze niet in staat was om deze terugnames redelijk te schatten. De afgelopen jaren is de Omega Pharma Groep organisatie ingrijpend veranderd. Wanneer nu een nieuw product wordt gelanceerd op de markt, is het
p. 48/96
goed doordacht vanuit alle invalshoeken (marketing, regelgeving, kwaliteit, enz.), wat voordien niet het geval was. Bijgevolg is het volume van retourzendingen nu stabieler en dus is het geschatte historisch patroon gemakkelijker te voorspellen en te analyseren. Als gevolg daarvan heeft de Groep in 2015 een voorziening geboekt voor productterugname voor een bedrag van 12,5 miljoen euro, gebaseerd op de analyse van historische retourdata van 2012, 2013 en 2014. Sinds de overname door Perrigo heeft de vennootschap niet alleen aanzienlijke inspanningen geleverd in het verbeteren van de eigen administratieve organisatie (zie hierboven), het heeft bovendien haar voornaamste zakenrelaties verplicht te voldoen aan bepaalde administratieve normen. Bijvoorbeeld: In de loop van 2015 was de vennootschap in staat om op periodieke basis toegang te krijgen tot de beschikbare voorraad bij haar voornaamste distributeur, wat het mogelijk maakte om een betrouwbare schatting te maken van de verwachte productterugnames / prijscorrecties. Dergelijke toegang was in voorgaande periodes niet mogelijk. Deze extra inspanningen tot het verkrijgen van meer vertrouwen in processen die zich afspelen buiten de vennootschap moeten gedeeltelijk gezien worden als upgrades in het kader van de SOX eisen waaraan de vennootschap zich diende te houden per 31 december 2015. Tot slot heeft ook kennis van de industrie door het nieuwe management bijgedragen aan de veranderingen in deze schattingen. Omega Pharma management heeft de boekhoudkundige verwerking van deze veranderingen in overeenstemming met IAS 8 geëvalueerd en concludeerde op basis van IAS 8, §34 en § 35 dat dit echte veranderingen in de ramingen zijn die voortvloeien uit nieuwe en betere informatie en een grotere en meer uitgebreide ervaring.
Wijzigingen in schattingen – voorziening voor mogelijk toekomstige prijscorrecties Sinds juni 2014 heeft Omega Pharma Belgium NV (“OPB”) een exclusieve logistieke dienstenovereenkomst met een bepaalde derde partij groothandel waarbij deze derde partij logistieke diensten levert voor producten die klanten rechtstreeks bij Omega bestellen (zogenaamde transfer orders). Omega geeft deze orders/ contracten door aan deze derde partij groothandelaar die de bestelling namens OPB voldoet door het sturen van de producten naar de klant en het verzamelen van de door Omega onderhandelde contante betaling. In aanvulling op de exclusieve logistieke dienstenovereenkomst, fungeert deze derde partij groothandel ook als een gemeenschappelijke distributeur van Omega Pharma-producten. Op het moment dat de producten worden gefactureerd door OPB aan de derde partij groothandelaar is het onbekend of deze producten zullen worden gebruikt om de transferorders uit te voeren, of dat deze zullen worden gebruikt voor de derden-distributeurs andere / eigen verkopen. Indien gebruikt voor de transferorders, zal het prijsverschil tussen de groothandelprijs en de klantenprijs door Omega worden terugbetaald aan de derde partij groothandelaar. De Groep heeft in het verleden geen voorziening aangelegd voor deze toekomstige prijscorrecties vermits men niet in staat was om redelijkerwijs te schatten welk deel van de voorraad bij deze derde partij groothandelaar zou worden gebruikt om transferorders te voldoen, noch het bedrag van de prijscorrecties die zouden voortvloeien uit de uitverkoop van deze voorraad door transferorders. Gezien het feit dat de exclusieve logistieke dienstverleningsovereenkomst meer dan een jaar in voege is, heeft de Groep voldoende ervaring opgedaan om deze toekomstige prijscorrecties redelijkerwijs te kunnen inschatten en dientengevolge werd op 31 december 2015 een voorziening van 9,9 miljoen euro opgenomen. Omega Pharma management heeft de boekhoudkundige verwerking van deze veranderingen in overeenstemming met IAS 8 geëvalueerd en concludeerde op basis van IAS 8, §34 en § 35 dat dit echte
p. 49/96
veranderingen in de ramingen zijn die voortvloeien uit nieuwe en betere informatie en een grotere en meer uitgebreide ervaring.
5.3 Financieel resultaat (in duizend euro) Financiële inkomsten
2015
2014
1 643
3 463
Financiële kosten
-10 290
-11 401
Rentelasten
-46 044
-49 841
Wisselkoersverschillen Niet-recurrente financiële kost Financieel resultaat
-3 554
-5 208
-13 532
-
-71 777
-62 987
Het financiële resultaat steeg tot -71,8 miljoen euro. Deze evolutie vloeit grotendeels voort uit de lagere rentevoet voor schulden in 2015, gecompenseerd door de niet-recurrente financiële kost uit het gerealiseerde verlies door het vroegtijdig beëindigen van de renteswap (13,5 miljoen euro).
5.4 Belastingen op het resultaat (in duizend euro)
2015 gecorrigeerd
2014
Huidige belastingkost
24 687
27 035
Uitgestelde belastingen
86 607
-16 587
111 294
10 448
Totale belastingkost
Belastingen op het resultaat bedragen 111,3 miljoen euro voor 2015, wat een belastingtarief inhoudt van 3.786,6% (2014: 8,4%). Deze stijging is voornamelijk toe te schrijven aan de waardevermindering van bepaalde belastingvorderingen met betrekking tot overgedragen fiscale verliezen voor de redenen die hieronder worden toegelicht. In overeenstemming met IAS 12 op winstbelastingen moet een uitgestelde belastingvordering worden opgenomen in de mate dat het waarschijnlijk is dat er fiscale winst gerealiseerd zal worden. IFRS 5 definieert waarschijnlijk als 'meer wel dan niet’. Alle beschikbare bewijsmateriaal moet worden beschouwd om de erkenning van uitgestelde belastingvorderingen te rechtvaardigen. IFRS schrijft ook voor dat de boekwaarde van uitgestelde belastingvorderingen dient te worden beoordeeld op elke balansdatum, vandaar dat de Groep ultimo 2015 heeft geëvalueerd of de uitgestelde belastingvorderingen nog steeds terugvorderbaar zijn en niet moeten worden afgewaardeerd. Zoals eerder vermeld in dit jaarverslag werd de Groep per 30 maart 2015 verworven door Perrigo Company Plc. Als direct gevolg hiervan werd de fiscale planning zoals aanvankelijk door de Groep is aangenomen, herbekeken vanuit een wereldwijd Perrigo Company Plc groepsperspectief. Op de datum van dit verslag is op basis van nieuwe gegevens en beleid van de onderneming bepaald dat er onvoldoende gunstig bewijs bestaat om de uitgestelde belastingvorderingen betreffende bepaalde overgedragen fiscale verliezen voor een bedrag van circa 71,8 miljoen euro te verantwoorden. In 2015
p. 50/96
werden geen uitgestelde belastingvorderingen opgenomen betreffende fiscale verliezen van het lopende boekjaar voor een bedrag van 38,7 miljoen euro. De belasting op de winst vóór belasting van de Groep verschilt van het theoretische bedrag dat zou verkregen worden op basis van het gewogen gemiddelde belastingtarief dat van toepassing is op de winsten van de geconsolideerde ondernemingen als volgt:
(in duizend euro)
2015 gecorrigeerd
2014 gecorrigeerd
Resultaat exclusief geassocieerde ondernemingen
2 939
124 900
Belasting berekend volgens het gewogen gemiddelde statutaire belastingtarief
-947
40 500
-5 391
-10 271
6 609
2 005
-38 746
409
71 800
-26 700
477
4 505
111 294
10 448
Niet-belastbare inkomsten Verworpen uitgaven Fiscale verliezen waarvoor geen uitgestelde belastingen voorzien waren Netto-effect van veranderingen in de saldi van uitgestelde belastingvorderingen Overige Belastingkosten
Het aanzienlijke netto-effect van de veranderingen in het saldo van de latente belastingvorderingen is voornamelijk te wijten aan de hierboven beschreven redenen. Het negatieve 2014 bedrag in deze toelichting opgenomen bevat de belastingvrijstelling van de meerwaarde op de aandelen van Arseus. Inkomsten die niet onderworpen zijn aan belasting daalden als gevolg van de daling van bepaalde inkomsten of waren niet meer beschikbaar of geclaimd in het 2015 provisieproces.
p. 51/96
6. Elementen van de balans 6.1 Immateriële vaste activa (in duizend euro)
Concessies & octrooie n
Merken
Software
Ander e
TOTAAL
884 274
29 962
1 327
1 676 152
-9 926
-18 501
-383
-120 729
18 636
874 348
11 461
944
1 555 423
69 440
18 636
874 348
11 461
944
1 555 423
-416
-12
-245
-208
-1
-309
Goodwill
R&D
580 594
133 478
46 517
-64 038
-27 881
580 594
69 440
580 594 573
Op 1 januari 2014 Cost of fair value Gecumuleerde afschrijvingen Netto boekwaarde
Jaar afgesloten op 31 december 2014 Netto boekwaarde begin periode Wisselkoersverschillen op de aanschaffingswaarde Investeringen Interne ontwikkeling Aangekocht bij derden Door bedrijfscombinaties
25 345
29 159
0
11 380
1 247
140 800
4 252
40 999
0
2 117
31 183
8
-4 605
-226
-2 375
-943
-20
-8 169
485
-49
-11
-641
457
416
17
25
171
-19 490
-11 215
-932
-5 836
Verkopen Transfers tussen rekeningen en aanpassingen Wisselkoersverschillen op afschrijvingen
3 814
673
728
158 407 74 307
629
Afschrijvingslasten Afschrijvingen van het jaar Door bedrijfscombinaties
-1 235
-357
4 558
211
481
-384
59
622 839
86 729
9 550
622 839
165 667
49 594
Afschrijvingen op verkopen Transfers tussen rekeningen en aanpassingen Netto boekwaarde einde periode
-63
-37 536 -1 592
912
6 162
215
445
335
1 042 928
13 835
1 392
1 777 273
1 053 637
36 874
1 393
1 930 004
Op 31 december 2014 Cost of fair value Gecumuleerde afschrijvingen Netto boekwaarde
-78 938
-40 044
-10 709
-23 039
-1
-152 731
622 839
86 729
9 550
1 042 928
13 835
1 392
1 777 273
622 839
86 729
9 550
1 042 928
13 835
1 392
1 777 273
-507
192
28
314
106
133
3 694
28 614
Jaar afgesloten op 31 december 2015 Netto boekwaarde begin periode Wisselkoersverschillen op de aanschaffingswaarde Investeringen Interne ontwikkeling
24 920
Aangekocht bij derden Door bedrijfscombinaties Verkopen
12 126
8 488
87 802 -1 666
-1 715
210 904
2 855
57 000
13
-206 626
-586
103
234 476 144 815
-245
-210 838
p. 52/96
Transfers tussen rekeningen en aanpassingen Wisselkoersverschillen op afschrijvingen
-301
266
-229
-40
-304
-188
-5
-92
-103
-388
-24 541
-5 611
-889
-6 932
-37 973
-12
-12
1 666
1 714
1
531
3 912
Afschrijvingslasten Afschrijvingen van het jaar Door bedrijfscombinaties Afschrijvingen op verkopen Transfers tussen rekeningen en aanpassingen Waardevermindering Netto boekwaarde einde periode
5
-5
-2 293
-5 256
-7 549
707 540
99 509
12 449
1 098 284
13 167
1 210
1 932 159
707 540
201 505
56 395
1 109 973
42 727
1 210
2 119 350
-101 996
-43 946
-11 689
-29 560
99 509
12 449
1 098 284
13 167
1 210
1 932 159
Op 31 december 2015 Cost of fair value Gecumuleerde afschrijvingen Netto boekwaarde
707 540
-187 191
De bedragen voor onkosten met betrekking tot Onderzoek en Ontwikkeling opgenomen in de resultatenrekening zijn niet significant. De activa zijn in volle eigendom en werden niet in pand gegeven. Per 31 december 2015 heeft de Onderneming geen contractuele verplichtingen om immateriële activa te verwerven. Na 31 december 2015, werd voor sommige activa een herwaarderingsminderwaarde geboekt ten belope van 7,5 miljoen euro, als gevolg van een verkoopsproces dat gestart is na de neerlegging van de jaarrekening op 7 april 2016. Alle andere immateriële activa en goodwill werden niet herwaardeerd, zoals hieronder verder beschreven. Goodwill Goodwill wordt jaarlijks getest op bijzondere waardeverminderingen en wordt geboekt tegen kostprijs min gecumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Tests op bijzondere waardevermindering voor goodwill Er is goodwill toegekend aan de kasstroomgenererende eenheden van de Groep, geïdentificeerd als de vier bedrijfseenheden van de Groep, zijnde West-Europa, België, Groeimarkten en Frankrijk. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de goodwilltoekenning per bedrijfseenheid (in duizend euro). Business Unit 2015
2014
357 788
270 883
37 673
39 966
Groeimarkten
161 405
161 316
Frankrijk
150 674
150 674
707 540
622 839
(in duizend euro) West-Europa België
Total
p. 53/96
De realiseerbare waarde van een kasstroomgenererende eenheid wordt bepaald op basis van berekeningen van de waarde in gebruik. Deze berekeningen maken gebruik van kasstroomvoorspellingen op vijf jaar, op basis van gedetailleerde financiële budgetten die door het management zijn goedgekeurd voor het eerste jaar. Voor het tweede tot vijfde jaar worden de budgetcijfers van het eerste jaar geëxtrapoleerd waarbij rekening wordt gehouden met een intern groeipercentage en een begrote brutomarge. Naast deze percentages omvat het model een aantal veronderstellingen, zoals de doorlopende groei en een verdisconteringsvoet vóór belastingen. Op de volgende pagina wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste veronderstellingen voor de berekeningen voor de waarde in gebruik. Het management heeft de brutomarge en de groeipercentages berekend op basis van de prestaties in het verleden en zijn verwachtingen ten aanzien van de ontwikkeling van de markt (“autonome 5 jaar groei”). Om redelijkheid te beoordelen vergelijkt Management de autonome 5 jaar groeipercentages met het meerjarenplan van het management voor elke rapporterende eenheid. Gezien het feit dat de groeicijfers voor elke rapporterende eenheid redelijk hoger zijn in het meerjarenplan als gevolg van de strategieën van voortdurende productlijnuitbreidingen, introductie van nieuwe producten in deze markten en andere veronderstellingen, heeft het management besloten dat de autonome 5 jaar groeipercentages redelijk zijn. De waarde per kasstroomgenererende eenheid, die op die manier wordt verkregen, wordt vergeleken met de netto boekwaarde van de overeenstemmende vaste activa. De realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheden blijft groter dan hun netto boekwaarde, waardoor er zich geen waardevermindering van de goodwill voor 2015 opdringt. De test bevat onder meer een analyse van de gevoeligheid aan wijzigingen bij de belangrijkste veronderstellingen, waaronder de verdisconteringsvoet vóór belastingen, vrije cash flow en lange termijngroei: Indien een van de volgende afzonderlijke minder gunstige veronderstellingen wordt gebruikt: - verdisconteringsvoet vóór belastingen van 12%, - vrije cash flow van 90% van de projecties van vrije kasstromen gebruikt voor de berekening van de impairment test, - en lange termijngroei van 1,5% Dit zou niet leiden tot een bijzondere waardevermindering van goodwill, met uitzondering van de kasstroomgenererende eenheid Groeimarkten waar de verdisconteringsvoet vóór belastingen van 14% niet zou leiden tot een verhoogd risico op impairment. Voor de kasstroomgenererende eenheid met het kleinste verschil op dit vlak, ligt de berekende realiseerbare waarde nog boven de netto boekwaarde. Een redelijke wijziging in de basisveronderstellingen waarop het management zich heeft gebaseerd om de recupereerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheden vast te stellen, zal niet leiden tot een aanpassing van de boekwaarde van deze eenheden die hun recupereerbare waarde zou overschrijden.
p. 54/96
Autonome 5 jaar-groei (%) 2015 België Frankrijk West-Europa Groeimarkten
2014
Doorlopende (perpetuele) groei (%) 2015
2014
Bruto marge (%)
Verdisconteringsvoet (%)
2015
2014
2015
2014 8,7
10
2
2
2
38,14
26,63
7,64
6
3
2
2
67,18
63,30
8,43
7,7
12
2
2
2
68,95
68,21
10,5
8,9
16,5
8
4,5
2,5
68,70
75,12
12,2
8,7
Merken De netto boekwaarde van alle merken, inclusief diegene met onbepaalde gebruiksduur, wordt jaarlijks getest op een bijzondere waardevermindering op niveau van een kasstroomgenererende eenheid, zoals eerder gedefinieerd, en volgens dezelfde methodologie als voor de goodwill. De volgende veronderstellingen werden gebruikt: - Doorlopende groei : tussen 2% en 3% - Verdisconteringsvoet: 9,94% Een gevoeligheidsanalyse wordt ook uitgevoerd op de belangrijkste veronderstellingen voor de impairment test op de merken met onbepaalde gebruiksduur, waaronder de verdisconteringsvoet vóór belastingen, vrije cash flow en lange termijngroei. Mocht een van deze volgende afzonderlijke minder gunstige veronderstelling worden gebruikt, zou dit niet leiden tot een aantasting van de merken met onbepaalde gebruiksduur:: de verdisconteringsvoet vóór belastingen van 11,6%, vrije kasstroom van 90% van de projecties van de vrije kasstroom voor de berekening van de impairment test, en lange termijngroei van 1%. Op basis van alle relevante factoren, is er voor de corporate star brands en de lokale key brands geen voorzienbare beperking op de periode, tijdens dewelke deze merken verwacht worden kasstromen te genereren voor de Onderneming. Aan deze merken werd een onbepaalde gebruiksduur toegewezen. De ervaring wijst immers uit dat dergelijke merken, mits een bepaald niveau van marketingondersteuning, voortdurend nieuwe consumenten kunnen blijven aanspreken. De totale boekwaarde van de star brands en key brands bedroeg 1.103,5 miljoen euro per eind 2015 (2014: 1.011,9 miljoen euro) waarvan volgende merken de belangrijkste zijn: XLS, Lactacyd, Bittner, Abtei en Solpadeine. Bovenop de test op bijzondere waardevermindering, wordt het karakter van onbeperkte gebruiksduur van de star en key brands jaarlijks herzien. Hierbij worden niet alleen strategische beschouwingen in acht genomen, maar evenzeer de evolutie van de netto realiseerbare waarde. De netto boekwaarde van elk van de voormelde merken wordt apart vergeleken met zijn netto realiseerbare waarde. De netto realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste waarde bekomen op basis van: • een discounted cashflow model, vergelijkbaar met de berekening voor bijzondere waardevermindering op goodwill; • een multiple-methode. Wat de multiple-methode betreft, worden volgende multiples toegepast, waarbij de waarde van het merk overeenstemt met de multiple op de jaarlijkse omzet van het betreffende merk:
p. 55/96
Brand
Multiple
Star Key Other
3 2.5 2
Bij herziening bleken deze multiples nog steeds overeen te stemmen met de ratio’s die in de voorbije jaren op de markt werden gehanteerd voor acquisities van vergelijkbare merken. Voor alle strategische merken overtreft de realiseerbare waarde de netto boekwaarde, wat de aard van onbeperkte gebruiksduur van de merken bevestigt.
p. 56/96
6.2 Materiële vaste activa
(in duizend euro)
Terrein en en gebouw en
Install., Meubilair machines en en rollend uitrusting materieel
Leasing & andere soortgel. rechten
Andere materiële vaste activa
Activa in aanbouw
TOTAAL
2 552
178 626
Op 1 January 2014 Cost of fair value
42 689
55 753
12 693
8 952
55 987
Gecumuleerde afschrijvingen
-18 996
-32 866
-9 501
-3 774
-33 824
Netto boekwaarde
23 693
22 887
3 192
5 178
22 163
2 552
79 665
23 693
22 887
3 192
5 178
22 163
2 552
79 665
18
-22
-60
-4
10
-2
-60
1 144
2 095
1 382
1
22 479
2 572
26 673
15
154
80
2
-3 928
-1 264
-1 969
-392
-227
-511
-8 291
1 217
600
-202
-67
-45
-2 084
-581
-2
30
49
2
-5
74
-1 525
-4 637
-1 326
-370
-14 607
-22 465
Afschrijvingen op verkopen
2 994
1 102
1 946
381
124
6 547
Transfers tussen rekeningen en aanpassingen
5
114
242
34
-15
380
23 616
20 920
3 408
4 843
29 879
2 527
85 193
41 141
57 177
11 998
8 570
78 206
2 527
199 619
-17 525
-36 257
-8 590
-3 727
-48 327
23 616
20 920
3 408
4 843
29 879
2 527
85 193
23 616
20 920
3 408
4 843
29 879
2 527
85 193
122
79
30
-1
-69
-2
159
1 314
2 487
1 656
20 811
4 987
31 255
-9
-2
-7 235
-3 713
-1 517
-1 565
-1
-14 098
205
3 588
131
-113
-3 955
-144
-17
-40
-28
1
24
-60
-1 651
-4 916
-1 449
-339
-19 463
-27 818
-98 961
Jaar eindigend op 31 december 2014 Netto boekwaarde begin periode Wisselkoersverschillen op de aanschaffingswaarde Investeringen Aangekocht bij derden Door bedrijfscombinaties Verkopen en buitengebruikstellingen Transfers tussen rekeningen en aanpassingen Wisselkoersverschillen op afschrijvingen
251
Afschrijvingen Afschrijvingen van het jaar Door bedrijfscombinaties
Netto boekwaarde einde periode
op 31 december 2014 Cost of fair value Gecumuleerde afschrijvingen Netto boekwaarde
-114 426
Jaar eindigend op 31 december 2015 Netto boekwaarde begin periode Wisselkoersverschillen op de aanschaffingswaarde Investeringen Aangekocht bij derden Door bedrijfscombinaties Verkopen en buitengebruikstellingen Transfers tussen rekeningen en aanpassingen Wisselkoersverschillen op afschrijvingen
-2 -67
-13
Afschrijvingen Afschrijvingen van het jaar
p. 57/96
Door bedrijfscombinaties Afschrijvingen op verkopen Transfers tussen rekeningen en aanpassingen Netto boekwaarde einde periode
5 560
3 500
1 490
55
1 566
12 171 -41
-41 21 914
21 896
3 678
4 492
31 068
3 556
3 556
86 604
op 31 december 2015 Cost of fair value Gecumuleerde afschrijvingen Netto boekwaarde
35 547
59 609
12 296
8 502
97 268
-13 633
-37 713
-8 618
-4 010
-66 200
21 914
21 896
3 678
4 492
31 068
216 778 -130 174
3 556
De activa zijn in volle eigendom en werden niet in pand gegeven.
p. 58/96
86 604
6.3
Financiële activa en overige vaste activa
(in duizend euro)
31 december 2015
Borgtochten Vorderingen op meer dan één jaar Overige vaste activa Voor verkoop beschikbare financiële activa Totaal
31 december 2014
1 726
1 508
534
437
2 260
1 945
0
0
2 260
1 945
Geen van de borgtochten vereist een bijzondere waardevermindering (impairment).
6.4 Voorraden (in duizend euro)
31 december 2015 Gecorrigeerd*
31 december 2014 gecorrigeerd
Grondstoffen
10 572
10 988
Hulpstoffen
10 460
10 227
9 816
7 424
Goederen in bewerking Gereed product Handelsgoederen Voorraden
6 102
11 858
171 119
176 352
208 069
216 849
* Bepaalde bedragen hier werden gecorrigeerd en weerspiegelen deze correcties, zie toelichting 7.12.
Gereed product verwijst naar producten die door de Groep werden geproduceerd, terwijl handelsgoederen betrekking hebben op producten die bij derden werden aangekocht. Er zijn geen beperkingen of panden van toepassing op de voorraden.
6.5 Handelsvorderingen en overige vorderingen
(in duizend euro)
31 december 2015 gecorrigeerd
31 december 2014 gecorrigeerd
Handelsvorderingen
215 404
182 131
Voorzieningen voor bijzondere waardevermindering van vorderingen
-15 394
-16 503
200 010
165 628
15 405
8 528
Handelsvorderingen – netto BTW vorderingen Belastingvorderingen
6 476
4 650
Overige vorderingen
11 427
11 778
6 854
11 164
40 163
36 121
240 173
201 749
Overlopende rekeningen Overige vorderingen Totaal
p. 59/96
Openstaand bedrag (in duizend euro)
Waarvan niet vervallen op 31 december
Handelsvorderingen op 31 december 2015
200 010
161 008
Overige vorderingen op 31 december 2015
11 427
11 427
Handelsvorderingen op 31 december 2014
165 628
132 250
Overige vorderingen op 31 december 2014
11 776
11 776
Waarvan niet vervallen op het einde van het boekjaar maar vorderbaar op de hieronder vermelde termijnen Minder dan 30 dagen
tussen 30 en 90 dagen
tussen 90 en 150 dagen
Minder dan 30 dagen
25 426
4 598
6 470
2 508
24 430
4 062
2 979
1 907
6.6 Geldmiddelen en kasequivalenten (in duizend euro) Beleggingen op korte termijn
31 december 2015
31 december 2014
216
1 969
Geldmiddelen op zichtrekeningen en contanten
26 058
34 525
Geldmiddelen en kasequivalenten
26 274
36 494
De overgrote meerderheid van geldmiddelen en kasequivalenten bestaat uit geldmiddelen op zichtrekeningen (van de filialen van de Groep) en contanten. De kasmiddelen zijn goed gespreid aangezien ze op rekeningen staan bij verschillende banken in verschillende landen, met algemeen een positieve ‘rating’. Er zijn geen liquide middelen die niet beschikbaar zijn voor gebruik door de Groep.
6.7 Eigen vermogen De bewegingen van deze balanspost worden getoond in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen. In 2015 steeg het eigen vermogen van 672,3 miljoen euro naar 773 miljoen euro. De stijging was voornamelijk het gevolg van het resultaat van het boekjaar en de kapitaalsverhoging van 200 miljoen euro. Op de balans is 200.847.901,31 euro opgenomen als kapitaal en het resterende bedrag van 423.641.240,73 euro als uitgiftepremies. De reserves van de Groep bedragen 180,6 miljoen euro per 31 december 2015 wat het gevolg is van het resultaat van het boekjaar en de actuariële winsten die direct in het totaal opgenomen resultaat van de Groep opgenomen werden (zie hiervoor ‘Totaal opgenomen resultaat voor de periode’). Op 31 december 2015 had de Groep 30.243.983 eigen aandelen (zelfde hoeveelheid als in 2014). Alle uitgegeven aandelen door de Groep zijn volgestort. De aandeelhoudersstructuur wordt weergegeven in toelichting 7.9. verder in dit verslag.
p. 60/96
Op 31 december 2015 was de Raad van Bestuur, in het kader van het toegestane kapitaal, gemachtigd om het kapitaal met een maximum van 391.901,31 euro te verhogen.
6.8 Voorzieningen
(in duizend euro)
Saldo op 31 december 2013 Toevoegingen door bedrijfscombinaties Andere toevoegingen Aanwendingen Wisselkoersverschillen Saldo op 31 december 2014 Toevoegingen door bedrijfscombinaties Andere toevoegingen Aanwendingen Wisselkoersverschillen Saldo op 31 december 2015
Geschillen
Overige risico’s en kosten
TOTAAL
163
1 591
1 754
-
-
-
327
1 541
1 868
-181
-1 665
-1 846
-
-
-
309
1 467
1 776
-
-
-
3 298
4 011
7 309
-129
-3 107
-3 236
-
-
-
3 478
2 371
5 849
De overige provisies voor risico’s en kosten betreffen provisies voor herstructurering bij verscheidene ondernemingen van de Groep, voornamelijk in België, Nederland en Oostenrijk.
p. 61/96
6.9 Pensioenverplichtingen 6.9.1. Toegezegde pensioenregeling De Groep heeft verschillende plannen met een ‘Toegezegde pensioenregeling' onder gelijkaardige wetgevingen, voornamelijk met betrekking tot de Nederlandse, de Duitse, de Franse, de Zwitserse en de Noorse activiteiten. Alle plannen met een toegezegde pensioenregeling zijn gebaseerd op het eindsalaris die de deelnemers aan het plan een gegarandeerd niveau van pensioenbetaling garanderen bij het einde van hun carrière. De bedragen met betrekking tot medische zorgverlening na uitdiensttreding zijn opgenomen in de verplichting, maar zijn niet significant. Er zijn geen informele lange termijnpersoneelsbeloningen. De nieuwe in de balans opgenomen bedragen worden als volgt bepaald: (in duizend euro) Contante waarde van gefinancierde verplichtingen Reële waarde van de fondsbeleggingen Verplichting in de balans*
31 December 2015
31 December 2014
31 December 2013
63 045
56 030
39 831
-46 584
-40 263
-25 818
16 461
15 767
14 013
* Verschil tussen de gefinancierde verplichtingen (betalingen door Omega Pharma) en de reële waarde van de fondsbeleggingen in het pensioenplan.
De activa betreffen reserves van in aanmerking komende verzekeringspolissen en vormen geen onderdeel van de eigen financiële instrumenten van de Groep.
p. 62/96
De beweging van de pensioenverplichtingen en de reële waarde van de fondsbeleggingen is als volgt:
(in duizend euro)
Saldo per 1 januari 2014
Actuele waarde van de verplichting
Reële waarde van de fondsbeleggingen
Totaal
39 831
-25 818
14 013 2 189
Winst en verlies Pensioenkost van de huidige diensttijd
2 189
0
Intrest kost/(opbrengst)
1 444
-1 142
302
-615
0
-615
3 018
-1 142
1 876
-11 094
-11 094
14 340
-1 313
13 027
14 340
-12 407
1 933
-27
4
-23
Pensioenkost van de verstreken diensttijd Impact op winst- en verliesrekening Herberekeningen Rendement van de fondsbeleggingen, excl. bedragen vervat in de intrest kost/(opbrengst) Actuariële (winst)/verlies Aanpassing aan de asset ceiling, excl. bedragen vervat in de intrestkost Impact van de herberekeningen op de ‘Totaal opgenomen resultaat voor de periode’ Wisselkoersverschillen Verkregen door bedrijfscombinaties
30
30
Contributies Werkgever
-11
-1 063
-1 074
56
56
-1 053
771
-282
-39 599
15 767
2 832
0
2 832
945
-209
736
0
0
0
3 777
-209
3 568
-6 130
-6 130
4 478
-234
4 244
4 478
-6 364
-1 886
-18
-11
-29
-1 012
-1 012
Deelnemers aan het plan Betalingen uit het plan Uitkeringen Afwikkelingen Saldo per 31 december 2014
-762 55 366
-762
Winst en verlies Pensioenkost van de huidige diensttijd Intrest kost/(opbrengst) Pensioenkost van de verstreken diensttijd Impact op winst- en verliesrekening Herberekeningen Rendement van de fondsbeleggingen, excl. bedragen vervat in de intrest kost/(opbrengst) Actuariële (winst)/verlies Aanpassing aan de asset ceiling, excl. bedragen vervat in de intrestkost Impact van de herberekeningen op de ‘Totaal opgenomen resultaat voor de periode’ Wisselkoersverschillen Verkregen door bedrijfscombinaties Contributies Werkgever Deelnemers aan het plan
73
-73
Administratieve kosten
49
38
87
-604
585
-19
-76
61
-15
63 045
-46 584
16 461
Betalingen uit het plan Uitkeringen Afwikkelingen Saldo per 31 december 2015
De Groep heeft verschillende plannen met een ‘Toegezegde pensioenregeling' onder gelijkaardige wetgevingen, voornamelijk in Nederland, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Noorwegen.
p. 63/96
Netto verplichtingen in de balans op 31 december
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Zwitserland
Noorwegen
TOTAAL
(in duizend euro) 2015
570
7 871
6 222
2 254
68
14 731
2014
943
8 087
5 509
-
256
14 795
De voornaamste actuariële assumpties zijn de volgende: Assumpties 2015
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Noorwegen
Zwitserland
Verdisconteringsvoet
2.50%
2.50%
2.00%
2.50%
0.90%
Inflatie
1.80%
1.50%
2.00%
-
0.60%
-
3.00%
2.00%
2.25%
1.00%
0.50%
1.50%
-
0.00%
0.00%
Stijging van het loon Stijging van het pensioen
Assumpties 2014
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Noorwegen
Zwitserland
Verdisconteringsvoet
2.30%
2.40%
1.80%
3.00%
-
Inflatie
1.80%
2.00%
2.00%
3.25%
-
Stijging van het loon
2.30%
3.00%
2.00%
3.00%
-
Stijging van het pensioen
0.50%
1.50%
3.00%
0.10%
-
De belangrijkste assumptie is de verdisconteringsvoet. Het gevolg van de toegezegde pensioenregelingverplichting op een stijging/daling van de verdisconteringsvoet met 0,50% is een daling van de verplichting met 11% in het geval van een stijging van de verdisconteringsvoet, en een stijging van de verplichting met 13% bij een daling van de verdisconteringsvoet. Deze berekening is gebaseerd op een wijziging in de verdisconteringsvoet terwijl alle andere assumpties constant blijven. Het is onwaarschijnlijk dat dit in de praktijk werkelijk gebeurt, daar wijzigingen van de assumpties vaak gecorreleerd zijn. De berekening van de reactie van de toegezegde pensioenregelingverplichting is op dezelfde wijze gebeurd als bij de berekening van de pensioenverplichting vermeld op de balans (actuele waarde van de toegezegde pensioenregelingverplichting met de projected unit credit method op het einde van de rapporteringsperiode). De methodes en de types assumpties gebruikt bij de berekening van de sensitiviteitsanalyse is niet gewijzigd ten opzichte van vorige jaren. De assumpties met betrekking tot toekomstige sterftecijfers werden bepaald op basis van actuarieel advies in overeenstemming met gepubliceerde statistieken en ervaringen in elk land. Via de toegezegde pensioenregelingplannen is de Groep onderhevig aan een aantal risico’s, waarvan de belangrijkste hier opgesomd worden : • Volatiliteit van de activa: de verplichtingen van het plan zijn berekend met een verdisconteringsvoet die verwijst naar de opbrengst van obligatieleningen; als de activa van het plan onder deze opbrengst presteren dan zal dit een tekort veroorzaken. Alle hierboven beschreven
p. 64/96
plannen hebben een belangrijk deel aan aandelen, waarvan verondersteld wordt dat ze op lange termijn beter presteren dan de obligatieleningen, maar die op korte termijn een risico op volatiliteit inhouden. • Wijzigingen in de obligatie opbrengst: een daling van de opbrengst van obligatieleningen zal de verplichtingen van de plannen doen stijgen, alhoewel deze stijging gedeeltelijk gecompenseerd zal worden door de stijging van de waarde van de obligaties in de fondsbeleggingen. • Risico op inflatie: de inflatie heeft een invloed op alle hierboven beschreven plannen en een hogere inflatie zal hogere verplichtingen tot gevolg hebben. • Levensverwachting: alle hierboven beschreven plannen voorzien in uitkeringen bij leven van de deelnemers, dus zal een stijging van de levensverwachting resulteren in een stijging van de planverplichtingen. De gemiddelde duur van de toegezegde pensioenregelingverplichtingen is ongeveer 20,6 jaar. De verwachte bijdragen voor 2016 zijn: (in duizend euro)
2016
Nederland 450
Duitsland
994
Frankrijk
230
Zwitserland
170
Noorwegen
268
6.9.2. Plannen met toegezegde bijdrageregeling In de verschillende Belgische vennootschappen heeft de Groep pensioenplannen in het kader van een groepsverzekering. Deze pensioenplannen zijn plannen met toegezegde bijdrage, maar door de Belgische wetgever is de werkgever verplicht om een minimum opbrengst van de contributies te garanderen. Deze garantie is niet langer volledig verzekerd, en daarom moeten deze toegezegde bijdrage-plannen beschouwd worden als plannen met een toegezegde pensioenregeling bij de enge interpretatie van IAS 19 R richtlijnen. Omega Pharma heeft in 2013 een actuariële berekening laten maken van de pensioenverplichtingen, en ook van de mogelijke uitkeringen bij overlijden vóór de pensioenleeftijd. Gebaseerd op deze berekeningen heeft Omega Pharma beslist om geen provisie aan te leggen in de balans van de Groep, aangezien de impact van deze verplichtingen niet materieel is.
p. 65/96
6.10 Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 31 december 2015 gecorrigeerd
(in duizend euro) Belastingschulden met betrekking tot het huidige jaar
31 december 2014
15 146
17 701
8 140
12 074
Bezoldigingen en sociale lasten
24 769
21 387
Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
48 055
51 162
Andere belastingschulden en te betalen BTW
Voor de vorderingen m.b.t. belastingen: zie toelichting 6.5.
Uitgestelde belastingverplichtingen
(in duizend euro)
Saldo per 31 december 2013 Resultaat
Verschil met belasting afschrijvingen
Niet uitgekeerde winsten
Financiële instrumenten
Overige
Overboekingen
TOTAAL uitgestelde belastingverplichtingen
108 324
1 319
132
7 796
-11 325
106 246
7 329
137
-276
991
8 181
Opgenomen in het eigen vermogen Acquisitie van dochteronderneming
0 7 672
7 672
Overboekingen Wisselkoersverschillen Saldo per 31 december 2014 Resultaat
-18 123 307
1 760
1 760
1 1 456
-17
-144
8 788
-9 565
123 842
410
911
-1
5 003
4 417
-4 417
19 288
31
12
3 683
Opgenomen in het eigen vermogen Acquisitie van dochteronderneming Overboekingen Wisselkoersverschillen Saldo per 31 december 2015
14 005
145 443
14 005
1 456
266
5 294
19 288 43
9 722
162 182
Het saldo per 31 december 2015 van 162,2 miljoen euro bevat voor 21,3 miljoen euro verplichtingen op minder dan één jaar (2014: 16,6 miljoen euro). Het saldo (140,9 miljoen euro) vervalt op meer dan één jaar. De kolom overboekingen in de tabellen voor uitgestelde belastingverplichtingen en uitgestelde belastingvorderingen bevat telkens dezelfde bedragen aangezien het om saldering (‘netting’) gaat van door de lokale entiteiten opgenomen activa en passiva. Deze overboekingen betreffen 'offsets' zoals bedoeld in IAS 12 §71.
p. 66/96
Uitgestelde belastingvorderingen
(in duizend euro)
Saldo per 31 december 2013 Resultaat
Verschillen in afschrijvings%
Personeel sbeloninge n
Voorzieningen
Overdraagba re Verlieze n
-5 894
3 664
1 821
49 573
-3 375
699
694
26 750
Opgenomen in eigen vermogen
Financ. Instrumenten
Overige
Overboekingen
TOTAAL uitgesteld e belastings vordering en
3 476
4 198
-11 325
45 513 24 768
1 276
Wijziging consolidatiekring
1 276
642
642
Overboekingen Wisselkoersverschillen Saldo per 31 december 2014 Resultaat
1 760 48
1
4 752
-9 221
4 363
3 158
76 323
-983
5 854
-71 796
-349
Wijziging consolidatiekring
49 4 198
-9 565
53 -19 649
3 031
74 008 -81 604
-4 198 -4 752
-5 101
297
Overboekingen
Saldo per 31 december 2015
0
-10 481
Opgenomen in eigen vermogen
Wisselkoersverschillen
0
1 760
297
1 590
-1 590
-25
473
10 874
3 410
19 288
19 288 501
0
0
9 723
Het saldo per 31 december 2015 van 7,4 miljoen euro bevat voor 0,2 miljoen euro verplichtingen op minder dan één jaar (2014: 0,3 miljoen euro). Het saldo (7,2 miljoen euro) vervalt op meer dan één jaar.
p. 67/96
7 389
6.11 Financiële schulden en afgeleide financiële instrumenten Samenstelling volgens looptijd
(in duizend euro) Langlopend Leasingschulden en soortgelijke schulden Waarvan op meer dan 1 jaar doch hoogstens 5 jaar Waarvan op meer dan 5 jaar Achtergestelde leningen Waarvan op meer dan 1 jaar doch hoogstens 5 jaar Waarvan op meer dan 5 jaar Bankleningen Waarvan op meer dan 1 jaar doch hoogstens 5 jaar Waarvan op meer dan 5 jaar Afgeleide financiële instrumenten Overige schulden Kortlopend Leasingschulden en soortgelijke schulden Bankleningen Kaskrediet Afgeleide financiële instrumenten Overige schulden Totaal
31 december 2015 gecorrigeerd
31 december 2014 gecorrigeerd
907 782
1 032 372
544
1 346
544
1 346
0
0
600 000
600 000
600 000
600 000
0
0
307 001
416 125
307 001
281 125
0
135 015
0
13 775
236
1 125
251 274
113 147
812
772
174 960
111 725
76 277
220
-784
423
8
7
1 159 056
1 145 519
Sommige van onze lange termijn schuldovereenkomsten bevatten gebruikelijke restricties en covenanten met betrekking tot onze financiële en operationele prestaties. Op 31 december 2015 voldeden we aan al de covenanten in onze materiële schuldovereenkomsten, behalve de leverage ratio covenant met betrekking tot de USPP 2011 obligatielening als gevolg van de correctie van de geconsolideerde jaarrekening van 31 december 2015, zoals besproken in toelichting 7.12. Na 31 december 2015, kregen we een retroactieve waiver van de schuldeiser via een stijging van de leverage ratio covenant, waardoor we opnieuw voldeden aan de voorwaarden. De verplichting verbonden met dit schuldbewijs werd als kortlopend gerubriceerd in de Gecorrigeerde Geconsolideerde Balans van 31 december 2015. De aard van de geconstateerde fouten beïnvloed ook de openingsbalans van 1 januari 2014, met inbegrip van de classificatie van de financiële schulden die zijn vervolgens afgelost werden op 1 januari 2014 voor een totaal bedrag van 16,2 miljoen euro. We hebben besloten de classificatie van de achteraf afgeloste financiële schulden per 1 januari 2014 van lange termijn naar korte termijn niet te veranderen, omdat eventuele herindeling van korte termijn naar lange termijn en het achteraf weer omkeren als gevolg van de gebeurtenissen en informatie die zich hebben voorgedaan na 1 januari 2014,
p. 68/96
niet gunstig zou zijn voor het begrip van de lezer van onze geconsolideerde jaarrekening, die we nu uitgeven voor 2015 met vergelijkende cijfers van 2014. De leverage covenant van de USPP stipuleert dat de netto schuld op het niveau van Omega Pharma NV beneden 3,50 keer de geannualiseerde EBITDA moet blijven. De Omega pharma Invest retail bond omvat een covenant dat stipuleert dat de coupon zal stijgen indien de netto schuld ten opzichte van de geannualiseerde EBITDA boven 5,10 stijgt op een geconsolideerde basis en boven 3,00 stijgt op een standalone basis.
p. 69/96
Leningen 31 december 2015 (in duizend euro)
31 december 2014
Effectieve rente
Bedrag
Effectieve rente
Bedrag
Langlopende bank leningen Gesyndiceerde lening
-
-
264 590
1,16 %
307 000
1,139 %
0
-
US private placement 2004
0
-
16 233
6,19 %
US private placement 2011
0
-
134 976
5,11 %
Reële waarde van het afgedekte deel van de US private placement
0
206
780
2 591
307 781
418 596
307 781
402 156
0
16 440
-
-
Lening Perrigo
Andere Totaal langlopende leningen Waarvan in euro Waarvan in US dollar Kortlopende bankleningen Gesyndiceerde lening US private placement 2004 Reële waarde van het afgedekte deel van de US private placement Andere Totaal kortlopende leningen Waarvan in euro Waarvan in US dollar Totaal langlopende en kortlopende leningen
135 045 0
5,11% 0
116 229
113 147
251 274
113 147
251 274
113 147
0
0
559 055
531 743
Noot: kaskredieten zijn in bovenstaande tabel niet opgenomen.
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, bestaat de schuldfinanciering van de Groep uit drie belangrijk leningen: (1) een leningfaciliteit met Perrigo, (2) een private plaatsing in de VS uit 2011 en (3) een obligatielening (met vervaldagen 2017 en 2019). (1)
In april 2015 heeft Omega Pharma de gesyndiceerde lening terugbetaald (500 miljoen euro) en vervangen door een leningfaciliteit met Perrigo. Tegelijkertijd werden de daaraan gerelateerde interest rate swaps beëindigd.
(2)
In juli 2011 werd een nieuwe private plaatsing in de VS afgesloten voor 135 miljoen euro. Het betreft een lening in euro waarvoor dus geen indekking nodig was. In mei 2015 werd de eerste private plaatsing in de VS die werd afgesloten in de loop van 2004 (20 miljoen US dollar) afgelost; alsook werd de cross currency interest rate swap beëindigd.
(3)
In april 2012 deelde Omega Pharma mee dat het een openbaar aanbod in België en het Groothertogdom Luxemburg uitbracht voor twee reeksen van obligatieleningen. De vaste interestvoet voor de obligaties met vervaldatum 2017 is 4,500% en 5,000% voor de obligaties met vervaldatum 2019. Het totale uitgiftebedrag bedroeg 300 miljoen euro, waarvan 180 miljoen euro voor de obligatielening op 5 jaar en 120 miljoen euro voor de obligatielening op 7 jaar. De obligaties werden op 23 mei 2012 uitgegeven.
p. 70/96
In november 2012 heeft Omega Pharma Invest eveneens een obligatielening op 5 jaar uitgebracht met vaste interestvoet van 5,125%. De obligaties werden op 12 december 2012 uitgegeven. De obligaties zijn genoteerd op de beurs van Luxemburg.
Aanvullende toelichtingen bij financiële instrumenten Bedragen opgenomen in balans onder IAS 39
2015
Bedragen opgenomen in de balans volgens IAS 17
Boekwaarde 31.12 2015
Geamortiseerde kostprijs
Overige vaste activa
LaR
2 260
2 260
2 260
Handelsvorderingen – gecorrigeerd*
LaR
200 010
200 010
200 010
Overige vorderingen
LaR
11 427
11 427
11 427
Geldmiddelen en kasequivalenten
LaR
26 274
26 274
26 274
Leasingschulden
n.a.
1 356
1 356
Obligatielening
FLAC
600 000
600 000
629 836
Bankleningen
FLAC
559 227
559 227
582 426
n.a.
0
0
0
Handelsschulden – gecorrigeerd
FLAC
305 364
Overige niet-rentedragende verplichtingen
FLAC
6 920
6 920
6 920
(in duizend euro)
Afgeleide financiële instrumenten (afdekkingen)
Kostprijs
Reële waarde in eigen vermogen
Reële waarde in resultaat -rekening
Categorie in overeenstemming met IAS 39
1 356
305 364
Reële waarde 31.12 2015
1 220
305 364
Waarvan: geaggregeerd per categorie in overeenstemming met IAS 39 Tot einde looptijd aangehouden beleggingen
HtM
Leningen en vorderingen
LaR
239 971
239 971
239 971
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs
FLAC
1 471 511
1 471 511
1 471 511
Verklaring van de afkortingen: AfS
Available for Sale
LaR
Liabilities and Receivables
FLAC
Financial Liabilities at Amortized Cost
HtM
Hold to Maturity
n.v.t.
niet van toepassing
IFRS 7 verplicht om alle op reële waarde gewaardeerde financiële instrumenten naar de volgende niveaus in te delen:
p. 71/96
1. Level 1: prijzen in actieve markten voor gelijke instrumenten die in een actieve markt tot stand komen; 2. Level 2: prijzen in actieve markten voor soortgelijke activa of verplichtingen of overige waarderingstechnieken waarvan alle belangrijke inputfactoren zijn gebaseerd op observeerbare marktdata; ook hier geldt dat de markten actief moeten zijn; 3. Level 3: waarderingstechnieken waarvoor geldt dat minimaal één belangrijke inputfactor is gebaseerd op niet-observeerbare marktdata. Alle financiële instrumenten in de rapportering behoren tot Level 2, zowel dit jaar als vorig jaar.
Bedragen opgenomen in balans onder IAS 39
2014
Reële waarde in eigen vermogen
Reële waarde in resultaat -rekening
Bedragen opgenomen in de balans volgens IAS 17
Categorie in overeenstemming met IAS 39
Boekwaarde 31.12 2014
Geamorti -seerde kostprijs
Overige vaste activa
LaR
1 945
1 945
1 945
Handelsvorderingen
LaR
165 628
165 628
165 628
Overige vorderingen
LaR
11 775
11 775
11 775
Geldmiddelen en kasequivalenten
LaR
36 494
36 494
36 494
Leasingschulden
n.a.
2 118
Obligatielening
FLAC
600 000
600 000
643 067
Bankleningen
FLAC
530 618
530 618
558 291
n.a.
13 775
FLAC
264 868
264 868
264 868
FLAC
174 496
174 496
174 496
(in duizend euro)
Afgeleide financiële instrumenten (afdekkingen) Handelsschulden Overige niet-rentedragende verplichtingen Waarvan: geaggregeerd per categorie in overeenstemming met IAS 39
Kost prijs
Reële waarde 31.12 2014
2 118
1 906
13 775
13 775
Tot einde looptijd aangehouden beleggingen
HtM
Leningen en vorderingen
LaR
215 842
215 842
215 842
Financiële verplichtingen tegen geamortiseerde kostprijs
FLAC
1 569 982
1 569 982
1 569 982
p. 72/96
Leasingschulden en soortgelijke schulden Activa De materiële vaste activa omvatten de volgende bedragen waarbij de Groep een leasingnemer is in een financiële leaseovereenkomst:
(in duizend euro) Aanschaffingswaarde – Leasing en soortgelijke rechten
31 december 2015
31 december 2014
8 585
8 651
Gecumuleerde afschrijvingen
-4 090
-3 807
Netto bedrag activa in leasing
4 495
4 844
Het nettobedrag van de leasingschulden en soortgelijke schulden betreft de volgende investeringen:
(in duizend euro) Grond
31 december 2015
31 december 2014
32
32
4 417
4 715
8
24
Meubilair en rollend materieel
38
73
Netto bedrag activa in leasing
4 495
4 844
Gebouwen Installaties, machines en uitrusting
Verplichtingen Leasingschulden – minimale leasebetalingen
(in duizend euro)
31 december 2015
31 december 2014
Minder dan 1 jaar
950
862
Meer dan 1 jaar doch hoogstens 5 jaar
968
1 430
38
0
1 956
2 292
-600
-174
1 356
2 118
Meer dan 5 jaar Totale minimale leasebetalingen Toekomstige financieringskosten op leasingschulden Contante waarde van de leaseverplichtingen
p. 73/96
De contante waarde van de leaseverplichtingen is als volgt:
(in duizend euro)
31 december 2015
31 december 2014
Minder dan 1 jaar
812
772
Meer dan 1 jaar doch hoogstens 5 jaar
544
1 346
0
0
1 356
2 118
Meer dan 5 jaar Contante waarde van de leaseverplichtingen
Operationele leases De operationele leases houden hoofdzakelijk verband met gebouwen, opslagplaatsen en bedrijfswagens. De niet-opzegbare operationele leases zijn als volgt betaalbaar:
(in duizend euro)
31 december 2015
31 december 2014
Minder dan 1 jaar
12 924
12 762
Meer dan 1 jaar doch hoogstens 5 jaar
32 100
34 531
6 568
9 294
51 592
56 587
Meer dan 5 jaar Operationele leases – minimale leasebetalingen
6.12 Overige kortlopende schulden (in duizend euro) Overige schulden
31 december 2015
31 december 2014
7 015
95 686
Overlopende rekeningen
26 539
22 624
Overige kortlopende schulden
33 554
118 310
Overige schulden omvatten onder andere schulden die betrekking hebben op acquisities die in dit en vorige boekjaren werden gerealiseerd.
p. 74/96
7. Andere toelichtingen 7.1 Voorwaardelijke verplichtingen Er zijn geen hangende geschillen met de belastingadministraties in 2015.
7.2 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen •
De kredieten opgenomen door Omega Pharma SAS (Frankrijk) worden gewaarborgd door een Letter of Intent voor een bedrag van 60 miljoen euro door Omega Pharma NV.
•
Omega Pharma NV heeft een aansprakelijkheidsverklaring ondertekend ten voordele van een aantal Nederlandse, Ierse, Britse, Oostenrijkse, Italiaanse, Griekse en Duitse dochtervennootschappen, nl.: Herbs Trading GmbH Chefaro Ireland Ltd Chefaro Pharma Italia SRL Omega Pharma Hellas Health and Beauty Products SA Omega Pharma Deutschland GmbH Paracelsia Pharma GmbH Omega Pharma Manufacturing GmbH & Co KG Omega Pharma Ltd
•
Daarnaast zijn er een aantal items die zijn opgenomen onder de normale gang van zakendoen (waaronder factoring).
p. 75/96
7.3 Bedrijfscombinaties Op 15 september 2015 werd de acquisitie van 100% van de aandelen van Naturwohl Pharma GmbH afgerond, een voedingsbedrijf gelocaliseerd in Duitsland (Munchen) bekend voor zijn dieetproduct Yokebe. De voornaamste redenen voor deze acquisitie is dat het verder bouwt op de huidige OTC portfolio en de huidige Europese commerciële infrastructuur. De activa werd volledig aangekocht in geldmiddelen aan een waarde van 133,5 miljoen euro. De resultaten van Naturwohl werden opgenomen in het geconsolideerde resultaat vanaf 15 september 2015. Conform IFRS 3, gebeurde de toewijzing van het transactiebedrag en de berekening van de goodwill op voorlopige basis, en kunnen ze nog gewijzigd worden binnen de twaalf maanden die volgen op de overnamedatum.
Naturwohl Pharma GmbH
(in duizend euro)
Reële waardeaanpassing
Boekwaarde
Reële waarde
0
57 048
57 048
Immateriële activa
0
57 000
57 000
Materiële vaste activa
0
0
0
Overige vaste activa
0
0
0
Uitgestelde belastingvorderingen
0
48
48
8 512
-193
8 319
Geldmiddelen en kasequivalenten
4 088
0
4 088
Overige vlottende activa
4 424
-193
4 231
15
14 005
14 020
15
14 005
14 020
0
0
0
Kortlopende verplichtingen
3 252
596
3 848
Netto verworven activa
5 245
42 254
47 499
Vaste activa
Vlottende activa
Langlopende verplichtingen Uitgestelde belastingvorderingen Overige langlopende verplichtingen
85 982
Goodwill Totale transactiebedrag
133 481
Zoals bij de meeste bedrijfscombinaties kan een deel van de overnameprijs niet toegewezen worden aan individuele activa en passiva en wordt daarom erkend als goodwill. In het geval van Naturwohl bevat de goodwill een aantal elementen. Meest significant element is de synergiën die worden gecreëerd gezien de acquisitie verder bouwt op de bestaande OTC product portefeuille wat resulteert in een reductie van kosten en een verder versterken van het marktaandeel in dieetproducten. Andere belangrijke elementen zijn de ‘workforce’, reputatie en het uitbouwen van productkennis. Het totale bedrag van goodwill na purchase price allocatie wordt beschouwd als fiscaal aftrekbaar.
p. 76/96
Het bedrag aan overnamekosten bedraagt KEUR 1.082 en werd erkend in het niet-recurrente resultaat. De overname kosten worden geklasseerd als operationele kosten in het kasstroomoverzicht en erkend op het moment dat ze gemaakt worden. Zoals vermeld werd de overname volledig gefinancierd in liquide middelen, er werden geen aandelen van de overnemer getransfereerd en bovendien zijn er geen potentiële nabetalingen. Er zijn geen overnames na de balansdatum van 31 december 2015 en voor de datum dat deze geconsolideerde resultaten werden gepubliceerd. De Naturwohl acquisitie is opgenomen in de geconsolideerde resultaten vanaf 15 september en vertegenwoordigt volgende bedragen: (in duizend euro)
31 december 2015
Omzet
5 964
Bruto marge
4 743
Operationeel resultaat
3 729
Resultaat na belastingen
2 830
Zoals bepaald door IFRS nemen we hieronder een overzicht op met de omzet en de resultaten voor het jaar 2015 alsof Naturwohl zou opgenomen zijn in de resultaten vanaf het begin van 2015. (in duizend euro)
31 december 2015
Omzet
20 448
Bruto marge
16 262
Operationeel resultaat
12 785
Resultaat na belastingen
9 702
Gezien de resultaten van Naturwohl niet seizoensgebonden zijn hebben we een pro-rata assumptie genomen in bovenstaande tabel. Voor de vergelijkbaarheid voegen we het overzicht toe van bedrijfscombinaties opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de Groep van 2014:
Ymea BV
Despharma Kft and Despharma BV
2
Reële waardeaanpassing 30 706
30 708
142
Reële waardeaanpassing 0
Immateriële activa
0
30 686
30 686
140
0
140
Materiële vaste activa
2
0
2
2
0
2
Overige vaste activa
0
0
0
0
0
0
Uitgestelde belastingvorderingen
0
20
20
0
0
0
3 953
-2 371
1 582
2 002
0
2 002
1 608
0
1 608
187
0
187
(in duizend euro) Vaste activa
Vlottende activa Geldmiddelen en kasequivalenten
Boekwaarde
Reële waarde
Boekwaarde
Reële waarde 142
p. 77/96
2 345
-2 371
-26
1 815
0
1 815
0
7 672
7 672
0
0
0
Uitgestelde belastingvorderingen
0
7 672
7 672
0
0
0
Overige langlopende verplichtingen
0
0
0
0
0
0
3 239
80
3 319
129
170
299
716
20 583
21 299
2 015
-170
1 845
Overige vlottende activa Langlopende verplichtingen
Kortlopende verplichtingen Netto verworven activa Goodwill
10 103
5 994
Totale transactiebedrag
31 402
7 839
Overzicht bedrijfscombinaties (vervolg): OCE-Bio BVBA en
Uçkan Medikal Sanayi Ve en
OCE-Bio Nederland BV
Primeks Dis
1 528
Reële waardeaanpassi ng 225
889
-35
854
4
0
4
0
0
0
245
0
245
0
0
0
0
0
0
394
0
394
0
0
0
0
0
0
0
260
260
0
0
0
0
0
0
3 706
-80
3 626
6 436
0
6 436
176
0
176
110
0
110
2 688
0
2 688
125
0
125
3 596
-80
3 516
3 748
0
3 748
51
0
51
206
0
206
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
206
0
206
0
0
0
0
0
0
Kortlopende verplichtingen
3 252
672
3 924
1 466
0
1 466
85
0
85
Netto verworven activa
1 776
-527
1 249
4 974
0
4 974
134
0
134
(in duizend euro) Vaste activa Immateriële activa Materiële vaste activa Overige vaste activa Uitgestelde belastingvorderin gen Vlottende activa Geldmiddelen en kasequivalenten Overige vlottende activa Langlopende verplichtingen Uitgestelde belastingvorderin gen Overige langlopende verplichtingen
Boekwaar de
Reële waar de
Boekwaar de
1 753
4
Reële waardeaanpassi ng 0
Overige
Reële waarde
Boekwa arde
4
43
Reële waardeaanpassi ng 0
Reële waar de 43
Goodwill
6 912
13 354
5 558
Totale transactiebedrag
8 161
18 328
5 692
p. 78/96
Totaal 2014
1 719
Reële waardeaanpassing 30 931
1 076
30 651
31 727
Materiële vaste activa
249
0
249
Overige vaste activa
394
0
394
0
280
280
16 273
-2 451
13 822
4 718
0
4 718
11 555
-2 451
9 104
206
7 672
7 878
0
7 672
7 672
206
0
206
Kortlopende verplichtingen
8 171
922
9 093
Netto verworven activa
9 615
19 886
29 501
(in duizend euro)
Vaste activa Immateriële activa
Uitgestelde belastingvorderingen Vlottende activa Geldmiddelen en kasequivalenten Overige vlottende activa Langlopende verplichtingen Uitgestelde belastingvorderingen Overige langlopende verplichtingen
Boekwaarde
Reële waarde 32 650
Goodwill
41 921
Totale transactiebedrag
71 422
p. 79/96
7.4 Lijst van de geconsolideerde ondernemingen De volgende ondernemingen worden integraal geconsolideerd: Abtei Omega Pharma GmbH Abtei 1 – 37696 Marienmünster (Germany)
100 %
ACO Hud Nordic AB Box 622 - 194 26 Upplands Väsby (Sweden)
100 %
ACO Hud Norge AS Økern Bus 95 - 0509 Oslo (Norway)
100 %
ACO Pharma OY Gårdsbrinken 1A - 02240 Esbo (Finland)
100 %
AdriaMedic SA Zare Ouest 19 - 4384 Ehlerange (Luxembourg)
100 %
Adriatic BST d.o.o. Verovškova ulica 55 - 1000 Ljubljana (Slovenia)
100 %
Adriatic Distribution d.o.o. Beograd Ljubostinjska 2/C5 - 1100 Belgrado (Serbia)
100 %
Auragen Pty Ltd Units # 48, 49, 50 and 51, Narabang Way 13A, Belrose NSW 2085 (Australia)
100 %
Aurios Pty Ltd Units # 48, 49, 50 and 51, Narabang Way 13A, Belrose NSW 2085 (Australia)
100 %
Aurora Pharmaceuticals Ltd Units # 48, 49, 50 and 51, Narabang Way 13A, Belrose NSW 2085 (Australia)
100 %
Belgian Cycling Company NV Venecoweg 26 - 9810 Nazareth (Belgium)
100 %
Bional Nederland BV Kralingseweg 201 – 3062 CE Rotterdam (The Netherlands)
100 %
Biover NV Venecoweg 26 - 9810 Nazareth (Belgium)
100 %
Bioxydiet France SAS Avenue de Lossburg 470 - 69480 Anse (France)
100 %
Bittner Pharma LLC 100 % Business Center ‘Novosuschevskiy’, Suschevskiy val, 18 - 127018 Moscow (Russia) Chefaro Ireland Ltd Northwood Office Park, The Crescent building, first floor, block A Dublin 9 (Ireland)
100 %
Chefaro Pharma Italia SRL Viale Castello della Magliana 18 – 00148 Rome (Italy)
100 %
Cinetic Laboratories Argentina SA Av. Triunverato 2736 - City of Buenos Aires (Argentina)
100 %
Cosmediet - Biotechnie SAS Avenue de Lossburg 470 - 69480 Anse (France)
100 %
Damianus BV Kralingseweg 201 – 3062 CE Rotterdam (The Netherlands)
100 %
Despharma Kft. Madarász u. 47-49 – 1138 Budapest (Hungary)
100 %
Etixx NV Venecoweg 26 - 9810 Nazareth (Belgium)
100 %
Herbs Trading GmbH Ossiacher Straße 7 – 9560 Feldkirchen (Austria)
100 %
Hipocrate 2000 SRL SC 6A Prahova Street, sector 1 – 012423 Bucharest (Romania)
100 %
Hud SA Zare Ouest 19 - 4384 Ehlerange (Luxembourg)
100 %
Insect Repellents BV Kralingseweg 201 – 3062 CE Rotterdam ( The Netherlands)
100 %
Interdelta SA Route André Piller 21 - 1762 Givisiez (Switzerland)
82.67 %
Jaico RDP NV Nijverheidslaan 1545 - 3660 Opglabbeek (Belgium)
100 %
JLR Pharma SA Route André Piller 21 - 1762 Givisiez (Switzerland)
100 %
Laboratoire de la Mer SAS ZAC de la Madeleine - Avenue du Général Patton - 35400 Saint Malo (France)
100 %
Laboratoires Omega Pharma France SAS Rue André Gide 20, BP 80 - 92320 Châtillon Cedex (France)
100 %
Medgenix Benelux NV Vliegveld 21 - 8560 Wevelgem (Belgium)
100 %
Naturwohl Pharma GmbH Am Haag 14 – 82166 Graefelfing (Germany)
100 %
OCE-Bio BVBA Nijverheidsstraat 96 – 2160 Wommelgem (Belgium)
100 %
p. 81/96
OCE-Bio Nederland BV De Gagelrijzen 146 – 4711 PS Sint-Willebrord (The Netherlands)
100 %
Omega ACO AS Slotsmarken 18 - 2980 Hörsholm (Denmark)
100 %
Omega Alpharm Cyprus Ltd Agiou Mamandos Office 52, Office 103 - 2230 Lakatamia (Cyprus)
100 %
OmegaLabs Pty Ltd Wedgewood Office Park Muswell Road 3, Block B – Gauteng (South Africa)
51 %
Omega Pharma A.S. Dražni 253/7 - 627 00 Brno (Czech Republic)
100 %
Omega Pharma Australia Pty Ltd Units # 48, 49, 50 and 51, Narabang Way 13A, Belrose NSW 2085 (Australia)
100 %
Omega Pharma Austria Healthcare GmbH Rennweg 17 - 1030 Vienna (Austria)
100 %
Omega Pharma Baltics SIA Karla Ulmana gatve 119 - Marupe - Mārupes district - 2167 Rigas Raj (Latvia)
100 %
Omega Pharma Belgium NV Venecoweg 26 - 9810 Nazareth (Belgium)
100 %
Omega Pharma Capital NV Venecoweg 26 - 9810 Nazareth (Belgium)
100 %
Omega Pharma Deutschland GmbH Benzstraße 25 – 71083 Herrenberg (Germany)
100 %
Omega Pharma España SA 100 % Parque de Officinas Sant Cugat, Plaza Javier Cugat, 2 - Edificio D - Planta Primera 08174 Sant Cugat del Vallés (Spain) Omega Pharma GmbH Reisnerstrasse 55-57 - 1030 Vienna (Austria)
100 %
Omega Pharma Hellas SA Health and Beauty Products 19 km of Athens – Lamia Nat. Road – 14671 Nea Erythraia (Greece)
100 %
Omega Pharma Holding (Nederland) BV Kralingseweg 201 – 3062 CE Rotterdam (The Netherlands)
100 %
Omega Pharma Hungary Kft. Madarász u. 47-49 - 1138 Budapest (Hungary)
100 %
Omega Pharma Innovation and Development NV Venecoweg 26 – 9810 Nazareth (Belgium)
100 %
p. 82/96
Omega Pharma International NV Venecoweg 26 - 9810 Nazareth (Belgium)
100 %
Omega Pharma Ireland Ltd. Sàrl Sir John Rogerson’s Qay 70 – Dublin 2 (Ireland)
100 %
Omega Pharma Kişisel Bakim Ürünleri Sanayi ve Ticaret Ltd. Şirketi Merdivenköy Mah. Bora Sok. No 1A, Ofis Blok Kat.5 Göztepe 34732 Kadiköy/Istanbul (Turkey)
100 %
Omega Pharma Ltd Vauxhall Bridge Road 32 – SW1V 2SA London (United Kingdom)
100 %
Omega Pharma Luxembourg SARL Zare Ouest 19 - 4384 Ehlerange (Luxembourg)
100 %
Omega Pharma Manufacturing GmbH & Co. KG Benzstraße 25 – 71083 Herrenberg (Germany)
100 %
Omega Pharma Manufacturing Verwaltungs GmbH Benzstraße 25 – 71083 Herrenberg (Germany)
100 %
Omega Pharma Nederland BV Kralingseweg 201 – 3062 CE Rotterdam (The Netherlands)
100 %
Omega Pharma New Zealand Ltd 183 Grenada Street - Arataki Tauranga 3116 (New-Zealand)
100 %
Omega Pharma Nordic AB Box 7009 – 164 07 Kista (Sweden)
100 %
Omega Pharma NV Venecoweg 26, 9810 Nazareth (Belgium)
100 %
Omega Pharma Poland Sp.z.o.o. BTD Office Center, 4th Floor, Al. Niepodleglosci 18 – 02-653 Warszawa (Poland)
100 %
Omega Pharma Portuguesa LDA Edificio Neopark - Av. Tomás Ribeiro 43 - 2795-574 Carnaxide (Portugal)
100 %
Omega Pharma Singapore Pte Ltd 26 Eng Hoon Street - Singapore 169776 (Singapore)
100 %
Omega Pharma SAS Rue André Gide 20, BP 80 - 92321 Châtillon Cedex (France)
100 %
Omega Pharma s.r.o. Tomasikova 26 - 821 01 Bratislava (Slovakia)
100 %
Omega Pharma Trading NV Venecoweg 26 - 9810 Nazareth (Belgium)
100 %
Omega Pharma Ukraine LLC Borispolskaya str. 9, Kiev City 02099 (Ukraine)
100 %
p. 83/96
Omega Teknika Ltd Northwood Office Park, The Crescent building, first floor, block A Dublin 9 (Ireland)
100 %
Paracelsia Pharma GmbH Benzstraße 25 – 71083 Herrenberg (Germany)
100 %
Pharmasales Pty Ltd Units # 48, 49, 50 and 51, Narabang Way 13A, Belrose NSW 2085 (Australia)
100 %
Promedent SA Zare Ouest 19 - 4384 Ehlerange (Luxembourg)
100 %
Richard Bittner AG Reisnerstrasse 55-57 - 1030 Vienna (Austria)
100 %
Rubicon Healthcare Holdings Pty Ltd Units # 48, 49, 50 and 51, Narabang Way 13A, Belrose NSW 2085 (Australia)
100 %
Samenwerkende Apothekers Nederland BV Kralingseweg 201 – 3062 CE Rotterdam (The Netherlands)
100 %
The Learning Pharmacy Ltd Vauxhall Bridge Road 32 – SW1V 2SA London (United Kingdom)
100 %
Verelibron SRL Viale Castello della Magliana 18 – 00148 Rome (Italy)
100 %
ViaNatura NV Venecoweg 26 – 9810 Nazareth (Belgium)
100 %
Wartner Europe BV Kralingseweg 201 – 3062 CE Rotterdam (The Netherlands)
100 %
Ymea BV Kralingseweg 201 – 3062 CE Rotterdam (The Netherlands)
100 %
De volgende ondernemingen werden in de loop van 2015 verwijderd uit de consolidatiekring: Modi Omega Pharma (India) Private Limited De volgende ondernemingen werden in de loop van januari 2016 geliquideerd: Omega Pharma Singapore Pte Ltd Omega Pharma New Zealand Ltd
p. 84/96
7.5 Significante gebeurtenissen na balansdatum Volgend op het finaliseren van de jaarrekening zoals uitgegeven op 7 april 2016, hebben we een fout geïdentificeerd gerelateerd aan omzeterkenning met betrekking tot specifieke contracten met verdelers op hoofdzakelijk één van onze locaties, met een impact op de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar eindigend op 31 december 2015 en het boekjaar eindigend op 31 december 2014. Verdere analyse van de contracten toonde aan dat inkomsten die werden geboekt eigenlijk betrekking hadden op consignatievoorraad. De identificatie van de contracten als consignatievoorraad had een impact op de factoring overeenkomsten en vereisten dat de vordering en schuld geboekt werden voor 31 december 2015 en 31 december 2014. Deze aanpassingen hadden een schending van de schuldcovenanten tot gevolg met betrekking tot de USPP 2011 obligatielening op 31 december 2015, hiervoor werden vervolgens waivers bekomen. De schuld verbonden met dit schuldbewijs werd als kortlopend gerubriceerd in onze Gecorrigeerde Geconsolideerde Balans van 31 december 2015. Ook was er een aanpassing nodig met betrekking tot de eliminatie van intercompany winst op voorraad voor 1 januari 2014 en 31 december 2015. Tenslotte werden enkele documentaire kredieten geherclassificeerd van Handelsschulden naar Leningen (kortlopende financiële schulden) vanaf 31 december 2014. Sommige van onze lange termijn schuldovereenkomsten bevatten gebruikelijke restricties en covenanten met betrekking tot onze financiële en operationele prestaties. Op 31 december 2015 voldoen we aan al de covenanten in onze materiële schuldovereenkomsten, behalve de leverage ratio covenant met betrekking tot de USPP 2011 obligatielening als gevolg van de aanpassing van de geconsolideerde jaarrekening van 31 december 2015, zoals besproken in toelichting 7.12. Na 31 december 2015 kregen we een retroactieve waiver van de schuldeiser via een stijging van de leverage ratio covenant, waardoor we opnieuw voldeden aan de voorwaarden. De verplichting verbonden met dit schuldbewijs werd als kortlopend gerubriceerd in onze Gecorrigeerde Geconsolideerde Balans van 31 december 2015. Na 31 december 2015 hebben we een bijzondere waardevermindering (impairment) geïdentificeerd met betrekking tot een immaterieel actief en de betrokken goodwill, voor respectievelijk 5,3 miljoen euro en 2,3 miljoen euro. Deze bijzondere waardevermindering (impairment) werd gereflecteerd in de jaarrekening. Een kapitaalsverhoging van 300 miljoen euro werd uitgevoerd door Perrigo Ireland 2 Limited op 30 mei 2016. Groot-Britannië stemde voor een uitstap uit de Europese Unie. De EU lidstaten zijn onderworpen aan een aantal verdragen en overeenkomsten die het vrije verkeer van mensen, goederen, diensten en kapitaal over de grenzen van de lidstaten vereenvoudigen. Hoewel de impact op dit moment nog onzeker is, zou deze beslissing een toekomstige impact kunnen hebben op onze jaarrekening.
7.6 Verbonden partijen De leden van het Directiecomité en de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur worden als verbonden partijen beschouwd. In 2015 werd in totaal 4,9 miljoen euro uitgekeerd aan verbonden partijen waarvan 4,8 miljoen euro aan leden van het Directiecomité en 0,1 miljoen euro aan niet-uitvoerende leden p. 85/96
van de Raad van Bestuur. In 2014 werd in totaal 2,4 miljoen euro uitgekeerd aan verbonden partijen (2,3 miljoen euro aan leden van het Directiecomité en 0,1 miljoen euro aan niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur). De vermelde bedragen bevatten zowel de vaste als de variabele remuneratie-componenten alsook uitstapvergoedingen. De totaalbedragen zijn gelijk aan de volledige kost voor de Onderneming. Er zijn geen bijdragen voor sociale zekerheid of pensioenplannen verschuldigd door de Onderneming. Alychlo en Omega Pharma België N.V. (“Omega Pharma België") traden in een licentieovereenkomst op 23 oktober 2015. Een voormalig lid van het Uitvoerend Comité en zijn echtgenote zijn de belangrijkste aandeelhouders van Alychlo. Op grond van de Trademark License overeenkomst, Alychlo verleend Omega Pharma België een niet-exclusief recht om bepaalde K-Protect handelsmerken te gebruiken in verband met de productie en verkoop van bepaalde producten in België en Frankrijk, die worden verkocht op basis van een distributie-overeenkomst, datererend van 26 juni 2015 tussen Omega Pharma België en WIN NV. Onder de distributieovereenkomst, Omega Pharma België is de enige en exclusieve distributeur van WIN S.A. voor bepaalde voedingssupplementen in specifieke Europese landen. De distributie begon in november 2015 en de verwachte netto-omzet van de producten voor het boekjaar 2016 is circa 3 miljoen euro. Op grond van de Trademark License overeenkomst, Omega Pharma België is vereist om een royalty van 10% van de omzet te betalen op producten die gebruik maken van K-Protect handelsmerken. De distributie-overeenkomst loopt af in oktober 2020, waarna het zal worden verlengd voor termijnen van vijf jaar indien beide partijen kennis geeft van vernieuwing tussen de zes en acht maanden voor het einde van elke termijn en de andere partij geen bezwaar maakt. Op 30 oktober 2015, Pharco SA ( "Old Pharco") en Omega traden in een samenwerking waarbij Old Pharco, toegewezen aan Pharco Innovations NV ( "New Pharco") alle rechten van Old Pharco's toegewezen krijgen in het kader van een distributieovereenkomst, van 24 oktober 2015, tussen de Old Pharco en Omega. Een voormalig lid van het Uitvoerend Comité heeft een eigendomsbelang in Old Pharco en is voor 80% aandeelhouder van New Pharco. Onder de voorwaarden van de distributieovereenkomst, Omega is de exclusieve distributeur van New Pharco’s voor bepaalde producten in België en Luxemburg. New Pharco zal producten leveren aan Omega op een consignatie basis en betaalt Omega een distributievergoeding gebaseerd op 20% van de netto-omzet van de producten, die naar verwachting ongeveer 4 miljoen euro zal bedragen in het boekjaar 2016. Omega heeft de mogelijkheid om de producten tegen een prijs gebaseeerd op de jaarlijkse verkoop aan te kopen tussen december 2017 en december 2019. De distributieovereenkomst loopt af in oktober 2019, waarna het zal worden verlengd voor termijnen van vijf jaar indien beide partijen kennis geven van vernieuwing tussen de zes en acht maanden voor het einde van elk termijn en de andere partij geen bezwaar maakt. Omega Pharma België is een sponsorovereenkomst aangegaan met KV Oostende, een Belgische professionele voetbalclub in handen van een voormalig lid van het uitvoerend comité op 14 september 2015. Onder de driejarige overeenkomst zal Omega Pharma België een jaarlijkse sponsoring vergoeding betalen van 250.000 euro voor reclame en promotie activiteiten. In de loop van 2015 en 2014 werden geen warranten toegekend aan de leden van het Directiecomité, noch aan de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur. Bij eventuele verzoeken tot uittreding aan een lid van het Directiecomité wordt een marktconforme regeling toegepast die meestal overeenstemt met de vaste remuneratiecomponent voor één jaar. Er bestaan daarbuiten geen andere regelingen.
p. 86/96
Er zijn geen andere verbonden partijen dan de leden van het Directiecomité en de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur.
7.7
Warranten – op aandelen gebaseerde betalingen
Per 31 december 2015 en 2014 zijn er geen uitstaande warranten.
p. 87/96
7.8
Dividend – op aandelen gebaseerde betalingen
In 2014 werd een interimdividend van 54,0 miljoen euro toegekend. In 2015 werd een dividend van 45,0 miljoen euro toegekend over het jaar 2014. Er zal door de Raad van Bestuur aan de jaarlijkse vergadering van aandeelhouders van 20 mei 2016 geen voorstel tot dividenduitkering over de periode 2015 worden voorgesteld.
7.9 Aandeelhoudersstructuur De aandeelhoudersstructuur van Omega Pharma NV op 31 december 2015 ziet er als volgt uit:
Situation at 31 December 2015
Number of shares
Percentage of the total
Perrigo Ireland 1 Limited
1
0%
Perrogo Ireland 2 Limited
740 903 812
96.08%
Totaal aandelen
741 903 813
96.08%
Kapitaal aandelen (Treasury shares)
30 243 983
3,92%
771 147 796
100.00%
Totaal aantal uitstaande aandelen en stemrechten
Perrigo Company Plc is hoofdaandeelhouder van Omega Pharma Invest.
p. 88/96
7.10 Informatie omtrent de commissaris, zijn vergoeding en de bijkomende diensten De commissaris van de Groep is Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, vertegenwoordigd door Paul Eelen. (in euro) Bezoldiging voor de Groep audit 2015 Omega Pharma Group
3 457 940
Bezoldiging voor de mandaten van Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA
2 097 900
Bezoldiging voor de mandaten van de personen met wie Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA verbonden is
1 360 040
Bezoldiging voor bijkomende diensten door de Commissaris voor de Groep Andere controle opdrachten
782 760
Belastingadviesopdrachten
-
Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten
-
Bezoldiging voor bijkomende diensten door personen die met de Commissaris verbonden zijn Andere controle opdrachten
-
Belastingadviesopdrachten
-
Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten
-
Het Auditcomité bevestigde dat de bovenvermelde diensten de onafhankelijkheid van de commissaris niet in het gedrang brengen.
7.11 Wijzigingen in waarderingsregels We verwijzen naar deel 2 ' Samenvatting van de belangrijkste waarderingsregels ‘voor de wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving en de gevolgen daarvan.
7.12 Aanpassingen aan de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2015 Volgend op het finaliseren van de jaarrekening zoals uitgegeven op 7 april 2016, hebben we een fout geïdentificeerd gerelateerd aan omzet erkenning met betrekking tot specifieke contracten met verdelers op hoofdzakelijk één van onze locaties, met een impact op de geconsolideerde jaarrekening voor het boekjaar eindigend op 31 december 2015 en het boekjaar eindigend op 31 december 2014. Verdere analyse van de contracten toonde aan dat inkomsten die werden geboekt eigenlijk betrekking hadden op consignatievoorraad. De identificatie van de contracten als consignatievoorraad had een impact op de factoringovereenkomsten en dat de vordering en schuld geboekt werden voor 31 december 2015 en 31 december 2014. Deze aanpassingen hadden een schending van de schuldcovenanten tot gevolg met betrekking tot de USPP 2011 obligatielening op 31 december 2015, hiervoor werden vervolgens waivers p. 89/96
bekomen. De schuld verbonden met dit schuldbewijs werd als kortlopend gerubriceerd in onze Gecorrigeerde Geconsolideerde Balans van 31 december 2015. Ook was er een aanpassing nodig met betrekking tot de intercompany winst op voorraad voor 1 januari 2014 en 31 december 2015. Als laatste werden enkele documentaire kredieten geherclassificeerd van Handelsschulden naar Leningen (kortlopende financiële schulden) vanaf 31 december 2014. Deze fouten werden samengevat in onderstaande tabel. Impact op geconsolideerde resultaatrekening 31 december 2015 (in duizend euro) Netto omzet Kost van verkochte goederen Niet-recurrente kosten Winstbelastingen Resultaat na belastingen
Oorspronkelijk gerapporteerd
Correcties
Na Correcties
1 218 956
20 723
1 239 679
-506 955
-23 692
-530 647
-79 836
16 808
-63 028
- 108 882
-4 198
-113 080
-112 233
9 641
-102 592
In aanvulling op de aanpassingen hierboven, was er een daaropvolgende bijzondere waardevermindering van 7,5 miljoen euro in niet-recurrente kosten met een fiscale belastingimpact van -1,8 miljoen euro. Dit resulteerde in een resultaat na belastingen van 108,4 miljoen euro. Zie toelichting 7.5.
31 december 2015 (in duizend euro)
Oorspronkelijk gerapporteerd
Correcties
Na Correcties
1 275 929
-45 605
1 230 324
Kost van verkochte goederen
-577 335
35 673
-541 662
Resultaat na belastingen
124 384
-9 932
-114 452
Netto omzet
Impact op geconsolideerde balans en eigen vermogen 31 december 2015 (in duizend euro)
Oorspronkelijk gerapporteerd
Correcties
Na Correcties
Voorraden
184 055
24 014
208 069
Handelsvorderingen
198 022
1 988
200 010
2 484 475
26 002
2 510 477
Handelsschulden
300 867
4 497
305 364
Leningen (langlopende financiële schulden) Leningen (kortlopende financiële schulden)
442 589
-135 044
307 545
76 780
174 902
251 682
1 688 359
44 355
1 732 714
796 116
-18 354
777 762
Totaal activa
Totaal verplichtingen Netto impact op eigen vermogen
p. 90/96
31 december 2014 (in duizend euro)
Oorspronkelijk gerapporteerd
Correcties
Na Correcties
Voorraden
181 866
34 983
216 849
Handelsvorderingen
172 122
-6 494
165 628
69 810
4 198
74 008
2 360 824
32 687
2 393 511
315 835
-50 987
264 848
1 478
111 669
113 147
1 660 541
60 682
1 721 223
700 283
-27 995
672 288
Uitgestelde belastingsvorderingen Totaal activa Handelsschulden Leningen (kortlopende financiële schulden) Totaal verplichtingen Netto impact op eigen vermogen
31 december 2013 (in duizend euro)
Oorspronkelijk gerapporteerd
Correcties
Na Correcties
Voorraden
191 613
-690
190 923
Handelsvorderingen
210 223
-6 969
203 254
41 315
4 198
45 513
2 213 906
-3 461
2 210 445
309 716
-36 266
273 450
Uitgestelde belastingsvorderingen Totaal activa Handelsschulden Leningen (kortlopende financiële schulden) Totaal verplichtingen
41 045
50 868
91 913
1 587 107
14 602
1 601 709
Netto impact op eigen vermogen
626 799
-18 063
608 736
Impact op geconsolideerd kasstroomoverzicht 31 december 2015 (in duizend euro) Resultaat voor belastingen Wijzigingen in operationeel werkkapitaal Wijzigingen in werkkapitaal gerelateerd aan veranderingen in omvang en andere Totaal kassstroom uit bedrijfsactiviteiten Terugbetalingen van leningen Totaal kassstroom uit financieringsactiviteiten
Oorspronkelijk gerapporteerd
Correcties
Na Correcties
-3 351
12 054
8 703
-41 169
78 079
-36 910
-23 413
-18 321
-41 734
54 886
71 812
126 698
-281 247
-71 812
-353 059
-71 812
172 950
244 762
p. 91/96
31 december 2014 (in duizend euro) Resultaat voor belastingen Wijzigingen voor operationele niet-kas item Wijzigingen in operationeel werkkapitaal Totaal kassstroom uit bedrijfsactiviteiten Terugbetalingen van leningen Totaal kassstroom uit financieringsactiviteiten
Oorspronkelijk gerapporteerd
Correcties
Na Correcties
134 832
- 9 931
124 901
40 019
-22 263
17 756
53 964 249 578 4 851 -134 625
-79 476 -111 670 111 670 111 670
-25 512 137 908 116 521 -22 955
Impact op geconsolideerde opgenomen resultaat en geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen 31 december 2015 (in duizend euro)
Oorspronkelijk gerapporteerd
Correcties
Na Correcties
Opgenomen resultaat
-104 626
11 140
-93 486
Total eigen vermogen
796 116
-18 354
777 762
31 december 2014 (in duizend euro) Opgenomen resultaat
Oorspronkelijk gerapporteerd 117 557
Total eigen vermogen
700 283
Correcties
Na Correcties
-9 932
107 625
- 27 995
672 288
p. 92/96
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van de vennootschap Omega Pharma Invest NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2015
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over het geconsolideerd overzicht van de financiële positie op 31 december 2015, het geconsolideerd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, het geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen en het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2015 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk “de Geconsolideerde Jaarrekening”) en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Dit verslag vervangt ons verslag gedateerd op 11 april 2016 met betrekking tot de eerste versie van de Geconsolideerde Jaarrekening die door de Raad van Bestuur op 7 april 2016 werd goedgekeurd (de “eerste versie van de Geconsolideerde Jaarrekening”) en die werd aangepast. Verklaring over de Geconsolideerde Jaarrekening – Oordeel zonder voorbehoud over de balans van huidig en vorig boekjaar en de huidige resultatenrekening – Oordeelonthouding over de balans op 31 december 2013 en de resultatenrekening en kasstroomoverzicht van vorig boekjaar Wij hebben de controle uitgevoerd van de Geconsolideerde Jaarrekening van Omega Pharma Invest NV (de “Vennootschap”) en haar dochterondernemingen (samen “de Groep”) over het boekjaar afgesloten op 31 december 2015, opgesteld op grond van de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie, met een geconsolideerd balanstotaal van k€ 2.502.928 en waarvan de geconsolideerde resultatenrekening afsluit met een verlies van het boekjaar van k€ 107.844 (Aandeel van de Groep). Verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards, zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de Geconsolideerde Jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of het maken van fouten bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de commissaris Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze Geconsolideerde Jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle volgens de internationale controlestandaarden (ISA’s) uitgevoerd. Die standaarden vereisen dat wij aan de deontologische vereisten voldoen alsook de controle plannen en uitvoeren teneinde een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de Geconsolideerde Jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de in de Geconsolideerde Jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de beoordeling door de commissaris, met inbegrip van diens inschatting van de risico's van een afwijking van materieel belang in de Geconsolideerde Jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting neemt de commissaris de bestaande interne controle van de Groep in aanmerking die relevant is voor het opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening die een getrouw beeld geeft, teneinde controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn, maar die niet gericht zijn op het geven van een oordeel over de effectiviteit van de bestaande interne controle van de Groep. Een controle omvat tevens een evaluatie van de geschiktheid van de gehanteerde waarderingsregels en van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van de presentatie van de Geconsolideerde Jaarrekening als geheel. Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen en wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om daarop ons oordeel te baseren. Onderbouwing van de oordeelonthouding over de balans op 31 december 2013 en de resultatenrekening en kasstroomoverzicht van vorig boekjaar Zoals beschreven in Toelichting 7.12, heeft de Vennootschap tijdens 2016 fouten met betrekking tot de erkenning van omzet geïdentificeerd, welke een impact hebben op omzet, kostprijs van aangekochte goederen, handelsvorderingen, voorraad, financiële schulden en handelschulden van de Vennootschap van de boekjaren 2015, 2014 en 2013 en eerder. Als gevolg van (i) het feit dat we pas werden aangesteld als commissaris in 2015, en (ii) een gebrek aan onderbouwende, objectieve en bevestigende documentatie en analyses met betrekking tot de gerelateerde rekeningen voor de boekjaren 2013 en eerder, zijn we niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie van en voor die periode te verkrijgen om een oordeel te vormen over de balans per 31 december 2013 en bijgevolg de resultatenrekening en kasstroomoverzicht voor het jaar eindigend op 31 december 2014. Oordeel zonder voorbehoud over de balans van huidig en vorig boekjaar en de huidige resultatenrekening Oordeelonthouding over de balans op 31 december 2013 en de resultatenrekening en kasstroomoverzicht van vorig boekjaar Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep per 31 december 2015 een getrouw beeld van het geconsolideerde eigen vermogen en van de financiële toestand op 31 december 2014 and 31 december 2015, alsook van haar geconsolideerde resultaten en van haar geconsolideerde kasstromen van het boekjaar afgesloten op 31 december 2015 in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de Europese Unie.
94
Vanwege het belang van de aangelegenheid zoals beschreven in de paragraaf ‘Onderbouwing van de oordeelonthouding’, zijn wij niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen om een basis voor een controleoordeel te verschaffen over de balans op 31 december 2013 en de resultatenrekening van 2014. Bijgevolg brengen wij geen oordeel over het geconsolideerde eigen vermogen en de financiële positie per 31 december 2013, noch over de geconsolideerde resultatenrekening en het geconsolideerd kasstroomoverzicht voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2014, tot uitdrukking. Benadrukking van bepaalde aangelegenheden Zonder afbreuk te doen van ons oordeel vestigen wij de aandacht op toelichting 7.12 van de Geconsolideerde Jaarrekening. Deze toelichting beschrijft de zaken en omstandigheden die aan het licht kwamen na jaareinde en nadat de eerste versie van de Geconsolideerde Jaarrekening gedateerd op 7 april 2016 werd goedgekeurd voor publicatie, evenals de impact op deze geconsolideerde Jaarrekening. De zaken die aan het licht kwamen hadden voornamelijk betrekking tot omzeterkenning en retour garantie voorzieningen en hadden een impact op omzet, kostprijs van aangekochte goederen, handelsvorderingen, voorraad, en handelsschulden van de boekjaren 2013, 2014 en 2015. De vennootschap heeft de eerste versie van de Geconsolideerde Jaarrekening aangepast. Aldus vervangt de Geconsolideerde Jaarrekening de eerste versie van de Geconsolideerde Jaarrekening die was gedateerd op 7 april 2016, dewelke niet langer geldig is en waarop aldus niet langer kan gesteund worden. Naar ons oordeel zijn de aanpassingen zoals vermeld in toelichting 7.12 gepast opgemaakt en toegepast. Ons audit rapport gedateerd op 11 april 2016 met betrekking tot de eerste versie van de Geconsolideerde Jaarrekening is bijgevolg niet langer geldig en hierop kan aldus niet langer worden gesteund. Verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening, in overeenstemming met art 119 van het Wetboek van vennootschappen. In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de van toepassing zijnde bijkomende norm uitgegeven door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 28 augustus 2013 (de “Bijkomende Norm”), is het onze verantwoordelijkheid om bepaalde procedures uit te voeren aangaande de naleving, in alle van materieel belang zijnde opzichten, van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen, zoals gedefinieerd in de Bijkomende Norm. Op grond hiervan, doen wij de volgende bijkomende verklaring die niet van aard is om de draagwijdte van ons oordeel over de Geconsolideerde Jaarrekening te wijzigen:
95
•
Het jaarverslag over de Geconsolideerde Jaarrekening behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de Geconsolideerde Jaarrekening en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties ten aanzien van de informatie waarover wij beschikken in het kader van onze opdracht.
Gent, 29 juni 2016 Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA Commissaris Vertegenwoordigd door
Paul Eelen Vennoot* * Handelend in naam van een BVBA 160191
96