9 Prehistorische grotten Als blijk van dank voor zijn komst naar de Abu Dhabi Universiteit werd Norson na zijn inaugurale rede door een lid van het Koninklijk Huis uitgenodigd voor een korte educatieve excursie. Zijn nogal bijzondere hobby prehistorische archeologie was bij zijn gastheren bekend en Norson werd met een privé jet naar de Libische woestijn gevlogen, waar in een grottensysteem van het Acacus gebergte een aantal jaren geleden nieuwe wandschilderingen waren ontdekt die nog niet nader onderzocht waren. Het moderne vliegtuig uit Abu Dhabi landde twee uur later op één van de steenachtige uitlopers van het imposante gebergte en een tentenkamp werd vlak bij de ingang van het grottenstelsel opgetrokken. Aangezien het nog vroeg was, werd voorgesteld om een oriënterend bezoek te brengen aan de ingang van het grottenstelsel. In de Sahara valt de duisternis vroeg in. Vanaf de ingang van de grot aan de voet van de berg had Norson uitstekend zicht op de imposante zonsondergang. Boven een doodstille woestijn verdween de zon in snel tempo en verkleurde de lucht spectaculair met allerlei tinten geel, rood en zelfs goud. Norson genoot van het vergezicht, maar besloot toch nog van de gelegenheid gebruik te maken om de ingang van de grot nader te onderzoeken. Met een lantaarn gewapend glipte hij door de nauwe spleet naar binnen en tot zijn genoegen bleek de opening wijd genoeg, om zonder te veel kliminspanningen dieper de berg in te kunnen dringen. Na vijf minuten vond hij
71
al zijn eerste wandschildering. Met een aantal kunstzinnige strepen waren op de wand in roodgele kleuren mensen vormgegeven, die klaarblijkelijk aan het zwemmen waren103. Zwemmende woestijnbewoners? Dit beloofde een interessante expeditie te worden! Hij liet zijn lantaarn over de hoge rotswanden schijnen totdat zijn concentratie werd verstoord door een angstkreet die door het grottengewelf galmde. Snelle voetstappen kwamen zijn richting op. Een van de gidsen sprintte heftig met zijn armen zwaaiend op hem af en schreeuwde: ‘Ze zijn allemaal dood, zelfs de prins!’ De man was niet tot kalmte te bedaren. Het onderzoeksteam dat van de koelte van de invallende nacht genoot, bleek plotseling omsingeld te zijn door hordes krioelende slangetjes. De mannen hadden getracht het slangengebroed weg te schoppen, maar ze knalden vervolgens als kleine granaatjes uiteen en rukten voeten en stukken been af. Een nieuwe golf slangetjes wierp zich daarna als bloedzuigers op de resterende lichaamsdelen van de mannen en als exploderende voetzoekers verpulverden zij alle lichamen, tot de woestijnbodem even rood kleurde als nu de nachtelijke hemel door de ondergaande zon. Vanachter een groot rotsblok zag Norson inderdaad zwarte, glibberige slangenlijfjes de grot in slingeren en dacht koortsachtig na. Het gejammer van de gids maakte nadenken echter niet bepaald makkelijk. Slangen exploderen niet, dus het moesten een soort robotwapens zijn, dat was hem al gauw duidelijk. Waarom die dingen hier rond krioelden was van latere zorg: eerst overleven! De beestjes waren blijkbaar geprogrammeerd om mensen onschadelijk te maken. Mogelijk stonden ze, net zoals Amerikaanse drones, radiografisch in verbinding met een operator.
72
Het was voor Norson geen aanlokkelijk idee om zich door de krioelende slangen verder in de grot te laten jagen, waar hij geen enkele bewegingsruimte meer had. Aan de andere kant had hij ook nog geen idee hoe hij aan de programmering van deze zwarte beestjes kon ontsnappen. Zijn metgezel was blijkbaar ook tot de conclusie gekomen dat verder vluchten geen zin had. Tot zijn grote schrik stortte de man zich voor de slangen tsunami op de harde rotsbodem neer en smeekte op de knieën met luide stem Allah om hulp. De eerste slangetjes bereikte de hardop biddende man al snel, glipten zijn broekspijpen in en verspreiden zich onder zijn kleding over zijn naar Mekka gebogen lijf. Norson dook net op tijd weg, want een heldere flits spetterde bloed over hem heen en de nagalm van de explosie tetterde in zijn oren. Wat moest hij doen? De robotjes zochten onverstoorbaar verder en kwamen richting de rots waarachter hij zich had verscholen. Zijn brein stond onder hoogspanning. De gids had verteld dat buiten de grot de slangetjes de rechtopstaande mannen die de beestjes trachten te vertrappen direct hadden aangevallen, door op voeten te exploderen. Daarentegen had de gids op de knieën gelegen en het leek alsof de slangenbrij pas na nader onderzoek tot de conclusie kwam, dat de geknielde, biddende man tóch een mens was, alvorens zij tot hun zelfmoordactie overging. Als de wanden van de grot nu ook het radiografisch contact met de operator van de slangenrobots tegenhielden, dan had Norson misschien een kans. Op handen en voeten, als een soort geit, schuifelde Norson langzaam richting het zwarte gevaar. Heel voorzichtig manoeuvreerde hij zijn handen en voeten, stap voor stap, tussen de schare zwarte glibbers richting de uitgang van de grot. Tot zijn grote opluchting lieten de beestjes hem met rust en al gauw snelde hij met bokkesprongen de grot uit.
73
Buiten aangekomen zag hij de verspreide, verpulverde, rode restanten van zijn voormalige teamleden en hij sprintte naar het vliegtuig. Vlakbij het vliegtuig zag hij nog meer groepjes slangen krioelen. Hij gilde naar de piloot die buiten stond te wachten dat hij de enige overlevende was en dat hij snel moest opstijgen. Door het kleine vliegtuigraampje zag hij hoe steeds meer slangetjes uit de duisternis opdoemden en het vliegtuig dat aan het warmdraaien was insloten. De piloot vroeg vertwijfeld wat er in het basiskamp was gebeurd. ‘Geen tijd,’ brulde Norson, ’Rijden met dat ding.’ Het vliegtuig kwam van bovenaf de helling van de bergrug gelukkig makkelijk in beweging, kwam op snelheid en op het moment dat het vliegtuig loskwam van de woestijnbodem, explodeerde er iets onder het toestel. Door de kracht van de explosie zwaaide het toestel gevaarlijk. Ondanks de nog langzame snelheid kon de piloot het vliegtuig toch nog in de lucht houden. Zelfs op de veilige kruishoogte van tienduizend meter aangekomen durfde de piloot nog steeds niet te vragen wat er op de grond met de prins en zijn begeleiders was gebeurd. Verbouwereerd keek hij naar zijn instrumenten die aangaven dat hij zijn beide wielen was verloren. Norson vermoedde dat er bij het opstijgen enkele slangetjes nog net in geslaagd waren om zich in de wielkasten te wurmen. De exploderende robotjes hadden ongetwijfeld de wielen verwoest. De piloot informeerde al het vliegveld in Abu Dhabi dat er een noodlanding moet worden gemaakt en dat - op de professor en de piloot na - alle teamleden bij het grottencomplex omgekomen waren. Tijdens zijn vlucht terug naar Abu Dhabi vroeg Norson zich af of hij wel door de autoriteiten geloofd zou worden. De waarheid, dat de prins en de overige teamleden door een stel exploderende slangetjes waren vermoord klonk te absurd. Hij kon het immers bijna zelf niet geloven. Na enige overweging
74
leek het hem toch beter om een ander, meer plausibel verhaal op te hoesten. Hij zag de vragende ogen van de piloot en verklaarde dat er een stel woestelingen plotseling bij het kamp waren opgedoken, die met granaten het team hadden aangevallen. Alleen hij had het geluk gehad om tijdens de aanval in de grot te zijn en kon zodoende als enige ontsnappen. De bandieten hadden waarschijnlijk ook de banden van het vliegtuig lek geschoten. De piloot knikte begrijpelijk, liet als voorzorg een groot deel van de kerosine tanks leeglopen, instrueerde hem zijn stoelriemen goed vast te gespen en met het hoofd gebogen tussen de knieën de noodlanding af te wachten. Vervolgens zette de piloot de daling naar het moderne vliegveld van Abu Dhabi in en maakte een voorbeeldige buiklanding, zonder dat de uitgerukte brandweer hoefde in te grijpen. Na zijn verhaal nogmaals aan de autoriteiten te hebben uitgelegd, mocht Norson eindelijk terug naar zijn luxe appartement. Moe en uitgeput stapte hij de badkamer binnen. Onder een bombardement van heerlijke koude douchestralen gleed de stress van zijn schouders: hij was immers weer veilig.
75