9. Doorsturen naar CAM 1 : Wat ? De in Solid Edge getekende tekeningen kan men doorsturen naar eender welk CAM pakket (Alpha CAM; NX CAM, Keller, …). Het CAM pakket zal de geometrische informatie omzetten naar coördinaten, nodig om het gereedschap te sturen. Het CAM pakket zal de geometrische gegevens verder aanvullen met technologische info (snijgegevens, snijgereedschap, koeling,…).
2 : Formaat Solid Edge levert bestanden af in een eigen formaat (.dft of .par of .asm of …). Deze formaten zijn niet universeel met andere pakketten. De volgende 2 formaten zijn universeel : ****.dxf dit is een 2D formaat meestal gebruikt ****.igs dit is een 3D formaat heeft enkel zin bij 5-assig gestuurde machines (zeldzaam) Elke Solid Edge tekening kan worden opgeslagen in één van deze formaten. Ga hiervoor naar opslaan als en kies het juiste formaat. Tips : 1) Een CAM pakket heeft best geen bemating 2) Maak de tekening op schaal 1:1. 3) Verdoken lijnen (streeplijn) hebben geen zin, een CAM pakket kan alleen contour -lijnen omzetten. 4) Een titelhoek hoeft niet, maar stoort niet.
Opgepast : Bepaalde CAM pakketten kunnen slechts *.dxf formaten tot AutoCAD versie 12. Ga naar save as, kies voor *.dxf, options. Kies AutoCAD version 12.
VTI Zeebrugge
© Desutter J.
cursus Solid Edge
9 CAM -1
3 : Keller 3.1 Map maken in Keller met op eigen op te halen dxf -tekeningen 1) Start SYMplus frezen 2) Start niveau 4 (F4) 3) F8 inrichten 4) F4 Systeem -configuratie 5) F2 Opslagplaats voor files 6) F2 Geometrie data 7) F3 DXF files 8) Klik op F1 nieuw maken
VTI Zeebrugge
© Desutter J.
cursus Solid Edge
9 CAM -2
9) Geef een benaming bv. dxf files Keller 10) F1 Pad. In dit pad kan je gaan browsen naar bv. mijn documenten, en heb je een opslagplaats voor je files. Als je een tekening opslaat moet je dat dan in deze file doen.
3.2 Geometrie ophalen 1) Start SYMplus frezen 2) Start niveau 4 (F4) 3) F1 geometrie 4) Nieuwe file maken, kies de dikte van het ruwe werkstuk (meestal negatieve waarde) 5) F1 maken 6) F2 CAD data importeren 7) F1 file 8) F1 openen 9) Kies het op te halen formaat (meestal dxf) 10) Kies in een map de gewenste tekening
3.3 CAM – basis geometrie aangeven 1) F2 bewerken 2) F1 gebied : sleep het rode kader het gebied die je wil overhouden voor CAM. Bevestig met F10 3) F2 bewerken – F2 nulpunt : kies een logisch werkstuknulpunt 4) F2 bewerken – F5 automatisch : hier kies je welke contouren je toevoegt 5) Het volgende dialoogvenster “CAD contour bevestigen” geef je de soort bewerking in en geef je de diepte op van het opgegeven contour (meestal diepte 0) 6) F8 3D zicht kun je de ingave in 3D controleren.
3.4 CAM – bijkomende geometrie aangeven (cirkels) 1) F1 maken 2) F2 CAD data importeren 3) F2 bewerken 4) F7 cirkels 5) F2 boog toevoegen : alle cirkels aangeven F10 bevestigen 6) Let op ! Kies in het dialoogvenster “CAD contour bevestigen” enkel voor “GAT” als je gereedschap de exacte diameter van het gat heeft. Grotere gaten worden met een kleinere frees uitgefreesd (eiland/contour). 7) Geef de diepte op van het contour ten opzichte van het referentievlak. Men kan deze procedure zoveel herhalen als men wil. Het is aangeraden om profielen op gelijk niveau of van gelijke soort (vb. alle gaten) samen op te halen.
8) Sla de geometrie op.
VTI Zeebrugge
© Desutter J.
cursus Solid Edge
9 CAM -3
3.5 Werkplan CAM opstellen 1) Verlaat de omgeving “Geometrie” en kies F2 werkplan 2) F1 file – F1 nieuw 3) F1 file – F2 instellen : hier stel je de maten, nulpunt, … van het ruwdeel in. Je geeft op of je een spangereed-schap wenst 4) F2 bewerken – F1 maken 5) Voorfrezen Kies hier het opgeslagen eindproduct 6) Contourfrezen 7) … 8) Simuleren
te tonen.
3.6 Gereedschapsmagazijn inrichten In Keller zijn een aantal gereedschappen standaard aangemaakt en opgeslagen in een magazijn. Vaak zit het gereedschap, nodig voor het werkplan, niet voorradig in het magazijn. Men kan zelf gereedschappen aanmaken / wijzigen en deze in een magazijn plaatsen. Gereedschap aanmaken / wijzigen : 1) Ga naar inrichten 2) F1 gereedschap 3) F1 nieuw maken of F3 beheer (om een gereedschap te wijzigen of te copiëren) Gereedschap toevoegen aan magazijn : 1) F2 magazijn 2) F2 wijzig, kies een magazijn 3) Ga naar een lege plaats in het magazijn en kies F2 plaats inrichten 4) Selecteer een gereedschap uit de lijst die je op die plaats wil
VTI Zeebrugge
© Desutter J.
cursus Solid Edge
9 CAM -4
3.7 NC programma weergeven NC prgramma genereren : 1) Je werkt in het niveau werkplan 2) Kies F3 NC uitgave 3) Kies F1 NC programma 4) Kies een postprocessor (afhankelijk van de beschikbare machine) en geef een naam op, kies een programma nummer (pas op ! bepaalde machines kennen alleen cijfers als programmanummer) Inrichtingsblad maken : (dit is een overzichtsblad met algemene technologische geg.) 1) Je werkt in het niveau werkplan 2) Kies F3 NC uitgave 3) Kies F2 inrichtingsblad 4) Geef een passende naam en sla op NC programma bekijken : 1) Verlaat het niveau werkplan en ga naar transfer (F9) 2) Kies F2 bewerken 3) F4 = inrichtingsblad bekijken 4) F5 = NC programma bekijken
VTI Zeebrugge
© Desutter J.
cursus Solid Edge
9 CAM -5
4 : Tekst van SE naar CAM Om tekst te frezen (vb. naamplaatje graveren) volstaat het niet om de tekst in te typen in een tekstvak in de drawing. Eest moet een contour gemaakt worden in PART. Werkgang : 1) Teken in PART de vorm van het uit te frezen plaatje 2) Maak een cutout van op het vlak waarop je wil graveren. 3) Ga naar Insert en kies voor Text Profile
4) Geef de tekst in, let op de lettergrootte.
5) Plaats te tekst op het vlak 6) Handel af als een gewone cutout.
7) Maak een drawing van deze part. 8) Sla op als *.dxf zoals hierboven. 9) Stuur door naar CAM pakket.
VTI Zeebrugge
© Desutter J.
cursus Solid Edge
9 CAM -6
