8. STATUUT VAN DE VORMINGSWERKERS IN KVLV
INLEIDING: VORMINGSWERKERS ZIJN EEN BELANGRIJKE SCHAKEL IN DE KVLV-WERKING KVLV biedt vorming aan vrouwen in verenigingsverband. Het KVLV-aanbod is daarom gedifferentieerd naar vrouwen met verschillende achtergronden, leeftijden, leefsituaties en interesses. De vormingswerkers die de vormende activiteiten in de afdelingen begeleiden nemen hierbij een sleutelpositie in. Zij zijn vaak ‘het gezicht’ van KVLV, zij moeten het ter plaatse samen met de bestuursleden waarmaken. KVLV-vormingswerkers zijn geen vrijwilligers - zoals de bestuursleden - maar ook geen beroepskrachten. Het is een grote, zeer heterogene groep: sommigen werken alleen mee in KVLV, anderen geven vorming in verschillende verenigingen, maar ook in Culturele Centra, hobbywinkels enzoverder. Sommigen doen dit éénmalig, dicht bij huis en in eigen afdeling, anderen doen dit bijna voltijds! De meeste vormingswerkers engageren zich omdat ze graag vorming geven en het KVLVpubliek een aangenaam publiek vinden. Vorming geven is voor deze groep een zinvolle, aangename vrijetijdsbesteding, eerder dan een ‘bijverdienste’ Eén ding hebben al deze vormingswerkers echter gemeenschappelijk: ze geven graag vorming, werken zich graag in in een problematiek of zijn ergens zeer goed of handig in, kennen het KVLV-publiek en dus gaan ze op een bepaald ogenblik op stap voor KVLVafdelingen en hun leden.
HET STATUUT VAN DE VORMINGSWERKER Allereerst moeten we opmerken dat er geen éénduidig statuut voor de vormingswerkers is. Alleen kunnen we stellen dat het alleszins NIET om een arbeidsrelatie gaat. Er
wordt geen arbeidsovereenkomst gesloten, er is geen relatie werkgeverwerknemer: het gaat om freelance medewerkers. Belangrijk is dat bij een inkomen boven 125 € altijd een fiscale fiche gemaakt.
1
VOLGEND SCHEMA LAAT DE VERSCHILLENDE MOGELIJKHEDEN ZIEN:
Er is GEEN arbeidsovereenkomst voor uw bijverdienste en het gaat om OCCASIONELE bijverdiensten
-
geen sociale bijdragen divers inkomen: belast aan 33 % (kostenforfait of kosten bewijzen)
het gaat om REGELMATIG TERUGKERENDE bijverdiensten < 125 €
125 – 400 €
> 1177 €
geen fiscale fiche
fiscale fiche marginaal belast
fiscale fiche marginaal belast
geen bijdragen voor sociale zekerheid
geen bijdrage voor sociale zekerheid
bijdragen voor sociale zekerheid van de zelfstandigen ! uitsluitingen
Voor de technische uitleg hierover zie bijlage 1: statuut en bijlage 2: belastingen hierna. KVLV is de grootste vormingsvereniging in Vlaanderen. Dit brengt mee dat we rekenen op veel vormingswerkers die vaak naar afdelingen gaan. KVLV deed daarom een inspanning om ‘het statuut’ van de vormingswerkers zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Hierbij gaan we uit van het wettelijk kader. Wij willen risico’s op problemen met fiscus of R.S.Z. tot een absoluut minimum beperken. Uit gesprekken met vormingswerkers bleek dat er voornamelijk twee struikelblokken zijn wanneer het gaat om hun statuut: 1. de onzekerheid over administratieve formaliteiten: de aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds en de belastingaangifte zijn daarvan de voornaamste 2. de bijkomende kosten die dit met zich meebrengt doen een aantal mensen besluiten dat het sop de kool niet waard is. KVLV werkte een systeem uit waarbij aan deze twee voornaamste bekommernissen een oplossing werd gegeven. Onze uitgangspunten waren de volgende: 1. KVLV wil de aantrekkelijkheid om mee te werken vergroten voor vormingswerkers die graag vaker willen en kunnen meewerken. Wij willen ervoor zorgen dat deze vormingswerkers op de een of andere manier hun extra kosten kunnen recupereren op een legale manier (zonder naar zwartwerk te gaan). 2. KVLV wil daarnaast de vormingswerkers meer begeleiding bieden bij de ‘papierwinkel’ (belastingen en sociale zekerheid).
2
CONCREET: WE MAKEN EEN ONDERSCHEID TUSSEN VERSCHILLENDE CATEGORIEËN ‘VERDIENERS’ 1. Je verdient als vormingswerker op jaarbasis minder dan 125 € Wij maken geen fiscale fiche op. Je bent vrijgesteld van plicht sociale zekerheidsbijdragen te betalen. 2. Je verdient als vormingswerker op jaarbasis tussen 125 € en 399,99 € Wij maken een fiscale fiche 281.50 op voor de belastingen. Je neemt best contact met een sociaal verzekeringsfonds om je kenbaar te maken als zelfstandige in bijberoep, maar wanneer je verdiensten beneden de 400 € blijven zal je vrijgesteld worden van bijdrageplicht in de sociale zekerheid zelfstandigen. 3. Je verdient als vormingswerker op jaarbasis tussen 400 € en 1177 € Wij maken een fiscale fiche 281.50 op voor de belastingen. Je neemt best contact met een sociaal verzekeringsfonds om je kenbaar te maken als zelfstandige in bijberoep, maar wanneer je verdiensten beneden de 1177 € op jaarbasis blijven zal je vrijgesteld worden van bijdrageplicht in de sociale zekerheid zelfstandigen. Vanuit KVLV krijgen deze vormingswerkers extra verzorging. Tegelijk met hun fiscale fiche krijgen zij een ‘dienstencheque SBB’. Wanneer zij zich met deze cheque aanbieden op één van de SBB-kantoren worden zij door de medewerkers van SBB geholpen bij het invullen van hun belastingaangifte (voor wat betreft het gedeelte KVLV-verdiensten). De factuur voor deze dienstverlening (forfaitduur: 45’) wordt rechtstreeks door KVLV betaald. Dubbele winst voor de vormingswerker: de service van SBB is gratis en misschien wint hij nog wel wat doordat zijn aangifte ‘optimaal’ werd ingevuld! Voorwaarde hiervoor is wel dat deze vormingswerker nog steeds als vormingswerker meewerkt binnen KVLV op het ogenblik dat de fiscale fiches verstuurd worden! 4. Je verdient als vormingswerker op jaarbasis meer dan 1177 € Wij maken een fiscale fiche 281.50 op voor de belastingen. Je neemt contact met een sociaal verzekeringsfonds om je kenbaar te maken als zelfstandige in bijberoep. Je zal sociale zekerheidsbijdragen betalen als zelfstandige. Vanuit KVLV krijgen deze vormingswerkers extra verzorging. Tegelijk met hun fiscale fiche krijgen zij een ‘dienstencheque SBB’. Wanneer zij zich met deze cheque aanbieden op één van de SBB-kantoren worden zij door de medewerkers van SBB geholpen bij het invullen van hun belastingaangifte (voor wat betreft het gedeelte KVLV-verdiensten). De SBB-medewerker zal er tegelijk op toezien dat je voor wat betreft de sociale zekerheid in orde bent. De factuur voor deze dienstverlening (forfaitduur: 45’) wordt recht-
3
streeks door KVLV betaald. Voorwaarde hiervoor is wel dat deze vormingswerker nog steeds als vormingswerker meewerkt binnen KVLV op het ogenblik dat de fiscale fiches verstuurd worden! Daarenboven krijgen deze vormingswerkers nog extra een geschenkcheque ter waarde van 125 € (belastingvrij). De extra onkosten die zij hebben in de vorm van bijdragen aan het sociaal statuut worden op deze manier ‘terugbetaald’. Voorwaarde hiervoor is wel dat deze vormingswerker nog steeds als vormingswerker meewerkt binnen KVLV op het ogenblik dat de geschenkcheques verstuurd worden!
BIJLAGE 1: STATUUT
Wie vorming geeft bij KVLV, dient te weten dat dit gebeurt: - zonder arbeidsovereenkomst, gewoon als losse medewerker - met aflevering van een fiscale fiche 281.50 (ereloon) - soms als zelfstandige in bijberoep (fiscaal = baten), eventueel op toevallige basis (fiscaal = divers inkomen). Zoals blijkt uit wat volgt, is het hoedanook belangrijk om je netto-inkomen vooraf zo goed mogelijk trachten in te schatten. Waar moet je dan rekening mee houden?
INDIEN JE EEN HOOFDBEROEP HEBT Een hoofdberoep wordt wettelijk als volgt omschreven: - ofwel werknemer zijn (minstens halftijds) - ofwel ambtenaar zijn (minstens halftijds gedurende 200 dagen of 8 maanden per jaar) - ofwel in het onderwijs staan (minstens 6/10 van een volledige uurrooster) - ofwel sociale uitkeringen genieten behalve overlevingspensioen - ofwel het recht op pensioen in een andere regeling vrijwaren gedurende een beperkte periode (b.v. loopbaanonderbrekers). Wie een hoofdberoep heeft, kan als zelfstandige in bijberoep worden erkend. Werkwijze In principe moet iedere zelfstandige aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Vanaf inkomsten boven 1177 € moet je daarenboven sociale bijdragen betalen.
4
Opgelet: De sociale bijdragen worden geraamd op ongeveer 20 % van je netto-belastbaar inkomen (bruto-onkosten). JE HEBT GEEN ANDER BEROEP MAAR JE BENT GEHUWD, WEDUW(E)(NAAR) OF STUDENT Je kan bij de inschrijving bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen een aanvraag indienen om gelijkgesteld te worden met een bijberoep. Als voorwaarde geldt (voor gehuwden) dat er rechten op kinderbijslag, ziekteverzekering en pensioen worden gevormd via het beroep of de uitkeringen van de echtgenoot. Je betaalt dan ofwel: - voorlopig geen bijdrage - een voorlopige bijdrage per kwartaal. Een verklaring hieromtrent wordt indien nodig door KVLV afgeleverd.
INDIEN JE GEPENSIONEERD BENT Bruggepensioneerden vallen onder de regeling van de werklozen. Zij mogen niet starten met een zelfstandige activiteit (tenzij dit occasioneel zou zijn), maar zij mogen hun zelfstandige bijberoep wel verderzetten indien ze dit reeds gedurende tenminste 3 maanden uitoefenden voor hun brugpensioen. Voor één groep van bruggepensioneerden is de regeling echter anders. Het gaat over diegene die na 31-12-1986 en voor 1-1-1993 op brugpensioen gegaan zijn. Deze personen mogen nog wel een toegelaten activiteit uitoefenen en dit onder dezelfde voorwaarden als de gewone gepensioneerden. Gepensioneerden mogen nog een beperkte activiteit uitoefenen, op voorwaarde dat ze dit voorafgaandelijk melden aan de pensioendienst. De hoogte van het toegelaten inkomen hangt af van de leeftijd van de gepensioneerde. Gepensioneerden die jonger zijn dan 65 jaar mogen minder bijverdienen dan gepensioneerden die de leeftijd van 65 jaar reeds bereikt hebben. Weduwen en weduwnaars die recht hebben op een overlevingspensioen en jonger zijn dan 65 jaar mogen netto als zelfstandige 11 874,50 euro per jaar bijverdienen, met kinderlast kan dit zelfs oplopen tot 14 843,13 euro zonder dat zij iets van hun pensioen moeten inleveren. Boven de 13 655,67 euro netto per jaar wordt hun pensioen geschorst (met kinderen ten laste pas vanaf 17 069,59 euro. Rustgepensioneerden en gerechtigden op een overlevingspensioen die met pensioen zijn vóór de wettelijke pensioenleeftijd mogen netto als zelfstandige 5 937,26 euro per jaar
5
bijverdienen, met kinderlast kan dit zelfs oplopen tot 8 905,89 euro zonder dat zij iets van hun pensioen moeten inleveren. Boven de 6 961,43 euro netto per jaar wordt hun pensioen geschorst (met kinderen ten laste) pas vanaf 10 241,77 euro. Rustgepensioneerden en gerechtigden op een overlevingspensioen die met pensioen zijn na de wettelijke pensioenleeftijd mogen netto als zelfstandige 10 845,34 euro per jaar bijverdienen, met kinderlast kan dit zelfs oplopen tot 13 813,97 euro zonder dat zij iets van hun pensioen moeten inleveren. Boven de 12 472,14 euro netto per jaar wordt hun pensioen geschorst (met kinderen ten laste) pas vanaf 15 886,06 euro. INDIEN JE WERKLOOS BENT Het vorming geven bij KVLV moet als een occasionele arbeid worden beschouwd. Er wordt immers geen arbeidsovereenkomst gesloten. Er is evenmin sprake van een activiteit als zelfstandige (dit zou immers inhouden dat men het vorming geven als regelmatige beroepsbezigheid uitbouwt). Naar de werkloosheid toe brengt het vorming geven als occasionele arbeid geen problemen mee, de werkloze blijft verder aanspraak maken op uitkeringen. Werkwijze -
-
-
Het geven van vorming moet als occasionele arbeid vooraf aangegeven worden bij de uitbetalingsinstelling (formulieren C1 en C11). De stempelkaart moet voor de dagen waarop les wordt gegeven tussen 7 u. en 18 u. doorkruist worden (zelfs voor zaterdag, zondag of wettelijke feestdagen). Je verliest dus de daguitkering voor elke dag waarop vorming wordt gegeven maar je moet na de activiteit niet telkens opnieuw een aanvraag om uitkeringen indienen (tenzij je drie dagen achtereenvolgend vorming gegeven hebt). Indien je vorming geeft na 18 u. behoud je in principe wel het recht op de daguitkering. Je wint hiervoor best informatie in bij de plaatselijke RVA-kantoren aangezien dit regionaal/provinciaal kan verschillen. Vermits er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst moet geen formulier C4 en geen formulier C171 afgegeven worden.
Wie reeds gedurende 3 maanden vormingswerker was vóór de werkloosheid (in bijberoep dus) kan deze activiteit blijven uitoefenen nà 18 u. Opgelet: Deze cumulatie bedraagt max. 30% van het maximumbedrag van de werkloosheidsuitkeringen van een werkloze met gezinslast. Ga je hierboven, dan worden de werkloosheidsuitkeringen verminderd tot die grens.
INDIEN JE IN LOOPBAANONDERBREKING OF TIJDSKREDIET BENT
6
Loopbaanonderbrekers mogen slechts gedurende 1 jaar een zelfstandige activiteit uitoefenen met behoud van hun onderbrekingsuitkering. Zij kunnen als zelfstandige in bijberoep worden erkend: - gedurende het eerste jaar van de onderbreking zonder verdere voorwaarden - gedurende een volgend jaar van de onderbreking indien zij een kind ten laste hebben dat jonger is dan 6 jaar of indien zij verder pensioenbijdragen als werknemer betalen. Ook tijdens een periode van tijdskrediet kan men maar gedurende 1 jaar een zelfstandige activiteit uitoefenen met behoud van de onderbrekingsuitkering. Hier is men zelfstandige in bijberoep indien men de zelfstandige activiteit uitoefent gedurende het eerste, tweede of derde jaar van het tijdskrediet. Tijdens het vierde en vijfde jaar kan men nooit zelfstandige in bijberoep zijn. Opgelet: bij loopbaanvermindering is de cumulatie met een zelfstandige activiteit altijd verboden!
OPMERKING : CUMULATIEVERKLARING IN HET ONDERWIJS Wie naast een voltijdse of deeltijdse opdracht in het onderwijs opdrachten vervult voor KVLV, wordt soms geconfronteerd met de vraag naar het invullen van een cumulatieverklaring, d.i. de aangifte van elke 'buiten het onderwijs uitgeoefende activiteit'. Deze aangifte moet gebeuren aan de hand van een formulier C52 dat kan bekomen worden via de schooldirectie. Aangezien er met KVLV geen arbeidsovereenkomst wordt afgesloten, moet je zelf dit formulier invullen.
7
BIJLAGE 2: BELASTINGEN
1. BELASTBAARHEID De verdiensten die de vormingswerkers in de loop van een jaar hebben ontvangen van hun opdrachtgevende verenigingen, vormen in principe belastbare inkomsten. De fiscale wetgeving voorziet immers in een aantal bepalingen die aan de basis liggen van die belastbaarheid. Volgend onderscheid kan worden gemaakt:
1.1. Beroepsmatig verkregen inkomsten Hetzij: de ontvangen vergoedingen zijn aan te merken als een 'loon', bedoeld in art. 20, 2o a en 26 van het wetboek inkomstenbelastingen (W.I.B.). Hier worden bedoeld: de lonen verkregen door werknemers die vallen onder de wetgeving op de arbeidsovereenkomsten of onder een soortgelijk wettelijk of reglementair statuut. Zij omvatten, ongeacht de schuldenaar, de benaming en de wijze van toekenning, alle beloningen die voor de werknemer de opbrengst vertegenwoordigen van zijn arbeid in dienst van een werkgever. De werkgever dient jaarlijks een fiche 281.10 uit te reiken. Om die kwalificatie toe te passen dient er dus een arbeidsovereenkomst te zijn (band van ondergeschiktheid). Welnu, die band van ondergeschiktheid is er niet tussen KVLV (werkgever) en de vormingswerker (werknemer). De uitbetaalde vergoedingen zijn dus geen loon in de zin van art. 20, 2o a (W.I.B.). Hetzij: de baten, onder welke vorm ook, van vrije beroepen, ambten of posten, en van elke winstgevende bezigheid die geen loon is noch winst van een nijverheids-, handels- of landbouwbedrijf, (art. 20, 3o W.I.B.). In nagenoeg alle gevallen zullen de ontvangen vergoedingen bij de vormingswerker kunnen gekwalificeerd worden als 'baten' (contracten van aanneming van een intellectueel werk). De opdrachtgever dient een fiche 281.50 op te stellen van zodra het jaarbedrag 123,95 € is of hoger. Dit wil niet zeggen dat de ontvangsten van minder dan 123,95 € per jaar en per opdrachtgever, niet belastbaar zouden zijn! Bemerking: Om beroepsmatig te zijn moeten de hierboven aangehaalde inkomsten voortspruiten uit een regelmatige activiteit, ook al gaat het om een bijberoep. Dit neemt niet weg dat, wanneer een prestatie toevallig is, er toch belastbaarheid is (zie hierna).
8
1.2. Inkomsten uit toevallige of occasionele prestaties (art. 67, 1o W.I.B. - diverse inkomsten) Als diverse inkomsten zijn belastbaar 'winsten of baten, hoe ook genaamd, die voortvloeien uit enigerlei prestatie, verrichting of speculatie of uit diensten bewezen aan derden, zelfs occasioneel of toevallig, buiten de uitoefening van een in art. 20 bedoelde beroepswerkzaamheid, enz.'. Bemerking: Of de inkomsten van het vorming geven in de KVLV-afdelingen nu 'beroepsinkomsten' zijn of 'diverse' inkomsten, is een feitenkwestie. Veel zal afhangen van de appreciatie van de controleur der belastingen.
2. GEVOLGEN VAN HET ONDERSCHEID TUSSEN 'BEROEPS' EN 'DIVERSE' INKOMSTEN
2.1. Belastbaar tijdperk a) Lonen en baten: jaar van werkelijke ontvangst of ter beschikkingstelling van de vergoedingen. b) Diverse occasionele winsten en baten: baten: idem als a) winsten: idem als a) of van zodra er een zekere en vaststaande vordering is (is niet toepasselijk voor vormingswerkers).
2.2. De aftrekbare uitgaven (meer uitleg over de principes: zie verder onder 3.) a) Lonen en/of baten: de beroepsuitgaven mogen bewezen worden. Bij gebrek aan bewijs heb je recht op aftrek van een forfaitair bedrag. b) Diverse (occasionele) inkomsten: de aftrekbare kosten zijn deze die werkelijk werden gedaan of gedragen om deze inkomsten te verkrijgen of te behouden en waarvan het bewijs kan worden verstrekt (art. 68 W.I.B.). In veel gevallen zal de controleur der belastingen ook hier een individueel forfait aanvaarden (b.v. 20 à 25 %).
2.3. Bijdragen i.v.m. het sociaal statuut van de zelfstandigen (zie ander hoofdstuk) De netto-beroepsinkomsten als baten, zijn in principe onderworpen aan bijdragen voor het sociaal statuut der zelfstandigen. De diverse inkomsten zijn dit niet.
9
Sommige inkomsten kunnen afzonderlijk worden belast tegen een vast tarief. Dit is o.m. het geval met diverse (occasionele) inkomsten (art. 67, 1o). Zo het voordeliger uitkomt worden deze afzonderlijk belast aan 33 % (te verhogen met gemeentebelasting op de P.B.; maar niet onderworpen aan de verhoging bij gebrek aan voorafbetaling).
3. INVULLEN VAN BELASTINGSAANGIFTE Hieronder enkele aanduidingen i.v.m. het invullen van de aan te geven vergoedingen voor het vorming geven A. Aangezien in KVLV de vergoedingen niet meer als lonen beschouwd worden, doch wel als baten, zullen de meeste vormingswerkers twee fiches ontvangen: a) een fiche 281.10 voor de vergoedingen uitbetaald vanaf 1 januari tot en met 31 augustus. Deze fiche vermeldt alleen het bedrag van de erelonen, maar niet van de vergoede kosten; b) een fiche 281.50 voor de vergoedingen uitbetaald vanaf 1 september tot en met 31 december en voor zover het totaal bedrag 125 € of meer bedraagt. Hierop zal wel een uitsplitsing staan van erelonen en kosten. B. KVLV stuurt per kwartaal een betalingsbericht met een overzicht van de erelonen en kostenvergoedingen. Aan de hand van deze berichten moet het mogelijk zijn de aangifte correct in te vullen.
10