8 1 ~~~~'~
1
7iO-s862- 1 A T . H. EI ND"H0 VE-~ 1 .
VERSLAG
OOST-AFRlKAREIS
ondernomen in mei en juni 1973 door Piet en Corrie Delhoofen in opdracht van de Werkgroep Microprojecten van de Technische Hogeschool Eindhoven
Piet Delhoofen juli 1973
Technische Hogeschool Eindhoven Bureau Ontwikkelingssamenwerking Auditorium, 02.12 Eindhoven
J
- 2 -
INHOUD
pag.
Inleiding De voorbereiding Op safari Reisroute De reis van dag tot dag De projecten Samenvatting en conclusies
3 4 6 9 ]0 15
]7
- 3 -
I N 1.10: I I) I N(;
De reis di_e Corrie en ik gemaakt hebben naar Kenya en Tanzania vindt haar oorsprong in een gebeurteni s , die eigenlijk helemaal buiten ons en ook buiten de werkzaamheden van de Werkgroep Microprojectenom plaats vond. Toen voorjaar 1971 het nieuwe, opmerkelijke kantoor van de N.B.B.S. geopend werd in de hal van het hoofdgebouw van de T.H.E. was het een charmant gebaar van het N.B.B.S.-bestuur om de T.H. een studentenreis aan te bieden naar een van haar verste routeplaatsen. Via het Bestuur van de T.H.E. kwam dit aanbod terecht bij de C.I.C.A. die het weer doorspeelde naar haar Werkgroep Microprojecten. Deze plaatste in de T.H.-Berichten van 5 mei 1972 een oproep om kandidaten te werven voor een studiereis naar een ontwikkelingsland; toevalligerwijze kwam deze oproep Corrie onder ogen, ze maakte er mij op attent, we raakten enthousiast, ik solliciteerde en precieseen jaar later streken we neer in Nairobi, de hoofdstad van Kenya. De Werkgroep Microprojecten had met deze reis de volgende doelen voor ogen: a. de schriftelijke communicatie die de Werkgroep met ontwikkelingswerkers voert te doen ondersteunen door persoonlijke contacten, teneinde een beter inzicht te krijgen in allerlei plaatselijke omstandigheden waarin projectaanvragen kunnen ontstaan; b. het ter plaatse verstrekken van eventueel noodzakelijke adviezen, het helpen oplossen van concrete praktische technische problemen en het verzamelen en inventariseren van nieuwe projecten; c. het evalueren van de eventuele gevolgen van uitgevoerde adviezen, teneinde inzicht te krijgen in de aangepastheid van de technologie voor een bepaald gebied. Het is voor de werkgroep van belang te weten in welke richting in de toekomst gewerkt moet worden.
In hoeverre al deze doelstellingen bereikt zijn zal nog moeten blijken; de resultaten van de reis zijn mede onderwerp van gesprek in een discussie die binnen C.I.C.A. op gang gekomen is over een nieuwe opzet van Microprojecten. De reis heeft in ieder geval zeker aan het onder b. genoemde doel beantwoord.
DE VOORBEREIDING Toen in juni 1972 vaststond dat ik een reis zou gaan maken, was er nog geen sprake van dat mijn vrouw mee zou gaan. Voor de hand liggende bezwaren waren: extra reisproblemen in moeilijk te bereiken streken, de aanzienlijke kosten en vooral de zorg voor onze twee dochters van 1 en 3 jaar. Wat we weI samen deden was het afleggen van bezoeken bij missieprocures van een tiental religieuze organisaties, die afgevaardigden inOost-Afrika hadden. Z~doende spraken we vele Oost-Afrika-kenners, paters, broeders en zusters, d1e ons een beeld gaven van de omstandigheden waaronder de missionarissen leefden en werkten. Na enige weken hadden we ongeveer 115 adressen verzameld van Nederlanders in Kenya en Tanzania: missionarissen, artsen, SNV-ers. Nederlandse zendelingen zijn er zo goed als niet in Oost-Afrika, weI een aantal via protestantse organisaties uitgezonden artsen, ontwikkelingswerkers e.d. Al deze mensen kregen in september een circulaire waarin ik het doel van de reis uiteen zette en waarin ik vroeg of mijn komst eventueel op prijs gesteld werd. Hierop kreeg ik 45 antwoorden van mensen die me vrijwel allemaal in ieder geval een gastvrij onthaal aanboden. Er waren echter slechts 25 brieven waarin van eventuele technische problemen melding werd gemaakt: 10 uit Kenya en 15 uit Tanzania. Vanaf het begin was Oeganda, hoewel het deel uitmaakt van de East African Community, buiten beschouwing gebleven als reisdoel. De onzekere politieke situatie en de uitgestrektheid van het totale gebied waren de redenen hiervoor. Aan de hand van de reacties stelde ik een voorlopig reisschema op dat ik aan aIle 45 beantwoorders toestuurde. Hierop kwamen nieuwe reacties aan de hand waarvan ik een definitief reisschema opstelde dat ik in februari 1973 naar de 25 te bezoeken adressen zond. In verband met de regentijd, die in Kenya in april en in Tanzania in mei afloopt, begon ik mijn reis in Kenya. Door de gesprekken met de missionarissen en door de drukke voorbereidingen raakte ook Corrie steeds enthousiaster, tot we op een gegeven moment besloten met z'n tweeen te gaan. Vrienden zouden op onze kinderen passen en de vliegkosten vonden we weI opwegen tegen de boeiende ervaringen. We volgden in Nijmegen gedurende enige maandagavonden een cursus Ontwikkelingsproblematiek. Hier ontmoetten we dokter van Amelsvoort, lector in de sociale geneeskunde en ervaren Tanzania-kenner, die daar een Ie zing hield en die ons na afloop een lift naar Den Bosch aanbood. Hij gaf ons talloze tips en kon op een aantal in de brieven gestelde vragen reeds gerichte antwoorden geven. De laatste weken voor ons vertrek waren de drukste: paspoorten en visa in orde maken, informaties inwinnen over invoerbepalingen, verzekeren van lijf en goed, inkopen doen, fotomateriaal, tropenkleding, inpakken etc. en dat alles met armen die stijf stonden van de vaccinaties. Een aantal ontwikkelingswerkers hadden in hun brieven reeds melding gemaakt van bepaalde problemen. Daarom kon ik van te voren reeds geschiktdocumentatiemateriaal bij elkaar zoeken. Zo kon ik voor een arts in Tanzania een catalogus meenemen van operatie-apparatuur en voor een SNV-er in Nairobi de antwoorden op een vragenlijst over een door hem ontworpen waterturbine. Het was een hele klus am elke ontmoeting vanuit Eindhoven te plannen en een geschikte datum, tijd en plaats vast te stellen.
- 5 -
. J
Ik had me op de hoogte gesteld van de dienstregelingen van treinen en boten in Kenya en Tanzania en ik had bij een aantal missieprocures nadere bijzonderheden gevraagd. In mijn reisplan had ik twee contactadressen geno~md waar eventuele correcties op mijn eenzijdige afspraken naar toe gestuurd konden wor( s n. Voo r het eerste gedeelte van mijn reis bleek dit niet nodig te zijn; vrijwel n L, . .,fspraken klopten tot in de puntjes. Voor ik het tweede gedeelte began, de tocht door Tanzania na de oversteek over het Victoriameer, moest ik echter mijn reisplan grondig wijzigen en daarvan aIle nog te bezoeken persone.n in kenni s stellen. Daama liep het allemaal van een leien . dakje. Het reisplan za 28 di I .do 3 za 5 rna 7 wo 9 vr II rna 14 di 15 do 17 za 19 di 22 do 24 za 26 rna 28 zo 3 wo 6 vr. 8 zo 10 wo 13 do 14 za 16 rna 18 di 19 do 21 za 23 rna 25 wo 27 zo
apri me~ me~
mei rne~
mei mei mei mei ~ei me~
mei me~
mei me~
Jun~
juni Jun~
juni Jun~ Jun~
juni Jun~
juni juni juni Jun~ Jun~
ju1.i
1
~g
er als voIgt uit:
Kiarnbu Jan (')omen (S.N.V.) Nairobi G. Borren en D. Biesta (Min. of Agriculture) Kiriko(Thika) Zr. Cornelia Moons Nakuru R.Danturna (Windmill E.A.Ltd) Ilkerin(Narok) Jan Voshaar Bornet Jan Meys (MHM) Mbita (Homa bay) Rinus Tielen (MHM) Rapogi (Sar~) Paul Steverink Migori (Suna) Rev. Roel Knaap Rev. A. Bots Nyabondo (Sondu) Kisurnu Hallon B. Dkwara (Nyanza Engineering works) Bukumbi Dokter J. Plaum (Hospital) Kibara Dokter K.J.Brouwer (Hospital) Sengerema Zr. Emma de Block (Hospi tal) Geita Zr. Louise de Bakker Rubya (Bukoba) Dokter Woet L. Gianotten (Hospital) Ussongo (Nzega) Zr. E. Kaanders Ulyankulu A.P.Voets (Refugee Settlement) Kipalapala (Tabora)Br. A. de Rooy Igogne (Tukuyu) Zr. Bonifacio Lansink Kisa (Tukuyu) Zr. Agnes v.d.Werf Mkulwe Rev. G.J.Derksen Morogoro Dverste P.J. de Boer Matombo Th. Winkelmolen, C.S. Sp. Fr. L. Hobus Lugoba Dar Es Salaam Moshi Dr. Jan. W.E. Visser Kiambu Jan Domen Brussel-Eindhoven Janneke, Ester
- 6 -
OP SAFARI We vertrokken 27 april, daags nadat ik m~Jn 28ste verjaardag gevierd had. In Brussel kon ik belastingvrij sigaren en BoIs inslaan, meer bedoeld als presentje dan als prive-genotmiddel. De douaneformaliteiten hebben nergens moeilijkheden opgeleverd. De eerste week zijn wij gastvrij ontvangen bij Jan Oomen, afgestudeerd bij de afd. Natuurkunde van de T.R.E., voor twee jaar werkzaam als SNV-er in Kiambu, bij Nairobi. Een paar dagen namen we om te acclimatiseren en alvast aan het land te wennen. De streek rond Kiambu was geweldig mooi. Nog maar enkele weken tevoren was de grote regentijd afgelopen en het dorre landschap was herschapen in een groen en zwaar geurend paradijs. De koffieplantages stonden in bloei en de talloze tropische planten ontvouwden hun exotische bloemen. Sommige bomen schenen met hun rood-gebloemde kruinen in de avondzon in brand te staan. De prachtige vormen en kleuren waren een aantrekkelijk object voor onze diacamera. In Tanzania hield het die dagen juist op met regenen en toen we daar enkele weken later aankwamen konden we dezelfde flora bewonderen.
"Vrouw tussen twee hutjes"
Wat de technische kant van de reis betreft waren de eerste adressen wat teleurstellend; veel advies werd er niet gevraagd en het eerste project kon ik pas na twee weken bemachtigen. In Kenya waren er 6 plaatsen waarvandaan ik 9 vragen mee naar huis nam en in Tanzania verzamelde ik op 9 adressen 16 microprojecten. Met een aantal mensen wisselde ik van gedachte over het nut van het werk van de aan "Vraagbaak" verbonden werkgroepen. In het algemeen was hun oordeel zeer positief. Ik vernam ook afwijkende standpunten; vooral bij de Nederlandse vrijwilligers doet de mening opgelddat we ons zo weinig mogelijk moeten bemoeien met problemen die de ontwikkelingslanden zelf kunnen oplossen en dat we daardoor deze landen het best tot zelfstandigheid stimuleren.
- 7 -
De SNV-ers in Kenya hebben deze opvatting geillustreerd en kracht bijgezet door hun wagenpark niet meer te laten onderhouden door een uit Nederland meegestuurde monteur, maar door plaatselijke garagebedrijven ervoor te spannen. De prijs die voor deze strategie betaald moet worden: langere wachttijden, minder kwaliteit, hogere kosten, weegt in hun ogen op tegen de voordelen die deze het land biedt: werkgelegenheid, praktische ervaring, inkomen. Van sommige projecten die de werkgroep ter hand neemt zou hetzelfde gezegd kunnen worden. Waarom bijvoorb~eld in Eindhoven bouwtekeningen maken als er in Kenya architectenbureaus zijn, waarom in Nederland wanmolenpakketten vervaardigen als er in de ontwikkelingslanden werkeloosheid is, waarom hier methaangastanks ontwerpen als er in Kenya bedrijven zijn die ze bouwen, verkopen en er deskundig over kunnen adviseren? Natuurlijk zijn deze voorbeelden enigszins gechargeerd, maar feit is dat er in Nederland werk gedaan wordt dat in een ontwikkelingsland gedaan had kunnen worden. Voor een groot deel ligt dit ook aan de betrokken ontwikkelingswerker, die soms al vlug bij een van de groepen om advies komt vragen. Na enig zoeken had in vele gevallen in het land zelf het antwoord gevonden kunnen worden. Ret tegenovergestelde is ook het geval. Zo kon bijvoorbeeld pater Meys uit Bomet me een hele stapel correspondentie laten zien over gevraagde voorlichting over inentingen van vee. In het hele land had hij geen instantie kunnen vinden die hem van advies kon dienen. Uiteindelijk kwam hij in Wageningen terecht waar een ijverige studente hem vertelde wat hij al wist. Retzelfde heeft hij aan de hand gehad met voorlichting over bewerking van de zgn. black-cotton-soil. Met al deze voorbeelden wil ik zeggen dat de Nederlandse werkgroepen zich kritisch moeten opstellen tegenover adviesaanvragen die binnenkomen. Wat tijdens de reis vooral indruk op ons gemaakt heeft waren de talloze gesprekken die we voerden met de mensen die we ontmoetten. Iedereen had zijn eigen specifieke opvattingen, manier van redeneren, filosofie en oordeel over ontwikkelingshulp en afrikanisatie. Daarbij viel ons op het verschil in Pater Jan Meys, Bomet opvatting tussen de mensen die er nog maar pas waren en de oudere missionarissen, die vaak een ontwikkeling van tientallen jaren meegemaakt hadden. De jonge artsen waren vaak sceptisch over de politiek van het land, hadden een hard oordeel over de afrikaanse mentaliteit en zagen de toekomst somber tegemoet
- 8 -
De missionarissen waren meestal zeer positief over de politieke ontwikkelingen, zowel in Kenya als in Tanzania, ze hadden verklaringen voor de instelling en gedragswijze van de Afrikaan en ze waren optimistisch over de toekomst. De eerste weken kwamen al deze indrukken en opvattingen als een stortvloed over onze hoofden en het verwerken hiervan vergde meer energie dan het reizen, het werken en het acclimatiseren. De tendens van afrikanisatie, het toenemend streven om alles zelf te gaan do en en de blanken aan de kant te zetten bepaalt zowel in Kenya als in Tanzania het psychologisch klimaat waarin de Europeanen werken. Ze zijn zich vrijwel allemaal ervan bewust dat ze geen tien jaar meer in Dost-Afrika kunnen blijven en dat hun job door Afrikanenovergenomen moet worden. Dit bewustzijn stim~leert tot het opleiden van Afrikanen, tot voorraden beheren, machines onderhouden, zieken verzorgen, scholen runnen. Bij de vaak onvermijdelijke teruggang, die een geafrikaniseerd project tijdelijk doormaakt, heeft men zich reeds bij voorbaat neergelegd. Dit neemt niet weg dat aIle Nederlanders die we bezochten met plezier en vol overgave hun werk doen. We hebben grote bewondering gekregen voor de 100% inzet waarmee bergen werk zinvol verzet worden. We kunnen niet anders doen dat deze activiteiten vanuit Nederland zovel mogelijk ondersteunen. Tijdens onze reis hebben we weinig problemen gehad met vervoer. Het openbaar vervoer functioneerde, al was het hier en daar met lange wachttijden. In Kenya zijn we vaak door missionarissen van de ene post naar de volgende gebracht, waarvoor dan meestal een vergoeding geaccepteerd werd. In Tanzania verbaasden we ons over het uitgebreide net van autobusdiensten en over het comfort van de tweede klas treinreizen. De wegen in Kenya waren goed, meestal geasfalteerd; in Tanzania daarentegen in slechte toestand, niet goed onderhouden, zelden geasfalteerd. Halverwege hadden we een week rust gepland in Bukumbi. Een grote stapel post dwong onsechter het reisplan te wijzigen. Aanvankelijk zou ik in het zuiden dri~ adressen bezoeken; een missionaris schreef echter dat het gebied sinds korte tijdslechts toegankelijk was met speciale pasjes, die in Dar Es Salaam aangevraagd moesten worden. Dit i.v.m. de vorderingen van de Tanzam-spoorlijn die daar door de Chinezen aangelegd wordt. Daar we niet het risico wilden lopen om tevergeefs naar het zuiden te reizen, hetgeen minstens een week in beslag zou nemen, hebben we deze drie adressen letterlijk afgeschreven. Twee adressen, Ulyankulu en Kipalapala, beide in de buurt van Tabora, werden naar voren geschoven in het schema omdat de betrokkenen ~egin juni met verlof zouden gaan. Dus namen we, zodra we in Tanzania waren, eerst de nachttrein naar Tabora en een paar dagen later weer terug naar Mwanza, waarvandaan we vervolgens weer langzaam zuidwaarts trokken. Aan de hand van ons dagboek dat vooral Corrie intensief bijgehouden heeft, zal ik in vogelvlucht de reis beschrijven.
. ~--~ -----,
_1)_
.
'.
r ~/£ !
6 j.J N [) ~
fl
__. -.
- -- . ... -"
,
'.
"·l
I
,
,,
/~
..
(
\
1}
..
~
.
\
"
HSSIJ~;'6}~ r",: .,/
,r
, <,, ;'
• I
1
L---- --l
"
,
(
/
I-_~
- 10 -
DE RElS VAN DAG TOT DAG
"Corrie houdt het dagboek bij" (bij elke dag staat vermeld hoeveel km.
WE
die dag gereisd hebben)
vr. 27-4 (ISO km) met enige moeite nemen we afscheid van onze kinderen. Afspraak misgelopen op station Tilburg, waar J. van Thienen van het Bureau Ontwikkelingssamenwerking van de T.R.Eindhoven ons zou uitzwaaien. Wegens Corrie's gemoedrust kwamen we een trein eerder door. Sabena-toestel vertrok om 23.00 uur vanuit Brussel. za. 28-4 (7000 km) tussenlanding in Entebbe, Oeganda. We landen in Nairobi om 11.00 uur (9.00 uur Nederlandse tijd), waar Jan Oomen ons oppikte. We schrikken van de stad: veel auto's, stank, drukte, erg westers. zoo 29-4 (75 km) gastvrij onthaal bij Nederlandse vrijwilligers in Kiambu. Rier wordt met grote inzet een technische school gebouwd. Ter gelegenheid van een feestelijke bijeenkomst van Kikuju-notabelen werd er een typische, inlandse, overheerlijke barbecue georganiseerd, waarvoor Miss Kenyatta kaartjes verkocht; de SNV-ers glommen van trots. mao 30-4 (50 km) 's avonds temidden van enige honderden Nederlanders in hun goeie goed koninginnedag gevierd bij de ambassadeur thuis. De tropische nacht werd door een galmend Wilhelmus wreed ontluisterd. di. 1 mei (200 km) dag van de arbeid, waarop van alles plaats vond behalve arbeid. Uitstapje met onze gastheer en -vrouw naar Lake Naivasha. wo. 2-5 (20 km) te voet de omgeving verkend; je geniet zo veel meer van het prachtige landschap. We beginnen te acclimatiseren. do. 3-5 (80 km) met geleende auto onwennig door het linkse verkeer naar Kiriko gekoerst, waar we door zuster Cornelia hartelijk begroet werden, als waren we haar eigen neef en nicht. De pastoor adviezen gegeven over de aanschaf
- 11 -
van een waterram en de bouw van een kerkje voor katholieken; vlak bij stonden reeds twee andere nieuwe kerkjes, van de concurrerende religies. vr. 4-5 (175 km) in Nairobi bespreking met Gerard Borren en Dick Biesta, beiden SNV-ers, over door Biesta ontworpen waterturbine. Boeiend project! za. 5-5 (175 km) ontvangen bij "Windmill", dochteronderneming van Vlaardingse kunstmestfabriek, die op haar manier aan ontwikkelingssamenwerking deed door enige honderden mensen werk te verschaffen en gelijk miljoenen guldens winst uit het land te slepen. Voor het oplossen van haar immense corrosieproblemen werd mijn missie schromelijk overschat. zoo 6-5 (40 km) mooie tocht gemaakt langs Lake Nakuru waar ik Haanstra's indrukwekkende filmopnamen van de miljoenen flamingo's trachtte te evenaren, hetgeen niet lukte, h~ewel ik niet ontevreden ben. ma. 7-5 (200 km) een vriendelijke Windmill-employe bracht ons naar Narok, waar we Jan Voshaar ontmoetten. Hij bracht ons naar Bomet. Afgezien van bezoek aan Ilkerin. Problemen waren wegens toegezegde Nederlandse hulp reeds opgelost. We zijn onder de indruk van de herders van Oost Afrika, de lange Masaai. di. 8-5 (20 km) met Jan Meys, een geweldig actieve en ondernemende Mill-Hillpater, bezoek gebracht aan plaatselijke projecten. woo 9-5 (0 km) vanwege een dreigende diarhee beiden rust gehouden en geboeid geluisterd naar de talloze anecdotes die Jan vertelde. do. 10-5 (0 km) Kipsigi-vrouwen in Bomet gadegeslagen bij hun kralenhandel en heel wat snoertjes ingekocht. Vraag over prepareren van kralen meegenomen. vr. 11-5 (180 km) in Kisii ontmoetten we de gastvrije Rinus Thielen, die ons via een pastoor met elektriciteitsmoeilijkheden op een buitenpost naar Mbita bracht. za. 12-5 (0 km) hele dag in de weer met installeren van windgenerator. 's Avonds op het terras met geweldig mooi uitzicht geluisterd naar het Victoriameer, de beesten en de verhalen van Rinus. zoo 13-5 (10 km) generator aangesloten en beproefd. Boottochtje op het meer en rijtoer op door pater Thielen gefokte ezeltjes. Corrie vond het best eng. ma. 14-5 (80 km) Rapogi: broeder Paul Steverink leidde ons rond langs een mislukte watertank, twee scholen in aaubouw en een waterinstallatie. Uren geploeterd op reparatie typemachine. di. 15-5 (100 km) diverse klusjes opgeknapt en projecten ver~d. Origineel Luo-instrument cadeau gekregen. Wegens afwezigheid van Roel Knaap geen bezoek gebracht aan Migori. Op weg naar Kilgoris de eerste olifantepoep en zebra's ontmoet.
-- I L -
woo 16-5 (0 km) dokter Tellegen was helaas afwezig. Dieselgenerator gedemonteerd, centrifuge gerepareerd, getracht huistelefooninstallatie aan te sluiten. Schakelschema was zoekgeraakt, operatie lukte niet. do. 17-5 (10 km) tijdens flinke wandeling verdwaald en in tropische plensbui goed doorweekt. Masaai-ziekenhuis bekeken. vr. 18-5 (180 km) van 7 uur 's ochtends tot 3 uur 's middags op de bus gewacht. Toch nog op tijd en volgens afspraak in Nyabondo. za. 19-5 (0 km) pater Bots was op verlof. De waterproblemen waren opgelos t. Interessante ontmoeting gehad met pater Bartels, emeritus pastoor, wiens hobby het is zeer kunstzinnige beelden te maken van klei. zoo 20-5 (55 km) naar Kisumu gebracht. Helaas een dag te laat. Afspraak misgelopeno Overnacht in huis van SNV-ster, gastvrij tot onzer beschikking gesteld. ma. 21-5 (500 km) Nyanza Engineering Works bezocht. Mr. Okwara schrijft nog. am 12 uur 's middags op de boot gestapt naar Mwanza. di. 22-5 (40 km) voet aan wal in Tanzania. Bergen post op contactadres bij Jef Plaum in Bukumbi: vrolijke brieven uit Nederland en afschrijvingen, wijzigingen en nieuwe adressen van nog te bezoeken ontwikkelingswerkers. Reisschema gewijzigd en brieven geschreven. woo 23-5 (410 km) Bukumbi-hospital: problemen met waterfilter, huistelefoon en de vuilnisbakken waar de honden in grasduinen. In Mwanza de nachttrein genomen naar Tabora. redelijk comfortabel. do. 24-5 (75 km) Tabora is erg heet. Vluchtelingen uit Burundi arriveren op het station en rijden op vrachtwagens voor ons uit naar het kamp. vr. 25-5 (25km) indrukwekkend, reusachtig groat kamp voor de Hutu's. Technische problemen blijken te zijn opgelost; de Unicef pompen functioneren prima. za. 26-5 (85 km) de talenschool en een grote drukkerij bezocht in Kipalapala vlak bij Tabora. Broeder de Rooy zet ons weer op de nachttrein. ZOe 27-5 (445 km) een dag te vroeg bij de fame Anten in Mwanza, die ons zeer gastvrij ontvangt. Corrie blijft hier, terwijl ik via Bukumbi naar Sengerama reis. Laatste kilometers lopen door modder en regen met zware rugzak. Leuk! ma. 28-5 (35 km) veel succes met reparatie laboratoriumapparatuur. Meer geluk dan wijsheid denk ike Interessante projecten verzameld. 's Avonds weer ~n Mwanza, waar Corrie van dansen en slangenbezweerders genoten heeft. die 29-5 (100 km) met de boot een prachtige tocht naar Nansio gemaakt, waar Kees Brouwer ons opwachtte. wo. 30-5 (0 km) defecte intercominstallatie van Kibara-hospital totaal in de vernieling geholpen en steekvlam veroorzaakt bij wasmachinemotor. Gelukkig wint Ajax die avond. do. 31-5 (0 km) het lukt me de magneetschakelaar van de wasmachine te herstellen. Corrie maakt dankzij de behulpzame Marjolein Brouwer een mooie jurk uit een Kitengi, een fel gekleurde lap stof. vr. I juni (0 km) van bezoek aan Rubya maeten we afzien vanwege slechte verbinding. Kinderdanswedstrijden gefilmd en Hindoestaans familie bezocht. za. 2-6 (245 km) via een stukje Serengetti wildpark naar Mwanza gereden, waar dokter Anten ons weer opving. Mixer gerepareerd. Weggelopen uit melodramatische Hindoestaanse speelfilm. zoo 3-6 (0 km) dag des Heren, rustdag. Verlangd naar Limburgse vIa met koffie.
- 13 -
mao 4-6 (75 km) In overvolle bus, temidden van kippen, zakken mais, dranken poeplucht naar Buhingo gehobbeld. di. 5-6 (0 km) methaantank van pater Borst bewonderd. Stoffige kuil betreurd op door paragnost aangeduide watervindplaats. wo. 6-6 (130 km) Corrie is erg vermoeid en gespannen. We reizen naar Shinyanga, waar we een dag te vroeg bij Frans van de Laak aankomen. Hij is met een charmante Afrikaanse getrouwd en ze hebben drie grappige zoontjes. do. 7-6 (0 km) aanval van vreselijke tandpijn waar een rondreizende Afrikaanse tandarts me vakkundig van af weet te helpen. Zeer interessante gesprekken gevoerd over waterboringen, pompen en windmolens. vr.· 8-6 (0 km) Frans had een kleinere uitvoering geconstrueerd van een Unesco-handpomp. Ik heb schetsen en foto's hiervan gemaakt. Misschien iets voor Vraagbaak.
za. 9-6 (130 km) door landschap vol boa-babs of apebroodbomen naar Ussongo getrokken. Enthousiast ontvangen door de goochelende pater Hendrikx en de lieve zusters, die ons zeer verwenden. zoo 10-6 (0 km) adviezen gegeven, projecten verzameld, mooie foto's gemaakt. rna. 11-6 (160 km) lange tocht naar Tabora. Overnacht bij dokter Kalmeyer wiens gastvrije vrouw we reeds twee weken eerder ontmoet hadden. di. 12-6 (680 km) in aIle vroegte op de trein naar Morogor; redelijk comfortabel. Bij elke halte vrouwen en kinderen die proberen bananen, sinaasappels, mango's, houten kammen en zoete koekjes aan de man te brengen. wo. 13-6 (50 km) 's nachts om 2 uur door pater Winkelmolen van de trein gehaald. Uitgeslapen, Peltonwiel betreurd, gieterijt5e bezocht. Er was weer veel post. Gegeten bij Duitse nonnen; Corrie bad niet voor het eten, nu bidden de zusters voor Corrie.
- 14 -
do. 14-6 (135 km) houtzagerij bezocht in Matombo. AIle machines werden rechtstreeks mechanisch aangedreven door een waterwiel. Op weg naar Singisa geisoIeerde missiepost bevoorraad. yr. 15-6 (0 km) chassis van landrove.r was gebroken. Hele dag bezig geweest met provisorisch repareren met strippen, bouten en moeren. za. 16-6 (0 km) plaatsing van Mitchell-turbine besproken. Pater Winkelmolen Ianceert idee sinaasappelfabriekje voor Ujamaa-dorp. zoo 17-6 (145 km) heel voorzichtig over heel slechte weg naar Morogoro gekoerst. Langs de weg veel albino-negers gezien, een verbijsterertde gewaarwording. ma. 18-6 (200 km) bezoek aan Mikumbi Game Reserve: olifanten, giraffen, gnoes, zebra's, buffels, herten, apen, etc. etc. die 19-6 (120 km) in Lugoba troffen we niet pater Hobus, maar pater van Schaik aan, die me bij een kalkoven bracht. Een interessant-Ujamaa-project. wo. 20-6 (130 km) bezoek aan Dar Es Salaam, veel vriendelijker dan Nairobi. Veel houtsnijwerk te koop. o.a. schaakstukken, veel terrasjes, veel kinderen, en ~n de haven chinese schepen. Geuniformeerde chinezen en blote blanken. do. 21-6 (575 km) jammer voer Dar Es Salaam dat ik vandaag ziek was. 's Nachts met de bus naar Moshi, een ware kwelling. Yr. 22-6 (0 km) laatste post: Jan Visser, klinisch chemicus. Hartelijke ontvangst, rondleiding door een van de drie grote ziekenhuizen van Tanzania. za. 23-6 (0 km) projecten verzameld. Rontgenfoto's bekeken van patienten met overdosis fluor in drinkwater. Dankbaar project: fluor verwijderen. zoo 24-6 (250 km) fantastisch mooi wildpark bezocht bij Arusha. De Kilimanjaro, hoogste berg van Afrika,laat eventjes iets van zijn top zien en trekt zich weer terug in de wolken. ma. 25-6 (415 km) hele dag onderweg naar Nairobi, waar we nog door een gehaaide taxi chauffeur worden afgezet. Enthousiast weerzien met Kiambu. die 26-6 (45 km) souvenirjacht in Nairobi. De lucht is bewolkt. Als het zaterdag ook zo is zien we niets van de zonsverduistering. Liever geen risico nemen en vlug naar huis, we hebben de kinderen al te lang gemist. Telegram en eerste vliegtuig. wo. 27-6 (7150 km) een Masaai-speer wordt door de luchthavenpolitie in beslag genomen. Met overdosis aan handbagage komen we in Brussel aan. De speer is zoek, maar's middags is er een opgewekt telefoontje vanuit Welschap. De hele familie is blij dat we heelhuids thuis z~Jn.
"Resultaat van geduldig kapwerk"
do. 10-7 eerste mondeling verslag voor de ledenwerkgroep Microprojecten. De aanwezigheid van Janneke en Ester hierbij wekt verbazing, niet in het m~nst bij de kinderen zelf.
I ', ..
DE PROJECTEN Tijdens de reis heb ik 29 nieuwe microprojecten verzameld. Het zou te ver voeren om hier in detail op al deze projecten in te gaan. Inmiddeis hebben de leden van de werkgroep van elk project ee~ gedetailleerde omschrijving ontvangen en zijn de eerste vraagstukken reeds in behandeling genomen. Hier voIgt een lijst van de projecten, met de plaats waar de vraag gesteld is. De laatste vier komen voort uit opgaven die ik mezelf gesteld heb.
01. 02. 03. 04. 05. 06. 07. 08. 09.
Kenya:
Plaats:
M.P.code:
Aanschaf Iasapparaat Ontwerp waterturbine Prepareren kralen BevIoeiing d.m.v. windmolentjes Ondergrondse watertank Wa terfi 1 ter Unibar, ontwerp landbouwwerktuigframe Installeren huistelefoon ziekenhuis Grondonderzoek i.v.m. groenteteelt
Ilkerin Nyeri Bomet Mbita Rapogi Rapogi Rapogi Kilgoris Kilgoris
73.07.01 73.03.02 73.07.02 73.07.03 73.07.04 13.07.05 73.07.06 73.07.07 73.07.08
Kibara Sengerema Sengerema Sengerema Sengerema Ussongo Ussongo Kipalapala Buhingo Buhingo Shinyanga Matombo
73.07.09 73.07.10 73.07.11 73.07.12 73.07.13 73.07.14 73.07.15 73.07.16 73.07.17 73.07.18 73.07.19 73.07.20
Lugoba Moshi
73.07.21 73.07.22
Moshi Moshi
73.07.23 73.07.24
Tanzania:
10. Intercominstallatie II. Energiebron diepvrieskist
12. 13. 14. 15. 16 • 17. 18. 19 . 20. 21 .
24. 25.
Klauwkoppeling luchtpomp Chloreerapparaat afvalwater Aanschaf telefooncentrale Gebruiksaanwijzing sterilisatievat Ontwerp eenvoudige windgenerator Ontwerp bakoven Methaangisttank, acceSS01res Adviezen reklame-aanbod Spanningsbeveiliging windgenerator Ontwerp en aanschaf sinaasappelsapfabriekje Afbouw kalkoven Vereenvoudiging klinisch-chemische onderzoeken Mechanisering beademingspomp Drinkwaterzuivering van fluor
26. 27. 28. 29.
Tekening self-made-waterpomp Eindhoven Overlast kraaiende hanen Eindhoven Tekening low-cost-sterilisatieapparaat water Eindhoven verslag Oost-Afrikareis met conclusies Eindhoven
22. 23.
73.07.25 73.07.26 73.07.27 73.07.28
Op een aantal posten heb ik nuttig werk kunnen doen door mijn mening te geven over kleine technische problemen. Vaak ging het slechts am het wegnemen van onzekerheden bij de betrokken ontwikkelingswerkers; heel af en toe kwamen er berekeningen en tabellen aan te pas. Zo hebben we over de volgende zaken van gedachten gewisseld.
-
-
16 -
Aanschaf van een waterram, Ju~ste maten en accessoires. Aanschaf bouwtekeningen kerkje, adressen doorgespeeld. Bepaling vochtgehalte pyrethrum. Bemiddelen bij reorganisatieplannen technische school. Aanleg en aansluiting TL-buizen. Aanleg gas- en waterleiding in natuurkundelokaal. Versteviging van buizensysteem watervoorziening. Aansluiting waterfilter op buizensysteem. Ophanging en afdekking vuilnisbakken. Energiebron veldtelefoon in ziekenhuis. Berekeningen windgenerator'. Gebruik schrijver van windmeter. Afstemming radio-ontvanger. Berekeningen waterturbine. Aanleg brug in bergbeekje. Ook met oplossen van concrete praktische probleempjes heb ik me op sommige plaatsen dienstbaar kunnen maken. Een meegenomen gereedschapset bewees daarbij goede diensten. Zo waren er de volgende activiteiten: -
installatie windgenerator (zie foto) reparatie elektrische bedrading vervanging typemachine-onderdeel reparatie wasmachine demontage ventilator dieselgenerator reparatie centrifuge wasmachine reparatie koppeling luchtpomp thermostaat verwarmingselement bijstellen microscoopverlichting herstellen instabiele coloriemeter stabiliseren reparatie element sterilisatie-oven thermostaat sterilisatie-oventje repareren magneetschakelaar herstellen gebroken centrifugeveer weer heel maken ge~roken chassis landrover helpen herstellen kalm-advies 1972 olie-water-oven uitproberen diverse huishoudelijke apparaten repareren verder nog een aantal kleinigheden
-
17 -
SAMI':NVA'I''I'I NC I':N CONel ,lIS II':S wi j zi ill vri jw('1 oVl'r : I! olllzellt'lld I'.;lstvrij ollLVdllgVIl. Vn()r vvlt'll l'l'Lvkclldl' Ilvl l'l'll r('cst 0111 Wl'l.'r ('l' nS J;JJldg('nolt~ n OVl'r dl' vloer tl' hl'hhl'Jl. IIvl W
graag nog eens terugzien. Vooral hebben we genoten van de keren dat we een wildpark bezochten, waar we talloze vogels en dieren konden bewonderen.Het was een sensationele ervaring om plotseling in het wild de eerste giraffen en olifanten te zien. We hebben films, dia's en foto's gemaakt, die de herinneringen aan de reis nog lang levendig zullen houden. Wat onze persoonlijke ambities betreft heeft zich een verandering voltrokken; Terwijl we aanvankelijk van plan waren na mijn afstuderen ergensin een ontwikkelingsland voor enige jaren te gaan werken, zijn we daar nu helemaal van terug gekomen en weI om de volgende redenen: - de problemen van ontwikkelingslanden behoeven structurele oplossingen. Hieraan kun je als Europeaan zinvol werken, mits je over een gedegen vakspecialistische ervaring beschikt. Deze ervaring mist een jong academicus ten ene male; - voor het vervullen van minder opwindende taken kun je weI terecht, bijvoorbeeld als leraar. Je bekleedt een functie en bezet een stoel, misschien weI een stoel die een man van het land had kunnen bezetten. Je staat sti!. Ais buitenlander kun je je niet permiteren om in een land dat naar zijn eigen identiteit aan het zoeken is, meer te doen dan je taakomschrijving, laat staan dat je je op het politieke vlak gaat begeven; - in andere opzichten wordt je vrijheid eveneens beperkt. Vanwege je uiterlijk wordt je of je wilt of niet in een uitzonderingspositie gemanoevreerd. De plattelandsbevolking is nog steeds kruipend onderdanig, de mensen die je in de stad ontmoet zien je eeuwig als de toerist waaraan verdiend moet worden; . je leeft in een geisoleerde positie. Het is een grote gok of de mens en waarmee je moet samenwerken je vrienden worden. Dit is belangrijk want er zijn geen uitwijkmogelijkheden; - ik heb de overtuiging dat ik hier meer kan doen; werk in de trand van "microprojecten" werpt, mits goed georganiseerd, ZlJn vruchten dubbel en dwars af. Wat de technische kant van de reis betreft meen ik de volgende conclusies te moeten trekken. Hierbij wil ik aantekenen dat de reis eigenlijk te kort was om generaliseerbare conclusies te trekken. De omstandigheden waaronder de mens en die we bezochten moesten werken, waren daarvoor te uiteenlopend. De conclusies die ik trek hebben dan ook geen betrekking op de aangepastheid van de technologie voor een bepaald gebied of op de plaatselijke omstandigheden waarin projectaanvragen kunnen ontstaan. Ze hebben slechts betrekking op de rol en functie van de Nederlandse adviesorganisaties. I.
Er is bij ontwikkelingswerkers een grote behoefte aan informatie over praktische toepassingen van techniek, landbouw, veeteelt, bouwkunde, medische zorg. Deze behoefte groeit naarmate er meer bekendheid bestaat met de informatiebronnen zoals de werkgroepen en naarmate er meer informatie beschikbaar komt. Eveneens is er grote behoefte aan het "afval van de westerse consumptiemaatschappij" zoals, wegwerpartikelen van ziekenhuizen, afgeschreven machines, gereedschappen en materialen.
III
2. De werkgroepen dienen kritisch te z1Jn met het zonder meer van advies dienen of hulp bieden. Hiermee kunnen zijhet toch al schaarse werk uit handen nemen van de plaatselijke geschoolde bevolking. Waarom bijvoorbeeld in Nederland bouwtekeningen maken als er in Kenya architectenbureaus zijn? Een goed eerste advies is dan ook soms het doorverwijzen naar instanties in het ontwikkelingsland zelf, tenzij een in Nederland uitgewerkt project kan leiden tot extra werkgelegenheid in het betrokken ontwikkelingsland. 3. Het is noodzakelijk dat er bij de werkgroepen een data-bank wordt ingericht met gedetailleerde gegevens over instellingen (bedrijven, overheidsinstanties, adviesbureaus, voorlichtingsdiensten) in de ontwikkelingslanden zelf die direct op de vraagstellingen in kunnen gaan en waarnaar vanuit Nederland verwezen kan worden. Het is van belang om te weten in welke mate deze instanties bereid zijn hulp te bieden in het betrokken land. In de vorige Vraagbaak is al een aardig begin gemaakt met het per land noemen van een aantal universiteiten en proefstations op landbouwgebied. Jammer echter dat nog niet onderzocht was of ze hun medewerking aan advieswerkwillen geven. 4. Het verdient wellicht aanbeveling om bij het geven van adviezen te streven naar het permanent inschakelen van personen, die bekend zijn met de situatie in het betrokken land. Hierbij denk ik aan "op groot verlof" zijnde missionarissen, zendelingen of artsen, die het land terdege kennen, die ook opde hoogte zijn van de sociaal-economische en de politieke situatie van het land. zij kunnen vanuit Nederland doorverwijzen naar advies-instellingen in het betrokken land of naar collega-ontwikkelingshelpers, die hetzelfde of een soortgelijk probleem hebben of gehad hebben. 5. Het 2!OU ideaal zijn als een afgevaardigde van de werkgroepen woonachtig en werkzaam zou zijn in een ontwikkelingsland of groep landen. Hij zou dan als contactadres kunnen fungeren, waar aIle vragen binnenkomen en via welke vanuit Nederland contact onderhouden wordt met de aanvragers. Hij zou de binnenkomende vragen kunnen ordenen, doorverwijzen naar interne bronnen, selecteren, naar Nederland sturen en de antwoorden op ruimere schaal verspreiden. Er zouden in dit geval garanties geschapen moeten worden dat het permanent karakter van zo'n voorpost gewaarborgd blijft. Waarschijnlijk is een dergelijke opzet slechts in groter verband (bijv. in samenwerking met VITA,ITDG, VN-organisaties) organisatorisch realiseerbaar. Er moet tevens rekening mee worden gehouden dat zo'n voorpost over enige jaren niet meer door een blanke bemand kan worden; tegen die tijd moe ten inlandse krachten ingewerkt zijn. 6. Naast de "Vraagbaak" zou er van elke werkgroep een soort hartdboek moeten verschijnen, dat de ontwikkelingswerkers als een naslagwerk kunnen gebruiken. Hierin staan dan een grote reeks tips en aangepaste adviezen, uittreksels van grotere projecten met verwijzingen naar mappen zoals de werkmappen van Microprojecten of de Agrodokjes, uittreksels van brochures van VITA of Brace-instituut, rekenvoorbeelden, tabellen en adressen. "Vraagbaak" heeft dan de functie al deze informatie actueel te houden door voortdurend melding te maken van nieuwe ontwikkelingen en adreswijzigingen.
- 19 -
Per land of gebied zou er een bijlage moeten z~Jn met op dat gebied betrekking hebbende adressen. We zouden nu al kunnen starten met adressenhestand door · telefoonboeken van ontwikkelingslanden in de bibliotheken op te nemen. Vee 1 ontwikkelingswerkers beschikken niet over een gids van hun eigen land terwijl hier toch vaak zakenregister in staan opgenomen.