Statenvoorstel nr. PS/2008/788 Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2009
Datum
PS kenmerk
Inlichtingen bij
18 november 2008
PS/2008/788
mw. M. Bijleveld, telefoon 038 499 89 23 dhr. H. van der Haven, telefoon 038 499 89 67 mw. R. Wiggers, telefoon 499 87 86
Aan Provinciale Staten
Onderwerp Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2009.
Bijlagen I. II. III.
Ontwerpbesluit nr. PS/2008/788 en toelichting (bijgevoegd); Aanvullende toelichting op artikel 8 van de verordening (bijgevoegd); Format Afrekening bestedingen tegemoetkoming statenfracties (inclusief toelichting) (bijgevoegd)
1
Samenvatting
Het Presidium stelt u voor om, op basis van adviezen van de penningmeesters en de accountant, de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2007 aan te passen (Brief PS/2008/469). De wijzigingen betreffen de financiële vergoeding voor fractieondersteuning. Deze wordt aangepast op het punt van de bestedingsdoelen (meer bestedingsdoelen), de wijze waarop de verantwoording richting PS geschiedt (invoering van een sanctie bij onvoldoende verantwoording) en de hoogte van de te verstrekken bedragen (bijdrage wordt verlaagd). Ook zijn de verduidelijkende toelichtingen bij enkele artikelen uitgebreid.
2
Inleiding en probleemstelling
Op grond van de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003 (PS/2007/144) ontvangen alle statenfracties jaarlijks een financiële vergoeding voor fractieondersteuning. In artikel 7 van de Verordening wordt de hoogte van deze tegemoetkoming vastgesteld en in de daarop volgende artikelen de bestedingsdoelen en verantwoording van deze bestedingen door de fracties. De bijdrage bestaat uit twee bedragen: een variabel bedrag voor elk tot de fractie behorend Statenlid en een vast bedrag per fractie. De hoogte van de bedragen wordt jaarlijks geïndexeerd. De fracties dienen jaarlijks een verantwoording in, en mogen het niet gebruikte gedeelte van het jaarlijks aan haar toekomende bedrag reserveren voor uitgaven in de volgende jaren. Het aan het eind van de zittingsperiode resterende bedrag wordt door de fracties, onder aflegging van de laatste verantwoording en overlegging van een verslag, vervolgens teruggestort in de provinciekas. Onderzoek naar de ingediende verantwoordingen vindt plaats door de accountant. Provinciale Staten hebben op 25 juni jl besloten de aanbevelingen van de accountant over de afrekening van de fractievergoedingen van de statenperiode 2003-2007, te betrekken bij enkele
wenselijk geachte aanpassingen van de Verordening. (PS/2008/469) Dit voorstel betreft besluitvorming over deze aanpassingen. De overige onderwerpen in de Verordening, ondersteuning door de statengriffie en ondersteuning uit de ambtelijke organisatie, blijven op dit moment ongewijzigd.
3
Wijzigingen verordening en afwegingen
Op hoofdlijnen spelen de volgende overwegingen een rol bij de noodzaak tot het opstellen van een nieuwe Verordening: • het kunnen beschikken over adequate regelgeving (i.c. geen onnodige regeldruk) met betrekking tot financiële verantwoording en sanctiemogelijkheden; • de noodzaak tot stroomlijning van budgetten waardoor het voor fracties helder is wat waaruit besteed kan worden; • het nastreven van een zo eenduidig en eenvoudig mogelijke wijze van verslaglegging, waardoor de transparantie en de controleerbaarheid vergroot worden en • de noodzaak tot aanscherping van de regels en toelichting bij splitsing van statenfracties gedurende de Statenperiode; Tevens is het investeren in een goede voorlichting vooraf en het bieden van adequate ondersteuning een vorm van zogeheten “voorkantsturing” die bijdraagt aan een manier van werken die het verantwoorden en het controleren van die verantwoording zo efficiënt mogelijk maakt. Dit is noodzakelijk gebleken in verband met de soms slechte kwaliteit van de fractieadministraties. Wij stellen, in nauw overleg met de penningmeesters van de fracties, een aantal wijzigingen voor die in de nieuwe Verordening (bijgevoegd) zijn verwerkt. De belangrijkste wijzigingen die worden voorgesteld zijn: 1. de budgetten facilities fracties en opleidingen, worden samengevoegd met het budget fractieondersteuning; 2. de bestedingsdoelen (onkosten die uit het budget fractieondersteuning mogen worden bestreden) worden enigszins verruimd. De nieuwe Verordening maakt het mogelijk ook onkosten voor vergaderingen van fracties, (reiskosten voor) werkbezoeken, afscheidscadeaus e.d. en opleidingskosten uit de fractievergoedingen te betalen. Overigens wel mits daar een fractiebesluit over is genomen; 3. het inhuren van ondersteuning (bijvoorbeeld bij een administratiekantoor) voor de administratie van de vergoeding wordt mogelijk gemaakt; 4. er wordt een sanctie ingevoerd op niet, onvolledig of te laat indienen van de jaarlijkse verantwoording. Uit oogpunt van controle is het niet, dan wel niet goed onderbouwd, dan wel te laat indienen van een verantwoordingsrapportage onwenselijk. Een manier om het verantwoordingsgedrag aan te scherpen is het (deels) opschorten van de betaling van een volgend voorschot, zolang niet aan de verantwoordingsplicht is voldaan; 5. het opnemen van een bewaarplicht voor de financiële bescheiden van 7 jaar; 6. het oprichten van een stichting t.b.v. het beheer van de fractievergoedingen wordt, onder voorwaarden (die moeten regelen dat de fractie verantwoordelijk blijft), toegestaan. Ook de kosten die dat met zich meebrengt mogen worden vergoed uit de vergoeding voor fractieondersteuning. Op verzoek van de penningmeesters zijn de artikelen bovendien voorzien van een duidelijke, uitgebreidere toelichting. Overigens zijn in de Verordening rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2007 in artikel 7, lid 2 en 3 bepalingen met betrekking tot het declarabel zijn van kosten voor het volgen van een cursus, congres, seminar of symposium voor Statenleden opgenomen. Door de verruiming van de bestedingsdoelen in artikel 8 van de onderhavige Verordening wordt daarin reeds voorzien. De bepalingen in artikel 7, zijnde lid 2 en 3 zullen derhalve, via separate besluitvorming, worden ingetrokken.
4
Hoogte fractievergoeding
In de afrekening van de fractievergoedingen over de afgelopen statenperiode is ruim 22% van het totaalbedrag niet besteed. Er is één fractie die het bedrag in zijn geheel heeft besteed. Daarnaast zijn de beschikbare bedragen uit twee andere budgetten facilities fracties en opleidingen, grotendeels niet besteed. Om onderbesteding van de vergoeding (die nu worden samengevoegd) te voorkomen, wordt voorgesteld het totaalbedrag enigszins te verlagen.
2
Statenvoorstel nr. PS/2008/788
Om ervoor te zorgen dat alle fracties de gewenste uitgaven kunnen blijven doen en ook de fractie die alle middelen wel heeft besteed niet wordt benadeeld, stelt het presidium voor het variabele deel van het bedrag te verhogen en het vaste deel per fractie te verlagen. De bedragen per 1 januari 2009 worden dan: € 23.000,-- als vast deel per fractie en € 4.300,-- per fractielid. Door de samenvoeging van genoemde drie budgetten ontstaat in 2009 een budget van € 366.100,-voor fractieondersteuning. De financiële gevolgen voor de begroting 2009 worden in de Perspectiefnota 2010 verwerkt.
5
Voorstel
Wij stellen u voor de nieuwe Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2009 vast te stellen en de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2003, inclusief alle rechtsvoorgangers, in te trekken. Presidum, voorzitter, G.J. Jansen griffier, J.O.R. Alberda
Statenvoorstel nr. PS/2008/788
3
4
Statenvoorstel nr. PS/2008/788
Bijlage I
Ontwerpbesluit nr. PS/2008/788
Provinciale Staten van Overijssel, gelet op artikel 33 Provinciewet; gelezen het voorstel van het Presidium 18 november 2008;
besluiten: I.
vast te stellen de navolgende:
Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2009 Paragraaf 1. Ambtelijke bijstand Artikel 1 1. De griffier en de secretaris dragen gezamenlijk en ieder voor zich zorg voor een vlotte, efficiënte en correcte afhandeling van verzoeken om bijstand. 2. Zij voeren daartoe overleg zo vaak als nodig is. Artikel 2 1. Een lid van Provinciale Staten wendt zich tot de griffier of een medewerker van de provincie Overijssel met een verzoek om: a. feitelijke informatie van geringe omvang; b. inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn. 2. Indien de medewerker twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, stelt hij de secretaris van die twijfel in kennis. De secretaris beslist. 3. Een lid van Provinciale Staten wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand. 4. De bijstand, bedoeld in het derde lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend verzoekt de griffier de secretaris, één of meer medewerkers aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen. Artikel 3 1. Een medewerker verleent op verzoek van de griffier of de secretaris bijstand tenzij: a. het lid van Provinciale Staten niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van Provinciale Staten; b. dit het belang van de provincie Overijssel kan schaden. 2. De secretaris beoordeelt of bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt. 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd, deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het lid van Provinciale Staten dat het verzoek heeft ingediend. Artikel 4 Indien het verzoek om bijstand van een medewerker door de secretaris wordt geweigerd, kan de griffier of het betrokken Statenlid het verzoek voorleggen aan Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten beslissen, het presidium gehoord, zo spoedig mogelijk over het verzoek.
Statenvoorstel nr. PS/2008/788
5
Artikel 5 1. Indien een lid van Provinciale Staten niet tevreden is over door een medewerker verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris. 2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan Gedeputeerde Staten. Artikel 4, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 6 1. Indien Gedeputeerde Staten of leden van het College van Gedeputeerde Staten informatie wensen over een verzoek om bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken lid van Provinciale Staten. 2. Een lid van Provinciale Staten kan aangeven dat een verzoek om bijstand of de inhoud van het gegeven advies geheim wordt gehouden. 2 3. In een geval als bedoeld in het vorige lid informeert het betrokken lid de griffier of de secretaris over de beweegredenen achter de opgelegde geheimhouding.
Paragraaf 2. Fractieondersteuning Artikel 7. Fractievergoeding 1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het Reglement van orde, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie. 2. De tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid van dit artikel bedraagt ten hoogste € 4.300,-voor elk tot die fractie behorend Statenlid vermeerderd met € 23.000,-- per fractie. 3. De in het eerste lid genoemde bedragen wordt jaarlijks geïndexeerd conform de bij de Programmabegroting gehanteerde indexcijfers. Artikel 8. Bestedingsdoeleinden 1. Fracties besteden de bijdragen om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken. 2. Kosten die namens de fractie gemaakt worden of de fractie betreffen kunnen, indien er een fractiebesluit aan ten grondslag ligt, uit de fractievergoeding bestreden worden 3. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van: • uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen; • betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van gespecificeerde, reële declaraties; • giften; • uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden toekomen; Artikel 9. Voorschotten 1. De vergoeding voor fractieondersteuning wordt in twee termijnen als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt. De eerste helft van de vergoeding voor 31 januari en de tweede helft voor 31 juli van het betreffende kalenderjaar. 2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen Staten plaatsvindt, wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar. 3. Het voorschot wordt verrekend met te veel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de Provinciale Staten de bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 13, zevende lid. Artikel 10. Fractievergoeding na verkiezingen Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen Provinciale Staten plaatsvindt. Artikel 11. Splitsing van fracties Bij splitsing van een fractie wordt de vaste component uit de fractievergoeding niet herverdeeld, maar blijft bij de oorspronkelijk gekozen fractie. De variabele component uit de vergoeding wordt naar evenredigheid van de aantallen leden van de nieuw gevormde fracties verdeeld. Artikel 12. Opbouw financiële reserve Een fractie is bevoegd het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van het jaarlijks aan haar toekomende bedrag te reserveren ter besteding in volgende jaren.
6
Statenvoorstel nr. PS/2008/788
Artikel 13. Financiële verantwoording 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 12 legt elke fractie, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan Provinciale Staten verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning door middel van een verslag. Overeenkomstig geldt deze verplichting aan het eind van de zittingsperiode van Provinciale Staten. 2. De verslaglegging vindt plaats aan de hand van het bij deze verordening gevoegde format (Afrekening bestedingen tegemoetkoming statenfracties). 3. De fractie draagt er zorg voor dat er een adequate administratie wordt gevoerd. De fractie mag de uitoefening van de administratieve taken uitbesteden aan een administratiekantoor of een stichting. De fractie zelf blijft verantwoordelijk. 4. De fracties zijn gehouden alle documenten en bewijsstukken, gedurende de wettelijke termijn (fiscale bewaarplicht) van 7 jaar beschikbaar te houden. Penningmeesters zijn gehouden een volledig en juist overdrachtsdossier voor hun eventuele opvolger op te stellen. 5. Bij splitsing van de fractie wordt, onder overlegging van een verslag, een extra verantwoording afgelegd waarin wordt aangegeven dat eventuele reserve bij de oorspronkelijk gekozen fractie achter blijven. 6. Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan Provinciale Staten. 7. Provinciale Staten stellen na ontvangst van het advies van de accountant de bedragen vast van: a. de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn; b. de wijziging van de reserve; c. de resterende reserve; d. de verrekening tussen de in onderdeel a genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten. 8. Aan het eind van de Statenperiode stort de fractie te veel ontvangen voorschotten, na ontvangst van de factuur hierover, terug. Artikel 14. Opschorting Indien de fractie niet binnen de in artikel 13, lid 1, genoemde termijn het daartoe strekkende verslag heeft ingediend, wordt de uitbetaling van de fractievergoeding opgeschort tot aan de verplichting is voldaan. Artikel 15. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de 22ste dag na uitgifte van het Provinciaal blad waarin het besluit van Provinciale Staten is geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2009.
II.
dat het, mits er een fractiebesluit aan ten grondslag ligt, mogelijk is om de kosten voor opleiding van Statenleden ten laste van het fractiebudget te brengen, vanaf de datum dat hetgeen hierover in artikel 7 van de Verordening rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2007 is geregeld is ingetrokken;
III.
dat de verordening in werking treedt na publicatie in het Provinciaal blad, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2003 en alle rechtsvoorgangers.
Zwolle, Provinciale Staten voornoemd,
voorzitter,
griffier,
Statenvoorstel nr. PS/2008/788
7
Toelichting Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2003 Algemeen Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 33 van de Provinciewet. Dit artikel legt expliciet vast dat Provinciale Staten en haar leden een recht op ambtelijke bijstand hebben. Opvallend in de verordening is de centrale rol van de griffier. Dit nieuwe instituut, dat bij uitstek bedoeld is voor het verlenen van hulp aan Statenleden, wordt het eerste aanspreekpunt als het gaat om ambtelijke bijstand. De griffier vervult ook de rol van schakel tussen de Statenleden en de reguliere ambtelijke organisatie, voorzover nodig in samenspraak met de secretaris. De verordening behandelt gedetailleerd de ambtelijke bijstand. Aangezien het ook de verhouding raakt tussen de Statenleden en de reguliere ambtelijke organisatie, is er behoefte aan duidelijke regels. De ambtenaren werken doorgaans immers voor Gedeputeerde Staten. De wijziging van artikel 100 van de Provinciewet laat dit scherp zien. Voor de invoering van de Wet dualisering provinciebestuur bepaalde dit artikel dat de griffier (en daarmee de onder hem ressorterende ambtelijke organisatie) Provinciale Staten terzijde stond. In dualistische verhoudingen staat de secretaris Gedeputeerde Staten terzijde (artikel 100, Provinciewet, nieuw) en worden Provinciale Staten bijgestaan door de griffier (artikel 104a, Provinciewet, nieuw). Dat Provinciale Staten nu beschikken over een griffier met griffie betekent niet dat er geen behoefte meer zou zijn aan ambtelijke bijstand door de reguliere ambtelijke organisatie. De griffie zal, in vergelijking met de reguliere organisatie, beperkt in omvang zijn. Voor specialistische, inhoudelijke hulp op het gebied van het maken van amendementen, moties, initiatiefvoorstellen e.d. zal een beroep op deze organisatie dan ook mogelijk moeten blijven. Dit geldt ook voor specifieke informatie die alleen bij de reguliere ambtelijke organisatie beschikbaar is. De wetgever heeft dat onderkend en het recht op deze vorm van ambtelijke ondersteuning expliciet vastgelegd. De verordening vormt de uitwerking van dit recht. De nieuwe formulering van artikel 33 van de Provinciewet laat buiten twijfel dat individuele Statenleden, dus ook die behorend tot een minderheid in Provinciale Staten, recht hebben op ambtelijke bijstand. Op deze verordening kan dus door alle Statenleden een beroep worden gedaan. In de verordening is geen bepaling opgenomen voor die gevallen waarin de tot het verlenen van hulp aangewezen ambtenaar op grond van gewetensbezwaren daartoe niet bereid is. In een dergelijk geval is er sprake van een rechtspositioneel probleem dat binnen de ambtelijke organisatie tot een oplossing dient te worden gebracht.
Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 In deze bepaling is voorzien in een eigen en gezamenlijke zorgplicht van griffier en secretaris met betrekking tot verzoeken om bijstand en in daartoe te voeren overleg. Artikel 2 De verordening is niet bedoeld om formele barrières op te werpen die het verlenen van bijstand aan Statenleden bemoeilijken. Indien het gaat om het verzoek om informatie van feitelijke aard, dan wel inzage in of afschrift van openbare documenten, kan een lid van Provinciale Staten contact opnemen met de griffier of een ambtenaar uit de reguliere ambtelijke organisatie. De huidige werkwijze van ambtelijke ondersteuning door informanten wordt voortgezet. Het begrip document wordt hier overigens gebruikt in de betekenis die het in de Wet openbaarheid van bestuur heeft. Met openbaar wordt bedoeld openbaar in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur. Voor niet openbare documenten wordt een regeling gegeven in de artikelen 25, 55 en 86 van de Provinciewet. De bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend. Het is niet mogelijk in de verordening hiervoor vaste termijnen op te nemen in verband met de verschillen in aard en omvang van de werkzaamheden naar aanleiding van een verzoek. De griffier ziet er op toe dat er voortgang blijft in het proces. Aan leden van Provinciale Staten wordt in het eerste lid de mogelijkheid geboden, om zich in de daar bedoelde gevallen rechtstreeks tot een ambtenaar van de reguliere ambtelijke organisatie te wenden. Daarbij wordt er vanuit gegaan, dat de betreffende medewerker regulier het ingekomen verzoek aan het hoofd van zijn eenheid meldt. Op grond van het tweede lid is er bij twijfel een rol voor de secretaris weggelegd. Deze zal moeten beslissen of het een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en b betreft.
8
Statenvoorstel nr. PS/2008/788
Artikelen 3 en 4 Beoordeling of één van de in artikel 3 genoemde weigeringsgronden zich voordoet vindt in eerste instantie plaats door de secretaris als hoofd van de reguliere ambtelijke organisatie. In artikel 4 is aangegeven, dat de uiteindelijke beslissing over het niet verlenen van ambtelijke bijstand is voorbehouden aan Gedeputeerde Staten, het presidium gehoord. Het ligt in de rede dat daarbij overleg plaatsvindt met de secretaris en de griffier (en indien nodig ook het betrokken Statenlid). Uiteraard kunnen Provinciale Staten, via de gebruikelijke weg, Gedeputeerde Staten verzoeken over de genomen beslissing verantwoording af te leggen. Artikel 5 Ook indien – naar de mening van het lid van Provinciale Staten – op onvoldoende wijze aan zijn of haar verzoek om bijstand gehoor wordt gegeven, kan de kwestie op dezelfde wijze als onder artikel 4 aan Gedeputeerde Staten worden voorgelegd. Artikel 6 Indien een lid van Provinciale Staten om ambtelijke bijstand verzoekt, moet hij ervan uit kunnen gaan dat de ambtenaar bij het verrichten van die werkzaamheden onafhankelijk opereert ten opzichte van Gedeputeerde Staten. Dit is een gevolg van de door de dualisering tot stand gebrachte ontvlechting van posities. Het eerste lid van dit artikel is opgenomen om te verzekeren dat een ambtenaar niet door leden van Gedeputeerde Staten onder druk wordt gezet om toch inlichtingen te verschaffen over het verzoek van een lid van Provinciale Staten; leden van Gedeputeerde Staten wenden zich voor informatie direct tot het betrokken lid van Provinciale Staten en niet tot de behandelend ambtenaar. Dit biedt bovendien een extra waarborg voor de onafhankelijke behandeling van een verzoek om ambtelijke bijstand. Hoewel het verlenen van ambtelijke bijstand normaliter niet omgeven zal zijn met geheimhouding, wordt in het tweede lid wel expliciet de mogelijkheid geopend voor een lid van Provinciale Staten om aan te geven dat een verzoek om ambtelijke bijstand en de inhoud van de verleende bijstand geheim worden gehouden. Uiteraard zal een lid daarom slechts verzoeken als daarvoor naar zijn oordeel bijzondere aanleiding is. Het derde lid (verplicht informeren van griffier of secretaris) beoogt een zekere drempel op te werpen voor het te gemakkelijk opleggen van geheimhouding. Artikel 7. Fractievergoeding Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat grote fracties meer lasten zullen hebben op facilitair gebied is het logisch dat zij voor dergelijke kosten een hogere vergoeding krijgen. Bij besluit van Provinciale Staten van 17 december 2008 wordt het variabele en vaste bedrag vastgesteld op respectievelijk € 4.300,-- en € 23.000,--. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd. Artikel 8. Bestedingsdoeleinden De fracties worden grotendeels vrijgelaten wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan statenwerkzaamheden. Verder is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage niet gebruikt mag worden. Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat Statenleden hun eigen vergoeding voor het statenwerk (vastgelegd in het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning. Voor: • kosten van aanschaf en gebruik apparatuur (niet zijnde de computerconfiguratie op basis van de Verordening Rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden); • kosten voor ‘lief en leed’ voor Statenleden; • vergaderkosten; • kosten werkbezoeken; • opleidingen voor Statenleden, geldt, dat deze mits er een fractiebesluit aan ten grondslag ligt, uit de fractievergoeding kunnen worden bekostigd. Wanneer derden (i.c. administratiekantoor of stichting) voor het uitvoeren van administratieve taken worden ingeschakeld mogen de hiermee samenhangende kosten ten laste van de fractievergoeding worden gebracht. Omdat het bij uitstek om politieke ondersteuning gaat, kan deze inhoudelijk niet te zeer gedetailleerd geregeld worden. Fractieondersteuning in de vorm van het beschikbaar stellen van provincieambtenaren voor de fracties wordt niet wenselijk geacht, aangezien het vaak politiek getinte ondersteuning betreft. Fracties moeten daarom vrij zijn in de keuze van de personen die de fractie eventueel ondersteunen.
Statenvoorstel nr. PS/2008/788
9
Artikel 9. Voorschotten De bijdrage wordt in twee termijnen als voorschot verstrekt. In een verkiezingsjaar wordt het voorschot gekoppeld aan het moment van de daadwerkelijke verkiezingen. Het is logisch dat de bijdrage aangepast wordt aan de nieuwe verhoudingen in de Staten. Artikel 11. Splitsing van fracties Als er sprake is van splitsing van fracties dan wordt het vaste deel van de fractievergoeding niet herverdeeld. De oorspronkelijk gekozen fractie behoud het recht op het vaste deel. Slechts het variabele deel van de vergoeding wordt naar rato verdeeld. Artikel 12. Opbouw financiële reserves De reserve bestaat uit het overschot van voorgaande jaren. Dit bedrag zal niet eindeloos mogen groeien en wordt aan het einde van de zittingsperiode (4 jaar) teruggestort. Ook met betrekking tot de reserve is het van belang dat goed wordt omgegaan met de splitsing van een fractie. De regeling in het derde lid regelt dat de reserve naar evenredigheid verdeeld wordt over de nieuw ontstane fracties. Eventuele rente-inkomsten moeten als opbrengst worden verantwoord en kunnen voor het doen van fractie-uitgaven worden aangewend. Artikel 13. Financiële verantwoording Voor het uitvoeren van de administratieve taken mag de fractie derden (bijvoorbeeld een administratiekantoor of een stichting oprichten) inschakelen. De vertegenwoordiging van de fractie in het bestuur van de stichting moet goed geregeld zijn. Uit een oogpunt van transparant bestuur gelden de volgende randvoorwaarden: • de kosten voor het inschakelen van derden mogen geen onevenredig beslag op de fractiemiddelen leggen; • in de doelomschrijving van een op te richten stichting moet goed verankerd zijn dat de stichting administratieve taken ten gunste van de fractie ten doel heeft; • de fractie blijft verantwoordelijk voor de doelmatige besteding van de fractievergoeding. Als tijdens de zittingsperiode zich een splitsing van fracties voordoet, dan draagt het afgesplitste deel van de fractie zelf de consequenties van de gemaakte keuze. Eventueel aanwezige financiële reserves blijven achter bij de oorspronkelijk gekozen fractie. Uit het verslag van de accountant kan naar voren komen dat er een verrekening dient plaats te vinden met het verstrekte voorschot. Indien niet verrekend kan worden, bijvoorbeeld omdat een fractie uit de Staten verdwijnt, zullen de Staten het ten onrechte uitgekeerde voorschot terugvorderen. Artikel 14. Opschorting Vanuit de wens om sanctiemogelijkheden te hebben indien de verantwoordingsplicht niet tijdig wordt nageleefd is deze bepaling opgenomen. Om de sanctie ook reëel effect te kunnen laten sorteren, is de verstrekking van het voorschot in twee termijnen verdeeld. Als niet binnen drie maanden het in artikel 13, eerste lid bedoelde verslag aan Provinciale Staten is voorgelegd, wordt de uitbetaling van het tweede, en eventuele volgende, voorschotten opgeschort, totdat aan de verantwoordingsplicht is voldaan.
10
Statenvoorstel nr. PS/2008/788
Bijlage II
Aanvullende toelichting op artikel 8 van de verordening Vergoeding van door individuele Statenleden en fracties gemaakte kosten vindt plaats op basis van: 1. de Verordening rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2007 2. de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2009 Ad 1 In hoofdlijnen gaat het bij de Verordening Rechtspositie Statenleden gedeputeerden en commissieleden 2007 om de volgende (on)kostenvergoedingen voor de (individuele) Statenleden: • maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden als Statenlid gebaseerd op een door het Ministerie van Binnenlandse Zaken vastgesteld bedrag; • maandelijkse onkostenvergoeding. Uit deze onkostenvergoeding dienen – o.g.v. een circulaire van het Ministerie van BZK de onderstaande kostencomponenten bestreden te worden. Deze onkosten mogen dus niet op een andere wijze worden vergoed dan wel ten laste worden gelegd • reis- en verblijfkosten: 1. voor het bijwonen van vergaderingen van Provinciale Staten of commissies van Provinciale Staten, dan wel reizen die op initiatief van de provincie Overijssel worden gemaakt; 2. voor fractieactiviteiten ; 3. partijpolitieke activiteiten (bijvoorbeeld een partijcongres of bijeenkomst); • abonnementskosten voor internet; • kosten voor cursussen, seminars en congressen (deze bepaling zal worden ingetrokken, want dit wordt thans in de onderhavige Verordening geregeld) In de hierna opgenomen tabel wordt toegelicht om welke specifieke kosten het gaat en welke voorwaarden voor declaratie van kosten gelden. Ad 2 Op basis van de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2009 ontvangen fracties een vast basisbedrag en een bijdrage per fractielid. Doelstelling van deze bijdrage is om kosten verbonden aan de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol van de fracties te bestrijden. Het vaste basisbedrag aan fractieondersteuning bestaat uit twee onderdelen, te weten: secretariële/ facilitaire ondersteuning en inhoudelijke ondersteuning. In de regeling zijn in algemene bewoording grenzen gesteld aan de uitgaven. Zo mag het bedrag onder meer niet worden besteed voor: • uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen; • betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten en goederen) geleverd t.b.v. de fractie op basis van gespecificeerde, reële declaraties; • giften; • uitgaven welke bestreden dienen te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit toekomen; • verkiezingskosten. In de hierna opgenomen tabel wordt toegelicht om welke specifieke kosten het gaat en welke voorwaarden voor declaratie van kosten gelden.
Statenvoorstel nr. PS/2008/788
11
Overzichtstabel (bij de aanduiding “Bron” wordt verwezen naar de hierboven genoemde regelingen) Bron
Soort vergoeding
Soort uitgaven
1
maandelijkse vergoeding
werkzaamheden als Statenlid
door BZK vastgesteld bedrag
1
maandelijkse
-
excursies
o.g.v. circulaire BZK mogen
-
contributies en lidmaatschappen
deze kosten niet op een andere
-
abonnementsgelden
manier worden vergoed dan wel
zakelijke giften
ten laste worden gelegd
onkostenvergoeding
1
op declaratiebasis
voorwaarden
zakelijke telefoonkosten bureaukosten en porti bijdrage aan fractiekosten ontvangsten representatiekosten
reis- en verblijfskosten voor bijwonen
onder overlegging van de
vergaderingen PS of commissies van
noodzakelijke bewijsstukken
PS, dan wel reizen op initiatief van de provincie Overijssel gemaakt 1
op declaratiebasis tot een
abonnementskosten voor internet
onder overlegging van de
maximum van € 24,50 per
noodzakelijke bewijsstukken
maand (onbelast) 1
(nota). Deze kosten mogen niet ten laste van het fractiebudget worden gebracht
2
ten laste van fractiebudget
kosten voor cursussen, seminars en
brengen
congressen die bijdragen aan de
fractiebesluit
behoorlijke vervulling van het Statenlidmaatschap 2
ten laste van fractiebudget
reis- en verblijfskosten voor fractie-
alleen de fiscaal toegestane
brengen
activiteiten
(onbelaste)
ten laste van fractiebudget
kosten voor vergaderingen, inclusief
onderwerpen van de
brengen
een lunch, diner of catering
vergadering dienen een relatie
kilometervergoeding 2
te hebben met de fractieactiviteiten 2
2
ten laste van fractiebudget
kosten voor bijeenkomsten (voor
fractiebesluit waarin tot
brengen
zover het Statenleden en
uitdrukking komt dat
ondersteuners betreft) met een
bijeenkomst bijdraagt aan
overwegend sociaal karakter
functioneren van de fractie
ten laste van fractiebudget
telefoon- en internetkosten gemaakt
onder overlegging van de
brengen
door fractieondersteuners t.b.v.
noodzakelijke bewijsstukken
fractieactiviteiten 2
ten laste van fractiebudget
kosten inzake huisvesting (huur,
onder overlegging van de
brengen
verlichting, verwarming,
noodzakelijke bewijsstukken
inrichtingskosten e.d.)
(nota)
Aanvullende opmerking: reis- en verblijfskosten gemaakt voor partijpolitieke activiteiten (bijvoorbeeld een partijcongres of bijeenkomst) blijven voor eigen rekening van het Statenlid
1
Of bedragen belast dan wel onbelast uitbetaald kunnen worden is afhankelijk van de vigerende fiscale wetgeving
12
Statenvoorstel nr. PS/2008/788
Bijlage III
Format Afrekening bestedingen tegemoetkoming statenfracties AFREKENING BESTEDINGEN TEGEMOETKOMING STATENFRACTIES Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning provincie Overijssel 2007
Fractie Naam penningmeester Adres Woonplaats Telefoon Bankrekening fractie Declaratie over jaar
Ontvangen voorschot
€ 0,00
Bestedingen t.b.v. statenwerkzaamheden: fractie assistentie vergaderkosten huisvestingskosten fractie reis- en verblijfskosten voor fractieactiviteiten kosten van cursussen, seminars en congressen administratiekosten kosten stichting representatiekosten werkbezoeken communicatiekosten inhuur externe deskundigen
Totaal uitgaven
nog beschikbaar voor besteding
€ 0,00
€ 0,00
Statenvoorstel nr. PS/2008/788
13
De volgende kostensoorten dienen te worden gebruikt Kostensoort
toelichting
fractie assistentie
Hieronder worden de salariskosten inclusief werkgeversdeel sociale lasten verantwoord van de fractieassistenten
vergaderkosten
Hieronder worden de kosten van vergaderingen verantwoord indien de onderwerpen van de vergadering een relatie hebben met de fractieactiviteiten. Bijvoorbeeld de kosten van lunches, diners, catering e.d.
huisvestingskosten fractie
Hieronder vallen kosten van huur, verlichting, verwarming, schoonmaken, computers, printers, kantoormeubelen e.d.
reis- en verblijfskosten voor fractieactiviteiten
Alleen de fiscaal toegestane onbelaste kilometervergoeding valt hieronder.
kosten van cursussen, seminars en congressen
de kosten van cursussen, seminars en congressenmoeten dienen voor de behoorlijke vervulling van het statenlidmaatschap. Ook de met de cursus, congres of seminar gemaakte reis- en verblijfkosten vallen hieronder. Voor de reiskosten geldt de fiscaal toegestane onbelaste kilometervergoeding
administratiekosten
de kosten voor het uitbesteden van de administratie bij bijvoorbeeld een administratiekantoor dienen onder deze post te worden opgenomen.
kosten stichting
De oprichtingskosten van een stichting alsmede kosten van kamer van koophandel dienen hieronder te worden verantwoord.
representatiekosten
Hieronder vallen de kosten van afscheidscadeaus e.d. mits hiervoor een fractiebesluit aanwezig is.
werkbezoeken communicatiekosten
Dit zijn de kosten van onderhoud en opzet van website e.d.
inhuur externe deskundigen
Voor bepaalde onderwerpen kan het noodzakelijk zijn om externe deskundheid in te huren
Kosten die niet worden vergoed: •
Reis- en verblijfkosten gemaakt voor het bijwonen van vergaderingen voor provinciale staten of commissies van
•
Kosten die uit de maandelijkse onkostenvergoeding o.g.v. een circulaire van het Ministerie van BZK moeten worden
•
Het gaat bij de maandelijkse onkostenvergoeding om de kosten van excursies, contributie en lidmaatschappen,
•
Bureaukosten, porti, bijdrage aan fractiekosten, kosten van ontvangsten en representatiekosten.
•
Kosten voor verkiezingsbijeenkomsten, zoals reiskosten bezoeken verkiezingsbijeenkomsten, promotiematerialen e.d.
Provinciale Staten en voor partijpolitieke activiteiten. bestreden. abonnementsgelden, zakelijke giften, zakelijke telefoonkosten.
14
Statenvoorstel nr. PS/2008/788