-611/7
1 - 611/7
3ELGISCHE
SENAAT
ZITTING 1997-1998
SEt.NAT DE BELGIQUE SESSION DE 1997-1998.
¯ ~
CASE~u..~. ....¯ ltl ml~l EXHIBIT NO;.,. ,~, . :.:.... DATE kDMITTEO: ~ 7 :; Ill TENDEREDBY:. J E 6 DECEMBER t997NAMEOF WITNES }:..~..i~. ~,..~.. .....6 D~CEMBRE t997
Parlementairecommissievan onderzoek betreffende de gebeurtenissen in Rwanda
Commission d’enqu~te parlementaire concernantles ~venementsdu Rwanda
VERSLAG NAMENS DE ONDERZOEKSCOMMISSIE UITGEBRACHT DOOR DE HEREN MAHOUX EN VERHOFSTADT
RAPPORT FAIT AU NOM DE LA COMMISSION D’ENQUETE PAR MM. MAHOUX ET VERHOFSTADT
Aan de wer~zaamneden van de commissie he,bendeelgenomen :
Onti:~atlJci~e auxtravaux de lacommission :
I. Leden:
1 Membres:
Oe beerSw’aelen. voorz~er. Oe herenMat~oux en Vert~ofstadt. ondervoorzRters en rao~orteurs. -- MevrouwBttbosia-P{card. de heronCaluw~.Coder.Oe Oecker.Destexhe. Gods.HosIe~int. Hot/at.. mevrouw I.Jzin.de beerMoons.de tamesThijs Willame-Boonen. 2. Ledenmet raadgevende stem: De neerAnciaux. mevrouw Oua en de beerJonc~,heer.
Z[e: Gedr.St. v=n de S~naa~: 1-~11. 19<J~/1997: Nr.I: Voor~tel van de beerSwaelen. Nr. 2: Amendement. Nr.3: Voor~elvan her Bureau. Nr.4: Tek~ aingenomen door do Senast. 1-~11. 19~37/1998: Nr. S: Voor~elvan he1:Bureauaangenomen In plenalrevergadering. Nr. 6: Voor~elvan de voor~R1:er aangenomen In Olenalre vergadedng.
M. Sw’aelen. ~resident. MM.Mahoux e~ Verhofs~a~. vice.-oresi~ents et ra¢c, orteurs. Mine8nbos~,-P~card. MM. Caluwe,Ceder,Oe Oecker,Oestex~e. Gods. Hcsteldnt, HoryaLMineLLzin,M. Moons.MinesThijset Willame-~Joonen. 2, Membres avecvoixconsul’~atNe" M. Anc~aux. MineDueet M. Jonc~neer.
Voir: Document=du S6~at: 1-~11- 1¢J~/1~97: N° N° N° N°
1: Proposition de M. Swaelen. 2: Amendoment. 3: Proposition du Bureau. 4: Tex~eadogt~Par le S~naL
1-~11- 1997/199e: N° 5: Proposition du Bureauadootd*} ~n ~ance;)ldnl~rl. N= 8: Proposition clu ~’~|dent actop¢de an ~ancepl=inf~re.
Hand4H|ngen v|n d4 S~naat:
Annalesdu S4mat:
24 =OHI,26 jun|,23 okl;obet en 27 november 1997.
24 =wil,26 Juln,23 octobre et 27 novemt~re 1997.
De b4llagen (=tuicken 1-811/8 tot 15)zullenlate¢woodenrondgedeeld.
L==annexes (doe.14511/8 i 15)=~to~zdl~trll>u~k~s uP,k’l~ur~mect.
1-611/7 - 199771998
INHOUD
BIz.
HOOFDSTUK WERKWIjZE 1.1.
t: INSTELLING, OPDRACHT EN VAN DE COMMISSIE ......
On:staan
1.1.1.
en lnsrelling
CHAPITRE I"r: INSTALLATION, MISSION ET METHODE DE TRAVAIL DE LA CO.\I.~,IISSIO.N
..........
Ad-hocgroep-Rwanda
Pages
1.I.Geneseet lns:allation
.......
1.1.1.
Groupe
ad hoc
Rwanda
.....
la
I. 1.2. B,jzondere commlssie-Rwanda
1.1.2. Commlsslon saeciale Rwanda .....
15
I. 1.3. Partementaire onderzoekscommissie-Rwanda
1.1.3.Commission d "enquirepariementaire Rwanda
18
1.2.Opdrachten bevoegdhede:nvan de onderzoekscomm,ss,e .............
19
1.2.Missionet comp6,~ences de la commission d’enqu4:e
19
1.3. Werkwljzevan de onderzoekscommlssie
20
13. M;e,’hode de eravaltde ls commlss,on d’,’nqu&e
20
........... 1.3.1.WerkwljZe 1.3.1.1. Hoorzicnngen met de famitieleden van de slachmffers ....... (1) Bijzonderecommissie-Rwanda
20 20 20
(2)Partemenraireonderzoekscommissin-Rwanda ......... 21 1.3.1.2. Getuigen
..........
(1} Biizonderecommissie-Rwanda
(I) Ad-hocgroep-Rwanda (2)Partementaireonderzoekscommissxe Rwanda. 29 1.3.1.9. Documenten
........
30
(1) Ad-hocgroep-Rwanda (2) Bijzonderecommissie-Rwanda
(1) We:relijk kader
1.3.1.4. Confron~s~mns . (1) CommissionspecialeRwanda (2) Commissiond’enquatepartementaJre Rwanda .......
21 22 25 28 28 28 28
1.3.1.5. Los dossiers jusriciaires :e!arifs aux Rwandais en getgique .....
28
1.3.1.6. Reunionsdu Bureaude la commission Visi:eau C Ops-SGR 1.3.1.7.
29
Visi:e au Rwanda ...... 1.3.1.8. (l) Groupe ad hoc Rwanda (2) Commissiond’enquateparlementaire Rwanda ........ 1.3.1.9. Documents
.........
29 29 29
(1) Grouge ad hoc Rwanda
30 30
32
(2) CommissionspcicialeRwanda
32
52 52
(2) Door de onderzoekscommissie ges~elde onderzoeksverrichtingen 53 1.3.1.11. Reglement van orde.
..........
30
(3) Parlemen:aire onderzoekscommissin-Rwanda. 39 1.3.1.10. Onderzoeksverrichtingen....
2C (2) Commission d’enqu,Steparlementalre Rwanda ....... 2I (1) Commissmn sp,~ciale R’,vand~ (2) Commissiond’enqu~tepari~men~air~: Rwanda ....... 1.3.1.3. Echangede ruesavectes expertsde ta commission.
28
2C
(1) CommzsslonspeczaleRwanda
1.3.l.2. T~?moins
29 29
1.3.1.8. Bezoek aan Rwanda .
1.3.1.l. Audieions des famil!es des vlcrzmes
22
28 (2) Parlementaire onderzoekscommissin-Rwanda. 28 1.3.1.5. Gerechce!ijk: dossiers be’,reffende Rwandezenin Belgie. 28 1.3.1.6. Vergaderingen van he: Bureauvan de commissie ......... 1.3.1.7. Bezoek aan C Ops-SGR .
20
21
(2) Parlementaire onderzoekscommissin-Rwanda . 1.3.1.3.Gedacheewisselingen met de experten van de commisste. 28 1.3.1.4. Confroncaties (i) Bijzonderecommissie-Rwanda
1.3.1.Md~hodede eravall
57
(3) Commissiond’enqu&e parlemen:aire Rwanda ....... Devoirs d’inswuc~ion .... 1.3.1.10. (1) Cadre juridique
......
(2}Devoirs d’instruction effectues par Is commission d’enquhte. 1.3.1.1I . R~gtemenc
d’ordre
......
39 52 52 53 57
(1) Vergaderingen van de onderzoekscommissie ........ 57
(1) Los reunionsde la commission d’enqu&-e ....... 57
(2)
58
(2) Publici~
58
(3) Geheimhoudingsplichc .... (4) Getuigenen deskundigen
58
(3) Devoirde secret (4)T,4.moins et expert
58
58
(5) Verslagvan de hoorzitfingen
59
(5) Comprefondudes auditions
59
Openbaarheid
......
58
(3)
1-611/7- 1997/1998 ¯, . ,
Blz.
(6) Werkwijze ....... (7i Specialisten ....... {8) Pers .......... (9) Eindverslag ....... 1.3.l.12.Sta~istische gegevens......
60 60 60 60 60
1.3.2.DebeperkingendiedeCommissieheeftervaren 61 1.3.2.1. Beperkingen tengevolge vande absoluteonschendbaarheid van de Koning 61 1.3.2.2. Beperkingen tengevolge vande welgenng tot medewerkingvan de VNinstanties 62 1.3.2.3. Beperkingen tengevolge vandeverhoudingtussen parlementair en gerechtelijk onderzcek ........ 65 1.3.2.4. Beperkingen tengevolge vandeweiger,ngbuitenlandse inlichtingendiensten ominlichtingen teverschaffen . 67 HOOFDSTUK
2: INTRODUCTIE
[nleidende
opmerking
......
.............
Pages
(6)Nlethode detravail (7) Specialistes ...... ( S ) P : e S S e ......... (9) Rapport final .... 1.3.1.12.Donne=sstatistiques..... 1.3.2. Lesrestrictions auxqueIIes lacommission a~ ~ ~ I confrontee ............. 1.3.2. l.Restric:;ons ~ l’inviolabilit~a absolue du Roi ...........
60 60 60 60 60 61 6l
L.3.2.2. Restrictions en raisondu refusde coopcrer desinstances de I’ONU. 62 1.3.2.3. Restrictions en raisondu lienentre l’enqu&e parlementaire et l’enqu~re judicialre ........ 65 1.3.2.4. Restricffons en raisondu refusdes services de renseignements &rangers de commun~quer des :ensmgnemencs 67
68
CHAPITRE
2:
INTRODUCTION
68
Remarque
preliminaite
.......
...........
68 68
A. Geografische, economische, sociale en historische schets ................ 68
A. Aper~;ugcographique,economique, social et histonque 68
2.1.Fysische aardrijkskunde en antropogeografie .
68
2.1.~lSments degSographique physique et humaine .
68
2.2.
69
2.2.
69
Economic
2.2.
l.
..............
[nteiding
............
2.2.2. Periode 1980-1989 ..........
2.3. Historische
gegevens
..........
.............
69
2.2.1.
70
2.2.2. P~riode 1980-1989
2.2.3. Periode 1990-1994 ......... 72 2.2.3. I.De installatie vanherprogramma voor scrucmrele aanpasslng (PAS) 72 2.2.3.2. Gtoeiende armoede, toenemende ongelijkheid en geweid ....... 73 2.2.3.3. Eenoortogseconomie vanaf1990.
g_conomie
76 77
Introduction
...........
69
........
70
2.2.3. P~riode 1990-1994 ......... 72 Miseen placedu Programme d’ajuste2.2.3.1. ment structurel (PAS) ..... 72 2.2.3.2. Appauvrisscmcnr, inegalit~:s croissan~es et violence ........ 73 2.2.3.3. Une &onomiede guerre~ partirde 1990 ........... 76 2.3. El,~ments
historiques
..........
77
2.3.1. Prekotoniale tijd ..........
77
2.3.1. P~riode prScoloniale .........
77
2.3.2. Koloniale tiiden onafhankelijkheid .
78
2.3.2.P~:riodecoloniale et ind~pendance ....
78
2.3.3. De crisss van1990ende akkootden vanArusha 82
2.3.3. Lacnsede 1990erlesaccords d’Arusha
82
2.3.4. De akkoorden van Arusha ......
2.3.4. Los accords d’Arusha ........
85
85
B. Uittreksets uit-Joint evaluation ofemergency assistanceto Rwanda-- Study1: Historical perspecnve: Some Explanatory Factors .......... 88
B. Extraits du - Jointevaluation ofemergency assistance to Rwanda~ Study1: Historical perspective: Some Explanatory Factors ............ 88
uic- TheRwanda Crisis. History ofa GenoC. Uittreksels cide- van professor G. Prunier ....... 132
du-TheRwanda Crisis. History ofa GenociC. Extraits de- du professeur G. Prunier ........ 132
HOOFDSTUK
I47
CHAPITRE
3.1. De beslissing van de VetenigdeNaties.....
147
3.1.La d6cision desNations Unies
3.1.1. Algemeen kader van de VN ...... 3.1.1.1. De Veiligheidsraad......
I47 147 145
3: VASTSTELLINGEN
......
3.1.1.2. HetSecretariaat.. .......
3: CONSTATATIONS
..... .
3.1.1.Cadreg6n~ral ONU . 3.1.1.1. LeConseil des&urit~ 3.1.1.2. Le Secretariat ........
147 147 147 147 148
(4)
1-611/7 - 1997/.t998
B[z.
3.1.1:3.De BelgischePermanenceVertegenwoordiging ........ 149 3.1.2.He~ theoretisch kader van de verschillende vredesoperaties 151
Pages
3.1.1.3. La Repr,.asentation permanente beige 3.1.2.Le cadre~heorlque des diffcrentes ooerat:ons de palx ..............
3.I.2.1.Algemeenkader
151.
3.l.2.1..
~ ~ De vredeshandhavingsoperatles 3.1..... Peacekeeplng .......
154
3.1.2.2. kes operatmns de maln:~ende la paix N Peacekeeping .......
Cadre general
.........
(1)Definitie
154
(1)
(2) Kenmerken.
1,54
(Z) Caracteristtques
(3) Topolog~e
155
(3)
3.1.3.Her operationeel kadervan de vredesmissies 1,56 3.1.3.1,. Algemeen
156
3.1,,.3.2.Opscetlenvan het mandaat ....
157
3.1.3.3.Opscellen van de ROE (Rulesof Enga,gement of gedragsregels) .... 3.1.3.4. Co~3rdinatie tussenher terreinen her departement peacekeeping ....
158 15.~
3.1.4.Beslissingvan de VNom n Rwandaoptetreden 1,58
Definition
........
Topologte
......
........
3.1.3.Le cadreoperatmnnel des mlss,onsde paix 3. l.3.1. Generalites . 3.1.3.2. Elabora[zon du mandat .....
3.1.4.La d,Scisiond’intervention de I’ONU au Rwanda ............
160 163
3.1.4.3. Oprichdng van UNAMIR ....
163
3.1.4.1. Creation de la MONUOR .... 3.1.4.2. Les accords d’Arusha ..... 3.1.4.3.gtablissement de la MiNUAR.
3.l.4.4. De beslissing tot oprichting van UNAMIR -- VN-resolufienr. 872
170
3.1,.4.4.Decision de creation de Is MINUAR Resolution ONU n° 872 .....
3.2.De Belgische bestissing om deel te nemen aan UNAMIR ..............
175
.......
175 175
25 augustus1993
175 178
8 september t5’93
I77,,
10 september1993 17 september
....
3.2.1. Le processus decisionnel 4 aofit1993
september
1993
......
1,,-7
29 september 1993 ......... 4 okrober 1993 ..........
1.78
2.9
178
4
ocmbre
5
okrober
1993
..........
178
5
ocrobre
8
oktober
1993
..........
1993
.........
178 179
8 octobre 1,4 octobre 15 21,
21
oktober
1993
.........
179
oktober 1,993 31 oktoberI993 .
.........
180
3
november
8
november
10
november
1993 1993 1993"
...... ..... .....
12 november1993 17 november1993 19 3.2.2. OF
november politiek
I993 vlak
..... ..........
seprembre
1993
1993 1993
oc:obre
1993
oc¢obre
oc~obre
I993
180 1,80
3 novembre 8 novembre1993
181
10 novembre1993
18l
12 novembre1993 17 novembre1993
3.2.2.1. De invloedvan her koloniale verleden van Belgie op de deelname ann UNAMIR ...... 184
158 160 163 163 170
175 175
octobre
1,9 novembre 3.2.2. Sur
le plan
.......... ..........
.......... ..........
178 178 I78 178 179 179 179
1993
.........
I80 180
I993
.......
lSO
1993
3l
183
157
177 .........
1993 .......... 1993 ..........
lSO
182 lS2
156 156
177 l/-7
24
.........
155
177
septembre1993 24 septembre 1993 ....
1993
154
17 septembre 1993 . . .
......
oktober
154
176
t993
15
154
S septembre1993 I0 septembret993
september
179
I51,
175 175
aoC~t1993
22
oktober
....
3.2.La d~cision prisepar la Belgique de particlper ~. la NIiNUAR ..............
I77 17
14
1993
I5l
3.1.3.3. ~’.laboration desROE iRulesof Engagement ou reglesde compor:ement) 158 3. l.3.4Coordination entrele :erra,net le d~part’,:’ment du peacekeeplng . 158
3.1.4.1. Oprichting van UNOMUR .... 3.1.4.2.De Arusha-akkoorden
3.2.1. Her beslzssingsproces 4 augustus1993 .
149
..........
180 lSl IS1 182 1993
.......
polirique
........
3.2.2.1.L’indicence du passecolonialde la Belgiquesur la partic~panona. la MINUAR .........
182. 183
I84
,1 Biz.
Pages
3.2.2.2. De.beslissingen vanokmber1990 185 3.2.2.3. De steunaande akkoorden vanArusha 189 3.2.2.4.Her bezoekvan Habyarimana aan Belgie op 4 oktober 1993 .... 195 3.2.2.5. De aanwezigheid in Rwandavaneen Belgische gemeenschap i99 3.2.2.6. Deinformatie overdeanri-Belgische en anti-UNAMIRcampagne . 200
3.2.2.2. Lesd&isions d’octobre 1990. 185 3.2.2.3. Le soutien auxaccords d’Arusha . 189 3.2.2.4. Lavisice de Habvarimana enBetgique le 4 oc:obre 1993 ....... 195 3.2.2.5..La presence au Rwandad’unecommu. naute beige ......... 199 3.2.2.6. Lesinformat~ons relatives alacampagne anti-beige e: an~i-MINUAR 200
3.2.3. Militair-technisch . ...... 203 3.2.3.t. Herverslag vande verkenningsmissie naarRwanda, het zogenaamde Reccerapport ....... 205 3.2.3.2. De onderhandelingen overheraantal manschappen ...... 207 3.2.3.3. Her ontbreken van een ~weede geloo(waardig connngent .... 213 3.2.3.4. De verschillende opdrachten waaron216 der de QRF (QuickReaction Force) 3.2.3.5. De verspreiding vande kantonnementen ............ 22l 3.2.3.6. De problemen inzakebewapening en munitie .......... 224 De voorbereiding van de manschappen 227 De beperkingen van her mandaaten van de ROE (Rulesof Engagement) . 230
3.2.3.Sur le plan cechnico-militaire ...... 203 3.2.3.1. Lerapport de a mission dereconnazssanceau Rwanda, connusouste nora de rapport Recce ....... 205
3.2.4.Deervaringen opgedaan bijvroegere operades9_..34 3.3.Her verloop van de UNAMiR-operatie
237
Lesnegoc|atzons surleseffectifs . 207 L’absence d’un secondcont~ngen~ cr~dibte ........... 213 3.2.3.4. Lesdiff&entes missions dohila QRF (Quick Reaction Force) ..... 216 3.2.3.5. La dispersion descantonnements . 3.2.3.6. Lesproblemes d’armemen: etde munit|ons 3.2.3.7. Lapr~paranon deseffectifs . . . 3.2.3.8. Leslimitations du mandat et desROE (Rulesof Engagement)
221 224 227 230
3.2.4. L’exphrience acquise torsd’op6rattons anterieu234 res .............. 3.3. Lederou!ementdel’op~ration MINUAR.
237
3.3.1. Deinschamng vandeverslechtering vandepolideke situatie ........... 237
3.3.1. L ’appreciation deladdgradation delasituation polidque 237
3.3.2. De inschatting in Rwanda en deopvolging van de dreigingcegenKIBAT/UNAMIR . . 248 3.3.2.1. De inscha~ting vande dreiglng tegen KIBAT/UNAMIRin Rwanda . 248 (1)Herrapport vande ad-hocgroepRwanda. 249 (2)Hetplantotvergiftiging van Belgische Blauwhelmen .... 249 (3)De informade van-Jean-Pierre- 41 (4) De inscharting vande dreiging tegen de Belgen ...... 44 De inscharting vande dreiging tegen 3.3.2.2. KIBAT/UNAMIRin Belgi~ 267 267 (1)Doorde militaire overheden overheden 27I (2)Doorde politieke 27l a) in Rwanda ..... b) In Betgi~ ...... 272
3.3.2.L’appr~ciacion au Rwandacr le suivide la menaceconrrele KIBAT/IaMINUAR. 2"-3 3.3.2. I. L’appr&ianon dela menace contre le KIBAT/Ia MINUAR au Rwanda . 248 (1) Le rapportdu groupead hoc Rwanda . 249 (2)Le planvisant :iempoisonner les Casques bleusbeiges 249 (3)Lesinformations de - Jean-Pierre(4)L ’appr&~adon dela menace contre 2.54 les Beiges ........ 3.3.2.2. L’appreciation en Belgique de Ia menacecontrele KIBAT/laMINUAR 267 (1)Parlesautorites militaires 267 27l (2)Parlesautoriff:s politiques 271 a) Au Rwanda ...... 272 b) En Belgique ....... (3)Autres sources d:information 278
(3)Andereinformatiestromen . 3.3.3. De operationete problemen ......
278 280
3.3.3.1. De vraagnaarbijkomende munitie 281 3.3.3.2.De gebrekkige bewapening van de manschappen terplaatse an de moeizameverdeling vanwapensen munitie 285 3.3.3.3. Deslechee staatvande CVRT’s . 291
280 3.3.3. Lesprobl~:mes op~:ra~onnels . 3.3.3.1. La demande de munitions suppl4men281 taires ........... 3.3.3.2. L’armemen~ insuffisant deshommes surleterrain etladifficile dismbution des armes et des munitions.... 285 3.3.3.3.Le mauvais&at des CVRT .... 291
(6)
B]z. 3.3.3.4. Heraan~al manschappen en herontbreken van een eigen reserve .... 294 3.3.3.5. Het’ontbreken vaneenopera:ionete en ge[oofwaardige QRF .... 296 3.3.3.6. DemoeIlijkheden merdeandere bui~cnlandse con~lngenten ..... 301. 3.3.3.7. De verspreiding vandei
3/-’7 3/-7 3/-’7 377
3.3.3;4. Le hombre d’hommeser I’absenc~ d’une r~serve propre ...... Z~4 3.3;3.5: L’absence d’uneQRFop~ra:lonnetle e: credible ...... 2.% 3,3.3,6. Lesdifficulr~s aveclesautres contingents ~:rangers . 301 3.3.3.7. Ladispersion descanronnements . 302 3.3.3.8. La m~seau pointlaboneuse du plan d’evacuat~on er l’absence descenario catastrophe ......... 30(; 3.3.3.9. La pr6para~on de KIBAT1I .313 3.3.3.10. Lesproblcmcs de communicauon 318 3.3.3.1I. Lad~fficzte coitec:e erl’unlisanon insuffisan¢e desrenseignemenrs . 322 (I)Le faltqu’itn’exlstalr pas de servicede renseignements de I’ONU ....... 393 (2) La tentative d’orgamsadon services de renseignements aux divers nsveaux i Kigali 326 (3)Lesrenselgnements provenant de lacooperation technique m|litaire333 (4) Lacollaboration aveclesservices de renseignements rwandais et ~trangers 335 Le tra|tement desrenseignements (5) auxdivers 8chelons ,iKigali et;i Evere 337 (6)Le foncrionnemcnr du SGR.~ Evere345 (7)L’informanon desautorites politiqucser [acoordination entreles Minisceres de laDciense nationaie etdesAffaires ~?rrangeres . 348 a) D~ifensena:ionale.... 348 b)Affaires ~trang;ares 352 c) La coordination entrelesdeux d~partements mlnist~?riets 355 3.3.3.12. Lacollaboration aveclesforces rwandaises armees. 356 (1) UNCIVPOLerla collaboration 357 a ~t~l ’a~drude delagendar(2)Quelle merierwandaiseau coursdes operations avecUNCIVPOL et la MINUAR? ....... 358 (3)Lacollaboration pendant lescvcnements des6 et7 avril 362 3.3.4.Le comportemen: destroupes beiges 365 3.3.4.1. Lecompor:ementdes troupes enservice 36(; 3.3.4.2. L’attirude dessoldars horsservice 3.4.k’ex~¢ution du mandatet desROE.
377
3.4.1. L’inrerprerariondu mandat ...... 3.4.I.1.
Le mandar
375
........
(1) L’historique du mandat....
377 377 377
BIz.
(2)Deevaluatie van hec mandaat. .379 vanhe~mandaat ter (3)Deuitv0ering plaatse .......... 381 3.4.1.2. De ROE .......... 383 (l)De definine ........ 383 (2)De interpretane van de ROE . 385 (3)Detoepassing terplaatse 386
Pages
3.4.
(2)L’Svaluation du mandar (3) L’applicarion du mandatsur terrain ......... I.2. Les ROE .......... (1) La definit:on ....... (2)L’interpretat|on desROE (3)L’application surleterrain
379 381 383 383 385 386
De bijdrag~van UNAMIRcot de handhavlng 3.4.2. vande velligheid in Kigali en de gedemllitariseerde zone ........... 388 3.4.2.1.De .KigaliWeaponSecureArea(KWSA) .......... 389 3.4.2.2. De veiligheidspatrouilles ... 391 3.4.2.3. Road Blocks ........ 392
3.4.2.La contribution de Is MINUARau mamt;en de lasecurlte delavllte deKigali etdanslazone dSm~titaris,~e ...... 3.a.2.1. La -KlgaliWeaponSecureArea.. (KWSA) .......... 3.4.2.2. Lespatrou,lles des&urit~ 3.4.2.3. LesRoadBlocks
3.43.De pogingen ’/anBelgie om hermandaat of de ROEte wzjzIgen of om de troepenste~:kte te verhogen 392
3.4.3. Lestencatives..de laBelgique de changer le mandat, lesROEoud’accroiere leseffectifs . 392
3.5 De gebeurtenissen van 6 en 7 april1994 .... 397
3.5. Les ~v(:nements des 6 et 7 avril1994 ..... 397
3.5.1. Deaanslagop herpresidentiele vliegtuig .
397
401 3.5.2.De moordop de tienparacommando’s 3.5.2.1. De houding vangeneraal Dallaire en vande speciale vertegenwoordiger van de VN Booh Booh ...... 418 (1) Wetkewarende omscandigheden waarin generaat Dallaire de beslissingnamtoc eenescorteopdracht van 7 april? ....... 419 (2)Wasgeneraai Dailaire opdeboogie van de simatiewaarinde groep Lotin zich beyond? ..... 421 (3)Warweerhield generaal Da!laire 422 om eeninidadef cenemen? 3.5.2.2. De houding van maloorMaggen. 4~ 3.5.2.3.De houdingvan kolonetDewezen maloor Choffray ....... 429 (1)Was de situatie waarinde groep Lotinzichbeyond voor9 uuralar43l merend ? .... (2) Was de situane waarinde groep Lodnzichbeyond na 9 uurverontrustend ? ..... 4-36 (3)Werdhecopzetten vaneenlnre:venneterontzemng vande groep Lotin 439 overwogen of aangeboden .
3.5.1. L’a~tentat contre l’avion pr~:sidentiel
388 389 391 392
397
3.5.2.L’assassina~ de dixparacommandos 401 3.5.2.1. Lecomportement dugenerat Dallaire et du repri’.sentant sp&ialde I’ONU M. Booh Booh ........ 41.8 (1)Quelles furenc lescirconstances danslesquetles leg~n~ral Dalla,re pritla d~:cision d’unemission d’es¢orte le 7 avril? ..... 419 (2)Le g~ncral Dallaire ~tair-il couran~ delas|tuat|on dans laqueite setrouvai~ legroupe Lo{in ? 421 (3)Qu’es~-ce quicrop&hair legSnSral Datlaire de prendre uneinitiative ? 422 3.5.2.2. Le comportement du majorMaggen. 425 3.5.2.3. Le compor~ement du colonel Dewezet 429 du majorChoffray (1)La simauon danslaquelle se trouvaitlegroupe Locin avant 9 heures ~:tait-elle alarmante ? 431 (2)Las|tuation danslaquelle setrouvai[legroupe Lotin apr~s 9 heures 436 ~tait-elle ~nquietante ? (3)Lamlseaupoint d’une intervention enruededelivrer legroupe Lot|n ac-die~teenvisagee ouproposSe? . 439
kolonel Dewezen (4)Wistenofkonden deandere betrokken Belgische officierenwetenwaarde groepLotin gevangenwerd gehouden? . . . 442
(4)Lecolonel Dewez eclesautres of/itiers beiges concernes sava,ent-ils oupouvaient-ils savoir oulegroupe Lotin e[a,t detenu? ..... 442
cerontzetting (5)Waseeninterventie str|jdig metde ROE? 446 (6)Waarom bleef kolonel Dewez betrouwen opeenintervenfie vande gendarmerie of de FAR? 448 (7)Valede houding vankolonet Dewez te verktaren doorpsychologische ontwapening? ..... 450
(5) Uneintervention de d~:gagement 446 etait-etle concraire auxROE? le colonel Deweza-t-il (6)Pourquoi persisce a.croire enuneintervention de la gendarmerie ou de la FAR ? 448 (7)L’amtude du colonel Dewezpeucelles’expliquer par-led~sarmement psychologique- ? .... 450
BIz.
3.5.2.4. De houding vankolonel Marchal
457
3.5.3. De moord op Belgischeburgers..... 461 3.6.
De
3.6.
genocide
..........
I, [nleiding
..........
3.6.2. Definicie en erkenning ........ 3,6.2. I.Defini[ie vanherbegrip genocide .
Pages
466
3.5.2.4. L’a~titude ducolonel :Marchal .
"
457
3.5.3.L’assassinar des cimyensbeiges..... 461 3.6.
Le
g~nocide
...........
.
a66
466
3.6.
467 ,;67
3.6.2.Definitione: la reconnaissance .... a67¯ 3.6:2.1 .Definition de lanotion deg~anocide . 467 3.6.2.2.Reconnaissance du genocide au Rwanda ...... a68. (I)Le g~nocide desTutsis. 468 (2)L’assassinat desHucus. 469 3.6.3.Lederoulemen~ du g~nocide . 470
3.6,2.2. Erkenning vande genocide inRwanda 468 (1)De genocide vande Tutsi’s 468 (2) De moord opde Hutu’s. . 469 3.6.3. He~ verloopvan de genocide....... 470 3.6.4.De planntng vande genocide-Schending van de mensenrechten ......... 476 3.6.4.I. PlanningAlgemeen 476 3.6.-I..2. Oprichting van milities..... 482 3.6.4.3. Aanleggen vanlijsren metcevermoorden personen ........ 484 3.6.4.4. Aankoop van machetes ..... 485 3.6.4.5. Andere wijzigingen inzake de voorbereiding van ten genocide .... 486
I.
[ntroduc:mn
......
464
3.6.5. Gegevens in verband metde voorbereiding van de genocide waarover Belgi~ beschikte . . 492
3.6.4. La plan~fcation du genocide ~ V~olation des droits de !’homme ..... 476 3.6.4. I.P!anificat|on ~ G~n~:ralites 476 3.6.4.2. Cr4acion desmilices . 482 3.6.4.3. Constitution delistes depersonnes a. tuer ........... 484 3.6.4.4. Achats de machettes . 485 3.6.4.5. Autres hlhments rhvelateurs delaplanificatlon du g4nocide ...... 486 3.6.5. ~,16menrs don~disposait laBdgique quant .~la planification du g6nocide ....... 492
3.7.Moordpartijen toegeschreven annherFPR .
506
3.7. Les massacres artribu~s au FPR .....
506
3.3.Terugwekking van de Belgische woepen
508
3.8. Le reerait des troupes beiges .......
508
3.8. t. SicuaczeI= Kigali.....
508
3.8. l. Le ctimat a Kigali .........
508
3.8.2.Chronologie van de gebeurtenissen .... 518
3.8.2. Chronologicdes evenements......
518
3.8.3. Beslui~ totter,agtrekking vandetroepen 54 3.8.3.1. Pogtngen omhe:mandaar tewljzigen en evacuatievan de burgers.... 55 3.8.3.2. Deterugtrekking vandeBelgische trotpen ........... 540 (1)Debeslissing 540 (2) De reactie van de VN .... 544 (3)De reactie vande milirairen :er plaarse, vandeGenerale Srafenvan de troepen ........ 545
3.8.3.La d&isionde retraitdes troupes.... 5~ 3.8,3.1. Lescentatives demodifier Iemanda: e: l’,+.vacuation desressortissants . 5~
3.8.3.3. Campagne vanBelgie om de ledenvan deVdligheidsraad teovertuigen operatie UNAMIR op te heffen .... 546 (1)Belgische campagne 546 (2) De houdingvan de VN ....
553
3.8.4. Gevolgenvan de niet-verstrekingvan UNAMIR, vande niet-mepassing vanartikel 17 van de ROE en van de gedeeltelijke terugtrekking 555 3.8.4.1. Niet-toepassing vanartikel 17vande ROE ........... 555 3.8.4,2. Impactvan de terugtrekking op de genocide ........ 557 3.8.4.3,Reactiesin Betgi/~...... 562 (I) In her Parlement ...... 562
3,8.3.2. Leretrait destroupes beiges (I) La d4cision ....... (2) La reaction de I’ONU ....
540 540 544
(3)Lar~action desmilitaires surplace, l’;etat-maior ettes troupes . 545 3.8.3.3. La campagne de la Belgique visant ,i convaincre Itsmembres duConseil de sScuritede suspendreentiarement l’op~racion MINUAR 546 (1) La campagne beige ..... 546 (2) L’attitudede I’ONU ..... 553 3.8.4,Consaquences du non-renforcement de la MINUAR, de la non-application deParticle 17 des ROE et du retrait partiet ...... 555 3.8.4.1. Non-application de f’ar~icle 17 des ROE ........... 555 3.8.4.2. Impact duretrait surleg~nocide . 3.8.4.3.RSac:ionsen Belgique..... (1) Au Parlement
.......
557 562 562
Pages
(2)Depersende publieke opinie 3.8.4.4. Evaluatie vandebestissing .
363 564
(2)La presse et I’opinion publique .563 3.8.4.4.~.va uationde la d~:cision .... 564
3.8.5. Herdramavande g_.cote Technique Officidle (ETO)van deSatesianen van Don Bosco 566
3.8.5. Le drame de I’ETO(gcole Technique Officietle des Peres Sal~siensde Don Bosco).... 566
3.90verzicht van de parlementaire werkzaamheden met betrekking tocdegebeur~enissen in Rwanda (penode lanuan1993-augustus 1994) 570
3.9.2.De periode van 20 november I993(dedname vanBelgze aanUNA,MIR) tot5 april1994 572
3.9.Aper~iu desacnvites parlementaires concernant les evcnements du Rwanda(periode lan;’ler 199.3-aoQt 199-4) ........... 570 3.9.1. La per,ode du1erlanvler I993au19novembre 1993(date delaprise dedecision de[aBe!glque de parnclper a la 51INUAR) 571 3.9.2,. Lap~riode du 20novembre 1993(parricipauon de la Belgique ai la MINUAR) au 5 avril1994572
3.9.3. Deperiode nadegebeurtemssen van6 en7 april I994 . ¯ ¯ 573
3.9.3. kap~riode sui;’an¢ Itsevcnemen~s du6 et7 a;’rtl 199a 573
3.9.4.De votkenmoord .
3.9.4. Lc g~nocide.....
3.9.i.De penode vanI januari 1993cot19november 1993(datum vandeBelgische beslisslng om deel re nemen aan UNAMIR) ........ 571
574
574
3.9.5. De terugtrekking vande geIgische UNA,%llR~roepen . 575
3.9..5. Leretrait destroupes belzes dela £1INUAR 575
3.9.6. Evaluatie enpolitieke conctusies vandegebeurtenissen envanherBetgische Afrika-beleid 582
3.9.6.~valuadon desevencments etde la politique beige .~i’~:gard del’Afrlque etconclusions potinquesa.leurpropos 532
3.10.Opvangen begeteiding vande familideden vande slachtoffers ........
585
3.10. I. [n her crisiscentrum ........
585
3.10.1. Au centre de crise .........
585
. . 586
3.10.2. L’annonce aux families .......
586
588
3.10.3. [.’adieu aux paracommandos.....
588"
3.10.2. De mededetingaan de families . 3.10.3. Also;held vande paracommando’s .
3.10.L’accueil e: l’accompagnemen~ des membres de la famille des victimes ..........
585
3.i0.4. Gcbrekkigc psychotogische, sociale en medische begeleiding ......... 589
3.[0.4. L’accompagnement psychr)iogique, socialet m~:dical d,~:ficient 589
3.t0.5.De schikkingen voorde nabestaanden ..
590
3.I0.5.Lesdispositions a l’~gard desproches parents 590
3.1l.Her dossierRTLM(RadioTSlSvision des Mille Collines) ............. 590
3.1I.kcdossier RTLM(Radio T¼1evision desMilleCollines) 590
3.11.1. De roI van RTLM ........ 591 3.11.I.1. DerolvanRTLMbijhertotstand komen van ten anti-Belgische campagne en ten campagnetegen UNAMIR ........ 592 (l)Deperiodeeinde 1993to¢6april 1994 ......... 592 T
(2)De periode na6 april 1994 597 3.11.1.2. De rolvan RTLMmetbetrekking totde genocide 599 3.11.2.Door wit en met wetkemiddelenwerd RTLM opgericht ? ........ 3.11.2.1. De oprichting van RTLM. . . 3.11.2.2. De mogelijke bindingen tussen RTLM en de hoogstekringenin Kigati ......... 3.11.2.3. Zijnerconnecties tussen RTLMen Belgische of Europese actoren ? 1t) Georges Ruggiu ..... 12.) De opleiding van Rwandese communicauetechnici in Brussel .........
604 604
3.1I.t.Le r61edeRTL.M. . .
59t
3.11.1.1. Le r61ede RTLMdansle developpementd’unecampagne anti-beige et anti-MINUAR . 592 (1)LapSriode allant defin1993 6 avnl 1994 ....... 5"92 (2)Lap&iode postcrieure au6 avril 1994. 597 3.11.1.2. Le r61ede RTLMen cequlconcerne lc genocide ........ 599 3.11.2. Parqm etavecquelsmoyens RTLMa-t-tile ~tefondee ? 604 3.11.2.l. La fondation de RTLM . . . 604
609
3.11.2.2. Leslien’s ~:ventuels entreRTLMer Itsplushautes spheres deKigali . 606 3.II.2.3. Existent-ils desliens entre RTLMet desacreurs beiges ou europeens? 609 (I)Georges Ruggiu 609
612
(2)La formation .";Bruxeltes de techniciens en communication rwandais ....... 612
606 609
1-611/7 - 1997/1998
(i0)
BIz.
(3)Debetrokkenheid ,tanBelgische en Europese politieke groeperingen 612
Pages
(3)L’implicarion degroupes potitiquesbe!ges ereuropeens 612
3.11.3.Was Betgieop de hoogtevande rol van RTLM en de berrokkenheid van de Rwandesehoogsre politieke aurontelcen? 619
3.11.3. LaBe!glque &a,r-ette aucourant dur61ejou4 parRTL.\I erde[’implication desplushautes au~ontes poiit:ques rwandaises? . 619
3.11.4. Deac:les diedeBelgische autonreiten ondernamen tegen RTLM ........ 621
3.l 1.4. Lesactions que!esautonc~:s beiges on[entreprises conrre RTL>,I ....... 621
3,11.4.1.Diplomatiekeaeries ..... 621 3.11.4.2. Demitiraire acties 623 3.12.Officieuze politieke en priv&kanalen ..... 627 3.12.1.
[nleiding
........
627
3.11.4.1. Action5 diplomatiques
621
3.11.4.2. At:ionsmlli~aires .....
623
3.12.Les canauxpolitiques et provesofficieux .... 627 3.12. I.Introduction
627
3.12.2. De houding vande Christen Democrarische [nrernationale tenaanzien vandedemocratisering in Rwanda ......... 628
3.12.2. L’at:irude de l’ln:ernationale dSmocrarechr&|enne v~s-,i-v~s de!ademocrat~savon au Rwanda ....... 618
3.12.3.De rol van mevrouwDe Backer ....
3.12.3. Le r61ede MmeDe Backer
648
3.12.4. Lamission del’avoca: JohanScheers
653
648
3.12.4.De opdrach~ van advocaarJohan Scheers. 653 De gerechcelijke en administratieve doss,ers met 3.13. betrekking totde Rwandezen in Belgie 656 3.13.1. Problemariek van de vluchrelingen en de aszelzoekers in Betgi~ .....
3.13. Lesdossiers judiciaires e:adminisrratifs relatifs aux Rwandais en Belgique ........ 656
656
3.13. l.Laproblematique desrefugi~s erdemandeurs d’asile en Belglque ........ 656
3.13.2. Gerechte!ijke dossiers betreffende Rwandezen~nBetgii~ 664
3.13,2. Losdossiers judiciai:es relatifs auxR’,vandats en Belglque ........ 664
3.14.De Belgisch-Rwandese samenwerking
682
3.14.1. Srrucruur vande samenwerking metRwanda 682 3.14.1.1. Muttilarerale samenwerking en in~erna6onale samenwerk~ng . 682 3.14.I.2. Directe bilaterale samenwerking . 683
3.14. La cooperation belgo-rwandaise......
682
3.14. I.Structure de lacooperation avecleRwanda 682 3.14. i.l.Cooperation mulfilar,~’.rale erla cooperation ~n[erna~|orlaie. . . 682 3.14.1.2. Coop&adon bilat&ale directe . 683
3.14.l.3.[ndirecre bilaterale samenwerking 683
3.14.1.3. Coop&ation bilat~rale indirec:e 683
3.14.1.4. Miliraire samenwerking .
3.14.1.4. Coop&arion militaire .. .
3.14.2.
Evaluatie
69l
............
3.14.2.1. Mulrilarerale samenwerking
693 693
gvaluarion 3,14.2.
.........
691 693
3.14.2.2. Bilaterale samenwerking .... 695 3.14.2.3. De NGO’s. 696
3.14.2.1. Coop&ation multitaterale . . 693 3. I4.2.2.Coop&ation bilaterale .... 695 3.14.2.3. Les ONG ..... 696
3.14.2.4. Militaire samenwerkmg .
698
3. I4.2.4.Cooperation militatre.... 698
3.15.Behandeting vanherRwanda-dossier doorde militaire overheden ............ 699
3.15, Le ~rairement du dossier Rwandaparlesauror:res mzlita~res ........ 699
HOOFDSTUK 4: DISFUNCTIES, VERANTWOORDELIJKHEDEN
CHAPITRE 4: DYSFONCTIONNEMENTS, ERREURS ET RESPONSABILITES ............
FOUTEN ......
EN 702
702
4.1. De gebrekkigebesluirvorming binnen de VNVeiligheidsraad bijherzendenvaneenvredesmacht naar Rwanda ........ 704
4.I. Lesdeficiences desNations umesdansle processus d&isionnet duConseil des&urir8 lotsdel’envoi d’une forcede paixau Rwanda. 704
4.2. De gebreken in deBelgische besluirvorming totdeelname aan de UNAMIR-vredesoperatie..... 705
4.2. Eescleficiences dans laprise ded&ision parlaBetgique de parnciper ~l l’operation de paixMINUAR 705
(11)
1-611/7 - 1997/1998
BIz.
Pages
4.3. He~om:breken vaneenafdoende ~echnische voorbereiding van de Belgische UNAMlR-croepen 707
4.3.Lemanquede preparation technique efficace-des troupes beiges de ]a MINUAR ......... 707
4.4. De gebrekkzge werking vanherVN-secretariaat en de DPKO~Departmen~ Peacekeeping Operations) ttjdens de duur van de missie .......... 7O8
4.4.
4.5. De gebrekkige werking vande Generale Staren her operadoneel centrum te Everedjdensde operat:e 7O9
4.5.Lefonc~ionnement deficient deI’~rat-mator general e: ducentre d’operat~ons d’Evere au toursdeI’operatlon 709
Le fonc:ionnemen~ deficient du secre:anac des Nationsumeset du DPKO (Departemen~ Peacekeep~ng Operations/au toursde la mlssmn.... 708
4.6. Hetontbreken vaneeninlichtingendienseterplaatseen 4.6.L’absenced’unserv~cederensezgnementssurplaceec vaneenefficienre analysecapac2ceit . 711 d’une capac:ee d’analyse efficace . 711 4.7. Dewelgertng bescherming te verlene.n aande informane Jean-pierre ............ 713
4.7.Le :efusd’accorder uneprotectmn ~ l’informateur jean-Pierre .............. 713
4.8. De gebrekkige coC~rdina:ie ~ussenherdepartemenr Landsverdediging en de Generale Scafvanherleger 713
4.8. La coordination dSficiente entre tedepartement dela Defense na~ionale etl’~tat-major general de I’aemee 713
4.9. De gebrekkige opvolging van herRwandese dossier door de Ministerraad en de departemencen van Landsverdediging en Bui~enlandse Zaken. 713
4.9.Lesuivi deficient dudossier duRwanda parleConsei] desmznistres etItsdepartements delaDefense nanohale et des Affaires etrangeres ....... 713
4.10. De zwakkediplomadeke inspanningen tee vers:erkingvan he’, UNAMIR-mandaa~ 7!4
4.I0.Lafaiblesse desefforts diplomadques visant a renforcer It mandat de la 5,tINUAR ....... 714
4. I1.De foudeve inschatdng vande toestand en passieve houding op 7 aprilI994doordespeciale vertegenwoordiger van de VN-serreearis-generaal en de hog,ere UNAMIR-officieren . 715
4.11.Lamauvaise appr&iadon de lasituation etl’attitude passive, Ie7 avril 1994,durepresen~anc special du secretaire general deI’ONU etdesofficiers sup4rteurs de la MINUAR ............ 715
4.12. De tekortkomingen m de opvangen de begeleiding vande families vande slachmffers . . . 717
4. I2.Lesmanquements dansl’accueit et I’accompagnement des families des victimes ....... 717
4.13.De eenzijdige beslissing om de Betgische UNAMIRtroepen terugte~rekken 7[8
4.13. Ladecision unilaterale deretiree testroupes beiges de la MINUAR .............. 718
4.14. Herui:blilven vanenigdoelmatig opcreden jegens RTLM ......... 720
4.14.L’absence d’unereaction efficace concreRTLM
720
4.15. De inmenging van officieuze potideke kanalen en tussenpersonen ............
4.lS.L’immixeion de canauxpolitiques officieux ee d’intermediaires ............
721
721
4.16. De misleidende at’handeting vanherRwanda-dossier door de milicaire overheden ...... 721
4.16.Le craieement oriente du dossier Rwandaparles 721 aumrices milkaires ............
4.17. De aanwezigheid van Rwandezevluchtelingen in Belgie ~ De mogetijke bescherming bijherbehandelen van gerech~etijke dossiers ....... 72l
4.17. La presence de refugi~s rwandais en Betgique -L’eventualit~ de protections dansletraitement des dossiers judiciaires ............ 721
Pages
HOOFDSTUK
5 :
AANBEVELINGEN
.......
7~
CHAPITRE
5: RECO.M.MANDATIONS
723
(461)
1-611/7- 1997/1998
3.5.3.De moordop Belgischeburgers
3.5.3-L’assassinat descitoyens beiges
Na 6 april1994zijnin RwandaBelgische burgers ,,ermoord. De commissieheeftkennisgenomenvan .’:.enlijstopgesteld doorde Belgische ambassade te Kigali, met 10 namen van vermoorde Belgische burgersen 2 namenvan Belgische onderdanen die een natuurlijkedood gesmrvenzijn, waarschijnlijk wegensgebrekaan verzorging. Achterverschillende namenstaatde vermelding-omdathij Belg was,,, hetgeenbetekent dat dezepersonen vermoord zijnna een pascontrole, klaarblijkelijk enkelen alleen wegenshunnacionaliteit.
Des citoyensbelgescivilson{ &e assassines au Rwandaapresle 6 avril1994.La commission a pris connaissance d’unelistedressedpar l’ambassade de Be[gique ~. Kigati, quireprend lesnomsde 10 ressortissants beiges assassines et deuxressortissants morts de mor~naturelie,probablement suiteau manquede soin.Plusieurs nomssonrsuivls de ta men~ion ,, parce qu’iletaitbeige,,, quisignifie quecespersonnes ont ereassassinee apresla verification de leurpasseport, manifestement en consideration de leurseutenationalite.
Er bestaat weinig informatie over de omstandighedcn waarindeze moordenplaatsvondcn.
Les informations quantaux circons~ances de ces assassinats ne sontpasteesnombreuses.
De commissieheeftde familiesvan slachtoffers gehoord(1);bij deze gelegenheidheeft ze met betrekking tot de mooedop ClaireBeckers,Katia Bucyana en hun man en vader Isaie Bucyana (Rwandesestaa~sburger) en de mooed op Antoine Godfriaux,ChristineAndre en Otivier Dulieu documenten ontvangen, respeceievelijk van mevrouw Bcckersen van de beeren mevrouwGodfriaux, en ze heefrdezepersonen op dezehoorzitting gehoord. Ze hecft ook de beer en mevrouwMugwanezagehoord over de omstandighedenwaarin mevrouw Annie Roland en haar man Jean Huss Nl.ugv,,aneza (Rwandeses~aatsburger) de doodgevondenhebben.
La commission a entendudes familiesde victimcs(1); ,5.cet~eoccasion, etlea regndesdocuments relatifs auxassassinats de MineClaireBeckers, Katia Bucyanaet leurmarlet peteIsaieBucyana(citoyen Rwandais) et aux assasslnats de AntoineGodfriaux, Christine Andreet OlivierDulieu,emanant respectivementde MineBeckerset de M. et Mme Godfriaux, et a entendu cespersonnes lotsdecesauditions. Ellca aussicn~enduM.meet Ni. Mugwaneza sue lescirconstancesdc ta mort de Mine AnnieRolandet de son mariJean HussNl.ugwaneza (citoyenrwandais).
~,[ctbc::ck.king tot de omstanclighcdcn waa~in Aptoine Godfriaux,ChristineAndre en Olivier Dulieuvermoord zijn,heeftde commlssie ook kennis genomenvan de verklaring die de beerMarcBohyop 26 juni19979ooreen officier van de gerechtelijke ingevolge de polit{.: afgelegd heeft door onderzoeksplichten voorgeschreven onderzoeksrechter Vandermeersch.
Quantauxcircons~anccs dc l’assassina~ de Anto~p.e Godfriaux,ChristineAndreer OlivierDulieu,la commission a aussiprisconnaissance de la d,,~:position fai~eparNI..MarcBohvle26juin1997devant un officierde police judiciaire, suiteauxdevoirs d’instructionprescrits parM. le juged’instruction Vandermeersch.
De commlssieheefthierbijher volgendekunnen vaststetlen.
La commission releveles informations suivantes"
Dezedrie personenbevondenzich in R.wandain her kader van een overeenkomst met de NGO ."~ard-Sud Cooperationom deel te nemen aan Frojectenmet thuisbasisin her dorp Rambura, gclegen in de prefectuur te Gisenyi(2).
Ces troispersonnes sc trouvaient au Rwandadans te cadred’un con~ratde cooperationavec t’ONG Nord-Sud Cooperation, pourparticiper :5.desproiets basts danslerill’age deRambura, situS: danslapr(:fecturede Gisenyi(2).
De NGO Nord/Sud Cooperation, Association pourle developpement dans le M.onde,is een vzw gevestlgdte Bergen,die tot doel heeftmet alle middelevbij te dragentot de economische, sociale en/of culturele on~wikkeling- van de
L’ONGNord/SudCoop~:ration, Association pour le developpement dansle Monde,estuneASBLsise.’i Mons qui a pour objet ,,de contribuerpar tous movensau developpement economique, socialet/ou culmrel despaysen volede developpemen," ,, (3).Elle
derepresentants desfamilies e."apparen~s des (I)k;uo:~tlng, metvertegenwoordigers vandefamilieleden (1)Audition vicdmes civiles beiges, CRA,CSR,S~:nac, 1996-1997, 19fevr:er enaanverw,’,nten vandeburgerlijke Beigische slachtoffers -1997. Bx,’BC3., 5unaat, 1996-1997, 19februari 1997. (2)Pourplusd’informanons concernant l’asbl Nord-Sud e: (2) Voormeer uidegover de vzw Nord-Suden decoop,!ranon qu’elle me~suepied a.Rambura, vo,r samenw~..rkingsprojecten diezeinRambura opzet, ziepunt 3.13. lesproiets point 3.13. (3)Article 3 desstatuts publi~s auxannexes duMoniteur ~3)Ar~ikel 3 vandestatuten verschenen indebijtagen van betge du21mars1985, p.131. herBelgisch Sta,usblad, 21maart 1985, blz.131.
,/
1-611/7- 1997/1998
(462)
ont;vikkelingslanden ,, (1).Bijministeri~le beslissing a i:teagr~epar I’AGCDen rantquiONGpar d6cision van 9 mei 1985 werd zij doorher ABOS erkendals minist6rielle du 9 mai198_5. NGO. Her belangrijksteproject waaraan de drie ontwikkelingshelpers hebben meegewerkt,is de oprichting (bouw,ultrusting en inwerkingsrelting) van een technischesecundaireschool (bouw en elek~rici:eit) als uitbi’eiding van een bcstaande secundaireen normaalschoolte Rambura op de heuvelKibihekane.
Le projecprincipal auxquels les troiscoopSran~s on-.particip~: estlacreation(construction, ~qu~pcmentetraiseen fonctionnemen[) d’une~colesecondairetechnique (enco.nstrucrion et electrici:e) extension d’une¢colesecondaire e[ normaleexlstante,situ~e5 Rambura, surla colIineKibihekane.
Rambura is her geboortedorpvan president Habyarimana. Dit dorplijkreen gunstbehandeling [e genieten. Er is vcrlich[ing, wegenzijngcasfattccrd en er z,jnvierscholen diekennclijk voorbehoudcn zijn aan leerlingen van gegoedeouders.
Ramburaestlevillagenataldu president Habvarimana.Ce villageparairb,~n~ficicr d’unrrai~emenr privilegi6. I1 est6claire!, goudronn,3 e~ b~n,3ficle de quatreecoles, manifestemenr r~scrv~e fl unepopulatiofl scolaire ais~:c.
Volgens de toelichting bijherproject datNord-Sud bijde Belgische Staa[heeftingediend metherverzoek rot cofinanciering van een ontwikkelingsprojecr, werd de secundaire en de normaalschool van Ramburagebouwden beheerddoor een plaatselijke vereniging samengestdd uit de oudersvanleerlingen en de prominen[en uit die streek,te wc[ende vzw ,, ADECOGIKA ,,. Bijheropstellen vandezenorahad de verenigingals voorzitterNoel Mbonabaryi, natlonaalgedeputecrde,en als ond¢rvoorzitrcr kolonclScrubaga, adjuncr-stafchef. Bij he[ sluiren van overecnkomsren wcrd dc vzw vertegenwoordigd door kolonclTh~ores~eBagosora.Hct gaa~ dus om prominenren diezcerdichtbijde president staan.
Scion l’expos~du projet remis par Nord-Sud comme ,requ&ede cofinancemcnrd’un proje[ de d’3veloppement aupr~sde l’Eratbeige.,,-l’~cole s¢condaire e[ normalede Ramburaa ~t~construi~e er est gSr,!epar une association localecomposite de parents d’~:leves er de personnalit,3s de Ia region,,, I’ASBL, ADECOGIKA ,,. A l’,.!poque de la r~daction de certenote,l’associarion es~ pr6sid~eparNoeJ M bonabaryi, d6pur~: national et vice-pr~sid~e parIc colonelSerubaga, chefd’E.tatmajoradjoint. L’ASBL seraensuite represen[;.!e danstcspassations de march~ parle colonel Th,!oreste Bagosora. I1 s’agicdonede personnalit~:s de staturenationale, [r~sprochesdu president.
Her projectvoor een technischlyceum wordt voo~gesteld alsd celui~makend vand= doelstcllingen die de Rwandese overheid zichheeftgesteld. Om die bedoeling tot uitingte brcngen, haaIrherdocument een uittreksel aan ulr her manifestvan de MR.ND, waarinwordt verklaarddat her onderwijsen de opvoedingvan de jeugd een zodanigevorm moet aannemendat zij gemtegreerdkan wordenin her productieproces of dat de opleidingkan worden voortgezetvolgenseeniedersmogelijkhcdenen volgens de behoefrenvan de gemeenschap.Her staatshoofd, Juv~naIHabyarimana, zo vervolg~de nora,komrhieropvaakrerug.
Le projetde creationdu lyc,2ctechniquecst pr,.!senr~ commes’inscrivant dansIc cadredesobjec[ifsfixesparlesautorite!s rwandaiscs. Ent~mo~gnage de ce[revotont~, le document citeun extrair du manifestedu MRND,qui affirmela volont~d’orienter l’enseignement e[l’Sduca[ion de lajeunesse de fagon:i perme[tre 5. celle-ci de s’inte!grer dansle sys[~:me dc production ou de poursuivre la formation conform,!ment.-i la vocation de chacuner auxbesoinsdc la societY:; objecrif qui,toujours scionlanotecstsouvent rappel~parle chefde l’Erar,Juv,~naI Habvanmana.
Herproject is gespreid overvijfjaar(1989-1995). Le projet s’~tale surcinqann,Jes (1989-1995). II est Her staatonderleidingvan de vzw,, ADECOGIKA ,,, dirig~ par l’asbl-ADECOGIKA,,, qui assure la dieherzalovernemen na de eers[evijfjaren. reprise apr;.:s lescinqpremi~:res armies. Her voorzie~ in de aanwezigheid van drie I1pr~voit l’envoi de troiscoop~rants pourled~’marontwikkelingshelpers om de afdelingen op te starten. ragedessections. Lesvolon[a~res expatries quiencaDe buitenlandse vrijwilligers diehetproject s~uren, drentleprojer seront prSsent dela2e annSeduprojet 3. zijnaanwezig vanhertweedejaarvanherproject tot la5e anne!e. hervijfde jaar. Volgens herministerieet besluit vande minister van Ontwikkelingssamenwerking van 1 augustus1989, kan her project rekenen op een subsidie van (1)Artikel 3 vandestatuten verschenen indebijtagen van herBe&isch Staatsbl.~d ~1 ..............
Le projetse verra accorderune subventionde 17 139 375 francs(pourun apportbeigetotalde 22 852500selonlespravisions budgetaires de l’ann~:e
(1).Article 3 desstarers publit~s auxannexes duMo,tite,,r
¯,
( 463
1-611/7- 1997/1998
17 139 375frank(vooreen totaleBelgische inbreng 1989de I’ASBLNord-Sud, c’est-~.-dire uner6partition van 22 852 500 frankvolgensde begrotingsramingcn 75%-25%)par arr~t.~ministeriel du ministrede la m,er her jaar 1989 van de vzw Nord-Sud, war Cooperation au D~veloppement du 1er ao6t1989.La neerkomtop een verdeling 75 %-25%). De afdeling section de coop6ration de l’ambassade ~i Kigaliavait ontwikkelingssamenwerking van de ambassadete remis un avis -tr6s favorable,,quant au coKigalihad -zeer gunstig,,geadviseerdvoor de financement du projet, I’AGCDun ,,.avis favorable ,,. medefinanciering van her projecten de ABOS had -gunstig,, geadviseerd. Herproject lijktvertraging te hebbenopgelopen bij de bouw(fase1).Dievervraging is reedsvastgesteld 1990en is hoggrotergeworden in 1991.Datzouin de eersre plaatstoete schrijven zijnaanherfeltdatde met de werkenbelasteaannemerde werkenvoorher bezoekvan de pausaanKigaliheefl:moetenukvoeren en vervolgens aande moeilijkheden dieRwandaheefl: gekendin 1990-1991.
Le projetsembleavoirconnudes re~ardsdansla construction(phaseI), constatesd~s 1990, s’aggravant en 1991.Ceux-cisera~ent dusd’abordau fairquel’entreprise rSalisant lesrravaux airdtise consacrer aux travaux~ effectuer pourla visitedu Pape:i Kigali,et ensukeaux troublesagitantle Rwandaen 1990-1991.
Uit heradministratief dossierblijktda~ ook de anderefasenvanherprojectaanzienlijke vertraging hebbenopgelopen.Uiteindelijk werd her project onderbroken tijdensde tweedefase,ofschoon herer vijfhadmoeten~ellen.
Le dossieradministratif t~moignede ce que les autresphasesdu projetone 6galementconnudes retards impor~an~s. Finalement, le projetserainterrompulotsde sa deuxi6me phase,alorsqu’ildevaiten comptercinq.
OIivierDulieuleefdein Rwandaseder~september 1992.In februari1993wordthij geevacueerd omdat de gevechtenin de streekopnieuwoplaaien.Rond aprilkeerthij ~erugnaarRwanda.
OlivierDulieu se trouvai~au Rwanda depuis septembre 1992.En f6vrier t993,il est ~vacu6vu ta reprisedes combatsdansla r~gion.II revientau Rwandaversle moisd’avril.
°
Antoine Godfriaux is door Nord-Sud AntoineGodfriamxa ere engagepar Nord-Sudle aangeworvenoo 3 se~ember1993. Zijn ve:rekwas 3 se~tembre1993.Son d~aar~6:ai~pr~vupour le voor begin novembergeptand.,,De ’Convention d~butnovembre. La -convention d’envoi,, entrelui d’envoi’tussen hem en de NGO ’Cooperationet et I’ONG-Cooperation et progr~s,,a &6 sign6ele Progr~s’ werd ondertekend op 16 november t6 novembre 1993(1).I1 ne se ferafinalement que 1993(1).Hijzoupas op 17 januari 1994vertrekken, 17janvier1994, apr~s plusieursreports,sans na her vertrekherhaaldelijk te hebbenuitgesteld, qu’OlivierDulieu et ses parents ne puissen~ zonder dat Olivier Dulieu en zijn ouders een s’expliquer cesreports. Son6pouse, Christine Andr6, verktaring hebbenvoordieuitstel. Zijnezhtgenote, le rejoindra le 20 fSvrier 1994(2).D’a~r~s un rapport ChristineAndre,heeft zich bij hem gevoegdop d’acnvk~s adress6parNord-Sud :i I’AGCD,iI semble 20 februari 1994(2).Volgenseenacdvlteitenvers!agque ce soit I’AGCD~ui air impos6un moratoire~. dat,, Nord-Sud ,, aan her ABOSheeftgezonden, zou l’agr6ment des coop&ants. her ABOS een moratoriumhebbenmgesteldvoor de erkenningvan de ontwikkelingssamenhetpers. Volgensde beerBohy,die van2 okrober1988tot 16 april1994 ontwikkelingshetper was in Rwanda, zij~de drieon~wikkelingshelpers op datogenblik de enigewesterlingen in dat deelvan Rwanda.Herverbaasthem trouwensdat zij naar deze streekvan Rwandagezor:den zijn.Hij meentdat einde1991de spanning in betnoordenen in her bijzonder Gisenyi en Ruher,ger[begonte stijgen. Er werdenopposanten gearresteerd en herwasherbeginvande slachtingen van de Bagogwes(Tu~si’svan her noorden).Hij bew¢ert eigenlijk datde genocide reedsop 4
D’apr~s?vll.Bohy,qui a &8 coop&antau Rwanda du 2 octobre1988au 16 avril1994,les troiscoop& rantssont,~ ce moment,les seulsoccidentaux dans ce=epartiedu Rwanda.Leurenvoiverscetter~gion I’&onne d’ailleurs. IIestime ~ue,, uersIafinde I991, la tensiona commenc6 fz grandirclansla r~giondu Nordet plusprOcis~ment Gisenyi et Ruhengeri. Ii y a arrestation desopposants et c’~tait le ddbutdu massacresdesBagogwes (Tutsidu Nord).Enfait,je dirai que le g~nocideavaitd~jdcommenc6d pluspetite 6chelle. Environun an et demiavantle gdnocide de 94, le ciimatd’ins6curitd avaitatteintson maxi-
!
if)Dokument vandeheerIvanGodfriaux, bh.1. (1)Documen~ deM. IvanGodfriaux, p. (2)Hoorzirring metde heerGodfriaux, hoorzirting met (2)Audition deM.Godfriaux, audition derepr~sentants des vertegenwoordigers vandefamilieleden enaanverwanten vande familles etapparen~es desviczimes civiles betges, CRA,CSR, burgerlijke Belgische slachmffers, BV,BCR,Senaat, 1996-1997, Senat, 1996-1997, 19fevrier 1997, p.12. 19februari 1997, blz. 12.
1-611/7- 1997/1998
(464)
de gefiocide van 94 was herklimaa~vanonveiligheid tentopgestegen. (...)Warhemzelf betrefi:, zegtde heer Bohy dat hij nook bedreigdwerd want hij werd beschouwdals de verrrouwensman van JosephNzirorera,de ~oekomstige secretaris-generaal van de MRND.De heerBohybesluitdat toenhij vernamdar de drie nieuweontwikkclingshelpers op die plaa~s gingenaankomen,hij herhaaldelijk bij zichzetf gezegdhad dat zij geenidee haddenvan de plaats waarze terechckwamen, nochvan de gevarendie ze zoudenlopen(!).
mum.(...),, Quanci lui,M.Bohydit,, n’avoir/amais avoir ~td menac~ car till dial: consid&~comme hommede confiancede M. NziroreraJoseph,futur secr~taireg~ndraldu MRND,,.M. Bohy conclu~: ,,C’estainsique lorsquej’ai apprisque trois nouveaux coop&antsallaientd~barquerd~ cet endroit, il m’es:arrive a plusieurs re’prises deme dire qu’itsn’avaien: aucuneid& du lieuo~i ils d~barquaient, nidesdangers qu’ils atlaient encourir. ,,(1)
De drie ontwikkelingshelpers werdenop 7 april Les troiscoop6rancs seron~assassines le 7 avril 1994vermoord. De heerBohymeentdat de geruchten 1994.M. Bohyestime que,, lefiaitd’avoirfaitcourirla volgenswelkede Belgende presidenthaddenverrumeurselonlaquelle lesBeigesavaient assassin~ Ie moord.,bijgedragen hebbentot de moordop de drie pr&iden: a contribu~ a l’assassina: destroiscoot)& Belgischeontwikkelingshelpers te KAMBDRA.Hun rantsbeiges~ RAMBURA. Leurmortn’estpas le fair doodis nietaanhertoeval te wijten. Menmoetzichin du hasard.I1 fautse replacer clansle contexte de he~tijdsgebeuren inleven en denkenaande trainingen l’g~poque, avecles entrafnements des Interhamwes, van de Interhamwedie bevelenvan hogerhandopquiobSissaien: d desordres venusd’enhaut,,. (2) volgden (2). Volgensde oudersvan AntoineGodfriauxwor& . alsenigeredenvoorde moordop de drieontwikkelingshelpers hun nationaliteit vermeld,door de NGO Nord-Sud-Coop&afion, her ministerievan BuitenlandseZaken en her .gerechtin Brussels.(3) Tijdensde hoorzitring verklaarde de vadervan OlivierDulieuda:* de redenenvoorde moordop de drie ontwikkeiingshelpers niet alIeente makenhebben methunnationaliteit) , maardat . ookmeermercantie& en weinigverhevenoverwegingen hebbenmeegespeeld ~ en hijspra k over* hetgrotegeld,oververduistering en wifwassen vangeld,,. (4)
Selonlesparents d’Antoine Godfriaux, ,, I’unique raisoninvoqu~epar ces sources,I’ONGNord-SudCoop&ation, te minist~re desAffaires &rang~res e~ la ,,justice deBru.xelles ,,,pourexpliquer l’assassina: des troiscoop&ants estleurnationalitY,, (3).Au cours de sonaudition, le p~red’Olivier Dutieu a affirm6 lui que,,lesraisons de l’assassinat destroiscoopSrants ddpassent le simplefairde leurnationalitY,,, il a ~voqu8une ,, question de grossous,de ddtournement et de blanchiment d’argent,, (4).
Heelwar vragenoverde moordop deze drieontwikkelingshelpers biijvenonbeantwoord: hoe is her mogetijk dat ze naareen streekgezonden werdendie anderzijds dooralteontwikkelingshelpers verlaten was ? Op welkemanieris mestemminggegevenvoor dezezending? Wie en weikeBelgische en Rwandese overheid(overheden)hebben eraan meegewerkt? Doorwie zijnze vermoord? Op bevelvan wie?Met welkdoel? Warendezemoordengepland? In Belgie loop~een gerechtelijk onderzoek dat de commissie nietwildoorkruisen.
Biendes questions confinuen~ ~. se poserquanti l’assassinat de cestroiscoop&ants: commen~ se fait-il qu’ilsaientpu &reenvoy8dansuner8gionqui a,ai: d’autrepart &8 8vacuSepar tous les coop&ants? Quelleestla proc6dure d’aumrisation qui a ~r8cSd8 cetenvoi? Quietquelle(s) autoritS(s), beiges et rwandaises, y ontparficip8 ? Parquiont-ils 8t6assassin6s ? Surordrede qui? Dartsquel(s) but(s) ? Cesassassina~s 8taient-ils programmSs ? Uneenqu&ejudiciaire es~en toursen Belgique,aveclaquelleIa commission ne veurpas interf&er.
War de moord op mevrouwClaireBeckers,Kada Bucyanaen de heerIsaieBucyana(Rwandese staatsburger)betreft, heefi:de commissie mevrouw Beckers gehoord.Haarzus, haarnichten haarschoonbroer zijnbeginaprilvermoord. De heerIsaieBucyana was
Quant~i l’assassinat de MineClaireBeckers, Katia Bucyanae~ IsaieBucyana(ci.~oyenRwandais), commissiona entenduMmeBeckers.Sa sceur, sa ni&eet sonbeau-frSre ont8t8assassinSs dSbutavriI. M. IsaieBucyana&aird’origine Tustsi.Au d~butdes
(1)Getuigenis vandeheerMarcBohy, op26juni1997, pro(1)D~posifion de M.MarcBohy,le26 juin1~77,proces ces-verbaal hr.28603 van30juni1997, parker vandeprocureur verbal n° 28603 du30juin1997, parquet duprocureur duKoide desKonings vanBrussel, blz.2 en3. Bruxelles, pp.2 et3. (2)Ibidem. (2)Ibidem. (3)Hoor’zirfing metde heerGodfriaux, BV,BCR,Senaat, (3)Audition de M. Godfriattx, CRA,CSR,S4ndt, 19961996-1997, 19februari 1997, bh.12. 1997, 19f4vrier 1997, p.12. (4)Hoorzirting metdeheerDulieu, BV,BCR,Senaat, 1996(4)Audition de M. Dulieu, CRA,CSR,S4nat, 1996-1997,
1-611/7- 1997/1998
( 465 vanTutsiafkoms~. In herbeginvande jaren80.had hij reedsmoeilijkwerkkunnenvinden,~ omdathi/Tutsi was~,(1).Btijkbaarwerd aanvankelijkde beer Bucyana geviseerd: op vrijdag 8 aprilzijnsolctaten en bt~rgers iaetkuisvanhaarzusbinnengevalien. ,,Ze zeider"&:t ze op zoe£ waren naar haar scboonbroer ,,(2).
annSes ’80,il avaitdSj~.rencontr6 desdifficultSs pour trouver un emploi,,Farce qu’ilOtaitTutsi,, (1). semble ce soi~M. Bucyana quiaicatad’abord vis~: ,,le uendredi 8 avri[,la maisonde rnasceura ~t~attaqu~ pardesmilitaires et descivils. Ilsdisaient ~trea la recherche de rnonbeau-frbre. ,, (2)
MevrcuwBeckersis verbaasdda~haarzus en haar familiegeenhulp gebodenis toenzij trach~ente vluchten. Toen mevrouw Claire Beckers naar UNAMIRtetefoneerde,werd haar geantwoord-dat heronmogelijk wasbaart e euacueren en datzi/zelf een voertuig moestzoet~en. (...)Van herBelgische burgerli/k.e hoofduan de wijk.waarrnijnzuster woonde,hebbenwij uernomendat k..~iaileshee[-t gedaanom hen te heipen,rnaarnoch de ambassade noch UNANtIRhebbengereageerd. Er stondennochtanssoldaten k.laarom tussenbeide te k.omen maarzij hebbendaarvoornooitde toesternming gek.regen. Hoe komt her dat de Belgischearnbassadeur niets heeftk.unnen doenvoorrni/nzuster, hoewelhi/geregeldmethaarcontacthad en wistdat zi/bIootstond aan represaillesomdat zij met een Tutsi was getrouwd? ~, (3)
MineBeckers s’&onne de ce queaucuneaiden’a~t8 procurSe ~.sas~ure~safamille lorsqu’elle a cherch~ .~ fuir.LorsqueMineClaireBeckersa t~t~phon~ ~. la MINUAK,il luiaurai~&8 rSpondu ,, qu’iI~taitimpossibledel’~vacuer etqu’elle deuait chercher elle-m~rne un e,,~hicule (...)Nousauonsapprisdu responsable civilbeige duquarrier o~’~vii~air rnasoeur qu’ilavait toutfaitpourluiueniren aide,maisnil’arnbassade ni la MINUARn’ont r~agi.Ii y auait pourtantdes soldats qui~taient pr~tsd interuenir maisquin’ont jarnaisregu l’autorisation nOcessaire.Comment l’ambassadeur de Belgique n’a-t-il rienpu fairepour ma sceuralorsqu’il~taitrOgulikrement en relation at.,ec elleetqu’il savait qu’elte ~tait particulibrernent expos~e d causedesonrnari tutsi? ,,(3)
In da~verbandheeftde ondervoorzi~ter en rapporteurvande commissie, op 25 augustus 1997,de beer JeanNach~ergaele ontmoet,directeur van de Belgischeschool~e Kigali, djdenszijnbezoekaanRwanda. Deze laatsteheefthem meegedeeld dar de familie Bucyana eeneerstemaalop 7 aprilwerdaangevallen. Her pelo~onRamadan,gelegente Nyamirambo, waar de familieBucyanawoonde,heeftde evacuatie ingeset op 8 aprilzonderevenweldie familiemee te t~emen.Volgens de heerNachtergaele zou he~peloton geen gemengdekoppels hebben mogen meenemen, ofsctloon herdat zelfhad voorgesteld. Op zaterdag 9 aprilwerdende ledenvan de familieBucyanavermoord. Tijdenszijn hoorzitring in de commissiewerd kolonelBalisondervraagd overherevacuatieplan dat ij op verzoekvan generaal.Dallaire in maart1994 moestops:ellen. Op de vraagof herplanbijzondere ~epalingen beva:tevoorgemengde koppels,heeftde ge~uige geantwoord : ,, Hetprobleem heeftzichzouer ik. weetnooirgesteld. I£ neernaandat wanneer een k.oppel op eenbepaald adresuerbleef en w~idaareen uoertuig naartoestuurden, datwij dande echtgenote oohrr,eenarrten zondereerstnategaanof zt~welde dubt)o,’7 nationaliteit bezat. Maarditprobleem stelde zich i;z[ei,’e nooit. ,,(4)
Ace propos, le vice-prSsident et rapporteur de ta commission a rencon~r8 M. JeanNachtergaele, directeurde l’&olebetge.-iKigali, lotsde sa mission au Rwanda, le 25 aot3.t1997.Ce dernier luia expliqu~ que la familleBucyanaa ~t~ atraqu~eune premiere lois le 7 avrit.Le pelotonRamadan,qui &air Cantonn8~. Nya.-nirambo, ot~ habitaitla famille Bucyana, a ~vacu8le 8 avril, sansemmener la famille. Selonlesin formations de M. Nachtergaete, le peloton n’aurait pas8r6autoris8 ~t ~vacuer lescouples mLxtes, bienqu’iIl’aitofferr. Le samedi 9 avrit, lesmembres de la familleBucyana&aientassassin,s.
~1)i-:c~:z’rting metmevrouw Beckers, BV,BCR, Senaat, 199d.-19~7, 19februari 1997, blz. 13. (2)Nctarid.18februari 1997doormevrouw Beckers bij haarverhoor aandecommissie overhandigd. (3)Ibidem. (4)Hoorzi~ing metkolonel Balls, POR,Senaat, 29 mei 1997, PV,blz.11/4.
(1)Audition de MmeBeckers, CRA,CSR,S~nat, 1996-1997, 19fevrier 1997, p.13. (2)Noteda~edu18fevrier 1997remise ~tlacommission par MineBeckers lotsdesonaudition. (3)Ibidem. (4)Audition ducolonel Balls, CER,S~nat, 29mai1997, PV,
Lorsde sonaudition parla commission, le colonel Bailsa &6 interrog~ sur le pland’~vacuadon qu’il avait&8 charg~d’81aborer parle gSnSral Dallaire en mars1994.On luia demand8si le planprSvoyait des dispositions parriculjSres pourlescouples mixtes. I1 a r~pondu:~Hetprobleemheeftzich zouerik. weet nooitgesteld. Ik.neernaandatwanneer eenk.oppel op een bepaaldadresverbleef en wij daareen voertuig naartoestuurden,dat wi/ dan de echtgenoteoo£ meenamenzondereerst na te gaan of zi/ wel de dubbele naffonaliteit bezat. Maarditprobfeern steIde zichinfeite nooit. ~ (4)
1 1/A t("~ A ~ ~7~
( 466 1-611/7 - 1997/1998 Mais~. la qtrestion de savoir s’il&ai=pr@vu Maarop de vraag of herplanvoorzag in de evacua- d’~vacuer desRw’andais, lecolonel a d&lar~; ,, Her tie vanRwandezen, heel=de kolonelgean=woord: gingweldegelifl~ enkelom niet-Rwandezen. Door ,, Hergingweldegelijk enkelom niet-Rwandezen.omstandigheden hebik generaal Dallaire tweemaal Dooromstandigheden hebik generaal DaUaire tweeexplicietgevraagdof Rwandezenook mochten maalexpliciet gevraagd of Rwandezen ookmochten worden ge~vacueerd alsze in gevaar waren. Hi/antworde:age~vacueerd alsze in gevaarwaren.Hi] woordde formeel: " Bevelen va’aNew-York: no !oantwoordde formee[: " Beuelenvan New-York" no cals~,.Er mochten dusgeenRwandezen ge~vacueerd locals~. Er mochtendus geenRwandezen ge~vaworden. ,,(1) cueerd worden. ~ (1) Quantauxcirconstances de la mortde MineAnnie Warbetreft de omstandig, hedenwaarinmevrouw Rolandet de sonmarlJeanHussMugwaneza (ciAnnieRolanden haar man Jean Huss Mugwaneza toyenrwandais0, Mineet M. Mugwaneza ont~moi(Rwandese staatsburger) verm0ord zijn,hebben gn~des".-l~ments suivants: "Notre pkre~taitvis~ beer en mevrouwMugwanezaals volg~getuigd: comme intellectuel tutsi. Desmilitaires dugouverne~,Mi/nvader werdgeviseerd omdat hi/intellectueel en men=Habyarimana prirent d’ assaut la maison de nos Tutsiwas.Militairen vande regering Habyarimana parents poury assassiner notre pkre. Toute lafamille hebben betlouisvanmi/noudersbestormd om mijn furregroup~e dansle/ardiri pour~:reensuite massavader te vermoorden. Heeldefamitie werdin de ruin cr~e. ,,(2) samengebracht en vervolgens afgeslacht. ,,(2) Les circonstances de ces assassinats son~assezsimi-
De omstandigheden waarindezemoordenplaats- laires. Mines Annie Roland e~ Claire Beckers ~taient vonden, zijnenigszins vergelijkbaar. AnnieRoland routesdeuxmarinesavecdescitoyens rwandais en ClaireBeckerswarenbeidengehuwdmet Rwand’origine tutsie. Lesfamilies estiment queYona vis~ desestaatsburgers vanTutsi a fkomst. Defamilies ziin ccshommesparcequ’ils &aientdesinteliectuels vanmening datdezemannengeviseerd werien omdat t~.tsis. Leurs femmes et enfants ontsubiIeursort. zij Tu:siintetlectuelen waren.Hun vrouwenen Maislesfamiiles ontroutes deuxI’impression que kinderen hebben hetzelfde lotondergaan. Maarbeide l’onn’a pas fairbeaucoupd’efforts, rant families hebben de indruk daternietveelinspannin- l’ambassade de Belgiquequ’k la MINUAR,pour Desenqu&es judigengeieverd zijn,nochdoorde Belgische ambassade ~vacuer cesfamilies , mixtes ..... nochdoorUNAMIR, om deze,, gemengde ,, families ciaires son~en cours agalement quant 5. cescas,qui :e evacueren... Overdezegevallen lopeneveneens acIaireront peut-atre leszones d’ombre quisubsistent. gerechtelijke onderzoeken diemisschien tenlicht zullen werpen op de overblijvende schemerzones. 3.6. LE GiSNOCIDE 3.6. DE GENOCIDE 3.6.1. Inleiding
3.6.1. Introduction
Aucours dela pariode entre le7avril etlemoisde In deperiode tussen 7 april en de maand juli1994 iuillet 1994, le Rwanda furravaga parunevague de,. werdRwanda geteisterd dooreengolfvanverschrik- terribles et sauvages massacres. Bienquelusqua keliike en brucale slachtpartijen. HoeweI er totop prasent aucune estimation officielle du hombre de hedenhoggeenenkele officiele schatting is vanher vic~imes n’ait &~faite, laplupart desexperts internaaantal slachtoffers, gaandemeeste internationale destionaux s’accordent pourestimer qu’entre 500000e~ kundigen ervanui~dattussen 500000en I 000000 1 000000de Kwandais ontperdula vieau coursde Rwandezen herlevenvertoren hebbenin de meest certe p~riode laplusdouloureuse de l’histoire de ce pijnlijke periode vande geschiedenis vandatland. pays. I1estprobable quelenombre exact desvictimes Herexacte aantal slach~offers zalmenwellicht nook ne serajamais connu. te wetenkomen. Danssonouvrage ,, TheRwanda crisis ,,,~eS;pT~of~ In ziinwerk-TheRwanda crisis ,, komtprofessor .,seur,G¢+l~:~iei~tente de proc6der pard6duction pour G. Prunier aande handvande deductiemethode tot arriver a uneestimation d’environ 800000Tutsis de slotsomda~ naarschat~ing ongeveer 8i00000 massacres au cours de cestrois tools. Tutsi’swerdenvermoord in de loopvan diedrie maanden. (1) Hoorzirting .metkolonel Balis,POR,Senaat,29 mei 1397,PV,blz.11/6i (2) Hoorzi~ing me~ mevrouw Mugwaneza, BV, BCR, 19februari 1997,1996-1997, bh.13.
(1)Audition du colonel Balis, CER,S~nat, 29 mai1997,PV, p. 11/6(CRA,p. 587). (2) Audition de MineMugwaneza, CRA,CSR,S~nat,19961997, 19f~vrier 1997, p.13.