6IWc
Volbouw
1
Deel 2: Volbouw Inleiding Er zijn verschillende manieren voor het bouwen van een passief huis. Een van die technieken is de volbouw techniek. Het wordt ook wel soms de traditionele manier genoemd. Deze techniek wordt nu nog steeds het meest gebruikt omdat mensen vertrouwd zijn met deze manier van bouwen. 1. Constructie Voor de constructie leggen ze meestal een fundering aan met daarop de dragende muren van snelbouwstenen of andere bouwblokken, een flinke laag isolatie, een dunne luchtspuw en daarvoor een afwerkingslaag van gevelmetselwerk. Dit is een zeer beproefde bouwmethode, die zowel aan de esthetishe als aan de comfort en de duurzaamheidseisen van een gemiddelde bouwheer voldoet. 1.1 Fundering Bij het bouwen van een passief huis via de volbouwtechniek wordt er zoals bij elk huis een fundering gelegd waarop men dan kan bouwen. Er zijn verschillende soorten funderingen: fundering op staal, paalfundering en een vloerplaat. 1.1.1
Vloerplaat
Een vloerplaat is een dubbelgewapende betonnen plaat van minstens 30 cm dikte over de gehele oppervlakte van het gebouw, voorzien van een betonnen rand tot op vorstvrije diepte (minimum 80 cm) aan de buitenzijde tegen het opvriezen. Dit type fundering wordt toegepast bij een weinig draagkrachtige en horizontaal gelijkmatig gelaagde ondergrond.
Er wordt ook isolatie geplaatst op de vloerplaat zodat de warmtestroom doorheen de funderingsplaat zo klein mogelijk is. Deze isolatie kan boven de funderingsplaat zijn of onder de funderingspaat.
Industriële Wetenschappen
2012-2013
6IWc
Volbouw
2
1.1.1.1 Isolatie boven de funderingsplaat Hierbij wordt de isolatie boven de funderingsplaat gelegd. Deze isolatie wordt in verschillende lagen gekruist over elkaar gelegd. Tussen vloerplaat en de isolatie wordt een vochtfolie gelegd zodanig dat er geen condensatie kan optreden tussen de vloerplaat en de isolatie. Ook tussen de isolatie en de chape ligt ook een vochtfolie zodanig dat er geen materiaal van de chape tussen de naden kruipt en nadien geen koudebruggen vormt. Alle buizen worden op deze isolatie vastgezet met klemmen. Het is wel belangerijk dat de vochtfolie zo weinig mogelijk beschadigd wordt bij het doorboren van de folie.
1.1.1.2 Isolatie onder de funderingsplaat Hierbij wordt de isolatie onder de fundering gelegd. De vochtfolie tussen de funderingsplaat en de isolatie is hier niet nodig. Dit komt omdat de isolatie hydrofoob moet zijn . Dit betekent dat het waterafstond moet zijn of zeer slecht wateropnemend. Er komt wel een vochtfolie onder de isolatie zodanig dat het zeker geen water opneemt. De chape wordt dan ook rechtstreeks op de funderingsplaat gelegd met daarin alle buizen. Het voordeel van isolatie onder de funderingsplaat is dat de koudebruggen kunnen worden opgelost aan de fuderingsplaat.
Industriële Wetenschappen
2012-2013
6IWc
Volbouw
3
1.1.1.3 Muren op de fundering Wanneer men een muur direct op de fundering zet onstaat er een koudebrug. Dit komt omdat de muur een hoge warmtegeleidingscoëfficiënt heeft. Daarom zet men de eerste lagen met een betonsteen. Een van de meest gebruikte betonstenen hiervoor is “cellenbeton”. Deze steen is zeer licht en heeft een goede isolerend vormogen. Aan de binnenkant van deze muur is een vochtfolie bevestigd. Hierdoor kan er geen vocht door de muur naar binnen. Naast de muur wordt dan ook nog waterdichte isolatie geplaatst zodanig dat er niets van vocht doorkan. 1.1.1.4 Verschillende lagen in vloer Zoals je ziet in de figuur in bijlage is de vloer uit verschillende lagen vervaardigd. De betonnen vloerplaat moet het ganse gebouw dragen en heeft daarom een grote draagkracht. Daarboven ligt een uitvullaag die er voor zorgt dat de isolatie mooi horizontaal ligt. De isolatie moet zo goed mogelijk zijn. Zodanig dat er zo weinig mogelijk warmteverliezen zijn via de vloer. Bv. Warmtegeleidingscoëfficiënt λ van 0,023
.
Daarboven ligt een gewapende dekvloer. Bv. Een betonnen chape.
1.2 Spouwmuur Een spouwmuur bestaat uit twee evenwijdige delen.Een buiten- en binnenmuur ook wel buiten- en binnenblad genoemd. De open ruimte tussen de beide muren wordt de spouw genoemd. De spouw voorkomt vochtdoorslag van buiten naar binnen en heeft ook een isolerende functie. Voor extra warmte-isolatie kan in de spouw isolatiemateriaal zijn aangebracht. Deze manier van bouwen is het meest gebruikt voor privéwoningen. Het binnenblad dat meestal uit snelbouwstenen, cellenbeton of kalkzandsteen is gemetst is de dragende muur. Daarop steunt heel de constructie van het huis.Het buitenblad is meestal een gevelsteen die voor de muur wordt gemetst. Tegen het binnenblad komt een laag isolatie en meestal zit er nog een luchtspouw van enkele centimeters tussen de isolatielaag
1=buitenblad 2=luchtspouw 3=isolatiemateriaal 4=binnenblad 5=verdiepingsvloer 6=begane grondvloer 7=funderingsbalk
Industriële Wetenschappen
2012-2013
6IWc
Volbouw
4
en het gevelmetselwerk.
1.2.1. Spouwhaken Het binnen- en buitenblad zijn mechanisch aan elkaar verankerd met behulp van spouwhaken (minstens 5 per vierkante meter). Deze dienen vooral om de stabiliteit van het gevelmetselwerk te garanderen. Omdat de spouwhaken aflopend van het binnen- naar het buitenspouwblad bevestigd worden, kan er geen water overslaan van buiten naar binnen. Men zorgt ook dat de spouwankers van een isolatiemateriaal gemaakt zijn zodanig dat er geen koudebruggen kunnen onstaan. 1.2.2. Buitenblad Het buitenblad is uiteraard bepalend voor het uitzicht van je woning. Maar het dient ook als buffer tegen externe invloeden, en dan vooral tegen regen. Bij een aanhoudende regenbui zal het regenwater na een tijdje doorslaan naar de luchtspouw en vloeit het aan de achterkant van het gevelmetselwerk naar beneden tot op de waterkerende laag onderaan de spouw. De open stootvoegen (minstens drie per meter) die voorzien zijn in het metselwerk dienen om dit regenwater af te voeren. Het is ook belangerijk dat je bij het bouwen van het buitenblad dat er niet te veel mortelresten in de spouw belanden. Want overtollige mortel en steenresten kunnen namelijk vochtproblemen en koudebruggen veroorzaken. 1.2.3 Binnenblad Het binnenblad vormt de eigenlijke draagstructuur van je woning. Maar verder heeft het binnenspouwblad ook een grote invloed op de thermische en geluidtegenhoudende prestaties. Door te werken met isolerende binnenmuurstenen kan je het isolatiepeil van je woning positief beinvloeden. Als je niet veel binnenkomen geluid wilt hebben dan is een massievere binnenmuursteen aangewezen (bijvoorbeeld kalkzandsteen). Zeker in rijwoningen of halfopen woningen is het de moeite om hier op voorhand bij stil te staan. De binnenzijde van het binnenspouwblad krijgt in de meeste gevallen een afwerkingslaag van gipspleister, wat zeer belangrijk is voor een luchtdichte afwerking. 1.2.4 Open stootvoeg Dit is een verticale open plaats in de muur die meestal zo dicht mogelijk bij de grond zit. Het laat toe om te ventileren en water van het vochtfolie die voor de isolatie zit te laten ontsnappen. Vaak wordt er in een stootvoeg een stootvoegroster gestoken zodanig dat de wespen en bijen geen nest kunnnen bouwen in de spouw van het huis.
Industriële Wetenschappen
2012-2013
6IWc
Volbouw
5
2. Luchtdichtheid Een passiefhuis moet zo goed mogelijk luchtdicht zijn zodat de ventilatie optimaal kan werken. De zwakke plekken bij het bouwen zijn vooral: Daken of vloeren, het buitenschrijnwerk, aansluitingen van buiten met binnenwanden, deuren,... 2.1. Blowerdoortest Een blowerdoorstest is voor het meten hoeveel lucht er onstnapt tussen de gaten en kieren in een huis. Hierbij wordt het gebouw blootgesteld aan een over en/of onderdruk van 50 Pa. Dit doet men om ongecontroleerde ventilatie te vermijden. Want ongecontroleerde ventilatie is warmteverlies.
Dit wordt gedefinieert in de n50 waarde. Deze waarde wordt uitgedrukt door ACH of luchtwisselingen per uur. De richtwaarden voor huizen zijn:
n50 tussen 1 en 2 ACH voor een laag energie gebouw n50 kleiner of gelijk aan 1 ACH voor een laag energie gebouw met een balansventilatie en warmterecuperatie. n50 kleiner of gelijk aan 0,6 ACH voor een passief gebouw.
3. Damprem en dampopen Een damprem zorgt ervoor dat er in de winter geen warme binnenlucht je constructie binnendringt en daar mogelijk afkoelt en condenseert. Daarom moet de constructie aan de warme zijde luchtdicht zijn en dampremmend. Damprem is ook goed voor in de zomer. Hierdoor kan de damp uitdrogen naar binnen. Aan de buitenkant moet een dampopen folie zitten zodat het vocht naar buiten kan. Dit moet omdat de constructie nooit droog is. Het vocht dat aanwezig in de constructie van het beton en mortel of van vochtig constructie hout moet ook kunnen ontsnappen. Zodanig dat er geen condensatie optreedt in het gebouw
Industriële Wetenschappen
2012-2013
6IWc
Volbouw
6
. 4. Diffusieweerstandsgetal µ Het diffusieweerstandsgetal is het getal dat aangeeft met welke factor de weerstand van het isolatiemateriaal groter is dan dat van de lucht. Als de waterdampdruk tussen binnen en buiten verschilt, gaat de waterdamp door dampdiffusie van de hoge concentratie naar de lagere concentratie stromen zodat de hoeveelheid waterdamp in evenwicht wordt gebracht. Het diffusieweerstandsgetal geeft dus de mate weer waarin het materiaal weerstand biedt tegen dit proces . De diffusie dikte wordt voorgesteld door het getal en is de materiaal dikte maat het diffusieweerstandsgetal. Dit getal wordt uitgedrukt in meter.
http://www.vibe.be/downloads/1.Technische_documentatie/Technische%20fiches/Energiezuinig%2 0bouwen/Passiefhuizen_in_massiefbouw.pdf
Industriële Wetenschappen
2012-2013
6IWc
Industriële Wetenschappen
Volbouw
7
2012-2013