54e jaargang nummer 5, December 2011
6 Een plek van veiligheid en hoop 9 Getuigenis van een voormalige rooms-katholieke vrouw 12 “Want ik schaam mij het Evangelie van Christus niet” www.irs.nu 250062_IRSmag-2011nr05.indd 1
30-11-11 14:27
Uit de schat der eeuwen Colofon Bestuursleden Ds. C. van de Worp, voorzitter H. de Vries, secretaris J.P. Hollebrandse, penningmeester G.V. den Hartog T.J. van Iperen J.D. Liefting Raad van Advies C. Groeneveld Drs. I.A. Kole Ir. F.C. Moree A. de Visser Redactie J. ten Klooster H. de Vries Ds. C. van de Worp K. Lievense M.E. Boomgaard, eindredactie Administratie Stichting In de Rechte Straat J. ten Klooster, officemanager Prins Hendrikweg 4 6721 AD Bennekom Tel. 0318 431298 Fax 0318 431395 Postbank 901.000 Rabobank 3870.05.749 E-mail:
[email protected] Internet: www.irs.nu Kerntaak IRS Rooms-katholieken bekendmaken met het evangelie zoals dat ten tijde van de Reformatie is (her)ontdekt. Abonnementsgeld per jaar Nederland: 5,75 Studenten: 3,Europa: 7,50 Overige landen: 11,- (per luchtpost) Dit magazine is ook verkrijgbaar in grootletterdruk en via de brailleleesregel/spraakbox. Nadere informatie hierover is te krijgen bij de CBB, tel. 0341 565499. Legateren Bij notariële akte vast te leggen: Ik legateer aan Stichting In de Rechte Straat te Bennekom, vrij van rechten en kosten, een bedrag... Copyright Overname van artikelen wordt met bronvermelding op prijs gesteld. Foto voorkant: Een bestuurslid van IRS in gesprek met een voorbijganger, tijdens een evangelisatieactie in Den Bosch.
2
De geboorte van onze Heere Jezus Christus G
eliefden, onze Heiland is geboren en daarom willen wij vrolijk zijn. Het zou vandaag verkeerd zijn toe te geven aan treurigheid, nu het leven geboren is. Dit neemt voor ons de vrees voor de dood weg en vervult ons met vreugde over het eeuwige leven dat ons beloofd is. Niemand wordt van het deelnemen aan deze vreugde uitgesloten. Een gemeenschappelijke grond om blij te zijn, is dat onze Heere, de Overwinnaar over zonde en dood, toen Hij niemand vond die vrij was van schuld, Zelf gekomen is om ons te verlossen. Laat de heilige vreugde bedrijven, omdat de palmtak der overwinning voor hem dichterbij is gekomen; laat de zondaar zich verheugen, omdat hij uitgenodigd wordt zich te laten verzoenen; laat de heiden moed vatten, omdat hij tot het ware leven geroepen wordt. In de volheid des tijds immers, die God in Zijn diepe, onnaspeurlijke raadsbesluit vastgesteld had, nam de Zoon van God de menselijke natuur aan om de mensen met hun Schepper te verzoenen en ook moest de bewerker van de dood, de duivel, juist door deze natuur, waarover hij de overwinning behaald had, zelf weer overwonnen worden. In deze strijd die voor ons
werd gevoerd, werd gestreden op basis van een grote en bewonderenswaardige gelijkheid. De almachtige Heere ging de wrede vijand immers niet tegemoet in Zijn majesteit, maar in Zijn nederigheid en kwam tot hem in dezelfde gestalte en dezelfde natuur die deel heeft aan de sterfelijkheid, hoewel Hij geen zonde gekend heeft. Van deze geboorte geldt namelijk niet wat van ieder in het algemeen gezegd is: “Niemand is rein van smetten, zelfs het kind niet, van wie het aardse leven nog slechts één dag lang is.” Bij deze unieke geboorte was geen vleselijke lust in het spel, hier is niets van de wet der zonde binnengedrongen. De koninklijke jonkvrouw uit het geslacht van David werd uitverkoren: zij zou een heilige vrucht in haar schoot dragen. Zij mocht het goddelijk-menselijke Kind allereerst in de geest en dan in het vlees opnemen. En opdat zij niet onkundig zou zijn van het goddelijk raadsbesluit en niet zou verschrikken van de wonderen die aan haar geschieden moesten, vernam zij uit de mond van een engel wat de Heilige Geest in haar werken ging. Leo de Grote (overleden 461)
Wie was Leo de Grote? Leo, bijgenaamd De Grote, wordt in het Italiaanse Toscane geboren. Zijn geboortejaar is onbekend. In 420 komt hij naar Rome, waar hij in 440 tot bisschop gewijd wordt. Het is een tijd waarin kerk en staat in een grote crisis verkeren. Hij oefent het ambt met vaste hand uit en verdedigt het primaat van Rome in de kerk. Leo wordt daarom de eerste paus genoemd. Hij bestrijdt dwaalleringen, zoals het pelagianisme, en komt op voor de rechtzinnige leer. Van hem is op het vierde concilie van Chalcedon de formulering overgenomen: de naturen van Christus zijn “onvermengd en onveranderd” (tegen Eutyches), en “ongedeeld en ongescheiden” (tegen Nestorius). Er zijn vele brieven en preken van hem bewaard gebleven. Hij overlijdt in 461.
In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 2
30-11-11 14:27
In ’t Veld
Even voorstellen... Door Harm Visscher
Sinds ruim een jaar heeft de christelijke gemeente De Wegwijzer in Almere contact met een groep Spaanstaligen, af komstig uit Latijns-Amerika. Deze latino’s, van wie de meesten een rooms- katholieke achtergrond hebben, bezoeken op zondag de Nederlandstalige diensten van de gemeente De Wegwijzer.
O
m de twee weken, op woensdagavond, hebben zij een eigen Spaanstalige Bijbelstudiekring, waarin ze zoeken naar dieper inzicht in de Bijbelse waarheden en versteviging van hun geloof, en spreken over de (on)mogelijkheden van hun leven als Spaanstalige christen binnen de Nederlandse samenleving. Vanwege de grote variatie in de groep wat betreft leeftijd, sociale status, burgerlijke staat etc. zijn er naast de gemeenschappelijke vragen veel specifieke individuele pastorale zaken, die een individuele begeleiding en pastorale zorg vereisen. Uit gehouden onderzoek blijkt dat er in de stad Almere meer dan duizend Spaanstaligen wonen. De gemeente De Wegwijzer ziet het werk onder deze groep als een uitdaging en is een project gestart om hen met het Evangelie te bereiken en te laten integreren in een Nederlandstalige christelijke gemeenschap. In 2010 is er een plan ontwikkeld voor de
In 2010 is er een plan ontwikkeld voor de begeleiding en het uitbouwen van de bestaande groep. Begin dit jaar is men gaan zoeken naar een Spaanstalige evangelist/ toeruster die bovengenoemde aspecten uit zou kunnen werken. Per 1 september ben ik, Harm Visscher, woonachtig in Woerden, voor deze functie aangenomen voor zestien uur per week. Samen met mijn vrouw Josien hopen wij onze ervaring met het werken met latino’s te gebruiken om deze groep te begeleiden. Als gezin hebben wij ruim acht jaar in Lima, de hoofdstad van Peru, gewoond en gewerkt als zendingswerkers van de Gereformeerde Zendingsbond (GZB). Aandachtspunten voor het werk voor het eerste jaar zullen onder andere zijn: • vergroting van Bijbelkennis door gericht Bijbellezen en door Bijbelstudie; • opzetten van een kleine Spaanstalige bibliotheek met boeken van gereformeer-
IRS ondersteunt De Wegwijzer met € 5.000 per jaar, zodat deze gemeente het evangelisatiewerk onder de Spaanstalige gemeenschap in Almere kan voortzetten.
de signatuur; • beginnen met een diaconale activiteit, onder andere het bezoeken van Spaanstalige gevangenen; • samenstellen van een Spaanstalige zangbundel; • versterken van de band binnen de bestaande groep door het ondernemen van gezamenlijke activiteiten. Voor mensen met een rooms-katholieke achtergrond is het persoonlijk Bijbellezen ongewoon en zijn de geschiedenissen van de heilshistorie niet zo bekend. Door samen de Bijbel te lezen, krijgt men meer kennis en zicht op de lijn van het Oude naar het Nieuwe Testament en de trouw van God door alles heen. Vanuit charismatische hoek (Amerika) verschijnt er veel materiaal in het Spaans over Bijbelse thema’s. Veelal spoort dit niet met het Bijbelse denken vanuit de gereformeerde traditie. Met behulp van de genoemde bibliotheek kunnen de groepsleden kennisnemen van Bijbelse principes vanuit onder andere de belijdenisgeschriften. De diaconale taak is bedoeld om de groep te leren over de eigen omstandigheden heen te zien en naar anderen om te kijken, om zo iets van het christen-zijn uit te stralen. Bovendien versterkt een gezamenlijk doel de verbondenheid met elkaar. Ook samen zingen en muziek maken versterken de onderlinge band. Daarvoor is een bundel nodig met liederen die de hele groep kent. Lees op pagina 9 de getuigenis van Ilona Da Costa Gomez, een lid van de gemeente De Wegwijzer. Harm Visscher tijdens een bijeenkomst in De Wegwijzer.
In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 3
3
30-11-11 14:27
nader bezien
Door drs. N.C. van Velzen
Wijwater en exorcisme
Bij de ingang van een roomse kerk is aan de muur of tegen een pilaar een wijwaterbakje aangebracht. Praktiserende rooms-katholieken dopen hun vingertoppen in het water en slaan een kruis voordat zij verder lopen.
D
it ritueel is een teken van eerbied bij het betreden van een kerkgebouw. Wie zo binnentreedt, doet dat biddend en met eerbied. De praktiserende rooms-katholiek beseft dat hij in een gebouw komt dat aan de dienst van God is gewijd. Boven de deur van de kerk staat dan ook vaak in het Latijn: “Porta coeli”,
4
dat is “poort van de hemel”, een herinnering aan Genesis 28:17, waar Jakob zegt: “Dit is niets anders dan het huis van God en de poort van de hemel.”
Wijding Wijwater is water dat door een priester is gezegend en dat gebruikt wordt bij aller-
lei liturgische en vrome handelingen. De gelovigen worden door het wijwater herinnerd aan hun doop én aan de wijding van het kerkgebouw. Door het doopwater zouden zij zijn gereinigd van hun zonden en zou hun lichaam een tempel van God zijn geworden (1 Kor. 6), zoals het gebouw door de zegening met wijwater geworden zou zijn tot een huis van God. De kerkgangers zullen zich overigens niet altijd bewust zijn van deze diepzinnige symboliek. Wij, protestanten, gebruiken geen wijwa-
In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 4
30-11-11 14:27
Nader bezien
ter en vinden dit maar een vreemd gebruik. Bij alle terechte kritiek die we hebben, past ons echter bescheidenheid. Treden wij altijd met een biddend hart de kerk binnen? En hoe vaak ontbreekt bij ons niet de eerbied in Gods huis?
Oorsprong Het gebruik van de wijding van het water kwam in de oosterse kerk al op in de derde eeuw, in de kerk van het Westen duurde dat tot de zesde eeuw. Allerlei factoren droegen er geleidelijk toe bij om met name het doopwater te zegenen of te wijden voordat men doopte. Men zal gedacht hebben aan Bijbelse gegevens over de zuivering door “rein water”, zoals in Ez. 36:25 beschreven wordt, en verder is er op vele plaatsen in de Bijbel sprake van “levend” of stromend water. Dit water was het beeld van het leven en van de goede gaven van God (zie Gen. 26:19; Lev. 14:5; Jer. 2:13; Ez. 47:1-12; Zach. 14:8; Joh. 4:10 en Openb. 22:1). Toen het dopen in stromend water in de openlucht niet altijd mogelijk was, ging men gebruikmaken van een doopvont. Dat zal er ook toe bijgedragen hebben dat men het doopwater eerst ging wijden. Deze wijding van stilstaand water moet als het ware het “levende” water vervangen. Het doopvont werd bij voorkeur uitgehouwen uit steen, als herinnering aan het levende water dat tijdens de reis van de Israëlieten naar het Beloofde Land in de woestijn uit de rotssteen vloeide. Op de achtergrond zal ook meegespeeld hebben dat men in Griekse en in Romeinse tempels eveneens het gebruik kende van gewijd water. Dit gebruik is geleidelijk gekerstend.
Exorcisme Bij de doop werd in de oudheid al gewe-
zen op de oorspronkelijke toestand van het water waarboven de geest van God zweefde (Gen. 1). In het doopgebed smeekte men om de komst van de Heilige Geest, opdat het water in zijn oorspronkelijke vruchtbare toestand hersteld zou worden. Dat betekende ook dat de boze geesten eruit verjaagd werden. In de westerse kerk ging men ertoe over zout aan het water toe te voegen, als teken van reiniging. Merkwaardigerwijs deed men dat in de oosterse kerk niet. De oorsprong schijnt niet de Bijbelse symboliek van het zout te zijn, maar houdt waarschijnlijk verband met heidense, Romeinse gebruiken, waarbij deze handeling uiteraard door de kerk gekerstend is. De huidige doopritus in de Rooms-Katholieke Kerk kent nog steeds het aspect van het exorcisme of de duiveluitdrijving. In veel volksverhalen van de middeleeuwen tot heden wordt wijwater gebruikt om demonen te verdrijven. Het is begrijpelijk dat de gewone man aan wijwater een magische kracht toeschreef. Ook nu nog hecht men geloof aan de wonderbare kracht van wijwater, getuige een vrij recent knipsel uithet bisdom Den Bosch dat een lezer ons toezond. “Telkens als de priester het wijwater wijdt, handelt hij als vertegenwoordiger van de Kerk. Haar gebeden neemt de Verlosser altijd met welbehagen aan. Wie zichzelf of anderen, en voorwerpen besprenkelt, mag zeker zijn dat telkens het gebed van de Kerk ten hemel stijgt. Het wijwater ontreddert de macht van boze geesten en vervult de duivel met ontzaglijke schrik.”
Beoordeling De reformatoren hebben het gebruik van wijwater afgeschaft, als zijnde in strijd met de Heilige Schrift. Men vreesde bo-
vendien het bijgelovige en magische gebruik ervan. Mgr. J.M. Gijsen, de voormalige bisschop van Roermond, verdedigt in zijn boek “Zekerheid en vrede” (Roermond, 1978, blz. 386) het zegenen van gebouwen en andere zaken, zoals altaren, oliën en water. Hij schrijft: “Deze worden daardoor aan “gewoon” gebruik onttrokken en “gevuld” met Gods kracht om de genade die Hij wil geven –vooral in de sacramenten, die zich in het kerkgebouw, op het altaar en mede door middel van olie en water voltrekken–, door te geven. Daarom verdienen zij alle eerbied, omdat zij zo nauw met Christus en de heilige Geest zijn verbonden. (…) Maar ook allerlei andere voorwerpen zegent de Kerk, zowel om de gelovigen zichtbare tekenen van Gods heilswerken mee te geven –kaarsen, beelden, rozenkransen, medailles– alsook om hun eigen dagelijks leven te doordringen van de zekerheid en de vrede van God. In dit laatste verband zijn de zegeningen van onder andere een huis, een auto en van brood en bloemen te plaatsen.” Zijn conclusie is: “Aldus wil de Kerk de incarnatie, het vlees worden van het heil, dat in Christus verschenen is, tot in alle details van het aardse –van mensen en dingen– doen doordringen en de gelovige oproepen altijd weer hun Verlosser te zoeken en in herinnering te houden om zich van Zijn intense liefde bewust te blijven.” Met deze oproep aan de gelovigen kunnen we als reformatorische christenen instemmen, maar we hebben daarbij niet de bemiddeling van de priester nodig en ook geen wijwater.
In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 5
5
30-11-11 14:27
Interview Door Karolien Lievense
Een plek van veiligheid en hoop Onlangs las Wilma Samyn een briefje met de tekst “Ik vind de kinderclub cool.” Haar dochter kreeg het in haar handen gedrukt door een van de kinderen uit de gemeente. Na elf jaar stopt Samyn tijdelijk met het kinderwerk van de gemeente De Stem van de Goede Herder in Tongeren (België).
T
ijdens de jaarlijkse evangelisatieweek in de zomer treedt de gemeente De Stem van de Goede Herder op een bijzondere manier naar buiten. Kinderwerkers, onder wie een aantal vrijwilligers uit Nederland, trekken de wijk Paspoel in om kinderen uit te nodigen voor een dagelijks programma met zingen, een Bijbelverhaal en knutselen.
Met het kinderwerk begon de gemeente in 1999. Het werd opgezet door Bram Dingemanse, iemand van buiten de gemeente. Sindsdien organiseert de gemeente elke zomer een kinderprogram-
ma. De jaren daarna nam Wilma Samyn de coördinatie over van Dingemanse. Ze werd daarin geholpen door haar man, Marc.
Probleemgezinnen Na elf jaar vindt Wilma Samyn het tijd om een sabbatical te houden. Vrijwilligers uit Nederland zullen volgend jaar een groot deel van haar taak overnemen. Inmiddels rekenen de kinderen uit de omgeving van de gemeente al op de evange-
Ander geloof De algehele leiding van het kinderwerk berust bij Wilma Samyn, lid van de gemeente. Ze heeft zich laten inspireren door de Amerikaanse evangelist Bill Wilson. Dat betekent: een vast programma met veel structuur. Kinderen mogen op gezette tijden lawaai maken, maar moeten ook op bepaalde momenten stil zijn. En daar houden ze zich aan. “Medewerkers zeggen vaak dat het opvalt dat het tijdens het vertellen van het Bijbelverhaal stil is, al is het verder soms rumoerig”, zegt Samyn. Ze ziet dat kinderen “hunkeren naar kennis van God en geborgenheid bij Hem.” Soms krijgt ze een reactie van een kind. “Mag ik ook naar dat feest?” Pas vroeg een moslimjongen: “Mag ik ook naar de hemel?” Blijkbaar hebben ze geproefd dat de hemel iets moois is. Ze willen erbij horen. Een meisje zei dat ze katholiek gedoopt was. Ze vroeg of ze dan wel naar dat feest mocht. Niet-protestantse kinderen voelen aan dat wij het over een ander geloof hebben.”
6
Evangelisatieweek 2011. De kinderen zijn één en al aandacht.
In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 6
30-11-11 14:27
Interview lisatieweek, merkt Samyn. Afgelopen zomer bezocht een recordaantal van maar liefst zestig kinderen de programma’s. Velen van hen komen uit probleemgezinnen. “Er is een meisje van zeven jaar dat elke keer weer naar de kinderclub komt. Haar oudere broers waren er eerder ook altijd. Ze zegt vaak tegen ons dat ze thuis zo bang is. Als ze hier is, bidden we vaak in kleine groepjes. Ze bidt dan vol overtuiging mee.” Samyn vraagt zich af in hoeverre ze zich mag bemoeien met het gezin waar de kinderen vandaan komen. “ Een schrijnende thuissituatie verander je niet. Ik hoop dat de kinderclub een plekje voor hen is van veiligheid en hoop. Verder moet ik het loslaten.” Soms is ze bang dat het geloof bij de kinderen thuis niet wordt gevoed. Erger nog, dat een kind daar juist wordt belemmerd om te geloven. “Als je ouders niet bereikt, is er weinig kiemkracht”, zegt ze. “Na een evangelisatieweek kwam een jongetje lange tijd elke zondag in z’n eentje naar onze diensten. Hij was een van de grootste enthousiastelingen. Altijd zat hij voor in de kerk. Op een gegeven moment bleef hij weg. Judith (een medegemeentelid, red.) bezocht zijn ouders. Zijn moeder is een Jehova’s getuige. Ze zei dat hij van hen gerust naar de club mag gaan, maar dat hij blijkbaar niet meer wil komen. Of dit ook zo is, weten we niet. Onlangs kwam Judith hem tegen op de fiets. Hij zei niets, maar reed hard weg. Ik weet niet hoe het nu met hem gaat. In ieder geval heeft hij veel geleerd over de Bijbel. Het begrip vergeving had hij heel goed door. En hij bad zelf. Waarom hij nu niet meer komt, weten we niet. Hij is een jaar of tien, en op die leeftijd veranderen de meeste jongens heel sterk.”
Onkunde Niet alleen kinderen van niet-christelijke ouders krijgen thuis weinig mee van het geloof, merkt Samyn. “Kinderen uit christelijke gezinnen hebben soms zo weinig
Kinderen uit de omgeving van de kerk De Stem van De Goede Herder zien elk jaar weer uit naar de evangelisatieweek.
notie van het geloof. Dan denk ik: Praten hun ouders hier niet over? In België is de situatie anders dan in Nederland. Kinderen zitten meestal niet op een christelijke school en ze groeien op in een niet-christelijke omgeving. Daarom is het des te belangrijker dat ouders het geloof aan hun kinderen overdragen.” Als Samyn het hier met ouders over heeft, proeft ze veel onkunde. “Sommige ouders weten niet hoe ze dat moeten doen.”
Bemoediging Dit soort situaties is niet bemoedigend. Maar er is ook een andere kant. Soms krijgt Samyn reacties op haar werk die haar verblijden. Onlangs kreeg haar dochter Jedidja een briefje van een jongetje van de kinderclub in haar handen gedrukt. “Daar stond op: “Ik vind de kinderclub cool.” En dat terwijl dit jongetje niet een van de gemakkelijksten is en niet altijd even goed meedoet. Ik dacht dat hij naar de club kwam omdat het moest van zijn ouders, maar blijkbaar wil hij het zelf ook.” Dat zijn mooie ervaringen. Ze noemt er nog een. “Meestal komen er ongeveer vijftien tot twintig kinderen naar de maandelijkse kinderclub op zaterdag. Een keer waren er maar drie kleuters. Ik vond het heel vervelend, ook omdat er hier-
voor speciaal een vrijwilliger uit Nederland was gekomen. Maar de ervaring leert dat God het heel anders kan leiden. Het was een heel bijzondere middag, waarop we de kleuters hebben geleerd hoe ze moeten bidden.” Daarnaast kunnen de vruchten van het kinderwerk soms pas jaren later openbaar komen, weet Samyn. “Ik hoop dat de kinderen de boodschap die ze hier hebben gehoord, onthouden. Dat sommigen, jaren later misschien, weer op zoek gaan naar het geloof. Ik ontmoette onlangs een vrouw die aan drugs verslaafd was geweest en het heel moeilijk kreeg in haar leven. In haar kinderjaren had ze ooit bij Dabar (Evangelisatiewerk van de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond op campings, red.) iets gehoord over het christelijk geloof. Ze zei dat ze na 25 jaar weer op zoek was gegaan naar christenen. Ergens had ze het idee dat ze bij hen moest zijn. Dat geeft moed.” De gemeente De Stem van de Goede Herder zoekt vrijwilligers die eens per maand op zaterdagmiddag willen helpen met de kinderclub. Ook zoekt zij kinderwerkers voor de evangelisatieweek van 21 tot 28 juli. Lees hierover meer op de achterzijde van dit nummer. In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 7
7
30-11-11 14:27
Vragenrubriek Door ds. C. van de Worp
Maria altijd maagd? Vraag De Rooms-Katholieke Kerk leert dat Maria altijd maagd gebleven is. Hoe kan dat? Want we lezen in de Bijbel toch dat de Heere Jezus broers had? Is het belangrijk om te geloven dat Maria altijd maagd is gebleven, of niet?
Antwoord We weten uit de Bijbel dat Maria na de geboorte van Jezus, haar eerstgeborene (!), nog meer kinderen heeft gekregen. Er is immers sprake van Jakobus, Joses, Simon en Judas als broers van Jezus, terwijl Markus 6 ook nog over Zijn zusters spreekt. In Johannes 7 lezen we dat zelfs Zijn broeders niet in Hem geloofden. Nu leggen verklaarders het woord “broeders” ook wel uit als bloedverwanten. Volgens de rooms-katholieke leer is het zo dat dit ook neven geweest kunnen zijn. De RKK probeert zo toch vast te houden aan het altijd blijvende maagdschap van Maria en dat ook vanuit de Bijbel te onderbouwen. Naast deze officiële leer van de RKK kom je in de loop van de tijd allerlei legendes rondom Jozef en Maria tegen. Zij die verdedigen dat Maria altijd maagd is gebleven, hebben ook de drie grote reformatoren, Luther, Calvijn en Zwingli, aan hun zijde. Alle drie leerden ze de altijd durende maagdelijkheid van Maria als Bijbelse leer. Toch zijn hun uitspraken met betrekking tot het altijd maagd blijven van Maria niet zo sterk. De opvatting dat Maria altijd maagd is gebleven, zou ook nog te
8
maken kunnen hebben met een bepaalde visie op huwelijk en seksualiteit, waarbij onthouding beschouwd werd als een hogere trap van menselijkheid. De tweede vraag die in dit verband gesteld wordt, is: is het belangrijk om te geloven dat Maria altijd maagd is gebleven, of niet? Luisterend naar wat de Bijbel rondom de persoon van Maria zegt, weten we van haar een heel aantal dingen. Het meeste echter wel uit de evangeliën. Wie echter de Schriftgegevens op een rij zet, vindt verschillende teksten die sterk in de richting wijzen dat Maria na haar eerste kindje Jezus nog andere kinderen heeft gekregen (zie ook boven). Bovendien is het toch zo dat niet alleen rondom Maria, maar ook rondom andere Bijbelse personen de Bijbel ons wel gegevens aanreikt, maar dat lang niet alles ons bekend is. Dan moet je de Bijbel ook niet meer willen laten zeggen dan hij zegt. En daarbij komt natuurlijk nog de legendevorming rondom de figuur van Maria. Maar ook die verhalen moeten we op hun
waarde schatten en niet tot een Bijbelse leer of dergelijke verheffen. We moeten ons juist wat betreft de Bijbelse boodschap eens te meer concentreren op de kern van het Evangelie, en dan is niet Maria de centrale figuur. Dat gaf ze zelf ook aan toen ze zei: Zie de dienstmaagd des Heeren, mij geschiedde naar Uw Woord. Het gaat tenslotte toch om Gods Zoon, Die door Maria ter wereld is gebracht, de Heere Jezus Christus. En Hij vraagt van ons dat wij in Hem geloven met heel ons hart. Maria mocht dienstbaar zijn in Gods heilsplan, maar ook niet meer dan dat. Wij mogen wat over haar in de Bijbel geschreven staat onderzoeken en voor waarheid aanvaarden. De vraag die naar ons allen toekomt, is uiteindelijk deze: Hebben wij de Heere Jezus Christus leren kennen als Borg en Zaligmaker? Is Hij onze Heiland en Redder al geworden? Wie daar ja op mag zeggen door Gods genade is rijk en gelukkig.
In de loop van de tijd zijn er allerlei legendes ontstaan over Maria.
In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 8
30-11-11 14:27
Interview Door Karolien Lievense
Getuigenis van een voormalige rooms-katholieke vrouw Haar rozenkrans ligt in de prullenbak, evenals het beeldje van Jezus aan het kruis dat in haar woning hing. Drie jaar geleden las de voormalige rooms-katholieke Ilona Da Costa Gomez voor het eerst in haar leven de Bijbel. Ze kwam tot bekering. “Van huis uit kreeg ik min of meer mee dat er in de Bijbel verboden dingen staan.”
Ilona Da Costa Gomez: “Ik ben opgegroeid met de gedachte dat ik als rooms-katholiek ben geboren en als roomskatholiek zal sterven.”
J
arenlang bezocht de Antilliaanse Ilona Da Costa Gomez (59) de rooms-katholieke kerk. Al hoorde ze er van jongs af aan niet helemaal bij. “Ik ben een buitenechtelijk kind, en dan mag je in de RoomsKatholieke Kerk niet gedoopt worden.” Dat verklaart achteraf waarom haar moeder als strenge rooms-katholiek nooit naar de kerk ging. Wel spoorde ze haar dochter aan om trouw de diensten te bezoeken. Dat deed Da Costa Gomez. “Maar ik had geen persoonlijke relatie met God”, zegt ze. Drie jaar geleden veranderde dit. Haar verlangen naar God werd steeds sterker. Omdat ze wist dat Hij Zich niet kon verenigen met zonden
in haar leven, zette ze een punt achter haar relatie met een getrouwde man. Bij de Rooms-Katholieke Kerk voelde ze zich niet thuis. “Ik voelde dat ik bij God wilde zijn. In de kerk hoorde ik elke keer hetzelfde. Het veranderde me niet. Ik had er niets aan.” Via een vriendin kwam ze terecht in de protestantse gemeente De Wegwijzer in Almere. Dat was voor Da Costa Gomez een enorme stap. “Ik ben opgegroeid met de gedachte dat ik als rooms-katholiek ben geboren en als rooms-katholiek zal sterven.” De diensten van De Wegwijzer spraken haar meteen aan. Wel miste ze aanvanke-
lijk het een en ander, zoals de communie en de eucharistie. De wijze waarop het heilig avondmaal in De Wegwijzer wordt gevierd, vindt Da Costa Gomez nu heel bijzonder. “Net het laatste avondmaal van Jezus. Het is zo mooi hoe de voorganger het doet, dat hij zegt: Dit is Mijn lichaam. Dit is Mijn bloed.” Aan het begin nam Da Costa Gomez nog een rozenkrans mee naar de kerk, maar die belandde al gauw in de prullenbak. Op een geloofscursus leerde ze nieuwe dingen over het leven met de Heere. Zo hoorde ze dat het goed is om God elke dag je zonden te belijden. “Ik zei: Heere, ik breng alles bij U. Dat was zo’n enorme opluchting. Ik heb toen Gods aanwezigheid voor het eerst ervaren.” Op de Bijbelstudiegroep van de Wegwijzer leerde Da Gomez van “tante An” hoe ze de Bijbel moet lezen. “Als mijn moeder mij vroeger in de Bijbel had zien lezen, had ze die uit mijn handen gegrist. Van huis uit kreeg ik min of meer mee dat er in de Bijbel verboden dingen staan. Ik dank God elke dag Hij tante An op mijn pad heeft gebracht. Ze leerde mij dat je aandachtig de Bijbel moet lezen. En ze zei dat ik God om wijsheid mag vragen als ik iets niet begrijp. Dan laat Hij zien wat er staat. Als ik tien keer hetzelfde Bijbelgedeelte lees, kom ik tien keer nieuwe dingen tegen.” In haar huis hing eerst een crucifix, maar dat zat haar op een gegeven moment niet lekker. Ze haalde het beeldje van het kruis en gooide het weg. “Ik vroeg me af of dat niet een beetje oneerbiedig was. Totdat ik bedacht dat Jezus nu niet meer aan het kruis hangt.” Nu leeft ze in dankbaarheid en blijdschap met God. “Hij is elke dag bij me. Dat is zo bijzonder. Ik ben zo blij dat ik Hem ken.” In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 9
9
30-11-11 14:27
Achtergrond
Door Pedro Snoeijer
Standbeeld van de Poolse dichter Adam Mickiewicz (1798-1855) in Krakau.
Het Poolse Messianisme “Voor een Slavische paus staat de troon open.” Deze woorden van de Poolse dichter Juliusz Slowacki uit 1848 werden plotseling heel actueel toen Johannes Paulus II in 1978 tot paus werd verkozen. De Polen zagen in deze verkiezing een bevestiging van de weg die God volgens hen met het Poolse volk gaat. Namelijk een weg waarin Polen Europa zal redden, onder andere door deze paus. Om dit te begrijpen, moeten we terug naar het Polen van de 19e eeuw.
T
ijdens de afgelopen drie eeuwen heeft het Poolse volk veel moeten lijden. Dit werd en wordt door veel Polen
geïnterpreteerd als teken dat het Poolse volk door God uitverkoren is om te lijden tot heil van de volken.
Al in de 17e eeuw ontstond de idee dat het lijden van het Poolse volk een diepere betekenis heeft. Het Poolse volk identificeerde zich steeds meer met de lijdende Christus. Dit gebeurde vooral onder invloed van de invloedrijke jezuïtische priester en prediker Piotr Skarga (15361612). Hij predikte dat Polen de “kleine rest” was die trouw gebleven was aan God. Daaruit ontwikkelde zich de idee dat Polen het uitverkoren volk van God was. Aan het einde van de 18e eeuw namen Oostenrijk, Rusland en Pruisen herhaal-
10 In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 10
30-11-11 14:27
Achtergrond delijk delen van Polen af, totdat deze landen in 1795 ten slotte het Poolse grondgebied onder elkaar verdeelden, waardoor Polen als land 123 jaar lang compleet van de kaart verdween. Het voortbestaan van het Poolse volk en de Poolse cultuur werd ernstig bedreigd, de Polen moesten zich bezinnen op hun identiteit en op wat vaderlandsliefde betekent. Daarnaast zochten ze ook naar de zin van dit enorme lijden van hun volk. De Polen waren overwegend rooms-katholiek, wat hen onderscheidde van de orthodoxe Russen en de lutherse Pruisen. De rooms-katholieke identiteit werd daardoor belangrijk. Daarnaast werd vooral Rusland als een barbaars en heidens land gezien, dat niet tot Europa maar tot Azië behoorde. Polen was het laatste bastion van het christelijke Europa tegenover het heidense Rusland. Alleen Polen kon, door zich op te offeren, Europa beschermen tegen de heidenen. In deze tijd schreef Adam Mickiewicz – een van de belangrijkste Poolse schrijvers– dat God het Poolse volk uitverkoren heeft tot een speciale opdracht, namelijk om de “Christus der volkeren” te zijn. Polen wordt vergeleken met Christus. Zoals Christus verraden werd, zo werd Polen verraden door de West-Europese landen die Polen in de steek lieten; zoals Christus de klederen werden afgenomen, zo werd Polen steeds meer land afgenomen totdat er uiteindelijk niets meer overbleef; zoals Christus gegeseld werd, zo werd Polen gegeseld door de Pruisische en de Russische bezetter waaronder het volk zwaar had te lijden. Zoals Christus stierf, zo verdween Polen van de landkaart. Het lijden van Christus werd door Polen herhaald tot heil der volkeren. Maar zoals Christus weer opgestaan is, zo zal ook Polen eens weer opstaan en deze opstanding, deze terugkeer van Polen op de kaart van Europa, zal een bevrijding en de Vrijheid betekenen voor heel Europa. Een citaat van Mickiewicz maakt duidelijk hoe ver dit gaat: “En Polen sprak: Al
wie tot mij komt zal vrij en gelijk zijn, want ik ben de VRIJHEID.” De Bijbel spreekt over het duizendjarig vrederijk van Christus. Golgotha was nodig om de opstanding mogelijk te maken. Volgens de interpretatie van Mickiewicz moet Polen lijden en sterven om een nieuwe toekomst voor Europa mogelijk te maken. Door de opstanding van Polen zullen de dictaturen en overheersing in Europa overwonnen worden en zal er overal in Europa vrijheid zijn in de vorm van onaf hankelijke en goede regeringen. Belangrijk voor Mickiewicz is dat God heerst en regeert en ook in deze moeilijke tijd bij Polen is en het Poolse volk kracht geeft om zijn leidende rol te spelen. Polen is zo de uitverkoren verkondiger van het christelijk geloof en moet daarin de andere volken helpen de weg naar God en Christus te vinden. Dit messianisme verheerlijkt het lijden van het Poolse volk. Op deze manier wordt een soort genoegdoening, compensatie gevonden voor het lijden van het bezette Polen en dit versterkt het geloof dat het Poolse volk eens weer vrij zal zijn. Polen geeft zichzelf als offer voor de andere volkeren, opdat de andere volkeren vrij zullen kunnen zijn. In 1919 herkreeg Polen na 123 jaar zijn onaf hankelijkheid. Dit was het wonder, de langverwachte opstanding na het lijden van het Poolse volk.
Vandaag Ook vandaag is dit messianisme nog aanwezig. Ik geef een paar voorbeelden. Tijdens een enquête eind jaren negentig bleek dat 78 procent van de Polen zichzelf ziet als een onschuldig slachtoffer van (internationaal) onrecht. Veel Polen zijn er ook van overtuigd dat God de wereld een Poolse paus gegeven heeft om Europa te verlossen van het heidense communisme. Toen in april 2010 het regeringsvliegtuig
met de Poolse president en vele hoogwaardigheidsbekleders in het Russische Smolensk verongelukte, werd heel snel de vergelijking gemaakt met het bloedbad in Katyn, waarbij de Sovjets in 1940 bijna 22.000 Polen uit de bovenlaag van de bevolking vermoordden. Een poging om het Poolse volk te vernietigen. Maar weer vond een opstanding plaats en bleef Polen voortbestaan. In Katyn moest het Poolse volk een offer brengen, en ook het vliegtuigongeluk in Smolensk werd gezien als een offer van het lijdende Polen. Voor de Polen vertegenwoordigden de inzittenden van het toestel het hele Poolse volk. Het ongeluk werd in commentaren geïnterpreteerd als een bevestiging van het feit dat God Polen uitverkoren had om te lijden. Warschau heeft sinds enkele jaren een zeer modern museum over de opstand van Warschau in 1944, waarbij zo’n 200.000 mensen zijn omgekomen. In het museum wordt dit enorme bloedvergieten verklaard door het messianisme; dit was het offer dat de Polen als uitverkoren volk moesten brengen opdat Europa weer vrij zou zijn. Het messianisme is in Polen zeker niet meer zo populair als vroeger, maar het is toch nog steeds aanwezig en belangrijk voor een deel van de Polen. Kennis van dit messianisme helpt om het Polen van vandaag, in het bijzonder politieke partijen als Recht en Rechtvaardigheid van Kaczynski, beter te begrijpen. Het is een manier om het lijden van de Polen, dat werkelijk groot is geweest, te verklaren. Tegelijk is het ook gevaarlijk, want het maakt een karikatuur van de ware Messias, Die door Zijn unieke offer aan het kruis werkelijk verlossing brengt. Pedro Snoeijer is veldwerker voor IRS in Polen.
Een langere versie van dit artikel staat op de weblog van de auteur: www.psnoeijer.blogspot.com In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 11
11
30-11-11 14:27
ProJecten
Door Hans ten Klooster
“Want ik schaam mij het Evangelie van Christus niet” (Rom. 1: 16ª) Wat betekent het navolgen van Christus? Deze vraag staat centraal bij een tweetal projecten van In de Rechte Straat (IRS). Deze projecten, het belijdenismagazine en de winterconferentie, staan qua organisatie in de startblokken. Wat houden ze in?
Belijdenismagazine Sinds 2007 geven de stichtingen Friedensstimme, Gave, Ontmoeting, Woord en Daad en IRS met elkaar de belijdenismap uit. Het initiatief voorziet in een behoefte, maar het kan altijd beter. Daarom is nagedacht over een nieuwe vorm. De afgelopen jaren is gewerkt met een map waaraan iedere organisatie haar eigen materiaal toevoegde. Deze werd op verzoek toegestuurd aan predikanten, die de map uitdeelden aan belijdeniscatechisanten. Nu is ervoor gekozen om er een nieuw en fris magazine van te maken. Daardoor krijgen predikanten/catecheten beter dan voorheen de mogelijkheid om de onderwerpen diaconaat en evangelisatie inhoudelijk te betrekken bij de belijdeniscatechese in hun kerkelijke gemeente. Bij het belijdenis doen is het slot van de derde vraag vaak: “…en naar de u geschonken gaven medewerken aan de opbouw van de Gemeente van Christus?” De titel en inhoud van het magazine “BelijdenISdoen” sluiten hier nauw bij aan. Anders gezegd: wat betekent het navolgen van Christus, en hoe kun je dat als belijdeniscatechisant concreet handen en voeten geven?
bezinning te stimuleren op de kernthema’s van de Reformatie. De werkgroep is er ook dit jaar in geslaagd een prachtig programma samen te stellen. Er is gekozen voor het thema “Één plant met Hem”. Hoe kunnen we meer leven uit hetgeen ís, in plaats van bij hetgeen ervaren wordt? Hierover zal aan de hand van een drietal deelthema’s worden nagedacht (zie achterpagina van dit nummer). Wellicht denkt u: “Wat een grote zaken,
wat een grote woorden…” Graag nodigen wij u van harte uit om de conferentie mee te maken. Juist als u met allerlei geloofsvragen loopt, willen wij u stimuleren om u in te schrijven. Tussen de lezingen door zijn er mogelijkheden voor onderlinge ontmoeting en gesprek. Ook is er volop gelegenheid om te genieten van de prachtige omgeving in Doorn. Het is onze hartelijke wens en bede dat de Heere beide projecten wil gebruiken tot eer van Zijn Naam. Dat de lezers en bezoekers stilgezet en aangespoord worden om werkelijk te leven als een christen en zich niet zullen schamen voor het Evangelie van Christus!
Winterconferentie De winterconferentie heeft een lange historie. Jaarlijks organiseert de werkgroep bezinning en evangelisatie van IRS deze conferentie, die toegankelijk is voor deelnemers van alle leeftijden. Met de conferentie wil IRS invulling geven aan de doelstelling van de stichting om blijvende
12 In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 12
30-11-11 14:27
Perspectief Door Erik-Jan Verbruggen
Het beste komt nog Een oude, vrouw stond bij de halte de bus op te wachten. Toen ze zich vanwege haar gebogen rug moeizaam de bus in hees, zei de chauffeur glimlachend: “Zo mevrouwtje, u hebt uw beste tijd wel gehad.” “Welnee meneer”, antwoordde ze, “u vergist zich: het beste komt nog!”
D
eze oude vrouw sprak de waarheid. Haar krachten verminderden, haar lichaam takelde af. Haar geest misschien ook wel. Maar toch: het beste komt nog! De vrouw wist van een vooruitzicht op de hemelse heerlijkheid die haar wachtte. De hemel, waar Christus is. Daar blinkt Zijn heerlijkheid ten volle. Daar mogen Gods kinderen Hem zien zoals Hij is. Daar gaat geloven over in aanschouwen. In de hemelse stad is geen lamp meer nodig, want het Lam is zijn kaars. Daar zijn geen tranen meer, daar is alle lijden voorbij. Daar is de zonde voor altijd tenietgedaan. Inderdaad: het beste komt nog! Nee, dat is niet vanzelfsprekend. Wie voortleeft zonder Zaligmaker wacht na dit leven een eeuwige verschrikking. Maar voor wie gewassen is in het bloed van het Lam wacht een eeuwige heerlijkheid.
Strijd Zover is het nog niet. De Kerk op aarde is een strijdende kerk. Er moet strijd worden geleverd tegen Gods grote tegenstander, de vorst der duisternis. Tegen de wereld, die door de kieren van ons levenshuis binnendringt. Maar de grootste vijand is nog dichterbij: het eigen vlees. Terwijl de ware gelovigen hemelsgezind zouden moeten zijn, zitten ze vaak zo vast aan de aarde. De kerk is een strijdende kerk, de kerk is ook een verdeelde kerk. Die aardsgezindheid, die innerlijke verdeeldheid klaagt haar aan!
Naar Zijn beeld De Koning van de Kerk heeft veel werk
aan Zijn kinderen. Hij raapte hen op uit het slijk van de zonde. In hun hart moest Hij heel wat barrières slechten. Hij won hen in voor Zijn liefdedienst. Hij kocht hen met Zijn bloed. Maar daarmee houdt Gods werk niet op. De Koning wil in Zijn onderdanen Zichzelf terugzien. Hij wil hen vormen naar Zijn beeld. Hij kneedt hen, Hij smeedt hen, Hij transformeert hen. Met één doel: de gelijkvormigheid aan Zijn beeld. Dat is een pijnlijk proces, waarin het vlees gekruisigd moet worden. Een vrouw bezocht een zilversmid in zijn werkplaats. Ze was nieuwsgierig hoe hij zijn werk deed en zulke perfecte sieraden maakte. Terwijl ze toekeek, legde hij uit dat het zilver in het heetste punt van het vuur moest komen, om alle onzuiverheid eruit te kunnen branden. Toen ze vroeg waarom hij zo ingespannen tuurde, antwoordde hij: Om te voorkomen dat het té heet wordt. Het zilver mag niet verbranden. Eén vraag had ze nog: hoe wist de smid dat het zilver voldoende gezuiverd was? “Dat is heel eenvoudig”, antwoordde hij, “ik wacht net zolang tot ik mijn eigen beeld erin weerspiegeld zie.” De Heere gaat te werk zoals deze smid. Hij loutert Zijn kinderen. Hij brengt hen in het vuur van de beproeving. Hij reinigt hen van alle zonde die hun aankleeft. Opdat in de kerk Zijn eigen beeld is te zien.
Beginsel Eens is dat louteringswerk voltooid. Voor Gods kind is dat bij de dag van zijn
dood. Voor de Kerk als geheel is dat bij de wederkomst. Dan zegt de Koning: Het is genoeg. Dan is Zijn huis vol met aanzittende gasten. Dan breekt de dag aan dat “zij begonnen vrolijk te zijn”, om nooit meer op te houden. De vraag voor ieder van Gods kinderen is echter of het oog wel gericht is op de hemel. Of onze wandel in de hemelen is. Als de Heidelbergse Catechismus de troost van het eeuwige leven behandelt, spreekt hij van “het beginsel van de eeuwige vreugde die ik in mijn hart gevoel.” De eeuwige vreugde die wacht, begint dus nu al. Ten dele, verre van volmaakt. Maar toch, de eeuwige vreugde die geen oog gezien heeft, geen oor gehoord heeft en in geen mensenhart is opgeklommen, die vreugde is niet alleen bestemd voor de hemel. Ze begint nu al. En dat beginsel van de eeuwige vreugde mag nu ons hart al vervullen met grote verwondering. Mag troosten in de strijd. Mag doen volharden in de beproeving. Dat beginsel mag aansporen om de dienst van deze Koning bij anderen aan te prijzen. Daarom: laat ons afleggen alle last en zonde die ons lichtelijk omringen. Laat ons lopen de loopbaan die ons is voorgesteld. Ziende op Jezus, de overste Leidsman en Voleinder van het geloof !
Gods scheppingswerk
✓
Creatie Deformatie Reformatie Transformatie
In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 13
13
30-11-11 14:27
Repliek
Door drs. N.C. van Velzen
Eigentijdse relikwieën, oerou Overal ter wereld wordt bloed van de in 2005 overleden paus Johannes Paulus II vereerd. Een bijgelovige praktijk, die stamt uit de eerste eeuwen van het christendom. Het concilie van Trente (1545-1563) probeerde de cultus wel wat te matigen, maar leerde toch dat de relikwieën vereerd moeten worden.
I
In de Rooms-Katholieke Kerk is sinds het tweede Vaticaans concilie (19631965) heel wat ten goede veranderd. Helaas geldt dat niet voor de relikwieënverering. Die wordt eerder erger dan minder. Wat de media daarover in de laatste maanden hebben bericht, doet denken aan middeleeuwse praktijken. Het ANP meldde onlangs dat in Mexico in de strijd tegen de drugscriminaliteit een processie het land zal doorgaan om de vrede te bewerkstelligen. Daarbij zal een ampul bloed van de overleden paus Johannes Paulus II als relikwie worden meegevoerd. Een ander bericht: op woensdag 19 oktober kreeg in het Amerikaanse stadje Lawrenceville een kerk van Poolse immigranten door bemiddeling van de kardinaal van Polen een ampul met bloed van Johannes Paulus II. Deze relikwie is gevat in een gouden reliekhouder, waarin een cilindervormig flesje bevestigd is, met daaromheen in het Latijn de woorden “bloed van de zalige Johannes Paulus II.”
Ontstaan Relikwieënverering is eeuwenoud. Het woord relikwie (of reliquie) stamt uit het Latijn en betekent overblijfsel of rest. In het kerkelijk spraakgebruik duidt men er in de eerste plaats het dode lichaam van een martelaar mee aan. Vervolgens ook een gedeelte van dit lichaam en verder alles wat aan de martelaar of de heilige toebehoorde, zoals zijn kleding en andere bezittingen. De relikwieënverering komt al voor in de
eerste eeuwen van het christendom. De lichamen van de martelaren werden vol piëteit begraven. Een van de oudste getuigenissen van relikwieënverering is het “Martyrium Ignatii”, de martelaarsakte van Ignatius. Omstreeks 115 werd Ignatius te Rome voor de wilde dieren geworpen. Zijn beenderen legde men later “als een kostbare schat in een schrijn vanwege de genade die in de martelaar woonde.” Een ander oud getuigenis, het “Martyrium Polycarpi” gaat over Polycarpus, leerling van de apostel Johannes en bisschop van Smyrna. In dit geschrift wordt verteld hoe hij in het jaar 155 als martelaar de vuurdood heeft ondergaan. “Wij verzamelden later zijn beenderen, die kostbaarder zijn dan edelstenen en meer waard dan goud, en bestelden ze ergens op een geschikte plaats ter aarde” (”Martyrium Polycarpi” 18, 1). Bij de relikwieën van martelaren herdacht men elk jaar de sterfdag van de desbetreffende bloedgetuige, het zogenaamde anniversarium. De gelovigen kwam dan bijeen om te bidden, waaruit het gebruik ontstond om op het graf van de martelaar een kerk te bouwen, wat de toeloop van pelgrims weer bevorderde. Vanaf het begin van de vierde eeuw is de verering van de lichamen van martelaren algemeen verspreid. “Wij vereren de relikwieën van de martelaren om God, voor Wie zij gemarteld zijn, te aanbidden”, schrijft Hiëronymus ( ± 348-420) in een van zijn brieven. Op het tweede concilie
van Nicea (787) wordt gezegd dat de relikwieën der heiligen “weldaden over ons” zijn en worden degenen die ze minachten, veroordeeld.
Middeleeuwen In de middeleeuwen neemt de relikwieënverering langzamerhand bizarre vormen aan. Vrijwel alles was als relikwie bruikbaar, als het maar met een martelaar of heilige te maken had. Een haarlok, een tand, zelfs een splinter van het kruis van Christus. Er komen allerlei uitwassen voor, tot en met de handel in “valse relikwieën.” De relikwieën verhuizen soms van de ene plaats naar de andere. Er ontstaat rivaliteit, zelfs roof. De kruisvaarders brengen allerlei ”heilige” resten mee uit het Heilige Land. Thomas van Aquino (12241274) is zeer terughoudend in zijn beschouwing van deze cultus en waarschuwt ernstig voor bijgeloof en dwaze gebruiken, maar er wordt niet naar hem geluisterd.
Reformatie Tijdens de Reformatie hebben Luther en Calvijn en alle andere reformatoren zich fel verzet tegen deze verering. Ook de humanist Erasmus dreef er de spot mee. Luther vermaande de keurvorst van Saksen, die in Wittenberg een grote verzameling relikwieën had aangelegd, en zei hem dat de verering daarvan in strijd was met Gods Woord. Calvijn publiceerde in 1543 zijn “Traité des reliques” (Traktaat over de relikwieën). In dit werkje dreef hij op felle toon de spot met alle relikwieënverering. “Er liggen zo veel stukjes kruishout, over allerlei heiligdommen verspreid, dat er een schip mee te vullen zou zijn”, schrijft hij vol ironie. Niet minder ironisch is Marnix van Sint Aldegonde. In zijn bekende literaire werk
14 In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 14
30-11-11 14:27
Repliek
eroude dwalingen
Een opgebaarde paus Johannes Paulus II. Het bloed dat na zijn dood van hem is afgenomen, wordt nu op allerlei manieren vereerd.
“Den Byencorf der H. Roomsche Kercke” (1569) hekelt hij, in soms grove bewoordingen, de verering van allerlei relikwieën. In de trant van Calvijn deelt hij quasiobjectief mee dat van de drie koningen gezegd wordt dat ze in Keulen begraven liggen en ook in Milaan. Het concilie van Trente probeerde de cultus wel wat te matigen, maar leerde toch dat de relikwieën vereerd moeten worden. Wie zegt dat ze onnuttig zijn en geen verering waardig, zal door de ban getroffen worden. Welke argumenten voerde men op dit concilie aan om de verering van relikwieën te verdedigen? Er zijn drie motieven genoemd: “de lichamen van de heiligen, die eens levende ledematen waren van Christus en tempels van de Heilige Geest, geroepen tot de glorievolle verrijzenis” (25e zitting).
Vaticanum II Het tweede Vaticaans concilie bouwt wat
deze cultus betreft voort op de besluiten van het concilie van Trente en die van onder andere het tweede concilie van Nicea. In de “Constitutie over de heilige Liturgie” (§ 111) lezen we: “De heiligen worden in de Kerk overeenkomstig de traditie vereerd, hun echte relikwieën en hun beelden in ere gehouden.” Het adjectief “echte” is veelbetekenend. En in de “Dogmatische Constitutie over de Kerk” (§ 51) wordt opgeroepen de heiligenverering – inclusief de relikwieënverering– te zuiveren van alle misbruiken, tekorten en overdrijvingen die in de loop der eeuwen waren ontstaan. Aan de hand van het nieuws dat ons nu bereikt over relikwieënverering kunnen we vaststellen dat die zuivering nog niet veel heeft opgeleverd. Formeel verzet de kerk zich tegen allerlei uitwassen van relikwieënverering, maar mede uit pastorale en pedagogische overwegingen wordt in de parochies veel getolereerd. Zeker in bedevaartsoorden is men erg ruimhartig,
want de verering is ook financieel van belang. De gelovigen, met name de pelgrims die erop af komen, brengen immers geld in het laatje. Het toverwoord is in dit verband volksdevotie. Het volk wil dit nu eenmaal en weet niet beter. Volgens de rooms-katholieke theologie mag er dan een wezenlijk verschil zijn tussen eren en vereren, tussen bidden in de zin van aanroepen en aanbidden, in de praktijk wordt dat onderscheid maar al te vaak vergeten. Deze cultus rond de resten van martelaren, hoe vroom en godvrezend die ook waren, is niet Bijbels en vervult ons met af keer. Ter verdediging beroepen roomskatholieke theologen zich op Handelingen 5:15 en 19:12, maar dit Schriftbewijs is aanvechtbaar. Het gesprek met Rome moeten we blijven voeren, maar het gaat wel moeizaam zolang deze bijgelovige praktijken blijven bestaan. In de Rechte Straat
250062_IRSmag-2011nr05.indd 15
15
30-11-11 14:27
Winterconferentie 27-30 januari 2012
Thema: ‘Eén plant met Hem’ 1. 2. 3.
Met Christus gestorven (n.a.v. Romeinen 6) Kosten: € 199,Locatie: Het Brandpunt, Postweg 18 te Doorn. Ds. L.A. den Butter Geeft u zich snel op, want er zijn al meerdere aanmeldingen binnengekomen, Met Christus opgewekt (n.a.v. Galaten 2) en vol = vol. Ds. K. ten Klooster Met Christus gezet in de hemel (n.a.v. Efeze 2) Voor meer informatie of om u aan te melden kunt u bellen naar kantoor en vragen naar Wilke Hollebrandse (0318-431298) of mailen naar
[email protected]. Ds. J.C. de Groot
Thema-avonden 2012 RotterdamZevenkamp
Maartensdijk
Woensdag 11 januari
Spreker: Ds. K. ten Klooster Thema: De gordel van de waarheid
Spreker: Drs. G.A. van Ginkel Thema: St. Jan van het Kruis; een Roomse of een katholieke heilige?
Woensdag 15 februari
Woensdag 29 februari
Spreker: Ds. J. Westerink Thema: Bevinding in de Psalmen
Spreker: Ds. C. Blenk Thema: Hedendaagse heiligen
Woensdag 21 maart
Woensdag 28 maart
Spreker: Ds. G.A. van den Brink Thema: Het geloof verdedigen?!
Spreker: Ds. J. van Dijk Thema: De gemeenschap der heiligen
Voor deze avonden geldt: Aanvang: 19.45 uur, koffie/thee vanaf 19.30 uur Kosten: € 4,- incl. 2x koffie/thee Locatie: Aula van het Wartburg College, Locatie Revius Ingang: Pres. Rooseveltweg/ hoek Capelseweg, Rotterdam-Zevenkamp Informatie: De heer B. Macdaniël, tel. 0183 589795 en mevrouw J. Bout, tel. 0182 362637
Voor deze avonden geldt: Aanvang: 19.45 uur Kosten: € 3, 00 Locatie: Ontmoetingskerk, Julianalaan 26 te Maartensdijk Informatie: Drs. G.A. van Ginkel, tel. 0346-213445
Vrijwilligers gezocht voor folderactie in Den Bosch IRS staat elke vierde donderdag van de maand (onder voorbehoud) op de Markt in Den Bosch met een stand met Bijbels en Bijbelse lectuur. Op donderdag 22 december worden er evangelisatiefolders uitgedeeld waarin mensen worden uitgenodigd voor de kerstsamenkomsten van de kerken uit de buurt. Hiervoor hebben wij nog vrijwilligers nodig. Wilt u ons komen versterken? Neem dan contact op met Jan-Dirk Liefting, tel. 0622508690 of 0318 616834. E-mail: jd.liefting@ filternet.nl. U kunt vanaf Ede of Lunteren met onze medewerkers meerijden naar Den Bosch.
250062_IRSmag-2011nr05.indd 16
Woensdag 25 januari
Goes Donderdag 12 januari Spreker: Ds. J. Westerink Thema: Kruisdragen
Donderdag 1 maart Spreker: Ds. J.M.J. Kieviet Thema: Onbekend
Voor deze avonden geldt: Aanvang: 19.45 uur Kosten: € 5, 00 Locatie: Aula Calvijn College, Klein Frankrijk 9 te Goes Informatie: dhr. S. Leeuwestein, tel. 0113-227903
Op D.V. zaterdag 24 maart 2012 wordt de jaarlijkse ontmoetingsdag van IRS gehouden. Iedereen is van harte welkom! Meer informatie verschijnt binnenkort op onze website, www.irs.nu.
Christenvoordeel.nl
Kom evangeliseren in Tongeren (België) Aankomende zomer zullen we D.V. van 21 – 28 juli weer een intensieve evangelisatieweek in Tongeren houden. In deze week willen we als gemeente duidelijk naar buiten treden om de Naam van Jezus Christus in Tongeren bekend te maken. Inhoud We zullen in deze week voornamelijk bezig zijn met de volgende activiteiten: • Kinderwerk: elke ochtend een twee uur durend programma; • Straatwerk: folderen, deur-aan-deurwerk en marktwerk • Kinderstraatwerk: kinderevangelisatie in speeltuinen • Gezamenlijke bijbelstudie en toerusting Alleen met onze kleine gemeente kunnen we dit programma niet verzorgen. Daarom zijn we op zoek naar (ervaren) mensen die een week van hun vakantie willen geven aan ondersteuning van de gemeente. Voor de evangelisatieweek vragen wij een bijdrage in de kosten van € 85,00 per deelnemer. Wanneer je graag wilt meewerken, vraag dan een inschrijfformulier aan via onderstaand e-mailadres. Contactgegevens Voor meer informatie mag je altijd contact opnemen met: Marja Liefting E-mail:
[email protected]
30-11-11 14:27