Verder wordt gebruik gemaakt van Internet en e-mail waar het gaat om verwerven van informatie en het onderhouden van communicatie. In elk lokaal zijn twee computers beschikbaar, die in het netwerk functioneren. We beschikken over een aparte computerruimte waarin 21 computers staan. Er is een rooster opgesteld voor het gebruik van de computers in de andere lokalen bij afwezigheid van de groep. Alle groepen hebben de beschikking over een digitaal schoolbord. Het schoolbord en de krijtjes zijn als hulpmiddel bij het lesgeven uit de school verdwenen. 6. EEN FIJNE, VEILIGE SCHOOL.
6.1 Het schoolklimaat. In hoofdstuk 3 hebt u kunnen lezen dat één van onze doelstellingen is: de kinderen een houding bijbrengen waaruit verdraagzaamheid zorg en respect spreekt. In de praktijk betekent dit dat de school een plaats moet zijn waar de kinderen zich prettig voelen, waardoor er een sfeer ontstaat van wederzijds vertrouwen. Dit vinden we ook belangrijk voor u als ouders. De leerkrachten vinden het belangrijk dat de school een veilige en vertrouwde omgeving voor de kinderen is, want alleen in zo’n omgeving kunnen ze optimaal functioneren. Kinderen ontwikkelen zich beter als ze met plezier naar school gaan. Het leren gaat dan ook meer vanzelf. Een veilige, vertrouwde omgeving moet er niet alleen zijn binnen de muren van de klas, maar er ook buiten: in het schoolgebouw en op de speelplaats. We besteden hieraan regelmatig aandacht door thema’s uit het project “Beter omgaan met jezelf en de ander”. Maandelijks stellen we een regel centraal uit: “Een school om in te wonen”. We kennen 10 regels. Deze regels gelden voor leerlingen, leerkrachten, schoolleiding, ouders, onderwijs ondersteuners en stagiaires. Alle regels zijn terug te voeren op die ene regel: zorg, verdraagzaamheid en respect. In onze maandelijkse nieuwsbrief stellen we elke keer een nieuwe regel aan de orde.
6.2 Als uw kind niet graag naar school gaat Als uw kind niet graag naar school gaat, willen we graag met u praten om er achter te komen wat de reden daarvan is. Misschien kunnen wij op school maatregelen treffen ter verbetering. Hier boven hebt u kunnen lezen, dat met plezier naar school gaan, de basis is van al het leren. We proberen met gerichte projecten een veilig en fijn schoolklimaat te scheppen (zie 6.1) Preventie. Om te voorkomen dat problemen uit de hand lopen, vinden wij het als school belangrijk om aandacht te besteden aan preventie. We doen dat o.a. door het opstellen van gedrags/school-/groepsregels. Deze regels worden regelmatig met de kinderen en team doorgenomen, zo nodig bijgesteld. Om u als ouders ook op de hoogte te houden van onze omgangsregels kunt u van de schoolcontactpersoon nadere informatie krijgen op de jaarlijkse kennismakingsouderavond en/of via de nieuwsbrieven/schoolkrant. In de loop van het jaar behandelen we diverse onderwerpen in projectvorm (bijvoorbeeld uit: het anti-pest-project, “Beter omgaan met jezelf en anderen” en uit “Een school om in te wonen”). Pesten is een onderwerp dat in de media veel aandacht krijgt. Ook onze school probeert te voorkomen dat kinderen gepest worden. We besteden regelmatig aandacht aan dit fenomeen in alle klassen en kinderen kunnen ten allen tijde met klachten op dit gebied terecht bij de groepsleerkracht, de directie of bij de contactpersonen hiervoor op school. 14
Bovendien kunnen kinderen, leerkrachten en ouders gebruik maken van de website: www.pestweb.nl. Beroepscode Dit zijn gedragsregels ter voorkoming van seksuele en andere ongewenste intimiteiten, waaraan leerkrachten, en ander personeel, leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) en stagiaires zich dienen te houden. Aanspreken op lichamelijke kenmerken Leerlingen en leerkrachten spreken elkaar niet aan op lichamelijke kenmerken. Mocht dit toch gebeuren dan is dit in overleg met de betreffende persoon om bijvoorbeeld iets bespreekbaar te maken. Ook worden er geen denigrerende opmerkingen gemaakt. Het op schoot nemen van leerlingen. Als leerlingen er behoefte aan hebben kunnen ze op schoot genomen worden, zeker als ze verdrietig zijn. In de groepen 5 t/m 8 worden in principe geen kinderen meer op schoot genomen. In voorkomende situaties wordt de nodige terughoudendheid in acht genomen. Helpen bij het aan en uitkleden. In de groepen 1 t/m 3 wordt, daar waar nodig, door de betreffende leerkracht geholpen met aan- en uitkleden. Vanaf groep 4 gebeurt dit indien nodig in voorkomende noodsituaties (bijvoorbeeld bij een gebroken arm). Helpen /controleren bij douchen en afdrogen en in welke situaties In groep 3 helpt/controleert de leerkracht bij het douchen en aankleden. De aanwezigheid is ter controle. Hierbij wordt niet specifiek bij het aan en uitkleden toegekeken. Vanaf groep 4 wordt dit in principe niet meer gedaan. Het douchen van de leerkracht Als een leerkracht zich wil douchen gebeurt dit in een eigen kleedkamer/douche waar hij/zij gebruik van kan maken. Het in en uitlopen van de kleedkamers De leerkrachten van groep 1 t/m 4 houden toezicht zowel in de jongens- als meisjes kleedkamer. In de groepen 5 t/m 8 loopt de leerkracht niet in of uit in beide kleedkamers. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarbij van deze regel afgeweken moet worden. De leerkracht kondigt zijn/haar komst aan door op de deur te kloppen. Lichamelijk contact We raken kinderen niet aan op een manier die door hen als ongewenst kan worden ervaren. We denken hierbij aan in het nekvel pakken,aan de oren trekken, tik tegen de billen enz. Een aai over de bol en een schouderklopje kunnen wel. Eén op één situaties Wanneer een leerling na schooltijd op school wordt gehouden, worden de ouders hiervan op de hoogte gebracht. Als een leerkracht (en andere volwassenen waarvoor deze beroepscode geldt) met een leerling alleen in een ruimte is, moet ervoor worden gezorgd dat men zichtbaar is. Uit de aard van het docentschap vloeit voort de norm dat een leerkracht een zekere terughoudendheid betracht ten aanzien van het thuis uitnodigen van leerlingen. Indien dit wel gebeurt, dan alleen met de nodige waarborgen van toezicht en bekendheid bij anderen. Zonder medeweten van de ouders/verzorgers,worden leerlingen daarom niet bij personeelsleden thuis uitgenodigd. Bij voorkomende gevallen wordt reden en tijdsduur aangegeven. 15
Het regelen van zaalwachten tijdens schoolkamp Zaalwachten worden afhankelijk van de situatie geregeld. Het is wenselijk dat er zowel mannelijke als vrouwelijke leerkrachten/begeleiders bij een schoolkamp aanwezig zijn. Apart slapen jongens, meisjes, en begeleid(st)ers tijdens schoolkampen Jongens en meisjes slapen in aparte slaapkamers. De begeleiders slapen als de situatie dat toelaat apart. Indien nodig slapen de mannelijke begeleiders bij de jongens en de vrouwelijke begeleiders bij de meisjes. Gedragsregels schoolkampen De gedragsregels worden eerst met de begeleiders doorgenomen en daarna met de leerlingen besproken. Tekeningen/moppen en discriminerende opmerkingen waarbij mannen/vrouwen als lustobject of minderwaardig worden aangeduid. Tekeningen,moppen filmpjes of sites enz. van dien aard worden niet getolereerd. Ook wordt er niet minderwaardig gedaan over seksuele geaardheid. Grappen en seksuele toespelingen die vernederend zijn worden afgekeurd en mogen niet gemaakt worden. Internetgebruik Voor het internet gebruik geldt ook de bovenstaande regel. Om het gebruik van internet op school veilig te laten zijn is er een internet protocol aanwezig op school. In dit protocol staat tevens vermeld hoe de leerlingen dienen om te gaan met het gebruik van de computer. Wat betreft contacten tussen leerkrachten en leerlingen via hyves, msn en e-mail geldt het zelfde als voor het één op één contact met de leerlingen. Als er al sprake is van contacten, dan moeten deze een beroepsmatig karakter hebben. Afwijkende meningen bij het bespreken van gedragsregels. Als er omtrent de gedragsregels andere meningen zijn dan de thans gangbare, kan dit in het team besproken worden. Er kan gekeken worden of de gedragsregels veranderd kunnen worden. Als dit niet als wenselijk wordt gezien, blijven de regels gehandhaafd. Een andere mening wordt dan gerespecteerd, maar mag echter niet worden uitgedragen in daad en/of handeling wanneer dat botst met de door ons gestelde normen en waarden.
6.3 Klachtenregeling Inleiding Waar mensen werken, gaat er ook wel eens iets mis en is het goed als we daarover met elkaar in gesprek gaan. Wat kan er zoal mis gaan? U kunt bijvoorbeeld ontevreden zijn over de manier waarop zaken op school geregeld zijn, over de manier waarop leiding wordt gegeven, de wijze waarop de leerkracht van uw kind in een bepaalde situatie heeft gehandeld en daarvan melding willen maken. Veruit de meeste grieven over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in eerste instantie in goed overleg tussen betrokkenen worden opgelost, eventueel met tussenkomst van de directie of de schoolcontactpersoon. Indien bij de schoolcontactpersoon een melding wordt ingebracht, wordt de directeur hiervan op de hoogte gesteld. Als betrokkenen er echter onderling niet uitkomen is het goed om over een regeling te beschikken dat de individuele rechten vastlegt en zorgvuldig interne rechtswegen aangeeft. Ook Konot beschikt uiteraard over zo’n regeling. Met deze regeling beoogt de stichting Katholiek Onderwijs Noord Oost Twente een zorgvuldige behandeling van klachten. Hieronder ziet u een schema waarin de klachtenprocedure wordt samengevat. Uiteraard kunt u er van uitgaan dat uw melding/klacht vertrouwelijk wordt behandeld.
16
Schema meldingen/klachtenprocedure Klager ← melding/klacht → Aangeklaagde over: 1. algemene of organisatorische zaken (overblijfregeling, schoonmaak, onderhoud, sponsoring, enz.) 2. onderwijskundig of pedagogisch handelen (begeleiding van leerlingen – strafmaatregelen – beoordeling van leerlingen – inrichting van de schoolorganisatie enz.) 3. ongewenst gedrag van leerlingen, medewerkers, directie in de schoolcontext (b.v. pesten, agressie/geweld, seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten, discriminatie /racisme) 4. vermeend zedendelict op school 5. misbruik, mishandeling, verwaarlozing en andere ernstige problemen in de privésituatie Hieronder treft u de route aan die –afhankelijk van het type melding/klacht- gevolgd wordt. Een verklaring van de afkortingen leest u onderaan deze paragraaf.
Toelichting De route in de klachtenregeling is afhankelijk van het type melding of klacht. In de eerste twee kolommen gaat het om meldingen en klachten over zaken die op schoolniveau misgaan, hetzij op organisatorisch gebied (bijvoorbeeld melding met betrekking tot slechte hygiëne) of meer op onderwijskundig of pedagogisch gebied (oneens met keuze van een bepaalde werkwijze). In de derde kolom gaat het om meldingen en klachten over zaken die op groepsniveau of schoolniveau misgaan ten aanzien van ongewenst gedrag als pesten, agressie, seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten en discriminatie & racisme. In de vierde kolom (melding m.b.t. vermeend zedendelict) is er de plicht hiervan onmiddellijk aangifte te doen bij de politie.
17
De vijfde kolom betreft zaken die mis kunnen gaan in de privésituatie van kinderen. Hoewel de school hiervoor geen directe verantwoordelijkheid draagt, wordt met de weergegeven procedure blijk gegeven van de maatschappelijke verantwoordelijkheid. In de regeling zijn verschillende mensen/functionarissen betrokken. Een aantal hiervan behoeft wellicht toelichting. De schoolcontactpersoon is door de school aangewezen (en is veelal een leerkracht). Hij of zij kan de klager eerste opvang bieden, bijstaan, en advies geven en zo mogelijk helpen of bemiddelen om tot een oplossing te komen. Hij of zij kan de klager zo nodig doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is een externe functionaris die de klager bijstaat en van advies dient. Daarnaast bemiddelt hij of zij bij het vinden van een oplossing, adviseert en ondersteunt eventueel bij het eventueel indienen van een schriftelijke klacht en de verdere procedure bij de klachtencommissie. Tevens kan de vertrouwenspersoon de klager doorverwijzen naar een gespecialiseerde hulpverleningsinstantie. De vertrouwenspersoon is onafhankelijk. Het College van Bestuur van Konot kan worden benaderd indien er geen oplossing is gevonden en/of het probleem het schoolniveau overstijgt. De klachtencommissie is een externe commissie die ingeschakeld kan worden indien er geen oplossing is bereikt door eerdere stappen. Deze commissie neemt kennis van de klacht, onderzoekt of er sprake is van verwijtbaar handelen binnen één van de genoemde categorieën. De commissie adviseert vervolgens Konot over de (on)gegrondheid van de klacht, de zo nodig te nemen maatregelen en de overige door Konot te nemen besluiten. Zij is onafhankelijk en kan rechtstreeks (schriftelijk) benaderd worden. De commissie moet uw klacht altijd vertrouwelijk behandelen en moet binnen 4 weken reageren. Voor de volledige tekst van de regeling verwijzen wij u naar de Klachtenregeling Konot die op elke school ter inzage ligt. Uiteraard blijft de weg open om (ook) contact te zoeken met de vertrouwensinspecteur. Bij klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, discriminatie, radicalisering, ernstig fysiek geweld of geestelijk geweld (pesten) kunt u contact opnemen met een vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs. De vertrouwensinspecteur adviseert en ondersteunt u bij deze klachten. Bij een vermoeden van seksueel misbruik is een school wettelijk verplicht contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Gebruikte afkortingen: SCP Schoolcontactpersoon CvB College van Bestuur VP Vertrouwenspersoon KC Klachtencommissie AMK Algemeen Meldpunt Kindermishandeling ZAT Zorg Advies Team (waarin ook Jeugdgezondheidszorg en het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) betrokken zijn) Als het doorlopen van bovenstaande route niet tot een oplossing leidt, kan een schriftelijke klacht bij de Klachtencommissie worden ingediend. Belangrijke telefoonnummers/ adressen: Schoolcontactpersonen: juf G. Beuvink, tel. 0541-625234 en juf P. Timmers, tel. 0541-625234 Vertrouwenspersonen: 0541-522996 / 06-12209651 Vertrouwensinspecteur (kantoor Zwolle): 0900-1113111
6.4 Schorsing/Verwijdering van een leerling Het schoolbestuur kan een leerling tijdelijk de toegang tot de school weigeren of van school verwijderen vanwege ernstig wangedrag. Van ernstig wangedrag kan worden gesproken als het niet tot een incident beperkt blijft. Voordat besloten kan worden tot verwijdering hoort het bevoegd gezag de betrokken 18
groepsleerkracht en de directie. Definitieve verwijdering vindt niet eerder plaats dan nadat het bestuur ervoor zorg heeft gedragen dat een andere school cq. instelling bereid is de leerling toe te laten. Indien aantoonbaar gedurende 8 weken zonder succes is gezocht naar een andere school, kan in afwijking van bovengenoemde tot definitieve verwijdering worden overgegaan. Tot verwijdering van een leerling kan ook overgegaan worden bij wangedrag van de ouders (andere ouders, leerlingen, leerkrachten voelen zich bedreigd). Aan de verwijdering van een leerling kan soms een schorsing voorafgaan. Schorsing kan worden opgevat als een tijdelijke verwijdering of tijdelijke ontzegging van de toegang tot school. De duur van een schorsing is beperkt. Te denken valt aan één of enkele dagen.
6.5 Vieringen van De Kerkewei. Jaarlijks zijn er op De Kerkewei allerlei vieringen die deels bedoeld zijn om de goede sfeer op school te bevorderen: - een viering aan het begin van het schooljaar; - de Kinderboekenweek; - de sinterklaasviering; - de kerstviering; - carnaval; - een paasviering ; - verjaardagen van leerkrachten ; - sport en speldagen; - het schoolreisje of een alternatief; - een viering op het eind van het schooljaar. De leerlingen uit groep 8 gaan op schoolkamp. Ook hebben ze op school of in de CoCer met hun ouders een leuke afscheidsavond.
6.6 Ontruimingsplan. Op school kennen we een ontruimingsplan. In elk klaslokaal en elke andere ruimte hangt dit ontruimingsplan met een plattegrond waarop de vluchtroutes staan aangegeven. We bespreken dit plan elk jaar met de kinderen en oefenen het ook. Overal in school hangen rookmelders. Bij brand worden we luid gealarmeerd.
6.7 Arbo Onze school beschikt over een gevalideerde Risico-Inventarisatie en Evaluatie. Er is een plan van aanpak opgesteld voor allerlei zaken die te maken hebben met werkomstandigheden en veiligheid binnen onze school. Dit alles heeft betrekking op leerlingen, ouders en personeel. Het plan van aanpak is uitgangspunt en controle-instrument voor beleid op veel gebieden, bijvoorbeeld: welzijn voor kinderen en personeel, veiligheid, klimaat binnen onze school, onderhoud gebouw. Een aantal onderdelen vallen onder de verantwoordelijkheid van ons bestuur en de gemeente Dinkelland. Onze school beschikt over een gebruikersvergunning.
6.8 Rookverbod. Binnen de hele school geldt voor iedereen een rookverbod in alle ruimtes. Ook op de speelplaats mag niet gerookt worden. Dit geldt ook vóór en na schooltijd. Op alle KONOT-scholen is dit anti rookbeleid van toepassing.
19
Bovengenoemde zaken kunt u terugvinden in het KONOT-protocol “Veilig op school: uw en onze zorg!” Dit ligt ter inzage op school.
7.ONDERWIJS OP MAAT OP DE KERKEWEI
7.1 Leerlingen van en naar een andere school Wanneer een leerling onze school tussentijds verlaat ontvangt de “nieuwe” school een onderwijskundig rapport. De ouders ontvangen hiervan een kopie. Wanneer wij leerlingen van een andere school ontvangen, krijgen we van die school een onderwijskundig rapport. Bij aanmelding van leerlingen uit nieuwe gezinnen heeft er vooraf een gesprek plaats met de ouders over de uitgangspunten, organisatie en beleid op school.
7.2 Onderwijs aan anderstalige kinderen Er is een regeling voor allochtone kinderen en vluchtelingen geldend voor alle KONOT-scholen. Het onderwijs aan allochtone kinderen proberen we op maat aan te bieden met eventueel extra ondersteuning (op dit moment zitten er op onze school geen allochtone leerlingen).
7.3 Hulp aan individuele leerlingen Onze school maakt het komende schooljaar nog deel uit van het Samenwerkingsverband WSNS Regio Oldenzaal 8.05. Vanaf augustus 2013 maken we deel uit van het Samenwerkingsverband Twente Zuid. Binnen het huidige Samenwerkingsverband worden door de deelnemende scholen een aantal zaken op bovenschools niveau geregeld. Deze staan beschreven in het “Bovenschools Zorgplan SWV 08.05” Hierin staat o.a. beschreven: - collegiale consultatie en hulp bij verwijzing en/of terugplaatsing - netwerk van interne leerling begeleiders (IB-ers) en nascholing - overleg met het vervolgonderwijs - inzet bovenschoolse gelden. Voor onze school resulteert dit in het volgende eigen zorgplan (het geheel ligt ter inzage op school). Wie helpen uw kind? - de groepsleerkracht - de interne begeleider leerlingenzorg = IB-er via de leerkracht - de remedial teacher: RT-er (voor pré-teaching in de groepen 3 en voorschotbenadering in de groepen 2) - de ambulante begeleider van de speciale school voor basisonderwijs, De Windroos - de leerlingbegeleider van ons Onderwijs Advies Bureau, Expertis - de schoollogopediste: mevrouw R. Koren - de schoolverpleegkundige van de afdeling Jeugd Gezondheidszorg van de GGD, afd. Jeugdgezondheidszorg in Hengelo: Mevr. K. Burink - contactpersoon Thuiszorg: Mevr. M. Kuipers Als school vinden we het belangrijk dat elke leerling met plezier naar school gaat. Niet voor alle leerlingen verloopt de basisschoolperiode gelijk. Er zijn leerlingen die duidelijk meer zorg behoeven, omdat ze op de een of andere manier bij een enkel vak of meerdere vakken moeilijk mee kunnen komen. Ook kan het zijn dat het kind gevoels- en/of gedragsmatig problemen heeft. Daarvoor proberen we het schoolprogramma aan te passen. Er zijn leerlingen die (meer)begaafd zijn. Ook voor deze leerlingen hebben we oog. We zijn ons steeds bewust dat ons onderwijs zoveel mogelijk bij alle kinderen moet passen. De groepsleerkracht heeft een aantal toetsen uit het Cito leerlingvolgsysteem tot 20