(6 décembre
1972)
— 1542 —
3) G.U. Overdrachten
+
4.164.000
—
6.000
+
4.000.000
+
120.000
H-
50.000
+
177.824
+
525.000
Afschaffing van een artikel : Toelage aan het Rationalistisch Wezenhuis Invoering van een artikel : — 845/332/01 — Toelage aan de V.Z.W. « Contactbureau van Brussel » . . . Zie F. 82/83 : opheffing van het artikel « Centrum voor sociale hulp » (4 miljoen). Verhoging van verschillende toelagen toegekend : 1) aan de V.Z.W. Dienst voor hulp aan de Brusselse gezinnen 2) aan de private en erkende diensten voor gezinshulp 4) G.U. Schuld Vermeerdering van de interesten van aflossingen van de lening ten laste van :
de Stad +
41.759 16.199
Vermeerdering ingevolge het afsluiten van een lening teneinde de kosten voor het bouwen (eerste schijf) van een kribbe in de nieuwe Noordwijk te kunnen financieren (buitengewone begroting : 844/721/02). 5) G.U. Interne facturâtie
— J543 —
(6 december 1972) 1972
91/93 — Wetenschappelijk onderzoek - Sociale en preventieve geneeskunde
16.728.000
Te verantwoorden . . G.U. Personeel
.
.
1973
20.797.000
F + 4.069.000 .
.
. F
+
3.013.000
. . . Opsporen van longziekten en hartafwijkingen : het betreft het krediet bestemd voor de uitkering van de overuren van de personeelsleden van de Openbare Gezondheidsdienst (beslissing van het Collège van 19 september 1972).
-F
290.000
G.U. Werking
+
90.000
+ +
50.000 40.000
Zie algemene opmerkingen.
.
Nieuw artikel
Nieuwe artikels : Opsporen van longziekten en hartafwijkingen : Werkingskosten : administratief technisch Deze artikels kwamen niet voor in de oorspronkelijke begroting 1972. Deze bedragen zijn noodzakelijk voor de campagne tôt opsporing van voornoemde ziekten. G.U. Overdrachten 93/435/01 « Toelage aan het Instituut voor Verpleegkunde bij het Ziekenhuis Brugmann ».
(6 décembre
1972)
— 1544 —
Het ingeschreven bedrag stemt overeen met hetgeen de C . O . O . ons vraagt. F. 94. — Zie pa. . . . Bij deze functie werden de kredieten ingeschreven betreffende de Openbare Reinigings- en Vervoerdienst. Ter inlichting de verdeling die gemaakt werd betreffendè de werkingsuitgaven (zie eveneens pag. ...). (Zie détail van de artikels in de toelichting.) Code
Stad
Code
Agglomeratie
A — Ophalen en verwerken van huisvuil. 945/123/01
350.000
946/123/01
120.000
945/124/01
1.345.000
946/124/01
350.000
945/124/02
1.313.000
945/124/03
200.000
946/124/02
25.000.000
946/127/01
2.978.000
945/124/04
1
945/124/05
7.000.000
945/125/01
1.300.000
945/126/01
400.000
945/127/01
3.696.000
945/129/01
350.000
B. — Vervoer. 945/127/02 Totalen :
Functie a)
1.946.000 17.900.001
28.448.000
94.
Ter herinnering (zie pag. ...). De functie 94 wordt gesplitst. Wat het ophalen en verwijderen van huisvuil
— 1545 —
(6 december 1972}
betreft herinneren wij er aan dat wij zowel in ontvangsten als in uitgaven 85.548.000 F hebben voorzien. De uitgaven worden als volgt verdeeld : G.U. Personeel F 57.100.000 G.U. Werking 28.448.000 Hetzij in totaal . F
85.548.000
b) De pensioenen van het personeel van de Openbare Reinigingsdienst worden hernomen in artikel 946/116/01 : 29.000.000 F ; c) Bovendien hebben wij in de Economische code 11 2 een bedrag van 4.800.000 F voorzien met het oog op de vereffening van het vakantiegeld van het personeel door ons bestuur tewerkgesteld in 1972. 1972
1973(1)
308.876.558
302.407.915
Te verantwoorden . . . . F — 6.468.643 1) G.U. Personeel Zie verantwoording.
F
— 19.850.000
Openbare gezondheidsdienst Vermeerdering wegens de verhoging van het aantal in dienst zijnde personeelsleden.
+
3.200.000
Waterdienst (pensioenen)
+
50.000
Openbare Reinigings- en Vervoerdienst. — 35.700.000 (Zie voornoemde opmerking.) Rioleringsdienst (Verhoging van het personeelseffectief.)
+
5.300.000
(1) De Dienst overgedragen aan de Agglomeratieraad niet inbegrepen.
(6 décembre
1972)
—
1546
—
Begrafenissen en Lijkenvervoer . . . Vermeerdering vooral te wijten aan de inwerkingtreding van de Gemeenteraadsbeslissing van 23 juni 1972. (Oprichting van 10 nieuwe betrekkingen — Kader van het meesterspersoneel.) 2) G.U. Werking Openbare gezondheidsdienst
.
.
.
.
-f 7.300.000
—
7.168.000
+
1.230.000
+
90.000
Vermeerdering wegens de aanrekening op de artikelen 9401/122/01 en 9401/ 122/02 honoraria voor geneeskundige onderzoeken door het C.E.S.I. en het desbetreffend administratief forfait (Gemeenteraadsbeslissing van 9 juni 1972). — 9401/127/01 Deze vermeerdering spruit voort uit de huurkosten van een bestelwagen voor de contrôle van de rattenverdelging (zie 944/124/01). Waterdienst (942/J 24/01)
.
.
.
.
+
750.000
+
700.000
Talrijke brandkranen en verlaatkamers konden nog niet aangesloten worden op de riolen bij gebrek aan arbeidskrachten in de schoot van de rioleringsdienst. Deze werken zullen progressief aan een private onderneming toevertrouwd worden. Fonteinen 125/01)
en springjonteinen
(9423/
De vermeerdering van de raming wordt gerechtvaardigd door de ouderdom van sommige apparaten en de noodzakelijke modernisering. Openbare reinigings- en Vervoerdienst — 20.083.000
— 1547 —
(6 december 1972)
1972
1973
Overgedragen 28.448.000 37.983.001 Niet overgedragen 17.900.001 Rioleringsdienst (Zie eveneens toelichting.)
F
947/12/01 « Herstelling van oude riolen » De raming werd vermeerderd door een verhoging van de salarissen en de prijzen van het materieel en vooral wegens het groot aantal werven tôt herstelling van de openbare riolen waarmee in 1973 een aanvang moet gemaakt worden. 947/122/01 « Honoraria aan personen die niet tôt de administratie behoren » . De vermeerdering volgt uit de noodzaak om een beroep te doen op technici niet behorend tôt de administratie daar het personeelskader niet volledig bezet is. 947/123/01 « Administrante werkingskosten » Verhoging ingevolge de stijging van het indexcijfer en van de tarieven en de aankoop van materieel en kantoormachines. 947/124/01 «Technische werkingsuitgaven» Vermeerdering door de stijging van de lonen en de prijzen van het materiaal. 947/124/03 « Onderhoud en ruiming van collecteurs»
+
11.050.000
+
7.000.000
+
200.000
+
150.000
+
500.000
+
1-000.000
(6 décembre
1972)
— 1548 —
Vermeerdering door de stijging van de lonen en de prijzen van het materiaal. — 947/140/01 « Werken voor rekening van particulieren » De vermeerdering van de raming vloeit voort uit het groot aantal aanvragen van particulieren en diensten. Bovendien zal vanaf 1973 de toegewezen ondernemer belast worden met het bouwen en herbouwen van vertakkingen op het grondgebied van Neder-OverHeembeek en Haren. Begraajplaatsen — Begrajenissen — Lijkenvervoer en Lijkenhuis . . — 948/127/01 « Exploitatiekosten voor voertuigen » Verhoging door de vermeerdering van de prijs der grondstofffen en de kosten voor onderhoud van de lijkwagens.
+
2.000.000
+
175.000
+
100.000
Strijd tegen de luchtbezoedeling en het lawaai Bevoegdheid overgedragen aan de A g glomeratieraad. (Wet van 26 juni 1971, art. 2, § 9.) 3) G.U. Overdrachten
1.000.000
+
586.400
+
20.701.957
Deze verhoging vloeit voort uit de vermeerdering van de bijdrage van de Stad in de kosten van het Intercommunaal Laboratorium. 4) G.U. Schuld Stijging ingevolge belangrijke werken voorzien door de Rioleringsdienst.
_
1549 —
Zie buitemiewone becrotinu : — 947/733/01
(6 december
1972)
i F { 68.460.000 (Stad) I 127.140.000 (Staat) F
195.600.000
— 947/733/02 van « Vernieuwiim ( de Noordwijk » . . . . F { 28.000.000 (Stad) I 52.000.000 (Staat) J
F
80.000.000
(De lasten van deze leningen komen niet voor in het begrotingsontwerp 1972.) Op deze functie (945) worden tevens de interesten en de aflossing van de lening van 346.000 F aangerekend bestemd voor de financiering van de oorlogsschade ingevolge de inbeslagneming door de bezetter van twee voertuigen voor het ophalen van vuilnis. 1972
F. 96/97 — Ruimtelijke Stedebouw
Huisvesiing, ordenim> — . . . . .
.
Te verantwoorden . . . . 1) G.U. Personeel
1973
57.086.235
69.436.361
F + 12.350.126 F
+
8.580.000
2) G.U. Werking
+
3.975.000
— 971/122/01 « Huisvesting, ruimtelijke ordening en stedebouw — Honoraria en personeelsuitgaven voor personen die geen deel uitmaken van het Stadspersoneel»
+
2.000.000
Zie algemene opmerkingen. Stijging van het aantal in dienst zijnde personeelsleden.
Een krediet van 4.000.000 F blijkt onontbeerlijk. (Het krediet oorspronkelijk
(6 décembre
1972)
— 1550 —
op de begroting 1972 voorzien zal het ontwerp uitmaken van een begrotingswijziging.) 971/122/02 « Honoraria voor studies van verwezenlijking (Noordwijk) » .
—
Het aangevraagde krediet verdeelt zich als volgt : 1) Gemeenschappelijk Bureau Structures — Sobemap (van 1 januari tôt 28 februari 1973) F 2) Allerhande studiekosten . . . . Spéciale studies zullen moeten toevertrouwd worden aan private groepen : uitrusting van het bovenste plateau, verkeer, animatie van het plateau, gedetailleerde stedebouwkundige studies van particulière huizenblokken. 3) Studiekosten voor de inplanting van gemeenschapsgebouwen voor studies ter herinplanting van de Stadsscholen (Willem De Molstraat, Nicolaystraat)
1.200.000 2.000.000
1.500.000
F 971/123/02 «Diensten van het plan van Brussel en van Stedebouw — Uitrusting van de wijk van het Noordstation — Administratieve werkingsuituaven» F Invloed van de vermeerdering van de bevoorrading van gevoelig papier (zowel voor amoniak als voor fotocopie) en van de telefoonkosten. 971/124/01 «Technische werkingsuitgaven » . . . . . . . . . Vermeerdering van het krediet ingevolge de noodzaak het materiaal ge-
5.300.000
4.700.000
+
400.000
+
100.000
— 1551 —
(6 december 1972)
bruikt voor de reproduktie van dokumenten door fotocopie te vervangen of aan te vullen, evenals van de fototoestellen. — 971/123/03 1972 »
« Florida
Amsterdam —
150.000
Deelneming an de Stad in 1972 — Het krediet voor 1973 aangevraagd (100 duizend F) dient om volgende kosten te dekken : — terugzenden van het tentoonstellingsmateriaal en — terug op orde brengen van het afgestane perceel. — 971/121/01 — Nieuw artikel: « I n huur nemen van de lokalen van het eerste torengebouw van het World Trade Center van de Noordwijk en van de bijbehorende laagbouw » De jaarlijkse huurprijs bedraagt 7 miljoen 500.000 F (parameter en belasting incluis). De ter beschikkingstelling van de lokalen zal geschieden op 30 april 1973. De lasten worden op ± 1.750.000 F per jaar geschat. — 972/124/01 « Heizelvlakte — Allerhande kosten » Verhoging ingevolge de stijging van de kostprijs voor leveringen en handenarbeid. 4) G.U. Schuld Interesten en aflossing van leningen. De kostprijs voor de uitrusting van het Kluispark wordt op 15.500.000 F geraamd (en niet op 14.000.000 F zoals voorzien in 1972). m?m
M
+
6.500.000
+
350.000
+
106.126
LA ffllC w
* * * *
65, rue àoê Tanneurs 1000 BRUXELLES
(6 décembre
1972)
—
1552
— Vergelijking Brussel
Bevolking op 31-12-1970 .
.
.
van nettola
Antwerpen
Gent
161.089
226.570
149.2
477.957.231
549.717.647
201.613.*
2.967
2.426
1.3
130.237.301
142.220.173
808
628
73.691.; t
254.908.595
328.979.055
1 13.602
1.582
1.452
47.843.774
14.455.936
297
63
105.513.517
141.965.971
655
627
51 1.357.946
535.400.150
332.043
3.174
2.363
2
Politie :
Nettolast Last per inwoner Brandweer : Last per inwoner Openbare Onderstand : Nettolast Last per inwoner Kribben : Nettolast Last per inwoner
(2)
Reinigingsdienst : Nettolast Last per inwoner
65.064.
Onderwijs : Nettolast Last per inwoner
(1) In de begroting van de Commissie van Openbare Onderstan in begrepen. (2) De rekeningen over 1971 niet goedgekeurd zijnde. (3) De peutertuinen inbegrepen.
—
volgens de rekeningen over 1970 Anderlecht
Luik
1553 —
(6 december
197
(1).
Elsene
Molenbeek
Schaarbeek
147.277
103.753
87.524
68.756
118.95C
221.488.326
61.371.303
103.715.956
55.993.614
1 18.613.522
1.504
592
1.185
814
99"
97.780.763
14.243.580
19.506.429
12.155.473
20.238.84*
663
137
222
177
17(
209.441.433
92.797.636
88.967.594
894
1.016
63.75 1.778 927
102.882.53";
1.422
17.156.887
8.659.991 (3)
5.704.622
8.301.305(3)
86'
2.409.70(
116
83
65
121
61.640.966
42.482.105
41.841.803
21.162.623
52.1*4.59* 43?
143.828.733 1.209
418
409
478
308
429.677.721
136.430.128
111.248.698
62.930.182
1.271
915
2.917
1.315
2(
(6 décembre
1972)
— 1554 — BESLUIT
De financiële toestand van de Stad blijft moeilijk. Ondanks de overdracht van sommige bevoegdheden naar de Agglomeratieraad, waaruit een vermindering van de nettolasten van de Stad met 102,5 miljoen frank zou moeten voortvloeien (overdracht van de uitgaven met aftrek van de overdracht van de ontvangsten), ondanks de vermeerdering van ons aandeel in het Gemeentefonds wat een vermeerdering met 241 miljoen ontvangsten vertegenwoordigt, kon het evenwicht van de begroting slechts verwezenlijkt worden dank zij een belangrijke fiskale inspanning (opcentiemen op de onroerende voorheffing van 825 op 1.000 gebracht, aanslagvoet van de nijverheidsbelastingen verhoogd van 300 F tôt 400 F). De werkelijke invloed die de oprichting van de Agglomeratieraad op de begroting van de Stad zal hebben is nog niet bekend. De stijging van de prijzen, wedden, lonen, pensioenen en sociale lasten weegt zeer zwaar en is constant. Op dit ogenblik laat niets toe een oordeel te vormen over de toekomstige evolutie van deze lasten. Nieuwe noden en een groei van de bestaande noden openbaren zich op het gemeentelijk vlak (kribben, peutertuinen, sociale hulp, sport, jeugdpolitiek, speelpleinen, plantsoenen). De schuldlasten kunnen niet anders dan van jaar tôt jaar verzwaren ingevolge de leningen die zullen moeten aangegaan worden om de uitgaven en de buitengewone werken te kunnen financieren. Daaruit vloeit voort dat de toekomst zorgen blijft baren. Brussel, 20 november 1972. Vanwege
het
Collège
:
De Schepen van Financiën, P.J. D E RONS.
Functies
Ontvangsten
01 Schuld 12 Privaat Patrimonium 40/44 Verkeer en Wegen 55 Energieproduktie en -transport
.
.
.
70/75 Onderwijs 76 Jeugdvorming — Ontspanning — Sport 94 Volksgezondheid 96 Huisvesting — Stedebonw Stibtotaal Allerhande
(1) Hulpinbreng in gas en elektriciteit.
.
%
Uitgaven
%
1.392.030.918
48,—
773.936.200
21.40
55.300.001
1,90
346.360.000
9,60
730.100.000
25,60
873.701.000
24,20
62.410.000(1)
2,20
114.885.800
4,10
242.058.001
6.70
21.580.000
0,75
99.458.000
2,80
389.000.000
13.60
516.121.000
14.30
35.730.001
1,25
522.201.000
14,50
2.801.036.720
97,40
3.373.835.201
93.50
52.921.002
2,60
226.890.580
6,50
2.853.957.722
100,—
3.600.725.781
100,—
— 1557 —
(6 december 1972)
Buitengewone ontvangsten. Op de 2.854 miljoen ontvangsten. vertegenwoordigen de leningen afgesloten bij het Gemeentekrediet van België in het kader van de uitgaven bedoeld in het Regentsbesluit van 2 juli 1949 betreffende de financiële tussenkomst van de Staat in de subsidies voor het uitvoeren van werken door de provinciën en gemeenten, 290 miljoen (de 570 miljoen voor de prefinanciering van de Noord-Zuidas van de Métro niet inbegrepen). Letten we op de functie 01 Schuld : — 995.000.000 (opbrengst van de lening die einde 1973 zal uitgegeven worden) ; — 360.000.000 (aflossing van de niet geplaatste titels van de lening van de Stad uitgegeven in 1963).
Buitengewone uitgaven. Letten we op de functie 01 Schuld : — 752.761.200 (vervroegde terugbetaling op verzoek van de titelhouders van de lening van de Stad uitgegeven in 1963). Hierna volgt een overzicht van het werkenprogramma waarvan de uitvoering door de verschillende diensten voor 1973 wordt voorzien.
(6 décembre
1972)
— 1558 — Pag.
A . Dienst van Openbare Werken
1559
B. Bouwkunst
1573
C. Riolen D. Stedebouw
1575 (afdeling Ul) (voetpaden, gebouwen
die dreigen in te storten)
1577
E . Plantsoenendienst
1578
F. Openbaar Onderwijs
1579
G. Stadseigendommen
1582
H . Lakense Haard
1584
I.
1588
Brusselse Haard
J. S.A. du Logement de l'Agglomération Bruxelloise
1589
K. S.V. Régionale Maatschappij voor huisvesting van de Brusselse Agglomeratie L . Bevordering van de informatieverwerking M . Vroegmarkt
1590 .
.
.
1590 1594
—
1559 —
(6 december 1972)
PROGRAMMA VOORZIEN DOOR D E DIENST V A N O P E N B A R E W E R K E N Het begrotingsontwerp over het jaar 1973 berust in hoofdzaak op een dubbele indeling, een functionele en een economische. Voor wat de ontvangsten en uitgaven betreft voor de « functionele » catégorie, is de rechtvaardiging van de aangevraagde kredieten beschreven in de toelichting. Voor de « economische » catégorie die de gewone en buitengewone ontvangsten en uitgaven omvat, heeft de dienst van Openbare Werken de aangevraagde kredieten verrechtvaardigd in de hierboven vermelde toelichting. Waar. voor de gewone uitgaven geen bijkomende uitleg vereist is, is het nochtans noodzakelijk het gebruik dat van de kredieten voor buitengewone uitgaven zal gemaakt worden, nader te verklaren.
HUISVESTING — R U I M T E L I J K E O R D E N I N G STEDEBOUW Hoojdstuk van de inve.sieringen. Tussen de verschillende kredieten geraamd voor de investeringen, komt de rubriek van de onteigeningen, in het kader van de Stadsvernieuwing en van de strijd tegen de krotwoningen, tussenbeide voor een totaal bedrag van 594 miljoen 900.000 F. Dit zal toelaten de grondpolitiek in verscheidene wijken van de Stad voort te zetten in het kader van de stadsvernieuwing. de strijd tegen de krotwoningen, de wegenwerken en andere als gevolg van de verwezenlijkingen in die wijken. De onteigeningen of verwervingen betreffende de stadsvernieuwing en de strijd tegen de krotwoningen evenals andere hebben plaats in de volgende wijken :
— 1560 —
Wijken
Radijzen - uitbreiding Krakeel . . . Dinant-Hospitaal Lollepot . . . Dambord-Nieuwstraat Leopold Binnenring . . . Noord-Oost Aanaarding Pottenbakkers uitbreiding . . Lakensestraat E. Jacqmainlaan Samaritanesse . . Marollen rwyeninck . . . Industriële zone gele gen linkeroever ka naal . . . . Verlengde Versailleslaan . . Noord Nieuwe
Stadsvernieuwing onteigeningen of verwervingen van gebouwen
25.000.000 2.500.000 15.000.000 5.000.000 20.000.000 5.000.000 75.000.000 5.000.000 60.000.000
Wegenwerken en studies
3.000.000 8.000.000 2.000.000 200.000 200.000
24.000.000 50.000.000 15.000.000 15.000.000 2.000.000
5.000.000 15.000.000 100.000.000 40.000.000!
93.000.000
Onteigeningen of verwervingen van gebouwen in het kader van de strijd tegen de krotwoningen voor al de hierboven opgesomde wijken . . F
10.000.000
Hetzij een totaal van . F
594.900^000
— 1561 — Hiema enige commentaar betreffende deze verschillende wijken :
(6 december 1972) de kredieten voor
Radijzenwijk-uitbreiding : — Onteigeningen — Wegenwerken
III
il
m.
F
25.000.000 3.000.000
Totaal. F
28.000.000
Het onteigeningsplan, alsook het bijzonder plan van aanleg voor deze wijk. werden soedgekeurd bij koninklijk besluit van 24 juli 1968. Dit plan omvat het onteigeningsplan, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 27 juli 1961, waarvoor een ongezondverklaring bekomen werd op 5 november 1961. H
Bijna aile gebouwen die zich in deze eerste zone bevinden werden aangevorven of onteigend. Dit zelfde bestemmingsplan voorziet de bouw van een school ter vervanging van school n' 5, Bloemistenstraat, 24. evenals sociale gebouwen die heden verwezenlijkt worden door de Vennootschap Sorelo. De eerste faze is in afwerking door de Vennootschap Sorelo en heeft betrekking op 140 woongelegenheden, alsook op de bouw van 133 parkeerplaatsen. waarvan 104 ondergronds en 29 bovengronds. Anderzijds zijn de plannen voor de nieuwe school klaar en de aanvraag tôt bouwtoelating werd ingediend. De aanleg van wegen werd voorzien o.a. in de Huishoudens- en de Pluimstraat, in overeenstemming met de bouw van de sociale woningen en de nieuwe school. Er is op te merken dat het Collège het inzicht zou hebben het plan van deze wijk te herzien om het aantal te onteigenen gebouwen te verminderen, namelijk deze gelegen langs de Zuidlaan, de Bloemisten- en de Huidevettersstraat. Dit nieuw ontwerp is ter studie.
(6 décembre 1972) Krakeelwijk : — Onteigeningen — Wegenwerken
— 1562 —
F
2.500.000 8.000.000
Totaal . F
10.500.000
Het onteigeningsplan van deze wijk werd vastgesteld bij koninklijk besluit van 23 oktober 1963 en omvat aile gebouwen van de huizenblokken gelegen tussen de Wasserij-, de Huidevetters-, de Krakeel-, de Vanderhaegen- en de Nieuwlandstraat. A l de onteigeningen zijn verwezenlijkt. Het aangevraagde krediet is noodzakelijk voor het dekken van de nieuwe vergoedingen of gebeurlijke verhoging van de vergoedingen die door de Rechtbank zouden toegestaan worden voor de huidige in herziening zijnde onteigeningen. De wegenwerken die ten laste zijn van de Stad, omvatten de verwezenlijking van de nieuwe Krakeelstraat en van een deel van de Vanderhaegenstraat. De bijkomende wegenwerken zullen kunnen uitgevoerd worden bij de verwezenlijking van de tweede faze.
Dinant-Gasthuiswijk : — Onteigeningen — Wegenwerken
F
15.000.000 2.000.000
Totaal . F
17.000.000
Een nieuw bijzonder plan van aanleg is ter studie. Het bijzonder plan van aanleg evenwel en het onteigeningsplan werden goedgekeurd bij koninklijk besluit van 25 februari 1964, en zijn nog steeds van kracht. Drie ministeriële besluiten van onbewoonbaarheidsverklaring zijn verschenen. Het eerste op 19 mei 1965, heeft 33 gebouwen ongezond verklaard op de 34 die gelegen zijn
— 1563 — in het huizenblok gevormd door de straat en het Dinantplein. Het tweede 25 gebouwen ongezond verklaard op blok gelegen tussen de Dinant- en de
(6 december 1972) Trapstraat, de Dinantop 27 april 1966, heeft de 25 van het huizenVillersstraat.
Het derde op 29 augustus 1966, verklaarde slechts 7 gebouwen ongezond op de 54 van het huizenblok gelegen tussen de Trapstraat en de Sint-Jansstraat. Het krediet is hoofdzakelijk bestemd voor het verwerven van gebouwen die openbaar of onderhands verkocht worden in de zone begrepen tussen de Gasthuisstraat en de Villersstraat. Bovendien, maakt het de verwerving of de onteigening van onroerende goederen mogelijk, welke noodzakelijk zijn voor het verwezenlijken van het bijzonder plan van aanleg. De kredieten aangevraagd voor de wegeniswerken hebben betrekking op de gedeeltelijke wegeniswerken en de studiekosten die er uit voortvloeien.
Lollepotwijk : — Onteigeningen — Studiekosten
F
5.000.000 200.000
Totaal . F
5.200.000
Een ministerieel besluit van onbewoonbaarheidsverklaring van 27 november 1963 heeft een huizenblok ongezond verklaard. welke 21 percelen bevat, alleu gelegen tegenover de Lollepotstraat, de Oester- en Madrillegang en de Kolenmarkt. Het aangevraagde krediet is nodig voor de verwerving van de gebouwen vermeld in voornoemd besluit, welke zouden pubïiek of bij onderhandse overeenkomst verkocht worden. Het krediet voor studiekosten zou hoofdzakelijk dienen om te onderzoeken welke verwezenlijkingen zouden mogelijk zijn op de ontruimde terreinen van de aangeworven gebouwen.
(6 décembre
1972)
— 1564 —
Wijk Dambord-Nieuwstraat : — Onteigeningen
F
20.000.000
De verwezenlijking van het bijzonder plan van aanleg en van het onteigeningsplan, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 13 februari 1969 is in de eindfaze van zijn uitvoering. Het aangevraagde krediet zal toelaten de onteigeningen te voltooien, alsook de verwezenlijking van zekere innemingen van de Koolstraat. * ** Leopoldwijk : — Onteigeningen — Studiekosten
F
5.000.000 200.000
Totaal . F
5.200.000
De verschillende werken van het baankompleks, reeds verwezenlijkt of nog te verwezenlijken, op initiatief van het Ministerie van Openbare Werken, t.t.z., in de Wetstraat, de Belliardstraat en de daarop uitgevende straten, hebben onze administratie de verplichting opgelegd een bijzonder plan van aanleg op te maken voor 1 0 huizenblokken die betrokken zijn bij de verwezenlijking van dit baankompleks. De Stad heeft de groep « Structures » gelast met de studie van deze huizenblokken. Aangezien de Staat de onteigeningen uitgevoerd heeft nodig voor de verwezenlijking van sommige wegenwerken, t.t.z., de viadukt van de Belliardstraat naar de Justus Lipsiusstraat, vloeit hieruit voort dat de andere onteigeningen slechts zullen kunnen gebeuren in funktie van de bijzondere plannen van aanleg. De studies van deze bijzondere plannen van aanleg zijn aan de gang ; zij worden uitgevoerd in overeenstemming met de programmai van het Wegenfonds. Het krediet voor studieonkosten zou hoofdzakelijk dienen voor het onderzoek van
— 1565 —
(6 december 1972)
de verwezenlijkingen die zouden kunnen geschieden op de ontruimde terreinen van de verworven gebouwen en ook om de onkosten te dekken van de voorlopige of definitieve wegen.
Binnenring : — Onteigeningen
F
75.000.000
Het hoofdplan voor het Pentagoon voorziet een uitvalsweg waarvan het tracé in hoofdzaak zou omvatten : de Lombardstraat, de Keizerlaan, de Keizerinlaan, de Stormstraat, de Wolvengracht, het Zaterdagplein, de Oude Graanmarkt aan de kant van de Rijke Klarenkerk en de Sint-Goriksmarkt, om uit te monden in de Zuidstraat. Vier verkeerswisselaars zijn voorzien. Gerechtsplein (kruispunt van de Keizerlaan), Stormstraat (aan het eind van de Keizerinlaan), De Brouckereplein en tussen de Anspachlaan en de Zuidstraat. De verkeerswisselaar gelegen op het De Brouckereplein zal binnenkort verwezenlijkt worden. bij gelegenheid van de metrowerken. Het aangevraagde krediet zal toelaten te voorzien in een deel van de aanwervingen of onteigeningen. die gerealiseerd zouden moeten worden op het tracé van deze uitvalsweg.
Noord-Oostwijk : — Onteigeningen
F
5.000.000
De studies van de bijzondere plannen moeten herzien worden als gevolg van de werken welke ondernomen zijn door de Staat in deze wijk. Enkel het bijzonder plan van aanleg van de blokken gelegen langs de pleinen. is bijna voltooid en kan weldra aan de Gemeenteraad voorgelegd worden.
(6 décembre
1972)
— 1566 —
Dit plan bepaalt verschillende bestemmings- en hergroeperingsstroken van gebouwen, hoot'dzakelijk aan de hoeken van de straten. Bij gebrek aan eensgezindheid tussen de privaat personen voor het verwezenlijken van die hergroeperingen, zullen onteigeningen waarschijnlijk nodig zijn en daarvoor werd een krediet van 5.000.000 F op de begroting ingeschreven.
Aanaardingswijk : — Onteigeningen
F
60.000.000
Het bijzonder plan van aanleg en het onteigeningsplan van het huizenblok begrepen tussen de Hoogstraat, de Zuidlaan, de Aanaardingsstraat en het kompleks van de Brusselse haard. werden aan de Gemeenteraad onderworpen en aan de Hogere Overheid ter goedkeuring verzonden. Zij streven ernaar het kompleks van de Brusselse Haard te kunnen aanvullen door het trekken van een nieuwe straat tussen de Aanaardingsstraat en de Hoogstraat teneinde de aankomst van de ziekenwagens in het Sint-Pietershospitaal te versnellen.
Pottenbakkerswijk-uitbreiding : — Onteigeningen
F
24.000.000
In het kader van de studies voor de zone begrepen tussen de Anspach- en de Maurice Lemonnierlaan, het Anneessensplein, de Loofstraat, 't Kintstraat, het Bloemenhofplein, de Karthuizers-, Pletinckx-. Sint-Kristoffel- en Rijke Klarenstraat, kan worden voorzien dat de gezondmaking van de huizenblokken begrepen tussen de Loof- en de Anderlechtstraat en het « Philips-kompleks », een volledige vrijmaking van de grond noodzakelijk zal maken. Inderdaad. het merendeel van de gebouwen in deze huizenblokken gelegen, zijn onbewoonbaar en tôt afbraak bestemd.
—
Khi; le pets ipeit
1567
—
(6 december 1972)
De aangevraagde kredieten zullen toelaten de gebouwen gelegen tussen de Anderlechts-, de Loof- en de Gierstraat aan te kopen; de vrijgemaakte gronden zijn bestemd voor de afwerking van het kompleks « Pottenbakkers » van de Brusselse Haard. Het nieuw bijzonder plan van aanleg en het onteigeningsplan zullen weldra aan de Gemeenteraad voorgelegd worden.
Wijk van de Lakensestraat-Emile Jacqmainlaan : — Onteigeningen .F 50.000.000 Het ontwerp van bijzonder plan van aanleg en het onteigeningsplan zullen eerstdaags aan de Gemeenteraad voorgelegd worden. Het ontwerp van het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe ordening van de huizenblokken. Om dit te verwezenlijken is het nodig het merendeel van de gebouwen te verwerven of te onteigenen. Het gevraagde krediet zal toelaten de eerste faze van de verwervingen uit te voeren en de gebouwen aan te kopen die bij openbare verkoop of in der minne zouden verkocht worden.
Samaritanessewijk : — Onteigeningen
F
15.000.000
De Samaritanessewijk is begrepen tussen de Hoog-, de J. Stevens-, de Miniemen- en de Zwaardstraat. In het kader van de vernieuwing van deze wijk zal het nodig zijn zekere gebouwen te verwerven teneinde ze te herstellen en ze bewoonbaar te maken, zodanig dat de bewoners van de wijk er zich in zekere mate kunnen handhaven. De studies zijn in uitvoering.
(6 décembre
1972)
— 1568 —
Marollenwijk : — Onteigeningen
15.000.000
De Marollenwijk omvat de huizenblokken gelegen tussen de Hoog- en de Wynantstraat de Waterloolaan en de Dumonceau-. de Wol-, de Montserrat- en de Abrikozenboomstraat. De studie van de vernieuwing van de wijk wordt verricht en er wordt voorzien dat een bijzonder plan van aanleg en een onteigeningsplan eerstdaags aan de Gemeenteraad zullen voorgesteld worden. Uit het onderzoek van deze wijk blijkt dat gedeelten van huizenblokken zullen moeten vernieuwd worden. Met het oog op deze verwezenlijking zal het noodzakelijk zijn onteigeningen aan te vatten, namelijk binnen de huizenblokken. Er werd een plaatselijk comité opgericht dat met de administratie samenwerkt om de best mogelijke oplossing te zoeken, rekening gehouden met de bestaande gebouwen. Verwervingen zouden eventueel in 1973 kunnen verwezenlijkt worden.
Twyeninckwijk : — Onteigeningen
F
2.000.000
De plannen van aanleg en onteigening werden goedgekeurd bij koninklijk besluit van 31 januari 1961. In het kader van de verwezenlijking van de bedding van de wegen, zullen de onteigeningen voortgezet worden met het oog op de verwerving van de resterende gedeelten.
— 1569 —
(6 december 1972)
Industriële zone van de linkeroever van het kanaal : — Onteigeningen F 5.000.000 In het kader van dit ter studie zijnde plan van aanleg is een bedrag van 5.000.000 F voorzien voor de aankoop, onder andere in de Ransbeekstraat, van al wat in der minne afgestaan wordt — pare nummers. overeenkomstig het koninklijk besluit van 3 juli 1933 (de verwervingen noodzakelijk voor de verbreding van de Ransbeekstraat — onpare nummers worden hernomen in het volgend artikel).
Plan houdende herziening en uitbreiding van het plan van de verlengde Versailleslaanwijk : — Onteigeningen F 15.000.000 In afwachting van de goedkeuring bij koninklijk besluit. zijn vanaf heden aile minnelijke schikkingen en eventuele onteigeningen in het kader van het plan van de verlengde Versailleslaan, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 12 september 1967, mogelijk. Worden in dit artikel eveneens voorzien, de verwervingen nodig voor de verbreding van de Ransbeekstraat — onpare nummers — overeenkomstig het koninklijk besluit van 3 juli 1933 (de verwervingen voor de verbreding van de Ransbeekstraat — pare nummers worden in het vorige artikel geraamd).
Noordwijk : - Onteigeningen F - Werwerken - Sociale woningen en parkings in verband met de ontwerpen van de Lakense Haard . - Laagbouw en uitrustingen in de Helihaven - Slopingen - Studiekosten van verwezenlijking . . . Totaal . F
100.000.000 30.000.000 40.000.000 3.000.000 10.000.000 10.000.000 193.000.000
(6 décembre
1972)
Onteigeningen ,
— 1570 — F
100.000.000
In het kader van het bijzonder plan van aanleg, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 17 februari 1967 zal het Speciaal Bureau de laatste verwervingen voortzetten. In 1973 zal het verloop der onteigeningen bestaan uit de verwerving van gebouwen gelegen binnen huizenblokken waarvan de Stad grotendeels de eigendom heeft en zulks met het doel tôt bevorderen van promoties, alsmede de aankoop van gebouwen dewelke onontbeerlijk zijn voor de verwezenlijking van grote uitrustingswerken. Wegenwerken
F
30.000.000
Tijdens het jaar 1973 zal het nodig zijn ontlastings- en nieuwe toegangswegen tôt de in bouw zijnde werven, aan te leggen. Het betreft hier de Willem De Molstraat, de verlengde Willem De Molstraat en de Helihaven. Zijn eveneens van groot belang de plaatsing en verplaatsing van diverse leidingen (plaatselijke riolen, leidingen die de staatswegen kruisen, bevoorrading van nieuwe gebouwen). Sociale woningen en parkings in verband met de ontwerpen van de Lakense Haard . . F
40.000.000
Gelet op de vooruitgang van de bouw van vier gebouwen van de Lakense Haard, is het gepast om onverwijld tôt de konstruktie over te gaan van de laagbouw palende aan die gebouwen dewelke alzo harmonieus verbonden worden. Dit werk zal eveneens het beginstuk omvatten van de loopbrug in verbinding met het geheel van de Brusselse Haard. De kwestieuze laagbouw zal parkings bevatten en bovenop belegd worden met een vloerplaat voor het voetgangersverkeer en uitgerust met waterplekjes, groene zones, enz. Het ontwerp voor de bouw op deze plaats van woningen voor bejaarde echtparen werd onmogelijk. gelet op de nietuitvoering door de Lakense Haard van het gebouw dat twee vleugels van het gebouw voor bejaarde echtparen moet verbinden.
—
1571
—
(6 december 1972)
Bouw van een laagbouw en uitrustingen in de Helihaven T . . F
3.000.000
De N . V . Ondernemingen Amelinckx hebben bij overeenkomst aangenomen een eerste deel van de laagbouw op te richten, dewelke de eerste drie appartementsgebouwen verbindt. Het is onontbeerlijk in 1973. het massa-plan te bestuderen voor het resterende gedeelte van het blok hetwelk een katholieke school, een kerk en eventueel een sportzaal zal bevatten. Deze studies zullen eveneens dragen op het voorontwerp van de eerste faze van laagbouw die aan de Amelinckx-laagbouw paalt. Slopen van gebouwen
F
10.000.000
De slopingswerken zullen voortgezet worden teneinde de noodzakelijke wegen aan te leggen, het programma van overwogen konstrukties te verwezenlijken. de gewenste infrastruktuur aan te brengen en nieuwe promotiekansen te scheppen. Studiekosten van verwezenlijking . . . .
F
10.000.000
De omvangrijkheid van de verwezenlijking van de Noordwijk, verrechtvaardigt het beroep door ons bestuur op talrijke uitwendige specialisten. Studies van coôrdinatie zijn onontbeerlijk. Zij behelzen onder andere, het beheer van de planning van het geheel, het periodisch nazien van de vooruitgang der taken. de coôrdinatie van de nutsvoorzieningen, enz. Bovendien is de Stad ertoe gehouden specifieke problemen te laten bestuderen (aanleg van de bovenste vloerplaat, verkeer. animatie van de vloerplaat, gedetailierde stedebouwkundige studies van partikuliere blokken, studies van inplanting van gemeenschappelijke gebouwen...).
(6 décembre 1972)
— 1572 —
Nieuwe wijken : — Verwervingen, onteigeningen mende kosten
en
bijkoF
40.000.000
Inzake aanleg van nieuwe wijken zullen buiten wat hier voorafgaat. in het kader van plannen van aanleg of rooilijn welke goedgekeurd of ter studie zijn, goederen verworven worden die in openbare verkoop gesteld worden alsmede deze ons voorgesteld door de eigenaars. Diverse innemingen zullen verwezenlijkt worden overeenkomstig de vastgestelde rooiplannen.
Onteigeningen of verwervingen van gebouwen in het kader van de strijd tegen de krotwoningen F
10.000.000
In het kader van de strijd tegen de krotwoningen voor de verschillende hoger opgesomde wijken, t.t.z. : — Radijzenwijk-uitbreiding, — Dinant-Gasthuiswijk. — Lollepotwijk. — Leopoldwijk, — Dambord-Nieuwstraatwijk, — Binnenring. — Aanaardingswijk, — Pottenbakkerswijk-uitbreiding. — Wijk van de Lakensestraat-Emile Jacqmainlaan. — Samaritanessewijk, — Marollenwijk, — Neder-Over-Heembeek-Ffaren, moeten de aanwervingen of onteigeningen beslecht worden, overeenkomstig de gewijzigde wet van 7 december 1953, die subsidies ten laste van de Staat voorziet, waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen het totaal bedrag van de aanwerving of onteigening van het onbewoonbaar verklaard
— 1573 —
(6 december 1972)
gebouw en de waarde van het ontruimd terrein. Bijgevolg dient deze operatie afzonderlijk van de andere aanwervingen geboekt te worden.
BOUWKUNST De afdeling Bouwkunst vervolgt haar tussenkomsten met het doel de openbare eigendommen van de Stad te verbeteren. aan te vullen en te onderhouden. Haar interventies verhogen ieder jaar. zodanig dat de studies en uitvoeringen van de hierna vermelde werken voor 1973 ongeveer 500 miljoen bedragen.
a) Restauratiewerken van onde gebouwen en verschillend inrichtingen : — Restauratie van het gebouw, gelegen Hoogstraat 164 . F 5.000.000 — Stadhuis — Onderhoud der gebouwen, meubilair en verschillende werken . . 5.100.000 — Stadhuis — Brandbeveiliging . . . 1.000.000 — Aankoop en restauratie van historische gebouwen en kunstwerken . . . . 1.000.000 — Tussenkomst van de Stad in de restauratie van oude gevels 1.000.000 — Restauratie der gevels en daken van de gebouwen gelegen op het Martelarenplein (1*** faze) 6.000.000 — Muséum Schott, Eikstraat, 27 — Restauratie der gevels 3.000.000 — Oud gemeentehuis van Laken — Reinigen der gevels 2.500.000 — Kerk van Onze-Lieve-Vrouw ter Goeder Hulp — Reiniging 1.200.000 — Kerk van Joannes de Doper in het Begijnhof — Restauratie van de gevels 5.000.000 Totaal . F
30.800.000
(6 décembre 1972)
— 1574 —
b) Werken in de Schoolgebouwen : — Schoolgebouwen Verregatstraat . . F — School n 5/18 — Ommegang . . . — Kindertuin n ' 5 — School n 36 — Pagoden — Normaalschool Emile André . . . . — Atheneum Max en Lyceum Carter . . — School voor Houtbewerking . . . . — Académie voor Schone Kunsten . . . — Lyceum Emile Jacqmain — School n'" 39 — School n 37/40 — Atheneum Beyseghem — Kinderkribbe Bauwens — Kinderkribbe Joséphine-Charlotte . . — Bibliotheek n'' 14 — Kindertuin m 22 — Uitbreiding van de Schoolgebouwen, Bockstaellaan — Verschillende beveiligingswerken . . 1
1
1
1
15.000.000 10.000.000 10.000.000 13.000.000 10.000.000 13.000.000 3.000.000 20.000.000 10.000.000 21.000.000 55.000.000 25.000.000 3.500.000 4.500.000 10.500.000 2.500.000 29.500.000 9.000.000
Totaal . F
264.500.000
c) Verschillende werken : — Overbrengen der maçazijnen van de afdeling Bouwkunst F — Zwemkom van Haren — Sportcentrum van N . O . H — Opslagplaats van de Wegendienst, Verlaatstraat . . .
10.000.000 30.000.000 30.000.000
Totaal . F
73.500.000
3.500.000
d) Bovendien is de afdeling Bouwkunst belast met het uitvoeren van werken voor andere diensten en werken voor rekening van derden alsook onderhoudswerken die volgens de aanvragen 55.000.000 F zullen bedragen.
— 1575 — Totalen : — a) — b) — c) — d)
(6 december 1972)
F . .
30.800.000 264.500.000 73.500.000 55.000.000
Algemeen totaal . F
423.800.000
*
** Programma van de werken voorzien voor 1973. SANERINGS WERKEN, UITBREIDING V A N H E T RIOOLNET EN WEGENAANLEG Het aandeel van de Stad in de werken van de Intercommunales die de saneringswerken voortzetten op het grondgebied van de agglomeratie (Woluwe, Maelbeek, Molenbeek. Zenne) zal dit jaar 5.500.000 F bedragen (zelfde bedrag als vorig jaar). De overwelving van de Zenne aan de overkant van de Van Praetbrug is voorzien. Belangrijke rioleringswerken zijn voorzien op de begroting voor 1972 ; de tussenkomst van de Staat zal gevraagd worden voor : — De collecteur van Haren — 5' vak — 2'' deel (doorgang onder de sporen van het station Haren-Zuid) + verlenging van de collecteur van de Ganzeweidestraat tôt het station Haren-Zuid ; afhankelijk van het 27.000.000 verwerven van de grondinnemingen . . F — Collecteur van de Drootbeek. Deze werken worden uitgevoerd door de Intercommunale Maatschappij van de Molenbeek-Pontbeek waarvan de Stad schatplichtige is . . — Riool Dobbelenbergstraat (overgedragen en vermeerderd krediet)
10.000.000 14.000.000
(6 décembre
1972)
— 1576 —
Krediet voor werken uit te voeren in 1973 : Aanleggen van wegen en uitbreiding van het rioolnet die werken mogelijk gemaakt door het in gebruiknemen van de collecteur van Haren — 4" vak F
22.000.000
Verlenging Versailleslaan, tussen de Laskouter en de Kruisberg (riolen en wegen) ; deze werken hangen af van de mogelijkheid tôt het verwerven van grondinnemingen . .
15.000.000
Wijk van de F. Vekemansstraat : Aanleggen van riolen en wegen, mogelijk gemaakt door of onontbeerlijk met het oog op de openbare veiligheid, de verbreding van de F. Vekemansstraat F
10.000.000
Wijk van de Heembeekstraat : Wegenwerken die afhangen van de verwerving van grondinnemingen F Froduktiejmaking van de wegen en riolen) :
Mutsaardwijk
8.000.000
(Forumlaan —
De eindfaze van de werken van de Forumlaan is aangevat. Aanleggen van een definitief riool en verbetering van het wegdek. Romeinsesteenweg . F
8.000.000
Plein voor de ingang van het kerkhof van Brussel — Bestratings- en rioleringswerken .
5.500.000
Hernieuwing van de Noordwijk — Verleggen van de collecteurs en vervangen van het ontlastingskanaal naar de Zenne — Overgedragen krediet — Aandeel van de Stad . .
75.000.000
Aanleggen van riolen in de Marlywijk, o.a. de collecteur van de Vilvoordsesteenweg (van de hevelduiker van de Marly tôt de Marlylaan) overgedragen en vermeerd krediet . .
20.000.000
Krotopruimins — Kosten voor afbraak van gebouwen
10.000.000
— 1577 —
(6 december 1972)
Voormalige gasfabriek — Kosten voor afbraak en allerlei
2.000.000
Zijn eveneens aan te stippen, de belankrijke uitgaven nodig voor het onderhoud of het verbeteren van de wegen. Zij bedragen een som van ongeveer 50.000.000 F (er inbegrepen het onderhoud van de riolen over het ganse grondgebied), waarvan een deel de gewone begroting aanbelangt. **
Programma van de beoogde werken.
S T E D E B O U W — SECTIE III Wat betreft de werken aan de trottoirs, een som van 3.300.000 F, voorzien werd op het ontwerp van de buitengewone begroting voor de vernieuwing van de trottoirs rondom het park van Brussel (3° faze). Daar de vernieuwingswerken aan deze trottoirs over een période van vier opeenvolgende jaren gespreid werden, betreft deze som slechts één vierde van de totale raming. Eénzelfde som werd voorzien op de buitengewone begroting van de dienstjaren 1971 en 1972 voor de vernieuwing van de trottoirs langs het Paleizenplein en de Hertogsstraat waarvan de uitvoering thans aan gang is. In geval de voorziening voor het dienstjaar 1973 goedgekeurd wordt. zullen de werken uitgevoerd worden langs de kant van de Koningsstraat. Wat betreft de artikels : « Trottoirs ten laste van de Stad — Allerhande werken » en « Kosten voor afbraak van bouwvallige huizen » van de gewone begroting (respectievelijke voorzieningen 600.000 F ^en 300.000 F) kan er geen programma opgesteld worden, daar deze werken uitgevoerd worden volgens de noodzakelijkheid.
(6 décembre
1972)
—
1578
—
HUISVESTING — R U J M T E L I J K E STEDEBOUW
ORDENING
Hoojdstuk Investeringen. Voor de aanleg van groene zone's en speelpleinen in het kader van de stadsvernieuwing wordt een bedrag van 23 miljoen 500.000 frank voorzien. Afgezien van de inrichting van groenruimten in het Pentagon, wordt de actie gevoerd in de wijken zonder groene zone"s of waar onteigeningen en slopingswerken gebeuren. Een programma op halflange en lange termijn omvat werken op de volgende plaatsen : — Oude Graanmarkt. — Kruispunt Loksum-Keizerin. — Parkeerplaats van het Instituut voor Kunsten en Ambachten, — Telegraafstraat (gedeeltelijke verwezenlijking), — Kruispunt Thijs-Vanham-Jacobs Fontaine, — Kruispunt Fransman-Mode Vlierbergh, — Centrum stadsgedeelten Ferdaucilaan (8.000.000 F). — Centrum stadsgedeelten Huldergem, — Pastorij van Haren, — Heerlijkheidstraat, — Kluyspark te Neder-Over-Heembeek (15.500.000 F). Naargelang van de vordering van de ruwbouwwerken en de beschikbaarheid van werkkrachten, zal het programma uitgevoerd worden binnen de perken van het aangevraagde krediet van 8.000.000 F. Anderzijds zal de aanwending van het krediet van 1 5 miljoen 500.000 frank afhangen van de beslissing die moet getroffen worden t.a.v. de geplande beschermingsdijken tussen de woonwijk en de petroleuminstallaties te Neder-OverHeembeek langs het Kluyspark. * **
—
1579 —
(6 december 1972)
PROGRAMMA V A NDE WERKEN V O O R Z I E N D O O R H E T O P E N B A A R ONDERWIJS Bij de uitwerking van de begrotingsramingen heeft het Openbaar Onderwijs de nadnik gelegd op de veiligheidsproblemen, voornamelijk wat de beveiliging tegen brandgevaar betreft (vijfde en laatste schijf van 3.000.000 F) op de inrichting van de lokalen voor de verschillende soorten onderwijs evenals op de uitrusting van de genoemde lokalen. Zoals voorzien in de voorschriften die ons werden toegestuurd door de Dienst van Financiën, werden de vooruitzichten als volgt vastgesteld : 1° gezien de stand der werken en de principiële goedkeuringen. ontvangen van de Hogere Overheid, voor een zeker aantal bundels, in overweging genomen, werd een eerste schijf kredieten aangevraagd om ons toe te laten de werken in kwestie in aanbesteding te geven in de loop van het dienstjaar 1973 ; 2" door deze te beperken tôt de nodige bedragen om de onkosten van de werken die zullen uitgevoerd worden in de loop van dit dienstjaar te dekken. Rekening gehouden met hetgeen voorafgaat. belopen de kredieten die" nodig zijn om dit programma te voltooien 342.571.000 F verdeeld zoals voorzien op de tabel hierna.
i décembre
1972)
;rschillende scholen en Comité schoolmaaltijden . . . . F
igere School. luchtschool
iddelbaar en wijs
(L. S.
40.000.000 10.000.000 25.000.000 1.000.000 10.000.000 20.000.000 10.000.000
(Mid.)
15.000.000 10.000.000 1.000.000
Kleuter. Open-
Normaal onder-
(Norm.) î c h n i s c h onderwijs
.
.
.
1.000.000 10.000.000
.
unstonderwijs
20.000.000
leelpleinen
ulturele centra
6.000.000
ibliotheken
11.700.000
mtertuinen
3.000.000
Totaal . F
3.000.000
2 3 9.700.000
Nederlandstalig onderwijs agere-. Kleuter- en Openluchtscholen F ormaalonderwijs
echnisch onderwijs eutertuinen Totaal . F
4.800.000
—
G rote herstellingen
Verwarming Elektriciteit
1581
Uitrusting meubilair
—
(6 december
Aankoop jiebouwen
F
7.100.000
1972)
Honoraria F
3.000.000
250.000
4.500.000
3.250.000
15.00.000
.000.000 .000.000 .000.000
8.050.000
4.050.000 5.000.000
4.3XO.OOO
1.950.000
3.588.000
1.000.000
1.905.000
1.000.000
i oo.ooo
10.6 10.000
5.000.000 350.000
325.000
19.1X0.000
19.92X.000
1.300.000
25.500.000
1.350.000 550.000
363.000 X. 1 0 0 . 0 0 0
550.000
9.X
13.000
15.00.000
5.100.001)
(6 décembre 1972)
— 1582 —
DIENST D E R S T A D S E I G E N D O M M E N A. — Buitengewone uitgaven. Het programma der buitengewone werken opgesteld door de Dienst der Stadseigendommen, voor 1973, voorziet inzonderheid : — Buitengewone herstellingswerken — Aankoop van gebouwen : 20.000.000 F. Behalve de gewone uitgaven van onderhoud en in orde stelling der woningen, der trapzalen en gevels, zal de inspanning voor het verbeteren en moderniseren van installâmes en diverse uitrustingen worden voortgezet. Bovendien zullen bepaalde goederen worden aangekocht, naargelang de gelegenheid zich voordoet, om zodoende zekere groepen van onroerende goederen behorende tôt het privaat Domein aan te vullen. —
Vernieuwingswerken : 322.000.000 F : 1. Wijk van de Centrumlanen : 66.000.000 F : De modernisering van grote gebouwen langsheen de Anspachlaan en de Gretrystraat zal worden voortgezet met het oog op de verwezenlijking van comfortabele woningen die tevens voldoen aan de veiligheidsnormen. De ondervinding heeft uitgewezen dat de belangstelling die wordt opgebracht voor een moderne woongelegenheid in het centrum van de Stad deze investeringen rechtvaardigt. Het geheel van deze werkzaamheden zou toelaten binnen afzienbare tijd te beschikken over 200 goedingerichte woningen ; 2. Wijk Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw : 43.000.000 F : In toepassing van het vernieuwingsprogramma van deze wijk, is er voorzien dat in 1973 de volledige verbouwing van een groot gebouw gelegen Eredienststraat, 7/9/1 1, een aanvang zal nemen, alsook het in orde stellen van de daken en gevels van het Vrijheidsplein, en de modernisering binnenhuis van een tiental gebouwen ;
— 1583 —
(6 december 1972)
3. Wijk der Arteveldestraat : 119.000.000 F : De uitvoering van een eerste stadium van de bouw van ongeveer 100 woningen op de hoek van de Washuisstraat zal worden aangevat. alsook de oprichting van een gebouw Arteveldestraat. 73 tôt 91 ( l stadium: 34 woongelegenheden) ; 8 t e
4. Comple.x van Hallen der Voortbrengers : 1 1 miljoen frank :
•mseren
Begin der werken in 1973 van het eerste stadium der modernisering van dit complex dat 20 woongelegenheomvat ;
d
e
n
5. Bortiergalerij : 38.000.000 F : De Stad heeft het perceel aangekocht dat toegang geeft tôt de publieke doorgang naar de Magdalenastraat. De volledige restauratie van de galerij die in 1973 een aanvang zal nemen zal toelaten weer een handelsanimo tôt leven te brengen en woongelegenheden te maken langs de Sint-Jansstraat ; 6. Violetstraat 4/6/8 : 9.000.000 F : De plannen voor de oprichting in de nabijheid van de Grote Plaats van een « Kantwerk muséum » zullen verder worden bestudeerd. Tn dit muséum zouden de produkten van dit ambacht van internationale bekendheid worden samengebracht en tentoongesteld. De vernieuwingswerken van deze gebouwen zouden zodoende in de loop van 1973 een aanvang kunnen nemen ; g
f
7. Verscheidene andere kredieten voor een totaal bedrag van 36.000.000 F zijn voorzien voor de studies en het op touw-zetten van grote werken aan het Koninklijk Cirkus, voor de inrichting van de toegangen tôt het zogenoemde Huis de Bellone en de bouw van een ouderlingen complex op het grondgebied van de vroegere cemeente van Haren.
(6 décembre 1972)
— 1584 —
B. — Buitengewone ontvangsten. Een ontvangst van 55.000.000 F wordt voorzien voor de verkoop van bouwterreinen in verschillende verkavelingen alsook van eigendommen gelegen in Sint-Jans-Molenbeek. Bovendien, zal het afstand doen aan de Lakense Haard van een gedeelte van terreinen voorbehouden voor de bouw van sociale woningen in de wijk van het Noordstation, een ontvangst toelaten die geraamd wordt op 10.000.000 F. *
VERWEZENLIJKINGEN E N ONTWERPEN V A N D E L A K E N S E H A A R D V O O R 1973 A. — Werken in uitvoering in 1972. 1) Modelwijk — Gebouw 12. Het gebouw bevat 129 woningen, die als volgt verdeeld worden : — 30 studio's van 23,61 m woonruimte voor 1 persoon, — 30 woningen met 1 slaapkamer van 34,14 m woonruimte voor 2 personen, — 18 woningen met 1 slaapkamer van 43,60 m woonruimte voor 2 personen, — 17 woningen met 2 slaapkamers van 47,08 m woonruimte voor 3 personen, — 17 woningen met 2 slaapkamers van 54,29 m woonruimte voor 4 personen, — 17 woningen met 3 slaapkamers van 67,42 m woonruimte voor 5/6 personen. 2
2
2
2
2
2
Dit gebouw werd vanaf 1 april 1972 te huur gesteld. 2) Modelwijk — Gebouwen 9-10-11. Hetzij drie gebouwen. Ieder gebouw omvat 60 woningen : — 14 studio's van 23,44 m woonruimte voor 1 persoon, 2
— 1585 —
(6 december 1972)
— 14 woningen met 1 slaapkamer van 34.56 m woonruimte voor 2 personen. 2
— 16 woningen met 2 slaapkamers van 51.35 m woonruimte voor 3/4 personen, 2
— 16 woningen met 3 slaapkamers van 67.31 m woonruimte voor 5/6 personen. 2
— — — —
Het zij in totaal voor de drie gebouwen van 180 woningen : 42 studio's, 42 met 1 slaapkamer, 48 met 2 slaapkamers, 48 met 3 slaapkamers.
Het gebouw n' 11 wordt bewoond vanaf 15 juni 1972. Het gebouw n ' 10 wordt bewoond vanaf 15 september 1972. 1
Het gebouw n 9 wordt bewoond vanaf 15 oktober 1972. 1
3) Comptex Mellery 2 en Mellerystraten.
e
faze —
M. Desmaré-,
Wijngaard-
Bouw van 116 woningen voor Bejaarde Gezinnen + 1 woongelegenheid voor de huisbewaarder (117 woningen). Wijngaardstraat : 50 woningen. M . Desmaréstraat : 42 woningen ( + 1 woning voor huisbewaarder). Mellerystraat : 24 woningen. De woonruimten van deze 116 woningen verschillen van 31,16 tôt 38,21 m . 2
De woningen zijn bestemd voor bejaarde gezinnen. De ruwbouw en de afwerking werden aanbesteed op 1 maart 1971. De 50 eerste woningen zullen waarschijnlijk voltooid zijn op 1 november 1972 de 2 andere gebouwen in de lente van 1973.
(6 décembre
1972)
— 1586 —
B. — Bouwwerken in ontwerp. Complex Antwerpsesteenweg De Molstraat.
—
Helihavenlaan
—
Willem
Het voorontwerp voor het oprichten van de gebouwen 2 tôt 8 van dit complex is goedgekeurd door de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting en bevat 646 woningen. Gebouw I moet nog gewijzigd worden (oorspronkelijk 54 woningen). De gebouwen 2 en als volgt : — 31 studio's, — 19 woningen met — 36 woningen met — 18 woningen met De gebouwen deeld als volgt : — 23 studio's, — 16 woningen — 28 woningen — 14 woningen
5 bevatten elk 104 woningen, verdeeld
1 slaapkamer, 2 slaapkamers. 3 slaapkamers.
3, 4 en 7 bevatten elk 81 woningen. ver-
met 1 slaapkamer, met 2 slaapkamers, met 3 slaapkamers.
Gebouw 6 bevat 75 woningen waaronder : — 45 studio's, — 30 woningen met 1 slaapkamer. Gebouw 8 bevat 120 woningen waaronder: — 80 studio's. — 40 woningen met 1 slaapkamer. a) De funderingspalen voor de gebouwen 2 en 4 werden aanbesteed op 8 oktober 1970. De werken zijn voleindigd sinds 29 juni 1971 ; b) Voor de ruwbouw en de afwerking van de gebouwen 2, 4, 5 en 7 (370 woningen) werden de inschrijvingen geopend op 4 oktober 1971 : het bedrag van de werken wordt op 220.000.000 F geraamd (uitvoeringstermijn : 400 werkdagen).
_
1587
—
(6 december
1972)
Daar de prijzen door de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting te hoog bevonden werden, werden de werken op 25 februari 1972 opnieuw in aanbesteding gegeven en de « S.A. Constructions et Entreprises Industrielles » werd als uitvoerder aangewezen voor een bedrag van 194.098.785 F. De werken begonnen op 29 mei 1972 en de bij kontrakt vastgelegde uitvoeringstermijn bedraagt 400 werkdagen. De Lakense Haard heeft van de ondernemer C.E.I. verkregen dat de gebouwen zouden afgestaan worden naarmate ze afgewerkt zijn zodat het eerste gebouw te onzer beschikking zou gesteld worden op de 280 ' werkdag ( ± 1-11-1973). het tweede gebouw op de 330 werkdag (hetzij ± 1-3-1974), het derde op de 385 dag ( ± 1-6-1974) en het vierde op de 400 " dag ( ± 1-7-1974). sU
ste
ste
st
De Lakense Haard heeft een minder dure oplossing gezocht voor het oprichten van het gebouw I en de woningen voor Bejaarde Gezinnen. Hij heeft een verzoek ingediend tôt wijziging van het plan van aanleg en heeft van de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting de toelating bekomen om de plannen van een gebouw van 104 woningen te laten uitvoeren. waarvan de bouw zou kunnen toevertrouwd worden aan de aanbesteder van de vier in uitvoering zijnde constructies als uitbreiding van de onderneming en onder voorwaarde dat de prijs gunstig lijkt en dat de bouw zou aanvangen van zodra de ruwbouw van het vierde gebouw voltooid is. Het gebouw I heeft juist dezelfde indeling als de gebouwen II en V . Tweede faze. Met de oprichting van gebouw III kan een aanvang gemaakt worden van zodra het terrein dat thans gebruikt wordt door de school van de Willem De Molstraat door de Stad Brussel te onzer beschikking zal gesteld worden. De oprichting van de gebouwen 6 en 8, voor dewelke wij kredieten verkregen hebben van de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, kan aanvangen van zodra de Stad de
(6 décembre 1972)
— 1588 —
terreinen gebruikt door de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer van Brussel te onzer beschikking zal gesteld hebben. * ** D E BRUSSELSE H A A R D Bouw programma 1973. 1) Complex « Krakeelstraat » : a) reeds voltooid — eerste faze — 104 woningen — Contactcentrum ; b) in opbouw — tweede en derde fazen — 166 woningen. Voorzien datum van afwerking : begin 1974; c) in aanleg van aanbesteding : eindfaze — 131 woningen. Voorziene datum van het begin der werken : eerste trimester 1973. 2) Uitbreiding complex « Pottenbakkersstraat » — 750 woningen : De diensten van de Stad Brussel zetten de studie van het plan van algemene inrichting voort. De Brusselse Haard wacht op de vordering van deze studie om zijn projekt aan te vangen. Geen vooruitzicht voor het ogenblik. 3) Complex « Hoogstraat » : Zelfde opmerking als voor de Pottenbakkersstraat. 4) Hernieuwing van de Noordwijk » : Het Collège van de Stad Brussel heeft toegestaan tôt de overdracht aan de Brusselse Haard van het terrein gelegen tussen de verlengde Willem De Molstraat, de steenweg op Antwerpen en de Rogierstraat.
_
1589 —
(6 december 1972)
Een voorprojekt zal afgewerkt zijn voor het midden van de maand december. Het eindprojekt zal beëindigd zijn voor april 1973. Het terrein zal vrijkomen voor juni 1973. Begin der werken : tweede semester 1973. Projekt : min of meer 220 sociale woningen.
S.A. D U L O G E M E N T DE L ' A G G L O M E R A T I O N B R U X E L L O I S E Voor zie ne werken voor 1973. 1) Ver sailleslaan te Neder-Over-Heembeek : Tweede faze : 135 woonsten : Waarschijnlijk zullen 3 woonblokken in de loop van het eerste semester 1973 beëindigd zijn en kunnen verhuurd worden. De laatste 2 woonblokken zullen in principe in oktober 1973 afgewerkt zijn. Derde en vierde faze : + 300 woonsten : De aanbesteding zal voor het einde van 1972 geopend worden. 2) Aankoop van gronden : Een aanvraag tôt aankoop van twee gronden werd ingediend : een voor het bouwen van te verhuren appartementen en de andere voor te verkopen eengezinshuizen. We hopen dat tenminste één van die gronden ons in 1972 zal verkocht worden, met het oog op de aanbesteding in 1973. 3) Faze 5 (tjronden rechtover degene die fazes 1 en 2 betreffen). De aankoopakte zal kortelings verleden worden.
(6 décembre 1912)
— 1590 —
S.V. R E G I O N A L E M A A T S C H A P P I J V O O R HUISVESTING V A N D E BRUSSELSE A G G L O M E R A T I E Sociale bouwxverken — Radijzenwijk. De faze 1 van de bouwwerken bestaande uit 140 woningen werd op donderdag 15 juni 1972 door de Minister van Openbare Werken, de heer De Saegher, ingehuldigd. De garagen aangewezen door de bouwvergunning voor deze eerste faze konden niet verwezenlijkt worden en de toelating voor het bouwen van de ondergrondse garagen werd niet bekomen bij gebrek aan een definitief inrichtingsplan voor deze wijk. Programma 1973. Zolang, het inrichtingsplan van de wijk niet definitief zal afgesloten zijn, kan geen enkel ontwerp opgemaakt worden. kan geen enkele constructie verwezenlijkt worden.
BEVORDERING V A N DE INFORMATIEVERWERKING Het oprichten van een mechanografisch centrum in 1949 ; heeft de automatisatie van administratieve werken, met eenzelfde patroon en van grote omvang, mogelijk gemaakt. Na de eerste toepassing met de ontvangsten der Régies, dit tôt hun overname door Sibelgaz in 1964, heeft de mecanografie een uitbreiding genomen in samenwerking met de dienst der financiën en de Ontvangst der gemeentebelastingen. De gemeentebelastingen werden geleidelijk gemechaniseerd tussen 1952 en 1963, de pensioenen sinds 1952, de Gemeenteschuld (dienst der leningen) sinds 1962, de wedden van de centrale administratie en de brandweer sinds 1965 en de politie sinds 1968.
_
1591 —
(6 december 1972)
In tussentijd wendden andere diensten zich, voor de uitvoering van hun werken, tôt de mechanografische dienst ; Kieszaken in 1966, Contrôle op de uitgaven (boekhouding van de aanwendingen) in 1968 en de gemeenteëieendommen in 1969. Het jaar 1969 is een mijlpaal in de ontwikkeling van de automatisatie der administratieve werken. Inderdaad, enerzijds werden de klassieke — ponskaarten verwerkende — toestellen (tabulator, rekenmachines, enz.) door een kleine ordinator vervangen en anderzijds werd er een ontwikkelingsplan voor de informatieverwerking aan de Gemeenteraad voorgelegd. Dit plan voorzag, sinds de vestiging in het administratief centrum van de Stad, in de vervanging van de ordinator gebaseerd op kaartensysteem — door een ordinator die gebruik maakt van externe magnetische geheugens, evenals in de geleidelijke ontwikkeling, voor 1975, naar een geïnstalleerde verwerking en het gebruik van telecommunicatie. Dit laatste bestaat uit een permanente dialoog met de computer door gebruik van terminais, hetgeen het uiteindelijk doel van de ontwikkeling der diensten op gebied van mechanisatie omvat. Deze ontwikkeling staat in funktie van de omvang en ontwikkeling van de bestanden, welke intussentijd verwezenlijkt worden, en de uitbreiding van de verschillende toepassingen. Teleprocessing laat de gebruikers, onafhankelijk van hun fysische plaats, het onmiddellijk gebruik van de computer en de opgeslagen gegevens toe ; zij dit aan de winketten van het administratief centrum, in de verbindingsburelen, of in de schoot van de diensten zelf. De nieuwe computer werd geplaatst in 1971. De eerste omgewerkte toepassing was de uitbetaling van de bezoldigingen waarvan de herziene toepassing, aan de Personeelsdienst — een nieuwe gebruiker — een geaprecieerd werktuig ter hand stelt. In tussentijd. heeft de Stad in 1970 met het Rijksregister een overeenkomst gesloten aldus een voorsprong nemend in
(6 décembre
1972)
— 1592 —
de mechanisatie van de sektor « bevolking ». Nu reeds zijn er vier telexen in rechtstreekse verbinding met het Rijksregister voor consultatie en bijhouden van de informaties. Het bestand, samengesteld in samenwerking met het Rijksregister, zal in 1973, gebruikt worden op de ordinator van de Stad, na uitwisseling van de overeenstemmende magnetische geheugens. De statistische verwerkingen, lijst van de schoolplichtige kinderen, dienstplichtigen, worden reeds automatiser! verkregen. Belangrijke projecten zijn op dit ogenblik in hun ontwikkelingsstadium : a) mechanisatie van de bezoldigingen van het onderwijzend personeel en de kontrole op de toelagen ; b) heraanpassing van de vroeger opgevatte toepassingen, in funktie van een minder ontwikkeld toestel ; c) uitvoering van de werken bestemd voor de Brusselse en Lakense Haard ; d) het op punt stellen van een geïntegreerde verwerking voor de gemeenteboekhouding. Bijgevoegd tabel A geeft een algemeen overzicht van deze laatste toepassing. Deze integratie beperkt zich niet enkel tôt deze sector van de gemeentefinanciën. Het algemeen doel is, ervoor te zorgen dat, elk verzameld en opgenomen gegeven in het systeem te integreren, t.t.z. dat er geen nieuwe opname van geschiedt met als gevolg de opheffing van de onnodige werkposten, vermijden van fouten wegens herhaald overschrijven, een beter gebruik van het personeel, ontlast van de saaie « machinale » taken, een beter gebruik van de interesten, voortvloeiend uit een vlugger inkomen van de ontvangsten, en tenslotte, een voorleggen van de noodzakelijke elementen aan de gemeentemandatarissen voor het vergemakkelijken van complexe beslissingen. Tabel B omvat in schillende bestanden personen (fysisch en ving, ondergrond en
grote lijnen de relatie tussen de, in veropgeslagen, gegevens ; bestand van de zedelijk) bestand van de grondbeschrijconstructies, boekhoudkundig bestand.
— 1593 —
(6 december 1972)
Gelijklopend met de inspanningen ter modernisatie van de aanwendingsmogelijkheden onzer administratie, is het wel nuttig de inbreng van de Stad bij het onderling overleg en de samenwerking in het domein van de informatieverwerking op het niveau van de lokale en régionale gemeenschappen te onderzoeken. 1° Op gebied van onderling overleg : a) sinds de jaren 60 bestaan er diepgaande contacten tussen de mechanografische centra van de Steden Antwerpen, Brussel, Gent en Luik, die een opbouwende ideeënuitwisseling, voor het op punt stellen van bepaalde toepassingen, tôt gevolg hadden ; b) sinds 1968, bestaan er doorgedreven contacten, in het kader van de Vereniging van de Belgische Steden en Gemeenten — commissie voor informatieverwerking, met andere gemeenten ; c) sinds 1971, neemt het centrum voor informatieverwerking van de Stad deel aan de werking van het Interregionaal Comité van de Tnformatica centra van het Instituut Administratie-Universiteit Afdeling Plaatselijke en Régionale Besturen. 2" Op gebied van samenwerking : a) sinds 1966, voert het centrum voor informatieverwerking van de Stad werken voor de gemeente Ukkel uit ; b) ditzelfde geldt voor de gemeente Ganshoren sinds 1969 ; c) einde 1971, begin 1972, hebben de centra voor informatieverwerking van het Gemeentekrediet en de Stad Brussel, in samenwerking met funktionarissen van de gemeenten Anderlecht. Brussel, Jette en Sint-Joost-ten-Noode, een voorstudie over een geïntegreerd gemeentelijk boekhoudingssysteem verwezenlijkt ; d) werken voor de Brusselse Haard en de Lakense Haard zijn actueel in studie. In dit agemeen opzicht, heeft het Schepencollege in zitting van 8 oktober 1971. de principiële beslissing, welke ter gelegener tijd aan de Gemeenteraad wordt voorgelegd, genomen voor het oprichten van een regionaal informatiecentrum in
(6 décembre
1972)
— 1594 —
samenwerking met elke ge'ïnteresseerde administratie evenals met het Gemeentekrediet van België. Inderdaad, het is noodzakelijk om bij een zekere graad van automatisatie de bestaande middelen tesamen uit te buiten voor een optimaal rendement. Het is evenwel zeker dat. welke ook de struktuur van deze organisatie is, de gemeente alleenbeheerder blijft van de informaties die enkel de gemeente aanbelangen. *'*
OVERDEKTE MARKT, WERKHUIZENKAAI De ruwbouw van de nieuwe Overdekte Markt, in opbouw langs de Werkhuizenkaai zal einde 1972 beëindigd zijn. De Gemeenteraad heeft echter in zitting van 6 november 1972 beslist dat de Stad de kosten voor de inrichting tôt magazijn van de in concessie gegeven verkoopplaatsen ten hare laste neemt. Het einde van deze werken is voorzien voor 26 maart 1973. De voorlopige aanvaarding zal waarschijnlijk plaatshebben op voormelde datum en de opening van de Markt zou dan ook kunnen liggen tussen 15 en 30 april 1973. In deze bouw zijn voorzien voor de marktgebruikers : 100 verkoopplaatsen ingericht tôt magazijn voor de groothandelaars, 600 verkoopplaatsen voor voortbrengers, 846 parkingplaatsen. De exploitatie zal nog enkele aanvullende uitgaven vergen, zoals : — de aankoop van een constructie voor de administratieve diensten en voor de politiediensten ; — het nodige meubilair ; •— de signalisatietekens binnen en buiten de markt ; — het materieel nodig voor de reiniging en het onderhoud. enz.
— toni$traiie , f
le
n uit t£ ji;
itruktuurva, k r bliifi
|
ngen.
1595 —
(6 december
1972)
Het is eveneens mogelijk dat moet rekening gehouden worden met de aanvragen van de « cash and carry's » uitbatingen. de voortbrengers en de groothandelaars. de invoerders en uitvoerders die tôt op heden nog geen plaats hebben bekomen in de markt. Het is dus niet denkbeeldig dat aan een uitbreiding moet gedacht worden. Het Collège wil echter het resultaat van zes maanden uitbating afwachten alvorens de volgende faze aan te vatten.
mm Ml io opk ëindied ziji. 5 van (s ne de inriclÉj: (oopplaatai I is VOOGDQfl
Marktzout 3. tgebruiiers
voor de ft
itgaveo vers'
adniifli^ '
20 :
et 0 * ^
Bijgevolg, om voormelde investeringen en eventuele studiekosten te kunnen dekken, heeft het Collège het bedrag van het krediet voor 1973 op 20 miljoen vastgesteld. Herinneren wij er tenslotte aan dat er, o m de uitgaven die onherroepeli jk verbonden zijn aan de werken die het voorwerp van dit verslag uitmaken, te kunnen financieren, in de loop van het tweede semester van 1973 een lening van één miljard zal uitgegeven worden. De kredieten ingeschreven in de gewone begroting vertegenwoordigen een last van 117.500.000 F .
M . le B o u r g m e s t r e . L a parole est à M . l'Echevin De Rons pour faire l'expose gênera! du budget. M . l ' E c h e v i n D e R o n s . V o i c i . Mesdames et Messieurs, pour faciliter la discussion, j'ai cru opportun de remettre à chacun un exemplaire du petit rapport introduetif que je compte vous faire. D'abord pour le budget ordinaire. Après l'exanKn et la discussion du projet de budget de 1973 en Sections réunies, le budget se trouve pratiquement en équilibre. E n effet, l'excédent des dépenses sur les recettes se limite à 395.000 francs alors que le montant total des dépenses ordinaires se monte à cinq milliards de francs. Les dépenses ordinaires de l'exercice 1973 dépassent d'à peu près 581 millions le mon.ant des dépenses ordinaires qui est
(6 décembre
1972)
—
1596
—
p r é v u au budget initial de l'exercice 1972, le budget initial, sinon la c o m p a r a i s o n devient impossible. Il est donc fait abstraction ici des d é p e n s e s relatives aux attributions transférées par l a l o i d u 26 juillet 1971 au C o n s e i l d ' A g g l o m é ration, sinon vous auriez vu une augmentation des dépenses de 233 millions de plus en d é p e n s e s et en recettes. Plus de 61 % de ces d é p e n s e s sont afférentes aux traitements, salaires, pensions et charges sociales. O r , en matière de traitements et salaires d u personnel administratif, les prévisions sont b a s é e s , c o m m e j ' a i dit en Sections r é u n i e s , sur une hausse de 35 % p a r rapport aux p r é v i s i o n s de l'exercice de 1971. A u surplus, l'accroissement des besoins de l'Administration, de l a Police et de l'Instruction p u b l i q u e , a p r o v o q u é une extension t r è s s é r i e u s e des effectifs. L e personnel administratif s'est accru de 57 agents, le C o r p s de Police de 31 policiers, le personnel enseignant de 291 titulaires et le cadre ouvrier de l'Instruction p u b l i q u e de 88 u n i t é s . Il y a longtemps que ce p h é n o m è n e ne s'est plus p r é s e n t é lors d'une discussion de budget. L e montant des d é p e n s e s en m a t i è r e de traitements, salaires, pensions et charges sociales est p a s s é de 2,6 à un peu plus de trois milliards, soit une augmentation d'un peu plus de 4 0 0 millions de francs en une seule a n n é e . L ' i m p o r t a n c e des d é p e n s e s extraordinaires q u i nécessitent le recours à l'emprunt, les charges de la Dette se sont accrues é g a l e m e n t . L e budget o r d i n a i r e supporte une charge s u p p l é mentaire de 117 m i l l i o n s et d e m i en raison de l'émission d'un nouvel emprunt d'un m i l l i a r d , p r o d u i t de l'emprunt qui est d e s t i n é é v i d e m m e n t à financer les d é p e n s e s extraordinaires. L e subside p a y é par la V i l l e à la C o m m i s s i o n d'Assistance p u b l i q u e s'élève p o u r l'exercice 1973 à 68 m i l l i o n s , ce qui r e p r é s e n t e une m a j o r a t i o n de 48 m i l l i o n s et j ' a i ainsi cité les trois postes q u i , ensemble, r e p r é s e n t e n t , à peu de chose p r è s . Je total de l'augmentation des d é p e n s e s ordinaires. P o u r é q u i l i b r e r le budget o r d i n a i r e , i l a fallu trouver évidemment de nouvelles ressources q u i permettaient de couvrir la majoration des d é p e n s e s ordinaires-
—
1597 —
(6 december
1972)
V o u s savez q u ' u n n o u v e l effort fiscal a é t é s o l l i c i t é . L e s a d d i t i o n n e l s a u p r é c o m p t e i m m o b i l i e r ont é t é p o r t é s de 825 à 1.000, hausse q u i . jointe à l ' a u g m e n t a t i o n de l a v a l e u r d ' u n centime a d d i t i o n n e l , r e p r é s e n t e un a c c r o i s s e m e n t de ressource de l ' o r d r e de 2 1 7 m i l l i o n s de francs. L a hausse d u taux des taxes industrielles r e p r é s e n t e recette s u p p l é m e n t a i r e de 14 m i l l i o n s .
une
L a quote-part de la V i l l e dans le F o n d s des C o m m u n e s est p o r t é e à 125 % de celle effectivement p e r ç u e p o u r l ' e x e r cice 1 9 7 1 , d ' o ù ressources s u p p l é m e n t a i r e s de 241 m i l l i o n s . E n f i n , le subside de traitements ainsi que les subsides de f o n c t i o n n e m e n t sur l ' I n s t r u c t i o n p u b l i q u e ont é t é m a j o r é s de 142 m i l l i o n s , les d é p e n s e s o r d i n a i r e s ayant é g a l e m e n t a u g m e n t é de 2 6 4 m i l l i o n s . L a c r é a t i o n d u C o n s e i l d ' A g g l o m é r a t i o n et le transfert à cet o r g a n i s m e de certaines a t t r i b u t i o n s auront n é c e s s a i r e m e n t une i n c i d e n c e n o n n é g l i g e a b l e sur le budget de l a V i l l e . D e s contacts ont eu l i e u et se p o u r s u i v e n t encore entre les r e p r é sentants d u C o n s e i l d ' A g g l o m é r a t i o n et les d é l é g u é s des c o m m u n e s de l ' A g g l o m é r a t i o n b r u x e l l o i s e . D a n s l ' é t a t actuel de ces discussions, il n'est pas encore possible d ' é v a l u e r l ' i m portance exacte des r é p e r c u s s i o n s des d é c i s i o n s q u i seront prises à ce n i v e a u sur les recettes et les d é p e n s e s b u d g é t a i r e s . A cet é g a r d , les p r é v i s i o n s b u d g é t a i r e s de l ' e x e r c i c e 1973 ont é t é é t a b l i e s dans les c o n d i t i o n s suivantes —• et j ' i n s i s t e sur ces c o n d i t i o n s — ce sont des h y p o t h è s e s : a) Il est s u p p o s é que le C o n s e i l d ' A g g l o m é r a t i o n c o u v r i r a ses besoins p a r sa f i s c a l i t é et par d'autres ressources q u i l u i sont p r o p r e s ainsi que par des fonds p r o v e n a n t de l ' E t a t . Il n'est pas p r é v u de redevances à charge des c o m munes de l ' A g g l o m é r a t i o n b r u x e l l o i s e . Q u a n t à la q u o t e part de l a V i l l e dans le F o n d s des C o m m u n e s , il va de s o i que la p r é v i s i o n b u d g é t a i r e est é t a b l i e sur base de l a r é p a r t i t i o n en v i g u e u r depuis trois ou quatre ans, c o n f o r m é m e n t d ' a i l l e u r s aux p r é v i s i o n s q u i nous ont é t é c o m m u n i q u é e s p a r le M i n i s t è r e de l ' I n t é r i e u r . D a n s sa lettre, le M i n i s t r e de l ' I n t é r i e u r ne fait pas é t a t des m o d i f i c a t i o n s q u i i n t e r v i e n d r a i e n t dans la r é p a r t i t i o n d u fonds ;
(6 décembre
1972)
— 1598 —
b) En ce qui concerne la participation de la Ville dans les frais de fonctionnement des commissions culturelles, il n'est porté a u budget que le franc symbolique, la Ville étant dans l'ignorance la plus complète quant à l'importance que pourrait revêtir une telle participation ; c) Quant à l'indemnisation des biens et du matériel transférés a u Conseil d'Agglomération, comme aucune décision n'est intervenue en l'occurrence, il n'a pas été tenu compte jusqu'à présent de l'incidence qu'aurait éventuellement ce genre de transfert. D'après une première estimation — j'insiste sur le mot première estimation — de l'incidence sur les prévisions budgétaires de la création du Conseil d'Agglomération et du transfert a cet organe de certaines attributions, il résulterait de cette création et de ce transfert pour la Ville une diminution des recettes ordinaires de l'ordre de 1 1 5 millions et une diminution des dépenses ordinaires de l'ordre de 217.851.000 francs. Mais je le rappelle, ceci doit être interprété en tenant compte des libellés a), b). c). c'est-à-dire pas de redevance à payer et ne pas toucher à la quote-part de la Ville dans le Fonds des Communes, il n'est pas prévu de participation dans les dépenses des commissions culturelles. Il est tenu compte également, dans ces chiffres, du fait que les discussions actuellement en cours entre le Conseil d'Agglomération et les communes de l'agglomération n'ont pas encore abouti à des décisions claires et nettes, ce qui signifie que certains postes du budget tant en rece.tes qu'en dépenses pourraient subir encore des modifications. Il en résulte. Mesdames et Messieurs, qu'à mon avis la situation financière de la Ville demeure très précaire. Je me base sur les faits suivants : — la hausse des prix, des traitements, des salaires, des pensions et des charges sociales, qui est très sensible, nous l'avons vu. 35 %, eh bien, cette hausse se poursuit sans cesse et rien ne permet de prévoir qu'en 1973 et 1974 cette hausse pourra s'arrêter ; — des besoins nouveaux se manifestent et entraînent un sérieux accroissement des charges ; je pense ici aux prégardiennats. aux crèches, certaines dépenses en matière
_ l a
1599 —
(6 december 1972)
Vile à*
cuitu^ nbolique.\\ quant à r^e Pon: c
^ t.... „ _ ™ ooBjp ventueDau': J(1
^ iraitdcd dimmuto: tiffledÉ et
d ' é d u c a t i o n artistique. Instruction publique, etc., d ' o ù é g a l e m e n t l'accroissement des effectifs du personnel ; — ^ s vaste programme des travaux, et il est vraiment très vaste, et des d é p e n s e s extraordinaires ne saurait se réaliser sans le retour à l'emprunt. Q u i dit recours à l'emprunt dit n é c e s s a i r e m e n t aggravation des charges de la Dette au budeet ordinaire ; ' — ' l'incidence réelle qu'aura la création du Conseil d ' A g g l o m é r a t i o n sur les finances communales n'est pas encore connue. M a i s , il n'est pas impossible q u ' i l en résulte pour la V i l l e , non pas une é c o n o m i e , mais une aggravation de l a situation financière. Imaginons un te:instant qu'il y ait effectivement des redevances à payer, je songe aussi à notre quote-part qui, dans le Fonds des Communes, serait d i m i n u é e , et alors au lieu d'une é c o n o mie il en résulterait p e u t - ê t r e une charse s u p p l é m e n t a i r e . l e
e
n
tr
o u t r e
1.000 fuie. 3rett
t!î
tsdelatei f ' V3feà a
Quoi qu'il en soit, pour l'exercice 1973, nonobstant l'augmentation de notre quote-part dans le Fonds des Communes, r e p r é s e n t a n t tout de m ê m e un s u p p l é m e n t de 241 millions de recettes, l'équilibre du budget n'a pu être réalisé sans un effort fiscal c o n s i d é r a b l e qui atteint presque le m ê m e chiffre. O r , il est inconcevable, me semble-t-il, qu'un tel effort fiscal puisse se renouveler chaque a n n é e , je ne vois pas très bien la possibilité d'augmenter chaque a n n é e nos additionnels au p r é c o m p t e immobilier, ni de majorer d'un tiers le montant de nos taxes industrielles.
ises pourrai Quant au budget extraordinaire, les dépenses extraordinaires p r é v u e s au budget extraordinaire se montent à 3,6 m i l liards, ce qui est un record absolu dans l'histoire de Bruxelles. •e JeiiK^
('en i
u
, , .
,
En matière de Travaux publics, les crédits pour les expropriations ou acquisitions pour les travaux de voirie ou d'études s'élèvent à 595 millions. Le détail vous le trouverez dans le rapport, qui vous a été distribué, pages 106 à 114. Pour les travaux de restauration d'édifices anciens, les crédits se montent à près de 31 millions. Pour les travaux divers, notamment pour le bassin de natation de Haren et pour le complexe sportif de Neder-Over-Heembeek, les crédits atteignent 73 millions et demi. Pour les travaux d'assainissement, pour l'extension du réseau d'égouts. voirie. 232 millions ont
(6 décembre
1912)
—
1600
—
également été portés au budget. L e Service des Plantations prévoit des investissements de l'ordre de 23 millions et demi. A u chapitre de l'Instruction publique, les prévisions en matière de dépenses extraordinaires s'élèvent à plus de 342 millions et là, je me permets de me référer aux pages 1 21 à 123 du rapport. Quant aux Propriétés communales, le programme des travaux prévus est considérable, il comprend 20' millions pour des réfections extraordinaires et des acquisitions d'immeubles et alors 322 millions pour des travaux de rénovation à effectuer dans les immeubles du quartier des boulevards du Centre, dans le quartier de Notre-Dame-au-Neige, dans le quartier de la rue V a n Artevelde, Halle des Producteurs, galerie Bortier, à la rue de la Violette. L e rapport sur le projet de budget 1973 fournit également un aperçu, aux pages 1 26 à 1 30, du programme de construction de logements sociaux en cours de réalisation ou bien projeté dans un avenir très immédiat, au Foyer Laekenois, au Foyer Bruxellois et à la S . A . du Logement de l'Agglomération bruxelloise. Vous me permettrez. Mesdames, Messieurs, de me limiter à cet exposé qui est évidement très succinct, mais je crois qu'il rappelle tout de m ê m e les lignes essentielles de ce budget et, pour le surplus, je me permets de me référer au rapport, au cahier d'explication, au budget lui-même, ainsi qu'aux renseignements qui vous ont été fournis au cours de nos six réunions de Sections réunies. J'ai terminé. Monsieur le Bourgmestre. M . Pellegrin. Monsieur le Président, Mesdames et Messieurs, je me souviens de ce que sur ces bancs en 1965, à l'occasion de l'exposé général du budget pour l'exercice 1966, lorsque le groupe socialiste siégeait dans l'opposition, je m'étais fait le porte-parole de mon groupe pour rendre hommage à M . l'Echevin des Finances et à son équipe de fonctionnaires, pour l'effort qui avait été déployé en vue de présenter au Conseil, dans les délais voulus, non seulement le projet de budget lui-même, mais aussi un rapport clair et détaillé bourré de nombreux tableaux statistiques et de commentaires instructifs.
—
i
1601
—
(6 december
1972)
Vous trouverez donc tout à fait normal que cette a n n é e , le groupe socialiste é t a n t r e p r é s e n t é au Collège par deux é c h e vins aussi actifs que c o m p é t e n t s , je réitère à M . l ' E c h e v i n des Finances et à ses collaborateurs, tous les remerciements de notre groupe pour avoir pu mettre à notre disposition, une fois de plus, une documentation et des éléments chiffrés sous une forme p a r t i c u l i è r e m e n t soignée. Si, à ce propos, en 1965, j'avais été a m e n é à é m e t t r e quelques critiques au sujet de l a remise tardive de certains documents annexes au budget, je puis me réjouir, cette a n n é e , de ce que tous les é l é m e n t s nous sont parvenus dans un délai normal. E n rappelant ce petit incident, c'est dans le but d'insister, non seulement sur l'aspect constructif que p r é sentaient nos interventions, lorsque nous faisions partie de l'opposition, mais aussi sur le fait que le Collège a bien voulu en tenir compte, ce pourquoi je le remercie. Je suis donc d'autant plus à l'aise pour r e c o n n a î t r e les difficultés nombreuses auxquelles les techniciens se sont h e u r t é s , cette a n n é e , pour é l a b o r e r un budget en équilibre. Il suffit, pour en être convaincu, de lire, dans le rapport p r é s e n t é par M . l ' E c h e v i n des Finances, les d é p ê c h e s des 11 a o û t et 6 septembre 1972 é m a n a n t de la Direction générale de l a Gestion financière des Institutions régionales et locales du Ministère de l'Intérieur : je vise i c i les complications et implications que constituent le transfert des attributions dans le cadre de la l o i d u 26 juillet 1971 organisant les A g g l o m é r a t i o n s ainsi que la d é t e r m i n a t i o n des taxes se rapportant à ces m ê m e s attributions. M a i s pour en revenir au budget de 1973. l'analyse des nombreuses d o n n é e s qu'il comporte me permet de me réjouir de ce qu'il entre dans les intentions du Collège d'intensifier une politique que nous avons toujours défendue. A i n s i en est-il, par exemple, de l'efficacité des services qu'une administration, comme celle de notre V i l l e , est appelée à rendre à l a population. O n a pu constater, à ce propos, que certaines cloisons périmées ont été abattues et que, par l'implantation, par exemple, de « Centres de Contact », il est d o n n é une importance toute particulière aux p r o b l è m e s de la décentralisation de certains services vers les quartiers p é r i p h é r i q u e s .
(6 décembre
1972)
—
1602 —
E n matière de logements sociaux, tout en activant Ja réalisation de l'implantation, pour Je compte de la Ville, de différents complexes d'habitations, le Collège n'a pas manqué de mettre à l a disposition des sociétés de constructions agréées — et continuera à le faire en 1973 — de nombreux terrains sur lesquels sont et seront érigés de nombreux complexes d'habitations comportant des centaines de logements sociaux et semi-sociaux offrant tout le confort moderne à de nombreux travailleurs et p e n s i o n n é s à revenus modestes. Je rappelle, à ce propos, l'effort conjoint de l a Ville et de la Commission d'Assistance publique en vue de contribuer au paiement d'une partie du loyer dont doivent s'acquitter des locataires dont les revenus sont cependant absolument insuffisants ? Mais, puisque j ' e n suis au chapitre de la construction de nouveaux logements en ville, je me permets d'insister auprès du Collège pour qu'il mette tout en œ u v r e en vue de réaliser, de toute urgence, certains plans d ' a m é n a g e m e n t situés au centre de divers quartiers populeux, dans les environs du V i e u x M a r c h é et qui restent en souffrance depuis 1963, suite à certaines difficultés r e n c o n t r é e s a u p r è s des instances supérieures. E n m a t i è r e d'enseignement, le groupe socialiste continue à appuyer et à susciter des initiatives tendant à développer des institutions d'enseignement de la V i l l e et les œuvres qui en poursuivent l'action é d u c a t i v e . Dans ce domaine, notre groupe s'opposera fermement au transfert de nos écoles à l'Etat ainsi que l'a p r o p o s é , il y a une quinzaine de jours, pour une question de gros sous, notre collègue M . Brynaert, membre de la fraction P . L . P . de la Région bruxelloise. E n conclusion, Mesdames et Messieurs, je voudrais adresser, au Collège tout entier, un vœu ardent pour la réalisation de quelques objectifs auxquels le groupe socialiste tient p a r t i c u l i è r e m e n t . Il s'agit, notamment, de la mise sur pied et d u fonctionnement rationnel du « Conseil des Jeunes ». d'une part et du « Conseil des Etrangers ». d'autre part, de l ' a m é n a g e m e n t et de l'environnement de vieux quartiers qui sont en voie de r é n o v a t i o n , de l'implantation de plaines de
—
1603 —
(6 december
1972)
jeux et de l o c a u x de bricolage p o u r jeunes et m o i n s jeunes ainsi que de centres d ' a n i m a t i o n q u i auraient p o u r effet de maintenir sur place les d i f f é r e n t e s c a t é g o r i e s de notre p o p u lation. C o m p t e tenu d u fait que la V i l l e se verra retirer, dans u n avenir p r o c h a i n , certaines de ses attributions q u i seront transférées au C o n s e i l d ' A g g l o m é r a t i o n , nous e s p é r o n s , au groupe socialiste, que le C o l l è g e en profitera p o u r concentrer encore davantage d'efforts, p o u r rendre des services plus n o m b r e u x et plus efficaces à sa p o p u l a t i o n d'origine et à ceux de nos concitoyens de n a t i o n a l i t é é t r a n g è r e dans tous les domaines qui demeurent de la c o m p é t e n c e des p o u v o i r s l o c a u x : B r u x e l les est en pleine mutation p o u r r é a l i s e r sa d e s t i n é e de C a p i tale e u r o p é e n n e et de grande ville m o n d i a l e . N o u s avons à c œ u r de c o l l a b o r e r à cette mutation dans l'intérêt g é n é r a l . C'est dans cet esprit que nous soutenons l'action d u C o l l è g e et que nous voterons le budget de 1973. M . G u i l l a u m e . M o n s i e u r le B o u r g m e s t r e , mes chers C o l lègues, voici donc venu le moment de l a discussion d u budget de 1973, ce q u i va permettre à l'opposition d ' é m e t t r e son avis sur l a p o l i t i q u e p r a t i q u é e en 1972 et de formuler des critiques en vue d'une p o l i t i q u e future que nous souhaiterions mieux a d a p t é e aux besoins et aux désirs de l a population bruxelloise. S'il est b o n de v o i r l'ensemble de cette politique suivie par la m a j o r i t é , je crois que vous me permettrez aussi. M e s dames. Messieurs, de faire le b i l a n de l'action de l ' o p p o s i t i o n , de cette jeune o p p o s i t i o n n é e le 11 o c l o b r e 1970 et q u ' u n é c h e v i n . bien i m p r u d e m m e n t , dans une lettre a d r e s s é e à ses é l e c t e u r s le 6 novembre 1970', qualifiait d'opposition : « . . . ne constituant aucune utilité au sein de cette a s s e m b l é e , d'opposition, disait-il, dont la p r é s e n c e est u n seul avantage de prestige, sans aucun avantage g é n é r a l », fin de citation. 1
C e n ' é t a i t pas l'avis des 2 2 . 4 4 4 é l e c t e u r s bruxellois q u i c o n s t i t u è r e n t cette o p p o s i t i o n en octobre 1970 , ce n'est toujours pas leur avis à l'heure actuelle, l'action qu'elle a m e n é e depuis son e n t r é e dans cette a s s e m b l é e apportant a p r è s deux ans. u n d é m e n t i aux affirmations de cette lettre, à laquelle 1
(6 décembre
1972)
—
1604 —
je fais allusion avec un m a l i n plaisir. Il est toujours imprudent d'affirmer sans c o n n a î t r e , et je reste p e r s u a d é que l'auteur de ces lignes doit certainement regretter de les avoir écrites un jour. C e c i é t a n t dit. nous restons é m e r v e i l l é s devant l'énorme travail que constitue l a r é d a c t i o n des 426 pages d u projet de budget, assorties de 136 pages de rapport et de 166 pages d u cahier d'explications, cahier d'explications dont je reparlerai d'ailleurs tout à l'heure. U est correct, je crois, de rendre hommage aux fonctionnaires de la V i l l e q u i , par leur haute c o m p é t e n c e et leur conscience professionnelle, ont é l a b o r é cet ouvrage. A y a n t travaillé, comme chaque a n n é e à cette r é a l i s a t i o n , depuis le mois de juillet, il eut été n o r m a l de ne pas exiger d'eux des heures s u p p l é m e n t a i r e s , d'ailleurs non r é m u n é r é e s pour assister à la discussion du budget. L e s E c h e v i n s é t a n t p a r t i c u l i è r e m e n t tous compétents, l ' é c h a n g e de vues aurait alors p u se passer en l'absence des fonctionnaires ; je crois que ceux-ci y auraient gagné des heures à consacrer à leurs loisirs, à leur famille et la discussion aurait e u lieu p e u t - ê t r e , comme on disait au Moyen A g e . à « armes é g a l e s ». C'est ce que nous pensions d'ailleurs l a semaine dernière lors de la discussion en Sections r é u n i e s . N e les voyant pas, nous pensions qu'ils é t a i e n t r e n t r é s chez eux puisqu'ils ne participaient pas p a r m i nous et avec nous à la légère collation traditionnelle. M . L o m b a e r t s a d é p l o r é en notre nom et nous d é p l o r o n s encore aujourd'hui la d é c i s i o n prise de ne plus permettre aux fonctionnaires de « casser l a c r o û t e » en compagnie des mandataires c o m m u n a u x auxquels ils sont si n é c e s s a i r e s et si utiles en d'autres circonstances. C e c i é t a n t dit et devant ê t r e dit, le C o l l è g e nous soumet un budget se c l ô t u r a n t en é q u i l i b r e , c o m m e dit M . l'Echevin, comme le p r é c i s e le rapport et comme le confirme notre honorable c o l l è g u e , M . Pellegrin. A l'origine, il manquait 1.300.000 francs pour que cet é q u i l i b r e soit parfait, ce n ' é t a i t pas é n o r m e , je suis d'accord, sur cinq milliards. Les amendements q u i ont été a p p o r t é s lors de l ' é t u d e en Sections r é u n i e s ont r a m e n é le mali à 3 9 5 . 3 8 4 francs. Disons donc
—
ste persuad-"" retterdej <j pajtejL tetdejtt evan[
Ds
don!je-
9 aux fe.; npetenc; a •
q
^
r e s t e
e
^
e
c
'
n c
e
l
n
e
m
'
S m a
P
u l l l t > r e
rds,
c
e
u i s c
s
t
u
1605
l
u e
n
e
—
(6 december
1972)
l'avez dit. Sur u n ensempaille. v
o
u
s
A c ô t é de cette t r è s l é g è r e imperfection, je vais maintenant m'efforcer de vous montrer que l ' é q u i l i b r e , c o m m e vous l'annoncez, est u n é q u i l i b r e tout à fait instable et que le budget de l a V i l l e de B r u x e l l e s est au contraire d é s é q u i l i b r é . L e s d é p e n s e s ordinaires d é p a s s e n t d'un m i l l i a r d les d é p e n s e s figurant au budget initial de 1972, mais ce que l ' o n n'ajoute pas, c'est que ce budget de 1972 a subi, en cours d ' a n n é e , huit m o d i f i c a t i o n s . C e n'est donc pas sur l a situation de l'exercice p r é c é d e n t q u ' i l faut se baser p o u r l ' é t a b l i r , mais bien, je crois, sur la situation m o d i f i é e en cours d'exercice. Je crois que cela eut é t é beaucoup plus simple. Ces m o d i f i c a t i o n s b u d g é t a i r e s que nous avons connues constituent d è s lors une pratique de plus en plus à l a mode a u j o u r d ' h u i , pratique q u ' i l y a l i e u de combattre. Je M i n i s t r e de l ' I n t é r i e u r faisant d ' a i l l e u r s à ce sujet des remarques pertinentes. C e s augmentations b u d g é t a i r e s beaucoup trop n o m breuses à notre avis donnent ainsi une idée tout à fait fausse de l ' é c o n o m i e g é n é r a l e d u budget. Si nous partons de l ' a u g m e n t a t i o n de 5 8 0 m i l l i o n s que vous justifiez par l ' a u g m e n tation des traitements et salaires, je veux bien l'admettre, l'alourdissement des charges et l a Dette, vous en avez p a r l é , et une majoration des subsides à la C o m m i s s i o n d'Assistance p u b l i q u e , tout cela nous permet de croire, q u ' é t a n t d o n n é tout ce que je viens de vous dire concernant les modifications b u d g é t a i r e s , nous c o n n a î t r o n s en cours de l ' a n n é e 1973. de nouvelles et nombreuses autres modifications. L a charge de l a Dette s ' a c c r o î t de 117 millions, d û à u n nouvel e m p r u n t d ' u n m i l l i a r d . E n 1972, u n m i l l i a r d d é j à avait d û ê t r e e m p r u n t é q u i conditionnait les travaux e x t r a o r d i n a i res. A m a connaissance, p o u r bon nombre de ces travaux, les subsides de l ' E t a t n'ont toujours pas é t é sollicités. E t c'est le cas, je crois, en ce qui concerne les installations du M a r c h e m a t i n a l dont je reparlerai d'ailleurs tout à l'heure. C e recours à l'emprunt de deux milliards en deux ans constitue une pratique que je qualifierai de terrassier faisant u n trou p o u r en boucher un autre faute de d é b l a i s . M a l g r é les 162 millions de charge en moins et q u i sont dus au passage
(6 décembre
1972)
—
1606 —
de certaines attributions à l ' A g g l o m é r a t i o n , malgré cela, malgré cet emprunt nouveau d'un milliard, la V i l l e de Bruxelles effectue une ponction s u p p l é m e n t a i r e dans le portefeuille du contribuable. Et cette ponction se chiffre par 217 millions au p r é c o m p t e immobilier, 14 millions de taxes industrielles. Les i n d é p e n d a n t s , déjà en difficulté, a p p r é c i e r o n t certainement cette décision. D'autre part, la rectification dans la part du Fonds des Communes a m è n e r a une recette s u p p l é m e n t a i r e de 241 millions. Je le veux bien, mais il fallait alors tenir compte que dans les 2.243.320.000 francs constituant la quote-part dans ce Fonds, 4,96 % doivent revenir à l ' A g g l o m é r a t i o n par suite du transfert du Service des Pompiers. Ces 4,96 % représentent 11.268.672 francs. N ' e n ayant pas tenu compte, la recette s u p p l é m e n t a i r e de 241 millions ne sera donc en réalité que de 130' millions ce qui déséquilibre déjà le budget dès le début et a m è n e r a à plus forte raison, en 1973, des modifications b u d g é t a i r e s dont je vous parlais il y a u n instant. Voilà une preuve faite. V o i l à quelques considérations qui semblent prouver que si le budget de 1973 est équilibré, d ' a p r è s vos d é c l a r a t i o n s , d ' a p r è s l a d é c l a r a t i o n de M . Pellegrin, les mois que nous allons maintenant c o n n a î t r e prouveront tout à fait le contraire. Je voudrais aussi soumettre certains exemples de surestimations de recettes. N o u s les détaillerons lors de la discussion des différents articles et mes collègues s'en chargeront. Mais, dès à présent, je voudrais déjà relever les postes 38, 39 et 40 des recettes. Ils forment un montant de 5.935.000' francs de taxes sur les calicots, r é c l a m e s et affiches. Je ne prendrai que cet e x e m p l e - l à , je vous l ' a i dit, mais je laisse à mes collègues le soin de détailler les autres cas. O n peut discuter longtemps sur cette question, je le sais, mais ce que l'on ne peut nier c'est que l'environnement est une matière transférée. Nous estimons que toute cette publicité constitue bien une matière d'environnement qui, dans bien des cas, constitue une véritable pollution pour la V i l l e et M " " ' V a n Leynseele ne me d é m e n t i r a pas, elle q u i plaidait l a semaine dernière contre ces enlaidissements. C'est donc bien une pollution, une
—
1607 —
(6 december
1972)
¥a\ï-
1
m
Ville de R islep fT ep j' ^s îràr 1
k
orte
ar
îa
^cierontce^
ntaire de Mj | ^nir compte ç: 'a quote-panè :
n,
PfKpresc: compte,fa 'ne en réalité r udïefdèsled des modificÉ s[jt 1D
ar :
a
pollution de la vue. E l l e devrait être réglementée, et, par conséquent, taxée par le Conseil d ' A g g l o m é r a t i o n . C'est notre avis, mais c'est aussi l'avis q u i a é t é e x p r i m é par le Ministre ^ l'Intérieur disant : « L ' A g g l o m é r a t i o n a le pouvoir de réglementer en ce domaine et, par voie de c o n s é q u e n c e , détient le pouvoir fiscal ». Voilà une cause s u p p l é m e n t a i r e du d é s é q u i libre du budget. £
L e 29 novembre 1971 déjà, le p r é s i d e n t Lagasse déclarait qu'il convenait que le Conseil communal, dans son ensemble, apporte une attention toute particulière à la discussion du budget en tenant compte, disait-il. que 1972 serait l'année o ù une série d'attributions des communes bruxelloises seraient transférées au Conseil d ' A g g l o m é r a t i o n ,
TO
âI
Cette remarque n'a été entendue que d'une oreille très distraite. Je viens de vous en donner une p r e m i è r e preuve, ^ ° U è g u e s vous en donneront d'autres au fur et à mesure de la discussion. L a moindre explication que nous attendons de vous sera certainement celle concernant l'article 58 des recettes : « Taxe à l'impôt des personnes physiques », je n'en dirai pas plus, M . Artiges se fera un plaisir de vous poser des questions très précises sur cet article. Je n'en dirai pas plus pour ne pas déflorer le sujet, mais vous avouerez, Mesdames et Messieurs, que l'opposition ne manque pas d'élégance, a n n o n ç a n t la couleur bien longtemps à l'avance. e
s
c
Je terminerai cette brève analyse déjà significative en comparant les recettes ordinaires de 1972 et 1 9 7 3 : 1 9 7 3 : 5.190.431.000'. 1 9 7 2 : 4.372.694.000, soit 817.757.000 d'augmentation de recettes. Nous sommes donc a m e n é s à constater que l'augmentation de 1973 par rapport à 1972 représente 18 % et des poussières, alors que celle de 1972. par rapport à 1971. était déjà, elle, de 12 r . Voilà donc l'évolution en deux ans. r
De l'avis du Ministre de l'Intérieur, l'année 1972 a été m a r q u é e par une nette tendance à l'aggravation des déficits b u d g é t a i r e s et, ajoute-t-il. « e n cas de difficulté, vous avez à comprimer ou à supprimer les dépenses qui ne sont pas rigoureusement indispensables ». Ce n'est pas, me semble-t-il. la ligne de conduite suivie par la V i l l e de Bruxelles, quant au projet de budget m ê m e . « 11
(6 décembre
1972)
— 1608 —
aurait dû », comme le réclame le Ministre de l'Intérieur dans sa lettre du 1 1 août dernier, « refléter exactement l'état des finances communales au cours de l'exercice 1973 tant en ce qui concerne les crédits de recettes que les crédits de dépenses ». Je vous ai donc donné quelques exemples de ce reflet déformé. Toutes ces taxes, tous ces emprunts, ces surestimations, pour mener en 1973 une politique semblable à celle qui, en 1972, fit à Bruxelles, plus de mécontents que d'heureux. Je dirai maintenant un mot de la politique sociale. Elle coûte cher, elle coûte même très cher, il faut bien le reconnaître. La majoration des subsides à la Commission d'Assistance publique dépassera en 1973 de 48 millions les subsides de 1972. Nous ne pouvons que nous en réjouir, ayant voté comme nos collègues de la Commission d'Assistance publique Je budget à l'unanimité. Je réclamerai toutefois l'attention de M. l'Echevin de l'Assistance publique sur une politique en faveur des handicapés graves, une idée que je voudrais lancer. Sans vouloir nous substituer à l'Etat qui, en ce domaine, remarquons-le tous, manque totalement aux engagements pris par les déclarations du feu Gouvernement, c'est une politique à suivre à l'échelon communal également. La Ville de Bruxelles doit s'intéresser particulièrement à cette catégorie de défavorisés. Et c'est pourquoi. Monsieur l'Echevin, je voudrais vous soumettre une idée, une idée qui me tient particulièrement à cœur, comme elle tient à cœur à tous mes collègues de l'opposition F.D.F. Bon nombre de handicapés son! dans l'impossibilité d'utiliser les transports en commun, leur handicap ne leur permettant pas d'escalader les marches d'accès des trams et autobus. L'Echevinat de l'Assistance publique ne pourrait-il mettre au point ce que j'appellerai un service de délivrance de chèques-taxis ? De quoi s'agit-il ? Il s'agirait de chèques établis pour un montant forfaitaire à déterminer. Ce n'est pas le moment d'entrer dans le détail ici. Ce que je veux, c'est lancer l'idée : un montant forfaitaire, couvert par des chèques remis à ces handicapés, leur permettrait de prendre un taxi sans frais.
_
1609 —
(6 december
1972)
Bien entendu, je le disais au début, un p r é a l a b l e doit être posé, un c o n t r ô l e sérieux doit être fait et des conditions d'obtention bien précises doivent être d é t e r m i n é e s . Il faudrait, par c o n s é q u e n t , M o n s i e u r l'Echevin, commencer par établir un inventaire des h a n d i c a p é s graves domiciliés sur notre territoire. U n e é t u d e p r é a l a b l e serait à envisager et je sais que bon nombre d'organismes s'occupant des h a n d i c a p é s physiques, et p a r t i c u l i è r e m e n t des h a n d i c a p é s moteurs graves, se feraient un plaisir d'aider l'Administration dans l'étude en question. V o u s allez me demander de définir un h a n d i c a p é grave ? C e n'est pas le moment d'en discuter, mais je crois qu'on peut prendre un pourcentage de handicap qui varie aux environs de 75 % , ce qui est g é n é r a l e m e n t considère à l'échelle nationale. Je vous soumets cette idée, vous laissant le temps d'y réfléchir. C e n'est pas aujourd'hui que vous y r é p o n d r e z , bien sûr, mais je serais fort é t o n n é de vous voir décliner ma proposition. Cette idée fera partie d'un ensemble de mesures que nous vous soumettrons en 1973 dans le cadre d'une politique communale en faveur des h a n d i c a p é s en général et des handicapés de la V i l l e en particulier. Je reviendrai avec des propositions en cours de l ' a n n é e . L e moment n'est pas de d é v e l o p p e r ici des suggestions mais q u ' à titre d'exemple dans le cadre de cette politique d'ensemble, i l me soit tout de m ê m e permis de vous dire qu'il serait profitable pour ceux q u i font partie de ce que j'appelle notre « tiers monde » parce qu'ici aussi, il y a un « tiers monde » auquel on ne s'intéresse pas assez, de suivre l'exemple de la Ville de Londres qui, aux carrefours les plus dangereux, a placé des signaux sonores pour aveugles et personnes âgées. Dans un but constructif, notre groupe se tient à votre disposition pour une étude approfondie de l'action à mener en faveur des h a n d i c a p é s sur le plan communal. A v a n t d'aborder le deuxième volet de mon expose, qui tentera à vous d é m o n t r e r que la politique de la Ville en 1972 a m é c o n t e n t é bien des couches de la population, je vous ferai part d'une remarque concernant le cahier d'explications : il faut préciser que ce document est un document officiel
(6 décembre
1972)
—
1610
—
p u i s q u ' i l est transmis avec le budget à l a D é p u t a t i o n permanente et que le R e c e v e u r c o m m u n a l doit s'en inspirer pour effectuer ses paiements. Je pose alors l a question de savoir c o m m e n t l a Députation permanente, d'une part, et comment, d'autre part, le Receveur c o m m u n a l feront p o u r c o m p r e n d r e et p o u r i n t e r p r é t e r certaines d é p e n s e s ? E n effet, tout le monde a r e m a r q u é le manque de c l a r t é et de p r é c i s i o n s d o n n é e s en certains cas et en d'autres cas. bien p r é c i s , l'absence totale de d é t a i l s . B o n nombre de p r é v i s i o n s de d é p e n s e s ne sont m ê m e pas reprises dans le cahier d'explications. D e deux choses l'une: o u bien il existe d'autres documents d é t a i l l é s , p o u r les d é p e n ses non e x p l i q u é e s , et alors nous devrions en avoir connaissance, ou alors ce fonctionnaire ne recevra aucune indication p r é c i s e alors q u ' i l devra effectuer ces paiements sous sa propre r e s p o n s a b i l i t é et sur base d'un d o c u m e n t o ù rien n'apparaît. E n abordant cette d e u x i è m e partie, je r e l è v e r a i plusieurs sujets de m é c o n t e n t e m e n t chez nos a d m i n i s t r é s , sujets que nous avons d é j à d é v e l o p p é s et q u i prouvent que le budget confortable de cinq milliards que je viens de détailler est m a l u t i l i s é : cinq milliards p o u r 158.000 habitants. A titre d ' i n f o r m a t i o n , je vous fais r e m a r q u e r que le budget du G r a n d D u c h é de L u x e m b o u r g est de trois milliards p o u r 3 0 0 . 0 0 0 habitants. M o n but n'est pas de r é o u v r i r les d é b a t s sur ces sujets anciens, sources de m é c o n t e n t e m e n t , mais d'attirer l'attention du C o n s e i l et du C o l l è g e en p a r t i c u l i e r sur sa politique p a s s é e , afin qu'ils en tirent les l e ç o n s q u i s'imposent en vue d'une r é f o r m e de l a gestion c o m m u n a l e en 1 9 7 3 . Je vous rappellerai l'affaire des forains et son incidence b u d g é t a i r e , certains points chauds de la politique suivie par la V i l l e en 1972 constituant autant de s y m p t ô m e s de m é c o n tentement des d i f f é r e n t e s couches de l a p o p u l a t i o n . L a façon d'agir à l ' é g a r d des forains de la F o i r e du M i d i et q u i consistait à mettre à prix des emplacements aux p r i x de l'adjudication de l ' a n n é e p r é c é d e n t e a s o u l e v é u n tollé g é n é r a l . Certes, cette d é c i s i o n a é t é revue à temps et a ainsi permis à l a foire, gravement m e n a c é e , d ' a v o i r l i e u , mais le m é c o n t e n -
— 1611 — P«tatioojte i'en inspirer
(r) december
1972)
)é
ent
^
Wfc&u Jterprétercer arqué le cas et en (T^
!f
s
tement des forains, les tergiversations qui ont eu lieu ont fait perdre du temps et devant l'incertitude de voir les autorités responsables revenir sur leur décision première, certains d'entre eux ont pris dans l'intervalle d'autres engagements leur assurant leur gagne-pain. De ce fait, ils n'ont plus participé aux adjudications s'étant engagés en d'autres villes, Voilà ce qui explique une perte de quatre millions due à une mauvaise gestion. A cette époque, j'ai demandé que la composition du Comité des Foires soit revue et que chaque groupe du Conseil y soit représenté, comme le veut une saine gestion démocratique. Aujourd'hui, 6 décembre, j'attends toujours la réponse à cette demande et j'attire l'attention de l'Assemblée sur les adjudications à venir en 1973 et auxquelles nous serons très attentifs. Nous avons assez discuté de la Grand-Place et de son animation pour que je ne rouvre pas le débat aujourd'hui.
\ u:
Si cette animation a connu de bonnes et de moins bonnes réalisations, elle était nécessaire, nous l'avons dit. Ce que nous avons déploré, c'est la façon dont elle fut réalisée, c'est son coût élevé, alors qu'on aurait pu réaliser la même chose dans des conditions plus avantageuses, en destinant ces sommes engagées sous forme de subsides, sous forme d'aide, à des organismes communaux ou para-communaux ; 500.000 francs prévus au budget de 1972, un million et demi de modification budgétaire et maintenant trois millions prévus en 1973, avouez que cela fait beaucoup. Je rappellerai les propositions. Monsieur l'Echevin, que nous avons faites et qui consistent à confier cette animation future à un organisme qui a besoin de subsides pour survivre et pour continuer l'œuvre admirable qu'il mène depuis 1958. Ce sera une façon de sauver l'emploi menacé au Centre d'Information de Bruxelles et d'après ce que vous nous avez dit déjà en Sections réunies, je vous fais confiance pour poursuivre votre action dans ce sens. Le Service des Pompiers sera transfère à l'Agglomération le I janvier prochain. Ce n'est pas une raison pour revenir sur le malaise qui règne au sein de ce corps d'élite et que nous avons dénonce le 8 mai dernier, suite à la manifestation de protestation de la place du Jeu de Balle. Depuis lors. er
(6 décembre
1972)
—
1612
—
aucune solution n'a été a p p o r t é e , m a l g r é toutes les réclamations des organisations syndicales, je dis de toutes les organisations, des trois syndicats. A l o r s que dans bon nombre de communes le régime des 45 heures/semaine est en application, alors qu'un engagement avait été pris vis-à-vis de ces instances syndicales par les A u t o r i t é s communales de ramener les prestations de 63 à 56 heures, rien n*a été fait ; l a situation aujourd'hui est encore la m ê m e ; aucune promesse n'a é t é tenue. Je laisserai à mes c o l l è g u e s le soin de vous entretenir lors de la discussion des articles, des conditions matérielles de s a l u b r i t é et d ' i n s é c u r i t é dans lesquelles vivent et travaillent certains pompiers, p a r t i c u l i è r e m e n t dans les postes de quartier. L e s e x p r o p r i é s du quartier N o r d ne constituent pas la moindre c a t é g o r i e de m é c o n t e n t s , vous le savez. U n e large majorité de ces e x p r o p r i é s ne se relogent pas dans les logements sociaux mis à leur disposition. U n e fois de plus, comme le firent nos collègues, M M . F o u c a r t et Dereppe, j'attire votre attention sur les conditions d'admission qui leur sont i m p o s é e s . N o u s avons dit ce que nous pensions des loyers qui leur é t a i e n t d e m a n d é s . L e M a r c h é couvert a déjà suscité b o n nombre de discussions en ce qui concerne les 204 millions de p r é v i s i o n budg é t a i r e que j ' a i p r o u v é s i l y a e n v i r o n trois semaines, alors que le plan d'origine p r é v o y a i t 50 millions, peu a p r è s , porté à 85 millions et ce, sans subside de l'Etat, j'insiste. 1
L e M a r c h é , nous avait-on dit, devait devenir o p é r a t i o n n e l en d é c e m b r e . L a date a été r e p o r t é e au printemps et le budget de 1973 p r é v o i t de nouveaux c r é d i t s p o u r lesquels le cahier d'explications reste muet, si ce n'est en ce qui concerne deux millions pour le nivellement du terrain. N o u s en reparlerons à l'article et j'en profiterai pour faire une mise au point qui s'impose en ce q u i concerne les usagers. T o u t le monde, m'aviez-vous dit. M o n s i e u r l ' E c h e v i n , serait satisfait des futures installations, c'est ce qui est ressorti de la d é c l a r a t i o n faite le 6 novembre dernier. V o u s ne receviez, vous, que des félicitations tandis que m o i , je ne récoltais que des r é c l a m a t i o n s . N o u s nous expliquerons sur ce point lorsque viendra la page 101 d u budget.
—
1613 —
(6 december
1972)
Ces quelques exemples pris dans l'ensemble de la p o l i t i q u e , suivie en 1972, p r o u v e n t b i e n le m é c o n t e n t e m e n t des différentes couches de la p o p u l a t i o n . Je pourrais en trouver d'autres, ne serait-ce que les p r o p r i é taires d'immeubles q u i , en 1973, c o m p r e n d r o n t ce qu'est la différence entre 825 et 1.000 centimes additionnels. Cette augmentation des centimes additionnels est une mesures d ' i n é q u i t é q u i , p r o p o r t i o n n e l l e m e n t , frappe plus les petits p r o p r i é taires, les ouvriers q u i ont modestement é c o n o m i s é p o u r se rendre p r o p r i é t a i r e de leur petite m a i s o n , les petits rentiers qui vivent de quelques loyers de maisons q u ' i l s ont acquises pour assurer leurs vieux jours. Cette mesure, v o y e z - v o u s , je sais qu'elle vous était i m p o s é e , mais, p o u r ê t r e admise, elle aurait d û ê t r e assortie de certaines reserves, et une saine p o l i t i q u e sociale aurait d û p r é v o i r l ' e x o n é r a t i o n du p r o p r i é t a i r e d'un seul bien s'il l'occupe personnellement, à c o n d i t i o n que le revenu cadastral soit inférieur disons à 2 5 . 0 0 0 francs, ou du m o i n s à u n montant à d é t e r miner. L a politique en faveur de la jeunesse : là. o n peut dire que c'est le fiasco le plus c o m p l e t . M " " ' V a n Leynseele. a p r è s maintes difficultés, mit en place u n C o n s e i l des Jeunes qu'elle l é g u a , d'ailleurs t r è s bien s t r u c t u r é , plein d'enthousiasme, à son successeur. Je vous rappellerai la s o i r é e d'installation de ce C o n s e i l et l a r é c e p t i o n o r g a n i s é e à cette occasion à la Salle O g i v a l e . L ' i m p u l s i o n d o n n é e par son p r é d é c e s s e u r à une jeunesse q u i ne demande q u ' à ê t r e entendue et à ê t r e comprise, n'a p u ê t r e non seulement a m p l i f i é e , mais m ê m e pas entretenue. U n e c o l l a b o r a t i o n franche, b a s é e sur une information p r é c i s e de ce C o n s e i l était l ' é l é m e n t essentiel, n é c e s s a i r e au d é v e l o p p e m e n t de ses a c t i v i t é s . L e silence dans lequel o n l ' a laissé, l'indifférence dont on l'a e n t o u r é ont a m e n é sa d é m i s s i o n , et ce ne sont pas les quelques contacts i n d i v i duels q u ' o n tente de prendre aujourdhui par-ci, p a r - l à , pour essayer de r e p l â t r e r l'édifice q u i le r e l è v e r o n t jamais de ses ruines. 11 fallait c o m p r e n d r e ces jeunes. Il fallait les é c o u t e r . T o u s les autres arguments que vous nous avez d é j à d o n n é s et tous
(6 décembre
1972)
—
1614 —
les autres arguments que vous pourriez nous donner, toutes les autres explications ne sont que littérature, juste bonnes à essayer d'expliquer l'échec total d'une politique. Nous avions p r é v u cet é c h e c et, le 29 novembre 1971, notre collègue, A n d r é Lagasse, vous indiquait la voie à suivre pour l'éviter. Il vous disait : « V o i c i une suggestion, c'était le 29 novembre 1971, les difficultés, disait-il, viennent surtout d'un manque d'informations des jeunes ici à Bruxelles. Il y en a beaucoup m ê m e qui ignorent l'existence de ce Conseil, a fortiori, ajoutait-il, ignorent-ils les initiatives qui pourraient être prises. Il faudrait donc, nous paraît-il, que tous les jeunes Bruxellois reçoivent régulièrement, je ne demande pas toutes les semaines, p e u t - ê t r e que cinq ou six fois par an serait suffisant, ajoutait-il, une feuille d'information qui naturellement constituerait un incitant pour une action constructive. Il nous p a r a î t que c'est ce Conseil des Jeunes qui devrait l u i - m ê m e être chargé de cette responsabilité. C'est à lui que devrait revenir le soin de rédiger et de publier cette feuille d'information. C e l a impliquerait que l'on augmente le crédit p r é v u pour le fonctionnement du Conseil des Jeunes ». Je vous le demande, cette suggestion qui figure au Bulletin communal, à la page 1461, cette suggestion qui date d'un an, a-t-elle jamais r e n c o n t r é le moindre é c h o ? Je ne le pense pas. A l o r s , une question s'impose : Que compte faire aujourd'hui l'Echevin c o m p é t e n t ? Je vous ai fait quelques suggestions constructives en parlant de la politique sociale. Je ne désire pas que mon e x p o s é soit une critique n'apportant aucune solution positive. J'avais p r é v u d'aborder un autre chapitre et de vous faire d'autres suggestions qui vous auraient d o n n é un aperçu de notre conception de l a gestion communale. J'y ai r e n o n c é ne voulant pas allonger d é m e s u r é m e n t mon e x p o s é et abuser de votre temps, me souvenant du principe que je n'ai p e u t - ê t r e pas tout à fait respecté et qui dit que les exposés les plus courts sont g é n é r a l e m e n t les mieux entendus. Mes collègues de l'opposition vous donneront, lors de la discussion, notre point de vue et vous apporteront nos idées en ce qui concerne des points constructifs concernant une meilleure gestion de la chose publique.
—
Ue
c r o
esl03
m[m
rK
f°
F
0 1
rniato
">.
• n Jf '^ 1
itn(K^ eruan'^
(6 december
1972)
s
u e
c
e
s
t
o s s
H é l a s ! il est si difficile de faire c o m p r e n d r e ce point de vue à d'autres, e n f e r m é s dans leur traditionnalisme habituel, et pourtant, — et je t e r m i n e r a i par l à — je crois que vous serez d ' a c c o r d avec m o i : que de belles choses p o u r r a i t - o n r é a l i s e r q u a n d o n disoose d'un budget de cinq m i l l i a r d s !
: action c» «Jeunes;. biJité. (Tex. publier ce:
eau
—
V o i l à , M e s d a m e s et M e s s i e u r s , mes chers C o l l è g u e s , assez de m é c o n t e n t s p o u r 1972. N o u s souhaitons, en cette f i n d ' a n n é e . ne pas retrouver ces d i f f é r e n t e s c a t é g o r i e s en 1973. Je ' 9 P ' b l e . C'est possible, si se fait j o u r une politique nouvelle tenant compte de l'avis de l a p o p u l a t i o n , de ses d é s i r s , de ses aspirations, c ' e s t - à - d i r e une politique à l'échelle de l ' h u m a i n , une p o l i t i q u e que certains membres d u C o l l è g e seraient p r ê t s à pratiquer parce qu'ils savent que c'est la p o l i t i q u e de d e m a i n .
•J^tos i nembrei)), avoieàsir o ' t g , ' jl^^ fi
1615
Je vous remercie et m'excuse d ' a v o i r é t é p e u t - ê t r e u n peu long,
te
M . P i r o n . M e s d a m e s et Messieurs, avant de vous dire l'attitude des trois membres du G r o u p e P . L . P . de la R é g i o n bruxelloise q u i s i è g e n t sur les bancs de ce C o n s e i l , je voudrais tout d ' a b o r d rendre h o m m a g e certainement, c o m m e l'a fait M . G u i l l a u m e , aux fonctionnaires q u i ont p r é p a r é ce budget dans les d i f f é r e n t s secteurs et en particulier dans l ' E c h e v i n a t des F i n a n c e s . Je veux rendre hommage aussi à M . D e R o n s , mais en l u i disant cependant que l'hommage n'est plus si entier que je ne le rendais n a g u è r e , toute question de position politique à part, parce que j ' a i c o n s t a t é cette a n n é e , c o m m e la chose a é t é r e l e v é e et le sera encore, que l a documentation est devenue en certains endroits plus apparente que réelle et que nous ne sommes plus, en définitive, en possession de cet ensemble de documents absolument i n é b r a n l a b l e s , absolument certains, que nous avions les a n n é e s p r é c é d e n t e s . N o u s sommes maintenant donc au seuil de la discussion du budget de 1973. Permettez-moi un p r é a l a b l e , parce que je v o u d r a i s e x p l i q u e r dans quelles conditions mes amis et m o i avons encore v o t é votre budget de 1972. Il y avait à cela deux raisons.
(6 décembre
1972)
—
1616
—
L a p r e m i è r e était qu'il existait encore dans le budget, de cette a n n é e qui se termine, un ensemble de décisions dont l'origine se trouvait dans des projets et des décisions du Collège datant de l'époque o ù je siégeais sur les bancs de celui-ci. Mes amis ont bien voulu comprendre qu'il y avait pour moi un p r o b l è m e à cet égard. C'est dans ces conditions que nous avons voté le budget. 11 y a aussi une d e u x i è m e raison d'ordre politique. C'est q u ' à ce m o m e n t - l à la situation du P . L . P . de la Région bruxelloise n'était pas c o m p l è t e m e n t réglée, au lendemain du jour où les amis de M . Mundeleer ont rejoint le P . L . P . de la R é g i o n bruxelloise. I l faudrait avoir des yeux pour ne pas voir que M . K l e i n , M . Brynaert et m o i - m ê m e sommes ici les seuls à être régulièrement affiliés à un organe régional du P . L . P . national et que, par voie de c o n s é q u e n c e , les autres libéraux sont, comme le déclarait M . Hougardy, Vice-Président du P . L . P . , des dissidents. L a position du Groupe P . L . P . de l a R é g i o n bruxelloise est donc d o r é n a v a n t clairement définie par rapport à l a majorité qui soutient le Collège. Ces c o n s i d é r a t i o n s devraient d'ailleurs suffire à expliquer le vote négatif que nous allons é m e t t r e sur le budget de 1973, mais il faut bien entendu les compléter pour le justifier. Nous voulons, en effet, opposer à une politique implicite qui n ' a p p a r a î t qu'au mieux qu'en filigrane à la lecture du budget, une conception qui est la n ô t r e d'une politique bruxelloise communale moderne, dynamique, d é m o c r a t i q u e . Dans l'hypothèse la plus favorable, l a lecture du budget de la V i l l e fait ressortir, pour reprendre les mots d'un membre du Collège, que ce dernier fera en 1973 ce q u ' i l pourra pour administrer la cité en m a t i è r e d ' a m é n a g e m e n t du territoire, de sauvegarder des intérêts d u commerce bruxellois, en matière d'enseignement, en un mot, dans le large champ d'action d'une administration communale. L e Collège ne nous a pas dit, ne nous dit pas, et ne nous dira certainement pas, quelle sera sa politique générale, politique d'ailleurs dont le budget devrait être la traduction pour l'exercice prochain.
— 1617 — décisi 'isionsduC 0ffi(
Waàpoijj
PLP.dej
pour nrji
t
(6 december 1972)
Quelle politique opposons-nous à cette absence de p o l i ' l ' ^ P ^ m e a déjà été esquissé, mais esquissé seulement lorsque nous avons discuté cette majoration impressionnante des taxes, trois taxes majorées et dans les proportions que vous connaissez, taxes m a j o r é e s dans des conditions peu admissibles, majoration d'ailleurs que nous avons é g a l e m e n t refusée. c
u e
e
r o D
A u cours de tout ce débat, on a c o n s t a t é , à la suite de d é c l a rations de M . Brynaert tout autant q u ' à la suite de celles que j'avais faites, on a entendu sur les bancs du Collège trois répliques ; i l y avait M . Snyers d'Attenhoven qui avait compris, mais faisait semblant de ne pas comprendre, M . V a n Halteren qui faisait semblant de ne pas comprendre et n'avait pas compris et M . De Rons qui l u i n'a pas pu faire autrement que de se r é s o u d r e à montrer partiellement qu'il avait bien compris, ce que voulaient mes amis et moi. M . De Rons a, en effet, déclaré dans la r é p o n s e qu'il faisait à mon intervention, que M . Piron voulait vider l a V i l l e de ses attributions au bénéfice, je p r é s u m e , de l'Agglomération et de ses Commissions culturelles. N e parlons pas de l'Etat, Monsieur Pellegrin, nous en étions à ce m o m e n t - l à à l'Agglom é r a t i o n et aux Commissions culturelles. E t je crois q u ' i l suffirait de c o m p l é t e r ce que M . De R o n s a dit, pour dégager une conception c o h é r e n t e et valable d'une politique communale bruxelloise : en un mot pour rencontrer la conception qui est n ô t r e . Rappelons d'abord certains faits. O n sait que, depuis longtemps, l'opinion publique, les mandataires publics de toutes opinions, ont r é c l a m é que l'on confie des tâches supracommunales à des organismes supracommunaux; je ne rappellerai pas un chapelet de propositions de lois de tous ordres, de M . Spinoy, de M . G i l s o n . de l ' U n i o n des Villes, de M . M o t t a r d devenu gouverneur, de M . Meyers président actuel de l ' U n i o n des Villes, et dont certaines avaient d'ailleurs été présentées par moi également. O n sait également que c'est sous cette pression inéluctable que le gouvernement Eyskens, première manière, dut finalement entrer dans la voie qui était préconisée par tous, et l'on sait aussi qu'un premier projet de loi fut dépose qui modifiait
(6 décembre
J972)
—
1618
—
c o n s i d é r a b l e m e n t l'institution c o m m u n a l e . M a i s sous l'influence de certains caciques c o m m u n a u x bruxellois qui renâclaient à rester unis et forts au sein de la m a j o r i t é de l'époque, il a fallu abandonner ce projet, on passa muscade et l ' o n présenta enfin u n n o u v e a u projet, plus restreint, plus confus, insuffisant, lequel aboutit à la l o i de juillet 1971 créant le Conseil d'Agglomération. Je suppose que M . D e R o n s ne songe pas à me reprocher aujourd'hui de v i d e r la V i l l e de B r u x e l l e s de ses c o m p é t e n c e s en m a t i è r e de lutte contre l'incendie, en m a t i è r e d ' e n l è v e m e n t et é v a c u a t i o n des i m m o n d i c e s et, enfin, en m a t i è r e d'aide m é d i c a l e urgente. L a l o i a d é c i d é en ces domaines, il faut encore l ' e x é c u t e r . B i e n entendu, nous avons d é j à eu des échos, au sujet des conditions dans lesquelles et au m é p r i s de ce qui est n é c e s s a i r e p o u r une bonne gestion de ses services que je viens d ' é n u m é r e r , dans quelles conditions, dis-je. on essaie de grapiller l'un o u l'autre service que l ' o n pourrait garder au sein de la V i l l e , le balayage, le service de sécurité, nous reviendrons à cela lorsque nous discuterons les articles. M a i s si j ' a i r a p p e l é ces c o m p é t e n c e s t r a n s f é r é e s , nous ne devons pas perdre de vue que m ê m e le l é g i s l a t e u r prudent, timide de 1971, a m a l g r é tout d û p r é v o i r que d'autres matières, sous certaines conditions, é t a i e n t t r a n s f é r a b l e s de la C o m mune à l ' A g g l o m é r a t i o n . Je crois donc p o u v o i r me ranger, avec mes amis, p a r m i ceux qui estiment que d'autres t â c h e s devront ê t r e confiées à l ' A g g l o m é r a t i o n , soit parce qu'elles seraient mieux remplies, soit parce qu'elles seraient a c c o m p l i e s par une meilleure dist r i b u t i o n des charges q u i en r é s u l t e n t . Je reviendrai à cet aspect parce que c'est c a p i t a l dans la lecture et dans l ' a p p r é ciation du budget et des taxes q u i sont n é c e s s a i r e s pour aboutir à un é q u i l i b r e q u i , ainsi q u ' o n vient de le dire et je veux bien Je croire, n'est pas aussi parfait et rigoureux q u ' o n ne le pense. Je revendique donc un a l l é g e m e n t de certaines c o m p é t e n c e s c o m m u n a l e s . Il ne s'agit pas de vider la c o m m u n e de ces p o u v o i r s mais de sacrifier ce que l ' o n ne peut faire que tant bien que mal au profit de ce que l ' o n peut faire t r è s bien. Je m ' e x p l i q u e davantage.
— 1619 —
(6 december
1972)
Pour remplir très bien les tâches qui nous restent à accomplir — en supposant un allégement préalable qui aurait eu lieu — il faut bien entendu dépouiller le vieil homme et se défaire d'habitudes acquises dans un Conseil communal qui fut longtemps statique et conservateur au plus mauvais sens du terme. Conservateur au point que la conversion de M. Pellegrin à la majorité s'est faite sans le moindre heurt et sans la moindre difficulté. C'est pour cela que, réfléchissant sur l'éloignement progressif de tous les pouvoirs, y compris Je pouvoir communal, d'avec les citoyens, j'avais abouti à cette conception que j'avais résumée en une formule : participation des citoyens à la chose publique. Je reconnais volontiers que ni la conception, ni la formule, ne sont neuves, mais où est le problème, sinon le drame, c'est qu'en définitive ces formules et cette conception restent absolument neuves, absolument étrangères à la majorité actuelle de notre Conseil communal. Réduire la sphère des attributions communales pour les exercer dans l'état d'esprit traditionnel, serait vider la commune et ne rien faire. Exercer au contraire des attributions communales dans un esprit rénové, sinon révolutionnaire, par le recours à de nouvelles méthodes, serait au contraire rendre la démocratie plus vivante et plus efficace et réconcilier le citoyen avec les pouvoirs et en premier lieu avec le nôtre. J'ai d'ailleurs souligné, à ce propos, la coïncidence de vue qui s'est marquée entre les conceptions que développait dans un domaine plus particulier, plus spécial du commerce bruxellois. M. Guillaume comme porte-parole du F.D.F. et celles que je proposais moi-même. Que puis-je faire d'autre que de me réjouir de cette convergence ? Que puis-je faire d'autre aussi que de déplorer le peu d'accueil que les propositions conjuguées ont trouvé sur les bancs du Collège ? Mais entrons davantage encore dans le concret pour s'expliquer à fond sur ces problèmes. La Ville n'a plus de compétence, dérisoire en tout cas. en matière de plans d'aménagements. Elle garde cependant compétence, en matière de plans particuliers d'aménagement. Je veux donner un exemple qui peut être boiteux peut-être mais pas de la faute de moi-même ni de la Ville. La compétence de la Ville est vidée par le fait de l'Etat qui garde sa compétence dans les plans de
(6 décembre
1972)
— 1620 —
secteurs. L'exemple que je vous donnerai serait bien meilleur si le plan de secteur était de la compétence du Conseil d'Agglomération, le plan régional de la compétence de la région et le plan national de celle du Parlement. Mais l'exemple reste valable dans la mesure où il faudra bien se résoudre, dans l'élaboration de ces plans particuliers auxquels vous devrez procéder l'année prochaine. Monsieur l'Echevin des Travaux publics, à se tenir en contact étroit, non pas avec l'un ou l'autre promoteur, mais avec la population qui est concernée avec les plans au premier chef parce qu'elle vit sur ce territoire qui est l'objet de ces plans. Lors de ma question au Collège, M . l'Echevin De Saulnier l'avait d'ailleurs bien compris, tandis que M . le Bourgmestre me répondait fort sèchement — le style c'est l'homme — que le Collège n'entendait nullement entrer dans la voie de la consultation organique de nos concitoyens de quelque manière que se soit. L a contradiction des réponses entre M . le Bourgmestre et M . l'Echevin me fait croire qu'ici également le Collège procédera à des sondages partiels et obscurs, qu'il continuera à demander à la Police au détriment peut-être de tâches plus importantes pour la sécurité de nos concitoyens, de procéder à des enquêtes et à des contre-enquêtes. E n un mot ici aussi le Collège fera ce qu'il pourra. Puis-je prendre un autre exemple et vous parler de la protection des intérêts du commerce bruxellois ? Je ne dirai certainement pas que le Collège ne fait rien : cela ne correspondrait pas à la modération habituelle de mes propos. Mais la protection du commerce bruxellois, en écartant certains aspects, peut se ramener à un seul très grand problème qui est celui de l'accès au centre des villes en général et de Bruxelles en particulier. J'ai questionné à cet égard le Collège il y a peu. Je n'avais pas l'outrecuidance de présenter une solution définitive et complète, mais j'avais et je garde la prétention, que je crois légitime, de demander au Collège de se pencher sérieusement sur ce problème de l'accès au centre de la Ville pris dans son ensemble. Je demandais et je demanderai encore que l'on étudiât très sérieusement les suggestions de M . De Broux qui tendaient.
—
1621 —
(6 december 1972)
par une collaboration d u secteur privé et d u secteur public, et notamment la V i l l e — j ' e s p è r e que sur les bancs socialistes on ne voudra pas me donner de leçon de libéralisme dans ce domaine non plus — à revitaliser le centre par une r é a n i m a tion véritable, non pas d'un quartier, tout prestigieux q u ' i l puisse être, mais de la V i l l e entière. J'ai reçu des r é p o n s e s où je ne retrouve que l'amabilité c o u t u m i è r e de M . l'Echevin D e Saulnier, à laquelle je suis d'ailleurs sensible. I l faudra cependant que le Collège dise un jour clairement s'il entend assumer les responsabilités qui sont les siennes ou, au contraire, si rien ne sera tenté pour rendre au centre de notre ville son ancien rayonnement. I l ne suffira pas, dans ce domaine, que le Collège fasse ce qu'il peut. Les leçons de libéralisme, par ailleurs, qu'ont bien voulu me donner M . de Rons en tête, ne m ' e m p ê c h e r o n t pas de revenir sur le p r o b l è m e de l'enseignement et de l a charge qu'il fait peser sur le contribuable bruxellois. L e p r o b l è m e de l'extension de l'enseignement de la V i l l e de Bruxelles ne se poserait pas si la charge financière nette qui en résulte se maintenait dans les limites raisonnables au lieu de croître d é m e s u r é m e n t . Jetons un regard sur la fourchette dépenses et recettes sur les toutes dernières a n n é e s . Sans remonter trop loin, nous constatons que si. en 1969, l'on enregistrait une différence de 441 millions, on passe, pour l'exercice 1973, à 800 millions. M a i s , ce qui est bien plus parlant et ce qui précisera les vues q u i sont celles de M . Brynaert et de m o i - m ê m e , c'est d'aller regarder, encore une fois pour 1969 et 1973, au pourcentage d'augmentation des postes essentiels de ce budget d'enseignement. Nous constatons ainsi, en 1969, que les dépenses générales étaient à 104 millions pour passer dans le budget actuel à 210 millions, soit une majoration de 100 % . A u contraire dans ce qui est l'activité principale d'une ville, dans l'enseignement primaire et l'enseignement gardien, on constate que l'augmentation de 1 9 6 9 / o ù l'on enregistre 202 millions à 1972 l'on prévoit 288 millions, est de 40 % . Cela est peu puisque cette proposition correspond avec la majoration des traitements et des salaires en général.
(6 décembre
1972)
— 1622 —
Mais au contraire, lorsque nous reprenons le poste de l'enseignement moyen et que l'on constate que l'on passe de 74 millions à 134 millions, on enregistre encore une fois 100% tandis que, dans l'enseignement technique, on passe de 50 millions en 1969 à 161 millions de prévisions en 1973, soit 200 % d'augmentation. C'est un rythme que vous ne pouvez pas maintenir, que vous ne pouvez pas subir pendant de longues années encore. Si vous ne redressez pas la situation, si vous ne demandez pas au Conseil communal une intervention pressante auprès des pouvoirs supérieurs pour majorer les subsides de l'Etat, si vous ne prenez pas des mesures de simplification et d'économie, vous aboutirez a une impasse absolue. Que m'a-t-on répondu lorsque j'ai formulé une première fois ces critiques, qui étaient en rapport direct, n'est-il pas vrai avec les majorations de taxes, avec l'alourdissement des charges que subit le seul contribuable bruxellois ? On m'a répondu que le pacte scolaire allait faire augmenter les subsides de l'Etat. Je me dis, si cela se réalise, c'est parfait puisqu'en réalité on me donne raison. Mais si on me donne raison il faudrait, si la réponse est valable et sincère, inscrire alors, dans le budget, des crédits correspondants à cette majoration des subventions. Ainsi serait diminué le déficit et ainsi aussi serait réduite la nécessité des majorations de taxes à concurrence d'un montant fort important. On me repond aussi que la fréquentation de nos écoles moyennes et techniques par les non-Bruxellois, favorise l'exercice du libre choix, brimée par la législation linguistique. Cela vient des bancs du Collège et cela s'adresse à un membre du P.L.P. de la Région bruxelloise : un paradoxe renouvelé. Paradoxe, en effet, j'ai constaté malgré tout que le Collège, si je le comprends, je ne dis pas que je partage ses vues. Le Collège veut me faire la leçon quant à la protection du libre choix du père de famille dans la périphérie. Pourquoi alors suit-il aussi rigoureusement les instructions de M. Van Elslande et pourquoi ne donne-t-on, dans le budget de la Ville, la moindre manifestation réelle de solidarité aux francophones de la périphérie ?
_
j'
*
0
1623
—
(6 december
1972)
E n effet, si la V i l l e de B r u x e l l e s doit donner un ensemble
icore
^
^ ' à habitants et si ses habitants doivent, e n f o n ç i fj i j t des r è g l e m e n t s taxes et autres, c o n t r i b u e r a u fonctionnement de ces services, c'est une règle de base f o n d a mentale q u i n'est pas niable.
naintemr,»
II est tout aussi indiscutable que lorsque le p o u v o i r p u b l i c subsidie une a c t i v i t é , il r e c o n n a î t , par c o n s é q u e n t , que ces
e
ai» n s e i 1
innées encore. demandezws
ite auprès k de l'Etat i. M et d e » une premfc est-ilpasra îentdesèi m'a repoé i subsides k
t
o
s
r
v
n
c
e
s
e s
s
0
s
e
s
e
' '^ hautement sociales o u b i e n que cette a c t i v i t é , ' ' b r e u x subsides, est a c c o m p l i e p o u r d ' a u tres que des B r u x e l l o i s . D a n s ce cas, lorsque les subsides sont suffisants, i l est n o r m a l é g a l e m e n t que l a V i l l e fournisse des services à des n o n - B r u x e l l o i s . a c t
c
e
e
s
v
t
s
a
r
s
a
o
n
t
s
o
n
d
e
n o m
E t le p r o b l è m e q u i est i c i p o s é est de savoir ce que l ' o n doit faire lorsque l a distorsion est trop grande entre les subsides et les d é p e n s e s . N a g u è r e , q u a n d o n a c o n s t a t é , dans le domaine de l a culture, que les subsides et les d é p e n s e s i m p l i quaient u n é c a r t trop g r a n d et rendaient l a charge quasiment irrespirable p o u r B r u x e l l e s , o n a d é c i d é que l a V i l l e cesserait ^e subsidier le T h é â t r e de la M o n n a i e et on a a c c o r d é u n subside partiel. B i e n plus, je rappellerais, parce que nous sommes p e u n o m b r e u x dans ce C o n s e i l c o m m u n a l à avoir c o n n u cette é p o q u e o ù M . C o o r e m a n s é t a i t E c h e v i n de l ' A s s i s t a n c e p u b l i que et o ù il n'existait aucune institution p a r a l l è l e o u suprac o m m u n a l e d u type de l'Assistance p u b l i q u e ou m ê m e au sens plus large du terme puisque je parle d ' h ô p i t a u x o ù n'existait pas l a l o i sur les h ô p i t a u x universitaires. N o u s avons c o n s t a t é à un moment d o n n é que l a charge h o s p i t a l i è r e , o c c a s i o n n é e notamment par le recours de n o m breux B r u x e l l o i s a nos h ô p i t a u x , devenait insupportable. A u s s i , à un m o m e n t d o n n é , si m ê m e l a d é c i s i o n ne fut pas e x é c u t é e , elle fut n é a n m o i n s prise pour donner un signe d'alarme au gouvernement. O n a. à ce moment, d é c r é t é au C o l lège la fermeture d ' u n des h ô p i t a u x de la V i l l e , je crois donc que le raisonnement que je poursuis en m a t i è r e d'enseignement, est le rappel d'une politique que la V i l l e a toujours suivie, ce qu'elle a toujours fait lorsque la charge non couverte par des subsides insuffisants devient trop lourde. Q u e l ' o n passe maintenant à un déficit q u i est a r r i v é à 800 millions, ce qui r e p r é s e n t e grosso m o d o une centaine de centimes a d d i -
(6 décembre
1972)
—
1624
—
tionnels, là vraiment je ne comprends plus. C'est une faute grave dans le chef du Collège de l'admettre. M a i s , bien entendu, parce que l a mauvaise foi se glisse si facilement dans ce d é b a t , je l'ai c o n s t a t é lorsque je suis intervenu aux s é a n c e s p r é c é d e n t e s , je veux souligner que je n'ai jamais p a r l é de fermer le moindre é t a b l i s s e m e n t scolaire de notre V i l l e . J'ai simplement dit qu'il fallait réagir soit par une politique d ' é c o n o m i e , soit par une politique de chasse aux subsides. C'est cela que j'avais dit, c'est de cela qu'on devrait trouver un commencement de r é a l i s a t i o n et c'est cela aussi que l'on ne trouve pas. Je suis de ceux q u i croient qu'un enseignement technique qui se d é v e l o p p e à ce rythme, q u i passe de 50 millions en 1969 à 161 millions en 1973, si ce rythme doit continuer, je ne vois pas de raison pour que cela s ' a r r ê t e si o n ne fait rien. Je crois aussi q u ' à un moment d o n n é , nous ne pourrons plus suivre ce d é v e l o p p e m e n t des d é p e n s e s et alors, cela serait u n p r o b l è m e grave, il pourrait arriver que, p r é c i s é m e n t , nous en soyons r é d u i t s à faire moins bien ce que nous devrions faire très bien, à savoir veiller à garder u n enseignement gardien et primaire de haute q u a l i t é comme il est actuellement et comme je suis heureux q u ' i l le soit. Je crains q u ' i c i , comme le disait M . l ' E c h e v i n , le C o l l è g e fera ce q u ' i l pourra, ce qui est r é e l l e m e n t i n q u i é t a n t pour nous. Je veux terminer par deux ordres de c o n s i d é r a t i o n s encore qui ne me retiendront plus aussi longtemps. L a V i l l e , ce sont bien entendu des hommes, la V i l l e , ce sont aussi des bâtiments. Quant aux hommes, je devrais d'abord dire un mot de la protection de la s a n t é et de la p r é v e n t i o n des maladies. E n effet, p r é c i s é m e n t par le fait heureux d u transfert à l'Agglomération de l ' é v a c u a t i o n et des p r o b l è m e s relatifs aux immondices, M . M e r g a m perd u n ensemble d'attributions, un ensemble de c o m p é t e n c e s . Il serait d'ailleurs injuste de ne pas parler des c o m p é t e n c e s qui l u i restent et d'autant plus injuste que sans M . M e r g a m , le C o l l è g e n'aurait pas é t é constitué, il faut quand m ê m e bien s'en souvenir parfois. A y a n t ainsi rendu hommage à M . M e r g a m , je voudrais dire un mot de la politique q u ' i l poursuit. P r é v e n t i o n des maladies
—
1625 —
(6 december 1972)
pulmonaires et cardio-vasculaires : quant au principe, bien entendu, je ne dirai rien au sujet de ces maladies pour l'instant. M a i s je demande si c'est le véritable ordre de priorité qui est ainsi retenu dans la p r é v e n t i o n des maladies dont sont m e n a c é s nos citoyens ? Je dois dire, je serai heureux d'entendre dans la discussion du fond du p r o b l è m e , aux articles du budget correspondants, ce que M . Mergam nous r é p o n d r a . J'avais quant à moi envisagé, il y a plusieurs années, une autre politique qui me parraissait et q u i me p a r a î t encore prioritaire : je nomme le dépistage du cancer. J'avais pris des contacts à ce m o m e n t - l à , j'avais suivi quelques e x p é r i e n c e s qui avaient été faites dans quelques grandes villes et tout cela m'avait confirmé dans ma conviction. J'ai été heureux d'apprendre par M " " l'Echevin D e Riemaecker, que l'obstacle qui existait lorsque je formulais mon projet de dépistage du cancer, à savoir l'incapacité à ce moment de traiter m é c a n o g r a p h i q u e m e n t notre population selon les rangs d ' â g e , sexe, etc. Tous ces obstacles sont actuellement levés et je crois qu'alors, i l n'y a vraiment rien qui e m p ê c h e et je crois au contraire que tout oblige à p r o c é d e r à l a mise en route d'une campagne de dépistage du cancer qui me p a r a î t quand m ê m e une des maladies des plus redoutables. P e u t - ê t r e les tables aussi, la l'autre domaine à r é u n i r et des m'avancerai pas
maladies cardio-vasculaires sont-elles redoup r é v e n t i o n est-elle plus facile dans l'un ou ? Il y a é v i d e m m e n t des indices m é d i c a u x m é d e c i n s spécialistes de préférence, je ne dans ce p r o b l è m e plus avant aujourd'hui.
Je voudrais dire un mot au sujet des immeubles dans lesquels vivent nos concitoyens. Il y a au fond deux grands types de questions qui se posent, il y a tout d'abord le patrimoine immobilier tel qu'il existe en général, il y a le patrimoine i m mobilier de la V i l l e en particulier. L e patrimoine immobilier de Bruxelles, il est é v i d e m m e n t vieux. Il y a là toute une politique et je sais qu'il y a beaucoup de choses que l'on ne peut faire que par une législation nouvelle : ravalement, etc. Il y a une proposition qui a été déposée. Mais, il reste bien entendu un p r o b l è m e qui est celui que le piéton, qui aime se
(6 décembre
1972)
—
1626 —
promener en V i l l e , prend conscience toujours davantage. Il y a des rues entières, et des rues q u i furent des rues de haute valeur, à un moment d o n n é et pas si lointain de l'histoire de l a V i l l e o ù nous constatons que des r a n g é e s entières d'immeubles pourrissent l i t t é r a l e m e n t . Je n'ai jamais été, quant à m o i . partisan de la politique foncière, tel qu'on l'attribuait à M . De Saegher, qui a p l u t ô t été très n u a n c é à cet égard, par une c a r a c t é r i s t i q u e q u i reste la sienne actuellement, semble-t-il. J ' é t a i s d'ailleurs d'autant plus réservé que je suis Bruxellois et que je me rends compte que, sur notre territoire, il n'y a pratiquement pas de gel de terrain, dans un but spéculatif. M a i s ce q u ' i l y a et ce q u i est vraiment déplorable, c'est l'effet sur le plan e s t h é t i q u e notamment, c'est le gel véritable des immeubles, gel d'immeubles q u i deviennent de plus en plus sales, deviennent bien entendu de plus en plus d é l a b r é s et constituent de v é r i t a b l e s chancres dans notre tissu urbain. Je dois le dire, le C o l l è g e pourrait peutêtre dire, que c'est é v i d e m m e n t un mal qu'il regrette avec nous mais devant lequel il est impuissant. Ici, je reviens sur ce que j ' a i dit en Sections à propos de la discussion des articles du budget, et j ' y reviendrai, est-on certain d ' ê t r e tout à fait impuissant ? O n dit que l'on étudie, bon. mais enfin les é t u d e s ne sont bonnes q u ' à condition de les terminer, q u ' à condition d'en sortir. Il est certain ici qu'il y a quand m ê m e des p r o b l è m e s i m m é d i a t s qui sont p o s é s , il y a l'affichage qui est permis, il y a des calicots. Bien entendu, j ' e n parle sous l a réserve très justement explicitée par M . G u i l l a u m e tout à l'heure à savoir que ce sont des p r o b l è m e s qui appartiennent à l ' A g g l o m é r a t i o n et que ce serait p e u t - ê t r e aussi un domaine o ù il vaudrait mieux que le C o l l è g e se d é b a r r a s s e de ces questions qui ne l'intéressent pas beaucoup ou q u ' i l a tant de mal à é t u d i e r , qu'il les traite comme il le peut, il faudrait les t r a n s f é r e r à l ' A g g l o m é r a t i o n parce que c'est l'intérêt des habitants de Bruxelles à ce que la V i l l e soit, en réalité, purgée de tous ces immeubles vieux, d é l a b r é s , et q u i s'abritent derrière des panneaux ou des calicots publicitaires. Il existe aussi le patrimoine i m m o b i l i e r de la V i l l e . Je dois r e c o n n a î t r e ici que l ' e n t r é e au C o l l è g e de M . Pierson
—
1627
—
(6 december 1972)
^ruesi a entraîné un changement assez radical de la politique dans mtaindeITi^ le secteur des Propriétés communales. Avant on envisageait ?ees entièrâ de reconstruire, ici on va maintenant conserver. On va conserjamasi & ver, bien entendu il faut être exact, on veut conserver, mais tel q u ' o n e n s'efforçant de moderniser notre patrimoine immobilier et ' nuancé à ce avez ' pages, relativement nombreuses, des mon: actuel^.importants qui sont prévus pour cette politique de resvé que Jésus tauration de notre patrimoine immobilier. I
ni
II
v o u s
v
u
e s
t a n t s
°J
eter
*
H déplora lent, [ i qui (ici, tendu de pli :hancres k nuiraitp, «tteavecmi L
P*'-e:ndrai. est-, e l'on étui condition A a
r
« pi* i est péri us la t à l'heure ntal'Ai; jmaineoù; 1
abritent dej
V
fr*
Mais, je me souviens des protestations de nos collègues socialistes de naguère, lorsqu'il était question de mettre fin à des occupations dans des immeubles qui étaient dans un état bien plus précaire que les immeubles ou les appartements dans lesquels vivent actuellement nos locataires dans les quartiers conservés, je nomme la rue Grétry, je nomme les boulevards centraux, je nomme éventuellement le quartier de la place de la Liberté et d'autres. Je dois dire qu'il va y avoir là un nombre bien élevé d'habitants qui vont être expulsés, aucun espoir de retour parce que la différence des loyers avant et après, avant la restauration et après la restauration, sera telle que les nouveaux loyers seront prohibitifs. Ces loyers même prohibitifs, je crois que le Collège aura d'ailleurs beaucoup de mal à les rendre rentables,
s a n s
Croyez bien que je ne vous demanderai pas une rentabilité économique telle que vous pensiez que le Service puisse enregister des bonis. Je comprendrai même, vu les problèmes généraux qui se posent à notre Ville, que non seulement vous n'atteigniez pas l'équilibre, mais que vous ayez un certain déficit dans la gestion de ce patrimoine. Mais, je crois que même en étant très large et très généreux dans ce domaine, le coût sera tellement considérable que vous ne pourrez même pas poursuivre cette politique. J'ai le souvenir, quant à moi, que l'on avait lait deux ou trois tentatives de restauration d'immeubles semblables à ceux repris au budget. J'ai demandé les renseignements sur ce que cela a coûté exactement, parce que les souvenirs ne me servaient pas évidemment à ce point-là. On a constaté que, en était si élevé qu'il était hors question de poursuivre d'une manière systématique cette politique ; j'ajoute enfin, qu'au point de vue général, dans la mesure où il faudrait repeupler le centre de Bruxelles, je dois bien constaS Q n
t e m p s
l e
m o n t a n t
(6 décembre
1972)
—
1628 —
ter que si vous rendez ces appartements mieux habitables qu'ils ne le sont actuellement, je dois bien constater que vous ne créez pas un logement de plus dans tous ces immeubles. Je crois donc que cette politique qu'il faudra vraiment la scruter de près quand nous arriverons à l'article du budget et au fur et à mesure où vous viendrez devant le Conseil communal avec des propositions détaillées. J'ai tenu quand même à évoquer ce problème actuellement, car il me paraît fort important. Je conclus. Je n'ai pas voulu au seuil de cette discussion générale et en parlant au nom du P . L . P . de la Région bruxelloise, voulu évoquer tous les problèmes que pose à l'heure actuelle l'administration de notre Ville. Plus spécialement ce seront mes collègues qui parleront de problèmes relatifs à la jeunesse et de problèmes du troisième âge, lors de la discussion approfondie que mériteront certains articles du budget. J'ai voulu, quant à moi, simplement esquisser quelques axes d'une politique communale bruxelloise que je crois moderne et démocratique. J'ai voulu également vous démontrer que la politique du Collège, si on peut en dégager une, avec beaucoup de bonne volonté, des indications sporadiques que l'on trouve dans le budget, ne peut recevoir notre accord. Le groupe P . L . P . de la Région bruxelloise entend donc se dissocier formellement et absolument de la politique du Collège et votera donc contre le budget. M . le Bourgmestre. L a parole est à M . Lefère. M . Lefère. Monsieur le Bourgmestre, Mesdames et Messieurs, je ne cache pas que pendant les exposés de M M . Piron et Guillaume, j ' a i éprouvé une certaine compassion, avec le Bourgmestre et les Echevins, car on a eu l'impression que ces Messieurs et Dames n'avaient pas réalisé grand-chose pendant l'année 1972. Et cependant moi, personnellement, je les envie car je connais des endroits où l'on défend aux Echevins de faire quoi que ce soit, et quand je regarde le budget de l'année 1973, je constate que le projet de budget et le projet du Collège, c'est un projet important.
—
1629 —
(6 december
J972)
C e projet de d é p e n s e à l ' o r d i n a i r e de cinq m i l l i a r d s , à l'extraordinaire de 3,6 m i l l i a r d s , et M . G u i l l a u m e a bien fait de le souligner, cela d é p a s s e largement le budget de l ' E t a t luxembourgeois, si j ' a i bien c o m p r i s , c'est presque le d o u b l e de l ' E t a t l u x e m b o u r g e o i s . A l o r s q u a n d je c o n s i d è r e que nos E c h e v i n s , ils sont à combien ? Je n ' a i jamais c o m p t é , huit o u neuf, doivent prendre l a r e s p o n s a b i l i t é d ' u n budget aussi important, de l ' e x é cution d ' u n budget aussi important, avec leurs fonctionnaires et leur personnel, je crois que cela seul, cette constatation et cette c o m p a r a i s o n , avec tout l ' a p p a r e i l de l ' E t a t l u x e m b o u r geois, contient en s o i - m ê m e u n hommage direct à notre C o l lège é c h e v i n a l . E t q u e l est le n o m b r e d'habitants d u G r a n d - D u c h é d u L u x e m b o u r g ? 300.000' et à B r u x e l l e s 158.000 ; enfin, heureusement, q u ' i l y a encore parfois de n o u v e a u x B r u x e l l o i s q u i apportent u n p e u de vie nouvelle ; o n v a q u a n d m ê m e se rapprocher, je suis c o n v a i n c u , des 160.000. Soit, ce n'est pas mon propos en ce m o m e n t - c i , mais nous nous trouvons devant un budget i m p o r t a n t q u i est p r é s e n t é en é q u i l i b r e et q u i est un budget avec des d é p e n s e s à l'ordinaire q u i d é p a s s e n t largement le budget de 1 9 7 2 . M a i s ce q u i m ' a fort é t o n n é dans l ' e x p o s é de M . G u i l l a u m e , c'est q u e , d ' u n c ô t é , i l rend hommage a u x fonctionnaires q u i ont si bien p u p r é p a r e r ce budget et que, d ' u n autre c ô t é , il critique l'augmentation des d é p e n s e s q u i est due p o u r 35 % aux a u g m e n t e r o n s des traitements d u personnel. J ' e n suis heureux et c'est ce p o s t e - l à q u i constitue l'augmentation des d é p e n s e s et q u i p r o u v e que l a V i l l e , sous l ' i m p u l s i o n de sa m a j o r i t é , q u i r e p r é s e n t e q u a n d m ê m e le solde des autres voix des é l e c t e u r s , et j ' a i appris que le F . D . F . avait 22.445 voix, mais il d o i t tout de m ê m e y avoir encore un gros paquet de l'autre c ô t é de l a b a r r i è r e . C e gros paquet doit constater aujourd'hui que nos finances sont bien g é r é e s et, ce q u i m ' é t o n n e le plus, c'est que ceux q u i en d'autres endroits se p r é s e n t e n t toujours c o m m e les c h a m pions de B r u x e l l e s - C a p i t a l e , n'ont pas d é f e n d u ce soin de B r u x e l l e s - C a p i t a l e envers les autres r é g i o n s , car en effet, M e s d a m e s , M e s s i e u r s , si notre budget est un budget l o u r d en d é p e n s e s et u n budget l o u r d en recettes, c'est que nous ne
(6 décembre
1972)
—
1630
—
touchons, comme quote-part dans le F o n d s des Communes, que 2.243.000.000 de francs, il me semble que pour une habitation de non seulement 160.000 personnes mais aussi pour une ville où 105.000 personnes sont o c c u p é e s chaque jour, cela résulte aussi du budget parce qu'il y a un poste : « taxe sur le personnel o c c u p é » de 400 francs par u n i t é et ce poste est en augmentation ce qui veut dire que les personnes occupées journellement à Bruxelles et qui ne sont pas tous des Bruxellois, nous le savons, 105.000 personnes adultes ce que cela c o û t e à la V i l l e , cela c o û t e à la Capitale du Royaume et je suis fort é t o n n é qu'aucun des orateurs p r é c é d e n t s n'a adressé un appel aux A u t o r i t é s s u p é r i e u r e s pour voir augmenter la quote-part de la V i l l e de Bruxelles, Capitale du Royaume, avec toutes les charges qui sont mises sur son dos, de la part du Fonds des C o m m u n e s . C'est une constatation fort importante et en ce qui nous concerne, notre parti, avec tous les amis P . S . C . et C . V . P . et m ê m e U . A . B . , je souligne mon é t o n n e m e n t qu'on n'a pas ici, dans la discussion du budget, d é f e n d u les véritables intérêts des Bruxellois. D ' u n autre côté, je constate é g a l e m e n t que les centimes additionnels qui nous ont été r é c l a m é s il y a quelque temps et qui ont été a u g m e n t é s de 825 à 1.000, sont parmi les plus bas de l ' a g g l o m é r a t i o n bruxelloise. Je n'ai pas ici les chiffres devant m o i . mais je demande à M . l ' E c h e v i n c o m p é t e n t de les signaler, quels sont les centimes additionnels dans les autres communes importantes, à Schaerbeek, à A n d e r l e c h t , combien étaient-ils et combien seront-ils dans ces communes importantes de l ' a g g l o m é r a t i o n bruxelloise ? Je constate que nous sommes à 1.000 centimes additionnels et que ce sont les moindres de toute l ' a g g l o m é r a t i o n bruxelloise, c'est très important de le souligner. Pour le reste, je suis convaincu que nous pouvions avoir confiance dans notre C o l l è g e des Bourgmestre et Echevins et nous savons tous qu'ils consacrent les 9 / 1 0 de leur vie active à leurs attributions scabinales. Je rends hommage à leur travail journalier au service de la V i l l e et ce n'est pas une autre majorité quelle qu'elle soit qui pourrait p r é t e n d r e que ses r e p r é s e n t a n t s au Collège feraient un effort plus gros que celui fait par nos amis au C o l l è g e .
— 1631 —
(6 december 1972)
V o o r het overige w i l ik onderstrepen dat ik in de tussenkomst van de oppositie geen enkele fundamentele k r i t i e k heb gehoord op het b e l e i d v a n deze Stad. M e n heeft het p r o b l e e m opgeworpen van de forenzen, v a n de k e r m i s , wat vier m i l j o e n minder z o u opgebracht hebben v o o r de begroting, men heeft gesproken van de B r a n d w e e r aan wie men nog de 45 uren week niet heeft k u n n e n geven en men heeft gehandeld over « le C o n s e i l des Jeunes », maar buiten dat, w a a r v o o r het C o l lège op zichzelf niet alleen v e r a n l w o o r d e l i j k kan gesteld w o r den, heb ik geen enkele fundamentele kritiek gehoord. G r o t e vraag is n u : waar gaat onze H o o f d s t a d naartoe ? W e staan v o o r een belangrijke o m w e n t e l i n g o o k in de herstrukturering van dit l a n d e n het is é v i d e n t dat de Stad Brussel als H o o f d s t a d van het l a n d een sterke verdediging zal n o d i g hebben ; ik heb het reeds bewezen op het b u d g é t a i r e vlak, wat wij n u b e k o m e n van de centrale besturen is werkelijk o n v o l d o e n de. dat is een eerste vaststelling, en ten tweede : het is een feit dat onze voorgangers, hier te Brussel — die gedurende anderhalve eeuw uit aile gewesten van het l a n d k w a m e n — want er is een tijd geweest dat de b e v o l k i n g van Brussel misschien maar 20 of 3 0 . 0 0 0 mensen bedroeg, Brussel-Stad telt n u 1 6 0 . 0 0 0 mensen en er zijn mensen naar Brussel gekomen o m diverse redenen van heinde en ver — die mensen hebben een stad o p g e b o u w d gedurende de X I X ' ' eeuw die zoals de hcer P i r o n het gezegd heeft, een zware stad is geweest. zware gebouwen. logge gebouwen, ze hebben een grote inspanning gedaan maar ze hebben niet kunnen voorzien dat wij, door die inspanningen, de mensen van de X X ' eeuw en voornamelijk de niet-begoede mensen v o o r onoplosbare problemen hebben gesteld. 1
V r o e g e r was het herenhuis van de X I X ' eeuw met drie tôt vier verdiepingen het bewijs van de r i j k d o m , van de welstand en van het k o m f o r t , het is nu in diezelfde herenbuizen dat onze arme mensen wonen op de vierde of de vijfde verdieping, omdat daar de huurprijzen het laagste zijn en ik heb het reeds vorig jaar gezegd. ik ken talrijke mensen, oude mensen. zieke mensen. die wonen op de vijfde verdieping van een huis en die daar gevangen zijn voor de rest van hun leven, omdat ze nog naar beneden kunnen gaan maar ze k u n n e n niet meer naar boven gaan.
(6 décembre
1972)
—
1632
—
Ik wil hulde brengen aan de poging van de heer Guillaume o m een inspanning te doen voor de gehandikapten die moeten vervoerd worden in de Stad, maar laten wij ook een inspanning doen voor de gevangenen onder de mensen i n deze Stad. er zijn er tienduizenden en er is meer dans één oplossing voor deze mensen, het is de oplossing die nagestreefd wordt door ons Schepencollege. Het is een politiek van sociale woningbouw, het is een politiek van woningbouw in de Stad, met een zeker moderne komfort en wat er voor mij in de eerste plaats nodig is, dat zijn liften in de huizen, dat men a.u.b. geen huizen meer gaat bouwen met drie of vier verdiepingen zonder lift, dat men er liever een bouwt van twintig verdiepingen met lift. E r is veel kritiek tegen de torengebouwen, maar ik w o o n liever als oud mens in een torengebouw met twintig verdiepingen dan in een o u d huis met vier of vijf verdiepingen. Ik las gisteren in een dagblad dat de Japanezen en nog een ander land, bezig zijn met nieuwe torens uit te studeren die 3.000 meter hoog zullen zijn, w a a r i n de moderne mens op een andere manier zal leven dan heden ten dage, maar ik hoop dat voor die moderne mensen komfort is weggelegd, wat nodig is in de eerstkomende tijd, is dat de politiek van de Stad nog meer doorgezet wordt, want ik heb soms de indruk dat de achtbare Schepen van F i n i n c i ë n , omwille van al die verhogingen van de begroting die niet de schuld zijn van de Stad, maar de sociale lasten, de verhoging van de wedden en pensioenen, dat de Schepen een buitengewone inspanning moet doen o m zijn begroting in evenwicht te houden en dat hij daardoor zou kunnen geneigd zijn o m zijn politiek van renovatie van de Stadswijken enigszins te b e k r i m p e n . Ik vraag h e m dat niet te doen, deze goede politiek voort te zetten, af te breken waar er moet afgebroken worden. Het is wel een geluk in deze Stad en er is ook een felicitatie aan het adres van het Schepencollege en van de voorgaande collèges, M i j n h e e r P i r o n , is dat er i n deze stad, alhoewel er zoveel oude, bouwvallige huizen zijn, dat er toch weinig krotwoningen zijn of dat er weinig mensen wonen i n wat men noemt een « bidonville ». E r zijn in Brussel veel van die oude huizen ontruimd, dit is een goede zaak, die huizen moeten verdwijnen. ze moeten
—
wordt 4
1633 —
(6 december
1972)
afgebroken worden en men moet bepaalde wijken wederopbouwen. Ik weet wel men zal dat ailes niet in é é n dag kunnen. maar dat men het trapsgewijze doet, maar dan op een doelmatige manier voor bepaalde wijken, men kan bepaalde wijken nog leefbaar maken. D e mensen leven niet meer in een stad als vroeger, dit is niet in Brussel alleen het geval, dit is ook in de provincie, op de gemeenten, wij leven i n een andere p é r i o d e , maar dit neemt niet weg dat wij in Brussel over een sterk patrimonium bescbikken. dat kan gevaloriseerd worden. 1k wil zeggen. bij wijze van besluit. dat ik zoals vorig jaar, ik spreek in naam van mijn groep, mijn volledig vertrouwen schenk aan het Collège, hetgeen dan ook niet w i l zeggen dat wij voortdurend met het wierookvat achter of voor het Collège zullen staan, wij zullen ook, waar het past, doen aan opbouwende kritiek en we zullen ook tijdens de bespreking van de artikels suggesties uitbouwen vanuit onze groep. maar in elk geval zeggen wij aan onze Collega's in het Bestuur van deze Stad : wij wensen U verder een goede vaart en U kunt op ons rekenen. M . l e B o u r g m e s t r e . M o n s i e u r l ' E c h e v i n des Finances, vous avez la parole. M . l ' E c h e v i n D e R o n s . Mesdames et Messieurs, je remercie tout d'abord M o n s i e u r Pellegrin d'avoir bien voulu rendre hommage à nos fonctionnaires. Us ont, en effet, en quelques semaines de temps, a p r è s l'introduction des prévisions par les services, d û faire face à une besogne considérable qui a e n t r a î n é certainement des prestations à des heures insolites et je crois, dès lors, qu'ils méritent certainement l'hommage que v o u s - m ê m e et que d'ailleurs d'autres collègues ont bien voulu rendre à ce personnel.
0
Monsieur Pellegrin, vous avez parlé également de l'opportunité, de la nécessité de mettre tout en œ u v r e pour réaliser les plans particuliers d ' a m é n a g e m e n t au centre de la Ville, et vous avez amplement raison. Malheureusement, nous devons constater, — et vous le constatez avec nous — . que nous rencontrons dans cette réalisation, dans ces approbations, des difficultés parfois m ê m e insurmontables. O r , ces retards peu-
(6 décembre
1972)
—
1634 —
vent nous conduire, dans certains cas, à l'immobilisme, ce qui serait é v i d e m m e n t e x t r ê m e m e n t dangereux et je me demande si l'intervention du Conseil d ' A g g l o m é r a t i o n entraînera une amélioration de cette p r o c é d u r e . Je l'espère, mais entre-temps je n'y crois rien. M . Guillaume a bien voulu rendre hommage aussi aux fonctionnaires, mais i l critique quand m ê m e que le cahier d'explications n'est pas assez fourni. J'y reviendrai dans un instant. Il a p a r l é aussi de la r é m u n é r a t i o n des fonctionnaires. Je crois. Mesdames et Messieurs, qu'il n'est pas de tradition de parler de ce genre de p r o b l è m e en Séance publique. Ceci est réservé au C o m i t é secret. M . Guillaume nous a dit que ce budget était déséquilibré : mais, ce n'est qu'une parole de M . Guillaume, une parole d'ailleurs absolument gratuite et j ' e s p è r e bien que d'ici quelques mois, très peu de mois, au mois de juin, je l u i donne rendez-vous et je lui prouverai qu'il se trompe du tout au tout. M . Guillaume se base, en effet, sur le fait que le budget de 1972 a subi des modifications b u d g é t a i r e s , comme tous les budgets p r é c é d e n t s d'ailleurs, et il constate qu'il y a eu des modifications b u d g é t a i r e s e n t r a î n a n t des d é p e n s e s supplémentaires. Il en déduit qu'il y a un déséquilibre du budget de 1972 et que. par c o n s é q u e n t , la comparaison avec 1972 est une base fausse. M a i s , il ne dit qu'une partie de la vérité, la réalité c'est qu'il y a eu des modifications b u d g é t a i r e s entraînant des majorations de d é p e n s e s , mais il y a d'autres dépenses qui ne sont pas atteintes, des prévisions q u i ne sont pas atteintes et i l y a ensuite des prévisions de recettes qui sont d é p a s s é e s et largement d é p a s s é e s . Il en est ainsi pour certaines ressources fiscales. Il en est ainsi notamment pour notre quote-part dans le Fonds des Communes, pour laquelle nous avons prévu, au budget initial de 1972, 2.002.000.000 de francs et qui aujourd'hui atteint déjà 2.161.536.000 francs. D è s lors, je crois que ce budget de 1972 a é n o r m é m e n t de chances d'être équilibré et la comparaison est parfaitement valable avec 1972, surtout que. Mesdames et Messieurs, si vous voulez faire une comparaison,
—
1635 —
(6 december
1972)
Misoie an» f
JJJUJL
Klftabî j
a K ! :
a
la
S e n t r e
|K aussi i que le cahier jj j
>n( ra
ictionnaires.Je
il faut c o m p a r e r des choses c o m p a r a b l e s . O r , o n ne c o m p a r e q u a n d m ê m e pas u n budget a u d é b u t de l ' e x e r c i c e , — et cet exercice n'est pas e n c o r e e n t a m é — . avec u n autre budget qui a s u b i d é j à des m o d i f i c a t i o n s . S i o n c o m p a r e , i l faut c o m p a r e r des budgets a u d é p a r t , c ' e s t - à - d i r e le budget i n i t i a l . G u i l l a u m e a c r i t i q u é l a f i s c a l i t é de l a V i l l e , c'est é v i d e m m e n t le r ô l e de l ' o p p o s i t i o n , l ' o p p o s i t i o n l ' a toujours fait et le fera é v i d e m m e n t toujours et le fait dans toutes les c o m munes d u r o y a u m e , je le suppose. Seulement, m a f o i , que s'est-il p a s s é à B r u x e l l e s ? N o u s s o m m e s a l i g n é s sur q u o i ? Sur l a f i s c a l i t é des autres grandes villes. C ' e s t assez n o r m a l . N o u s p a r t i c i p o n s à l a r é p a r t i t i o n d ' u n m ê m e fonds, d u « F o n d s A ». N o u s nous s o m m e s a l i g n é s sur les autres c o m munes. V o u s c o n n a i s s e z le t a b l e a u , q u o i q u ' i l est a b s o l u m e n t inutile de vous citer le n o m b r e de c o m m u n e s q u i ont é g a l e ment 1.000 a d d i t i o n n e l s et p l u s d ' a d d i t i o n n e l s . E t je c o m p a r e avec 1 9 7 2 : i l est c e r t a i n que le j o u r o ù nous d i s p o s e r o n s d ' u n enseignement de 1 9 7 3 , parce que nous s o m m e s l a p r e m i è r e c o m m u n e à v o t e r le budget, i l est certain que vous aurez encore i n f i n i m e n t plus de c o m m u n e s q u i sont a l l é e s à 1.000, 1.100, 1.200 et 1.300 centimes a d d i tionnels. L a q u e s t i o n . M e s d a m e s et M e s s i e u r s , est t r è s i m p o r t a n t e . Il y a d ' a b o r d l ' é q u i l i b r e d u budget et cet é q u i l i b r e d u budget est a b s o l u m e n t indispensable si nous v o u l o n s m a i n t e n i r le n i v e a u de nos d é p e n s e s facultatives, et je vous signale q u ' à l'heure p r é s e n t e , nous d é p a s s o n s le p l a f o n d des d é p e n s e s facultatives admises p a r les instructions m i n i s t é r i e l l e s . S i nous v o u l o n s v r a i m e n t p o u v o i r d é p e n s e r ces d é p e n s e s facultatives, il est é v i d e n t que nous devons p o u v o i r p r é s e n t e r un budget en é q u i l i b r e . C e que j ' i g n o r a i s lors de l a c o n f e c t i o n de ce budget, c'est que d'autres grandes villes avaient r e ç u é g a l e m e n t des lettres ou des instructions c o m m e nous, mais que ces c o m m u n e s , ces villes, p a r c e qu'elles ne p a r v e n a i e n t pas à é q u i l i b r e r l e u r b u d get, se sont vues i m p o s e r n o n seulement l a l i m i t a t i o n des d é p e n s e s facultatives, mais l a l i m i t a t i o n de leurs investissements ; une grande ville, dont je ne citerai pas le n o m , a v u se l i m i t e r ses investissements à 300' m i l l i o n s p o u r toute une
(6 décembre
1972)
—
1636 —
a n n é e , pour une grande ville à 500 millions d'investissements, 500 millions, nous avons un budget de 3.600 millions. Qu'adviendrait-il si, par un déséquilibre de notre budget, si nous étions limités, par exemple, à 5 0 0 millions d'investissements ? Ce serait la catastrophe dans divers domaines. Et c'est alors que vous pourriez nradresser ces critiques. Monsieur Guillaume. V o u s avez parlé, et là j ' y tiens beaucoup, parce que c'est une politique dangereuse que vous avez défendue là, vous avez parlé d'une tranche de répartition du Fonds des Communes. A l o r s là, vous vous engagez dans une voie terriblement dangereuse au d é t r i m e n t des intérêts de la Ville de Bruxelles. De q u o i s'agit-il, Mesdames et Messieurs ? Il y a un « Fonds A », comme vous le savez, et ce « Fonds A » est r é p a r t i entre les quatre grandes villes. Comment estil r é p a r t i ? M a i s ce fonds a été r é p a r t i , au fil du temps, d'après toutes sortes de critères, et les derniers critères en application depuis quelques a n n é e s , très peu d ' a n n é e s d'ailleurs, sont constitués par une p r e m i è r e tranche b a s é e sur la population, cela vaut ce que cela vaut, vous savez très bien qu'un habitant c o û t e trois ou quatre fois autant qu'un habitant de NederOver-Heembeek, je n'en sais rien, ce critère population ne vaut rien comme vous le savez. Il y a une d e u x i è m e tranche Police, c'est 16,66 % , par moitié au prorata du nombre d'accidents de la circulation et par moitié au prorata des véhicules à moteur des communes des a g g l o m é r a t i o n s , comme critère vous avouerez que cela n'est pas fort objectif et cela ne signifie vraiment pas grandchose. U n e troisième tranche, les Pompiers, 4,96 % , d'après le nombre d'habitations des communes affiliées au service incendie. Q u a t r i è m e tranche V o i r i e ; c i n q u i è m e tranche Enseignement, cela signifie quoi. Mesdames et Messieurs, ces critères '? M a i s ces critères ont été pris au hasard, on a pris à l'époque, comme critère de r é p a r t i t i o n , q u o i ? L e s charges nettes de l'enseignement, on a a b a n d o n n é . C e l a veut-il dire que l'Etat est moins sensible aux d é p e n s e s d'enseignement ? M a i s pas du tout ! O n a eu le critère charges de l a Dette et on a supprime.
— ^m. , fti» Heetsi, m
1 10lli 1
;(ïjK 'ousavezdéfouam
une n
Têts de la\u
Messieurs! 1
1637 —
(6 december
1972)
Est-ce que cela veut dire qu'aujourd'hui l'Etat ne tient plus compte de nos charges de la D e t t e ? M a i s pas du tout. Il y a eu le critère Assistance publique, on l'a s u p p r i m é . Est-ce que cela veut dire que maintenant l'Etat n'intervient plus dans les charges que nous avons en matière d'Assistance publique M a i s pas du tout, mais pas d u tout, en réalité on a voulu atteindre un certain pourcentage, un certain pourceng e dans la répartition du fonds et ce pourcentage r é p o n d à quoi ? C'est m o i - m ê m e qui l'ai toujours p r o p o s é , je connais quand m ê m e le p r o b l è m e ! 0
t a
J'ai toujours dit ceci : « si nos dépenses, à l ' é p o q u e non suspecte en 1947, avant la loi Vermeylen, atteignaient ditons 28 % de l'ensemble des dépenses des quatre grandes villes, il est logique qu'aujourd'hui, dans la répartition du « Fonds A » nous touchions 28 % ». Voilà le critère, et tout le reste, mais on a cherché des critères, on en a retenu, on en a écarté, on change et on change continuellement. Pour vous dire. Mesdames et Messieurs, que les fonds qui proviennent du « Fonds A ». sont des fonds destinés à couvrir l'entièreté de nos dépenses, ou une partie de nos d é p e n s e s communales et non pas des dépenses de Pompiers, et non pas. comme avant, des dépenses Assistance publique, et non pas des dépenses Instruction publique, lorsque le critère était en vigueur, mais pas tout, il s'agit de critères, comme il s'agit de taxes, le produit des taxes est destiné à couvrir l'ensemble des besoins. Ici i l s'agit é v i d e m m e n t de la m ê m e chose, la quote-part reçue par la Ville est destinée à couvrir l'entièreté. Par c o n s é q u e n t . Mesdames et Messieurs, vous ne pouvez pas dire que si l'on supprime dans le budget de la Ville un certain nombre de dépenses, notamment pour le Service de l'Incendie, qu'automatiquement ce critère tombe, d'ailleurs comment paieriez-vous sinon les 51 millions de pensions du Service de l'Incendie, et comment paieriez-vous les dépenses qui ne servent pas de critère à la répartition, avec quel argent le paieriez-vous ? Par conséquent, ce raisonnement est faux et à l'occasion je me défendrai bien au sein du Ministère de l'Intérieur lorsqu'il s'agira de supprimer éventuellement toute partie de cette répartition.
(6 décembre
1972)
—
1638
—
V o u s avez dit, M o n s i e u r G u i l l a u m e , que certaines recettes sont t r a n s f é r é e s à l ' A g g l o m é r a t i o n et que je n'ai pas fait état de ces recettes, c'est possible, il y a des recettes, à propos desquelles nous discutons, somme toute, cela porte sur peu de chose en fait, je crois dans l'ensemble, il y a certaines taxes dont le produit est de combien, deux fois rien, ce n'est pas cela qui modifiera l ' é q u i l i b r e du budget. V o u s avez dit : « V o i l à , vos recettes sont a u g m e n t é e s de 817 millions en deux ans », je crois, et vous avez parlé de 18 % de majoration entre 1972 et 1973. de 1 2 % entre 1972 et 1971, mais c'est possible et c'est heureux, Mesdames et Messieurs. C o m m e n t paierions-nous sinon l a majoration de 35 % , les r é m u n é r a t i o n s , pensions, etc., et nous avions absolument besoin de ces majorations de recettes, qui proviennent, comme vous le savez, surtout de l a quote-part dans les Fonds des C o m m u n e s et é g a l e m e n t de notre fiscalité. A l o r s . M o n s i e u r G u i l l a u m e , vous avez p a r l é du m é c o n t e n tement de la population. Je crois que c'est très facile, et je crois que l a population aura toujours des raisons d'être mécontente pour l'un ou pour l'autre motif, ce sera toujours ainsi, il en a toujours été ainsi et c'est encore aujourd'hui ainsi, mais quand j'entends votre argumentation je suis beaucoup moins convaincu du b i e n - f o n d é de ces m é c o n t e n t e m e n t s . Que dites-vous ? V o u s dites qu'il y a un manque de renseignements fournis à la population et au Conseil c o m m u n a l ? M a i s , Mesdames et Messieurs, je constate quand m ê m e que ce cahier d'explications compte 169 pages, le rapport introductif, qui compte 138 pages, plus le budget 425 pages, plus mes deux e x p o s é s au Conseil c o m m u n a l , je p r é t e n d s , M e s dames et Messieurs, que dans aucune commune, que dans aucune grande ville, il n'est fourni autant de renseignements q u ' i c i à la V i l l e de Bruxelles, vous êtes vraiment des gens gâtés. V o u s avez p a r l é du fait que les cinq milliards de d é p e n s e s du budget ordinaire sont mal utilisés ; c'est encore une affirmation purement gratuite, tout le inonde peut p r é t e n d r e cela, et tout le monde peut p r é t e n d r e é v i d e m m e n t le contraire, et vous vous basez sur quoi p o u r l'affirmer ?
—
1639
—
(6 december
1972)
Sur le fait que des forains ont r é c l a m é , sur le fait que les forains ont e s s a y é de petites m a n œ u v r e s et que, b o n , o n a e s s a y é de rencontrer ces petites m a n œ u v r e s et o n n ' a peutê t r e pas r é u s s i , b o n . et i l y avait p e u t - ê t r e u n certain b i e n f o n d é dans des r é c l a m a t i o n s de certains forains, mais cela r e p r é s e n t e q u o i , M e s d a m e s et Messieurs, c'est peu de chose, en fait ce m é c o n t e n t e m e n t provient d u fait qu'ils devaient payer une somme de x, mais a u j o u r d ' h u i vous nous reprochez de perdre quatre m i l l i o n s , or ils se plaignaient de payer trop, ils paient quatre m i l l i o n s de moins et maintenant vous nous reprochez que nous touchons quatre millions de m o i n s . Je ne c o m p r e n d s v r a i m e n t pas le raisonnement de M . G u i l laume. V o u s parlez des P o m p i e r s et vous dites : « V o i l à les P o m p i e r s ont des prestations trop longues ». M a i s , M e s d a m e s et Messieurs, le C o l l è g e a é t é le p r e m i e r à proposer aux P o m piers des prestations beaucoup moins longues, mais je constate que c'est le personnel q u i n'a pas a c c e p t é et pour des motifsque je c o m p r e n d s d'ailleurs t r è s bien ; vous savez t r è s bien qu'ils font les 2 4 heures et vous savez t r è s bien que certains m e m bres p r é f è r e n t ce s y s t è m e de t r a v a i l à un autre s y s t è m e de travail. E t maintenant que le Service des P o m p i e r s est transféré au C o n s e i l d ' A g g l o m é r a t i o n cela réussit infiniment m i e u x et vous p o u r r e z r é s o u d r e ce p r o b l è m e à la satisfaction générale. M a i n t e n a n t , vous avez p a r l é une nouvelle fois de ce M a r c h é couvert. Je suis content que vous en ayez p a r l é parce que depuis votre d e r n i è r e intervention, il s'est p a s s é du neuf. D ' a b o r d , q u a n d vous p r é t e n d e z que ces travaux ont t r a î n e , il n'en est é v i d e m m e n t rien, l'adjudication de ce m a r c h é a eu lieu en d é c e m b r e 1 9 7 0 , la mise en chantier a été faite fin juin 1 9 7 1 , donc i m m é d i a t e m e n t avant la p é r i o d e des vacances, et je constate que le m a r c h é tel q u ' i l avait é t é défini est t e r m i n é à la fin de ce mois, et que les magasins, c o m m a n d e s u p p l é m e n t a i r e faite à l a demande des usagers, ces magasins seront a c h e v é s le 26 mars 1973. Je crois que t r è s peu de r é a l i s a t i o n s de la V i l l e ont p u ê t r e faites dans un si court laps de temps. Je sais que l ' o n a p a r l é de comparaison avec A n v e r s , mais je constate que si A n v e r s a d é m a r r é avec une adjudication de
(6 décembre
1972)
—
1640
—
220 millions, eh bien, à peine les travaux e n t a m é s , j ' a i vu des collègues d ' A n v e r s , ils ont déjà 46 millions de supplément de d é p e n s e et ils en ont encore pour un an et demi et il va encore s'ajouter pas mal de dizaine de millions à ces d é p e n s e s , ce n'est d'ailleurs pas une critique, je crois que dans ce genre de travaux, quand il faut tenir compte de toutes les demandes des usagers, i l est inévitable qu'il y ait des suppléments de d é p e n s e s . Seulement ce q u i m ' a f r a p p é dans ce dossier, c'est que M . G u i l l a u m e nous a p a r l é la d e r n i è r e fois d'une réclamation, i l m ' a m ê m e a c c u s é de ne pas r é p o n d r e à une lettre de r é c l a m a t i o n que j'avais certainement devant moi et il m'a mis au défi de nier la chose et je ne comprenais rien. Je savais que, de la part des importateurs, il y avait quelques difficultés, je le savais puisque nous n'avions pas construit de halle pour les importateurs, mais cette affirmation me semblait tellement d r ô l e et m o i - m ê m e je n'ai rien compris aux affirmations de M . G u i l l a u m e , ni d'ailleurs mes services q u i s'occupent du m a r c h é et m ê m e l'architecte qui se trouvait p a r m i le public. M a i s l'affaire s'est éclaircie depuis lors, que s'est-il passé ? E h bien, les usagers m'ont e n v o y é une lettre d a t é e du 25 octobre, je l ' a i i c i devant m o i , p l u t ô t j ' a i l a copie devant moi. je n ' a i jamais reçu de lettre mais la copie d'un projet de lettre, je suppose, a d û ê t r e e n v o y é e notamment à u n ministre, et je suppose aussi à M . G u i l l a u m e , parce que M . Guillaume a repris exactement les arguments q u i se trouvaient dans ce projet de lettre. C'est drôle vous savez ! A l o r s je constate que M . G u i l l a u m e interpelle le 6 novembre — l a date a de l'importance — donc une lettre d a t é e du 25 octobre, une interpellation de M . G u i l l a u m e le 6 novembre et alors un ministre m ' é c r i t Je 7 novembre pour m'annoncer l'envoi d'une lettre de ces usagers, toujours la lettre datée du 25 octobre a d r e s s é e à M . l ' E c h e v i n De R o n s , E c h e v i n des Finances, que je n'avais é v i d e m m e n t jamais r e ç u e . E t puis, recevant cela, je t é l é p h o n e à ce p r é s i d e n t , je lui demande de r é u n i r son c o m i t é et de venir me voir à l'Hôtel de V i l l e . E t a p r è s cela, effectivement, je reçois une lettre, mais celle-là elle est d a t é e du 13 novembre, donc bien après
—
1641 —
(6 december
1972)
>DS de sunL' et demj mil ions i
l'annonce faite par le ministre, bien a p r è s la copie de la soi-disant lettre q u i m'était adressée, bien a p r è s l'interpellation de M . Guillaume.
je crois que^ iptedetoutac 3" ait dessuppt-
Lettre du 13 novembre qui reprend à peu près les termes de la p r e m i è r e lettre, sauf qu'un certain nombre d'insultes ont été s u p p r i m é e s , mais à part cela, c'est exactement la m ê m e lettre. A l o r s moi j ' a i pu prendre connaissance de cette lettre le 14 novembre, donc une bonne semaine après l'interpellation de notre estime collègue, c'est-à-dire date à laquelle l'on a n n o n ç a i t à la radio que l'on ne voulait pas du m a r c h é de Bruxelles, était d o n n é le montant des redevances et nous avons trouve, à cette m ê m e date, des articles de Presse. Donc, je constate que la Presse, que la Radio, que M . Guillaume et que des ministres non c o m p é t e n t s en la matière, ont été p r é v e n u s à l'avance de difficultés qu'il y avait.
an
at
e
Sur ces difficultés, je ne vais pas m ' é t e n d r e aujourd'hui, mais si. au cours de la discussion du budget, M . Guillaume a envie de revenir sur ce p r o b l è m e , je suis é v i d e m m e n t à sa disposition pour r é p o n d r e . D'ailleurs, ce m é c o n t e n t e m e n t des Bruxellois et sur toutes les demandes inscrites, il n'y en a pas mal, i l y a cent cinquante magasins, le nombre d e m a n d é dépasse largement le nombre de magasins, et sur toutes ces demandes il y a exactement douze firmes de Bruxelles ; trois firmes et neuf c o m m e r ç a n t s domiciliés à Bruxelles. M . Guillaume nous a fait une suggestion en matière d'additionnels au p r é c o m p t e immobilier et i l propose d'exempter du paiement du p r é c o m p t e immobilier, les immeubles dont les revenus cadastraux ne dépassent pas un certain plafond. Mais, Mesdames, Messieurs, c'est absolument illégal, c'est absolument interdit aux communes, mais Monsieur Guillaume, je crois, fait partie du Parlement, le Parlement est c o m p é t e n t en la matière, alors je lui propose de faire une telle proposition au Parlement et j ' e s p è r e qu'il trouvera écho auprès du ministre. Il a parlé également du p r o b l è m e des jeunes, mais, Mesdames et Messieurs, nous venons d'en parler à diverses reprises à nos séances du Conseil communal et nous en reparlerons
