Hoofdstuk 6 Het nieuwsbericht en het artikel 1 Inleiding In het vorige hoofdstuk bespraken we het persbericht. In dit hoofdstuk komen twee andere tekstsoorten aan de orde: het nieuwsbericht en het artikel. De nadruk ligt op dit laatste. Hoe ga je te werk als je van een krant of tijdschrift de opdracht krijgt om een stuk te schrijven? Wat komt er allemaal bij kijken? Op deze vragen geven wij je een antwoord.
2 Het nieuwsbericht Van een onzer verslaggevers AMSTERDAM - De politie van Amsterdam heeft gisteravond het lichaam gevonden van een 83-jarige man, die vermoedelijk drie weken dood heeft gelegen in zijn woning in de Kinkerstraat. De man leidde een teruggetrokken bestaan. Omwonenden hadden de politie gewaarschuwd vanwege de stank in het trappenhuis. Omdat het wel vaker had gestonken, hadden zij niet vermoed dat de man dood was. Het is de derde keer in een maand dat de Amsterdamse politie iemand in zijn woning aantreft die al weken dood is. Dit bericht is heel kort: 81 woorden. Maar uit die 81 woorden kun je een enorme hoeveelheid informatie halen, waarschijnlijk meer dan je denkt: iemand is dood gevonden; het was een man; hij was 83 jaar: hij was al drie weken dood; hij woonde in de Kinkerstraat in Amsterdam; hij werd door de politie gevonden; de omwonenden hadden de politie gewaarschuwd; omdat het stonk; het stonk wel vaker; de omwonenden hadden niets vermoed; de man leidde een teruggetrokken bestaan; het is al de derde keer deze maand dat de Amsterdamse politie iemand die al weken dood is in zijn woning aantreft. Met andere woorden: de informatiedichtheid van dit bericht is heel hoog. En dat is nu net één van de twee belangrijkste kenmerken van een nieuwsbericht: Het is de kortst mogelijke melding (maximaal ± 250 woorden). Het gaat om een nieuwsfeit. We noemen deze twee kenmerken, omdat ze bepaalde consequenties hebben voor het schrijven van een nieuwsbericht en daar gaat het in dit hoofdstuk van de reader om. Laat overigens niet na hoofdstuk 5 van de reader nog eens te lezen. Een persbericht is tenslotte ook een nieuwsbericht, alleen plaats je het niet in jouw eigen blad, maar probeer je het in een ander blad te krijgen. In de volgende subparagrafen zullen we de consequenties van de twee kenmerken die we zojuist noemden, bespreken.
2.1 Kortst mogelijke melding Een nieuwsbericht is de kortst mogelijke melding van een nieuwsfeit. Welke gevolgen heeft dat voor de manier waarop je een nieuwsbericht schrijft? Dat ligt nogal voor de hand: als je iets zo kort mogelijk moet vertellen, zul je moeten volstaan met het weergeven van de meest essentiële informatie, je zult alle overbodige details en uitweidingen achterwege moeten laten.
Gemakkelijker gezegd dan gedaan! Hoe zorg je dat alleen de belangrijkste informatie geeft? Of, met andere woorden, welke informatie is het meest belangrijk? Dat zal wel altijd een punt van discussie blijven onder journalisten: de één legt de nadruk op het ene aspect van het nieuws, de ander op een heel ander aspect. Tenslotte is het van jouw eigen visie afhankelijk wat je belangrijk vindt en wat niet. Toch is er een journalistiek handvat om te zorgen dat je de belangrijkste informatie te pakken hebt: de vijf W’s. Die kwamen in hoofdstuk 5 al aan de orde toen we het over het persbericht hadden en staan voor Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom. Het is een goed journalistiek gebruik om de eerste vier van deze vijf W‟s in de inleiding (de „lead‟) van het bericht te zetten en om de vijfde W (Waarom) in de rest van het bericht te vermelden. Laten we nu eens kijken hoe deze regel uitpakt in ons voorbeeldbericht: Wie: de politie van Amsterdam Wat: heeft een dode man gevonden Waar: in de woning van de man in de Kinkerstraat Wanneer: gisteravond Dat lijkt allemaal heel aardig te kloppen. Nu bekijken we de vijfde W, die je in de volgende alinea(„s) van het bericht wilt bespreken. Soms is het antwoord op die vraag eenvoudig. Je schrijft het waarom op en klaar is jouw nieuwsbericht. Maar het voorbeeldbericht geeft al aan dat het vaak allesbehalve eenvoudig is om de waarom-vraag te beantwoorden: waarom heeft de politie van Amsterdam een dode man gevonden? In dit geval (en in vele andere gevallen) roept de waarom-vraag meer vragen dan antwoorden op. En wat moet je in zo‟n geval doen? Een journalist die de kunst van het schrijven van nieuwsberichten verstaat, weet in dergelijke gevallen héél kort een antwoord te formuleren op de belangrijkste vragen die de waarom-vraag oproept. Zo is in het voorbeeldbericht een antwoord op de vraag „Gebeurt dat vaker?‟ gegeven. En ook de vraag „Maar merkten vrienden, kennissen of familieleden dan niets?‟ wordt enigszins beantwoord door de zin: „De man leidde een teruggetrokken bestaan‟. Zo zie je wat de gevolgen zijn van het eerst kenmerk van het nieuwsbericht: een zo kort mogelijke melding. Laten we nu eens kijken naar het tweede element van onze definitie: een melding van het nieuwsfeit.
2.2 Nieuwsfeit In de vorige subparagraaf hebben we het gehad over de gevolgen die de vorm van het nieuwsbericht heeft. In deze subparagraaf komen de gevolgen van het tweede kenmerk aan de orde, die eigenlijk te maken hebben met de inhoud en de aanleiding van het bericht: een nieuwsfeit. Omdat je in een nieuwsbericht een nieuwsfeit beschrijft, is het van groot belang dat je je zo veel mogelijk beperkt tot feitelijke gegevens. Let wel: we beweren niet dat je objectief moet zijn: niemand is dat. Alleen al in de selectie die je van het nieuws maakt, zal jouw persoonlijke visie een rol spelen. Wel willen we hier zeggen dat je moet proberen de inhoud van de nieuwsberichten zo zakelijk en feitelijk mogelijk te houden. Dat betekent dat je je onthoudt van interpretaties, van het weergeven van geruchten - tenzij je vermeldt dat het een gerucht betreft -, van het vermelden van gegevens die je niet gecontroleerd hebt, etcetera. Je voelt al wel dat we ons hier op het gladde ijs van de beroepsethiek begeven. Je zult namelijk steeds aan de hand van jouw eigen waarden en normen moeten afwegen wat wel en wat niet kan, zonder daarbij de waarden en normen van de doelgroep uit het oog te verliezen. In het kwaadste geval botsen jouw eigen principes met die van je doelgroep. We kunnen je geen kant-en-klaar recept geven waarmee je dergelijke kwesties kunt oplossen.
3 Het artikel Waarin verschilt het nieuwsbericht nu eigenlijk van het artikel? Laten we eens een aantal kenmerken naast elkaar zetten. Nieuwsbericht
Artikel
Vorm
zo kort mogelijk
min of meer uitvoerig
Doel
informeren
informeren of overtuigen
Inhoud
nieuwsfeit
een zaak van enig (algemeen) belang
Aanleiding
nieuwsfeit
idee van de schrijver
Dat geeft al een aardig idee van de verschillen tussen deze twee tekstsoorten. We zullen de kenmerken van het artikel vervolgens een voor een bespreken.
3.1 Min of meer uitvoerig Een artikel is min of meer uitvoerig. Maar dat is dan ook opzet: de lengte van een artikel kan uiteen lopen van ± 300 woorden tot ± 2000 woorden. We kunnen dus met recht spreken van „min of meer uitvoerig‟. Een artikel kan dan ook uiteenlopen van een kort achtergrondverhaal dat antwoord geeft op de waarom-vragen die net niet meer tot het nieuwsfeit behoren, tot een grote reportage waarin uitgebreid wordt ingegaan op alle achtergronden van het verhaal. Maar wat moet je daarmee? Welke consequentie heeft dat voor jou als je een artikel gaat schrijven? Het antwoord op die vraag is vrij eenvoudig: jij zult altijd vooraf moeten bepalen hoeveel ruimte je voor het artikel hebt of ervoor vrij wilt maken. Dat kan lastig zijn, omdat men ruimte in een blad meestal in kolommen of woorden uitdrukt, maar als het om het schrijven van een tekst gaat, kun je je waarschijnlijk meer voorstellen bij pagina‟s A-4. Het loont dan de moeite om een keer te tellen hoeveel woorden er in een kolom van het blad gaan en hoeveel kolommen op een pagina. Als je vervolgens telt hoeveel woorden je zelf gemiddeld op een pagina A-4 schrijft of typt, kun je eenvoudig omrekenen hoeveel pagina‟s A-4 je kunt gebruiken.
3.2 Informeren of overtuigen Het doel dat je in jouw artikel nastreeft, is meestal: informeren of overtuigen. Een combinatie hiervan is ook mogelijk. Wanneer je informeert over een onderwerp, kun je een bepaald verschijnsel signaleren en de oorzaken en gevolgen hiervan aangeven. Voorbeeld: een artikel over de mogelijke oorzaken en gevolgen van de vertragingen in het treinverkeer. Als je de lezer wilt overtuigen van een bepaald standpunt (het jouwe!), schrijf je een betogend artikel. Soms heeft een schrijver met een artikel andere doelen voor ogen. Hij kan zijn publiek willen vermaken, of de relatie met zijn lezer versterken. Deze doelen komen in zuivere vorm echter niet zo vaak voor; meestal is het doel tegelijk ook informerend of overtuigend.
3.3 Een zaak van enig (algemeen) belang Je kunt het artikel - als je het spel volgens de regels wilt spelen - niet zomaar over willekeurig welk onderwerp schrijven. Nee, het moet „een zaak van enig (algemeen) belang‟ betreffen. Alweer zo vaag! Maar ook hier zijn we met opzet vaag, want een artikel kan bijna over elk onderwerp gaan. We kunnen tenslotte een artikel gebruiken om allerlei doelen te bereiken: om nieuws toe te lichten, om een analyse van gebeurtenissen te geven, om een opinie te geven, om de lezers te amuseren enzovoorts. Bij zoveel doelen horen ook veel onderwerpen. Dit heeft geen specifieke gevolgen voor het schrijven van een artikel. Je kunt daarbij op de normale manier het schrijfproces doorlopen.
3.4 Idee van de schrijver We hebben nu de vorm en de inhoud van het artikel afgezet tegen de vorm en de inhoud van het nieuwsbericht. Laten we dan nu eens kijken naar de aanleiding tot het schrijven van een artikel. Bij een nieuwsbericht zagen we dat een nieuwsfeit de aanleiding tot het schrijven was, maar bij een artikel ligt de aanleiding meer bij de schrijver zelf: hij vindt dat er over een bepaald onderwerp iets geschreven moet worden en waarom de daad niet bij het woord gevoegd? Maar waarom vindt een schrijver dat er eens iets gezegd moet worden over de motorische afwijkingen bij pasgeborenen of over de gevolgen van het voetbalvandalisme of over de mogelijkheden van genetische manipulatie? Welke motieven kan een schrijver hebben? Een aantal voorbeelden: De schrijver reageert met het artikel op de actualiteit. Je kunt hierbij denken aan achtergrondartikelen, aan analyses van actuele gebeurtenissen, aan commentaren op politieke besluiten etc. Dit soort artikelen schept perspectief, maakt de samenhang tussen de vele gebeurtenissen aan ons duidelijk. Ook laten deze artikelen de (mogelijke) gevolgen van gebeurtenissen zien. De schrijver schenkt met het artikel aandacht aan de semi-actualiteit. Het artikel gaat dan over actuele gebeurtenissen die zich uitstrekken over een langere periode. Zo is een ernstige milieuramp actualiteit, terwijl de toenemende milieuvervuiling een onderwerp is van semi-actualiteit. Als een schrijver van mening is dat een semi-actueel
onderwerp niet voldoende aandacht krijgt in de media, kan hij daar een artikel over publiceren. Er hoeft dan geen directe aanleiding in de actualiteit te zijn. De schrijver wil een onderwerp bespreekbaar maken. Ook hierbij speelt duidelijk de mening van de schrijver een belangrijke rol. Hij is van mening dat een onderwerp dat nog taboe is, onderwerp van discussie moet worden en besluit om er een artikel aan te wijden. In het verleden zijn al heel wat onderwerpen op deze manier bespreekbaar gemaakt. Denk maar eens aan zelfmoord, incest, euthanasie en abortus. De schrijver publiceert het artikel uit educatief oogpunt. Er zijn tegenwoordig zoveel nieuwe ontwikkelingen op allerlei gebied (bijvoorbeeld de techniek, of de medische wetenschap) dat het publiek de veranderingen nog maar nauwelijks kan bijhouden. Door in artikelen over deze veranderingen te publiceren kan de schrijver het publiek constant „bijscholen‟. En dit zijn nog maar enkele voorbeelden, er zijn zo nog tal van andere redenen te bedenken om een artikel te schrijven. Dat levert dan ook allerlei verschillende artikelen op. De consequentie van het feit dat de aanleiding voor het schrijven van een artikel bij de schrijver ligt, is dat je je heel actief moet opstellen: je moet zelf initiatief nemen tot het schrijven van een artikel en dus moet je je openstellen voor je omgeving.
3.5 Twee genres: het hoofdartikel en het populair- wetenschappelijk artikel We hebben al gezien dat het artikel verschillende vormen kent, afhankelijk van het doel dat de schrijver ermee nastreeft. Om maar enkele verschijningsvormen te noemen: de recensie, de column, het hoofdartikel en het populair-wetenschappelijk artikel.
3.5.1
Het hoofdartikel
Wat is een hoofdartikel eigenlijk? We noemen de twee belangrijkste kenmerken: Het doel is zowel informeren als opiniëren (overtuigen). Uit het hoofdartikel van een krant of tijdschrift blijkt het karakter, de normen en de waarden hiervan. Herkenbaarheid voor de lezer staat centraal: hij kan zijn eigen mening toetsen aan het standpunt van het hoofdartikel. Veel journalisten spreken ook wel van „commentaar‟ in plaats van hoofdartikel. Hoe stelliger het commentaar, vinden ze, hoe beter. Een commentaar dat geen mening prijsgeeft, zou overbodig zijn!
3.5.2
Het populair-wetenschappelijk artikel
Iedereen populariseert weleens. Zo zult ook je wel een terrein of bezigheid hebben waar je veel vanaf weet. Als je dan iets duidelijk moet maken aan mensen die weinig van „jouw‟ vakgebied weten, pas je automatisch bepaalde technieken toe. Zo ligt het voor de hand moeilijke zaken te vereenvoudigen en zoveel mogelijk concreet te zijn. Wanneer je een populair-wetenschappelijke tekst schrijft, pas je onder andere dezelfde technieken toe. Veel meer dan bij het gesproken woord moet je hier echter rekening houden met de vaak geringe betrokkenheid van de lezer. Begrijpelijk schrijven alleen is niet voldoende; je zult ook technieken moeten toepassen om de levendigheid van de tekst te vergroten. We geven een aantal Tips... voor het schrijven van een populair-wetenschappelijke tekst: Bedenk zoveel mogelijk vragen die leken - jouw lezers! - over het onderwerp zouden kunnen stellen. Formuleer voor jezelf wat voor doel je met de tekst wil bereiken. Je kunt bijvoorbeeld informatie geven die toepasbaar is in een concrete situatie, of slechts alleen een globaal beeld willen geven. Vraag je af wat de lezers al weten van het onderwerp. Vraag je af wat de lezers graag zouden willen weten en waarom. Wat doen ze met de informatie? Selecteer op basis van de voorafgaande punten een beperkt aantal vragen. Vermijd uitweidingen, tenzij deze de aantrekkelijkheid van de tekst aanzienlijk verhogen. Illustreer de antwoorden met vergelijkingen, voorbeelden en toepassingen. Het hanteren van vragen in de tekst is vaak aan te bevelen. Op deze wijze creëer je niet alleen een duidelijke lijn in de tekst, maar bevorder je ook de levendigheid ervan. Populariseren is niet hetzelfde als het vermijden van vakjargon. De lezer leest de tekst immers om meer van het onderwerp te weten te komen. Moeilijke en abstracte termen kun je het best toepassen op concrete zaken of voorbeelden. Het onbekende kan verder vergeleken worden met iets wat de lezer wel kent.
Voorbeeld: “Het afweersysteem van ons lichaam tegen ziekten is te vergelijken met een groots opgezet leger. Dit leger bestaat uit rode en witte bloedlichaampjes; de strijders. Zij gaan onze vijanden te lijf: bacteriën en virussen.” Waak in het populair-wetenschappelijke artikel voor een te hoge informatiedichtheid! De zinnen kunnen op zich wel begrijpelijk zijn, maar de lezer ervaart de tekst dan als een oerwoud. Hij baant zich een weg hierin, terwijl achter hem alles weer dicht groeit. Aan het einde van de tocht zal hij niet in staat zijn om iets na te vertellen. Verloren moeite dus... Om dit te voorkomen, moet je niet meer dan een beperkt aantal vragen willen beantwoorden in het artikel. Schep wel ruimte voor verduidelijkende voorbeelden. Herhaal moeilijke woorden en omschrijvingen. Ga er niet vanuit dat de lezer een vakterm na een keer wel kent! Tussentijdse samenvattende opmerkingen zullen door veel lezers dankbaar als een houvast ontvangen worden.
4
De inleving in het publiek
Als „journalist‟ moet je je zelf steeds afvragen voor wie je schrijft. Zowel de keuze van het onderwerp als de stijl zal hiervan afhankelijk zijn. Denk aan: de leeftijd van de lezer, het geslacht, de opleidingsgraad, de interessen, de belangen en de politieke gezindheid. Verder is het heel belangrijk dat je stilstaat bij de verwachtingen van de lezer. Wat verwacht hij van een artikel? We onderscheiden drie elementen: informatie opinievorming ontspanning Op basis van deze verwachtingen bepaalt de lezer of het artikel belangrijk is en of hij zich aangetrokken voelt. Op jouw beurt moet jij inschatten welk nieuws aan deze voorwaarden voldoet.
5 De opbouw van het artikel We zeiden het net al, de opbouw is het fundament, anders gezegd het geraamte van de tekst. Zonder goede opbouw heeft jouw artikel geen ruggegraat, en zal de lezer nauwelijks houvast hebben. De structuur vind je op verschillende niveaus van de tekst terug. In de volgende paragrafen besteden we aandacht aan structuur in relatie tot achtereenvolgens lay-out, alinea, en gehele tekst.
5.1 Structuur en lay-out De lezer van een nieuwsbericht of artikel is erbij gebaat om zo snel mogelijk een lijn in het verhaal te ontdekken. Belangrijke vragen voor hem zijn: waarover gaat het stuk? Wat wil de schrijver mij laten weten? Hoe doet hij dat? Vind ik het boeiend of onderhoudend? Op de eerste twee vragen moeten de kop(pen) en de lead een antwoord geven.
5.1.1
Kop
Een artikel zonder kop is als een kip zonder kop! Ook al heeft de eindredactie vaak het laatste woord hierover, toch zul je als schrijver een suggestie moeten leveren. De kop bevat weinig tekst, maar heeft veel functies: aandacht trekken, het thema aangeven, opinie uitspreken, sensatie opwekken. Denk erom, de laatste functie geldt echt niet alleen voor de Telegraaf en de roddelpers. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen statische en dynamische koppen. Koppen zonder werkwoord zijn statisch; ze geven alleen het thema aan. In een dynamische kop, het woord zegt het al, gebeurt iets. Dit wordt aangeduid met een werkwoord. Voorbeeld Statische kop: „De spanning in de Golf‟ Dynamische kop: „De spanning in de Golf neemt toe‟ De algemene kop van een artikel gaat soms vergezeld van een subkop. Staat deze bovenaan, dan spreken we ook wel van een „chapeau‟. In hoofdstuk 5 heb je overigens al eerder informatie gekregen over het gebruik van koppen en subkoppen in de tekst.
5.1.2
Lead
De lead is de beginalinea die de kern van het stuk aangeeft. Op deze wijze spreken wij van een structurerende functie. Deze eerste alinea is meestal in een afwijkend lettertype of letterdikte afgedrukt. Soms gecentreerd of in een andere kolombreedte dan de „body‟-tekst. Op basis van de informatie in de lead besluit de lezer al dan niet door te lezen. Valt de beslissing negatief uit, dan kunnen daar verschillende redenen voor zijn. Het is mogelijk dat de lezer in verwarring wordt gebracht. Of, hij bedenkt zich dat het onderwerp hem eigenlijk niet interesseert. Natuurlijk kunnen er ook externe omstandigheden zijn waardoor de lezer het laat afweten. Hij kan gewoon hoofdpijn hebben of eenvoudigweg de tijd missen om het artikel helemaal te lezen. Je zult begrijpen dat een aantrekkelijk kop en lead heel belangrijk zijn. Naast de structurerende functie onderscheiden we daarom de motiverende functie. De interesse en nieuwsgierigheid van de lezer moet zoveel mogelijk gewekt worden. Hij moet denken: dit moet ik lezen! Bedenk dat menig lezer dagelijks geconfronteerd wordt met tientallen andere artikelen en nieuwsberichten; jouw artikel moet hiermee concurreren.
5.1.3
Tussenkopjes
Wanneer de lezer eenmaal besloten heeft om door te lezen, moet hij met zorg door de tekst geleid worden. Het onderwerp van de tekst en wat je daarover te melden hebt, dient hem steeds duidelijk voor ogen te staan. Ook hierbij heeft de lay-out van de tekst een ondersteunende functie. De verschillende tekstdelen kunnen het best met behulp van tussenkopjes van elkaar gescheiden worden. Door deze kopjes weet de lezer steeds wat hij globaal kan verwachten.
5.2 Structuur en alinea De alinea is te beschouwen als een informatie-eenheid. In elk afgebakend stukje tekst wordt een eerder opgeroepen vraag beantwoord. Op deze wijze geven alinea‟s aan via welke stappen de schrijver de informatie aan de lezer presenteert. Voor de lezer valt de tekst, en zo ook de alinea, uiteen in belangrijke en minder belangrijke elementen. De ene zin zegt meer over de kern van het verhaal dan de andere. Zo kunnen we een ruwe tweedeling maken in de zinnen van een alinea: generaliserende uitspraken Deze hebben betrekking op personen, zaken of hoedanigheden in het algemeen. We spreken ook wel van kernzinnen. specificeringen Deze uitspraken leveren de nodige uitleg, toelichting of onderbouwing op de generaliseringen. Deze generaliseringen vormen het geraamte van de tekst; zij geven de gedachtengang weer. We vinden deze vaak op in het oog springende plaatsen in de tekst. Je kunt denken aan de openingszin, de slotzin, direct na een tussenkop, aan het begin of einde van een alinea. De specificeringen vormen uiteindelijk het vlees, de invulling van de tekst. Voorbeeld: Generalisering: “Bij de Nationale Spoorwegen regent het de laatste maanden klachten.” Specificering: “Treinen die te laat of helemaal niet komen, overvolle coupés en meterslange lange rijen voor de loketten!”
5.3 Een voorbeeldstructuur: wat in een artikel aan de orde komt. Net zoals menig huisdier bestaat een artikel doorgaans uit een kop, romp en staart. In de kop wordt het thema gepresenteerd en ingeleid. De romp geeft de ontwikkeling van het verhaal. Vragen die inmiddels bij de lezer zijn gerezen, worden beantwoord. De staart wordt gevormd door een afronding. Het voorafgaande krijgt nog extra nadruk; eventueel wordt er een conclusie gegeven. Een tekst mag niet uitgaan als een nachtkaars. Eindig nooit met een onbelangrijk detail; snijd aan het einde ook geen nieuw aspect meer aan. De lezer moet in elk geval het gevoel hebben dat het lezen van het artikel geen verspilde tijd was! Zorg ervoor dat... de uitwendige en inwendige structuur van jouw tekst voor de lezer duidelijk is; de opening uitnodigt om het artikel te lezen; de afsluiting helder is.