Uitgebreide route-informatie op de A1 bij Amsterdam-Oost.
6. Betrouwbare en bruikbare informatie Informatie speelt in het werk van Rijkswaterstaat een steeds belangrijkere rol. Betrouwbare en bruikbare informatie is onontbeerlijk om snelwegen, vaarwegen en het watersysteem publieksgericht en efficiënt te beheren. Bij weggebruikers en de beroepsvaart groeit de behoefte aan goede en tijdige informatie. Over files en wegomleidingen, maar ook over waterstanden en de bevaarbaarheid van de waterwegen. Hoofdwegennet Miljoenen weggebruikers maken dagelijks gebruik van de Nederlandse snelwegen. Goede, actuele informatie over stremmingen, omleidingen en onderhoudswerk is cruciaal om het verkeer in goede banen te leiden.
38 | Rijkswaterstaat
Informatie voor de weggebruiker Het Verkeerscentrum Nederland (VCNL) van Rijkswaterstaat houdt het landelijk overzicht op de verkeersstromen. De vijf regionale verkeerscentrales bedienen het snelwegennet op operationeel niveau. Bij drukte worden omleidingsroutes weergegeven met mobiele ‘tekstkarren’ en met de bekende dynamische route-informatiepanelen (drip’s) boven de weg. Die panelen geven, naast route-informatie, tegenwoordig ook reis- en vertragingstijden weer.
Het VCNL voorziet via het Nationale Databestand allerlei partijen continu van actuele verkeersinformatie. De ANWB en TomTom, bijvoorbeeld. Deze partijen zorgen er op hun beurt voor dat die informatie beschikbaar is voor de weg gebruiker. Via radio, internet, navigatiesystemen en sociale media. In 2013 is het niet gelukt op alle wegvakken de routeinformatie tijdig te leveren aan de serviceproviders. Van de streefwaarde van 88 procent is 83 procent gehaald. Dat werd veroorzaakt door falende software in de eerste maanden van 2013. In maart was dit probleem opgelost, waarna de informatie weer tijdig werd aangeleverd.
Gewerkt wordt aan een koers, in de vorm van een zogenoemde Routekaart en een Uitvoeringsagenda. Het uiteindelijke doel is te komen tot een effectiever en efficiënter verkeersmanagement door het koppelen van communicatie-, informatie- en verkeersmanagementdiensten. Het Nederlandse bedrijfsleven wordt uitgedaagd daarvoor nieuwe, publieksgerichte, betrouwbare en actuele reisinformatiediensten te ontwikkelen. Rijkswaterstaat regisseert dit actieprogramma en faciliteert de realisatie ervan. De praktijkproef Amsterdam is een goed voorbeeld van verkeersmanagement waarin dit soort diensten worden toegepast. Zie voor meer informatie over dit project pagina 41.
Rijkswaterstaat online
Duidelijkheid over maximumsnelheid
Rijkswaterstaat informeert weggebruikers steeds intensiever online bij incidenten die tot vertragingen kunnen leiden. Twitter blijkt daarbij een goed en gewaardeerd middel. Rijkswaterstaat zet Twitter daarom sinds 2013 structureel in voor informatievoorziening over afsluitingen van rijbanen en spitsstroken bij wegwerkzaamheden, omleidingen en spoedreparaties.
In 2013 bleek bij veel automobilisten nog steeds onduidelijkheid te bestaan over de maximumsnelheid op de snel wegen door de vele wisselende snelheden op een traject. Rijkswaterstaat heeft in april 2013 de zogenoemde ‘kantelborden’ bij spitsstroken aangepast, zodat de borden de juiste snelheid aangeven bij een open- en bij een gesloten spitsstrook. Die blijken duidelijker te zijn dan de tijdelijke ronde borden met twee onderborden die van 1 september 2012 tot 1 april 2013 werden gebruikt.
Actuele verkeersinformatie
Van AnaarBeter Goede informatie aan weggebruikers draagt bij aan de doorstroming op de snelweg. Daarom informeerde Rijks waterstaat de automobilist in 2013 over wegwerkzaam heden, omleidingen en reisalternatieven en het gebruik van spitsstroken. Dit alles gebeurde onder de vlag van de campagne Van AnaarBeter, met tv-commercials, radio spotjes, online bannering en mobile marketing. De website vanAnaarBeter.nl is in 2013 vernieuwd. De gebruiker kan nu niet alleen zoeken naar wegwerkzaam heden per provincie, maar ook op route. De vormgeving van de website is aangepast en er is meer ruimte gecreëerd voor online campagnes. Ook is een meer gebruikersvriendelijke en toegankelijke overzichtskaart ingevoerd. Gebruikers waarderen de website, zo blijkt uit een online enquête. 83 procent van de informanten vindt de informatie nuttig; 91 procent zal de site opnieuw bezoeken en 69 procent vindt de informatie betrouwbaar.
Beter geïnformeerd op weg Slimme technologie en actuele reisinformatie op maat worden steeds belangrijker om onze mobiliteit in goede banen te leiden. Steeds meer reizigers beschikken met hun smartphones en navigatiesystemen over actuele individuele verkeers-, reis-, en routeinformatie. Deze slimme techno logie biedt kansen om in de toekomst makkelijker, vlotter en beter geïnformeerd te reizen. Het actieprogramma ‘Beter geïnformeerd op weg’ wil deze kansen benutten. Sinds 2013 werkt Rijkswaterstaat hieraan, samen met publieke en private partners.
Communicatie met de burger Rijkswaterstaat informeert de burger steeds meer en intensiever via internet. In 2013 is de website www.rijkswaterstaat.nl ruim 3,5 miljoen keer bezocht. De mobiele website van Rijkswaterstaat (www.rws.nl/mobi) is in 2013 bijna 270.000 keer bezocht. Dat is bijna 60 procent meer dan in 2012. Deze stijging wordt veroorzaakt door het intensievere gebruik van mobiele apparaten door de burger. De website www.vanAnaarBeter.nl is in 2013 3,5 miljoen keer bezocht: 19,2 procent meer dan in 2012. Oorzaak van deze stijging is een intensievere promotiecampagne van vanAnaarBeter.nl. Het gebruik van de website met behulp van mobiele apparaten als smartphones en tablets steeg in 2013 van 33 procent naar 51 procent. De vanAnaarBeter-app is 120.000 keer gedownload. Eind 2013 telde Rijkswaterstaat op Twitter 12.000 volgers. In 2012 waren dat er nog 7.300. Op Facebook telde Rijkswaterstaat eind 2013 15.500 volgers. In 2012 waren dat er nog 600.
Jaarbericht 2013 | 39
Verder is gebleken dat de weggebruiker voortdurend zoekt naar bevestiging van de maximumsnelheid langs de weg. Rijkswaterstaat is in 2013 gaan onderzoeken hoe bebording en in-car-informatie daarbij kunnen helpen. Daarbij zijn ook partners als de ANWB en leveranciers van navigatie systemen betrokken. De resultaten van de maatregelen worden in 2014 zichtbaar. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu voert overigens op steeds meer trajecten, over een lange afstand, permanent dezelfde snelheid in. Daarmee ontstaat een steeds eenduidiger snelhedenbeeld.
Hoofdvaarwegennet Voor een vlot, veilig en efficiënt gebruik van onze vaar wegen is informatievoorziening essentieel. Nederland is hét Europese knooppunt van transport over water. De Nederlandse vaarwegen behoren tot de drukste ter wereld.
Scheepvaartverkeerscentrum Het Scheepvaartverkeerscentrum (SVC) is het aanspreekpunt binnen Rijkswaterstaat voor alle scheepvaartzaken. Het centrum zorgt voor actuele en betrouwbare informatie over de situatie op de vaarwegen. Het SVC werkt aan de invoering van River Information Services (RIS). Met deze service kan informatie – bijvoorbeeld over lading en route van schepen – binnen heel Europa op een gestandaardiseerde manier worden uitgewisseld over en met schepen. Een schipper hoeft zich nog maar één keer elektronisch aan te melden. Schippers en verladers kunnen daardoor efficiënter werken en Rijkswaterstaat kan de scheepvaart nog beter begeleiden.
Een blauwe golf Rijkswaterstaat werkt met een aantal provincies en het Havenbedrijf Rotterdam samen om actuele vaarweginformatie uit te wisselen. Een vlotte, hindervrije verkeersdoorstroming op het water – een ‘blauwe golf’ – is het streven. Bovendien werkt Rijkswaterstaat aan goede informatie over de actuele en de verwachte situatie op de vaarweg. Daarmee kunnen schippers hun vaarreis nog beter plannen en het snelste of meest efficiënte vaarwegtraject kiezen.
Vaarweginformatie op maat Op vaarwegen is informatie essentieel voor vlot en veilig scheepvaartverkeer. Dan gaat het bijvoorbeeld om infor matie over stromingen, het weer en het getij. Maar ook informatie over bijvoorbeeld baggerwerkzaamheden of afsluitingen van een vaarweg is van groot belang. Via de website vaarweginformatie.nl informeert Rijkswaterstaat vaarweggebruikers over alles wat onderweg relevant kan zijn. Websitegebruikers kunnen een persoonlijk, gratis account aanmaken waarmee ze route-informatie op maat kunnen ontvangen. De website dekt ook binnenwateren in landen waar veel recreatievaart naartoe gaat, zoals 40 | Rijkswaterstaat
uitsland en Frankrijk. Eind 2013 heeft zo’n 10 procent D van de recreatievaarders zich aangemeld op de website.
Markeercheck-app Rijkswaterstaat heeft van medio tot eind 2013 een proef gedaan om te bekijken of gegevens over vaarwegmarker ingen betrouwbaarder en actueler kunnen worden gemaakt. Nederland kent zo’n 15.000 vaarwegmarkeringen zoals boeien en lichtopstanden. Soms zijn daarvan de lichten kapot waardoor de veiligheid op de vaarweg in het geding is. Schippers in de beroeps- en recreatievaart kunnen storingen aan vaarwegmarkeringen nu direct aan Rijkswaterstaat doorgegeven via een app. Rijkswaterstaat zorgt ervoor dat de markering dan zo snel mogelijk wordt hersteld. Alle vaarweggebruikers zijn uitgenodigd mee te doen aan de proef. De app was gratis te downloaden.
Mobiel internet vaarwegen Voor een goede en snelle uitwisseling van informatie voor de binnenvaarschippers zijn datacommunicatiefaciliteiten belangrijk. Rijkswaterstaat heeft meegewerkt aan de uit breiding van het Nederlandse wifinetwerk voor de scheepvaart. In mei 2013 is een contract ondertekend voor de aanleg van twintig stabiele wifiverbindingen in de binnenhavens. Dit biedt schippers een interessante aanvulling op hun mobiele internetabonnement. Mobiel internet is dé faciliteit voor binnenschepen en varende diensten om realtime informatie uit te wisselen en te ontvangen. Zowel voor verplichte meldingen als (logistieke) informatie- uitwisseling tussen marktpartijen. Voor schippers die op hun schip wonen is het zelfs de enige internettoegang voor normaal huiselijk gebruik. Ook beheerders van binnen havens profiteren van de wifiverbindingen. Zij kunnen hiermee hun ligplaatsen aantrekkelijker maken voor binnenvaartschippers. Rijkswaterstaat heeft hiervoor vanuit het programma Impuls Dynamisch Verkeersmanagement Vaarwegen (IDVV) circa 1 miljoen euro gereserveerd.
Hoofdwatersysteem Rijkswaterstaat zorgt voor tijdige, betrouwbare en bruikbare informatie over de waterkwantiteit en water kwaliteit. Voor alle gebruikers(groepen) van het hoofd watersysteem: waterprofessionals, directe gebruikers en burgers.
Watermanagementcentrum Nederland Onze nationale kennis van watermanagement en crisis beheersing is gebundeld in het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN) in Lelystad. Dit is sinds 2012 het centrale informatiepunt op het gebied van waterkwantiteit en -kwaliteit. Het WMCN herbergt ook de Helpdesk Water: het loket voor alle vragen over waterbeheer en waterbeleid.
Praktijkproef Amsterdam Gigantisch laboratorium op wielen Bovendien verzorgt het centrum de berichtgeving over waterstanden, droogte, overstromingsgevaar, stormsituaties en berichtgeving over waterkwaliteit en ijsvorming.
Waterkwaliteit Goede waterkwaliteit is belangrijk voor de volksgezondheid en het ecosysteem. Om de waterkwaliteit te bewaken en de drinkwatersector adequaat te informeren beschikt Rijks waterstaat over een samenhangend landelijk meetnet: aqualarm.nl. Dit meetnet houdt de actuele kwaliteit van het rivierwater dat Nederland via Maas en Rijn binnenstroomt continu in de gaten. Regionale meetnetten brengen lozingen van verontreinigende stoffen in beeld. Deze meetgegevens worden gebundeld in een landelijk programma.
Slim waterbeheer door het delen van data Om het water in Nederland goed en efficiënt te beheren zijn niet alleen gegevens nodig over waterstanden en waterkwaliteit. Ook informatie van sluizen, gemalen en dijken is daarbij nodig. In 2013 is het project Digitale Delta gestart. Doel daarvan is de watergegevens slimmer te delen en te hergebruiken. Rijkswaterstaat, IBM, waterschap Delfland, TU Delft en Deltares hebben hiertoe in juni 2013 hun krachten gebundeld. Dit publiek-privaat consortium brengt de waterinformatie samen op een centraal platform en deelt het ‘realtime’ met waterbeheerders, onderzoekers en ontwikkelaars. Doel is nauwkeuriger en sneller in te spelen op te hoge of te lage waterstanden. Bovendien kunnen partijen gemakkelijker samen nieuwe oplossingen voor watervraagstukken bedenken én sneller en goedkoper onderzoek uitvoeren. Andere doelen van de Digitale Delta zijn: lagere kosten, een innovatie-impuls en een sterkere internationale positie van de Nederlandse watersector. Rijkswaterstaat is zowel partner als medefinancier van dit project. In juni 2014 wordt beoordeeld welke oplossingen het beste werken en of het concept van de Digitale Delta levensvatbaar is.
Kan op maat gesneden individuele reisinformatie in de auto bijdragen aan het beter benutten van het wegennetwerk en het verminderen van files? Zijn automobilisten bereid een in-car-advies ook daadwerkelijk op te volgen? Die vragen staan centraal bij het ‘in-car’-deel van de Praktijkproef Amsterdam. Deze proef richt zich overigens niet alleen op het individueel bedienen van de automobilist met een actueel reisadvies. Ook het met innovatieve technologieën slimmer inzetten van systemen langs de wegkant is een projectonderdeel. Het idee is dat aan de ‘in-car’-proef minstens 20.000 automobilisten deelnemen; een gigantisch laboratorium op wielen.
Rijkswaterstaat werkt binnen de Praktijkproef Amsterdam (PPA) samen met de gemeente Amsterdam, provincie Noord-Holland, de stadsregio Amsterdam, marktpartijen en wetenschap aan oplossingen voor een betere bereik baarheid. Voor het uitvoeren van de proef met ‘in-car’informatievoorziening zijn twee consortia geselecteerd. Zij gaan elk met eigen oplossingen aan de slag voor zowel woon-werkverkeer als evenementenverkeer op het wegennet in de Amsterdamse regio. Folkert Bloembergen, namens Rijkswaterstaat projectmanager voor het ‘in-car’deel van de praktijkproef: ‘Het doel is niet zozeer het testen van de techniek. Het gaat vooral om het beantwoorden van de vraag of het mogelijk is met ‘in-car’systemen daadwerkelijk gedrag te beïnvloeden. Op deze schaal – beide consortia werven elk zo’n 10-15.000 deel nemers – is dat nog nergens ter wereld gedaan. Het biedt marktpartijen bovendien de mogelijkheid hun oplossing door te ontwikkelen en elders te vermarkten.’
‘ Feedback is belangrijk voor opvolgen advies’ Linksom of rechtsom? ‘Het draait in de proef om het beter benutten van de wegcapaciteit’, zegt Bloembergen. ‘Soms is de oplossing simpel. Er kan bijvoorbeeld al veel gewonnen zijn, wanneer iemand linksom in plaats van rechtsom over de ring A10 naar zijn of haar bestemming rijdt.’ Ronald Haanstra van ARS/TNO, één van de twee geselecteerde consortia: ‘We gaan de individuele weggebruiker via een app een gratis actueel en op maat gesneden advies geven over mogelijke routes naar zijn bestemming, inclusief reistijden. Spannende vraag is natuurlijk of de gebruiker dat advies ook opvolgt. Zeker als het betekent dat hij een andere route moet nemen dan hij gewend is. Feedback is daarom heel belangrijk. Als een bestuurder het advies niet opvolgt, krijgt hij of zij Jaarbericht 2013 | 41
ijvoorbeeld achteraf teruggekoppeld hoeveel langer hij b over zijn reis gedaan heeft. En: als hij wel de geadviseerde route volgt ziet hij hoeveel tijd hem dat heeft gescheeld.’
Deelnemers werven en ontzorgen Voordat de proef start, is het allereerst aan de twee consortia om deelnemers te werven. Haanstra: ‘Wij doen dat onder meer op basis van kentekenregistratie. Zo weten we welke auto’s in het proefgebied veel op de weg zitten. Die weggebruikers nodigen we geanonimiseerd uit om aan de proef deel te nemen en de app te downloaden. Voor de proeven met het evenementenverkeer bieden we tijdens de kaartverkoop voor bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd weggebruikers aan hen te ontzorgen. Daarvoor kunnen ze gebruik maken van een app. Die brengt hen niet alleen op tijd bij hun bestemming, maar leidt hen ook naar een parkeerplek die we voor hen reserveren.’
‘Samenwerking cruciaal voor slagen van de proef’ Proeftuin samenwerking overheid en markt Het beproeven van de mogelijkheden om het wegen netwerk in de Amsterdamse regio beter te benutten is het doel van de PPA. ‘Maar het is tegelijkertijd een proeftuin voor het ontwikkelen van een goed samenwerkingsmodel tussen wegbeheerders en marktpartijen’, zegt Julie van Heteren, hoofd afdeling Verkeersmanagement van de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer van gemeente Amsterdam. ‘Het ontwikkelen van apps en het aanbieden van op maat gesneden informatie aan een individuele automobilist is geen overheidstaak. Daar is de markt veel beter voor toegerust. Maar je hebt elkaar wel nodig om ervoor te zorgen dat de weggebruiker het best geholpen is. Wegbeheerders blijven verantwoordelijk voor het collectief sturen van het verkeer. Bijvoorbeeld door verkeers lichten, dynamische routeborden en toeritdoseringen zo te programmeren en op elkaar af te stemmen dat zij actief reageren op de actuele verkeerssituatie. Deze sturing kun je vervolgens koppelen aan toepassingen op het indivi duele vlak. Het uitwisselen van gegevens tussen markt partijen en wegbeheerders is daarbij natuurlijk essentieel. Het mooie van de proef is dat deze helpt bij het bepalen van de spelregels van de samenwerking: wat heb je van elkaar nodig en in welke vorm giet je dat.’
samen om te zorgen dat de ring A10 goed doorstroomt. Een gebruiker reist veelal door verschillende beheer gebieden. En om die weggebruiker een eenduidig beeld te geven is het vanzelfsprekend van belang dat je als wegbeheerders samenwerkt. En ook bij evenementen in bijvoorbeeld de Arena, de RAI, of Ziggo Dome – wanneer sprake is van een enorme verkeerspiek – hanteren we dezelfde scenario’s.’ Bloembergen vult aan: ‘Het succes van de ‘in-car’-dienst hangt natuurlijk in hoge mate af van de actualiteit van die informatiedienst. Dus stellen wij de gegevens die wij als wegbeheerders over de situatie op het wegennet bezitten, aan die serviceproviders beschikbaar. Overigens geheel in lijn met het ‘open data’beleid van de overheid. Die uitwisseling is een belangrijke randvoorwaarde. Als je alleen van het rijkswegennet gegevens hebt, en niet van het onderliggend wegennet, dan heb je een probleem. Dan zijn automobilisten alleen op de ring geholpen terwijl ze in de stad in de ellende belanden.’
Data, data en nog eens data Het verzamelen van actuele data is inderdaad een belangrijke pijler onder de dienst die ARS/TNO gaat aanbieden, maakt Haanstra duidelijk: ‘Dat doen we bijvoorbeeld via de verschillende verkeerscentrales in de Amsterdamse regio. Maar we kopen ook data in, zodat we voor alle wegen, ook de kleinere, weten wat daar de actuele verkeerssituatie is. Daarnaast gaan we aan de hand van allerlei modellen voorspellen hoe die verkeerssituatie zich ontwikkelt. Op basis daarvan kunnen wij de weggebruikers die aan de proef deelnemen adviseren.’
‘Beter benutten van de wegcapaciteit door beïnvloeden gedrag’ ARS/TNO gaat overigens niet alleen data verzamelen, benadrukt Haanstra. We gaan heel veel informatie uit wisselen tussen de verkeerscentrales en het consortium. Daar worden we allebei wijzer van. Straks hebben wij informatie van 10.000 weggebruikers die in de spits rijden. Dat is een gigantische hoeveelheid. Die informatie kunnen de wegbeheerders vervolgens weer gebruiken bij het aansturen van hun wegkantsystemen.’
Samenwerking tussen wegbeheerders De gemeente Amsterdam en Rijkswaterstaat werken als wegbeheerders al lange tijd samen. Dat is cruciaal voor het slagen van de proef en één van de redenen dat juist de Amsterdamse regio als proefterrein is uitgekozen. Van Heteren: ‘Iedere dag werken onze verkeerscentrales 42 | Rijkswaterstaat
Bekijk de film over dit project op www.rijkswaterstaat.nl/jaarbericht
‘Praktijkproef Amsterdam is tegelijkertijd een proeftuin voor het ontwikkelen van een goed samenwerkingsmodel tussen wegbeheerders en marktpartijen.’ Julie van Heteren, hoofd afdeling Verkeersmanagement Dienst IVV, gemeente Amsterdam
‘De weggebruiker krijgt via een app gratis, actueel en op maat gesneden advies over mogelijke routes naar zijn b estemming, inclusief reistijden.’ Ronald Haanstra, programmamanager consortium ARS/TNO
‘Bij de proef gaat het vooral om de vraag of het mogelijk is met ‘in-car’systemen daadwerkelijk gedrag te beïnvloeden. Folkert Bloembergen, projectmanager Rijkswaterstaat