50 jaar doofblindenonderwijs 1962 - 2012
Voorwoord “Wat kun je doofblinde kinderen eigenlijk leren?” verzuchtte Ton Visser toen hij net aan de slag was gegaan op school Rafaël. De voormalig directeur begon er als leerkracht, en net als zovelen voor en na hem had hij geen enkele ervaring met, noch kennis over doofblinde kinderen. Maar de wil om er wat van te maken, dat had hij wel. Hij wilde en zou dat vak onder de knie krijgen. Net als zovelen voor en na hem. In 2012 vieren we het 50-jarig bestaan van de doofblindenschool Rafaël. En daarmee het bestaan van 50 jaar doofblindenonderwijs in Nederland. Het begon in 1962 met vier leerlingen en een aantal toegewijde leerkrachten. Inmiddels biedt Kentalis, naast Rafaël, ook onderwijsunits voor leerlingen met doofblindheid in Zoetermeer en Haren. In de afgelopen 50 jaar ontwikkelden de Rafaël-medewerkers, in nauw contact met de leerlingen en hun ouders, al zoekend en tastend een eigen leermethode voor doofblinde kinderen. Zij verrichtten onderzoek, haalden kennis uit het buitenland en integreerden die met hun eigen ervaringen. Met als belangrijke opbrengst dat we met ons onderwijs een groep kinderen in Nederland een kans geven die anders moeizaam of nauwelijks tot ontwikkeling kunnen komen. De huidige teamleider Piet Wientjes zegt het treffend: “Door ons onderwijs hopen wij te bereiken dat zij een goed leven kunnen leiden, dat ze tot interactie met mensen om hen heen komen en leren grip te krijgen op hun omgeving, dat ze eigen keuzes maken.” Vandaag de dag behoort het doofblindenonderwijs in Nederland tot een van de beste ter wereld. En als enige land ter wereld hebben we zelfs een leerstoel doofblindheid, in 2008 door Kentalis ingesteld aan de Rijksuniversiteit Groningen. Wij zijn vanzelfsprekend hartstikke trots op al deze belangrijke mijlpalen. En op iedereen die hieraan heeft bijgedragen. Terugkijkend op 50 jaar doofblindenonderwijs op Rafaël stellen we vast dat je doofblinde kinderen heel wat kunt leren. J.H. Bakker MHA Raad van Bestuur
1
50
jaar doofblindenonderwijs
1962 1967
Op 1 januari wordt “Paviljoen St. Rafaël” geopend. Aan vier doofblinde kinderen biedt het instituut opvoeding en onderwijs.
Rafaël is in enkele jaren danig uit zijn jasje gegroeid. Daarom wordt in dit jaar een nieuw schoolgebouw geopend dat 24 kinderen huisvest.
1968 Organisatie van de eerste internationale cursus voor leerkrachten in het doofblindenonderwijs, die later nog
1981
vier maal verzorgd wordt: in 1969, 1972, 1973 en 1975. School Rafaël krijgt een onafhankelijke status. Het ministerie geeft toestemming aan de bekostiging van één leerkracht op twee kinderen.
1987 Oprichting van het Visuscentrum voor multidisciplinaire diagnostiek van doofblinde
1992
kinderen. Ook geeft het Visuscentrum advies over revalidatie, mobiliteit, hulpmiddelen etc.
Een gloednieuw schoolgebouw wordt betrokken. Qua ontwerp en inrichting is het volledig aangepast aan de behoeften van de leerlingen.
2008 Benoeming van oud-leerkracht Marleen Janssen
2011
tot hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar leerstoel ‘Aangeboren en vroeg verworven
Rafaël gaat gebruik maken van uitstroom-
doofblindheid’ is een unicum in de wereld.
profielen met toekomstperspectieven voor de leerlingen. Het is een fundamentele keuze om het doofblindenonderwijs doelgerichter te maken.
2
Inhoudsopgave Voorwoord
4
1962 - 1972 (0 - 10 jaar) ‘Zoekend en tastend’
10
16
22
28
34
1972 - 1982 (10 - 20 jaar) Rafaël groeit uit tot toonaangevend expertisecentrum 1982 - 1992 (20 - 30 jaar) Verbreding en verdieping 1992 - 2002 (30 - 40 jaar) Over ouderbetrokkenheid, digitalisering en sociale interactie 2002 - 2012 (40 - 50 jaar) Onderwijsontwikkelingen: over maatwerk, veranderingen en verbeteringen 2012 > (50 jaar en verder) Rafaël vandaag en in de nabije toekomst
2012 Rafaël bestaat op 1 januari officieel 50 jaar. De school wordt samen met school Mariëlla gehuisvest in het nieuwe gebouw De Travelaar, dat in mei officieel geopend wordt.
2012 Oprichting Kenniscentrum Doofblindheid: Rafaël gaat deel uitmaken van het landelijk Kenniscentrum dat onderwijs, zorg en begeleiding van kinderen en volwassenen met doofblindheid gaat coördineren
3
vanuit een eensluidende visie.
1962
Foto uit Kentalis Fotoarchief: Op 1 januari 1962 gaat Rafaël van start
1962 - 1972
0 - 10 jaar
‘Zoekend en tastend’ De geschiedenis van het doofblindenonderwijs in Sint-Michielsgestel begint met vier leerlingen en een paar toegewijde onderwijzers. Zij haalden kennis uit het buitenland, integreerden die met elementen uit het eigen dovenonderwijs en begonnen zo, ‘zoekend en tastend’, een eigen methode te ontwikkelen.
De eerste huisvesting
Geen ervaring, wel bereidheid
Het verhaal over 50 jaar doofblindenonderwijs begint
We gaan even terug naar het echte begin. Want een
met een gebouw. Het eindigt er overigens ook mee. Maar
school voor doofblinde kinderen begint natuurlijk niet
daarover later meer. Dat eerste gebouw staat bekend als
werkelijk met het schoolgebouw, maar met de kinderen.
het ‘Paviljoen St. Rafaël’. Op 1 januari 1962 werd het in
Eind jaren ’50 van de twintigste eeuw werden de eerste
gebruik genomen als school en onderkomen voor vier
kinderen aangemeld. Helemaal logisch was dat niet, want
doofblinde kinderen. Het paviljoen is destijds niet speciaal
het Instituut voor Doven had met doofblinde kinderen
voor dat doel gebouwd. Het stond al langer op het terrein
geen enkele ervaring en stond dus ook niet bekend als
van het Instituut voor Doven aan de Theerestraat in
autoriteit op dat gebied. Maar eigenlijk had – in Neder-
Sint-Michielsgestel en had daarvoor dienst gedaan als
land althans – geen enkele instelling die ervaring. De
kleedlokaal bij het voetbalveld en als chauffeurswoning.
eerste kinderen die in Sint-Michielsgestel terecht kwamen,
Binnen enkele jaren waren er 14 kinderen en was het
waren afkomstig van het blindeninstituut in Grave. Daar
paviljoen alweer te klein. Daarom werd in 1965 tijdelijk
waren de kinderen aangemeld met een visusprobleem als
extra ruimte gecreëerd in een huis tegenover het instituut.
diagnose – het gevolg van een rubella-infectie bij de
Door de snel groeiende aanmelding van nieuwe leerlingen
moeder tijdens de zwangerschap. Toen echter bleek dat
was al gauw duidelijk dat er behoefte was aan een eigen
de kinderen ook nog een ernstig gehoorprobleem hadden,
gebouw, speciaal ontworpen en gebouwd voor onderwijs
verwees ‘Grave’ de kinderen door naar het Instituut voor
aan en huisvesting van doofblinde pupillen. In 1967 was
Doven. De ervaring met doofblinde kinderen was er dan
het zover: de eerste echte school en internaat Rafaël werd
wel niet, de bereidheid om de kinderen op te nemen en
in gebruik genomen. Er waren toen 24 kinderen, verdeeld
uit te zoeken wat men met hen kon bereiken, was er
over vier units van ieder zes leerlingen.
duidelijk wel. En dat is de werkelijke start van het
5
1962 - 1972
doofblindenonderwijs in Sint-Michielsgestel.
maar beter zou worden als ik er een stuk eigen ervaring
Om de precieze jaartallen er nog even bij te halen:
aan kon toevoegen. Die middag ging ik met het
in 1958 werd het eerste doofblinde kind onderzocht,
doofblinde meisje Joyce aan de slag. Ik vertelde later aan
wat overigens in het doveninstituut van Poitiers in
Van Uden dat ik het erg boeiend had gevonden. Om kort
Frankrijk gebeurde, in 1959 werd een ander doofblind
te zijn: zo kreeg ik de leiding van het onderwijs dat op
kindje opgenomen in de ‘home-training’, in 1960 sprak
1 januari 1962 in het paviljoen van start ging.”
het bestuur voor het eerst over het oprichten van een aparte doofblindenafdeling en in 1961 werd een aanvang genomen met de verbouwing en inrichting van het eerste paviljoen. Op 1 januari 1962 is het dan echt zover: Rafaël gaat van start. De algehele supervisie ligt in handen van dr. van Uden, Mieke van Zandbeek werd leidster van het
D
oofblind
paviljoen en voor het onderwijs werd Jan van Dijk
De website www.doofblind.nl geeft goede en
aangesteld.
uitgebreide informatie over doofblindheid. De term doofblindheid is een verzamelnaam. Het duidt op iedere
‘Wij beginnen met doofblindenonderwijs’
combinatie van niet (goed) kunnen horen en niet (goed)
De naam Jan van Dijk is natuurlijk onlosmakelijk
kunnen zien. Er zijn slechts heel weinig doofblinden die
verbonden met het doofblindenonderwijs, in Sint-Michiels-
én volledig doof én volledig blind zijn. De combinatie van
gestel en in de hele wereld. Nederlands eerste buitenge-
gehoor- en gezichtsproblemen leidt tot problemen met
woon hoogleraar Dovenpedagogiek – in 1990 werd hij aan
communicatie en mobiliteit. Het betekent ook dat je als
de Nijmeegse Katholieke Universiteit benoemd – heeft zijn
kind of volwassene aangewezen bent op hulp van
hele leven in dienst gesteld van het onderwijs aan en de
anderen en op hulpmiddelen. Maar omdat iedere
opvoeding van doofblinde kinderen. Hij is inmiddels met
combinatie haar eigen beperkingen met zich meebrengt,
pensioen maar wijdt zich nog altijd aan de wetenschap.
zijn de mogelijkheden voor iedere doofblinde persoon
Op een zonnige middag in augustus 2012 laat hij zijn
weer anders. Kinderen die doofblind geboren zijn,
gedachten terug gaan naar die vroege jaren ’60. “Het
worden ernstig belemmerd in hun ontwikkeling.
zal aan het begin van het schooljaar 1960/1961 geweest
Ze ervaren niet zomaar een band met de mensen in hun
zijn. Van Uden stapte mijn klas binnen: ‘Jan, het besluit is
omgeving en leren niet zomaar een taal. In opvoeding en
gevallen: wij beginnen met doofblindenonderwijs.
onderwijs is daarom veel aandacht voor het opbouwen
Vanmiddag komt er een doofblind kindje op bezoek. Ben
van vertrouwde contacten en het ontwikkelen van
je geïnteresseerd om haar te zien?’ En ja, dat was ik, om
communicatie. Ook hier geldt weer: afhankelijk van de
een heel praktische reden. Ik zat in het derde jaar van mijn
specifieke aandoening zijn de ontwikkelingsmogelijkhe-
deeltijdstudie orthopedagogiek in Nijmegen en werkte
den kleiner of groter.
aan een casusbeschrijving van de beroemde doofblinde Helen Keller. Ik zag onmiddellijk in dat die casus alleen
6
1962 - 1972
Op zoek naar kennis
aanpakken? Het werd een missie met toppen en dalen.
Van Dijk combineerde zijn nieuwe taak het eerste half
De belangrijke doveninstituten in Europa werden aange-
jaar nog met zijn baan als leerkracht op de jongensschool
schreven, maar of de expertise beperkte zich tot oudere
van het instituut. “Ik kon daar niet zomaar ineens weg.
doven die op latere leeftijd blind waren geworden, of de
Bovendien was de combinatie niet helemaal onlogisch:
doofblinde kinderen die er ooit waren, bleken niet meer
het onderwijs aan de doofblinde kinderen was dat eerste
aanwezig. Gelukkig waren er enkele plaatsen waar de
jaar een afgeleide van het dovenonderwijs.”
benodigde kennis wel aanwezig was: instituut Oberlinhaus
Eigenlijk een fout, zegt Van Dijk terugkijkend. “Van Uden
in Potsdam-Babelsberg in het toenmalige Oost-Duitsland,
had zich wel verdiept in het onderwijs aan doofblinde
Condover Hall School for the Blind in Engeland en, in
kinderen, maar ging te sterk uit van de mogelijkheden
Amerika, Perkins Institute for the Blind in Watertown,
van ‘gewoon’ dove kinderen. Het goede was dat daardoor
Massachusetts. Door op werkbezoek te gaan, verzamelden
uiteindelijk wel belangrijke elementen van de taal-
de pioniers van het Instituut voor Doven de nodige kennis
methode van het instituut in het doofblindenonderwijs
en ervaring. Maar belangrijker misschien nog wel was dat
terecht zijn gekomen. Het was voor ons worstelen, die
die kennis en ervaringen werden gecombineerd met
eerste jaren, maar het uitgangspunt was de interesse van
elementen uit de eigen onderwijsmethode aan dove
het kind, en dat was natuurlijk het goede in de aanpak
kinderen en dat grootheden als Van Uden en Van Dijk
die Van Uden voorstond.”
vooral heel erg goed naar de hun toevertrouwde kinderen keken.
‘Onze eerste eigen ideeën over doofblinde kinderen waren nogal naïef’
Een eigen methode “Onze eerste eigen ideeën over doofblinde kinderen waren nogal naïef,” zegt Jan van Dijk. “Wat wij verwachtten waren kleine Helen Kellertjes die, weliswaar na hard zwoegen, van alles viel te leren. Maar door de jaren heen leerden we natuurlijk dat dat voor onze rubellakinderen niet zo voor de hand lag. Zij functioneerden op een lager
De interesse van het kind als uitgangspunt nemen – we
niveau. Bovendien waren er tussen de kinderen onderling
komen er in dit boek nog vaker over te spreken – is altijd
al aanmerkelijke verschillen in hoor- en visusmogelijk-
een kernbegrip geweest in het onderwijs van het Instituut
heden en in verstandelijke beperkingen. De kennis die ik
voor Doven en, later, Viataal en Kentalis. Een ander
op het Perkins Institute opdeed – ik verbleef daar het hele
kernbegrip is: om je heen kijken, nieuwe kennis zoeken,
schooljaar 1963/1964 – was daarom weliswaar nuttig,
leren van goede voorbeelden en blijven verbeteren.
maar niet zomaar toepasbaar op onze kinderen.”
Meteen vanaf de start van Rafaël begon een zoektocht
De buitenlandse methoden werden wel uitgeprobeerd,
naar die goede voorbeelden. Hoe moet je dat specifieke
maar leidden volgens Van Dijk vooral tot frustratie, bij het
onderwijs aan doofblinde kinderen nou eigenlijk
kind en bij de leerkracht.
7
1962 - 1972
“Wij begonnen te beseffen dat we een flinke stap terug
om de twee jaar gegeven werd. Rafaël werd lof toege-
moesten doen. En vooral ook dat ons onderwijs goed
zwaaid om zijn aanpak en het instituut was er maar wat
moest aansluiten op de mogelijkheden van het kind.
trots op. Om de woorden van directeur Jan van Eijndhoven
Uitgaan van het kind, het kind centraal stellen, het was
aan te halen, toen hij in een jubileumuitgave terugkeek op
in ons dovenonderwijs altijd al onze aanpak geweest.”
25 jaar doofblindenonderwijs: “Het was fijn dit te horen
Die houding was het startpunt van wat later wereldwijd
na tien jaren uitbouw van een nieuw werk: zoekend en
bekend werd als de ‘Methode Jan van Dijk’. In het
tastend om de juiste weg te vinden.”
volgende hoofdstuk gaan we daar dieper op in.
‘Rafaël werd lof toegezwaaid om zijn aanpak en het instituut was er maar wat trots op’ Internationale erkenning Het werk in Sint-Michielsgestel bleef niet onopgemerkt. Dat kwam mede door een film die leerkrachten van Rafaël in 1965 gemaakt hadden, waarin de motorische ontwikkeling van doofblinde kinderen centraal stond. De film werd vertoond op het congres van de International Association for the Education of Deaf-Blind Persons en trok veel aandacht. Zoveel zelfs dat het organiserend comité nieuwsgierig werd naar de aanpak in Sint-Michielsgestel en voorstelde om het eerstvolgende congres daar te houden. In 1968 gebeurde dat ook. In datzelfde jaar organiseerde het instituut ook een internationale cursus voor leerkrachten in het doofblindenonderwijs, die later
8
1962 - 1972
Foto uit Kentalis Fotoarchief: De interesse van het kind als uitgangspunt
9
Foto uit Kentalis Fotoarchief: Vanuit contact een kind stapje voor stapje verder helpen
1972 - 1982
10 - 20 jaar
Rafaël groeit uit tot toonaangevend expertisecentrum Tussen 1972 en 1982 ontwikkelde het onderwijscurriculum zich gestaag als gevolg van de toenemende kennis en inzichten. Deze periode wordt gemarkeerd door twee mijlpalen: het baanbrekende onderzoek door Jan van Dijk naar het rubellasyndroom en de zelfstandige status van school Rafaël. Wereldwijd werd de doofblindenafdeling van het Instituut voor Doven erkend als een toonaangevend expertisecentrum. De ‘Methode Jan van Dijk’
De basis van wat Van Dijk deed was goed kijken naar het
In 1964 volgde Jan van Dijk dr. Van Uden op als hoofd
kind, naar wat het kind wil, waar het naar op zoek is.
van de afdeling Rafaël. De afdeling werd allengs wijd en
“De leefwereld van een doofblind kind is natuurlijk enorm
zijd beroemd om zijn onderwijsmethode die al gauw
klein,” vertelt hij. “Wij moeten het kind stap voor stap
bekend stond als de ‘Methode Jan van Dijk’. De naam-
helpen om die wereld te gaan ontdekken. Veiligheid en
gever moet er even om glimlachen. “Wat ik gedaan heb,
een warme relatie tussen kind en opvoeder zijn daarvoor
is het ontleden van de vroegste periode in de ontwikkeling
de basis. In grote lijnen betekent dat dat het kind er van
van taal en communicatie. Ik heb die zogeheten ‘pre-
op aan moet kunnen dat jij er bent, dat je reageert op zijn
symbolische fase’ onderverdeeld in vijf stappen. Het
signalen en de tijd neemt om werkelijk contact te maken.
begint met fysiek contact maken, van daaruit interactie
Vanuit dat contact kun je het kind stapje voor stapje
ontwikkelen en zo het kind steeds meer naar taal en
verder helpen.” Van Dijk benadrukt dat het daarbij
communicatie leiden. Niet ieder kind komt daarin even
belangrijk is dat het kind zoveel mogelijk het initiatief
ver, maar dat is altijd ons streven geweest.”
moet krijgen. Zo ontwikkelt hij het gevoel dat hij zelf de
11
1972 - 1982
leiding heeft, dingen bepaalt. Dat biedt vertrouwen,
neemt zelf initiatief door haar moeders hand te pakken
nieuwsgierigheid, zelfwaarde. In tegenstelling tot het
en dat tegen haar lippen te brengen. Ze vertrouwt er
kind bij de hand nemen, want dat, zo zegt Van Dijk, leidt
kortom op dat haar moeder begrijpt wat ze wil. En je ziet
alleen maar tot aangeleerde hulpeloosheid, afhankelijke
de emoties eraf spatten: dát is contact, ze genieten er
mensen. “En dat was, en is, onze filosofie natuurlijk niet.
samen enorm van.”
Het hele onderwijs op het instituut draaide om contact, in gesprek met elkaar komen, langs die weg een zo
Al doende leer je het vak
zelfstandig mogelijk mens worden dat zijn wereld met
Voor Van Dijk is het dagelijks werk geworden, omgaan
anderen kan delen.”
met doofblinde kinderen en contact met hen maken. Maar hoe begin je daaraan, vragen velen zich af die als
‘Hoe maak ik in hemelsnaam contact en wat moet ik ze eigenlijk leren, wat kúnnen ze eigenlijk leren’
nieuwe leerkracht net de school betreden hebben? Zo ook Ton Visser, die eerst als leerkracht en later als directeur bijna 35 jaar verbonden is geweest aan Rafaël. Ook nu nog, inmiddels een jaar met pensioen, is hij actief betrokken bij ontwikkelingen, zowel nationaal als internationaal, in het onderwijs aan doofblinden. In januari 1971 begon hij als kersverse leerkracht op Rafaël. Hij voelde zich vooral onthand. “Hoe maak ik in hemelsnaam contact en wat moet ik ze eigenlijk leren, wat kúnnen ze eigenlijk leren - dat waren
“Dát is contact”
wel mijn grote vragen,” kijkt hij terug op die eerste dagen.
Van Dijk heeft vele voorbeelden van contactmomenten,
“Ik had al snel door dat het lang duurt voor je dit vak
van interacties, van gesprekken tussen doofblinde
goed beheerst.” Visser kwam, zoals zovele leerkrachten,
kinderen en hun ouders of opvoeders op video vastgelegd.
van de kweekschool – zoals de tegenwoordige pedagogi-
Overal in de wereld heeft hij ze laten zien, uitleg gegeven,
sche academie nog heette – en had nog nooit een doof
mensen gewezen op kleine subtiele interacties. Een van
laat staan een doofblind kind ontmoet. Wel had hij
de kinderen is Susanne, die in 1989 als vierjarige op school
vakantiewerk gedaan op de gesloten afdeling van een
Rafaël begon. “Dat is een mooie en instructieve video,”
psychiatrische instelling. In zijn sollicitatiegesprek met
vertelt Van Dijk. “Susanne zit op haar moeders schoot.
Jan van Dijk kwam dat ter sprake. “Jan had een leerling
Die beweegt op een gegeven moment met haar vingers
met wat agressieproblemen en van mij dacht hij ‘Werken
langs Susannes lippen. Je ziet dat Susanne dat een prettig
op een gesloten afdeling? Die is niet bang! Die neem ik.’
gevoel vindt en weer op zoek gaat naar de vingers. De
En zo werd ik aangenomen.”
moeder pikt dat signaal feilloos op en gaat weer met haar
Je leert het vak al doende, legt Visser uit. “Zorg en
vingers heen en weer bewegen tegen Susannes lippen.
onderwijs vond toen nog plaats binnen één unit. Wij
Susanne leert zo dat haar moeder beschikbaar is en
zaten met twee leerkrachten en zes groepsleiders op zes
12
1972 - 1982
leerlingen, werkten tegelijkertijd, we deden alles samen.
heeft, wat hij kan zien of horen, hoe goed het leervermo-
Ik besprak ook alles met mijn collega en met een ervaren
gen is, hoe het geheugen werkt, dan moet je al die
groepsleider. Eens in de twee weken nam Van Dijk alle
aspecten goed onderzoeken. Maar het zal duidelijk zijn
nieuwe mensen bij elkaar, één van de kinderen erbij, en
dat dat bij doofblinde kinderen niet eenvoudig is. Voor
dan ging het op zijn Jans, niet voorbereid, maar hij liet
dove en voor blinde kinderen waren er destijds redelijk
gewoon zien hoe je met dat kind omging. Ik was een soort
betrouwbare manieren waarop de verstandelijke vermo-
trainee, zeg maar. En dat was prima. Toen ik aan dit werk
gens en de leercapaciteit van het kind in kaart konden
begon had ik er eigenlijk geen voorstellingen bij, ik wilde
worden gebracht. Voor doofblinde kinderen bestonden
gewoon dat avontuur wel aangaan.”
Het Rubella-onderzoek van Jan van Dijk Jan van Dijk heeft zich in de jaren ’70 verdiept in de typische kenmerken van dove en doofblinde rubellakinderen. Hij deed dat in 1976 in Australië, waar zo’n vier jaar eerder nog een tweede rodehondepidemie had
R
ubella of rodehond De afdeling Rafaël begon in 1962 nadat een aantal
gewoed. “Het liep toevallig zo dat ik een grote groep
kinderen waren opgenomen die doofblind waren
kinderen voor me kreeg waar ik als wetenschapper
geworden als gevolg van het rubellavirus (rodehond)
gewoon nieuwsgierig naar was,” vertelt Van Dijk.
in de eerste maanden van de zwangerschap. Rodehond
“Uiteindelijk heb ik een beschrijving kunnen maken van
was destijds een gevaarlijke ziekte die om de paar jaar
81 kinderen uit één epidemie. Daarvan waren er 18
uitbrak in een wereldwijde epidemie met tienduizenden
doofblind. Ik heb relaties kunnen leggen tussen de
slachtoffers. Het virus is vooral gevaarlijk voor het
zwangerschap van de moeder – zoals het moment waarop
ongeboren kind. Een op de vier zwangere vrouwen met
de infectie ontstond – en de gevolgen die de kinderen
rodehond heeft kans op een kindje dat met ernstige
daaraan overhielden. Hoe vroeger in de zwangerschap,
auditieve, visuele en/of verstandelijke beperkingen
hoe ongunstiger de ontwikkelingsmogelijkheden, dat was
geboren wordt. Tegenwoordig komt de ziekte nauwe-
een belangrijke bevinding.” In 1982 werd Van Dijks werk
lijks meer voor: sinds 1974 is de inenting tegen rodehond
in Nijmegen beloond met een doctorstitel. Waar hij nog
onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma. De kans
steeds trots op is, is dat een van zijn eerste vier doofblinde
op het ontstaan van een nieuwe rubella-epidemie is
kinderen hem in Nijmegen kwam feliciteren met zijn
zeer klein geworden, maar sporadisch komt een
prestatie; Claartje was inmiddels 24 jaar oud, was ge-
uitbraak nog wel voor, zo meldt het Rijksinstituut voor
trouwd en werkte in de keuken van een verpleeghuis.
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op haar website. In 2004/2005 zorgde een rodehondepidemie voor minstens
De ontwikkeling van doofblindendiagnostiek Diagnostiek was vanaf het allereerste begin van groot belang. Als je wilt weten welke mogelijkheden een kind
13
387 ziektegevallen, waaronder 32 zwangere vrouwen.
1972 - 1982
Van een kleine afdeling naar een wereldwijd erkend expertisecentrum
die begin jaren ’60 niet. En dus gingen Van Dijk en zijn
heid, was van groot belang. Ook daarin hebben
collega’s die diagnostiek ontwikkelen.
medewerkers van het instituut zich verdiept. Het onder-
Het Instituut voor Doven kende al een Audiologisch
zoek van Van Dijk naar rubella is er een voorbeeld van.
Centrum waar het gehoorvermogen gemeten werd, maar
Maar Van Dijk en anderen deden later ook onderzoek naar
voor de doofblinde kinderen werden speciale meettech-
andere vormen van doofblindheid, zoals het Usher en het
nieken ontworpen. Het meenemen van de ziektegeschie-
CHARGE syndroom. Deze ontwikkeling zou uiteindelijk
denis en dus de kennis over de oorzaak van de doofblind-
leiden tot de oprichting van het Visuscentrum in 1987.
14
1972 - 1982
Hier werd niet alleen diagnostiek bedreven, maar het
Zo betrad Rafaël het derde decennium van zijn bestaan.
centrum gaf ook allerlei adviezen op het gebied van
Het had de groei doorgemaakt van een kleine afdeling
revalidatie, leermogelijkheden, mobiliteit, gezichtshulp-
waar het werken met doofblinde kinderen als het ware
middelen, inrichting van de woonomgeving enzovoorts.
nog moest worden uitgevonden tot een wereldwijd
‘Het meenemen van de ziektegeschiedenis en dus de kennis over de oorzaak van de doofblindheid, was van groot belang’ Op naar het derde decennium
erkend expertisecentrum. In dat derde decennium zou het
Het jaar 1981 was memorabel. In dat jaar kreeg school
leerlingenaantal van Rafaël sterk groeien. Ook veranderde
Rafaël een zelfstandige status, net als de scholen Mariëlla
de samenstelling sterk: niet meer hoofdzakelijk rubella-
en Eikenheuvel. Tot dan toe was er in feite sprake van één
kinderen, maar steeds meer kinderen met uiteenlopende
school voor alle dove kinderen met een meervoudige
ziektebeelden. Nieuwe kennis was nodig, maar ook meer
handicap: doofblind, doof-verstandelijk beperkt en doof in
kennis op bekende terreinen. Kortom, de jaren ’80 werden
combinatie met leerproblemen. Ton Visser werd directeur
jaren van verbreding en verdieping.
van de nieuwe school Rafaël. “Die verzelfstandiging is een belangrijke stap geweest,” zegt hij. “Tot dan toe was het onderwijs en de opvoeding – de zorg – een geheel geweest, maar die werden toen gesplitst: onderwijs en zorg kregen een eigen aansturing. Wat voor het onderwijs belangrijk was, was dat we de ministeriële goedkeuring kregen voor de bekostiging van één leerkracht op twee kinderen, waar dat voorheen een op drie was.”
15
Activiteit met muziekinstrumentje, Marieke Schriever en Marleen Janssen (sinds 2008 hoogleraar doofblindheid)
16
1982 - 1992
20 - 30 jaar
Verbreding en verdieping De jaren ’80 vormen voor school Rafaël een periode van sterke verandering op diverse terreinen. Het onderwijs en de zorg aan de kinderen werden gesplitst en kregen een eigen aansturing. Het aantal leerlingen groeide gestaag, van 24 tot bijna 50. Ook de aandoeningen van de kinderen werden diverser. Het decennium werd in 1992 afgesloten met de bouw van een nieuwe school. Verdieping van inzichten
werd het voor een aantal leerlingen ook mogelijk om
In 1981 werden het onderwijs en de opvoeding van de
elders lessen te volgen. Zij waren ingeschreven op de
doofblinde leerlingen binnen de afdeling Rafaël gesplitst.
school Rafaël, maar volgde een aantal lessen op het
Jan van Dijk werd hoofd van het Diagnostisch Centrum,
gewone VSO.”
terwijl de opvoeding – de zorg – werd ondergebracht in
Door de steeds opgedane nieuwe kennis en inzichten van
het Orthopedagogisch Centrum doofblinden onder leiding
die eerste twintig jaren konden leerlingen nu steeds beter
van Corrie Costongs. Directeur van de school Rafaël werd
individueel bediend worden, legt Visser uit. “Er kwam
Ton Visser.
meer zicht op de verschillende ontwikkelingsmogelijk-
“Voor mij als beginnend leerkracht was die verwevenheid
heden van de kinderen. We noemen ze allemaal doof-
van onderwijs en opvoeding in de zeventiger jaren wel
blind, maar er zitten grote verschillen tussen wat ze
ideaal,” memoreert Visser. “Met al mijn vragen kon ik bij
kunnen en wat op termijn haalbaar is. Daar gingen we
een ervaren collega terecht, maar ook bij de groepsleiding
steeds beter op inspelen. Die verdieping van inzichten,
die daar werkte. Wij werkten altijd samen. Ik had een
daar is het instituut altijd sterk in geweest.”
middag in de week vrij maar werkte dan wel een avond in internaatstijd. Dat was echt integratie van onderwijs
Meer verschillende ziektebeelden
en zorg, ik vond dat optimaal. Met de start van de
Naast de verdieping was er ook sprake van een verbreding,
onafhankelijke school Rafaël werden die twee dus
als gevolg van de aanmelding van kinderen met steeds
gesplitst. Er bleven kinderen die zowel naar school gingen
diversere ziektebeelden. Waren er in de jaren ’70 nog
als een zorgaanbod kregen, maar er kwamen ook steeds
vooral kinderen met het rubellasyndroom op school, dat
meer kinderen die alleen naar school gingen. Nog later
begon nu sterk te veranderen. Visser: “Rafaël kreeg meer
17
1982 - 1992
W
at leer je op zo’n school?
Ton Visser verzuchtte het toen hij de eerste dag in zijn klas op Rafaël stond: “Wat moet ik ze eigenlijk leren, wat kúnnen ze eigenlijk leren?” Nou, dat kan heel veel zijn, getuige de opsomming die oud-leerlinge Gerda geeft in een jubileumuitgave over 25 jaar Rafaël. “Ik leerde wereldverkenning, rekenen, taalvormen en nieuwe brailletekens. Ik leerde leeslesjes, gesprekken, dammen, nieuwe woorden en op de atlas kijken waar alles staat. Ik leerde godsdienst over Jezus en zijn vrienden. Ik leerde handwerken, typen en koken en huishouden. Ik ging rechthoek, driehoek, vierkant en rond en kleuren zien. Wij gingen meten hoe groot we zijn. Ik leerde vragen stellen en beantwoorden. Ik leerde over aarde, ongelukken, over gemeente en over vergaderingen en over het geld. […] Ik leerde in de moestuin werken.”
Onderwijs op een armlengte afstand….
en meer bekendheid, waardoor er steeds meer kinderen
het kindje een en ander misgaan, zoals een zuurstoftekort
werden aangemeld. Er kwamen een tijd lang ook kinderen
door een moeilijke bevalling, waardoor een beschadiging
uit België en uit de Antillen. Nieuwe ziektebeelden
in de hersenen of andere lichaamsdelen kan optreden. En
werden als het ware ontdekt, zoals het syndroom van
dan zijn er nog aandoeningen die het gevolg zijn van een
Usher. Dat waren heel andere leerlingen dan de kinderen
onvoldoende rijping van organen of zenuwstelsel bij een
met het rubellasyndroom, leerlingen met vaak veel betere
kind dat veel te vroeg geboren wordt.
ontwikkelingsmogelijkheden.”
Zoals Jan van Dijk al eerder constateerde, is het voor de
Er zijn meerdere aandoeningen waarbij de combinatie van
opvoeding, het onderwijs en de begeleiding van een
een gehoor- en gezichtsprobleem onderdeel van het
doofblind kind van groot belang om de ziektegeschiedenis
ziektebeeld is. Sommige syndromen of aandoeningen zijn
te kennen en de gevolgen die bepaalde ziektebeelden met
het gevolg van erfelijke afwijkingen. Infecties tijdens de
zich meebrengen. De medewerkers van het Instituut voor
zwangerschap, niet alleen door het rubellavirus, vormen
Doven zijn dan ook altijd op zoek blijven gaan naar
een andere oorzaak. Ook kan er rond de geboorte met
verbreding van hun kennis.
18
1982 - 1992
De fundamenten van het mens zijn Nederland kent een unieke leerstoel: binnen de Rijksuniversiteit Groningen is Marleen Janssen in 2008 benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘Aangeboren en vroeg verworven doofblindheid’, waarover in latere hoofdstukken meer. De huidige professor Janssen, behept met een aanstekelijk enthousiasme en een enorme motivatie om doofblinde kinderen het allerbeste te kunnen bieden, begon haar loopbaan bij Sensis in Breda, een instelling voor blinde kinderen met een verstandelijke beperking. Haar eerste contact met het Instituut voor Doven staat haar nog helder voor de geest.
‘Als je iemand die doof en blind is, iets kunt leren, dan kom je aan de fundamenten van het mens zijn’
Dimitri en Marian (leerkracht) communiceren via gebaren
Janssen solliciteerde bij Rafaël en liet meteen weten dat ze heel graag een kind onder haar hoede wilde nemen dat helemaal doof en helemaal blind was. “Ik zocht toen al die uitdaging: waarom makkelijk doen als het moeilijk kan,” lacht ze. “Maar serieus, ik dacht dat als je iemand die helemaal doof en blind is, iets kunt leren, dan kom
“Ik ben in augustus 1980 begonnen als leerkracht op
je aan de fundamenten van het mens zijn. Ik vond de
Rafaël. Toen ik bij Sensis werkte, volgde ik een cursusreeks
Rafaëlschool geweldig professioneel. Het onderwijs sprak
orthopedagogiek. Een van de gastdocenten was Jan van
me erg aan: je kon niks uit de boeken leren, je moest
Dijk. Het was voor het eerst dat ik over doofblinde
als leerkracht alles zelf bedenken, was aangewezen op
kinderen hoorde. Ik kwam er toen ook achter dat ik in
collega’s en op je eigen creativiteit om programma’s te
mijn groep zelf twee doofblinde kinderen had. Waar ik
maken voor iedere individuele leerling. In die jaren ’80
echt van opkeek was dat je op Rafaël als leerkracht twee
hebben we een eigen curriculum geschreven, het hele
kinderen onder je hoede had! Ik kende in Breda alleen
team heeft daaraan gewerkt. Ik vind dat nog steeds een
maar de situatie van één groepsleider op 10 kinderen,
geweldig totaalplan, met als belangrijke visie dat je het
zonder orthopedagogisch assistent. Dus ik dacht meteen:
doofblinde kind een kans wilt geven om deel te nemen
‘Daar moet ik naar toe, daar kun je tenminste wat doen!’.
aan de cultuur, die voor een belangrijk deel door de taal
Ik was razend enthousiast geworden.”
bepaald wordt.”
19
1982 - 1992
Jan Kasteel, communicatie via een hulpmiddel
Janssen loopt naar haar kast en plukt er zo het betref-
dat toen een mooi doel. En eigenlijk vind ik dat doel voor
fende schoolplan uit. “Luister hier eens naar: ‘Door
nu nog net zo actueel.”
taal overstijgt de mens het niveau van het ervaren en handelen. Dit houdt in dat hij flexibeler met de werkelijk-
Een nieuw en goed doordacht schoolgebouw
heid kan omgaan, dat maakt de mens meer vrij. Het kind
De periode 1982-1992 werd afgesloten met de ingebruik-
op het niveau te brengen dat het de werkelijkheid op zich
neming van een gloednieuw schoolgebouw. Toen Ton
kan nemen, los van het concrete hier en nu, met andere
Visser in 1981 directeur werd, waren er ruim 30 leerlingen,
woorden, het te vormen tot een wezen dat toegang heeft
teveel voor het schoolgebouw dat in 1967 geplaatst was.
tot de wereld van symbolen, is de geweldige taak waar
Dat aantal bleef gestaag groeien gedurende de jaren ’80
een school voor doofblinden zich geplaatst ziet.’ Ik vond
tot er op de drempel van het nieuwe decennium bijna
20
1982 - 1992
50 leerlingen waren. Er werd dan ook steeds meer les
het onderwijs, de economie, de zorg. ‘Evidence-based’
gegeven in verspreid liggende lokalen in scholen en
werken betekent: aantonen dat datgene wat je doet, ook
huizen op het terrein aan de Theerestraat. Het was
echt werkt. Niet zomaar intuïtief werken, niet op basis
duidelijk: de school werd te klein, voldeed ook op
van aanname, niet op basis van ‘zo hebben we het altijd
andere manieren niet meer aan de eisen van de nieuwste
gedaan’. De dingen die je doet, moeten uitgezocht en
inzichten en het werd tijd voor een nieuw gebouw.
onderbouwd worden, liefst door een wetenschappelijk
Het ontwerp daarvoor werd degelijk aangepakt met
toetsbare aanpak. Nu was de wetenschappelijke kijk, de
een uitgebreid plan van eisen.
zucht naar kennis en nieuwe inzichten, altijd al een
Het basisprogramma voor de nieuwe school ging uit
kernbegrip binnen het Instituut voor Doven. Er was een
van een leerlingenaantal van 56, maar een latere
onderzoekstraditie, zeker ook binnen de doofblindenafde-
uitbreiding als gevolg van het toenemende leerlingenaan-
ling. In die traditie ging Rafaël voort in de prille jaren ’90.
tal moest eenvoudig te realiseren zijn. Een goede gedachte, omdat gedurende de negentiger jaren dat aantal inderdaad sterk bleef groeien, tot er op het hoogtepunt bijna 70 leerlingen waren. De school werd geheel vanuit de behoeften van de doofblinde pupillen ontworpen. Ruimtelijke indeling, materiaalkeuze, lichtinval, kleurgebruik, patronen op vloeren en muren, akoestiek, ja zelfs over geur en tijdsbesef werd nagedacht bij het ontwerp. Voor de jongste leerlingen werden geïntegreerde internaatsvoorzieningen gebouwd, voor de kinderen die al een redelijk overzicht van hun leefwereld hadden opgebouwd, hoefde de leef- en schoolruimte niet meer strikt aaneengesloten te zijn. En waar natuurlijk ook over na werd gedacht, was de plaatsing van computers. Want de digitalisering van onze maatschappij had zich aangekondigd met de komst van de eerste personal computers begin jaren ’80. Een leeromgeving zonder computers was niet meer voorstelbaar.
Wetenschappelijke onderbouwing in de jaren ‘90 Het is tegenwoordig zo normaal als iets: ‘evidence-based werken’. Overal waar je kijkt, in de medische wereld,
21
Jeanette Harmsen leert koken
Susanne communiceert via vierhandengebaren
22
1992 - 2002
30 - 40 jaar
Over ouderbetrokkenheid, digitalisering en sociale interactie In de jaren ’90 ontwikkelt Rafaël zich verder. Sylvia van Doorn vertelt over veranderingen in betrokkenheid van ouders en het belang van ‘zelf het gesprek aangaan’ daarbij. PC’s en computerprogramma’s werden onderdeel van de dagelijkse onderwijspraktijk. En wetenschappelijk onderzoek richtte zich op de kwaliteit van de interactie tussen kind en opvoeder. Zelf het gesprek aangaan
belangrijk vonden. En dat kon ook, daar werd naar
We hebben het tot nu toe vooral gehad over school-
geluisterd. Wij woonden destijds in Rijswijk, dus toen
gebouwen, rubellakinderen, onderwijsmethoden, kennis
Susanne op school begon, verbleef ze door de week
en onderzoek. Maar hadden de ouders ook nog een
intern. Toen we Susanne voor het eerst achterlieten, gaf
plaats, ergens binnen dit expertisecentrum? Sylvia van
dat een dubbel gevoel: wij konden zelf weer even adem
Doorn en haar man Tom hebben een lange periode op
halen, maar hadden ook het gevoel dat we de hele
Rafaël meegemaakt met hun dochter Susanne, die in
opvoeding uit handen moesten geven. Om daar toch onze
1989 werd aangemeld als leerling van Rafaël. Ze heeft
invloed op te hebben, om onze eigen normen en waarden
veel dingen zien veranderen en vindt dat de betrokken-
mee te geven, moesten we constant alert zijn, volhardend
heid van ouders duidelijk is verbeterd gedurende die tijd.
blijven. Maar wij hebben nooit het gevoel gehad dat wat
Niet dat het destijds slecht was, overigens, of nu ideaal.
wij wilden, onmogelijk was.”
“Er was toen minder geregeld, ouderbetrokkenheid was
Van Doorn geeft een paar voorbeelden van hoe dat ging.
niet vanzelfsprekend,” vertelt Van Doorn. “Maar wij
“Gedurende de schoolweek werd er een schriftje bijge-
hebben altijd het gesprek gezocht over wat wij als ouders
houden. Daar werden allerlei dingen in geschreven, wat
23
1992 - 2002
opvoeding en onderwijs gehad. Voor buitenstaanders kwam dat wel eens als arrogant over, of intimiderend. Hoe was dat voor de ouders van Susanne, de omgang met deskundigen van het instituut? “Dat is nooit een item geweest. Natuurlijk voel je die houding wel eens, ‘wij weten het allemaal’, maar je bent er als ouder zelf bij. Wij hebben nooit het gevoel gehad dat we niet voor vol werden aangezien. Zoals ik al zei: wij zijn steeds in gesprek gebleven, ook als dingen ons niet zinden. En die waren er echt wel, hoor. Teveel personele wisselingen in de zorg, niemand die op een gegeven moment vierhandengebaren kende, ophoging van gedragsmedicatie terwijl wij dat helemaal niet wilden. We bleven er steeds bovenop zitten.
Susanne heeft plezier met haar schilderwerkje
Nu nog, trouwens. Susanne is inmiddels 27, is al zeven jaar van school af, zit in de dagbesteding, maar ik heb nog niet het gevoel dat ik haar al los kan laten.”
Susanne meemaakte, als er bijzondere dingen waren
De ouders zochten elkaar ook op. Eenmaal per jaar
voorgevallen. Als wij die bijzondere voorvallen lazen,
kwamen ze bij elkaar in een huisje, met de kinderen.
wilden we weten hoe en waarom sommige dingen
Vaak werd er een bepaald thema besproken en natuurlijk
gebeurd waren. Ook kwamen we in haar tas wel eens
werd er veel samen gedaan. “Samen maakt sterk, dat
kleding tegen die niet van Susanne was. Dan belde je op:
gevoel heerste er wel,” zegt Van Doorn. “Want erachter
‘Hoe kan dat?’ Kijk, het kan een keer gebeuren, maar wij
komen wat het beste was voor de kinderen, was een hele
willen dat toch even kenbaar maken, bespreken hoe dat
zoektocht. Niet alleen voor de school en voor de zorg,
de volgende keer beter kan.”
maar ook voor ons als ouders.”
Aan de andere kant werden dingen ook leuk geregeld, zodat je je welkom voelde. “Toevallig vond ik pas geleden
Van overheadprojector tot smartboard
tijdens het opruimen nog een oude map van Susanne.
We wisten het toen nog niet, maar begin jaren ’90
Daar had Ton Visser een heel programma in geschreven:
stonden we op de drempel van de wereldwijde revolutie
‘De ouders van Susanne komen met oma en opa op
die ‘digitalisering’ heette en die ons uiteindelijk draadloze
bezoek. Ze gaan een kijkje nemen in de klas van Marieke,
computernetwerken, internet, sociale media, smartphones
nemen deel aan een buitenactiviteit.’ Heel leuk.”
en nieuwe manieren van betalen, winkelen en ruilen gebracht heeft. De PC of personal computer was een jaar
Samen maakt sterk
of 10 oud en werd in het onderwijs, dus ook op Rafaël,
Het Instituut voor Doven heeft in de loop der tijd veel
steeds meer ingezet als ondersteuning bij taal, lezen,
kennis opgebouwd, heeft altijd een sterke visie op
spelontwikkeling en andere vakken. De nieuwe school
24
1992 - 2002
Rafaël was er al helemaal op voorbereid: het plan van
de inzet van tablets: reuze handzame computers met
eisen voor de in 1992 nieuw gebouwde school hield er
enorm veel mogelijkheden om op maat van de leerling af
duidelijk rekening mee. Onder het kopje ‘Te verwachten
te stemmen. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van foto’s,
ontwikkelingen’ stond vermeld: “Er zal zeker binnen dit
plaatjes, tekst in verschillende groottes en dit in combina-
type onderwijs rekening gehouden dienen te worden met
tie met geluid- en spraakuitvoer en brailleregel. We gaan
een grote toename van het gebruik van computers binnen
binnenkort starten met de eerste iPad.”
de school. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan het gebruik van de computer bij de visuele waarneming als
De sociale interactie tussen opvoeder en kind
hulpmiddel bij het (leren) lezen, […] ter stimulering van de
De jaren ’90 zijn ook de periode van het belangrijke
spelontwikkeling, […] in programma’s voor pre-vocational
onderzoek van Marleen Janssen naar de sociale interactie
training, en […] in het kader van de communicatieve c.q.
tussen leerkrachten/opvoeders en hun doofblinde pupillen.
taalverwerving.” Ook repte het plan van eisen van een
“Het welbevinden van het kind en een goede kwaliteit van
aantal researchprojecten die plaatsvonden binnen de
leven, dat was in die periode, eigenlijk tot een aantal jaren geleden, een belangrijke orthopedagogische visie,” legt
‘We gaan binnenkort starten met de eerste iPad’
Janssen uit. “Mijn uitgangspunt was de hechtingstheorie: kinderen die een goede relatie opbouwen met hun opvoeders zijn goed gehecht en ontwikkelen van daaruit
afdeling Methode en Ontwikkeling (later Research & Development) van het instituut, ten teken dat de introductie van de diverse computermogelijkheden serieus onderzocht en begeleid werden. Iemand die deze introductie van dichtbij heeft meegemaakt, is leerkracht en ICT-coördinator Peter Brouwers. Hij begon in 1990. “De klas had toen nog gewoon een schoolbord met krijtjes,” vertelt hij. “Er was wel apparatuur, zoals een overheadprojector of de apparatuur voor de video-interactie, maar dat was het wel. Dat is vanaf toen allemaal heel snel veranderd. De overheadprojector verdween, de video-interactie werd aan computers gekoppeld, er kwamen PC’s met programma’s, leerzame spelletjes. Nu is er een smartboard, een netwerk, koppeling met het internet. De nieuwste ontwikkeling is
Rijohnne geniet van het sinterklaasfeest
25
1992 - 2002
interactie en communicatie. In mijn onderzoek gingen we de kwaliteit van die interactie heel goed onder de loep nemen. Je kunt je voorstellen dat communiceren met doofblinde kinderen heel lastig is. Voor de kinderen zelf is het een bron van frustratie om zich niet begrepen te
v
erwijzers en kalenders
voelen en anderen niet te begrijpen. Dat kan leiden tot
In het onderwijs van Rafaël wordt veel gebruik gemaakt
negatief gedrag, agressie, zelfverwonding. Wij hebben
van verwijzers en kalenders. Verwijzers zijn voorwerpen
gekeken wat er nodig is voor een goede interactie.”
die gebruikt worden om bij het doofblinde kind een
Het bestuderen van de interactie is systematisch uitge-
activiteit aan te kondigen. Zo weet het kind door een
voerd. Zo werden allerlei situaties gefilmd die voor het
beker te voelen dat er dadelijk een drinkpauze komt. Het
kind een bron van stress zouden kunnen zijn: vaak
zien van zijn jasje betekent: ‘we gaan naar buiten’. In de
overgangssituaties zoals het beëindigen van een spelletje,
ontwikkeling van doofblinde kinderen wordt van deze
het aankondigen van de maaltijd en vervolgens aan de
‘verwijzende functie’ van voorwerpen bewust gebruik
eettafel gaan zitten. In die overgangssituaties is er sprake
gemaakt. In het begin heeft een voorwerp alleen een
van veel interactie tussen opvoeder en kind. De filmbeel-
betekenis binnen één concrete situatie. Later wordt een
den werden minutieus geanalyseerd, heel precies werd
verwijzer ook in andere situaties gebruikt. Nog wat later
bijgehouden welke signalen het kind afgaf, hoe de
kan de verwijzer een andere vorm krijgen, bijvoorbeeld
opvoeder daarop reageerde, wat dat weer bij het kind
niet meer het hele jasje, maar een stukje stof. En ten slotte,
deed enzovoorts. Een van de inzichten die het onderzoek
het zal niet bij alle kinderen lukken, kan de concrete
heeft opgeleverd, is dat het gedrag van opvoeders sterk
verwijzer worden vervangen door een tekening, een picto
van invloed is op de kwaliteit van de interactie. Op basis
of een geschreven woord. Verwijzers worden gebruikt in
van de resultaten ontwikkelde Janssen met enkele
kalenders, waarmee de invulling van een dag of een week
collega’s een interventieprogramma waarmee de kwaliteit
kan worden aangegeven. In de klas gaat de leerkracht dan
van de interactie tussen opvoeder en kind sterk verbeterd
met de leerling naar de kalender om het programma van
kon worden. Janssen besloot haar werk in 2003 met een
de dag door te nemen. De kalenders zijn bedoeld om
proefschrift.
overzicht te bieden en dagritme aan te geven, maar ook om de interactie en gespreksvoering te bevorderen.
‘Zo werden er allerlei situaties gefilmd die voor het kind een bron van stress zouden kunnen zijn’
26
1992 - 2002
Toekomstperspectieven Het laatste decennium van de eerste 50 jaar Rafaël is aangebroken. Het wetenschappelijke werk van Janssen, stevig verankerd in de onderzoekstraditie van het Instituut voor Doven, zal uiteindelijk uitmonden in ‘s werelds eerste – en tot nu toe enige – leerstoel doofblindheid. Het onderwijs blijft vernieuwen, de toekomstperspectieven voor leerlingen komen daarin centraal te staan. En het Instituut voor Doven verandert door verschillende fusies tweemaal van naam: Viataal (2002-2010) en Koninklijke Kentalis (vanaf 2010).
Leesles met tastbare tekeningen
27
Christie en Kim (leerkracht) zijn samen aan het plannen
28
2002 - 2012
40 - 50 jaar
Onderwijsontwikkelingen: over maatwerk, veranderingen en verbeteringen Het onderwijs blijft veranderen, onder invloed van wetgeving, maar zeker ook onder invloed van eigen inzichten. Voorheen was het onderwijs op Rafaël vaak kindvolgend, sinds enkele jaren wordt daarnaast gewerkt met profielen waaraan een toekomstperspectief is gekoppeld. Voor de didactiek is dit een vrij fundamentele keuze geweest. De effectiviteit en transparantie van het onderwijs zijn er zeker mee gediend. Lesgeven is maatwerk
moest worden, vond – en vind ik nog steeds – heel
Hoe ervaart de leerkracht het lesgeven aan doofblinde
uitdagend. Iedere leerling heeft eigen mogelijkheden,
leerlingen? Als we het Peter Brouwers vragen, laat hij
de verschillen zijn groot. Maatwerk uitdokteren is mooi:
regelmatig het woord ‘maatwerk’ vallen. “Ik ben in 1990
je blijft zoeken, wat is haalbaar voor deze leerling, wat
begonnen, na een open sollicitatie. Ik kwam uit het
kan die aan? Het is bepaald geen lessen afdraaien, zoals ik
regulier onderwijs, had gehoord van de school Rafaël en
op het regulier onderwijs op een gegeven moment had.
was gewoon nieuwsgierig naar wat je als leerkracht met
Daar ga je met alle leerlingen dezelfde richting in, ik zou
zulke leerlingen zou kunnen bereiken. Ik vroeg me ook af
dat niet meer kunnen.”
hoe dat lesgeven zou gaan. In het begin vond ik het moeilijk om leerlingen te begrijpen. Ik moest veel tijd
Een dag op school
nemen voor de communicatie en dan nog ontstonden er
Brouwers beschrijft hoe een dag op school met leerlingen
misverstanden. Maar vanaf dag één voelde de sfeer
eruit ziet. “Om kwart over acht kom ik aan op school. Het
binnen de school warm aan. En het maatwerk dat geleverd
eerste wat ik doe, is de computers aanzetten, voor mijn vijf
29
2002 - 2012
leerlingen en mijzelf. Tegen half negen komen ze binnen, vier jongens en een meisje, tussen de 10 en 20 jaar. We drinken koffie of thee en nemen de dag van gisteren door, wat ze gedaan hebben. Daarna praten we over het programma van vandaag: zijn er bijzondere dingen die gedaan moeten worden? Om kwart voor negen begint dan de les. Vanaf dat moment zijn mijn vijf leerlingen overigens zelden allemaal tegelijk aanwezig. Dat heeft met dat maatwerk te maken, ze volgen niet allemaal hetzelfde programma. Ze hebben hun eigen rooster en beginnen daar zelf aan, ze wachten niet af tot ik zeg wat ze moeten doen, het is echt actief leren.” Computers en software spelen een belangrijke rol in het onderwijs. De leerlingen van Brouwers hebben allemaal een eigen account waarmee ze inloggen op het netwerk van Kentalis. Ze leren hun werk te organiseren in mappen en gebruiken uiteenlopende programma’s voor taal en rekenen, maar ook voor fotobewerking of het maken en onderhouden van een website. Een groot voordeel van
‘Ze hebben hun eigen rooster, ze wachten niet af tot ik zeg wat ze moeten doen, het is echt actief leren’
Megan heeft plezier in haar spel
pas ik de inhoud aan. Bijvoorbeeld door niet het ‘vaste’ vocabulaire te gebruiken, maar woorden uit de woordenschat van de leerling zelf te halen en dat stap voor stap uit te bouwen.” Brouwers staat met een klassenassistent op deze groep, die bestaat uit leerlingen die behoorlijk wat aankunnen. Ze krijgen vakken als taal, rekenen en wereldoriëntatie. Maar ook doofblindencultuur en, voor de oudere leerlingen, maatschappijleer zitten in het pakket. “Als leerkracht wissel je steeds van leerling, je geeft hier uitleg, je ondersteunt dan weer daar. De anderen werken op dat
veel software is dat de leerkracht de leerstof precies op
moment zelfstandig. Ook gaan ze zelf naar vaklessen als
maat kan aanbieden. Brouwers: “De leerlingen werken
logopedie, koken of handvaardigheid toe. Ze hebben
geheel zelfstandig op hun eigen niveau, dat is goed voor
ieder hun eigen dagkalender en houden in de gaten
het zelfvertrouwen. Als ik merk dat het toch te moeilijk is,
wanneer ze weg moeten. Degenen die wat ouder zijn en
30
2002 - 2012
E
en decennium van fusies Eind jaren ’90 zoekt het Instituut voor Doven samenwerking met andere instellingen voor zorg en onderwijs aan kinderen met een ernstige auditieve en/of communicatieve beperking. Er wordt een samenwerking gestart met de Nijmeegse Mgr. Terwindt Stichting, die leidt tot een fusie in 2002; de organisatie krijgt de naam Viataal. In 2009 gaan Viataal, de Koninklijke Effatha Guyot Groep en Sint Marie in Eindhoven een samenwerking aan: drie organisaties die zorg verlenen en onderwijs geven aan doven en mensen met een auditieve en communicatieve beperking, al dan niet gecombineerd met een andere beperking. In 2010 gaan de drie organisaties verder onder de nieuwe naam Koninklijke Kentalis.
Yasin luistert naar muziek
het aankunnen, hebben een weekkalender. Die moeten
maar uit onderzoek weten we dat onderwijs effectiever
dus inplannen hoe ze die week hun taak afkrijgen. Voor
wordt als je weet waar je naartoe wilt.”
later is het heel belangrijk om dat te leren: plannen, werk
Wientjes legt uit hoe de school te werk gaat. “We hebben
verdelen, op tijd ergens aan beginnen.”
vier verschillende uitstroomprofielen omschreven. Daarin staan belangrijke leerlingkenmerken genoemd. Het eerste
Onderwijsveranderingen
profiel geldt bijvoorbeeld voor leerlingen die 24-uurs zorg
De laatste jaren verandert het onderwijs, mede onder
en begeleiding nodig zullen hebben, het vierde profiel is
invloed van regelgeving vanuit het ministerie. Piet
voor leerlingen die vervolgonderwijs aankunnen en
Wientjes, sinds 2011 teamleider van school Rafaël,
zelfstandig of begeleid zelfstandig kunnen wonen en
beschrijft die ontwikkeling. “Wij kijken als school nadruk-
werken. Bij elk profiel hebben we een toekomstperspectief
kelijker naar opbrengsten. Voorheen was het vaak
geformuleerd. En om het voor het onderwijs heel concreet
kindvolgend: kijken waar het kind nu is en wat het
te maken, worden aan die profielen opbrengsten gekop-
volgende stapje zou kunnen zijn. Nu geven we ook aan
peld. Daarin omschrijven we nauwkeurig wat we met de
waar we denken en willen dat de leerling kan komen. Dat
leerling willen bereiken op het gebied van interactie en
doel bereiken is niet eenvoudig, soms zelfs heel moeilijk,
communicatie, zelfredzaamheid en sociaal-emotionele
31
2002 - 2012
Ricardo en Rik (klassenassistent) zingen samen een liedje met gebaren
ontwikkeling.” Voor iedere leerling wordt, op basis van
Ouder aan het woord
de ontwikkelingsmogelijkheden en in goed overleg met
Sylvia van Doorn, moeder van Susanne die inmiddels al
de ouders, een profiel vastgelegd. “Jaarlijks bespreken we
zeven jaar van school is, heeft een aantal dingen ten
met de ouders het persoonlijk plan waarin we de doelen
positieve zien veranderen. “In het algemeen vind ik dat er
stellen. Na elke periode toetsen we de vooruitgang en
meer oog is gekomen voor de kwaliteit van leven van de
formuleren we nieuwe doelstellingen. Voor het onderwijs
leerlingen en cliënten. Toen Susanne op school kwam, was
is deze nieuwe manier van werken een vrij fundamentele
er een sterk verschil tussen zorg en onderwijs, dat is later
keuze geweest: de kwaliteit van volgen is geen doel op
ook beter geworden. En wonen was gewoon een nood-
zich maar wordt ingezet om opbrengsten te realiseren.
maatregel, het was meer ‘verblijven’. Er was bijvoorbeeld
Maar het is een goede ontwikkeling, waarmee we ons
geen aandacht voor een zinvolle vrijetijdsbesteding buiten
onderwijs doelgerichter maken: we weten met elkaar wat
de schooluren om. In dat wonen is veel veranderd, mede
we gaan bereiken met een leerling. Via de inspectie
door de komst van de handelingsplannen en later door
leggen we nu over ons werk duidelijker verantwoording af
het woonwensenonderzoek.”
aan de maatschappij. En zelfs al zou de overheid het niet
Ook in de bespreking van die handelingsplannen heeft
voorschrijven, dan zouden we dit gewoon moeten willen.”
Van Doorn het nodige zien veranderen. “Daar hebben wij
32
2002 - 2012
zelf ook flink aan getrokken. Wat wij namelijk heel erg
dat de instelling van die leerstoel van ongelooflijk belang
vonden was dat zo’n bespreking begon met een uitge-
is voor de ontwikkeling van het onderwijs en de zorg aan
breide beschrijving van de anamnese. Het ging heel veel
doofblinden.”
over alle medische problemen die Susanne had en aan het eind stond dan ook nog even vermeld wat ze leuk
Alweer een nieuw gebouw
vond. Elke bespreking weer opnieuw! Maar wij zijn al die
Eind 2010 verrijst er op het aloude terrein aan de Theere-
tijd daarom blijven vragen: wij willen graag eerst lezen
straat een serie gebouwen met bovenop het dak futuristisch
wie Susanne is, waar ze van geniet, wat ze leuk vindt.
aandoende uitsteeksels, als voelhorens naar de sterren
En een mooie foto erbij. En het is gelukkig veranderd.”
Unieke leerstoel ingesteld Het is al eerder aangehaald: het Instituut voor Doven, en later Viataal en Kentalis, heeft altijd gebouwd op kennis en eigen onderzoek. Ton Visser, van 1981 tot 1997 directeur van school Rafaël en daarna tot 2004 directeur van de Divisie Doofblinden, heeft het allemaal van dichtbij meegemaakt en het sterk gestimuleerd. “Onderzoek doen,
‘Onderzoek doen, kennis delen, internationale uitwisseling en samenwerking zoeken’
kennis delen, internationale uitwisseling en samenwerking zoeken, het is allemaal heel bepalend geweest voor de ontwikkeling van Rafaël. Op die manier hebben wij ook
gericht. Dorpsbewoners spreken erover. De leden van de
altijd goed kunnen aanhaken bij de internationale
Gestelse fotokring laten elkaar beelden zien van die taps
ontwikkelingen. Wij hebben bijvoorbeeld een duidelijke
toelopende telescopen; tegen een strakblauwe lucht,
inbreng gehad in het Communication Network van
onder een laagje sneeuw, van veraf en, onherkenbaar, in
Deafblind International. Dat is een werkgroep die het
close-up. In de gebouwen komen de appartementen voor
belang van interactie en communicatie binnen de zorg
doofblinde en verstandelijk beperkte dove cliënten van
voor en het onderwijs aan doofblinden altijd sterk
Beschermd Wonen. De nieuwe woongroep staat bekend
gepropageerd heeft. De werkgroep zocht naar een stevige
als het ‘Carré’. Het oude schoolgebouw van Rafaël, in 1992
borging van de kennis die we op dat terrein ontwikkeld
neergezet, wordt ook grondig vernieuwd, uitgebreid en
hebben. Dat is uiteindelijk geculmineerd in de leerstoel
van een mooie naam voorzien: Travelaar. Gebouw
‘Aangeboren en vroeg verworven doofblindheid’ van
Travelaar huisvest twee scholen: Rafaël voor doofblinde
Marleen Janssen, die in 2008 door Viataal is ingesteld bij
leerlingen en Mariëlla voor dove leerlingen met een
de Rijksuniversiteit Groningen. De inaugurele rede van
verstandelijke beperking. Op 25 mei 2012 is het nieuwe
Marleen heb ik bijgewoond, dat was toch wel een moment
onderwijs- en zorgcomplex officieel geopend met een dag
om trots op te zijn. Als je ziet hoeveel onderzoek er nu
vol feest, muziek en lekkere hapjes. Rafaël is klaar voor
plaatsvindt, hoeveel medewerkers van Kentalis de
de toekomst.
internationale masterstudie afronden, dan is duidelijk
33
Freek en Marieke (leerkracht) zingen samen een liedje met gebaren
34
2012 >
50 jaar en verder
Rafaël vandaag en in de nabije toekomst Een geschiedschrijving is niet compleet zonder toekomstbespiegelingen. En de toekomst begint vandaag. Het laatste hoofdstuk in dit boek is daarom gereserveerd voor actuele ontwikkelingen en een blik in de nabije toekomst: waar staan we nu en waar gaan we naar toe? Samen zoeken, stap voor stap
Dat geldt natuurlijk ook voor onze leerlingen: wij willen
Frank Kat is de regiodirecteur waaronder de scholen
hen een perspectief voor hun leven bieden en leveren
Rafaël, Mariëlla, Talent en Compas en de Ambulante
daar met ons onderwijs een bijdrage aan.”
Dienstverlening vallen. Hij geeft uitleg over een paar
Het werken met de uitstroomprofielen is nog volop in
belangrijke ontwikkelingen binnen het onderwijs van
ontwikkeling: “Het is een dynamisch proces waarin wij
Rafaël. Zo wordt sinds een jaar gebruik gemaakt van
samen met de ouders de juiste weg zoeken. We hebben
uitstroomprofielen waaraan toekomstperspectieven voor
inmiddels een jaar ervaring en weten dat we de profielen
de leerlingen zijn gekoppeld. “Met die profielen geven
wat moeten bijstellen, verder verfijnen. Daarnaast zijn
we meer richting aan het onderwijs,” vertelt Kat. “Bij de
we ook bezig met een nieuw leerlingvolgsysteem, het
eerste aanmelding van een leerling maken wij samen met
zogenaamde OntwikkelingsVolgModel. Daarmee proberen
de ouders een inschatting van wat hij of zij uiteindelijk
we meer grip te krijgen op hoe onze leerlingen zich
kan bereiken. Daar richten we dan het onderwijs op in,
gedurende hun tijd op school ontwikkelen en hoe zich
met een duidelijke focus op waar we gezamenlijk willen
dat verhoudt tot leeftijdsgenoten. Het is goed om te
uitkomen. We hebben een periode achter ons dat de
weten op welke leeftijd onze leerlingen aan iets toe zijn,
nadruk lag op ‘gelukkig zijn’. Dat is ook belangrijk, maar
bijvoorbeeld fietsen, wat andere kinderen al op vroegere
wij willen meer kunnen bieden, omdat we denken dat een
leeftijd kunnen. Je kunt dan kijken of je je onderwijs iets
mens meer wil dan alleen geluk. Een mens wil waardevol
kunt aanpassen om sommige dingen eerder of langs een
zijn, zelfstandig, zelfredzaam, wil iets kunnen betekenen.
andere weg te bereiken. Het is een gezamenlijke uitdaging,
35
2012 >
voor school, ouders en de leerling zelf, om constant samen
gebruik maken van voorzieningen zoals de gym-, speel- en
te zoeken naar passende wegen om de leerling te laten
bewegingslokalen, het watergewenningsbad, de snoezel-
groeien en ontwikkelen. Het is samen stap voor stap de
ruimtes en multisensorische activering, en de fysio- en
wereld ontdekken en vergroten.”
ergovoorzieningen. Maar voor ons als medewerkers biedt het vooral ook mogelijkheden om kennis en kunde
Samenwerking met andere scholen
tussen beide scholen uit te wisselen. Want hoewel er grote
Een andere belangrijke ontwikkeling is de sterkere
verschillen in aard van de beperkingen en mogelijkheden
samenwerking met Mariëlla. Niet dat de leerlingen
van de leerlingen van Mariëlla en Rafaël zijn, zijn er ook
gezamenlijk onderwijs krijgen, daarvoor hebben ze toch
veel overeenkomsten. We willen heel graag van elkaar
te verschillende vragen. Maar met name voor de mede-
leren.”
werkers biedt het voordelen om samen in één gebouw
Ook met andere scholen zoekt Rafaël de samenwerking.
te werken. Teamleider Piet Wientjes licht dat toe. “De
Wientjes: “Dat doen we onder andere in het kader van
gezamenlijke bouw met Mariëlla en met de zorg heeft
de nieuwe wet Passend Onderwijs, die nu gefaseerd wordt
natuurlijk gewoon voordelen omdat we gezamenlijk
ingevoerd. Wij kunnen straks leerlingen met doofblind-
Vera leert zelfstandig koken
36
2012 >
heid die niet op onze school zitten, toch begeleiding
plan getild en blijven we een belangrijke internationale
bieden. We zijn daarvoor een pilot begonnen met Kentalis
partner in het onderwijs aan mensen met doofblindheid.”
Compas voor voortgezet speciaal onderwijs. Wij hebben
Juist omdat Rafaël de enige doofblindenschool in Neder-
twee leerlingen voor wie Compas een betere onderwijs-
land is, wordt die internationale samenwerking ook
omgeving biedt. Zij kunnen daar een diploma halen,
duidelijk gezocht om nieuwe inzichten op te doen. Met
dat kunnen wij niet bieden. Wij geven dan wel de nodige
scholen uit Noorwegen, Denemarken en Zweden wordt
specifieke ondersteuning. Een heel belangrijke
momenteel een project uitgevoerd rondom bewegingson-
ontwikkeling.”
derwijs. Ook gaat er een project starten met Duitstalige
Leerkracht Peter Brouwers haalt een voorbeeld van die
landen om te kijken wat de scholen van elkaars onderwijs
gecombineerde onderwijsomgevingen aan. “Een van mijn
kunnen leren.
leerlingen had interesse om op de camping te werken waar hij altijd al met zijn ouders kwam. Wij hebben met hem en zijn ouders, maar ook met de campingeigenaar overlegd. Wat doet hij voor taken, wat moet hij daarvoor kunnen? Hij onderhoudt het groen, voert herstelwerkzaamheden uit maar organiseert bijvoorbeeld ook de milieuplaats. Met Compas hebben we een heel gericht programma voor hem samengesteld. Op Compas heeft
V
oortgaande professionalisering
hij een certificaat van veiligheid behaald. Ook heeft hij
Kentalis heeft een Kenniscentrum Doofblindheid,
basis-EHBO geleerd en hebben we hem voorbereid op hoe
waarin Rafaël, het Orthopedagogisch Centrum, Kentalis
hij gasten te woord staat. En van zijn baas heeft hij later
E&I en de leerstoel ‘Aangeboren en vroeg verworven
een cursus elektrotechniek mogen doen. Een mooie
doofblindheid’ van Marleen Janssen samenwerken. Op
combinatie dus: op Compas de vaklessen, bij ons de
deze manier wil Kentalis de beste kennis en vaardigheden
theorie.”
met betrekking tot doofblindheid binnen Nederland implementeren op alle plekken waar mensen met
Onderwijs naar een hoger plan tillen
doofblindheid leren, wonen en werken. Een voorbeeld
Het is al eerder genoemd in dit boek: ‘evidence-based
van die kennisdeling is de Engelstalige boekenreeks
werken’ wordt steeds belangrijker: je wilt kunnen
over communicatie met doofblinden, die Rafaël in
aantonen dat je onderwijs ook echt wat oplevert. Ook
samenwerking met de leden van het Communication
Rafaël is daar nadrukkelijk mee bezig. Wientjes: “Wij
Network van Deafblind International ontwikkeld heeft.
werken de laatste jaren heel intensief samen met de
De vierdelige serie ‘Communication and congenital
Rijksuniversiteit Groningen, waar Marleen Janssen haar
deafblindness’ is inmiddels ook in het Nederlands
leerstoel heeft. Samen zoeken wij uit welke methodieken
vertaald en verkrijgbaar onder de titel ‘Communicatie
die wij gebruiken, effectief zijn. Door deze wetenschappe-
en aangeboren doofblindheid’.
lijke onderbouwing wordt ons onderwijs naar een hoger
37
2012 >
“Het is best lastig om aan te tonen dat wat wij doen,
later als volwassene – op te zetten. Daarbij wordt voort-
effectief is, maar we willen dat wel,” zegt Wientjes. “Wij
durend nieuwe kennis gezocht en ontwikkeld en is er de
willen verantwoording afleggen aan de maatschappij,
bereidheid om steeds te veranderen en dingen te
laten zien dat wij bestaansrecht hebben, dat wat wij doen,
verbeteren waar dat nodig is.
ertoe doet en effect heeft. Zonder ons zou een groep
Voor Sylvia van Doorn, de moeder van Susanne die in
kinderen in Nederland moeizaam of nauwelijks tot
1989 bij Rafaël werd aangemeld, kan de ouderbetrokken-
ontwikkeling kunnen komen. Door ons onderwijs hopen
heid nog beter, al heeft ze veel zien verbeteren in de tijd
wij te bereiken dat zij een goed leven kunnen leiden, dat
dat haar dochter op school zat. Ook Ton Visser ziet hier
‘Het doel van het kenniscentrum is om een integraal aanbod van onderwijs, zorg, werk en begeleiding op te zetten’ ze tot interactie met mensen om hen heen komen en leren
mogelijkheden voor verbetering en wijst op ontwikkelin-
grip te krijgen op hun omgeving, dat ze eigen keuzes
gen in landen als India en Noorwegen, waar het onderwijs
kunnen maken.”
meer thuis nabij is, de ouders sterker betrokken zijn bij het maken van plannen en waar consulententeams ter plaatse
Blijvend veranderen, blijvend verbeteren
de nodige ondersteuning geven. Frank Kat ziet het belang
Rafaël is – deze geschiedschrijving laat het door alle
van die ontwikkelingen ook in: “Wij zitten midden in die
decennia heen zien – een lerende organisatie. Rafaël wil
verschuiving van één centrale plaats naar spreiding op
ook graag externe instellingen en organisaties verbinden.
meerdere locaties, naar echt thuisnabij onderwijs. Wat
Belangrijk hierin is een hechte samenwerking met partijen
we, al zoekend met ouders, aan het vormgeven zijn, is
als de Rijksuniversiteit Groningen, Kalorama, Bartiméus,
een vorm van educatief partnerschap. Wij denken dat er,
Visio en belangenorganisaties voor cliënten. Van groot
door meer samen te delen en af te stemmen, voordeel te
belang is bijvoorbeeld het recent opgerichte Kenniscen-
behalen valt. We spelen daar al op in door verschillende
trum Doofblindheid, waarin Rafaël participeert met het
onderwijsarrangementen aan te bieden en, zoals gezegd,
Orthopedagogisch Centrum, Kentalis E&I en de leerstoel
door de nieuwe wet Passend Onderwijs kunnen wij
‘Aangeboren en vroeg verworven doofblindheid’ van
andere scholen gaan ondersteunen.”
Marleen Janssen in Groningen. Het doel van het Kennis-
Die decentralisatie van het onderwijs goed organiseren,
centrum is om een integraal aanbod van onderwijs, zorg,
dat ziet Marleen Janssen als dé grote uitdaging van deze
werk en begeleiding rondom het doofblinde kind – en
tijd. “Decentralisatie is gewoon een trend. Ouders willen
38
2012 >
hun kinderen dichtbij huis op school. Nederland is een klein landje en daarom hebben wij altijd één centrale plaats gehad voor doofblindenonderwijs. Dat is nu aan het veranderen. Kentalis heeft naast Sint-Michielsgestel nu ook onderwijsunits voor leerlingen met doofblindheid in Zoetermeer en Haren. De uitdaging is om de expertise niet te laten versnipperen en verloren te laten gaan. We hebben goede voorbeelden uit de VS en met name uit Denemarken en Noorwegen, waar met consulententeams gewerkt wordt. Consulenten coördineren tussen de drie leefwerelden onderwijs, zorg en thuis en houden de kennis op peil. Dat is ontzettend belangrijk voor de kwaliteit van de communicatie. Als je het niet goed organiseert, gebeurt wat in Zweden is gebeurd, dan stort alles in elkaar en heb je binnen no time geen doofblinden meer. Maar mijn indruk is dat Kentalis dit goed oppakt, bijvoorbeeld door een Kenniscentrum op te richten en consulenten op te leiden.” Jan van Dijks kijk op de toekomst, ten slotte, is kort maar krachtig en geheel in de traditie van het Instituut voor Doven, Viataal en Kentalis. “Blijven studeren. Kijk daarbij ook naar aanpalende gebieden, bijvoorbeeld de neurobiologie. Blijf ook studeren op de communicatie van kinderen.
Buiten fietsen, Mick en Joanna (leerkracht)
Expertise van buiten naar binnen halen is goed, er zijn veel deskundige mensen in de wereld, maar zorg ook dat je intern een goed kennisnetwerk opzet. “Zelf studeren en kennis ontwikkelen, daar gaat het om.”
‘Zelf studeren en kennis ontwikkelen, daar gaat het om’
39
Dankwoord De schrijver schrijft het uiteindelijk allemaal op, maar de
In een serie interviews heb ik hen, de een wat uitgebreider
geschiedenis werd verteld door een aantal personen die
dan de ander, laten vertellen over hun drijfveren, passies,
hun bijdrage aan 50 jaar Rafaël ruimschoots hebben
onzekerheden, daadkracht en dromen. Herinneringen
geleverd dan wel aan het begin staan van, wie weet,
werden soms diep uit hoofd en hart opgegraven, jaar-
nog eens 50 nieuwe jaren. Voor hun bijdrage aan de
tallen, feiten en namen vlogen mij om de oren, toekomst-
totstandkoming van deze geschiedschrijving wil ik heel
bespiegelingen werden met me gedeeld. Het was een
hartelijk dank zeggen aan:
voorrecht om hun interviewer te mogen zijn.
• Prof.dr. Jan van Dijk, emeritus-hoogleraar Doven-
Verder dank ik Marieke Rovers, adviseur van de afdeling
pedagogiek, eerste ‘hoofd der school’ van Rafaël
Communicatie & Marketing, voor de prettige samen-
en grondlegger van de wereldvermaarde
werking en de subtiele wijze waarop ze mij naar de
‘Methode Van Dijk’.
onvermijdelijke deadline leidde.
• Ton Visser, van 1981 tot 2004 directeur van Rafaël, sinds 2011 gepensioneerd maar nog zeer actief betrokken bij
Ten slotte heb ik nog de volgende schriftelijke bronnen
het (inter)nationale doofblindenonderwijs.
gebruikt:
• Prof. dr. Marleen Janssen, hoogleraar Doofblindheid in
• ‘Rafaël’: afdeling voor doof-blinde kinderen, bijlage bij
Groningen en voormalig leerkracht, intern begeleider en
De Vriend van maart 1988, waarin werd teruggekeken
wetenschappelijk onderzoeker van Rafaël.
op de eerste 25 jaar Rafaël.
• Sylvia van Doorn, moeder van Susanne die van 1989
• Het hoofdstuk ‘Fundamentele uitgangspunten’ uit het
tot 2005 op Rafaël zat; Sylvia werkt momenteel bij het
plan van eisen voor ontwerp en realisatie van het
Bureau Externe Ondersteuning van Kentalis.
schoolgebouw dat in de periode 1991-1992 is gebouwd.
• Peter Brouwers, sinds 1990 leerkracht op Rafaël en inmiddels ook ICT-coördinator.
• De Schoolgids Kentalis Rafaël 2011-2012. • ‘Communicatie en congenitale doofblindheid: contact
• Piet Wientjes, sinds 2011 teamleider van Rafaël.
en sociale interactie’ door Marleen Janssen en Inger
• Frank Kat MSc, sinds 2008 directeur Rafaël, sinds 2010
Rødbroe. VCDBF/Viataal, 2008.
regiodirecteur Zuid van Kentalis en opdrachtgever
• De website www.drjanvandijk.org.
voor dit jubileumboek. Nic van Son, september 2012
40
Colofon Kentalis: als horen of communiceren niet vanzelfsprekend is Kentalis is een landelijke organisatie die al 220 jaar gespecialiseerd is in diagnostiek, zorg en onderwijs voor mensen met beperkingen in horen of communiceren. Onze medewerkers bieden klanten toegang tot alle actuele mogelijkheden van taal en communicatie. Kijk voor meer informatie over onze organisatie op www.kentalis.nl.
Uitgave Koninklijke Kentalis Tekst Nic van Son, Tekst & Project Projectbegeleiding Afdeling Communicatie & Marketing Kentalis Fotografie Vincent van den Hoogen Marijke Bolwerk, Kentalis Rafaël Archief van Kentalis Ontwerp en vormgeving Cascade - visuele communicatie Drukwerk Dereumaux Print
© Kentalis 2012
Als horen of communiceren niet vanzelfsprekend is