5. Reductiepotentieel 5.1 Intern reductiepotentieel: Om het elektraverbruik te reduceren en de gestelde reductiedoelen te behalen binnen Weijman kunnen de volgende punten hieraan bijdragen:
-
PC met beeldschermen Werknemers stimuleren om na de werkdag de computer in zijn totaliteit uit te zetten (PC+beeldscherm).
-
Printers Werknemers stimuleren om de bureauprinters uit te zetten. De hoofdprinter cq. plotter dient in het weekend uitgezet te worden eventueel door middel van een tijdschakelaar of standby killer functie. Serverruimte De server kan niet worden uitgeschakeld. Airco Werknemers stimuleren om in de ochtend de ramen open te zetten. Bij warm weer kunnen s’ middags de ramen gesloten worden en indien noodzakelijk de airco’s worden gebruikt. Verlichting De werknemer die als laatste de vergaderruimte verlaat dient de verlichting uit te zetten. Ook de airco’s moeten in standby modus of, indien mogelijk, volledig uitgeschakeld worden. Bij het vervangen van verlichting dient er getracht te worden om energiezuinige lichtarmaturen toe te passen. Bewustwordings-etiketten In elke ruimte dienen bewustwordings-etiketten aangebracht te worden zodat een ieder er op geattendeerd wordt om nauwlettend met energie om te gaan.
-
-
-
5.2 Extern reductiepotentieel: Het wagenpark van Weijman Vastgoedonderhoud is verantwoordelijk voor de grootste CO2-uitstoot. Om hier reductiemaatregelen te realiseren kunnen de volgende punten bijdragen: -
Auto’s De bestuurders van de auto’s dienen de bandenspanning maandelijks te controleren of de spanning nog naar behoren is. Door bewust met brandstof om te gaan en te schakelen tussen de 2000 - 2500 toeren (benzinemotoren) en 1800 - 2200 toeren voor dieselmotoren; mede hierdoor kan het brandstofverbruik verminderd worden. Zie: www.hetnieuwerijden.nl Het uitzetten van de motor als deze onnodig aanstaat. Let op: 1 minuut uit bespaart al brandstof. Bestuurders dienen zorg te dragen dat zij het juiste materieel bij zich hebben om onnodig heen en weer rijden te beperken.
Document naam:
2.A.3.1_ 130607_CO2-Footprint_Weijman_VGO_2012_Def 2.0 Datum opgesteld
3-6-2013 Datum gewijzigd
9-9-2013
Versie
2.0
Blad:
15 van 24
6. Maatregelen stuurcyclus Weijman Vastgoedonderhoud heeft op basis van de CO2-footprint een duidelijke indicatie van het reductiedoelstellingen voorgenomen over de periode 2013-2015: Soort reductie: CO2-reductiedoelstelling (%) Elektraverbruik kantoor 4% Aardgasverbruik 4% Zakelijke Km’s met lease auto’s 2% Zakelijke Km’s met privé auto’s 2% Figuur 6.1 Reductiedoelstellingen
6.1 Stuurcyclus elektraverbruik kantoor Om het elektraverbruik te reduceren is het raadzaam om tussen de stroom-toevoeren van computers een stekkerdoos te plaatsen met een standby killer functie. Indien de lichtarmaturen vervangen worden dient gebruik gemaakt te worden van duurzame verlichting. Om hier grip op te krijgen dient de kwaliteitsadviseur dit in een halfjaarlijks verslag aan de directie aan te geven. Aan de hand van de uitkomst dient de directie aanvullend actie te ondernemen.
6.2 Stuurcyclus gasverbruik kantoor Om het gasverbruik te verminderen behoren deuren en ramen gesloten te zijn in de wintermaanden. Medewerkers van de organisatie dienen de verwarming uit te zetten als zij het luchtklimaat optimaal vinden. In de zomerperiode dient de verwarming op de laagste stand te staan of geheel uit. De cvinstallatie behoord in de zomermaanden op de zomerstand te staan. Medewerkers zullen er zorg voor dragen om de verwarming op de 0-stand of op de *-vorstbeveiligingsstand te zetten.
6.3 Stuurcyclus brandstofverbruik auto’s Om grip op het brandstofverbruik uit te oefenen worden de zakelijke km’s van zowel lease auto’s als eigen auto’s geïnventariseerd aan de hand van tussenopnamen van het tankgebruik per halfjaar. De kwaliteitsadviseur legt dit vast in een verslag en rapporteert dit door aan de directie. Aan de hand van de uitkomst dient de directie aanvullend actie te ondernemen. Voor de aanschaf van nieuwe bussen dient er onderzocht te worden of een 100% elektrische bus functioneel is voor gebruik. Als er nieuwe auto’s worden aangeschaft dan dienen dit duurzame auto’s te zijn, met een minimale energielabel in de categorie A t/m D.
Document naam:
2.A.3.1_ 130607_CO2-Footprint_Weijman_VGO_2012_Def 2.0 Datum opgesteld
3-6-2013 Datum gewijzigd
9-9-2013
Versie
2.0
Blad:
16 van 24
7. Energie Management Actieplan Het actieplan geeft inzicht in het management, borging van het energiebeleid en de CO2-reductie. Dit onderdeel geeft zicht op het beleid van CO2-reductie welke is geborgd binnen Weijman. De doelstellingen en maatregelen die worden genomen om CO2-uitstoot te reduceren worden hierin behandeld.
7.1 Plan van aanpak D.m.v. de PDCA-cyclus voert men een controlestructuur op het energiemanagement uit. De PDCA-cyclus (kwaliteitmanagement) staat voor: Plan: de verandering vooruit-plannen, proberen om te voorspellen en analyseren wat de resultaten zijn. Do: Het plan uitvoeren in kleine stapjes onder gecontroleerde omstandigheden. Check: Bestuderen of het verwachte doel behaald is. Act: Evalueren van het resultaat en actie nemen om het gevolgde traject te standaardiseren of te verbeteren.
Figuur 7.1 PDCA-cyclus
Document naam:
2.A.3.1_ 130607_CO2-Footprint_Weijman_VGO_2012_Def 2.0 Datum opgesteld
3-6-2013 Datum gewijzigd
9-9-2013
Versie
2.0
Blad:
17 van 24
7.1.1.1 Plan: Energie en reductiekansen Belangrijk is om een duidelijke indicatie van het CO2-footprint van de organisatie te hebben. Twee keer per jaar wordt er een verslag gemaakt van de CO2-footprint. Medewerkers die ideeën / tips hebben kunnen deze aandragen aan de kwaliteitsadviseur. 7.1.1.2 Do: Implementatie De doelstellingen zijn opgenomen in onderdeel: 7.1.2; de verantwoordelijke persoon bepaalt welke hulpmiddelen hij/zij nodig heeft voor het realiseren van de doelstellingen. 7.1.1.2.1 Beheer van de documentatie: De documenten welke van belang zijn voor de CO2-Prestatieladder audit worden beheerd door de kwaliteitsadviseur. Tevens dienen de documenten behalve beheerd ook actueel gehouden te worden. Documenten behoren van een duidelijk versienummer voorzien te zijn. Medewerkers mogen vrijblijvend de documentatie inzien, want CO2-reductie doe je SAMEN. 7.1.1.3 Check: Monitoren en beoordelen Uit de voortgangsrapportages wordt duidelijk in hoeverre de doelstellingen behaald zijn. Op basis hiervan kan de directie en de kwaliteitsadviseur aanvullende maatregelen nemen die noodzakelijk zijn. Om aan de hand van het voortgangsrapport de doelstellingen te kunnen behalen vindt er jaarlijks een evaluatie plaats. De rapportages worden besproken tijdens het directieoverleg. Naast het bijhouden van de rapportages vindt er ook een controle plaats door de KAM-manager. De controller valideert de gerapporteerde data op basis van de originele documenten en facturen welke worden aangeleverd door de kwaliteitsadviseur. De directie voert de definitieve controle uit op de aangeleverde data. 7.1.1.4 Act: Rapporteren en bijsturen Volgens het communicatieplan, welke is op genomen in onderdeel: 7.2.4, wordt er intern en extern gecommuniceerd over de voortgang ten opzichte van de beoogde reductiedoelstellingen. De kwaliteitsadviseur beoordeelt de resultaten van de verschillende rapportages en bespreekt dit met de directie en indien nodig met de betrokken bedrijfsleider. Er wordt beoordeeld of bijsturing van de maatregelen of de doelstellingen noodzakelijk zijn. Jaarlijks wordt het CO2-footprint verslag beoordeeld op geschiktheid, passendheid en doeltreffendheid. Het verslag dat hieruit voortkomt wordt gezien als een kwaliteitsregistratie. Aan de hand van input uit de vorige fases en het evaluatierapport van het directieoverleg kunnen doelstellingen, indien nodig, worden bij gesteld en kunnen er vervolgacties worden uitgezet om de verbeteringen te realiseren. Dit is nodig om continue verbetering van het geïmplementeerde energie- en kwaliteitsmanagementssysteem te bevorderen. De terugkoppeling van uitkomst wordt zowel schriftelijk (rapportage) als mondeling (bijeenkomst kwaliteitsadviseur met directie) naar alle betrokkenen verzorgd. Zij zullen zorg dragen voor het nemen van corrigerende/preventieve maatregelen.
Document naam:
2.A.3.1_ 130607_CO2-Footprint_Weijman_VGO_2012_Def 2.0 Datum opgesteld
3-6-2013 Datum gewijzigd
9-9-2013
Versie
2.0
Blad:
18 van 24
7.1.2 Maatregelen CO2-reduceren Om de CO2-uitstoot binnen Weijman te kunnen reduceren is het belangrijk dat dit op een adequate manier in de organisatie wordt ingebracht. De volgende maatregelen zijn dan ook noodzakelijk om tot een goede implementatiestructuur te kunnen komen. Nr. Maatregel: Verantwoordelijke: Doelstelling: 1 1. Bewustzijn van medewerkers verhogen: Directie / - CO2 als vast agendapunt bij overleg. kwaliteitsadviseur - Voorlichting geven over CO2 en het doel van de CO2-Prestatieladder. - Bewust maken van juiste kilometerregistratie bij tanken. 2. Verbruik over 2013 inventariseren: Controller / - Totaalverbruik. kwaliteitsadviseur 3. Per kwartaal kilometers bijhouden a.d.h.v. Controller / gegevens leasemaatschappij, begin en kwaliteitsadviseur eindstand: - Totaal verbruik registreren*. - Individueel verbruik registreren en terugkoppelen. 4. Bij vervanging van bedrijfsauto’s of het Directie / controller aanschaffen van nieuwe auto’s dienen de auto’s voorzien te zijn van een energielabel in de klassen A t/m E (14% bijtelling). *D.m.v. van een black-box systeem kunnen gegevens uitgelezen worden. - Het systeem wordt iedere week uitgelezen d.m.v. van een rittenkaart-rapport. - Realtime uitlezen van systeem m.b.v. van GPS. Doelstelling: 2 5. Elektriciteit- en gasverbruik per kwartaal Directie / controller / vastleggen kwaliteitsadviseur Doelstellig: 3 6. Behalen van CO2-bewust certificaat niveau 3 in Directie / 2013. kwaliteitsadviseur
Realisatie: Q1 2014
Q1 2014 Q1t/mQ4 2014
Q1t/mQ4 2014 Q4 2013
Figuur 7.2 Overzicht van maatregelen
Document naam:
2.A.3.1_ 130607_CO2-Footprint_Weijman_VGO_2012_Def 2.0 Datum opgesteld
3-6-2013 Datum gewijzigd
9-9-2013
Versie
2.0
Blad:
19 van 24